Weest is weest

Geschiedenis, zo leert de volksmond, is dat wat geweest is, dat wat was. “Weest is weest”, zeiden ze vroeger in Noord-Holland. En alsof dat nog niet duidelijk genoeg was, voegden ze daar soms aan toe: “Beurd is beurd, en daan is daan.” En leverden zo een bijdrage aan het gesprek in de gedaante van een frisse polderlucht en ruimte voor de toekomst.

Een frisse polderlucht

Maar zo simpel ligt het natuurlijk niet. Zelfs die Noord-Hollanders, of het nu bollenboeren waren of bloemkoolbouwers, kenden de waarheid. Alleen, hoe ga je daarmee om? Als stugge praters van nature verkochten ze hun waarheden in pakkende one liners die bij hun imago pasten, en hielden hun werkelijke kennis van de waarheid binnensmonds.

Geschiedenis telt, altijd. De vraag is alleen wat je er mee doet, hoe je er mee omgaat.

Hoe ik Indië terugvond

In 1975 schreef Lilian Ducelle in Tong Tong, naar aanleiding van een verfilming van een verhaal van Johan Fabricius: “Met Fabricius zal misschien de laatste verteller van Indische verhalen uitsterven. Iets om een traan bij te laten, vind ik, want daarna is het voorgoed gedaan met de eenvoudige, gemoedelijke, romantische gebeurtenissen uit ons vroegere leven. Daarna krijgen we alleen te maken met verhalen van geweld, seks en koloniale verdachtmakingen, alsof dat niet allemaal stomvervelend gaat worden op den duur.”

Fabricius, schrijver van De scheepsjongens van Bontekoe, en Hoe ik Indië terugvond, overleed in 1981.

Hoe ik Indië terugvond

Ducelle had gelijk, zij het dat over Indië en seks weinig is geschreven. Toen ze dit schreef verkeerde Nederland echter in de periode van seksuele revolutie, een tijd waarin in ieder dorp, hoe klein ook, een seksshop werd geopend. Die revolutie bleek uiteindelijk van voorbijgaande aard. De verhalen van geweld en koloniale verdachtmakingen zijn echter gebleven. Zó zeer, dat de laatste jaren bijna niets anders in de media verschijnt of het heeft te maken met dat geweld en die koloniale verdachtmakingen.  En de reacties? Nogal zuur. 

De historie van Moesson

Het nummer van Tong Tong uit 1975 bevatte artikelen van Ducelle, Ritman, Nieuwenhuis en De Graaf, over onder meer de Merapi, theepluksters in Malabar, de jacht in Indië, en een aardbeving in Padang. Verder de speciale rubrieken: “Weet u nog?” en “Dierbare herinneringen.”  Het blad was overduidelijk bedoeld voor lezers die Indië nog hadden meegemaakt in vooroorlogse periode. De toon was bijna steeds positief. Bijzonder genoeg, want deze generatie had de oorlog aan den lijve meegemaakt. En hoe.

In 1995, twintig jaar later, was Tong Tong opgevolgd door Moesson. We slaan een willekeurig nummer open, en zien meteen het verschil met voorheen. De Moesson van 1 oktober van dat jaar opent met een gedicht: “Bersiap/Jij werd geboren/In een oerwoud van vernedering/Jouw eerste oogenblik/Werd gevangen in een web van mishandeling/Jouw kinderlijke horizon/werd gekleurd door bloed/in de rivier van het leven.” Verder artikelen in dit nummer: ´Bandoeng, oktober 1945´; ´Onze vlucht van de Kei-eilanden´; ´Het einde van Indië in schoolboeken´; en ´Herdenken, terugkijken, en vooruitzien.´”  Met het lezerspubliek is de toon veranderd. Moesson moet een moeilijke tijd hebben doorgemaakt, want het blad bracht weinig positiefs.

Opnieuw twintig jaar later heeft Moesson een facelift gekregen. Uit de inhoudsopgave van het laatste nummer:  “De Indische connectie van filmproducent Sheila Timothy; Politiecommissaris Max Daniel; De multiculturele samenleving mislukt? Daar kan ik niets mee; Indonesia first! Trumpvriend Harry Tanoe wil president worden; Isabelle Boon brengt erfgoed en bewoners in beeld; Willem Bleckmann bracht het impressionisme naar Indië; De geuren, smaken en kleuren van Bali in je eigen keuken! En nog veel en veel meer!”

Twijfelindo´s

Als Tong Tong/Moesson een spiegel is van de Indische gemeenschap, dan zien we dat de eerste generatie – de oudere slachtoffers van de oorlog en bersiap – vooral positieve berichten wilde lezen met betrekking op de vooroorlogse situatie; dat de tweede generatie graag bevestiging wilde zien van eigen slachtofferschap; en dat de derde en latere  generaties – de ´twijfelindo´s´ – weinig méér relatie hebben met Indië/Indonesië dan het besef ´multi-cultureel´ te zijn, en dat dat besef moet worden ingevuld door een zoektocht naar het Indische karakter, of  –  om maar iets te noemen –  de Indische keuken.

De vertegenwoordigers van de Indische gemeenschap zijn tweede generatie Indo´s: de groep waar Lilian Ducelle ons in 1975 al voor waarschuwde. Nogal zuur. Nu is er natuurlijk altijd een spanningsveld tussen recht en rede. Tussen gelijk hebben en gelijk krijgen. En natuurlijk gaat dit stukje niet over het recht te klagen, want dat is er. De vraag is echter aan de orde hoe je daar zelf mee omgaat, hoe je je eigen geschiedenis invult. Zullen we ooit kunnen zeggen: ´Weest is weest´?

x

x

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

81 reacties op Weest is weest

  1. R.L. Mertens zegt:

    ‘weest is weest’ – Is wat geweest is, inderdaad wat geweest is? Ducelle over Fabricius; ‘de laatste verteller van Indische verhalen etc.’ Nou, zeker niet in het vermelde; Hoe ik Indië terug vond in 1945; Midden in de bersiap periode terug gekomen( zich Engels journalist noemend; want Nederlandse journalisten kregen geen/moeilijk toegang tot Indië van onze regering!) beschreef hij de situaties oa in Batavia/Depok. De Britse officier die zich bij hem beklaagde; ‘dat men hen van Nederlandsche zijde volkomen onjuist had ingelicht omtrent den toestand op Java; dat men den ernst daarvan voor hen verborgen had gehouden in het vertrouwen, dat zij de kastanjes wel uit het vuur zouden halen’.
    note; Fabricius stierf toch niet in 1981?

  2. Indisch4ever zegt:

    De eerste generatie wilde vooral de herinneringen van leeftijdsgenoten lezen en horen. Niet altijd maar over de oorlog.
    Maar ook over de gewone dingetjes
    Hoewel velen conservatief en gezagsgetrouw waren, men wilde niet perse lezen en horen hoe geweldig Nederland en de Nederlandse dictatuur was.

    Ik ben van de tweede generatie, maar ik doe niet aan een slachtofferrol koesteren en de meesten van mijn generatie ook niet.

  3. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    Johan Fabricuius. Naast het boek Schimmenspel (gelezen in februari 1986) heb ik ook zijn boek halfbloed gelezen (juli 1989). Hij draagt het laatste boek op aan zijn donkere speelgenoten uit zijn jeugd (voorjaar 1941) .Hoezo racistisch? Het laat wel een wrange smaak na. Sindsdien weinig van hem gelezen.

    • Jan A. Somers zegt:

      Heb ff de boekenkast open getrokken: Eiland der demonen, Dag Leidseplein, Het water weet van niets, Charlotte’s grote reis, Zijn trilogie: Komedianten trokken voorbij, Melodie der verten, De dans om de galg. Alles goed en makkelijk leesbaar, typisch de journalist.

      • Bill Zitman zegt:

        ‘Hoe ik Indië terug vond’ van Johan Fabricius is een “must-read” voor dezen (van latere generaties) die de toestand van de Bersiap en de dan volgende Koloniale Oorlog tot hun wetenschap willen toevoegen. Het boek is ook in het Engels vertaald – ‘Java Revisited’.

      • Jan A. Somers zegt:

        Jammer dat binnen de Indische gemeenschap de literatuurlijst zo kort is. Er is zoveel meer mooiers dan bersiap en andere ellende.

      • R.L. Mertens zegt:

        @JASomers; ‘literatuurlijst’ – Een ‘must- read’ boek zoals terecht door Bill Zitman opgemerkt. Hoe Fabricius een lift kreeg van kol.Huyer om met hem naar Batavia te vliegen. En zodoende de Ned. Voorlichtingsdienst omzeilde. Hij had contact met de Indonesische leiders; ‘niet anders dan respect en sympathie voelde- indien ik een jong Indonesisch intellectueel was geweest- niet anders hebben gedacht en gesproken dan zij. Verscheidenen van hen hadden bittere persoonlijke ervaringen achter den rug. De Nederlanders wenschten rust en orde hersteld te zien om daarna met een ondertussen gearriveerde troepenmacht hun slag te slaan en hun koloniale onderdrukking op den ouden voet voort te zetten’. Een Indië kenner/ journalist over de bersiap periode sept/okt.1945

  4. Jan A. Somers zegt:

    Ja, weest is weest. Daar zat ik midden in. Heb ervan geleerd. En heb heel veel geluk gehad. Ik kan nu tevreden terugkijken. Wat ben ik een bofferd!

    • R.L. Mertens zegt:

      @JanAsomers; ‘weest is weest’- Nu tevreden terugkijken? Kijk toch met gram terug op het politiek beleid dat ons met een bersiap/oorlog, na net een wereldoorlog, uit Indië deed vertrekken. Gram, omdat onze overheid met kortzichtig egoïstisch belang de historische banden verbrak. Zelfs door dwang van het wereld forum. Terwijl overleg zeker tot een vergelijk had kunnen komen. Waarbij beide landen zeker baat bij handen.
      Nu rest ons nog de ontluistering van dat gewapend eind conflict. Een nare nasmaak.

      • Jan A. Somers zegt:

        “Terwijl overleg zeker tot een vergelijk had kunnen komen.” Klopt helemaal!!! 15.6.2 Na de oorlog verder.
        Minister Welter had inmiddels laten weten dat na de oorlog een conferentie kon worden bijeengeroepen om hervormingen op staatkundig gebied voor te bereiden. De gouverneur-generaal ging echter verder. Als vervolg op de op 23 augustus in de Volksraad aangekondigde commissie, werd bij gouvernementsbesluit van 14 september 1940 de ‘Kleine commissie van bekwame mannen’ ingesteld onder de naam ‘Commissie tot bestudeering van staatsrechtelijke hervormingen’. (…) In zijn installatierede vroeg de voorzitter zich af ‘of de staatsinrichting van ongeveer 20 jaar geleden nog wel in allen deele past op het hedendaagsche Indië’. Na het echec van de petitie Soetardjo, bleken nieuwe staatkundige ontwikkelingen mogelijk: via de door Soetardjo/Wiwojho c.s. gevraagde Rijksconferentie, de staat van zelfstandigheid toe te kennen, binnen de grenzen van artikel 1van de Grondwet. (tekst uit de petitie en motie).
        Een telegrammenwisseling tussen de minister van koloniën Welter, minister-president Gerbrandy, en gouverneur-generaal Tjarda van Starkenborgh Stachouwer resulteerde in: ‘Opperbestuur voornemens na bevrijding Nederland aanstonds conferentie bijeen roepen vooraanstaande personen uit diverse deelen rijk teneinde kroon van advies dienen over aanpassing structuur Koninkrijk aan eisch tijden. Status Nederlandsch-Indië welke in overeenstemming zal zijn te brengen met beteekenis dit gebiedsdeel in rijkseenheid zoomede zijn inwendig staatkundig bestel zullen integreerend deel gedachtenwisseling moeten uitmaken.’ De aankondiging in de Volksraad van deze conferentie over hervormingen na de oorlog vond plaats op 16 juni 1941, het werk van de commissie Visman kreeg hiermee het karakter van een Indische voorbereiding van deze rijksconferentie. Het verslag van de commissie werd op 9 december 1941 aan de gouverneur-generaal aangeboden, twee dagen na de aanval van Japan op Pearl Harbor en de Nederlandse oorlogsverklaring aan Japan.
        In een radiotoespraak op 10 mei 1941 had koningin Wilhelmina al gesproken over ‘de aanpassing van de structuur der overzeesche gebiedsdeelen en de bepaling van hunne plaats in het Koninkrijk. In augustus 1941 deelde de Indische regering mee in overleg met het Opperbestuur ‘eerlang’ tot aanwijzing te geraken van degenen die uit Indië aan de rijksconferentie zouden deelnemen. Gouverneur-generaal Tjarda van Starkenborgh Stachouwer stelde minister Welter voor te komen tot een aanbeveling door de Volksraad van dubbeltallen. In november 1941 werd door Idenburg (directeur van het kabinet van de gouverneur-generaal) aan luitenant-gouverneur-generaal van Mook een schema voor staatkundige hervormingen toegezonden.
        Lees daarnaast goed de tekst van de Indonesische proclamatie. In de tweede zin: ‘Zaken met betrekking tot het overnemen van de macht en dergelijke zullen op een ordelijke wijze en in de kortst mogelijke tijd worden uitgevoerd’ (geautoriseerde vertaling). De Indonesische juristen kenden het bestaan van de aangekondigde rijksconferentie (de latere Ronde Tafel Conferentie). Maar ja, het ontbrak de regering van de RI aan gezag, En dat heeft veel bloed vloeien opgeleverd.

      • R.L. Mertens zegt:

        @JASomers; ‘opperbestuur voornemens etc.’ – Alle door u geciteerde ‘voornemens’ zijn achterhaald door ondertekening van het Atlantisch Handvest dd.24/9’41; elk volk heeft het zelfbeschikkingsrecht. In de volksraad door GG.Tjarda ‘ontweken en misleid; ….geen aanleiding, zich op de doelstelling van haar beleid opnieuw te bezinnen etc….’ Dus, een (nutteloze) commissie Visman installeren. Alsof de nationalisten daarop zaten te wachten.
        In 7 dec.1942 HM rede werd met geen woord gerept over het zelfbeschikkingsrecht.
        Van Nederland werd dus niets meer verwacht. Van daar de proklamsi 17 aug.1945, direct na de Japanse overgave.. De verloochening van het zelfbeschikkingrecht werd bevestigd in het gesprek 4/10’45 te Batavia tussen vdPlas-Hatta; geen merdeka. En Nederland, net na de bevrijding(!) alles in het werk stelde om een troepenmacht naar Indië te zenden ipv. humanitaire hulp vanwege doorstane Japanse ontberingen. Verzoek van de Britten om tot overleg met de Republiek te komen werd hautain afgewezen ( gedesavoueerde gesprekken!) Vandaar bersiap ellende en een ‘politionele oorlog’ met een afloop; een striemend gejoel en gefluit van duizenden Indonesiërs bij het strijken van onze driekleur te Batavia/Djakarta op 27 dec.1949. Over (falend) gezag gesproken.
        En ….na 70 jaar, nu nog een nasleep aangaande door Nederland begane oorlogsmisdaden!
        .

      • Jan A. Somers zegt:

        “de staat van zelfstandigheid toe te kennen” Ach ja, dat hoef je toch niet tot in den treure te herhalen? Dat wisten we toch wel? De gevraagde Rijksconferentie was toch ook al aangekondigd? “Van daar de proklamsi 17 aug.1945, direct na de Japanse overgave” En de Indonesiërs wisten dat dus toch ook, zelfs genoemd in die proclamatie. Koningin Wilhelmina had dat ook al gezegd op 10 mei 1941. Vaker hoeft toch niet? Zij heeft geen taak in de politiek, dat is aan de regering. En daar heb ik ook al over geschreven. Maar ja, Indische mensen bemoeien zich niet met de politiek. Geeft niet hoor, je kunt niet alles. behalve een tevreden mens zijn. Ik ga maar verder met Pasen vieren. Vannacht mee begonnen.

      • RLMertens zegt:

        @JASomers; ‘de staat van zelfstandigheid’ – Een achterhaalde zaak waarmee Nederland de Republiek trachtte tevreden te stellen. Onafhankelijkheid en niets minder was het parool; Merdeka tetap. Kortzichtig/kruideniers politiek stortte ons in een heilloze oorlog. Met zovele (onschuldige) slachtoffers. Inderdaad ; wat weest is geweest.Echter vraag niet; hoe?

  5. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    Dhr Mertens dient niet te vergeten dat alhoewel Koningin Wilhelmina NOOIT in Ned.-Indie bezocht heeft, haar radiorede over het Atlantisch Handvest meer uitdrukking was van haar persoonlijke opvattingen dus eigenlijk onder de ministeriële, dus politieke verantwoordelijkheid valt.
    Wellicht weet U dat zelfs Nikita Chroesjtsjov heeft gezegd of woorden van gelijke strekking, dat politici overal hetzelfde zijn. Ze beloven bruggen te bouwen, zelfs waar geen rivier is.

    Nederlandse politici wilden de Indonesische onafhankelijkheid op HUN voorwaarden en dat heeft eigenlijk tot 1962 geduurd voordat Nederland eindelijk toegaf dat ze aan de verkeerde kant van de geschiedenis stond.

    Dat kunnen sommigen wel goedpraten, maar daarmee haal je al die Bersiapslachtoffers en die duizenden gevallen militairen in de koloniale oorlog niet uit hun graven. Laat staan dat deze goedpraters tot een begrijpelijke analyse laat staan tot een rechtvaardiging van het gehele gebeuren komen.Verder dan “Daar werd iets Groots verricht, komen zij niet.

    ‘Hoe ik Indië terug vond’ (als E-boek goedkoop verkrijgbaar) geeft meer de bevooroordeelde en vooringenomen visie van Johan Fabricius weer want hoe dien ik o.a. zijn mening over ir. Soekarno te beoordelen: fascist en collaborateur. Dat zegt een post-koloniaal, dat is toch het na-apen van de vastgeroeste en propagandistische mening van Nederlandse politici van na de Oorlog?

    Mijn literatuurlijst voor Pasen is erg kort. Ik lees op dit moment een meeslepend boek genaamd Kaputt (611 blz) van de schrijver Curzio Malaparte, pseudoniem voor de Italiaan Kurt Erich Suckert oorlogscorrespondent van het Italiaans leger in WO2. Kaputt is een oorlogsepos dat een intens beeld schildert van het verval van Europa tijdens WO2. Sfeerschilderingen staan naast rauw realisme en surrealistische beelden; bevroren paarden in een Fins meer en de eerste literaire beschrijving van de Holocaust.

    Het boek, cadeau van een zeer goede vriend uit Nederland, lees ik wel in de Nederlandse vertaling, want voor de ontspanning lees ik veelal literatuur in het Nederlands geschreven.

    • Jan A. Somers zegt:

      Voor de staatkundige hervormingen was een Rijksconferentie voorgesteld. Daar gingen de Indonesiërs mee akkoord. (daar hadden ze zelfs zelf om gevraagd). Een conferentie betekent onderhandelen. Met uitgangspunten van beide partijen: in de Volksraad (16 juni 1941) en op de stoep voor je huis (17 augustus 1945). Heel normaal! Daar onderhandel je over en het komt dan wel goed. (werd zelfs op 17 augustus naar verwezen).
      “van na de Oorlog?” Al tijdens de oorlog was er een mening over de collaborateurs. In Nederland direct na de oorlog al mee begonnen. Zelfs doodstraffen. Als je dat niet ook zo uitvoert in een ander gebiedsdeel van het koninkrijk, dan schep je rechtsongelijkheid. En die collaboratie in Indië was ook al tijdens de oorlog in Londen en Australië bekend. Prachtige radioprogramma’s van de heren en propagandafilms voor de romusha. En massademonstraties om de Japanners te eren en te huldigen. Met heel veel buigen. Ook op de foto’s die door de persbureaus over de hele wereld werden verspreid. De dankbaarheid van de bevolking voor de Japanse gunsten. Oei, ik duik maar even weg.

      • RLMertens zegt:

        @JASomers;’een rijksconferentie voorgesteld’ – Door Nederland in het vooruitzicht gesteld. Door de proklamasi 17/8’45 achterhaald! Een meesterzet van de Republiek. Niet meer terug te draaien(!) en Nederland ‘hobbelde er achteraan’. ‘collaborateur’ – Soekarno, de onderdrukte onderdaan, de inlander die door GG verbannen werd wegens zijn anti koloniale houding? Een collaborateur met Japan; Azië voor de Aziaten? ‘in Nederland na de oorlog etc.’- Het hele Nederlandse bestuur heeft in nazi tijd gecollaboreerd met de Duitsers! Ook op foto’s uit die periode te zien. En op de nazi propaganda films. Maar daar duiken nu de meesten voor weg.

      • Jan A. Somers zegt:

        “Een meesterzet van de Republiek.” Makkelijke meesterzet, maar door wie? Een paar dagen eerder hadden Soekarno en de zijnen die onafhankelijkheid in Saigon in ontvangst genomen van Japan. Uit handen van veldmaarschalk Terauchi. Met heel veel buigen en dank je wel. Op 14 augustus in een grote betoging in Batavia, met heel veel rood-witte vlaggen (geen Indonesische), met luide toejuichingen voor de Japanse leiders. Met heel veel pers. Dat is toch wat anders dan een toespraak op de stoep van je huis.
        “Nederlandse bestuur heeft in nazi tijd gecollaboreerd met de Duitsers!” Dat is wel wat kort door de bocht. Dat is normaal oorlogsrecht, het leger capituleert en het civiele bestuur blijft besturen. Maar dat wisten ze in Indië niet. De Nederlanders die daadwerkelijk hebben gecollaboreerd werden wel berecht, maar dat was niet het ‘Nederlandse bestuur’. In Indië was het een volledige bestuursverandering door het Japanse bestuur, heeft niets met oorlogsrecht te maken. In de Japanse capitulatievoorwaarden was dan ook opgenomen dat door het Japanse bestuur doorgevoerde staatkundige veranderingen moesten worden teruggedraaid naar de vooroorlogse status quo.

      • Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

        Citaat: “Nederlandse bestuur heeft in nazi tijd gecollaboreerd met de Duitsers!” Dat is wel wat kort door de bocht”.

        Dan mag iemand mij verklaren hoe meer dan 90% van de Nederlandse Joden via Westerbork naar de vernietigingskampen werden weggevoerd. Je kan toch niet zeggen dat ze op eigen gezag gegaan zijn, alhoewel na de oorlog in Nederland wel zo’n discussie aan de gang was (zie Presser en de Joodse Raad).

        Collaboratie!!!!WO2 Om iets over collaboratie in Nederlands te weten, mag wel het opzienbarend en geruchtmakend boek “Om erger te voorkomen” van Nanda van der Zee gelezen worden . In dat boek werd voor het eerst de Schuldvraag gesteld en beantwoord. Maar je kan domweg het boek wel wegwuiven met het argument dat dat Mevr. van der Zee er niet bij was geweest, trouwens wie van ons was er wel bij?

        Of lees J.Hofman die in zijn proefschrift ´De collaborateur´, een sociaalpsychologisch onderzoek naar misdadig gedrag in dienst van de Duitse bezetter aandacht besteed aan de collaboratie in de politiële sfeer.

        Problematisch was dat bezet Nederland niet onder Duits militair gezag maar onder een Groot-Duits burgerlijk bestuur kwam verpersoonlijkt door Seys-Inquart.
        Anders dan Ned. Indie hadden de Duitsers en de NSB geen propaganda nodig om van het Nederlands volk een willig instrument te maken

        Rechtsongelijkheid!!!! Ir. Sukarno was Nederlands onderdaan, dwz tweederangs burger, de rechtsongelijkheid was in Ned.Indie ingebakken, structureel , dat is eigen aan het koloniaal systeem. Degenen dienen met een ander gelegenheidsargument te komen.
        Ir. Sukarno dan wel de Indonesische Geschiedenis dient daarmee in het reine te komen. Nederlanders als kolonisators kunnen zich beter met hun eigen onverwerkt verleden bezighouden. De Bersiaptijd lijkt mij iets relevanter voor Indische Nederlanders dan wat ir. Sukarno met de Japanners gedaan heeft.

        Geschiedkundigen mogen zich beter afvragen waarom ondanks de Japanse propaganda Indische Nederlanders buiten de kampen niet hebben gecollaboreerd. daarentegen volgens sommigen Indonesiers wel, maar voor hen gelden andere maatstaven .
        Hoe kan dit verschil tussen Indischen en Indonesiers verklaart worden?.Dat geeft pas inzicht in onze geschiedenis dan bovenstaande propagandaverhaaltjes, die net na de oorlog bij Nederlanders als hostie bij de misdienaar ingingen. Dat daaraan nu nog geloof wordt gehecht zegt wel iets over de literatuur- en Geschiedeniskennis van die goedgelovigen.

        Of laten zij zich EINDELIJK eens afvragen waarom de Nederlandse autoriteiten, ondanks dat deze voldoende informatie over Bersiapslachtoffers hadden, nooit iets met die informatie gedaan hebben. Dat is een vraag die nog steeds onbeantwoord blijft.

    • RLMertens zegt:

      @PetervandeBroek veag.; ‘7 dec.’42 HM radio rede’ – Is door van Mook opgesteld. Toen al werd het ondertekende Atlantisch Handvest= zelfbeschikkingsrecht- verloochend. In 1945/Batavia werd al door den Haag/Logeman verordend met geen woord over het zelfbeschikkingsrecht te hebben/spreken. Van Mook versprak zich in een radiorede en werd meteen tegengesproken. In 1962 (20 jaar later) wilde Nederland de Papoea’s het zelfbeschikkingsrecht bijbrengen……Indonesische voorman in de VN vergadering; ‘wij hebben een langdurige(!) ervaring met het Nederlandse zelfbeschikkingsrecht’. Voorbestemt als stamland voor de Indo’s….. liever dat dan dat ze naar Nederland gaan…… Nu vertoeven ze zelfs in Zwitserland,USA etc.

  6. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    De Heren Mertens en Somers vallen in herhalingen (mv) . 5 jaar geleden hadden zij al eens gelijksoortige discussies en nu herhalen zij ten velen malen hun afgesleten standpunten , zo schieten we niks op: l’histoire se repète ……..Zie : https://javapost.nl/2012/02/13/nog-lang-geen-vrede/

    Wanneer lezen de Heren eens Avondschot van J.J.P. De Jong, kenner bij uitstek van de koloniale geschiedenis. Het boek wordt toch in geschiedkundige kringen als het standaardwerk aangaande de onderhandelingen naar de soevereiniteitsoverdracht beschouwd. Daar worden de zienswijze van bovenstaande Heren uitgebreid en nauwgezet beschreven, diep- en scherpzinnig geanalyseerd en van begrijpelijke en geloofwaardige conclusies voorzien.

    Dhr. de Jong (1941) weet er wel wat vanaf, hij had wel toegang tot alle relevante bronnen, alhoewel, hij was er zelf persoonlijk niet bij ,dat laatste dient vooral dhr Somers aan te spreken.

    • Jan A. Somers zegt:

      “Avondschot van J.J.P. De Jong, ” De verschillende genoemde data in 1945-1947 zijn veel beter te volgen in zijn dissertatie Diplomatie of strijd. Publieksuitgave ISBN 90 6009 838 2.
      Ja, ik doe mee in die herhalingen, mensen moeten begrijpend gaan lezen. En bij onderhandelingen zijn er altijd meer partijen. Maar de stemming is nou eenmaal anti Nederland, daar kan ik niks aan doen.
      “AMACAB is de opvolger van NICA ” AMACAB is een orgaan van SEAC geweest waar de RAPWI-afdelingen werden ondergebracht. NICA had daar niets mee te maken. Het Nederlands-Indische bestuur bleef gewon zichzelf.

      • Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

        Ik vind in het Nationaal Archief: http://www.en.afscheidvanindie.nl/archieven-onderwerpen-nica.aspx

        The first NICA representatives arrived in Batavia in September 1945. The Indonesians reacted very negatively to the arrival of NICA (and to the name ‘Netherlands Indies’ in general), so in January 1946 the organisation was re-named AMACAB (Allied Military Administration-Civil Affairs Branch), even though it was still composed entirely of officials from the Netherlands East Indies.

        Als dhr Somers persoonlijke van mening is dat hij op basis van zijn waarneming, wat iets anders is dan kennis , daar anders over denkt dan dient hij zich niet reageren op mijn verhaal maar zich te wenden tot het Nationaal Archief.
        Afgezien daarvan is zijn reactie a) niet ter zake doende b) onnauwkeurig en c) zonder enige bronvermelding. Van hem mag ik toch wel enige accuratesse verwachten.

      • Jan A. Somers zegt:

        Het is wat complexer: Bij de SWPA beschouwden ze NICA als een nuttig orgaan, de samenwerking verliep vlot. Zo konden ook de bestellingen in Amerika worden geplaatst. Na 15 augustus viel Indië niet meer onder SWPA, maar onder SEAC. Daar was NICA geen nevenstaand orgaan zoals bij SWPA, maar ondergebracht bij AMACAB (allied!!, niet alleen Nederlands). Dat verliep niet zo goed, SEAC was de baas. Maar niet overal, eigenlijk alleen op Java en Sumatra. In de andere gebieden had SEAC het gezag overgedragen aan Australië. Maar de Australische regering was hiertoe alleen bereid als buiten het SEAC staand Australisch opperbevel. Die het burgerlijk bestuur overliet aan NICA, die hier dan ook niets met SEAC en AMACAB had te maken. Dat verliep prima. Op 16 september arriveerde kolonel Abdoelkadir Widjojoatmodjo in Batavia, Commanding Officer van NICA. Van Mook arriveerde daar op 2 oktober, en op 4 oktober de Van Heutsz met hulpgoederen, militair personeel en NICA-functionarissen. Dit zijn geen resultaten van persoonlijke mening (die had/heb ik niet, maar van Nederlandstalige stukken. Ik dacht genoemd door J.J.P. de Jong en Van Mook.

      • Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

        Ik kan wel blijven fact-checken, maar ik refereer naar ervaringskennis van dhr Somers zelve: https://indonesischearchipel.wordpress.com/2014/11/21/nica/

        Jan A. Somers op 5 maart 2012 om 17:16 schreef:
        Ik geloof dat dit klopt! Dit geeft ook aan dat niemand precies wist wat NICA was, een civiele organisatie t.b.v. het bestuur, geen militairen: Netherlands Indies Civil Administration. Maar het kan ook zijn dat niet de NICA-mensen zelf de andjing NICA waren, maar dat de KNIL-militairen de (bloed)honden waren van de NICA-burgers. AMACAB was de Allied Military Administration Civil Affairs Branch, waarbij in april 1946 ook de RAPWI werd ondergebracht. Volgens mij, maar wie ben ik, was de AMACAB een legeronderdeel van het SEAC van Mountbatten. De bestuur-burgers werden daarmee ondergebracht in een militaire organisatie wat oorspronkelijk niet de bedoeling was.

    • R.L. Mertens zegt:

      @PetervandenBroek veag.; ‘in herhalingen’ – Koloniale propaganda gebeurde voorheen altijd in/met herhalingen, vandaar. Wellicht dat er nieuw lezers zijn bijgekomen, die deze polemieken hebben gemist. Echter…, dat de teloor gang van ons koloniaal verleden nu geopenbaard wordt is een feit! En dat laatste staat mi. niet in De Jong’s Avondschot.

  7. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    Het topic ………https://javapost.nl/2012/02/13/nog-lang-geen-vrede/…….. is voor mijn gezoek naar de bersiapslachtoffers van belang want Buitenzorg heeft het op een gegeven moment over een lijst uit het Nationaal Archief, van de Algemene Secretarie (NA/AS……..) dat draagt als kop: ´Allied Military Administration – Civil Affairs Branch (AMACAB) / Afdeling Intelligence & Loyaliteitsonderzoek.

    De AMACAB is de opvolger van NICA Netherlands Indies Civil Administration. Deze dienst hield zich dus ook met informatieverzameling over ontvoerde Bersiapslachtoffers bezig tenminste van Oktober 1945 tot November 1946 . Een afdeling met de naam Intelligence & Loyaliteitsonderzoekis toch meer dan schattig!

    Een soort samenvatting en bewerking van zulk soort lijsten ging dan naar de Algemene Secretarie, ik veronderstel het bureau van de Gouveneur-Generaal. Op dit moment is mij geen informatie bekend wat de Secretarie met deze gegevens heeft gedaan, laat staan of deze gegevens de Goeveneur-genraal überhaupt hebben bereikt en wat hij zoal mee gedaaan heeft.

    Ik vind het wel opmerkelijk dat tot op heden nooit gestructureerd onderzoek is gedaan op welke wijze Nederlands-Indische instanties gegevens hebben verzameld over vermoorde en vermiste Bersiapslachtoffers en welke betekenis deze gegevens hebben gehad voor het Nederlands beleid in het algemeen en dat voor Ned.-Indie in het bijzonder. Althans, sinds ik gericht zoek naar gegevens over Bersiapslachtoffers ben ik zulke informatie nooit tegengekomen. Dat heb je ervan als je er zelf niet bij geweest bent.

  8. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    Toch brengt ing.R.L.Mertens in hetzelfde topic op 17 februari 2012 om 5:16 pm een interessant en intrigerend gegeven naar voren:

    …………………..Toen kwam in Aug. 1945 de “bevrijding”.Er werden voedsel droppings gedaan op de aloon-aloon.Er heerste een vrolijke stemming. De TNI regelde de bezorging naar de kampen. Kampbewoners liepen in en uit of werden per trein naar elders vervoerd…………………….

    a) Wat bedoelt ing. Mertens met …. de TNI regelde de bezorging naar de kampen……?
    Was de TNI, het republikeinse leger, direct na de bevrijding al zodanig georganiseerd dat zij de logistiek van de bevoorrading en de bevoorrading zelve naar de kampen organiseerde?
    b) Hoe dien ik de woorden van ing. Mertens te interpreteren?

    Het geeft toch met weinig woorden aan dat het niet overal ordeloosheid en chaos was, tenminste niet aan Indonesische zijde!!!!

    • R.L. Mertens zegt:

      @PetervandenBroek.vaeag; ‘droppings’ – Als jochies trokken wij na 17/8’45 Ambarawa naar de aloon2. De sfeer was toen bevrijdend. Kampbewoners die naar de pasar gingen/ gedekken/voedsel ruil etc. Er werden dropping gedaan op de aloon2. Ik zag hoe Indonesische militairen/politie de menigte op afstand hield en de kampleiding met gevolg de pakketten door koelies liet vervoeren naar het kamp onder begeleiding van die Indonesische militairen/politie. De Britten/Gurkahs waren er toen nog niet. Dus mi.niet logistiek belast! De sfeer veranderde eind september (mi.na het vlag incident in Soerabaja), toen ook de Britten waren gearriveerd. Fanatieke samen komsten op de aloon2. was het gevolg. Marcherende groepen met merdeka geschal trokken door de straten. Iedereen droeg een rood/wit speldje. Zeker geen ordeloosheid bij die vastberaden jeugdgroepen en militairen/politie. Ja, voor ons als belanda’s, ‘wij hadden de oorlog toch gewonnen van de Jap’, waren zij een ordeloze troep inlanders die weldra tot de orde worden geroepen als onze troepen gearriveerd zijn. Nederland zal herrijzen zongen de kampbewoners toen ze er op trokken..

  9. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    Het gaat mij om de betrokkenheid van de Indonesische militairen/politie en ook de kampleiding in de Bersiapperiode.Ik kom ook n O.D.O.-rapporten steeds deze zgn Indonesische autoriteiten tegen Dat lijkt mij niet vreemd. Toen de Japanners Indonesië bezetten , waren zij voor de door personeelsgebrek voor de organisatie van het dagelijks leven aangewezen op de plaatselijke bevolking dwz de Indonesische Bestuurstructuur, die er al tijdens het koloniaal bewind van de Nederlanders bestond. (regenten e.d.). Nadat de Japanse Kiezer de nederlaag op 15 Augustus bekend maakte, verdween die Indonesisch bestuurslaag natuurlijk niet.

    Voorafgaande is weliswaar een hypothese, maar ik krijg door mijn gezoek steeds meer aanwijzingen dat deze bestuurders al dan niet betrokken waren bij de Bersiapdelicten. Het verhaal van dhr Mertens bevestigd mijn vermoedens.

    Dat niet alleen, het verhaal over de pemoeda’s is een heel gecompliceerd verhaal. Misschien kwamen deze lui wat chaotisch en ordeloos bij de Nederlanders over, maar ik heb zo mijn bedenkingen. Ik heb zo het vermoeden dat deze groepen wel bekend waren met hun “werkterrein” en daaruit volgend wisten waar Nederlanders, Chinezen of Indonesiers die met de vijand collaboreerden (sic9 te vinden waren. Dit zijn louter vermoeden gebaseerd op merendeel Nederlandse bronnen. het wordt pas interessant als ik voor de bevestiging van mijn vermoedens buitenlandse dwz Indonesisch bronnen kan raadplegen, maar daarvoor dient nog heel wat Rijnwater bij Lobith d ergens te passeren.

    Om dan te concluderen dat de Indonesische Staat direct betrokken was bij i.c. verantwoordelijk was voor de Bersiapmoorden is nog wel a Bridge too far…

    • Jan A. Somers zegt:

      “verantwoordelijk was voor de Bersiapmoorden ” Juristerij is niet altijd moeilijk hoor. Verantwoordelijk ben je bijvoorbeeld voor een onrechtmatige daad. En een daad is niet alleen ‘doen’, maar ook het nalaten van wat je had moeten doen. Eerste dag rechtenstudie: De ‘juffrouw’ die weigerde de lekkende kraan te sluiten. 1. De RI was een staat. De RI voldoet dan ook aan criterium 3 voor het zijn van een staat. Voor uitoefening van dat gezag (orde en rust) beschikte de RI over de volledige politie, en o.a. de gereorganiseerde PETA. De volledige zwaardmacht dus. Was dus in staat rust en orde te handhaven. Waarom heeft de RI dat niet gedaan in de door die RI gecontroleerde gebieden? 2. De RI was geen staat. Voor zoiets in die tijd nog geen kwalificaties, maar de stelregel van het volkenrecht is dat je met elkaar in gesprek blijft. Mooi uitgevonden kreet: de facto staat. Doen alsof je hebt te maken met een staat. Die verantwoordelijk is in het gebied onder haar gezag. De eerste mogelijkheid dan is de eigen verplichting te voldoen aan de protocollen van de Geneefse Rode Kruisverdragen. Daarmee definieer je een internationaal gewapend conflict, met de daarbij horende rechten en plichten, en weet je waar je aan toe bent. Heeft de RI zich volgens mij niet voor aangemeld. Een tweede mogelijkheid is de NLM, een mooie formalisering van ‘de facto’ Die NLM is dan verantwoordelijk voor het gezag (orde en rust) in het door die NLM gecontroleerde gebied. In die tijd het volledige grondgebied van Nederlands-Indië. Zoek het verder zelf maar uit.

      • Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

        Prietpraat i.c. juridische onzin en volkomen achterhaald. Volkenrechterlijk is het een labyrint, m.n. rechtskwesties aangaande jurisdictie in koloniale oorlogen, waarbij ook echte juristen al aangegeven hebben dat bovenstaande redenering niet opgaat.

        Er zijn Indonesische daders, wie zijn die daders met naam en toenaam? Het verzamelbegrip Pemoeda’s , ploppers o.i.d. heeft geen plaats in het Recht. Bung Tomo had bij zijn leven wel ter verantwoording worden geroepen tot 27 December 1949. Daargelaten dat er een juridische verbinding dient worden gelegd tussen die daders en de Republik. Buitenlandse wetenschappers zoals R. Cribb en Benedict Anderson hebben daar onderzoek naar gedaan, maar konden bij de belangrijkste Indonesische archieven niet komen.

        Anders is dat bij de rechtszaken die o.a. de Rawagede weduwen hebben aangespannen? Daar werd niet gerept over wie het gezag over orde en rust had.
        Zowel de Landsadvocaat als mevr. Zegveld volgden wijselijk niet deze weg. De advocaat ging uit van de aantasting van de Rechten van de Indonesische slachtoffers. Daar werden de daders duidelijk aangegeven en de daaruit volgende verantwoordelijkheid van de Nederlandse Staat. Zie ook de Rechtzaak aangaande Nasution in 1953.

        Mensen, die zeiden dat het er toentertijd wanorde en chaos heerste, krijgen dit argument als boemerang terug. Als er wanorde en chaos heerste hoe kan je dan de Republik verantwoordelijk stellen voor moorden op omstreden gebied. De Nederlandse Staat was daar met meer dan 100.000 militairen. Ene van Mook was daar toch lt.GG! Bovenstaande Heer dient met een ander gelegenheidsargument te komen.

      • Jan A. Somers zegt:

        “De Nederlandse Staat was daar met meer dan 100.000 militairen. Ene van Mook was daar toch lt.GG! Bovenstaande Heer dient met een ander gelegenheidsargument te komen.” Wel even de datum in de gaten houden! Waar waren die Nederlandse militairen tijdens de bersiap? En Van Mook was niet belast met gezag, dat lag bij SEAC. En het directe gezag was toch in handen van een Republiek Indonesia! Bovenstaande heer heeft geen eigen (gelegenheids)argumenten, gewoon stukjes geschreven geschiedenis selecteren, kopiëren en plakken. En volkenrecht heeft maar één nadeel, er is geen handhavende macht. Als sommige schrijvers hun mening geven, mag bovenstaande heer toch de mening van enkele andere schrijvers weergeven. Echte historici, niet zo’n geschiedkundige minkukel als deze. Ik heb van het volkenrecht maar één ding begrepen, als iedereen een eigen interpretatie heeft vloeit er bloed. Maar er blijken nogal wat mensen last te hebben van volkenrecht. Niet de schrijvers van de proclamatie, een prachtig proza, met in de tweede zin een duidelijke opdracht naar een volkenrechtelijke oplossing. Jammer dat die schrijvers hun opleiding in Nederland hebben genoten, bij voorbaat verdacht. Net zoals bovenstaande heer (leuke titel overigens) die zijn rechtenstudie, staatkundig, in dit verdachte land heeft gevolgd. Met Indonesische collega’s die hem aan de EUR zijn voorgegaan.

  10. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    Prietpraat Heer Somers, U dient wel uit te gaan van de feiten en niet wat volkenrechtelijke regels boven water te halen en dan een theoretisch verhaal ophangen, maar deze regels ook toepassen op een reëel geval.

    Ik heb niet voor niets al die stukken uit het Archief van tranen netjes in mijn database opgeslagen

    1) voorbeeld.
    Archief van Tranen: nr 64 A zie Verklaring Mw.Wetters over moorden fam.Lapré in Balapulang.
    De kapitein Lapré overschrijdt de demarcatielijn , ik herhaal demarcatielijn en kan in Balapulang 2 van drie daders achterhalen, die schuldig/verantwoordelijk zijn voor de moord op de familie Lapré op 12 Oktober 1945 . Hij, als Nederlandse officier past in 1947 standrechtelijke executies toe, op Nederlands gebied??????

    Op de video van het bezoek van Mvr. Pia van der Molen aan hetzelfde dorp wordt een grafzerk van aarde vrijgemaakt. Daaronder liggen 23 christelijke doden begraven. Wie is hier verantwoordelijk en dient hier de schuldigen te straffen? Nederland (zie boven) of Indonesië???

    2) De Rawagede-weduwen. Ook hier speelde het territorialiteitsbeginsel geen rol althans de landsadvocaat, door schade en schande wijs geworden, deed in deze civiele rechtszaak er geen beroep op.

    3) ander voorbeeld: Sbrenica…..
    Laat dhr Somers de rechtszaak nalezen over die 2 Moslims die door Nederlandse militairen uit de enclave werden gezet en toen door Serviërs zijn vermoord. Ook hier speelt het territorialiteitsbeginsel geen rol. De Nederlandse Staat probeerde de schuld af te schuiven op het de schouders van het militaire Navo-gezag maar dat was ook geen haalbare kaart. Toevallig was hier Mevr. Zegveld ook advocaat en zij ging toen uit dat de mensenrechten van deze moslims werden geschaad en dat Nederland daarvoor verantwoordelijk was.

    Dit zijn voorbeelden van TOEPASSINGEN van rechtsregels, volkenrechtelijk of niet. Het is niet een theoretisch verhaal waaraan Bersiapslachtoffers tot nu toe niks aan hebben gehad.

    Mevr. Zegveld heeft in een interview in Moesson (Augustus 2016 n° 2) de consequenties van de gedachtengang van dhr Somers uitgelegd.
    Moesson vroeg aan haar: “Kunnen we van Nederland in deze kwestie verwachten dat het Indonesië aanspreekt op haar verantwoordelijkheid ten opzichte van de Nederlandse staatsburgers”?
    Dus dat wordt aan een advocaat gevraagd die bij talloze rechtszaken van schendingen van Mensenrechten betrokken was en is. Die zal daarop toch wel een antwoord kunnen geven, dat hout snijdt?

    Laat dhr Somers dat artikel eens lezen en daarop commentaar geven,dat ook hout snijdt?

    • Jan A. Somers zegt:

      “ook echte juristen al aangegeven hebben dat bovenstaande redenering niet opgaat. ” Mijn opmerking over zich onderwerpen aan de Geneefse Protocollen zocht ik nog even op in mijn boekenkast: P.H Kooijmans, Internationaal publiekrecht in vogelvlucht (1993). Prof.mr. P.H. Kooijmans was van 1997 tot 2006 rechter in het Internationale Gerechtshof. Voordien was hij hoogleraar Volkerenrecht aan de Universiteit Leiden. Voorzitter geweest van de Commissie voor de rechten van de mens van de VN., speciaal rapporteur inzake foltering.
      Inzake de NLM zie bijvoorbeeld, ook uit mijn boekenkast (1991): M.N.Shaw, International law. Hoogleraar Leicester, Medeauteur van The Netherlands Yearbook of International law. Heel interessant: Antonio Cassese (1986), International law in a divided world. Enkele kreten uit de inhoudsopgave: The International Legal System in Transition. Peoples under Colonial , Alien or Racist Domination (National Liberation Movements).
      U ziet, aardige prietpraat. U noemt steeds losse gevallen, kunt u nog even vooruit al die nullen van een turfje voorzien. Meneer/mevrouw X vermoord door meneer/mevrouw Y. En die X en Y heeft u nodig voor een strafrechtelijke aanklacht. Ik had het over de oorspronkelijke topic, verantwoordelijkheid binnen het volkenrecht.
      ” “Kunnen we van Nederland in deze kwestie verwachten dat het Indonesië aanspreekt op haar verantwoordelijkheid ten opzichte van de Nederlandse staatsburgers”?” Steeds maar weer vragen of een ander (vadertje staat) wat doet. Welke initiatieven zijn er uit de Indische gemeenschap? Je hebt toch iemand nodig om dat aan te zwengelen, een aanklacht komt niet ui de lucht vallen. Gaat u dat doen?
      “De Rawagede-weduwen. ” Natuurlijk speelt het territorialiteitsbeginsel geen rol. Een onrechtmatige daad als deze is strafrechtelijk toch niet gebonden aan een territoir? Het was toch geen volkenrecht? Met uitzonderingen voor de verantwoordelijkheid. Een bersiapmoord die door de ‘staat’ RI is toegelaten op het gebied , en dus binnen jurisdictie, van die RI.
      Gelukkig is het slecht weer, hoef ik niet naar buiten.

      • e.m. zegt:

        @Gaat u dat doen?@

        — Goeie vraag! Zou een ‘startpagina’ op zich kunnen zijn .. . .

      • R.L. Mertens zegt:

        @JASomers; ‘bersiap moord, die door de ‘staat’ RI is toegelaten(!) etc.’ – En uitgelokt door de Nederlandse staat….( door verloochening van het Atlantisch Handvest; Elk volk heeft het zelfbeschikkingsrecht!) …..en dus binnen jurisdictie van die RI?

  11. van den Broek van een andere generatie zegt:

    Wie had het over strafrechterlijke Aanklacht? een waanzinnige opmerking!

    • Jan A. Somers zegt:

      Sorry, de Rawagede-weduwen waren inderdaad een civielrechtelijke zaak. Maar geen volkenrechtelijke verantwoordelijkheid waar ik het over had. Reagerend op uw opmerking: “Om dan te concluderen dat de Indonesische Staat direct betrokken was bij i.c. verantwoordelijk was voor de Bersiapmoorden is nog wel a Bridge too far…” Die bersiapmoorden gebeurden op gebied onder directe controle van de RI. Onrechtmatige daad is ook niets doen aan een situatie waar je verantwoordelijk voor bent, wel iets had moeten doen als staat.. Zie de onwillige juffrouw. En die RI had politie en gereorganiseerde PETA als handhavingsorganen.

      • RLMertens zegt:

        @JASomers; ‘een onrechtmatige daad is ook niets doen aan een situatie etc.’ – Door toedoen van het Nederlandse politiek beleid is een revolutie ontstaan waarbij slachtoffers zijn gevallen. Zij werden geslachtofferd (!) voor dit beleid; her kolonisatie van Indië!
        Helfrich nav. de moorden op de Goebeng transporten; ‘liever het verlies van vrouwen en kinderen dan het verlies een geheel imperium’! ‘de Peta als handhavingsorganen’- Als een legermacht tegen de as. voorgenomen bezetting. Dat de Republiek bewust was voor het gevaar voor die slachtoffers, is het doen oprichten van beschermkampen. Zelfs het doen repatriëren naar door Nederland bezette gebieden.

      • Jan A. Somers zegt:

        Ik had het niet over de door u genoemde onderwerpen. Ik reageerde op een voorgaande opmerking over verantwoordelijkheid voor moordpartijen. Daar is de feitelijke gezagsdrager verantwoordelijk voor. Als die gezagsdrager dat niet doet, wordt niet alleen de verantwoordelijkheid weggewuifd, maar is die RI ook geen staat. (zie het derde criterium voor het zijn van een staat). De RI beschikte wel degelijk over handhavingsorganen. Dat de PETA geen zin had, is tekenend voor het gezag van de RI. Een leger dient te gehoorzamen aan de politiek! Maar ik denk dat de PETA nooit van de RI de opdracht heeft gekregen voor het bewaren van rust en orde. Vandaar die verantwoordelijkheid van de RI voor de Bersiapmoorden. Waar ik heb geschreven over de PETA geldt tevens voor de Indonesische politie.
        “bewust was voor het gevaar voor die slachtoffers, is het doen oprichten van beschermkampen.” Ook zo’n mooi verhaal! Wij zaten in de Werfstraatgevangenis op loopafstand van de militairen van de Brits-Indische Brigade. Die militairen reden bij hun evacuatieritten vlak bij de gevangenis. Twee Brits-Indische delegaties zijn zelfs in de gevangenis geweest om te praten over onze evacuatie. Waarom zouden wij dan door de Indonesiërs moeten worden beschermd? Integendeel, beide delegaties zijn vermoord! En wij moesten worden bevrijd waarbij nogal wat doden vielen.
        Mijn moeder en zus zaten in de wijk Darmo, die beschermd was door die Brigade. Een bescherming die moest worden opgeheven. Waarom zijn die vrouwen en kinderen toen niet overgedragen aan die Brigade, om te evacueren? Waarom zijn die vrouwen en kinderen niet overgedragen aan de latere Brits-Indische divisie toen die in de buurt kwam? Maar weggevoerd, met veel gevaar en angst, om uiteindelijk ergens in Midden-Java terecht te komen. En pas maanden later bevrijd door bemiddeling van het Rode Kruis. Waarom zo moeilijk gedaan door die Indonesiërs? Gewoon overdragen aan de Britten toch? Veel eenvoudiger, niks te beschermen.
        En het Goebengtransport? Vanwege toenemende aanvallen (waar PETA en politie niets tegen ondernamen) werd het moeilijker alle wijken te beschermen en met toestemming van de Indonesische autoriteiten werd begonnen bewoners van Goebeng over te brengen naar het Darmokamp. U kent het resultaat. Heeft u op Kembang Kuning al hormat gebracht? En Helfrich had daar niets mee te maken. Die was daar niet belast met gezag. En heeft dus niets interessants te melden.

      • R.L. Mertens zegt:

        @JASomers; ‘verantwoordelijkheid voor moordpartijen’ – Voor alle duidelijkheid; die verantwoordelijkheid ligt bij de Nederlandse politiek! Een enorme haatexplosie tegen alles wat belanda was/vertegenwoordigde was het gevolg daarvan. Wat te verwachten van een Republiek in oprichting met een gevolg dat er op uit was om hun vrijheid na 300 jaar met hand en tand te verdedigen? De Britten zagen dit in, maar Nederland waande zich in vooroorlogse tijden. En dat alles ten koste slachtoffers, die onbeschermd(!) buiten de kawat verbleven. ‘ook zo’n mooi verhaal’ – De bewoners- volgens onze propaganda; gijzelaars genoemd- zijn toch zelfs door de TNI naar Nederlands gebied getransporteerd!
        Dat in deze turbulente periode niet alles vlekkeloos is verlopen is inherent aan de situatie. Een situatie die door Nederland is ontstaan! Door nb. na een wereldoorlog(!) alles in het werk te stellen om een legermacht aan de andere kant van de wereld te brengen.om zodoende een oorlog te beginnen. De grootste militaire operatie van onze geschiedenis. Dat nu duidelijk de contouren laat zien van de ‘zwartste bladzijde’ van ons Indië verleden. ‘hormat’- Dat is de enige wat wij kunnen op/brengen. Dankzij Nederlands toenmalig beleid. Claims indienen bij de Republiek? Ik denk dat het beter is om zich bij de groep van Jeff Pondaag aan te sluiten; stichting De Nederlandse Ereschulden!
        ( mi.succes verzekerd)

      • Jan A. Somers zegt:

        Jammer genoeg kan ik niet ingaan op uw reactie, ik beperkte mij tot staatsverantwoordelijkheid. Er zijn mensen die van mening zijn dat per 17 augustus 1945 er een STAAT Republiek Indonesië was. O.K.! Een echte staat heeft als derde criterium dat zij gezag heeft over de bevolking o.a. handhaving m,b.t. orde en rust. Waar verstoringen van orde en rust vandaan komen is niet interessant, volgende week bijvoorbeeld Feyenoord kampioensrellen. (wapenstok erover!). Ik dacht dat de bersiapmoorden ernstiger waren dan Nederlandse rellen. De R.I had politie kunnen inschakelen en eventueel versterkt met legereenheden. Dat zijn de handhavingsorganen van de staat RI die bevelen van de regering dienen op te volgen. Ik ben een beetje simpel, maar zo moeilijk is het nou ook weer niet. Als de RI geen staat zou zijn, is er een andere situatie, met gelijke verantwoordelijkheid. Eind oktober hebben de Britten Soekarno en Hatta verzocht in Soerabaja te bemiddelen. Zij bleken geen gezag te hebben. Maar wel verantwoordelijk als staatsregering!

      • R.L. Mertens zegt:

        @JASomers;’staatsverantwoordelijkheid’ – Van een staat, die pas 2 mnd geleden is uitgeroepen, in oprichting is? Een staat die op leven en dood zijn staat zijn moet verdedigen. Tegen een bestaande natie Nederland, die het zelfbeschikkingsrecht verloochende/ negeerde, provocerend een beleid voerde waardoor Republikeinse leiding en vooral de achterban met blinde woede op alles wat met de belanda te maken had molesteerde/vermoordde. Dacht u dat dan in die revolutie situatie voor het RI gezag een prioriteit was om het gepeupel in alle hoeken van het gebied te volgen? Om zelfs die gehate belanda’s te beschermen? Wij buitenkampers, waren tijdens de Japanse tijd, weliswaar vijandig bejegend, doch links gelaten! In die bersiap periode werden wij door Nederland’s staatsverantwoordelijkheid(!) als onderdanen, geslachtofferd!

  12. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    Dat volkenrechtelijke is een doodlopend weg m.a.w.. prietpraat. Ik heb niet voor niets 3 voorbeelden genoemd waarbij het territorialiteitsaspect geen rol speelt(Heer Somers even begrijpend lezen). Zowel de landsadvocaat als Mevr. Zegveld hebben dat territorialiteitsaspect niet aangevoerd in de rechtszaken (Rawagede, Zuid-celebs etc.) en met reden . Mevr. Zegveld legt in Moesson uit waarom, dit ook voor dhr Somers in begrijpelijke woorden uit, althans ik begrijp het.

    Zegveld: Indonesia bestond in de Bersiap-periode in feite niet, want Nederland erkende de onafhankelijkheid niet vòòr 1949 (rechtsfeit). Dus je zou kunnen zeggen dat Nederland draagt ook de verantwoordelijkheid voor die hele Bersiap-periode. En die bendes? dat was gewoon burgeroorlog.
    (1) En dan kom je bij de vraag : had iemand enig controle over die bendes?Nee dat had niemand. Dan was er ook niemand verantwoordelijk VANUIT JURIDISCH OOGPUNT (let U even op Heer Somers).
    (2)TENZIJ je kunt aantonen dat er een lijn is te trekken tussen de bendes van toen tot het huidige regime. dat het huidige regime wel degelijk gebouwd is op wat de bendes toen hebben gedaan. Anders wordt het wel een lastig verhaal.

    Je kunt Indonesië niet verantwoordelijk houden wanneer het toen niet bestond. Alleen als je aanvaardt dat Indonesia inderdaad een SOEVEREIN land was vanaf 1945, dan zou je bij Indonesië uit kunnen komen.
    Juridisch gezien zijn er twee kanten : Ofwel Indonesië bestond in 1945 en dan is Indonesië nu verantwoordelijk voor wat de bendes toen deden (wel even bij (2) kijken. Of het bestond toen niet . En…… En dan is het zo dat Nederland toen niet in staat was om die bendes in toom te houden. Hiervoor kun je Nederland niet verantwoordelijk houden, daar gaat geen (Nederlandse) rechter in mee.

    Die controlle over die bendes!. Als ik zo die verhalen/klachten volg van Bersiapslachtoffers gedeponeerd bij de OpsporingsDienst Overledenen O.D.O. , dan zijn er aanwijzingen, die in de richting gaan van een samenwerking van zowel Indonesische als Nederlandse zijde , maar ik ben pas aan het begin van die 3.500 ODO-klachten.

    Hopelijk is het ook voor dhr Somers te begrijpen.

    • Jan A. Somers zegt:

      Nou, uw verhaal niet begrepen hoor.
      “draagt ook de verantwoordelijkheid voor die hele Bersiap-periode” Nou nee. In de eerste plaats was SEAC verantwoordelijk, met het plaatselijke gezag opgedragen aan het Japanse leger. (gewoon volkenrecht, capitulatievoorwaarden). Tot dat dat leger naar huis mocht. Toen had de RI het plaatselijke gezag overgenomen. Met zelfs gemeentebestuur en gewestbestuur, en landsbestuur. Met de beschikking over handhavingsorganen leger en politie.
      “En die bendes? dat was gewoon burgeroorlog.” In de eerste plaats heeft burgeroorlog geen juridische plek. Het is gewoon verstoring van orde en rust. Dat hebben we volgende week met de voetballers. De journalist zal schrijven: het lijkt wel oorlog. De handhaver is wat eenvoudiger: verstoring van rust en orde, wapenstok erover.
      “had iemand enig controle over die bendes?Nee dat had niemand.” Heer Somers heeft al lang opgelet, dat heeft u al heel lang kunnen lezen. Naast ‘niet hebben’ staat ‘hoort te hebben’. Als je claimt een staat RI te zijn, dan heb je de verantwoordelijkheid voor gezag, orde en rust. Dat hoor je dan uit te oefenen. Daartoe heb je de beschikking over de zwaardmacht, politie en leger. Als je die volkenrechtelijke claim van het zijn van een staat niet waar kunt maken kom je in een ander juridisch hokje. Een NLM met effective control over Java, Sumatra en enkele Kleine Soenda-eilanden. In normaal Nederlands: als ware het een staat. Een beetje deftigheid: de facto. Dan heb je conform criterium drie van het staat-zijn de verantwoordelijkheid of had het moeten hebben. En Indonesische juristen wisten dat of hadden het kunnen weten. Hebben ze in Nederland geleerd. (juridisch!, maar daar vroeg u naar). Heel eenvoudige juristerij: Dat u niet mag moorden weet u of heeft u kunnen weten.
      Vraag van mijn kant: Waarom is het buiten Java, Sumatra en enkele Kleine Soenda-eilanden, het grootste deel van Indië, tussen augustus 1945 en januari 1946 (de bersiaptijd) wel redelijk rustig gebleven?

      • van den Broek van een andere generatie zegt:

        Ik heb de indruk dat de Heer Somers iets niet begrepen heeft, hij is misschien theoretisch goed onderlegd, maar heeft praktisch weinig ervaring. . De Indonesische wduwen hebben niet zijn theoretische beschouwingen, hoe goed bedoeld natuurlijk niet opgevilgd maar hebben de lijn van de mensenrechten opgenomrn met een concreet resultaat. Daargelaten dat de hypothesen van dhr Somets in een proces nooit zijn getoetst, laat dat maar over aan Mevr. Zegveld. Dat is wel een substantieel verschil.

        Ik kan die prietpraat van dhr Somers best volgen , maar kan hij aangeven wie de soevereiniteit had in Soerabaja in de periode augustus-december 1945. Hij was daar zelf aanwezig, dan kan hij uit ervaring zelf aangeven, lijkt mij niet zo moeilijk.

        Chaos en wan orde of woorden van gelijke strekking.

      • Jan A. Somers zegt:

        Dat is inderdaad niet zo moeilijk: De Nederlandse soevereiniteit. Die op 27 december 1949 aan de RIS is overgedragen en door de RIS in dank aanvaard. In het oorlogsrecht kan soevereiniteit tijdelijk worden opgeschort, en naderhand weer geactiveerd. Net zoals in het staatsrecht de grondwet tijdens de staat van beleg of de staat van oorlog tijdelijk buiten werking kan worden gesteld. Maar dat heeft alleen betrekking op het dagelijks uitgevoerde gezag. Dat lag bij SEAC, die in het begin de Japanse autoriteiten mandaat kon geven (capitulatievoorwaarden). In augustus-november was het effectieve gezag in Soerabaja in handen van de NLM RI. In Soerabaja heeft op 10 november SEAC dat gezag weer hersteld, en half maart 1946 weer overgedragen aan Nederlands-Indië.
        Het ging net zoals in Nederland op 10 mei 1940 en 5 mei 1945. En in alle door Duitsland bezette staten. En in Duitsland zelf na de capitulatie, het geallieerd gezag in vier zones, en bij het vertrek van de geallieerden. Tijdelijke opschorting van soevereiniteit, maar niet het verlies. Niet zo moeilijk, toch? Ik ga nu maar weer verder aan mijn bijdrage aan het grote onderzoek van vier jaar. U ook?

  13. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    Als dhr Somers gelijk heeft, waarom heeft hij nooit een punt gemaakt van zijn soevereiniteit en een zaak begonnen tegen de Staat Indonesië? daarbij vergeten ik niet dat hij het bestaan van de Republik vòòr december 1949 volledig ontkende!! Zeker voortschrijdend inzicht

    Ik begin langzaam door te krijgen dat dhr Somers niks snapt van de SEAC-organisatie. Nederland dwz van Mook zat ook in de SEAC-(strategische) top zo heb ik me laten uitleggen

    De vraag was en blijft : had iemand enig controle over die bendes, die ook de Bersiapmoorden pleegden?Nee dat had niemand. Dan was er ook niemand verantwoordelijk VANUIT JURIDISCH OOGPUNT. ………Als iemand in Nederland een misdaad pleegt en de politie doet er weinig tot niks aan, dan kan ik toch niet de Nederlandse Staat verantwoordelijk stellen. Bij wie moet ik dan een strafklacht indienen? Volgens dhr Somers bij de Nederlandse Staat?

    (2)TENZIJ je kunt aantonen dat er een lijn is te trekken tussen de bendes van toen tot het huidige regime. dat het huidige regime wel degelijk gebouwd is op wat de bendes toen hebben gedaan. Anders wordt het wel een lastig verhaal……… En dat is andere koek. Dien je wel de juiste archieven te raadplegen!!!!!!

    Mevr. Zegveld maakt wel een punt als zij zegt: ik zou me kunnen voorstellen dat WE op een gegeven moment een brief schrijven aan de Indonesische regering waarin staat:
    Luister eens, dit is wat wij allemaal doen voor jullie burgers, wat doen jullie voor de Indische Nederlanders , die slachtoffer zijn geworden van de Bersiap-periode? En dan afwachten wat het antwoord is. …
    .Er wordt dan wel wat rechtgetrokken en dat heeft geen mallemoer met soevereiniteit te maken.

    Niet zo moeilijk, toch? Ik maar nu maar weer verder met mijn gezoek naar die 3.500 gedocumenteerde Bersiap-slachtoffers. Of dat bijdraagt aan dat grote onderzoek heb ik me eigenlijk de afgelopen jaren nooit afgevraagd.

    Wel ben ik jaloers op die onderzoeksinstituten. Die hadden al die mooie archieven (O.D.O. of dat rapport over de OLO-moorden) , wat hebben zij al die jaren daarmee gedaan? In de pot stoppen, die langzaam uitdoofde?

  14. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    Oh Heer Somers,
    Ik heb al in het verleden wat fact-checking gedaan naar aanleiding van Uw toch wel wat loze beweringen aangaande SEAC.

    Alhoewel U als jurist mijn argumentatie toen afdeed als formeel (sic) wil ik het resultaat nog eens aan U voorleggen ter overdenking!!

    Ik neus even in mijn database en jawel:

    Ik heb het citaat gehaaald uit een studie van Maikel Vrenken, toenmalig overste bij de KL , die onderdeel maakte van British Empire at War Research Group Defence Studies Department, King’s College London, misschien zegt U dat laatste wat?

    De titel van zijn studie was:
    ‘A Common Approach? The British and Dutch in the Netherlands East Indies, 1945-1946’

    Ik citeer SEAC/SACSEA

    The main actors on the strategic level were the various ministries in London and The Hague, but especially the British Supreme Allied Commander South East Asia (SACSEA) and the Dutch Lieutenant Governor-General of the NEI who resided in South-east Asia. The latter two are mirror images in a way: SACSEA was a military strategic commander with very broad powers that allowed him to make decisions on the political strategic level as well, while the Lieutenant Governor-General was a political strategic civilian official who was also Commander-in-Chief of the NEI Armed Forces.

    Gaat U gerust weer verder aan Uw bijdrage aan het grote onderzoek van vier jaar, alhoewel ik wel mijn hart vasthoud.

    • Jan A. Somers zegt:

      “nog eens aan U voorleggen ter overdenking”, “prietpraat.” Weet u wat ik nou zo leuk vind van U? U blijft maar naar mijn mening vragen en bij elk antwoord is het niet goed. Eigenlijk bewonder ik u, u blijft maar aandacht aan mij besteden. Voor niets, want u heeft kennelijk niets aan mij. Ik ben toch maar een minkukel.
      “alhoewel ik wel mijn hart vasthoud” Hoef niet hoor. U weet nu al (eerder dan ikzelf) dat ik goed fout zit. Misschien kunt u al beginnen met een commentaar. Niet zo moeilijk, u bent goed op de hoogte van al mijn (ook toekomstige) miskleunen.
      “also Commander-in-Chief of the NEI Armed Forces.” Interessant, maar die spiegel was hier niet, in de tijd van SEAC waren er geen NEI Armed Forces in het gebied van de RI waar SEAC het formele gezag uitoefende.. Wel in dat grote gebied buiten de RI, maar daar was weer geen SEAC. Daar waren NICA en KNIL, gemachtigd door Australië. En daar was het rustig.
      “daar gaat geen (Nederlandse) rechter in mee” Zoals u misschien weet, begint een Nederlandse rechter hier niet aan, valt buiten zin bevoegdheid. Het was namelijk uw, (niet mijn) mening dat de Nederlandse staat verantwoordelijk zou kunnen zijn.
      “waarom heeft hij nooit een punt gemaakt van zijn soevereiniteit en een zaak begonnen tegen de Staat Indonesië?” Maar dat weet u toch zelf ook? Ik ben advocaat noch procureur. Dat is het eerste wat je moet weten bij een aanklacht.
      Ik ga even kijken naar Koningsdag in Delft. Ook leuk.

      • eppeson marawasin zegt:

        Zou er ook niet zo’n aparte dag moeten komen voor Koning der Drogredenen ?

      • Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

        Ik vind die stelligheid van dhr Somers zo aardig om te lezen. Op basis van twee ooggetuigenverslagen (zijn eigen woorden) het Indische gebeuren in de koloniale oorlog te beschrijven en te verklaren.

        Vooral dat gebeuren om Jack Boer. Dhr Somers was er zelf bij maar zag niets. Elke keer komt hij met onvoorstelbare stelligheid iets beweren, Op het eerste gezicht geloof ik hem best, hij was er zelf bij, hij heeft het meegemaakt. Veelal hoor ik geen tegenwerpingen dus het zal wel waar zijn!!! Maar er klopt iets niet in zijn verhaal, misschien is het zijn hoogmoed. Dan ga ik toch even doorgraven en wat vind ik dan, prietpraat

        En dan legt dhr Somers zijn woorden in mijn mond “Het was namelijk uw, (niet mijn) mening dat de Nederlandse staat verantwoordelijk zou kunnen zijn”….
        De rechtbank in Den Haag heeft al vonnis geveld dat Nederland voor de misdaden verantwoordelijk was, daar kwam het woord soevereiniteit niet aan bod omdat de landsadvocaat zijn vingers er niet aan wild branden,, maar dhr Somers kakelt door. waar wil hij zijn gelijk halen?

        En Zuid-celebes, was Nederland daar de Soeverein, gaat dat maar aan die weduwen vragen.

      • Jan A. Somers zegt:

        “gaat dat maar aan die weduwen vragen.” We hadden het toch over de bersiaptijd?

      • e.m. zegt:

        Tja, . . .

  15. buitenzorg zegt:

    Hier moet ik Somers even bijstaan, voor wat betreft zijn mening over Boer.

    Over de rol van Boer schreef ik zelf een kritisch stuk op 7 februari 2011: https://javapost.nl/2011/02/01/werfstraatgevangenis-soerabaja/
    Daarna, in een tweede artikel over deze materie, aangevuld met de herinneringen van Somers:
    https://javapost.nl/2011/02/07/het-britse-ultimatum/

    De twijfels over de bijdrage van Boer bij de bevrijding van de gevangenen van de Werfstraatgevangenis worden ondersteund door de afwijzende conclusie in het kader van de aanvraag voor toekenning van de Militaire Willemsorde.

    Nadien heeft vooral mevrouw Pia van der Molen getracht door haar documentaires Boer weer op een marmeren voetstuk te plaatsen. Dat is haar in zoverre gelukt, dat Google op de zoekterm ´Jack Boer´ nu in de eerste vijf hits vermeldt dat het een vergeten held is die 2384 ten dode opgeschreven Nederlanders heeft bevrijd.

    De waarheid? Geen idee. Voor mij gelden echter objectieve gegevens, reden waarom ik Boer vooral zie als een ´gewenste held´.

  16. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    ……afwijzende conclusie in het kader van de aanvraag voor toekenning van de Militaire Willemsorde…..

    Een ambtelijke onderzoekscommissie heeft zich in 2006 met die zaak beziggehouden en negatief advies gegeven. Ik heb naar de bronvermeldingen gekeken waarop de commissie haar afwijzende conclusie op baseerde. Daarbij gaat zij voornamelijk af op getuigenverklaringen van personen die zich in de Werfstraatgevangenis bevonden , die beweerden dingen te weten die zich buiten de gevangenis afspeelden. Dat niet alleen, de commissie haalde Brits militaire bronnen wel heel globaal en summier aan. Aangezien de discussie aangaande Jack Boer vooral uit Nederlands oogpunt werd beschreven heb ik een andere weg ingeslagen. Logischerwijze dien ik op hetzelfde resultaat als die ambtelijke commissie te komen.

    Ik ben uit louter nieuwsgierigheid mij gaan inlezen in de Slag in Soerabaja/Surabaja en ben op zoek gegaan naar de Britse militaire bronnen over de slag. Dat lijkt mij ook logisch, Jack Boer stond destijds onder Brits militair gezag.
    Ik stuitte bij toeval op de historicus, vroeger journalist Francis Palmos, die in 2012 een heel interessante proefschrift heeft geschreven “Surabaya 1945: sacred territory: revolutionary Surabaya as the birthplace of Indonesian independence”. Dr. Francis Palmos houdt zich sind de jaren zestig van de vorige eeuw bezig met Indonesia. Dat niet alleen hij heeft ook het boek van Kecik in het Engels vertaald, Student Soldiers. A memoir of the battle that sparked Indonesia’s National revolution.

    Op blz. 275 of daaromtrent geeft hij aan dat Jack Boer samen met 10 of 11 Gurkha’s op 10 November 1945 om 04:00 hun inval deden in de Werfstraatgevangenis. Nederlandse bronnen, ook de ambtelijke onderzoekscommissie, spreken dat weliswaar tegen maar Francis Palmos geeft het desbetreffende “situation report” aan , dwz het officiele militaire verslag dat de Britse commandant van Jack Boer opmaakte van dzijn missie. Bij deze actie werden meer dan 100 Indonesische bewakers gedood, ten koste van 1 dode aan Gurkha’s zijde.

    Jack Boer bevrijdde met zijn Gurkha’s, 2.384 Nederlandse gevangenen. Het getal speelt in de discussie een belangwekkende rol. Ik denk dat via Britse archieven dit getal best te achterhalen is, want het zijn tenslotte de Britten die al die mensen uit Soerabja hebben geevacueerd. Die dienen toch te weten hoeveel mensen precies bevrijd, vervoerd en gevoed dienden te worden.

    De ambtelijke onderzoekcommissie heeft niet de moeite genomen dit suation report in haar afwegingen mee te nemen, noch de memoires van Gen. Christison, de bevelhebber van het Britse leger bij Soerabaja/Soerabaja. Dat lijkt mij toch een zwaarwegende ommissie van de ambtelijke commissie.
    Dat niet alleen deze commissie heeft niet de moeite genomen om de namen van de Gurkha’s te achterhalen, die 2.384 Nederlandse gevangenen uit Indonesische moordenaarshanden hebben bevrijd.

    Jack Boer is een opmerkelijk persoon, maar was ook een lastig persoon voor de Nederlandse autoriteiten uit die tijd. Als ik het archief van tranen m.a.w. het dossier Jack Boer aandachtig lees, heeft hij ook als geheim gekwalificeerde Nedrlandse documenten verzameld die duidelijk aangeven, dat de Nederlandse autorieiten hebben nagelaten op aanklachten van Nederlandse slachtoffers aangaande Bersiapmoorden in te gaan en strafrechterlijk te vervolgen.

    Dat zijn de gegevens, die ik tot mijn beschikking heb, maar voor mijn eigenlijke verhaal niet relevant zijn. Objectieve gegevens? ………..Een situation report lijkt mij tot het object behorend.

    • Jan A. Somers zegt:

      ” ambtelijke onderzoekscommissie ” Het waren twee commissies na elkaar en los van elkaar: Het Kapittel en de commissie Dapperheidsonderscheidingen van het ministerie van Defensie.
      “heeft zich in 2006 met die zaak beziggehouden ” Het onderzoek is na voorbereiding door het Comité op 12 oktober 1998 begonnen, de brief is van 9 december 2005.
      “op getuigenverklaringen ” Deze getuigenverklaringen zijn beide commissies aangereikt door het verzoekende comité ‘Onderscheiding Jack Boer’.
      “Op basis van twee ooggetuigenverslagen (zijn eigen woorden) ” Ja, genoeg als je met beide getuigenissen, tegen de achtergrond van de strijdgroepen in Soerabaja, een bewijs uit het ongerijmde weet te construeren. Om te kunnen falsificeren had ik af en toe een paar vragen gesteld over de mogelijkheid in een stad vol actieve strijdgroepen een wandeling met een tank van ruim een uur te maken zonder dat er één schot is gelost door die strijdgroepen. En wat Jack Boer daarna met de door hem bevrijde gevangenen heeft gedaan (hij is de stad in gegaan). Misschien krijg ik nog wel eens bevredigend antwoord op al mijn vragen. Dit stond ook niet in het door u genoemde “situation report”. Maar gelukkig is er een einde aan deze discussie gekomen, de kwestie van de Militaire Willemsorde: Twee toch wel vooraanstaande personen hebben namens het Comité «Onderscheiding Jack Boer» voor Jack Boer toekenning van de Militaire Willemsorde aangevraagd. Mw. P.J. van der Molen, ons allen welbekend, en de generaal der infanterie b.d. G.L.J. Huyser. Laatstgenoemde, voor vrienden en kennissen Goof, vier-sterren generaal, was Chef Defensie-staf (o.a. adviseur van de regering) in de periode 1983-1988.
      Ik ben de vindplaats van het verslag van het Kapittel der Militaire Willemsorde kwijtgeraakt, maar de brief van de Minister van Defensie aan de Kamer is van meer belang, de minister heeft hiervoor de ministeriële verantwoordelijkheid en is daarop nooit aangesproken geweest. Hieronder enkele alinea’s uit die brief:
      Op12 oktober 1998 hebben mw. P.J. van der Molen en de generaal der infanterie b.d. G.L.J. Huyser zich namens het Comité «Onderscheiding Jack Boer» tot de toenmalige minister van Defensie de heer mr.F.H.J. de Grave gewend met het verzoek postuum de Militaire Willems-Orde (MWO) toe te kennen aan de heer Jacobus Lambertus (Jack) Boer.
      Op verzoek van mijn ambtsvoorganger heeft de toenmalige voorzitter van het Kapittel der Militaire Willems-Orde de door het actiecomité overlegde documenten en verklaringen beoordeeld en hierover gesproken met mw. Van der Molen en de generaal b.d. Huyser. Het Comité heeft naar aanleiding van dit gesprek in de daarop volgende jaren aanvullende informatie en getuigenverklaringen verzameld. Nadat bevestiging van het comité was verkregen dat het dossier compleet was, heb ik op 15 februari 2005 het Kapittel der Militaire Willems-Orde om advies gevraagd. Het Kapittel heeft vervolgens zelf feitenonderzoek uitgevoerd. Dit behelsde de door aanvragers ingediende stukken, wetenschappelijk verantwoorde historische publicaties, de archieven van het Nederlands Instituut van Oorlogsdocumentatie, van het Koninklijk Tehuis voor Oud Militairen Bronbeek, van de Corporate Memory and Analysis Branch van het Britse ministerie van Defensie, van het Imperial War Museum en van de Britse National Archives.
      Vast staat dat de heer Boer aanwezig is geweest bij de bevrijdingsactie. Niet bewezen is dat hierbij sprake is geweest van een door hem geleide actie met een door de Britten ter beschikking gestelde kleine groep militairen. Het zich vrijwillig beschikbaar stellen als tolk en gids en het zich met gevaar voor eigen leven begeven in de beschreven actie getuigt van moed. Door hem persoonlijk verrichte uitzonderlijke daden van moed, beleid en trouw bij de bestorming van de gevangenis zijn echter niet aangetoond. Derhalve adviseert het Kapittel dat geen sprake kan zijn van toekenning van de Militaire Willems-Orde aan de heer Boer. Ik volg dit oordeel van het Kapittel.
      [De minister vond het kennelijk zielig voor de aanvragers, niet de eersten de besten, maar het venijn zit in de staart:]
      Vervolgens heb ik de commissie dapperheidsonderscheidingen van het ministerie van Defensie advies gevraagd of de heer Boer in aanmerking komt voor een andere dapperheidsonderscheiding. De commissie constateert dat getuigenverklaringen van geïnterneerde Nederlanders een uiteenlopend en te beperkt beeld geven van de actie. Andere documenten die overtuigend bewijs leveren ontbreken. De commissie adviseert op grond hiervan de heer Boer niet in aanmerking te brengen voor een dapperheidsonderscheiding. Ik volg het oordeel van de commissie.
      [De minister bleef het zielig vinden en komt tot een prachtige U-bocht:]
      Dat er onvoldoende grond is om over te gaan tot toekenning van een MWO of een andere dapperheidsonderscheiding laat onverlet dat waardering en bewondering past voor het optreden van de heer Boer, die ik bij deze namens de regering uitspreek.
      De Minister van Defensie, H. G. J. Kamp
      [de minister heeft nooit opmerkingen gekregen over dit besluit, Minister/Kamer locuta, causa finita.]

      • van den Broek van een andere generatie zegt:

        Als Jack Boer niet verantwoordelijk is voor de bevrijdingsactie van 2.384 Nederlanders, dan heeft één van die Ghurka’s die MWO verdiend.

        Die Ghurkas’s zijn nooit met name genoemd en werden nooit expliciet voor hun daad bedankt. De minister brengt dat ook niet ter sprake.

        Het geeft wel blijk van hoe Nederlanders in 2006 uit pure hufterigheid met hun helden omgaan.

        Als Nederlander kan je zoiets niet maken, daarom schaam ik me soms Nederlander te zijn. Maar ik ben gelukkig een twijfel-Nederlander

      • Jan A. Somers zegt:

        “De minister brengt dat ook niet ter sprake.” Het ging toch over een MWO voor de heer Boer? Voor die (welke) Gurkha zou het ook moeilijk zijn geweest, gezien de drie criteria voor toekenning. Waarom één Gurkha? Op de Commonwealth begraafplaats in Jakarta liggen meerdere met vermelding Soerabaja 10-11-1945. Mijn bevrijders!
        “in 2006 uit pure hufterigheid met hun helden omgaan.” Hoezoo? Als het verhaal van de heer Boer niet wordt geaccepteerd, dan zijn die tien Gurkha’s ook uit het zicht. Het ging toch over de heer Boer? Daar werd toch netjes over gepraat?
        “werden nooit expliciet voor hun daad bedankt.” Daar heeft u een enorm groot punt! Dank u wel! Ik ben één keer op die begraafplaats geweest. Hoeveel van de door hun bevrijde Nederlanders zijn daar ook nog geweest? De bezoekerslijst ziet er zielig uit. Ze lagen eenzaam! Uit de Indische gemeenschap totaal geen hormat gebracht. Ook niet op 15 augustus bij het Indisch Monument. Daar alleen maar een paar nep-KNIL-lers die hun danspasjes uitvoeren. Er zijn toch nog levende echte KNIL-lers! Daar moet een Indo zich toch voor schamen? En een eredetachement Gurkha’s is toch zo uit Engeland uitgenodigd? Die zijn toch in de buurt van Londen gelegerd?

      • van den Broek van een andere generatie zegt:

        Falsificerende vragen aan Jack Boer?
        Het woordgebruik laat te wensen over. De groep olv Jack Boer slaagde er toch in IN de gevangenis te geraken, of gaan we dat ook betwijfelen.

        ik begin nu echt aan de oprechtheid en de te goeder trouw van dhr Somers te twijfelen.

        Zeker is dat de Minister zich bewust heeft laten misleiden, althans onvolledig is voorgelicht. Maar van een VVD minister van Defensue kan ik niet anders verwachten

      • eppeson marawasin zegt:

        @van den Broek van een andere generatie zegt: 8 mei 2017 om 9:29 am /…/ik begin nu echt aan de oprechtheid en de te goeder trouw van dhr Somers te twijfelen.@

        — Nou,nou,nou. Tjonge, jonge, jonge zeg. Om je toch zo te verlagen!

        Tja, als je nu eenmaal geen (tegen)argumenten meer hebt, dan rest slechts het besmeuren van iemands goede naam, zoals alleen heer Van den Broek dat blijkbaar kan.

        Compliment! Stoer hoor . . . en dat voor iemand die er nauwelijks relevante literatuur op na slaat en zich beperkt tot wat rond googelen en bijgevolg by far de belezenheid van mr dr ir J.A. Somers ontbeert.

        Oh ja, en als een perpetuum mobile bij herhaling alleen maar put uit het Archief van Tranen en als zelfbenoemd Indo-intellectueel semi-academisch verwijst naar recensies van niet gelezen boeken.

        Maar geroeptoeter en verbalismen hoog van de toren blazen kan gelukkig niet iedereen, zoals heer Van den Broek.

        Voorbeeld van diens vormen van non-argumentatie en drogredenering: @van den Broek van een andere generatie zegt: 8 mei 2017 om 9:29 am Zeker is dat de Minister zich bewust heeft laten misleiden, althans onvolledig is voorgelicht. Maar van een VVD minister van Defensue kan ik niet anders verwachten.@

        — Over knollen voor citroenen verkopen gesproken. Boven aangehaald citaat van heer Van den Broek, dat bol staat van diens persoonlijke ondoorwrochte mening moet door de gemiddelde mede-lezer als feit en argument worden gelezen.***

        Ik zeg: ‘Ammehoela!, heer Van den Broek’. Als u verder niets interessanters in de aanbieding hebt, laat dan op z’n minst het besmeuren van iemands goede naam voortaan achterwege.

        ***Hoezo @van den Broek van een andere generatie zegt: 8 mei 2017 om 9:29 am Zeker is dat de Minister zich bewust heeft laten misleiden’@ ?
        — ¿Waar blijkt dat uit mede-lezer? Welke feiten en argumenten draagt heer Van Broek daarvoor aan?

        ***Hoezo @van den Broek van een andere generatie zegt: 8 mei 2017 om 9:29 am althans onvolledig is voorgelicht.@ ?
        — ¿Waar blijkt dat uit mede-lezer? Welke feiten en argumenten draagt heer Van Broek daarvoor aan?

        ***Hoezo @van den Broek van een andere generatie zegt: 8 mei 2017 om 9:29 am Maar van een VVD minister van Defensue kan ik niet anders verwachten.@
        — ¿Waar blijkt dat uit mede-lezer? Welke feiten en argumenten draagt heer Van Broek daarvoor aan?

        Wilde nog afronden, maar de deurbel ging. Waarschijnlijk de pizza-koerier; zal wel geen spuugzakje bij zich hebben . . .

        e.m.

      • e.m. zegt:

        Typo: Van Broek = Van den Broek

      • Bill Zitman zegt:

        @ Eppeson Marawasin 8 mei om 5.20 pm
        Hear hear….!!

      • Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

        Dhr Somers wilde weten (falsificeren, jaja!!!!) hoe het mogelijk was dat de groep Gurkha’s (10) o.l.v. Jack Boer de mogelijkheid had in een stad vol actieve strijdgroepen een “wandeling” met een tank van ruim een uur te maken zonder dat er één schot is gelost door die strijdgroepen. …
        Ik citeer hem : …… Misschien krijg ik nog wel eens “bevredigend” antwoord op al mijn vragen. Dit stond “ook” niet in het door u genoemde “situation report”.

        Nou Heer Somers, ik kan wel antwoord geven. Ik heb voor mijn Bersiapverhaal wat militaire i.c. Britse verslagen over de Slag in Soerabaja (10 November e.v.) doorgebladerd, ik kan het moeilijk begrijpend lezen noemen. Hoogstwaarschijnlijk hebben die 2 Commissies die advies brachten voor een MWO aan dhr. Boer dat om onbegrijpelijke redenen niet gedaan, althans dat blijkt niet uit hun verslagen.

        Ik wil dhr Somers niet lastig vallen met details zoals diverse situation reports, dat brengt hem alleen in verwarring.
        De Britten wilden ter voorbereiding van hun aanval gepland op 10 November 1945 een bufferzone scheppen tussen HUN bruggenhooft, dwz het havengebied van Surabaja en de nationalistische i.c. Republikeinse strijdgroepen verspreid over de stad Soerabaja.
        Tijdens een wapenstilstand werd omstreeks 30 Oktober overeenstemming bereikt en nationalistische gevechtsgroepen ontruimden een gebied rondom het havengebied. Zodoende kregen de Britten niet alleen een buffer/veiligheidszone te bescherming van hun troepen maar hielden zij ook nieuwsgierige Pemoeda’s op afstand zodat die de ontscheping van de volledige uitgerustte 5de Brit-Indische divisie ter ondersteuning van de zwaar gehavende brigade van de gevallen Gen. Malllaby niet konden volgen.

        Heer Somers, let U even op!
        De Britten bezetten in die buffer/veiligheidszone ook Sampoerna, bekend als bioscoop en sigarettenfabriek, dat in de wijk Dapoean ligt , ten westen van de Kali Mas. En laat Sampoera toevallig nu “vlakbij” de Werftstraatgevangenis liggen.

        Ik probeer een kaartje van het havengebied van Soerabaja te kopieren in mijn verhaal maar dat lukt niet.
        Ik schat de afstand tussen Sampoerna en de Werfstraatgevangenis op ongeveer 500 meter. De groep-Boer kan toch best die afstand binnen 1 (één) uur afleggen, ook in wandelgang?

        Een vraag aan dhr Somers. Wat voor type tank begeleidde eigenlijk de groep-Boer want een gat in een gevangenismuur schieten kan toch niet met een proppenschieter? Was dat een Stuart of een Sherman-tank en wie bestuurde eigenlijk die tank? Dat is een vraag die mij eigenlijk bezighoudt.

  17. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    Het volgende citaat is volledige propaganda, selectief gebruik van feiten. Een staaltje van uit zijn verband rukken. Allen buitenlandse historici zoals Kahin hebben zich verdiept in de japans ebezettiung

    Een meesterzet van de Republiek.” Makkelijke meesterzet, maar door wie? Een paar dagen eerder hadden Soekarno en de zijnen die onafhankelijkheid in Saigon in ontvangst genomen van Japan. Uit handen van veldmaarschalk Terauchi. Met heel veel buigen en dank je wel. Op 14 augustus in een grote betoging in Batavia, met heel veel rood-witte vlaggen (geen Indonesische), met luide toejuichingen voor de Japanse leiders. Met heel veel pers. Dat is toch wat anders dan een toespraak op de stoep van je huis.

    • Jan A. Somers zegt:

      Die ‘meesterzet’ is niet door mij gebruikt, maar door een collega van u. 17 april 2017 om 1:58. De rest is gewoon geschiedenis geplukt uit de Japanse en Indonesische persbureaus, kranten(foto’s) en radio.

      • Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

        In tegenstelling tot bovenstaande wil ik naar volledigheid van de feiten streven:

        De opperbevelhebber van het Japanse Zuiderlijke leger in Saigon Veldmaarschalk Terauchi Hisaichi, die geen vriend was van de Indonesische onafhankelijkheidsstreven, werd door zijn regering in Tokyo gedwongen de Indonesische delegatie te ontvangen en besprekingen te voeren aangaande de invoering van de onafhankelijkheid. We hebben het dan wel over Augustus 1945, enkele dagen vòòrdat de Japanse keizer de onvoorwaardelijke capitulatievoorwaarden accepteerde.

        Aaangaande de tegenwerking van het Japanse leger op Java nog het volgende. De proclamatie op 17 Augustus 1945 werd in het gehele land (Indonesië) gehoord want het Indonesisch radiopersoneel slaagde ondanks Japanse tegenwerking erin de zenders van de JAKARTA Hoso Kyoku radio station te gebruiken en heimelijk de proclamatie-boodschap via de radio uit te stralen. Een Engelse vertaling van de Proklamasi werd ook via de radio naar het buitenland overgebracht.

        Dhr Somers vergeet te vermelden dat op 15 Augustus Japan de capitlatievoorwaarden accepteerde.

        Ik blijf bij mijn stelling dat de Japanse steun aan de onafhankelijkheidsbeweging in Indonesië toch meer te maken heeft met het verloop van de oorlog in de Pacific?, Dat is wat anders dan het louter en willekeurig aangeven van wat feiten en dat horizontaal als Geschiedenis verkopen.

      • Jan A. Somers zegt:

        “vergeet te vermelden dat op 15 Augustus Japan de capitlatievoorwaarden accepteerde. ” Dat weet toch iedereen op deze site al? Zelfs Indo’s hebben nog wel enig geheugen.
        Ik heb al zo vaak geschreven: De Jong wijst er in een analyse van de gebeurtenissen op dat binnen het Japanse 16e leger sympathie bestond tegenover het Indonesische nationalisme; bovendien voelde men zich moreel verbonden aan de Koiso-verklaring in het licht van de ideologische basis van de Groot-Oost-Aziatische Gemeenschappelijke Welvaartssfeer. Ook zou een onafhankelijk Indonesië zo kunnen worden gewonnen voor een langetermijnstrategie voor de wederopbouw van het Japanse keizerrijk. Met het gedogen van de Republiek, uitgeroepen buiten voorkennis van de autoriteiten, kon zowel de morele verplichting ten aanzien van de Indonesiërs als de juridische verantwoordelijkheid tegenover de regering in Tokio worden nagekomen. (Die De Jong is de door u zo (terecht) geroemde J.J.P. De Jong, in zijn dissertatie. ‘Diplomatie of strijd, het Nederlandse beleid tegenover de Indonesische revolutie 1945-1947.’)

      • R.L. Mertens zegt:

        @JASomers; ‘ 17 aug.1945; een meesterzet’ – De Japanse overgave 15 aug. bracht een euforie van blijdschap/trots bij Europeanen( en Indo’s); Nederland zal herrijzen, Hollands vlag waait overal etc. en verwachtend/ er op rekenend, dat de inlanders wederom hun vooroorlogse plaats/plekken gedwee in de komende tijd wederom zouden innemen. Een kampbewoner, die de betjak nam en zijn (!) kantoor in Batavia bezocht en de aanwezige Indonesiërs toesprak, dat de baas binnenkort hier weer aanwezig is. Terwijl de Japanners zich plotseling vriendelijk vertoonden, de Indonesiërs afwachten wat er verder zou gebeuren was daar; de proklamsi! ‘wij volk van Indonesië etc.’ Als een bom sloeg het in. Bij vooral de jongeren; Etty Abdoel Rachman; Het besef doortrok mijn hele wezen toen ik onze vlag zag in Pegangsaan Timur 56, Jakarta. Langzaam stijgend boven onze hoofden…Na een overheersing door vreemde mogendheden, voor meer dan 300 jaar.
        Het nieuws bereikte in enkele uren de gehele archipel. Het bracht trots en vastberadenheid bij alle lagen van de bevolking. Zeker bij de jonge generatie, die vast besloten was alles te geven. -De proklamasi was niet meer terug te draaien. De datum 17 aug. is gegrift in de geschiedenis van Indonesië. Al zou het worden betwist/bestreden;
        En dat heeft Nederland ondervonden.

      • Jan A. Somers zegt:

        “Het nieuws bereikte in enkele uren de gehele archipel. ” In Soerabaja niet hoor!

      • R.L. Mertens zegt:

        @JanASomers; ‘in Soerabaja niet?’ – Daar werd de gehesen Nederlandse vlag toch van de blauwe baan ontdaan? In Australië werden Nederlandse schepen op aandrang van Indonesische schepelingen geboycot. En in Den Haag zongen Indonesische studenten het Indonesia Raya!

      • Jan A. Somers zegt:

        “in Soerabaja niet?’ ” Inderdaad, dat vlagincident was ruim een maand later dan 17 augustus zoals u weet.

      • R.L. Mertens zegt:

        @JASomers; ‘proklamasi 17/8’45’- Henk Wuranggian (asp.res.off.KM 1941 te Soerabaja)
        Op 18/8’45 werden in Soerabaja pamfletten uitgedeeld betreffende de onafhankelijkheidsverklaring van de Republiek. Geen pamflet gezien of erover gehoord?

  18. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    De Japanse steun aan de onafhankelijkheidsbeweging in Indonesie heeft toch meer te maken met het verloop van de oorlog in de Pacific?

    Na de Japanse inval in Ned. Indie verbood het Japans militair bestuur elke vorm van politieke uiting van de indonesische Nationalisten (zie de biografie over ir. Sukarno). Dat veranderde toen het oorlogstij zich tegen de Japanners keerde, in de tijd van de slag bij Midway of de Koerilen.

    Dat niet alleen, de Japaners gingen ondanks hun goede bedoelingen rustig door met het werven van Romusha’s die bij honderdduizenden als vliegen doodgingen in Japanse dwangarbeiderschap. Dat heeft vooral bij de pemoeda’s veel kwaad bloed veroorzaakt

    Dat niet alleen, het Japanse leger, dat Java bestuurde was weinig tot niet hulpzaam t.o.de Indonesische nationalisten. Het zal danook niet verwonderen dat een marine- en verbindingsofficier, SBN Maeda Minoru Tadashii actief betrokken was bij de Nationalisten. Zijn rol is opmerkelijk en Nederlandse historici hebben zijn belang voor de nationalisten altijd onderbelicht.

    SBN Maeda sponsorde in 1944 de Asrama Indonesia Merdeka, een soort kaderschool voor Indonesische patriotten, waaarbij nationalisten van naam, Sukarno, Hatta, Sjahrir, Subardo etc les gaven. Maeda heeft zelfs de officiele opening van deze kaderschool verricht.

    Maeda zelf verklaarde dat de oprichting van de Asrama Indonesia merdeka een reactie was op de niet ingeloste belofte van de Japanse premier Koiso voor onafhankelijkheid aan Indonesia.

    Niet alleen Maeda maar zijn gehele staf hielden een eigen onorthodoxe interpretatie van de Japane bezettingspolitiek op na. Indonesiche bronnen waren verbaasd over de kennis van deze Japanners van het marxisme

    Niet Maeda maar zijn advisuer Shigetada Nishijima had grote invloed op de nationalisten, vanwege zijn kennis van de Indonesische en Nederlandse taal, maar ook omdat hij vòòr de oorlog in het voormalig Nederlands Indie is geweest, hij stond bekend alse en socialist en was een activist in e Japanse communistisch partij.

    En zulke dingen lees ik niet alleen in Indonesische bronnen (die waren er toch bij aanwezig) maar ook in andere, Amerikaanse of Australische bronnen. mijn bìvraag is waar die Nederlandse propaganda dan op is gebaseerd?

    • Jan A. Somers zegt:

      “verbaasd over de kennis van deze Japanners van het marxisme ” Die Japanners waren toch ook geen sufferds? In Japan waren er toch ook scholen? Vergeet ook niet dat Maeda een marineman was! En marinemensen hebben een andere blik op de wereld dan landlegermensen. Het Japanse bezettingsregime in de marinestad Soerabaja was dan ook anders dan bijvoorbeeld in Batavia of Bandoeng. Behalve dan natuurlijk de Kenpeitai, dat was een legeronderdeel.

      • van den Broek van een andere generatie zegt:

        Bovenstaande zijn toch louter veronderstellingen i.c verzinsels, toch niet op feitelijk onderzoek gebaseerd. Marxisme onderwezen op Japanse scholen ? en dat na de Russisch-Japanse oorlog en na de Russische revolutie of het onderscheid in denkwijzen tussen Japanse militairen. volslagen Prietpraat

      • Jan A. Somers zegt:

        Tussen “de Russisch-Japanse oorlog en na de Russische revolutie” en 1940 is er toch een totaal nieuwe schoolgeneratie geweest? En overal in de wereld zie jet het onderscheid tussen legermensen en marinemensen. Legermensen zijn altijd ‘thuis’, marinemensen hebben overal in de wereld andere culturen ontmoet. Het Nederlandse
        leger zat altijd op de Knobbel of de Harskamp. Een enkele keer op de Lüneburger heide (sauerkraut mit bratwürsten!). De marine komt over de hele wereld. Maar ja, ik ben zo’n minkukel met prietpraat. Ik laat me nog steeds verleiden. Velen hebben al afgehaakt.

      • Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

        Bovenstaande is misschien conceptueel juist en past in het straatje/vooroordeel van de schrijver maar in de praktijk was dat wel anders.

        Niet geheel toevallig want ik ben op zoek naar de Japanse registratie ( kempeitai? ) van Indische Nederlanders en Totoks in Soerabaja medio 1945, stuitte ik op de namen van de Japans commandanten in Soerabaja/Surabaya, Vice-Admiraal Shibata Yaichiro (Marine) en Generaal-Majoor Iwabe Shigeo (Leger). Aangezien zij een andere blik op de wereld hebben, zal dat volgens dhr Somers wel botsingen tot gevolg hebben.

  19. van den Broek van een andere generatie zegt:

    Een storende fout bij bovenstaand verhaal: het Japanse 16de Leger was verantwoordelijk voor geheel Java, de luitenant-generaal Hakada en daarna Yamamoto waren de militaire gouverneurs. Althans dat heb ik begrepen van de Japanse militaire organisatie in het voormalig Ned. Indie.

    • Jan A. Somers zegt:

      Het gevoel van de plaatselijke burgers wordt niet allen bepaald door het bestuur. Den Helder is een marinestad, ondanks het normale Nederlandse bestuur. Vlissingen is (was?) een Scheldestad, de Schelde was de belangrijkste werkgever. Ondanks het bestuur. Delft is een TU (was TH) stad. Ondanks het bestuur. Amsterdam is arrogant, Den Haag deftig. In Rotterdam doet de politie waar ze voor is. Dank zij het bestuur.

  20. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    Het citaat van 10 Mei 0m 10:00 pm : “Het nieuws bereikte in enkele uren de gehele archipel. ” In Soerabaja niet hoor! ………..komt duidelijk uit de koker van de Nederlandse propaganda, dus prietpraat.

    Gebeurtenissen rondom 17 Augustus worden ook door Nederlandse historici van naam om het diplomatiek uit te drukken “verkeerd” beoordeeld. Wat dat betreft zit bovenstaande duo (E.M & S) wel in goed gezelschap.

    Bijvoorbeeld: Sukarno gaf zijn eerste belangrijke rede als President van de Republik Indonesia op 23 Augustus 1945, zes dagen nadat een man voor zijn huis de proklamasi uitsprak (woorden van dhr Somers).

    Heer E.M., even opletten en lees de bronvermelding.
    L. de Jong (1985, deel 11b en c)) en van Poelgeest (1999) bekritiseren de Japanners, dat zij toestonden dat bovenstaande rede op 23 Augustus over de radio kon worden gehoord. Deze zienswijze past precies in het straatje van degenen die BEWEREN dat de Republik een Japans maaksel was.
    De werkelijkheid was anders, want feitelijke werd een geimproviseerde Indonesische zender gebruikt, zie daarvoor Giebels (1999) en de Indonesische bron Kertapati (1964). Natuurlijk werd deze rede niet in Soerabaja gehoord (bron mr.dr.ir. Somers).

    Voor de geinteresseerden: de toespraak was gericht aan leden van de “voormalige” PETA, heiho en ander pemuda’s om tot de BKR, het reguliere en nationale leger, toe te treden. De status van de PETA en heiho was ook in Indonesische ogen “tidak karuan”, zie Yamin (1959 Naskah Persiapan Undang-Undang Dasar 1945) en Poerwadarminta (1982 Kamus Umum Bahasa Indonesia).

    In de toespraak benadrukte Sukarno dat de Republik internationale erkenning nodig had dwz relaties met de internationale gemeenschap. Die feitelijke internationale erkenning kwam met de verklaring van de bevelhebber Allied Forces Netherlands Indies AFNEI Gen. Christison die in een uitspraak op 29 september de Republik feitelijk erkende.
    Die laatste had het ook in zijn memoirs over de bevrijding van de 2.384 Nederlandse gevangenen uit de Werftstraatgevangenis, alhoewel de Nederlandse onderzoekscommissie noch de betreffende VVD-Minister zijn betrokkenheid niet noemen, aangaande de berechtigde toekenning van de MWO aan Jack Boer. Zij, de Nederlanders kunnen zich niet op volledige documenten i.c. Britse archiefkennis beroepen, maar dat is ook geen staatsgeheim.

    Aan dhr E.M. ligt een schoone taak te wachten om op mijn relevante “feiten en argumenten” (zijn eigen woorden) in te gaan

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s