Raadsels rond de ´Werfstraatinternering´ in Soerabaja
Eén van de gebeurtenissen in de Bersiapperiode die het meest tot de verbeelding spreken, is de internering in de Werfstraatgevangenis in Soerabaja. Rond 15 oktober 1945 werden ongeveer 2500 jongens en mannen in deze stad door de pemoeda’s opgepakt om te worden geïnterneerd. Vier weken later volgde een ‘heldhaftige’ bevrijding. Enkele Britse militairen schoten een gat in de gevangenismuur en bevrijdden de geïnterneerden. De heroïek van deze bevrijding wordt gevoed door verschillende elementen. Eén man zou verantwoordelijk zijn geweest voor de vrijlating: de Nederlandse luitenant Jack Boer. En als híj niet had ingegrepen, zouden alle geïnterneerden zijn vergiftigd of verbrand. Het was een kwestie geweest van uren, zo weten vele betrokkenen nu nog te vertellen.
Door Bert Immerzeel
De internering en wat er aan voorafging, de bevrijding en de hectiek van het strijdtoneel in Soerabaja zijn beschreven in verschillende historische verslagen en studies.[i] In het kader van de Wet uitkering burgeroorlogsslachtoffers (Wubo) werden door ex-geïnterneerden tientallen verklaringen opgesteld.
Lezing van al deze stukken leidt tot de conclusie dat de chaos van de gebeurtenissen zich lastig laat ontleden. Jack Boer, die zelf ook ooit over het gebeurde publiceerde, werd wel verweten dat hij zijn eigen rol misschien heeft aangedikt. Ook andere studies zijn te persoonlijk getekend, of op zijn minst op een aantal punten onduidelijk of onvolledig.
In dit artikel in de Java Post wordt getracht enkele van de vele openstaande vragen te antwoorden.
De selectie
In ‘Soerabaja, beeld van een stad’ van A.C. Broeshart lezen we:
‘Zondag 14 oktober: Boeng Tomo verklaart via zijn radiozender de oorlog aan alle Nederlanders. Als eerste actie volgt in de avonduren een grote moordpartij in de Chinese Kamp, als wraak voor het feit dat veel Chinezen zich niets hadden aangetrokken van het afgekondigde voedselembargo tegen de Nederlanders.
In de stad gaat het gerucht dat de Britten deze dag zullen landen. (…) Soetomo dringt er bij TKR-commandant Jonosewojo op aan, alle Europese mannen boven de zestien jaar te arresteren en gevangen te zetten. Jonosewojo’s weigering is voor de Pemoeda’s de volgende dag aanleiding zélf een dergelijke operatie uit te voeren.’[ii]
We weten niet of de pemoeda’s een duidelijke richtlijn hebben gehad met betrekking tot de leeftijd. Het lijkt er wél op, want in families met verschillende jongens tussen de 12 en 18 jaar werden de jongens van 15 jaar en ouder vrijwel zonder uitzondering allen opgepakt, en de jongeren meestal niet.[iii] Duidelijk is echter ook, dat sprake was van willekeur. Als de pemoeda´s de jongens persoonlijk kenden, dan lieten ze ze soms lopen. Of juist niet.[iv]
Van ongeveer 400 gevangenen is ons de leeftijd bekend. Verreweg de meeste gevangenen waren geboren ná 1920, maar er waren ook veel oudere mannen. De onevenwichtige leeftijdsopbouw zal zijn veroorzaakt door het feit dat de meeste mannen geboren tussen 1900 en 1920 nog niet waren teruggekeerd van krijgsgevangenschap of burgerinternering.
Naast jongens en mannen werden ook vrouwen en (kleine) kinderen opgepakt. Hiervoor is geen andere reden aan te geven dan het toeval. Klaarblijkelijk had Jack Boer daar geen weet van bij het begin van de bevrijdingsactie op 10 november, getuige zijn verklaring: ‘Ik werd nog geattendeerd op een heel apart celblok, waarin tweeëntwintig vrouwen en kinderen zaten opgesloten. Ook zij werden toen bevrijd.’[v]
Van de gevangen vrouwen zijn ook enkele verklaringen bekend .[vi] Eén van deze vrouwen stelde:
‘De extremisten vonden tijdens een huiszoeking (Van Hoogendorplaan) bij aanvraagster diverse rood-wit-blauwe vlaggetjes, boekjes over het Koningshuis, een foto van Koningin Wilhelmina, een officierssabel en een lege revolvertas. De gevonden voorwerpen waren de aanleiding dat aanvraagster met haar twee kinderen, haar zusje een vriendin uit Batavia die bij hen logeerde, door de extremisten met een vrachtwagen van huis werden opgehaald. Het gezelschap werd overgebracht naar de voormalige Raad van Justitie waar ze een nacht verbleven. De volgende dag werden aanvraagster, haar beide kinderen, zuster, en vriendin per vrachtwagen overgebracht naar de Werfstraatgevangenis.
Aanvraagsters zoon werd in eerste instantie naar een mannencel gebracht. Aanvraagster, haar dochter en zuster kwamen in een van de vier cellen van een aparte afdeling. Ze kwamen in een cel waar mevrouw S. met twee kinderen al zat. De vriendin (afkomstig uit Batavia en daarom gezien als een spion) werd elders en alleen in een cel ondergebracht. Naast de cel van aanvraagster zat een vrouwelijk arts met een vriendin gevangen. In een derde cel zaten twee Australische vrouwen en de vierde cel een Indonesische vrouw met twee kinderen. Ze werden bewaakt door Indonesiërs.’ (Pelita, Wubo, 470384)
Evenals deze getuige was ook de hier genoemde mevrouw S. afkomstig uit de Van Hoogendorplaan. Dit zou erop kunnen wijzen dat de pemoeda’s die in deze straat ‘ophaaldienst’ hadden, een nogal ruime taakopvatting hebben gehad. Uit verschillende bronnen blijkt dat zich ongeveer 25 vrouwen in de gevangenis bevonden. Eén getuige schreef later dat er één kind was. Een ander spreekt echter van zes kinderen.[vii]
Alhoewel het overgrote deel van de geïnterneerden van Indo-Europese afkomst was, werd ook een aantal Nederlandgezinde Ambonezen en Menadonezen opgepakt. Ten slotte werd ook de Nederlandse legercommandant kapitein ter zee P.L.G. Huijer gevangen gezet, samen met een enkele van zijn RAPWI-medewerkers.
‘16 October 1945. 0430. Everyone was called up and told to dress and pack his luggage. 0500. We were taken in two truckloads to jail. Luggage should have come in a third but was completely stolen by the mob. We rather had an unsociable welcome – they called us their breakfast. The prison was in the hands of the mob and we were put into a large cell. Hundreds of Europeans and Eurasians were already in that jail.’ [viii]
Spitsroeden
Een groot deel van de transporten ging eerst via de Simpang Sociëteit. De gevangenen werden er geïntimideerd en geslagen. Een aanzienlijk aantal werd publiekelijk gemarteld en gedood. ‘Bloedige Maandag’ ontleent zijn naam aan deze gebeurtenissen. Het aantal slachtoffers is niet bekend. Boer spreekt van mogelijk tweehonderd doden, Broeshart van ongeveer vijftig.
In de meeste rapportages wordt melding gemaakt van een verblijf van enkele uren. Sommigen spreken van een dag of langer. Uiteindelijk werden de overlevenden van deze groep allen naar de Werfstraat gebracht.
Uit sommige rapportages blijkt dat gevangenen eerst naar de Simpang Sociëteit of naar de Boeboetangevangenis werden gebracht, maar dat – toen bleek dat deze locaties vol zaten – het transport vervolgens meteen naar de Werfstraatgevangenis ging.[ix]
De Simpang Sociëteit werd deze dagen óók gebruikt voor de gevangenname van vrouwen en kinderen. Velen van hen werden later afgevoerd naar het Darmokamp, en kampen in het binnenland. Anderen werden na enige tijd vrijgelaten.
Bij de Werfstraat aangekomen werden vrachtauto´s op enige afstand van de hoofdpoort uitgeladen. Een grote menigte Indonesiërs wachtte de mannen daar op, bewapend met stokken, messen en bamboesperen. De arrestanten moesten rennend naar de gevangenis.
Een jonge Molukse toeschouwer herinnerde het zich als volgt:
‘De mensen langs wie de mannen heengingen om de gevangenis in te gaan, beknuppelden hen met stokken, honkbalknuppels en met alles waar ze mee konden slaan en als beesten werden ze weggesleurd. Dit gebeurde ’s middags door degenen die werkten. ’s Ochtends moesten deze mannen werken en gebeurde het dus niet. Aanvrager heeft dit een week lang iedere dag aanschouwd. De mannen werden vanuit alle wijken, hoeken en gaten opgehaald.’ (457981)
Gelukkig waren er ook, die het ‘spitsroeden lopen’ niet hoefden mee te maken. Na een tijdje waren de Indonesiërs het spelletje waarschijnlijk ook gewoon moe, en was hun woede enigszins bekoeld. De laatste groepen arrestanten werden met rust gelaten.
Precieze aantallen slachtoffers zijn – ook hier – niet bekend. Volgens Boer lieten hier 24 personen het leven, volgens Broeshart waren er 40 doden en 270 gewonden.
Interneringsomstandigheden
De interneringsomstandigheden waren slecht: overvolle cellen, zéér weinig eten, slaag en bovenal de angst te worden gedood. De manier waaróp de gevangenen waren geïnterneerd, zal aan deze angst hebben bijgedragen. De grove intimidatie bij de entree had zijn werk gedaan.
‘De cel was ongeveer 4 bij 5 meter groot met een hurktoilet en een bak water in de hoek. Dit water werd ook gebruikt als drinkwater. Tweemaal per dag kregen we te eten, ’s morgens een beetje pap en ’s avonds een blikje voor de helft gevuld met rijst en grassprietjes. Mijn medegevangenen kende ik niet. Ik lag geheel tussen vreemden. Voor zieken had men geen tijd en aandacht. Als er geklaagd werd over pijn of ziekte, dan zeiden de bewakers dat wij even moesten volhouden omdat we toch gauw dood zouden gaan.’ (138851)
‘Daarna kwam hij in de 2e cel (van de 10 cellen) terecht. In een ruimte van een woonkamer werden 80 man gepropt. Onder en op een stenen verhoging moest geslapen worden (betrokkene had een plaatsje bij de muur). In een gat moesten de behoeftes gedaan worden. Het wemelde er van de kakkerlakken en muizen en het was er benauwd. De mannen mochten maar een kwartiertje luchten, soms iets langer als er een mildere bewaker was (Indonesisch gevangenispersoneel). Het eten halen was erg vernederend; de mannen moesten op handen en voeten naar een soort trog kruipen en werden voor NICA-honden uitgescholden.[x] Het eten bestond uit een kom maïs of rijst.’ (169854)
‘Zo kwam hij terecht in cellenblok 5. Hij had de pech als een van de laatste vooraan terecht te komen. Toen de gevangenisdirecteur Aripin op de verzamelplaats een toespraak hield over requesten om uit zijn gevangenis ontslagen te worden, kreeg juist betrokkene van een bewaker bij woorden als: Van Mook, Koningin Wilhelmina e.d. hevige klappen met een knuppel op zijn hoofd. De mannen (en betrokkene als enige jongen) moesten toen gehurkt met het hoofd omlaag zitten. Hij bloedde hevig.’ (169854)
‘Hij werd ondergebracht op de afdeling waar zieken en gewonden werden binnengebracht. Hier zag hij de gevolgen van de mishandelingen waaraan velen bij binnenkomst van gevangenis het slachtoffer werden en hielp zoveel mogelijk bij hun verzorging. Het voedsel bestond uit niet veel meer dan een beetje rijst wat uit conservenblikjes werd gegeten. Kleding werd niet verstrekt zodat het enige kledingstuk dat hij bezat een onderbroek was.’ (171980)
Minder expliciet naar voren gebracht, maar soms even tastbaar bij lezing van alle betreffende rapportages, is de onwetendheid over de gebeurtenissen buiten de gevangenismuren. En verder natuurlijk de schaamte, en de achterdocht.
De mannelijke geïnterneerden zaten meestal met tientallen onbekenden in een veel te kleine cel. Behoeftes moesten in dezelfde ruimte worden gedaan. Enkele van de gevangenen waren tijdens de Japanse bezetting al geïnterneerd geweest en waren daarom nu beter bestand tegen de interneringsomstandigheden. Voor de meesten betrof het echter de eerste gevangenschap.
Vrijlatingen
In géén enkele van de publicaties over de Werfstraatgevangenschap wordt aandacht geschonken aan het feit dat sommige geïnterneerden vroegtijdig werden vrijgelaten. Uit een aantal Wubo-rapportages blijkt echter wel degelijk dat sprake is geweest van vrijlatingen. Uit de verhalen zouden we kunnen afleiden dat deze voortkwamen uit de vereisten op het punt van leeftijd en raciale kenmerken. Méér aannemelijk is het echter dat sprake is geweest van persoonlijke initiatieven van het bewakingspersoneel.
‘Na een paar dagen ging er een papier rond waar iedereen zijn naam en ras op moest schrijven. Naar aanleiding hiervan werden 12 jongens uit de cel gehaald en kwam er iets meer ruimte om bijvoorbeeld te gaan liggen. Het was een vreselijke tijd, vooral door de angst en onzekerheid, omdat niemand wist wat er met hen zou gebeuren.’ (350478)
‘Hij zelf werd naar de Werfstraat-gevangenis gebracht. Hij is er vijftien dagen vastgehouden. Toen werd hij vrijgelaten, naar hij denkt omdat hij nog jong was. De rest moest blijven.’ (450898 – geboren 29 juni 1928)
‘Na twee weken werd hij plotseling vrijgelaten. Althans, hij mocht de gevangenis uit, maar van naar huis gaan was nog geen sprake. Samen met een aantal andere Menadonezen en ook met Ambonezen werd hij naar een groot gebouw gebracht. Aanvrager kreeg er zeer hoge koorts en op last van een dokter werd hij naar huis gestuurd.’ (422584 – geboren 26 oktober 1931)
Eerste actie van de Britten
Op 25 oktober 1945 arriveerden de Britten in Soerabaja. Eén van hun opdrachten was het bevrijden en evacueren van geïnterneerden. Mede met het oog hierop werd een post ingericht in de Werfstraatgevangenis. De gebeurtenissen in de Werfstraatgevangenis op 26 en 27 oktober kunnen niet los worden gezien van de algemene ontwikkelingen in de stad. Terwijl de Britse kapitein Shaw had besloten Huijer en de Rapwi-mensen uit de gevangenis te halen, brak in de gehele stad een enorme strijd los.
Huijer zag kans zijn eigen mensen bij elkaar te krijgen, en ook de geïnterneerde vrouwen. Enkele jaren later, in het kader van de Regeringsenquête, verklaarde hij hierover echter:
‘26 October 1945. The guard told us that previous afternoon 300 Europeans were brought in. 2230. Captain Shaw, commanding officer of a platoon of Field Security Section 611, 49th Brigade, woke me with a Mahratta Guard. We assembled all RAPWI and Allied Staff personnel. After an hour’s search I managed to find the two army girls and to collect the Naval Pilot from the dark cell, also about 25 European women. We collected them all in my compound under a heavy Mahratta guard. I left prison for Brigade Headquarters.
27 October 1945. 1200. I got 50 Mahrattas and Captain Shaw and released the whole batch of RAPWI officers from prison and shipped them inmediately to Singapore.’[xi]
Vreemd genoeg repte hij hier met geen woord meer over de achtergelaten vrouwen. En evenmin over de resterende mannen. Duidelijk is dat de Rapwi-medewerkers naar de haven werden vervoerd, maar wat gebeurde er met de vrouwen? Dat Huijer ze vergeten heeft, lijkt niet erg aannemelijk. We moeten dan ook aannemen dat hij opdracht heeft gegeven ze later te transporteren.
Uit het verslag van enkele geïnterneerden wordt echter duidelijk wat na Huijer’s vertrek met de achtergelaten Britse bewaking is gebeurd:
‘De Engelsen stuurden een delegatie bestaande uit Sikhs naar de gevangenis om over de vrijlating van de Europeanen te praten. De leden van deze delegatie werden door de Pemuda’s in de gevangenis vermoord.’ (472492)
‘Vóór november waren de Gurkha’s al een keer in de in gevangenis geweest om te proberen met de Indonesiërs te onderhandelen. Aanvrager herinnert zich namelijk nog het geschreeuw in het Engels, waarna het stil werd (de Gurkha’s werden vermoord).’ (423629)
‘Op 26 oktober 1945 kwam een tiental Gurkha’s binnen. Zij brachten, volgens afspraak, granaten bij de pemoeda’s om daarmee de kinderen en vrouwen vrij te krijgen. Op een bepaald ogenblik ging in de cel opnieuw het belletje en er verscheen een bewaker. Hij vertelde dat de granaten waren afgeleverd en dat men vrij zou komen. De vrouwen en kinderen werden uit hun cel meegenomen. Maar in plaats van naar de poort liep men langs een vergadercel naar een cel waarvoor alle tien Gurkha’s (levend) op de grond lagen. Aanvraagsters hoofd werd vastgehouden terwijl zij moest toezien hoe de vingers en tenen van de Gurkha’s met een bijl werden afgehakt waarna heet water over de handen en voeten tenen werd gegooid. Na deze afschuwelijke aanblik werd men teruggebracht naar de cel.’ (341711)
‘Huijer schreef onze namen op een lijst en beloofde terug te komen om ook ons te bevrijden. Wij kregen een gewapende wacht van een sergeant en tien minderen van de Mahratta’s. Helaas!
Zo waren de militairen met de Allied Commander De poort uit, of de peloppers kwamen de wapens van de Mahratta’s opvragen en zo zij dit weigerden, zouden wij geen eten en drinken meer krijgen en de hongersdood sterven. De waterkraan werd meteen dichtgedraaid. Men had geen keus. De wapens werden ingeleverd en onze wacht werd meegenomen. Naar verluidt zijn deze mannen om zeep gebracht. Wij, vrouwen en kinderen, werden toen weer naar onze oude cellen gebracht.’[xii]
De chaos van het strijdtoneel deze dagen laat zich moeilijk beschrijven. Zeker is dat de Indonesiërs op 28 oktober in de gehele stad een offensief waren begonnen, en dat dit enkele dagen aanhield. Alle Britse commandoposten werden aangevallen.
Meelhuysen tracht een overzicht te geven van de gebeurtenissen in de Werfstraatgevangenis, maar blijft op meerdere punten in het ongewisse. Broeshart maakt wél melding van de bevrijding van Huijer, maar zegt niets over de vrouwen.
Nog een laatste getuige:
‘Op 28 oktober hadden onze bewakers juist ons voedsel binnengebracht toen er buiten enkele schoten klonken, gevolgd door vuren van alle kanten. Wij hoorden geweren, tommyguns en machinegeweren. Wij werden in onze cellen gejaagd en opgesloten. De kogels floten door de gangen en nu en dan leek het wel, of er ook binnen de gevangenismuren gevochten werd.
Het vechten hield drie dagen aan. Toen werd het weer rustig. Voor het eerst kregen we weer voedsel en water, en onze bewakers vertelden ons dat er een wapenstilstand gesloten was.’ [xiii]
Uit deze episode blijkt in ieder geval dat een poging werd ondernomen de vrouwen en kinderen te bevrijden. Door de chaotische situatie in de stad mislukte deze. Een tiental soldaten werd gedood en de vrouwen en kinderen werden weer opgesloten.
Bevrijding en evacuatie
Weer twee weken later zou de échte bevrijding plaatsvinden.
Ondanks het feit dat over deze actie meermalen werd gepubliceerd, zijn toch nog veel details onbekend gebleven. Zeker is dat op 10 november 1945 de gevangenis ’s morgens werd aangevallen door een klein aantal Gurkha’s. De Britten werden hierbij geholpen door Jack Boer. De actie begon om ca 06.00 uur (volgens Boer veel enkele uren eerder) en werd beëindigd in de namiddag. De aanwezige Indonesische bewakers en één Gurkha kwamen op het leven.
De gevangenen werden bevrijd en met vrachtauto’s naar Tandjoeng Perak gebracht. Een deel ging lopend naar de haven.
De versie van Boer, opgetekend in zijn boek ‘Koninklijke Olie in Indië’ werd door meerdere andere schrijvers overgenomen:
´In de nacht van vrijdag 9 op zaterdag 10 november werd de bevolking door de lokale radio onophoudelijk opgeroepen een totale oorlog te voeren tegen de Britten.
Op het Britse hoofdkwartier hoorde luitenant Jack Boer, nu actief als tolk en verbindingsofficier, van een Molukse bewaker van de Werfstraatgevangenis dat daar nog de 2384 Nederlandse mannen zaten en dat zij de volgende dag waarschijnlijk door vergiftiging en/of verbranding zouden worden gedood.
Boer wist van de Britten een tiental Gurkha’s, een tank en een aantal vrachtauto’s los te krijgen om een bevrijdingspoging te wagen. De volgende dag, om 03.45 uur, bereikte de commando-eenheid de gevangenis. Nadat een eerste wachtpost werd gedood, werd door de tank een gat in de buitenmuur geschoten. Een vuurgevecht met de overgebleven bewakers leidde tot de dood van één van de Gurkha’s. Vervolgens konden alle cellen worden geopend en de gevangenen worden afgevoerd.´
Het is met name de rol van Jack Boer die tot discussie heeft geleid. Was híj wel degene die de Britten waarschuwde waarna deze laatsten in actie kwamen? Of hadden deze Britten, gelet op het feit dat een aantal van hun mannen in de Werfstraat was vermoord, sowieso al het plan om die dag de gevangenen te bevrijden? Ze wisten toch al lang van de duizenden gevangenen in de Werfstraatgevangenis? En, had Boer bij de actie een leidende rol gespeeld of was hij slechts opgetreden als tolk?
Al deze vragen werden in 1998 weer actueel toen de Evangelische Omroep een documentaire uitzond over de bevrijding van de Werfstraat-geïnterneerden.[xiv] De rol van de inmiddels overleden Boer werd hierin zó gunstig belicht, dat een Comité werd opgericht om bij de regering te bepleiten voor postume toekenning van de Militaire Willemsorde. Uiteindelijk zou dit verzoek in 2005 worden afgewezen.
Historicus H.Th.Bussemaker trachtte een overzicht te geven van de tegenstrijdigheden in de verschillende versies van de bevrijding. Ondanks het feit dat ook híj niet ontkomt aan de conclusie dat de rol van Boer mogelijk minder groot was dan lang verondersteld, toonde hij zich teleurgesteld over het besluit van de minister. Het waren naar zijn oordeel slechts ambtelijke en bureaucratische belemmeringen die tot de afwijzing hadden geleid.[xv]
Precies 2384
In het verleden is vele malen in de landelijke en regionale pers over het gebeuren in de Werfstraat gepubliceerd. Doel van deze berichten was velerlei: het aandacht te schenken aan een ‘vergeten’ gebeurtenis, het zoeken van lotgenoten uit de Werfstraatgevangenis en ten slotte de oproep tot het verstrekken van een Militaire Willemsorde aan Jack Boer. In deze berichten werden steeds verschillende aantallen gevangenen genoemd.
Op 12 november 1945 werd in een inlichtingenrapport van de 23e Brits-Indische Divisie gemeld dat ´3000 Nederlandse mannen en 5000 vrouwen ontdekt waren in de Kalisosok gevangenis, in zeer slechte conditie´.[xvi]
Op 12 november 1945 meldde De Volkskrant dat 3500 personen van Nederlandse nationaliteit uit de gevangenis te Soerabaja werden gered. Dertig jaar later sprak De Telegraaf van 3000 mannen en jongens.
Op 15 juli 1987 werd Jack Boer geïnterviewd door het Indische tijdschrift Moesson. ´Hij schoot zelf alle sloten open en liet de gevangenen buiten verzamelen. Het waren er precies 2.384´, aldus het interview.
Enkele maanden later deed Richard Klaessen een oproep in Moesson voor een reünie van ex-Werfstraatgeïnterneerden. Slechts één ex-geinterneerde reageerde nogal verbaasd bij het horen van dit aantal: ´Hoe kan J. Boer de gevangenen tellen, die – blij als zij waren bevrijd te zijn – als een dichte menigte de gevangenis uitstroomden?´
Op de reünie, 16 april 1988, werd een dankbetuigenis aan Boer overhandigd met daarop de handtekening van de aanwezige reünisten en een verwijzing naar ‘circa 2500 ten dode gedoemden’. De reünie was voor Klaessen aanleiding tot publicatie van zijn boek ‘Macaber Soerabaja’ in 1990. Hierin spreekt ook híj – zonder dit aantal ter discussie te stellen – van 2384 gevangenen. Boer noemde tien jaar later in ´Koninklijke Olie´ opnieuw het aantal 2384, maar vermeldde niet waarop dit was gebaseerd. Wel was hierbij opvallend zijn toevoeging:´De administratie van de Werfstraatgevangenis bevatte alleen de namen van de gevangenen van de Japanners. Van de Bersiap periode werd niet één aantekening gevonden.´
Bij dit onderzoek ontdekte ik slechts één lijst van Werfstraatgeïnterneerden, getiteld: ‘Eerste transport bevrijde geïnterneerden Werfstraat van Soerabaja naar Batavia’.[xvii] Op deze lijst staan de namen van 462 personen, waarvan 31 vrouwen, die op 12 november 1945 met het m.s. Prinses Beatrix naar Batavia werden geëvacueerd. Bij enkele van deze vrouwen staan aanduidingen als ‘+ 1 kind’ of ‘+ 2 kinderen’. Het totale aantal personen van dit ‘eerste’ transport, de kinderen meegeteld, was 500. Uit Wubo-rapportages kan worden afgeleid dat het bij dit ene transport is gebleven. De overige ex-geïnterneerden bleven in Soerabaja. Zij bleven nog enige tijd in Tandjoeng Perak of gingen weer snel terug naar hun woning. Waarschijnlijk zijn alle vrouwen en kinderen meteen geëvacueerd.[xviii] Verder werden degenen geëvacueerd die er fysiek het slechtste aan toe waren.
De vraag blijft, hoe Jack Boer, als enige, meer dan 40 jaar na het gebeurde wist dat er ´precies´ 2384 gevangenen werden bevrijd. De verwondering van die ene ex-Werfstraatgeinterneerde lijkt – gelet op de omstandigheden – terecht. We hebben geen enkele bron om het door Boer genoemde aantal te verifiëren. De Britse bevrijders hadden hiervan geen enkel idee, en deden slechts een schatting. En dat Boer in zijn eentje alle gevangenen heeft geteld, lijkt niet zo aannemelijk.
Maar ach, veel doet het er misschien ook niet toe. De bevrijding was dáár, voor alle geïnterneerden. En dát is natuurlijk wat wérkelijk telt.
x
Over de bevrijding van de Werfstraatgeïnterneerden, lees verder ´Het Britse ultimatum´, in de Java Post van 7 februari 2011.
[i] ´Parlementaire enquête regeringsbeleid 1940-1945´ (1948), ‘Macaber Soerabaja 1945’ (1990) van Richard Klaessen, ‘Koninklijke Olie in Indië’ (1997) van Jack Boer, ‘Revolutie in Soerabaja’ (2000) van Willy Meelhuysen en ´Orde in de chaos´ van Mary van Delden (2007). Een algemeen overzichtswerk van de geschiedenis van Soerabaja is ‘Soerabaja, beeld van een stad’ (1994) onder redactie van A.C. Broeshart. Deze laatste schreef eerder: ‘Een dagboek over de Bersiaptijd in Soerabaja’ (1987)
[ii] Broeshart, A.C. e.a., Soerabaja, beeld van een stad, p. 50. Volgens Van Delden zou mogelijk al een begin zijn gemaakt met de internering op 13 oktober. Van Delden, ´Orde in de Chaos´, p. 193.
[iii] Zie tevens: Bussemaker, H.Th, Bersiap! Opstand in het paradijs (Zutphen, 2005), pp. 214-218.
[iv] In Revolutie in Soerabaja geeft Willy Meelhuysen, destijds 17 jaar, aan hoe hij bij de Simpang Club bij toeval aan verdere detentie ontsnapt. Omdat hij bij zijn jongere broertje bleef, werd hij voor jonger aangezien. p. 130
[v] Boer, J., Koninklijke Olie in Indië, 1997. P.229. Het door Boer genoemde aantal komt niet overeen met de gegevens uit de sociale rapportages in het kader van de Wubo en een lijst van evacuées. Op deze lijst worden 39 vrouwen met name genoemd en tevens 44 kinderen, die allen behoorden tot een transport van ‘bevrijde geinterneerden (uit de) Werfstraat’.
[vi] 470384, 333514, 333522, 341711
[vii] Klaessen, 342, 349; Enquête, 8AB, 601; Boer, 229.
[viii] Enquête 1940-1945, 8AB, 601-602
[ix] Een enkele keer wordt in rapportages en elders vermeld dat opgepakten in de Boeboetangevangenis terecht zijn gekomen. In Soerabaja, beeld van een stad wordt letterlijk vermeld: ‘Ongeveer 800 mannen en jongens voor wie in de Werfstraat geen plaats meer is, worden overgebracht naar de Boeboetangevangenis. De Japanners die daar al eerder opgesloten zijn, worden door een toegestroomde menigte Indonesiërs vermoord uit wraak voor het Japanse optreden tegen Indonesische revolutionairen in Semarang.’ (a.w., p.50) Meelhuysen, zich baserend op Indonesische bronnen, maakte slechts melding van het feit dat er zich in de gevangenis ‘ook Nederlanders’ bevonden. (a.w. 162) Niet alleen omdat geen bijzonderheden worden gegeven over de latere vrijlating van deze gevangenen, maar ook omdat geen enkele (!) Wubo-aanvraag werd ingediend op grond van een dergelijke internering, moet worden aangenomen dat e.e.a. op een misverstand heeft berust. Boeboetan werd in deze periode waarschijnlijk slechts gebruikt voor de internering van Japanners.
[x] NICA: Netherlands Indies Civil Administration.
[xi] Enquête 1940-1945, 8AB,601-605
[xii] Klaessen, 349.
[xiii] Klaessen, 347.
[xiv] Documentaire ´Jack Boer, bevrijder van 2384 Nederlanders´ van Pia van der Molen.
[xv] Bussemaker, H.Th., Bersiap! Opstand in het paradijs. (Zutphen, 2005) p. 244-249.
[xvi] Nationaal Archief: NA 2.13.132- 1038. Mogelijk was hier sprake van een verschrijving, en werd bedoeld 3000 mannen en 50 vrouwen. Het was in ieder geval een schatting, zó veel is duidelijk.
[xvii] SAIP, 475.
[xviii] Dat er méér kinderen aan boord van de Prinses Beatrix gingen dan in de Werfstraatgevangenis hebben gezeten, komt mogelijk omdat in het kader van gezinshereniging niet-geïnterneerde kinderen van elders uit de stad aan het transport werden toegevoegd.
Hartelijk dank voor dit verslag van de gebeurtenissen over de internering in Soerabaja. Mijn vader werd op 1 augustus 1945 14 jaar. Ook hij is gevangen genomen. Hij heeft ons er wel iets over verteld, maar dit lezende brengt zijn verhaal meer tot leven. Hij was 1 van de 462 gevangenen die met de ms. Prinses Beatrix naar Batavia zijn vervoerd. Zonder familie, hij is pas na maanden met zijn moeder en zussen (in Soerabaja achtergebleven) herenigd.
Ik ben in deze gevangenis 13 jaar geworden. In de Van Hoogendorplaan door Pemoedas (vanwege het plaatsen van een kleine Nederlandse vlag) gevangen genomen. Overgebracht naar het half verwoeste “Raad van Justitie”-gebouw tegenover gouverneurskantoor. Volgende dag naar de Werfstraatgevangenis gebracht met mijn moeder, haar zuster en mijn zusje van 11 jaar. Helemaal achterin de gevangenis een ingesloten afdeling met 4 cellen en een mandikamer, zogezien voor vrouwen met kinderen. In een van de andere cellen was een vrouwelijke dokter. Mannen in verdiepingscellen, meer naar voren van de gevangenis.
Ik denk begin november verlost door de Gurkha’s, en door een groot gat in de achtermuur en met veel bevrijden in een convooi trucks naar Tandjoeng Perak gebracht. Met de Princess Beatrix eigenlijk naar Singapore maar teruggestuurd naar Batavia. Volgens zeggen was Singapore vol met eerdere vluchtelingen.
Alhoewel ik nu 80 jaar ben, zal deze geschiedenis mij altijd bijblijven. Mijn moeder, Corrie Rapmund (gescheiden), stierf in ’s Hertogenbosch (Grevelingen Tehuis) toen ze 100 jaar was geworden.
Ambar Arianto Mulyo, 59-jaar-oud, is dus niet aan de dood ontsnapt, toen hij een grote python wilde vangen in de buurt van het Hyatt hotel in Bali. Agung Bawa, de security manager van het hotel, dat voor renovatie gesloten is tot 2015, was hier getuige van. Niemand van zijn maten durfde de arme man te redden.
De bijgaande foto bij het nieuwsbericht is niet relevant aan deze gebeurtenis. De slang is ervandoor gegaan de struiken in.
http://metro.co.uk/2013/12/27/ambar-arianto-mulyo-python-strangles-security-guard-to-death-in-bali-4243118/
http://www.thejakartaglobe.com/news/snake-kills-security-guard-at-bali-luxury-hotel/
De vrouw(aanvraagster) uit de van Hoogendorplaan is mijn moeder,Cor van der Werff-Rapmund en de revolvertas en sabel waren van de verloofde van mijn tante Els Rapmund.
Haar geinterneerde verloofde was KNIL kaptein Lou Emons. De getuige die wordt aangehaald, ook woonende in de van Hoogendorplaan, waren onze overburen de familie Samatini. De namen van mijn moeder en tante Els zijn te vinden in de passagiers lijst van de HMS BEATRIX. In de ogen van mijzelf,moeder en tante is Jack Boer een grote held.
Ongeacht wat anderen, goed of kwaad van hem denken.
Geachte heer Van der Werff,
Ik denk niet dat iemand kwaad denkt van Jack Boer. Als historicus ben ik echter wel kritisch over de verhalen die aan hem zijn toegedicht. Of deze nu van hem zelf afkomstig zijn of van anderen…
Mijn conclusie (zonder enige twijfel): hij heeft een – misschien belangrijke – bijdrage geleverd aan de bevrijding van de Werfstraatgevangenis; de bevrijding vond echter niet plaats dankzij hém. De Britten hadden het al langer gepland.
Beste R. van der Werff,
Ik ben Jade van der Werff, ik heb het gevoel dat wij familie van elkaar zijn. Graag zou ik daar achterkomen. U kunt een mail sturen naar mizzdjeed@hotmail.com
Het is voor mij als mens belangrijk, maar ik begrijp het ook als u er geen behoefte aan hebt.
Lieve groet,
Jade
Er waren meer Indische jongens bijrijder/tolk. Ik ook. Alleen ben ik geen held geworden, maar na het bergen van lijken gewoon ambulancechauffeur. Ook mooi!
De Vergeten Moorden?
http://www.insideindonesia.org/the-forgotten-killings
Dutch and British archives tell a different story.
The forgotten killings
Written by Rosalind Hewett
Rosalind Hewett (rosalind.hewett@gmail.com) is a Ph.D. candidate in Indonesian History at the Australian National University.
1. Is het toeval dat al die gevangen genomen Indo-Europeanen plotseling allemaal in de Werfstraatgevangenis terecht kwamen? Nee dat is geen toeval, dat is een vooropgezet
en goed georganiseerd plan.
2. Is het toeval, dat jongeren, mannen > 15 jaar werden opgepakt? Nee dat is geen toeval. Volgens ooggetuigen hadden de verschillende groepen Pemoeda’s bij de razzia’s, want dat zijn het, lijsten met naam adressen van gevangen te nemen Indo-Europeanen. De gevangenen werden met vrachtwagens vervoerd, die waren toch niet zo gemakkelijk beschikbaar in Soerabaja in 1945?
3. Welke Pemoeda groepen waren betrokken bij de razzia’s op Indo-Europeanen? Zeker is dat de groep rondom Bung Tomo betrokken was. Ze hadden hun hoofdkwartier in de Simpang-Club. De Pemoeda groep hadden wijken toebedeeld gekregen. Bung Tomo en zijn trawanten brachten met vrachtauto’s de mensen van 2 wijken naar de Simpang Club waar een soort Volksrechtbank was opgericht. Er waren meerdere Volksrechtbanken In Soerabaja. De overlevenden gingen daar vandaan naar de Werfstraatgevangenis. Meelhuysen geeft aan dat er een 60-tal Pemoeda-groeepn in Soerabaja waren. Ik wil graag die namen van die groepen met de adressen van hun hoofdkwartier verbinden met de wijken, waar vandaan de geïnterneerden naar de Werfstraatgevangenis werden vervoerd. Dat kan wel eens een verrassend resultaat geven.
Het geval Jack Boer is een geval apart. Opmerkelijk is dat aan een x-aantal geïnterneerden werd gevraagd , hoe de actie van Jack Boer verliep. Let wel er waren 2.384 geïnterneerden en wat hebben de individuele personen van die actie gezien of gemerkt, weinig tot niets?
Ik vergelijk deze actie met de bevrijdingsacties van de Mariniers bij de treinkaping in De Punt en Wijster. Daar werd toch niet gevraagd aan de gegijzelden welke Marinier verantwoordelijk was voor de acties. Maar bij de actie van Jack Boer werd dat wel aan de gegijzelden gevraagd. Dat niet alleen, 2 ambtelijke commissies hebben zich bezig gehouden met de zaak Jack Boer. Zij kwamen tot de verhelderende conclusie dat Jack Boer NIET verantwoordelijk was voor de actie. Niemand van die commissie van wijze ambtenaren noch de Minister vroeg zich af wie dan WEL de leiding had over die groep van 10 Gurkha’s en Jack Boer.
Een Britse eenheid van 10 Gurkha’s o.l.v. Jack Broer voerde de bevrijdingsactie uit. In het Britse leger is het gebruikelijk dat de commanderende officier van de groep of de groepscommandant een rapport een zgn situation report opmaakt. Dit situation report en ook het report van de groep met de tank, die een gat in de muur schoot, ontbreekt bij de bronvermelding. Het is al gecompliceerd om zonder dit rapport de situatie in de gevangenis getrouw te beschrijven, laat staan de situatie buiten de gevangenis te beschrijven. Ondanks dat geven geïnterneerden met veel fantasie een beschrijving van de situatie buiten de gevangenis, zonder van Britse gegevens gebruik te maken.
Wordt vervolgd.
Aelle heeft onder het onderwerp “Het Goebentransport” een opmerking gemaakt over Mevr. Sensu-Andries die de gebeurtenissen beschrijft in de SIMPANG-CLUB. Om deze discussie niet te vervuilen plaats ik mijn reactive onder het onderwerp “Aan de dood ontsnapt”. Vandaar
Haar opmerking is best interessant, wat heet.
Het verhaal van Mevr. Sensu-Andries is geen “horen-zeggen-verhaal “uit ander getuigenissen d.w.z. de gewone prietpraet, maar is een officiële verklaring N° 605/Z/ODO over de moorden en mishandelingen in de SIMPANG-CLUB te Soerabaja in 1945.
Deze als ZEER GEHEIM bestempelde verklaring heeft de Procureur-Generaal van het Hooggerechtshof van Nederlands-Indie , niet de eerste de beste, op 23 December 1947 opgestuurd aan Zijne Excellentie de lt.Gouveneur-generaal. De originele documentatie is te vinden in het Archief van Tranen van Pia v.d. Molen onder DOSSIER JACK BOER, documentatienummer 125 A B C D E F
Klik om toegang te krijgen tot 125_A_B_C_D_E_F.pdf
Voor mij is het onbegrijpelijk waarom juist Jack Boer (éèn van de bevrijders van de Werfstraatgevangenis) juist dit soort verhalen verzamelde.
Hij heeft mij op het idee gebracht zijn volledig dossier met 125 files op te slaan en deze op systematische wijze naar een aantal kenmerken te rubriceren, met wat handigheid kan dat ook in EXCEL. Ik heb de naam van Mevr. Sensu ingevoerd en hopla. Vandaar dat ik terugkom op de Simpang-moorden.
Niet alleen de verklaring van Mevrouw Sensu geboren Andries wekt verbazing maar ook wie die verklaring onder ogen krijgt en dat zijn er nogal veel.
Tja, de chaos van Soerabaja overgeslagen naar I4E. Willy Meelhuijsen werd ook uit de Simpangclub weer thuisgebracht. Zelf wandelde ik weer de Simpangclub uit.
Correctie Peter, het is mevrouw SINSOE – Andries, niet SENSOE – Andries.
Als autist moet het voor mijn gemoedsrust foutloos gespeld zijn tenzij ik niet beter weet.
Tot en met november vorig jaar kwamen er nog reacties binnen op archief van tranen van nabestaanden die hun verhalen kwijt wilden en daar de gelegenheid voor kregen naar aanleiding van publicaties over de periode 1945-1947 in het toenmalige Nederlands-Indië. Al dan wel op voorwaarde van, 1. Geen anonieme bijdragen, 2.Geen scheld-of schuttingwoorden en 3. Geen lasterlijk uitlatingen.
Ik kwam onlangs een mij onbekende dochter van wijlen een Indoganger tegen bij de koffiepakken in de supermarkt aan wie ik gevraagd heb (nadat ze bij me haar hart luchtte), of ze eventuele ervaringen van haar getraumatiseerde Moeder nog kon navertellen om het op de Javapost te plaatsen. Ze zou het gaan doen, beloofde ze.
La pire souffrance est dans la solitude qui l’accompagne./Het ergste leed zit in de eenzaamheid die ermee gepaard gaat.
~ André Malraux
Nou met de verwarring valt het tenminste bij mij wel mee. We zijn hier wel op javapost.nl
Ik heb toen in mijn EXCEL-sheet gezocht op de naam Boeng Tomo Soetomo en dan kom ik terecht op document 023.pdf van het archief van Jack Boer.
Verbazingwekkend bij dat document is dat:
a) Jack Boer geeft de herkomst van het document niet aan, kennelijk wil hij zijn bron niet prijsgeven.
b) Boeng Tomo is leider en oprichter van de BPRI, dus niet PRI als velen foutief aangeven. Als datum wordt opgegeven November 1945 maar wij weten dat dit al in Oktober 1945 gebeurde. Dat is wel belangrijk voor de chronologie van de gebeurtenissen.
c) De laatste aantekening is dat het Gouvernement het spraakverbod aan hem opheft. Daarna is er niks meer aangetekend in het “dossier Boeng Tomo”. Wel opmerkelijk voor zo’n schilderachtig figuur in de dekolonisatieperiode.
Blijft mijn vraag waarom verzamelde Jack Boer deze documenten en waarvoor? Wilde hij Boeng Tomo laten opsporen en voor het gerecht brengen? Datzelfde had die man toch gedaan bij vele Europeanen en Indonesiers in de Simpang-Club?
Ik heb toen in mijn EXCEL-sheet gezocht op de naam Boeng Tomo Soetomo en dan kom ik terecht op document 023-pdf van het dossier Jack Boer.
Verbazingwekkend is dat
a) Jack Boer geeft de herkomst van het document niet aan, kennelijk wil hij zijn bron niet prijsgeven.
b) Boeng Tomo is leider en oprichter van de BPRI, dus niet PRI als velen foutief aangeven. Als datum wordt opgegeven November 1945 maar wij weten dat dit al in Oktober 1945 gebeurde. Dat is wel belangrijk voor de chronologie der gebeurtenissen.
c) De laatste aantekening is dat het Gouvernement het spraakverbod aan Boeng Tomo opheft. Daarna is er niks meer aangetekend in het “dossier Boeng Tomo”. Toch wel opmerkelijk voor een man van zijn statuur.
De vraag blijft open waarom en waarvoor Jack Boer deze documenten verzamelde. Wild hij Boeng Tomo laten opsporen en vervolgen? Datzelfde heeft hij bij de Europeanen en Indonesiers gedaan bij de Simpang-Club.
@PetervandenBroek; ‘boeng Tomo’- Uit JAAvandenDoorn:Orde-opstand-orde;een studie bezoek in 1973 aan Indonesië; ‘met een warm enthousiasme aanbevolen door bevriende Indonesiërs: heb jij X al gesproken? Moet je zeker doen, is erg de moeite waard, hem moet je zeker gezien hebben’.Een dergelijke X stond destijds in het Nederlandse kamp te boek als uiterst gevaarlijke demagoog, een terrorist-groot formaat, een onverantwoordelijke gek, die door Indonesische regering ten onrechte werd getolereerd(?)De foto van zijn hartstochtelijke vertrokken gezicht achter de microfoon circuleerde als schoolvoorbeeld van revolutionaire hysterie. Als hij telefonisch wordt benaderd voor een gesprek, is hij uitbundig enthousiast. Bijna kraaiend van pret voert hij ons in zijn woning, haalt zijn vrouw erbij en laat een frisdrank aanrukken. Om het ijs te breken toont hij ons een fotoalbum van zijn recente reis naar Nederland(!); hij en zijn vrouw op de Floriade, op de Dam, verderop in Volendams kostuum. Hij wijst een kiekje aan waar hij op staat met een Nederlandse vlag pal achter hem en giert van plezier over de zotte suggestie. Als wij afscheid nemen en naamplaten uitwisselt, vermeldt hij zijn beroep; koffiehandelaar!. De ironie is compleet; de volksmenner is makelaar in koffie, als Droogstoppel in de Havelaar
zojuist de kleine documentaire op youtube van de bevrijdingsaktie van Jack Boer (EO of ONS in 2019 ?) gezien (via federatie indische NL).
Twee inzichtelijke opmerkingen:
1) Jack Boer wel of niet de leiding en dus credits voor de bevrijding ?
DUIDELIJK in de docu is gewezen op dat J.B. was gevangen gehouden door de jappen en daarna door de rebellen. Pas ALS HIJ HOORT van de landing van de britten in okt 1945 ontsnapt hij en meld zich aan. Als Brit ? Natuurlijk niet..hij wordt aangenomen als liaison, omdat hij (1) de taal spreekt (2) wat van militaire training heeft genoten en (3) kennis heeft van wie en waar is gevangen gehouden in de stad. Hij is dus waardevol voor de Britten.
Hij krijgt een brits uniform omdat dat gewoon netter staat, makkelijker toegang krijgt tot het britse kamp..maar dat wil NIET ZEGGEN dat hij BRITS officier is met BEVOEGDHEDEN !!
M.a.w. als het moment daar is dat de Britse leiding hem “iets” geeft om met spoed de gevangenen te ontzetten en hem niet meer kan meegeven dan 10 Ghurkas en een tank (omdat er nog wel meer beveiligd moet worden in Soerabaja) dan zal hij ZEKER EN VAST een ECHTE Britse commandant hebben meegekregen die het commando voert.
Op zijn minst is de Stuart tank commandant al de hoogste in rang, afgezien of die man infanteristen mag leiden..(maar hogere rang = JA!).
Net zoals Arie Bestebreurtje NIET Nijmegen heeft bevrijd omdat hij een een amerikaans officier pakje aanhad, maar simpelweg een LIAISON lagere officier was van James Gavin (Market Garden), zo zal JB alleen maar hebben geassisteerd in de schermutselingen.
Beste bewijs is dat hij door de gesneuvelde Ghurka is WEGGETROKKEN van het te snel inrennen van de cellen.
Dus terecht kreeg hij geen militaire medaille. (maar een burger medaille zou hij wel verdienen).
2) Het tellen van 2384 gevangenen. Onmogelijk ??
Scepsis is er over de haast van het bevrijden van de gevangenen, middels openschieten van de sloten door JB zelf en het nadien chaotisch wegvluchten van de bevrijde gevangenen ?
Met 1 Colt kun je wellicht 9 schoten afleveren. Dus JB heeft echt niet zelf alle sloten losgeschoten.
Docu vertelt duidelijk over Ghurka soldaten die dat doen.
Maar, zodra de islamisten rebellen waren neergeschoten was het VEILIG.
Er is GEEN indicatie dat er van buiten een enorme islamistische jihad optrok naar de gevangenis, dus er was ALLE TIJD om VEILIG transport te regelen, middels trucks en jeeps.
Zelfs het in groepjes wandelend afmarcheren van de bevrijde mensen zal ALLEEN MAAR in geordende wijze voltrekken (met Ghurka bescherming).
M.a.w. bij het vertrek is er ALLE TIJD om namen en TENMINSTE getallen to noteren.
Als er een OFFICIER aanwezig was (zie (1)) dan MOET het zelfs genoteerd worden. Al was het maar een SCHATTING. Maar dat hoeft geen schatting te zijn binnen 10 seconden met uitzicht over een kluwen massa op de binnenplaats, maar dat kan netjes genoteerd worden in telkens groepjes van 20 die afmarcheren, of in een truck klimmen.
Belangrijkste kenmerk is VEILIGE en ordentelijke situatie. Bovendien lijkt het alsof de hoofdpoort gesloten bleef..dus iedereen moest door het gat in de muur weer naar buiten (waar er dekking is van een vette Stuart tank).
De verklaring van een 17 jarige knul die net bevrijdt is, in een spannende periode is niet bepaald relevant als betrouwbaar inzake “tellingen”.
“betrouwbaar inzake “tellingen”.” Dat kind had het veel te druk met de euforie van de bevrijding. Die telling staat in het verhaal van de heer Boer zelf.
“een brits uniform omdat dat gewoon netter staat” De Britse foerier had niet anders. Zie de foto van die knul in I4E. https://indisch4ever.nu/2021/04/15/kranslegging-4-mei-op-de-dam/#comment-473218
“militaire training heeft genoten ” Hij was milicien vliegtuigmaker.
“Hij is dus waardevol voor de Britten.” Was niet zo nodig. Die Britten wisten alles van onze aanwezigheid in de gevangenis. De voorgangers van onze bevrijders, de 49th Indian Infantery Brigade Group hebben geprobeertd ons ui de gevangenis vrij te krijgen De twee onderhandelingsgroepjes zijn beide vermoord.
“een kluwen massa op de binnenplaats” De Werfstraatgevangenis is wel wat meer dan een binnenplaats. Zie de plattegrond van die gevangenis, een groot, ingewikkeld complex
“Bovendien lijkt het alsof de hoofdpoort gesloten bleef..” Toen wij bevrijd werden, rond 3 uur ‘s-middags, en niet om vier uur ‘s-nachts, werd in de straat en bij de hoofdport nog steeds gevochten.
“GEEN indicatie dat er van buiten een enorme islamistische jihad optrok” U weet waarschijnlijk niet dat wij bevrijd zijn op de eerste dag van de slag om Soerabaja. Niks jihad. Pas om rond twaalf uur hoorden we dat het schieten bij de gevangenis was aangekomen. Rond drie uur zagen we de eerste gurkha’s in de gevangenis langs lopen. Rond vijf uur was er een vrije weg vanuit onze cellenblokken naar de achterkant.(Nieuw-Hollandstraat).
” (maar een burger medaille zou hij wel verdienen).” Dat is ook door de commissie onderzocht. Niet dus. En waarom ook? Ik heb zo het idee dat de heer Boer, net als ik later, optrad als gids/tolk. Ben je toch gewoon bezig? Ik heb ook nooit een medaille gehad voor het bergen van lijken. Van de heer Boer heb ik pas in Nederland gehoord, op 16 april 1988 in Den Haag.
@dhr. M.B.W van Rooij
In de 2 inzichtelijke opmerkingen zitten enkele veronderstellingen:
1.hij, JB, wordt aangenomen als “liaison”
2. omdat er nog wel meer “beveiligd” moet worden in Soerabaja
3. “Op zijn minst is de Stuart tank commandant al de hoogste in rang”,
4. zal JB alleen maar hebben “geassisteerd” in de schermutselingen
5. 1 Colt kun je “wellicht” 9 schoten afleveren
6. de “islamisten rebellen”waren neergeschoten
7. “Er is geen indicatie dat er van buiten een “enorme islamistische jihad ptrok naar de gevangenis”
8. dus er was” Alle tijd” om veilig transport” te regelen, middels trucks en “jeeps”.
9.zal alleen in geordende wijze voltrekken (met “Ghurka bescherming”).
10. “Als er een officier aanwezig was (zie (1)) dan moet het zelfs genoteerd worden”
geen schatting te zijn binnen 10 seconden met uitzicht over een kluwen massa op de binnenplaats,
11. “Bovendien lijkt het alsof de hoofdpoort gesloten bleef..dus iedereen moest door het gat in de muur weer naar buiten (waar er dekking is van een vette Stuart tank)”
Het is weinig zinvol om in detail te gaan op speculaties. Onderzoekscommissies hebben er alles aan gedaan om te bewijzen dat Jack Boer niet de leiding had over de reddingsactie, maar geeft geen antwoord wie de militair van naam en rang was die wel de leiding had van de reddingseenheid Daarnaast vermeldden de commissie niet wie de gesneuvelde Gurkha soldaat was.
Mijn plan is voor of op 10 november 2021 duidelijkheid te scheppen wie de bevelvoerend militair van de reddingsactie en wie de gesneuvelde militair was. ik laat het hier maar bij.
“wie de bevelvoerend militair” Gezien de omvang van de groep lijkt me dit een normale gevechtsgroep (9) plus misschien een hospik toegevoegd. Commandant is dan een sergeant. Maar over deze aanname van mij kan onze kruisridder, een echte infanterist, meer vertellen. In mijn artillerietijd heb ik geleerd (als niet-infanterist): vijf geweerschutters, twee brenondersteuning, een radiotelefonist(/chauffeur) en een commandant. Ik denk dat een sergeant hoger is dan een milicien vliegtuigmaker die zich bezig heeft gehouden met vertaling van handleidingen vliegtuigtuigonderhoud.
“wie de gesneuvelde militair was” Als u toch bezig bent: misschien is het ook interessant de namen te weten van de gevangenenbewaarders die om half zes onze cel geopend hebben om ons buiten te laten voor de ochtendpap., en om zes uur ons weer de cel instuurden en afsloten, bij het vallen van de eerste schoten na afloop van het ultimatum. Beiden zouden een uur eerder al zijn doodgeschoten door de heer boer, maar uit mijn opvoeding door baboe Spet heb ik achting voor geesten overgehouden. Ik vind het overigens niet netjes van de heer Boer om gevangenenbewaarders dood te scheten. Dat zijn ongewapende burgerambtenaren.
Sorry voor mijn typefouten op de tablet, wordt het maar niet gewend.. Het zijn natuurlijk de heer Boer en baboe Soep.
“zouden alle geïnterneerden zijn vergiftigd of verbrand.” Spannender kan ik het niet maken.
Van den Broek (1): “Het is weinig zinvol om in detail te gaan op speculaties”.
“Weinig” betekent niet “helemaal niet” en dat is waar ik bij speculaties in geloof. Speculaties, theorieën, kunnen leiden tot waarheidsvinding. Je streept weg wat beslist niet mogelijk is en houdt met een beetje geluk iets over wat de moeite waard is om verder te onderzoeken.
Van den Broek (2): “Mijn plan is voor of op 10 november 2021 duidelijkheid te scheppen wie de bevelvoerend militair van de reddingsactie en wie de gesneuvelde militair was. ik laat het hier maar bij”.
Nou …. de heer Van den Broek heeft al zoveel met zoveel verve over de zaak geschreven, met name tegen alles wat de enige nog levende getuige uit ons midden heeft gerapporteerd, dat ik denk dat het hem veel moeite zal kosten het er “bij te laten” wanneer opnieuw iets over de zaak opduikt. We’ll see. Uiterlijk 10 november is ons breaking news beloofd, dat – naar ik aanneem – een einde zal maken aan alle speculaties over de vraag wie nu de echte commanderende held in het epos “Werfstraatgevangenis” is.
Overigens vind ik speculatie ad 1 van M.B.W. van Rooij heel plausibel. Er zijn in Nederland meer verhalen bekend van lokale jongens met HBS of MULO diploma en dus enige kennis van Duits en Engels die zich bij de zegevierende geallieerde troepen meldden als tolk, een uniform kregen aangemeten om niet door “friendly fire” overhoop te worden geschoten en die, gezeten op een geallieerde tank zegevierend één of ander stadje of dorp als “bevrijder” binnentrokken.
Just my 2 pennies.
” meldden als tolk,” Mijn nabersiapse carrière begon in Soerabaja bij het Rode Kruis als lijkenberger, gevolgd door het opruimen van het Leger des Heils Hospitaal. Bij een daar gedetacheerde ambulancegroep van Sikh’s (5th Indian Division) werd ik daarbij geplaatst als bijrijder, gids/tolk. En in rustige tijden kreeg ik van ze rijles. Soerabaja zelf was bersiapvrij, maar in de directe omgeving kwam er nogal wat ellende voor onder de Indonesiërs zelf en de Chinezen. Toen de Sikh’s met alle Britse troepen werden teruggetrokken bleven de ambulances achter. Zonder enige organisatie gingen wij die rijden.
We waren met zo’n zeven Indische jongens. Enkele daarvan vonden ons militaire uniform een te lage status, en gingen die versieren met allerlei lintjes en medailles. Voor de meisjes. Maar die Indo-meisjes, leerling verpleegsters, o.a. Steujrtjes, waren daar te pienter voor. Zie Javapost, Onder de vlag van het Rode Kruis
Geplaatst op 2 mei 2012 door buitenzorg
Door al de speculaties in de “analyse” van dhr. M.B.W van Rooij wordt het verhaal wel totaal anders. Het gaat dan niet meer over Jack Boer maar over de wel heel gebrekkige analyse van dhr. van Rooij.
Dhr de la Croix maakt het nog erger door een scheve vergelijking te maken met Europa.
Dan gaat het verhaal over dhr Van Rooij en over alles maar helemaal niet over Nederlands-Indie. Moet ik dat als Geschiedschrijving, een reconstructie van het verleden noemen?
Over de functie van Jack Boer hoeft helemaal niet gespeculeerd te worden. dat is al lang bekend, zie de verklaring van P. Whitmarsh Knight, de voormalige 2nd-in command- of a Field Battery of the 3rd Indian Field Regt. R.I.A. en die van ltnt Col. Rendall, commanding officer CO van hetzelfde regiment. De overste geeft niet alleen aan dat Boer zijn tolk was, maar ook “in charge of the internee side”. Whitmarsh Knight zegt over Boer ” a man full of courage and determination.
Boer onderscheidde zich door zijn heldhaftige inbreng tijdens zware gewapende schermutselingen bij de driedaagse slag in Soerabaja (eind okt. 1945). Hierbij werden een 600-tal door de Japanse oorlog geharde Britse soldaten door Indonesische vrijheidsstrijders op beestachtige wijze afgeslacht.
Hoe het toentertijd in Soerabaja toeging geeft de documentaire Soerabaja Soerabaja een helder inzicht.
Peter van den Broek zegt 23 mei 2021 om 11:28 pm “Door al de speculaties in de “analyse” van dhr. M.B.W van Rooij wordt het verhaal wel totaal anders. Het gaat dan niet meer over Jack Boer maar over de wel heel gebrekkige analyse van dhr. van Rooij.
Dhr de la Croix maakt het nog erger door een scheve vergelijking te maken met Europa.
Dan gaat het verhaal over dhr Van Rooij en over alles maar helemaal niet over Nederlands-Indie. Moet ik dat als Geschiedschrijving, een reconstructie van het verleden noemen?”
Oeps ….. daar worden de heer M.B.W. van Rooij en ik neergesabeld als onwetende Minkukels die het hebben gewaagd hun waardeloze flauwekul over een onderwerp, nog wel op het exclusieve terrein van de heer Van den Broek, op papier te zetten.
Voor mij geen verrassing, want ik ken de heer Van den Broek en zijn onsympathieke modus operandi al veel langer dan vandaag. Zelden een compliment uit het hart aan anderen, als regel wel de ander afzeiken (sorry, ik kan even geen netter woord vinden in dit verband) en haar/zijn mening op botte wijze afkraken. Eigenschappen als bescheidenheid en wellevendheid zijn de heer Van den Broek kennelijk vreemd. Waarom? Ik vrees dat ik niet door de censuur heen kom als ik daarover een theorietje zou ophangen.
Ik besluit dus maar met een zeer recent voorbeeldje van houding en gedrag, te lezen op Java Café: “vandenbroek@libero.it zegt 24 mei 2021 om 12:15 am – Mevr. Lebert leest mij weer de les”.
Ik bespeur in dit zinnetje en in wat later volgt een diepe verontwaardiging: “Wie durft mij, Van den Broek, een man van grote ervaring en geleerdheid, de les te lezen?”
Tja …. wat Gij niet wilt dat u geschiedt ……..
Ik heb de heer Van den Broek al vaker geschreven om, als hij weer eens tevreden in de spiegel kijkt, aan zijn spiegelbeeld te vragen waar zijn woede, agressie, zelf ingenomenheid en minachting jegens anderen toch vandaan komt. Hij wil toch ook wel een keertje aardig worden gevonden?
“zie de verklaring van” Jan A.Somers.
“de driedaagse slag in Soerabaja (eind okt. 1945). Hierbij werden een 600-tal door de Japanse oorlog geharde Britse soldaten door Indonesische vrijheidsstrijders op beestachtige wijze afgeslacht.” Gezien de genoemde datum was dat de 49th Indian Infantery Brigade Group! Welke driedaagse slachtpartij was dat?
“Hoe het toentertijd in Soerabaja toeging ” Dat had ik al uit eigen ervaring. Heb ik geen ‘horen zeggen’ voor nodig. Ja, dat verhaal van de heer(?) van Rooij is hier en daar een beetje rommelig. Maar daar heeft u ook last van. Wat betekent overigens: “in charge of the internee side” Ik was ook zo’n internee, maar ken niemand die in mijn charge was. Of ben ik een beetje dom? Zou best kunnen, ik los, samen met Zeeuws meisje, cryptogrammen op. Schijnt goed te zijn tegen dementie. In mijn laatste diagnose van de cardioloog las ik dat ik levenslustig was. Ging meteen naast mijn schoenen staan.
Hallo beste mensen.
Leuk dat er nog gereageerd wordt op deze pagina. De voorlaatste opmerking was al weer van 2019.
Nota bene; ik ben geen veteraan van die tijd. Slechts amateur historicus met een meer dan gemiddelde interesse in de indische geschiedenis.
Mijn reaktie werd gekriebeld door de 2 vraagstellingen , en ik vond dat die zo evident waren dat ik het niet kon nalaten om “uit de heup te schieten”.
Het zou mij niet verwonderen dat onder de 10 Ghurkas de bevelvoerder (sergeant?= net zo slonzig pakje, met alleen één streep op de mouw) een dermate onuitsprekelijke naam had , dat niemand (Boer incluis) die naam kon herhalen.
Bovendien, als je juist midden in de adrenaline , en relatieve chaos temidden van 2000+ gereddenen wordt bejubeld als held, dan valt het te begrijpen dat je die status aanneemt en niet de massa “corrigeert” en wijst naar de commanderende Ghurka…en ook niet nadien in je memoires.
Wa betreft het precieze aantal van 2384 mensen; ik zag een andere Youtube film waarin een overlevende sprak “paul enkelaar Doc/Indonesie/Soerabaja Surabaya. op 43:10 ” en inderdaad sprak hij over gereedstaande TRUCKS buiten de gevangenis, en dat men door het gat naar buiten ging.
M.a.w. een gecontroleerde en veilige exit waardoor er tijd en rust is om goed te tellen.
Ik wil dit getal wel geloven. Tenzij het anders in de britse rapporten staat, en dat J.Boer het getal later had opgevraagd, en de Britten het verkeerde getal gaven (mbt tot alle mensen die op het LST schip stapten naar Singapore).
Wat betreft 600 geharde britse soldaten afgeslacht door de islamistische rebellen; ik heb begrepen dat die niet in één confrontatie zo zijn aangevallen, maar dat die indiers en ghurkas en Sikhs verdeeld waren over kleine buitenposten met zo’n 10 tot 20 man elk (alsook kleine recon groepen op onderzoek uitgestuurd, alsook de paar truck convoys) die overvallen werden door een uitzinnige massa. Dus telkens werden overspoeld , zonder dat een britse kerngroep ze kon ontzetten (want er waren toch meer dan 1 stuart tank voorhanden ?..in de haven?).
Ik weet niet wat ik er mee wil zeggen, maar wellicht dat het niet “zo moeilijk was” te realiseren. En dat het dus een inschattingsfout was van de Britse staf.
(wat ook bleek in Mallory die met slechts een paar man de rebellen gaat opzoeken alvorens hij werd neergeschoten, en op een andere foto buiten op de motorkap van zijn auto zich laat rondrijden…).
PS er is een goede YouTube historicus (Marc Felton) die echternogal BritsBiased is, in het ophemelen van britse militaire successen daar waar het hen beter verging dan de amerikanen.
Voorbeelden hoe de britse staf de Hanoi communisten opstand beter wisten neer te slaan in 1945, en hoe de britten de Malay comministen wist neer te slaan, alsok de Sukarno infiltraties in Br.Borneo “met succes” wist te pareren.
MAar hij heeft nog nooit over de blamage in Surabaya gerept.
(Oh ja..op wikipedia is het een “britse overwinning”, maar alles overziend was de Britse leiding incompetent en misinformed..).
Cheers,
“M.a.w. een gecontroleerde en veilige exit waardoor er tijd en rust is om goed te tellen.” Zo rustig was het nou ook weer niet. Aan de voorkant van de gevangenis werd nog gevochten. wij moesten alleen maar opschieten. Niemand zien tellen. Kan me dat ook wel voorstellen in die chaos. Dat aantal van 2384 bevrijde gevangenen komt van de heer Boer zelf. Door hem zelf bevrijd! (volgens zijn eigen verhaal!).
“(mbt tot alle mensen die op het LST schip stapten naar Singapore).” Niks LCT-schip. Met de HMS Princess Beatrix werd ik met 421 mannen uit de Werfstraatgevangenis en 34 vrouwen en 36 kinderen uit het Darmokamp geëvacueerd, maar we kwamen niet verder dan Batavia. U bent in verwarring met de eerder al geëvacueerde vrouwen en kinderen uit Soerabaja, die met een LCT naar het op de rede liggende schip werden gebracht. Naar Singapore. Maar mijn moeder en zus waren daar niet bij. Die tocht met de Princess Beatrix was de laatste met evacuees uit Soerabaja.
” verdeeld waren over kleine buitenposten” Dit heeft hun inderdaad de das om gedaan. maar dat was gebeurd in het kader van punt 2 van hun instructie:
2, The British Forces have three objects in view:
(a) the establishment of law and order
(b) the protection and where appropiate, the evacuation of R.A.P.W.I.
(c) the disarmament and removal of the Japanese.
“wat ook bleek in Mallory die met slechts een paar man de rebellen gaat opzoeken alvorens hij werd neergeschoten,” Soekarno en Hatta hadden een wapenstilstand tot stand weten te brengen. Maar die moest wel in de stad worden rondverteld bij al die ongeregelde strijdgroepen. Het was een stoet van zeven auto’s, met Indonesische chauffeurs. Malaby zat met dr. Soegiri (met een witte vlag) op de motorkap van de eerste auto. De overige leden van de onderhandelingsdelegaties in de volgauto’s. Malaby werd pas later vermoord, zittend met vier man in de auto. Toen hadden de Indonesische leiders van het Contactbureau hun overwicht verloren, waarop de stoet werd overvallen.,
U kunt beter eerst meer over deze situatie lezen. Bijvoorbeeld heel uitgebreid bij Willy Meelhuijsen.
Het valt me nu pas op dat rechts van dit topic het menu “Links” staat met in het ondermenu “passagierslijsten”.
Klik ik daar op dan verschijnt een pagina met links “botenlijsten. Druk ik er op dan verschijnt een menu waarin ik aan kan geven: vertrekplaats (Soerabaja), bestemming (Singapore/Tandjong Priok), jaar (1945) en boot. Ik vul de gevraagd gegevens in.
Eèn boot heb ik al, n.l. LST 380. De andere boten zijn gemakkelijk te vinden. Dan heb ik mijn vraag beantwoord welke boten met evacuees op of na 10 November 1945 uit Soerabaja naar verschillend veilige bestemmingen (Singapore/Tandjong Priok of Batavia) vertrok. Weer een vraag beantwoord.
Van den Broek 27 mei 1051 am: “Dan heb ik mijn vraag beantwoord …….”
Mooi zo, goed zo! Pelan-pelan maar. Stapje voor stapje. Nu op naar de beantwoording van andermans vragen. De mijne bij voorbeeld. Een hele trits verspreid over diverse thema’s.
“Eèn boot heb ik al, n.l. LST 380.” Klopt. Toen deze was gevuld met evacuees bleken er geen transportschepen op de rede meer te liggen. De laatsten waren de HMS Rocksand op 9 november en het hospitaalschip Van Heutsz. op 10 november ‘s-ochtends. Aangezien het schip toch moest terugkeren naar Singapore zijn die opvarenden meteen meegenomen. Maar dat was op een volgepakte LST geen lolletje. Op 10 november lag alleen de HMS Princess Beatrix nog in Tandjong Perak, aan de buitenste kade.
“bestemmingen (Singapore/Tandjong Priok of Batavia)” Batavia is geen haven, afgezien van de vissershaven, Sunda Kelapa.
De omgebouwde veerboot HMS Beatrix moet het veel snellere Motorschip Van Heutsz tegengekomen zijn, want dat zit zo:
11 November 1945 vertrok de Van Heutsz met evacuées van Soerabaja naar Tandjong Priok, de haven van Batavia waar zij op 12 November aankwam
Het schip vertrok daarna leeg met bestemming Semarang.
13 November vertrok het schip met evacuées van Semarang naar Tandjong Priok waar zij op 14 November aankwam. Ze keerde gelijk leeg terug naar Soerabaja.
15 november vertrok het schip met evacuees van Soerabaja naar Tandjong Perak waar zij op 16 November aankwam.
De HMS Princess Beatrice daarentegen vertrok op 12/11 met evacuees van Soerabaja naar Tandjong Priok waar zij op 14 November aankwam.
Volgens Britse rapporten wilde een deel van de 3500 bevrijde Werfstraatgevangenen, iets meer dan 1000 personen in Soerabaja blijven en terugkeren naar hun huis. De rest van de geëvacueerden, schatting 2.384 personen, werd met geschat 4 schepen ( de algenoemde Van Heutsz en HMS Beatrix , LST 380 en Talma) naar Singapore en Tandjong Priok vervoerd. Wat ontbreekt zijn de aantallen evacuees per schip, maar dat maakt het totaal van 2384 niet anders.
VdBroek: “28 mei 2021 om 11:26 am15 november vertrok het schip met evacuees van Soerabaja naar Tandjong Perak waar zij op 16 November aankwam”.
In een etmaal van Soerabaja naar T. Perak …… Dan moet die Pan Heutsz toch niet zó snel zijn geweest.
Van de Prinses Beatrix en zusterschip Koningin Emma staat de geschiedenis op: Met ´HMS Princess Beatrix´ naar Batavia, Geplaatst op 11 februari 2011 door buitenzorg. Uiterst snelle en luxueuze schepen, gebouwd bij De Schelde voor de Stoomvaart Maatschappij Zeeland. Na de terugombouw in Vlissingen kon ik met onze RHBS-klas meevaren op de proefvaart naar Hoek van Holland. Getrakteerd!
“De omgebouwde veerboot HMS Beatrix” .De ´Beatrix´ was samen met haar zusterschip ´HMS Queen Emma´ misschien wel het Nederlandse schip met de meest eervolle staat van dienst in de oorlogjaren.
Beide schepen waren kort voor de oorlog bij De Schelde in Vlissingen gebouwd in opdracht van de Stoomvaart Maatschappij Zeeland, als veerboten voor de lijnverbinding Hoek van Holland – Harwich. De ´Koningin Emma´ werd te water gelaten op 14 januari 1939, de Prinses Beatrix korte tijd later. Na enkele proefvaarten kwam de Beatrix op 3 juli 1939 in dienst, om na twee maanden al weer uit de vaart te worden genomen. De Duitsers waren Polen binnengevallen en Engeland had Duitsland de oorlog verklaard. Gevolg was, dat alle Britse havens voor de burgervaart werden gesloten. Toen de Duitsers ook Nederland binnenvielen kon de Prinses Beatrix ternauwernood wegkomen naar Engeland.
Zowel de Emma als de Beatrix werden nu gevorderd door de Britten. De hele oorlogsperiode voeren ze onder Britse vlag, met een Britse bemanning en een Britse naam. Het motorschip Prinses Beatrix heette van nu af aan ´Her Majesty´s Ship Princess Beatrix´. Vóór ze in gebruik konden worden genomen als oorlogsvaartuigen, moesten beide schepen echter eerst nog zwaar worden omgebouwd. Alle overbodige luxe werd er afgehaald en ingeruild voor boordbewapening, radar en anti-zeemijnenapparatuur.
Tot voorjaar 1945 waren zowel de Emma als de Beatrix in gebruik voor speciale operaties en troepentransport. De eerste acties waarbij ze werden ingezet vonden plaats in de Noordelijke Atlantische Oceaan, bij IJsland en Noorwegen. Vervolgens, vanaf 1942, in de Middellandse Zee. De Emma zou een belangrijke rol spelen bij het overzetten van troepen tussen Engeland en Frankrijk na D-Day. Bij het beëindigen van de strijd in Europa werden de schepen naar het Verre Oosten gestuurd om nog te worden gebruikt in de strijd tegen de Japanners.
Op 17 juli 1945 arriveerde de Beatrix in Colombo. Al snel bleek dat er geen sprake meer zou zijn van speciale militaire operaties. De Japanners capituleerden een maand later. Beide schepen zouden nog slechts worden ingezet bij evacuaties vanuit Maleisië en Nederlands-Indië. Eind oktober zetten ze koers naar Soerabaja.
Een paar maanden later lagen de Emma en de Beatrix weer voor de rede van Vlissingen. De oorlog was voorbij, de dienst zat erop. Na alle administratieve formaliteiten werden ze weer overgedragen aan de SMZ, en moesten ze opnieuw worden aangepast. Vanaf 1948 kwamen ze weer in de vaart op het traject waarvoor ze oorspronkelijk waren gebouwd: Hoek van Holland – Harwich v.v.. Dag in, dag uit, tot in 1968 toen beide schepen naar Antwerpen werden gesleept om te worden gesloopt.
De vele tienduizenden reizigers die in de jaren ´50 en ´60 tussen Nederland en Engeland werden vervoerd zullen misschien wel nooit beseft hebben welke roemruchte andere plaatsen ooit door deze schepen waren aangedaan: Scapa Flow, de Lofoten, Dieppe, Normandië, Sicilië, Suez, Colombo en …. Soerabaja
“welke boten met evacuees op of na 10 November 1945 uit Soerabaja naar verschillend veilige bestemmingen (Singapore/Tandjong Priok of Batavia) vertrok.”
De 49th Indian Infantery Group evacueerde vrouwen en kinderen (die dat wilden) naar Oedjoeng. Daar was op het Marine-etablissement een opvangkamp ingericht. Wie wilde kon van daaruit mee met tussen 2 en 8 november terugkerende troepentransportschepen naar Singapore. Op 9 november was nog een groep vrouwen en kinderen uit het Darmokamp naar Singapore vertrokken met de HMS Rocksand, op 10 november was het hospitaalschip ´Van Heutsz´ aan de beurt met weer een grote groep uit de stad bevrijde vrouwen en kinderen. Diezelfde avond arriveerden tientallen vrachtauto´s met bevrijde gevangenen (waaronder ik) uit de Werfstraatgevangenis. Bij het uitstappen op de kade bleek een deel van deze groep er slecht aan toe te zijn. De Britten besloten de meest zwakke ex-gevangenen (zoals ik met weer een groep vrouwen en kinderen eveneens naar Singapore te evacueren met HMS Princess Beatrix.
De dag na onze bevrijding door de Gurkha’s uit de gevangenis zwierf ik door het havengebied en ontmoette ik Ab Croin op de kade in Tandjong Perak. We hadden van Engelse matrozen gehoord dat de meeste Europese vrouwen en kinderen naar Singapore zouden zijn geëvacueerd. Ik kon met de HMS Princess Beatrix mee naar Singapore waar mijn vader zat en ik zou daar meteen zoeken naar de vrouw en het dochtertje van Ab Croin. Ab wilde proberen op de melkerij te komen en zou onderweg bij ons huis zoeken naar mijn moeder en zus.
De volgende morgen, maandag 12 november, werden ongeveer 500 vluchtelingen aan boord gebracht van de Beatrix: alle vrouwen en kinderen die nog in het havengebied waren, ex-Werfstraatgevangenen die er het slechtst aan toe waren, en verder nog andere mannen die graag wilden vertrekken, zoals ik.
Aan boord was er een overvloed aan eten en drinken. Gebraden kippetjes en koteletten! En op de Van Heutsz erwtensoep! Na de honger van afgelopen weken was dit voor velen een beetje teveel van het goede. Lange rijen voor de toiletten!
Net zoals bij de eerdere afvaarten uit Soerabaja, waaronder die van de ´Emma´ op 2 november, was ons reisdoel Singapore. Onderweg werd echter een telex ontvangen dat ´Singapore´ vol zat en dat het schip moest uitwijken naar Batavia. De ´Van Heutsz´ had hetzelfde bericht gekregen; ook dát schip moest zijn koers wijzigen.
De Princess Beatrix ging niet verder dan Batavia waar ik na een nacht op het Nederlandse hospitaalschip Van Heutsz, in kamp Struiswijk terecht kwam. Door een Amerikaans artsenteam werden we gekeurd. Opgesteld in een rij moesten we ons helemaal uitkleden, onder een douche (DDT?), waarna we nieuwe kleren kregen. Bij de keuring bleken al mijn lichaamsfuncties normaal, algemene toestand: slecht! Ik deelde een cel met een oudere man die vóór mij bij de Kenpeitai was geweest. Hij was er slecht aan toe. Hij mocht van mij op de houten brits slapen, terwijl ik op de betonnen vloer sliep. Die brits was niet zo’n succes, de scheuren in het hout werden bevolkt door wandluizen. Het eten was prima en ’s avonds vertoonden die Amerikanen films. Ik zag daar o.a. de musicalfilm Two girls and a sailor. Maar ook the Glenn Miller Orchestra, en de songs van Vera Lynn.
ff vergeten. Volgens mij was de Princess Beatrix het laatste schip met evacuees uit Soerabaja. Ook Batavia zat vol.
Geachte Heer van Rooij. Sorry voor mijn antwoord uit de heup op Uw reactie.
Jack Boer, voor Britten een toch wildvreemde Nederlandse militair die ze nauwelijks kenden, maar zich wel door heldhaftig gedrag onderscheidt , stelt in de avond van 9 november 1945 een gewaagde reddingsactie voor van meer dan 3500 gijzelaars in de Werfstraatgevangenis aan zijn commandant van de 49th Indian brigade ltnt. col. Pugh. Hij wordt bij zijn voorstel ondersteund door zijn directe meerdere cptn. Whitmarsh-Knight en commandant van zijn regiment de ltnt.col. Rendall, CO 3rd Indian Field Regiment RIA . Pugh kan niet zelf beslissen en uiteindelijk besluit de bevelhebber van het Britse leger in Nederlands-Indie ltnt Christison tot deze riskante reddingsactie.
Jack Boer maakt nog diezelfde avond kennis met een sectie van 10 Gurkha’s van het 3/9 Gurkha Regiment die net die avond bij Soerabaja aangeland zijn. Zo’n kennismaking gaat snel, want om 03:30 de volgende morgen gaan de militairen op pad. Er is dan weinig tijd voor een gezellig praatje. Jack Boer krijgt ook een lichte Stuart tank mee die niet alleen het gat in de westelijke gevangenismuur schiet maar ook fungeert als communicatie- en coordinatiepost. De tank heeft radio aan boord
De reddingsactie duurt 2 uur, waarbij een 60 tal uiterst wrede gevangenisbewaardeers “geneutraliseerd”worden en de rest van de cipiers zich via een zijpoort van de gevangenis uit de voeten maken. Let wel de Werfstraatgevangenis maakt onderdeel van de eerste Indonesische verdedigingslinie ten Noorden, Oosten en Zuiden van de gevangenis. Alle gegijzelde gevangen zijn zonder kleerscheuren bevrijd, alleen één gesneuvelde Gurkha is het slachtoffer van de reddingsactie
Jack Boer en de 9 overgebleven Gurkha’s moeten de gevangenis beschermen tegen de omringende Indonesische nationalisten. De Gurkha’s nemen plaats op de buitenmuren van de gevangenis. Nadat Jack Boer sloten van een paar cellen heeft opengeschoten en de bevrijde gevangenen de order gegeven de andere gevangenen te bevrijden, voegt hij zich bij de Gurkha’s. Er is helemaal geen tijd om huldeblijken o.i.d. in ontvangst te nemen. Jack Boer en zijn 9 Gurkha’s houden de gevangenis van 0600 uur tot omstreeks 1430 uur vrij van Indonesische aanvallen van buitenaf. Pas om 14:30 bereiken eenheden van de 49th Indian Brigade, de brigade die de Westsector van de Britse aanval vormt , de gevangenis. Aangezien Indonesiers de hoofdpoort van de gevangenis onder schot houden, kunnen de bevrijde gevangenen alleen via het gat in de Westelijke gevangenismuur naar buiten klimmen waar vrachtwagens klaar staan om hun veilig naar het havengebied te vervoeren. De evacuatie duurt tot ongeveer 1800 uur en dat voor meer dan 3500 bevrijde gevangenen. Let wel onderwijl wordt er wel heftig gevochten op de eerste dag van de slag om Soerabaja.
De geëvacueerden gaan vanuit het havengebied met minstens 4 schepen waaronder LST 380, gebruikt voor transport van zware Sherman- en lichte Stuarttanks, naar veilige oorden zoals Batavia, zie Boten- en passagierslijsten Nederlands-Indie.
De Gurkha’s van de reddingsacties gaan na de geslaagde reddingsactie de stad in om zich bij hun Regiment te voegen die de spits vormt van de Britse hoofdaanval. Jack Boer volgt hen.
Lint-gen Christison, de bevelhebber van de Britse troepen in Nederlands-Indie meldt zelf in zijn memoires dat 3500 gegijzelden uit de Werfstraatgevangenis gered werden, dit wordt ook bevestigd door Britse militaire situation reports. Ik denk niet dat Christison zelf de bevrijde gevangenen telde. Ook hij had daarvoor geen tijd.
Voor een boeiende beschrijving van de Britse invasie in Nederlands-indie en met name die van Soerabaja is er het boek van Richard McMillan “The British Occupation of Indonesia: 1945-1946 Britain, The Netherlands and the Indonesian Revolution(2006).
Hij maakt gebruik van Britse militaire situation reports, dus wel nauwkeurig en betrouwbaar. Het boek is met enige moeite on-line te lezen.
Held! De her Boer is een burger, in bezit van een pistool, zonder daar vergunning voor te hebben. Niet zo erg, een boete is genoeg. De heer Boer gaat met dat pistool oorlog voeren. Dat heet bij ons een franc-tireur. Mag zonder meer worden neergeschoten. De heer Boer schiet ongewapende burger-gevangenenbewaarders dood. Die moord mag u zelf van naam voorzien.
“Jack Boer en zijn 9 Gurkha’s houden de gevangenis van 0600 uur tot omstreeks 1430 uur vrij van Indonesische aanvallen van buitenaf.” En die tank als verbindingspunt al die tijd buiten de gevangenis. Een tank in de stad is een rijdende doodskist. Eén Molotovcocktail op de ventilatie van de motor, en er is geen tank meer.
“Pas om 14:30 bereiken eenheden van de 49th Indian Brigade,” Die Brigade had geen Gurkha’s. Maar wij zijn om rond 15,00 door Gurkha’s bevrijd. En dat waren er veel meer dan 10 – 1 van de 5th Indian Division.
“het boek van Richard McMillan “The British Occupation of Indonesia: 1945-1946 “En het boek van Jan A. Somers. En beide onderzoekcommissie voor de MWO.
“Ten Zuiden van de gevangenis aan de Heerenstraat hadden de Indonesiers hun eerste verdedigingslinie opgezet.” Die eerste verdedigingslinie begon bij de Bataviaweg. Daarmee was meteen Morokrembangan afgegrendeld.
Dat was toch even anders bij SEAC geregeld. . Ltnt. gen. Christison was Commanding Officer of the Allied Forces in The Netherlands East Indies CO AFNEI. Al de militaire eenheden op het grondgebied ook de Nederlandse militairen stonden onder zijn bevel. Jack Boer was Nederlands militair, dus onder de wapenen en viel onder de krijgstucht.
Bij de reddingsactie kreeg hij het groene uniform van een Gurkha aan en een pistool, een geweer o.i.d. leek ook voor de Britten een te groot veiligheidsrisico, laat staan een Kukri, hij zou zich in zijn eigen vlees snijden.
Jack Boer ging binnenin de Werfstraatgevangenis voorop, hij kende de weg uit zijn broekzak. Op een gegeven moment wilde hij een wachtkamer/magazijn o.i.d. in waarin een aantal cipiers huisden. Hij deed de deur open en wilde als eerste naar binnenstappen, toch niet het normale werk voor een eenvoudige “gids”. De Gurkha achter hem trok hem weg, stapte zelf de ruimte in en ving de kogels op die voor onze “gids” bedoeld waren. Dit was de enige Gurkha die bij de actie sneuvelde. Het geeft maar aan dat Jack Boer direct bij risicovolle gevechtshandelingen betrokken was, niet vergelijkbaar met een eenvoudige tolk of gids.
Er is hier op dit topic helemaal niet gesproken wat de opdracht was voor Jack Boer en zijn Gurkha’s. Eén van hun taken was de vijandige en levensgevaarlijke cipiers in de gevangenis te “neutraliseren”, zo werd dat ook letterlijk aangegeven “to neutralize”. De militairen handelden naar omstandigheden, license to kill. In het Militaire Straf- en Tuchtrecht MST heet dat “Militaire Noodzaak”, althans zo werd dat op het KIM onderwezen, ik weet niet hoe dat op de KMA was.
” dus onder de wapenen” Onder Nederlandse wapenen. Ik weet overigens niet of hij in zijn diensttijd ooit een wapen heeft aangeraakt. En als Nederlander mocht hij niet in vreemde krijgsdienst zijn. “wat de opdracht was voor Jack Boer” Kreeg hij een opdracht van zijn Nederlandse meerdere?
“hij kende de weg uit zijn broekzak. “Hoezo?
“de vijandige en levensgevaarlijke cipiers in de gevangenis” Het waren ongewapende gevangenisbewaarders, ongewapend burgerambtenaren. Heb ik nooit last van gehad. Als het ‘s-middags regende (Westmoesson!) mochten we buiten onszelf en onze onderbroek (zonder zeep!) wassen.
“Militaire Straf- en Tuchtrecht MST ” Was dat ook van toepassing bij de 5th Indian Division? Ik houd me verder maar aan de rapporten van twee Nederlandse onderzoekscommissies. In de eerste plaats gevoed door twee prominenten: mw. P.J. van der Molen en de generaal der infanterie b.d. G.L.J. Huyser, namens het Comité «Onderscheiding Jack Boer. Mw. van der Molen, met goede journalistieke Argusogen, en generaal Huyser met korte lijntjes binnen de militaire wereld. Ik heb nooit zoveel informatie over één onderwerp bij elkaar gezien. Heeft u zich ook als getuige met die commissies bemoeid?
11/11/1945 Van Heutsz Soerabaja -> Tandjong Priok
12/11/1945 HMS Princess Beatrix Soerabaja -> Tandjong Priok
15/11/1945 Van Heutsz Soerabaja -> Tandjong Priok
20/11/1945 Talma Soerabaja -> Singapore
24/11/1945 LST 380 Soerabaja -> Singapore
bron https://www.passagierslijsten1945-1964.nl/boten/index.html
Ik heb gezocht naar Somers, Hubrechtse, Van Deutekom en (Hernan) Bussemaker. Niets!
@ dhr. M.B.W. van Rooij
Jack Boer kende de Werfstraatgevangenis als zijn broekzak, hij had in de oorlog in de gevangenis van de Japanse gastvrijheid genoten: zie tekening, die hij van de gevangenis maakte:
https://www.japanseburgerkampen.nl/Plattegrond%20Werfstraat.htm
Voor een beter geografisch begrip wordt de kaart wel een kwartslag naar links gedraaid, het Noorden ligt dan boven.
Ten Zuiden van de gevangenis aan de Heerenstraat hadden de Indonesiers hun eerste verdedigingslinie opgezet. De straten ten Oosten (Werfstraat) en ten Noorden (Kalisosok-Lor/Kidoel) waren door gewapende pemoeda’s bezet.
Alleen de Westzijde van de gevangenis (Nieuw Hollandstraat) was onbeschermd. Op deze manier werd de Werfstraatgevangenis als het ware onderdeel van de Indonesische linies. Een ook niet door Bussemaker of Meelhuijsen vermelde consequentie was dat de gevangenen een Menselijk schild vormden tegen een mogelijke Britse aanval op deze flank. Op een gegeven moment spraken de Britten niet meer over 3500 gevangenen maar over “Hostages”. Voor wat betreft de Werfstraatgevangenen was de bedoeling van de Indonesiers nu wel duidelijk. De 3500 gevangenen werden een onderhandelingskaart. Op d avond van 9 november 1945 stelde Jack Boer een gewaagd plan voor een reddingsactie van deze gevangenen voor.
” hij had in de oorlog in de gevangenis van de Japanse gastvrijheid genoten: zie tekening,” Ik heb daar ook gezeten, bijna drie maanden. Maar dan weet je nog niet de weg in dat ingewikkelde complex. Als gevangene loop je toch niet dagelijks in je uppie door het hele complex? Alleen de weg tussen mijn privécel in de ‘Eenzame opsluiting, staatsgevaarlijken’ naar de ondervragingskamer in de buurt van de hoofdpoort. Afhankelijk van de begeleidende gevangenenbewaarder geblinddoekt. Na die drie maanden kon ik mijn privécel en die verhoorkamer uittekenen. Verhoorkamer, waar de Indonesische ondervragers hun CV bijwerkten. Was die tekening wel door hem gemaakt? En pas later met een waarschijnlijk door hem ingetekende kruistocht. Ik heb een eerder exemplaar gezien zonder zijn triomftocht. Ikzelf heb mijn plek pas later leren kennen via een luchtfoto, ik dacht van het KITLV.
Als ik zijn (later?) ingetekende triomftocht bekijk, moet hij rond half vijf in de ochtend twee keer langs zijn geweest om ons te bevrijden. Toen wij nog sliepen op de betonnen vloer. En daarna, om half zes, kwam de door hem al doodgeschoten (ongewapende!) gevangenenbewaarder ons wekken voor de ochtendpap. En om zes uur, bij de eerste schoten in de verte, kwam een andere al door de heer Boer doodgeschoten gevangenenbewaarder ons weer de cel insturen. Ik zag baboe Soep al begrijpend knikken. Ze had sinjo Jan kennelijk een goede vorming meegegeven.
“Ten Zuiden van de gevangenis aan de Heerenstraat hadden de Indonesiers hun eerste verdedigingslinie opgezet.” Alleen al over het traject tussen Tandjong Perak en de Bataviaweg heeft een divisie drie uur gedaan, met veel schieten. Daarna nog eens drie uur om in de buurt van de gevangenis te komen. En dit allemaal ten Noorden van de gevangenis. nog ver van de “Ten Zuiden van de gevangenis aan de Heerenstraat ” En die verdedigingslinie stelde ook niet veel voor. De heer Bower schrijft tenminste dat ze na de bevrijding van de gevangenis de stad ingingen. Het was wel een prachtige dag! Blijft in je geheugen gebeiteld!
Er bestaat ook een andere tekening van de Werfstraatgevangenis, waarbij Jack Boer ook als bronvermelding wordt aangegeven, maar dan zonder de ingetekende routes die de 10 Gurkha’s en Jack Boer volgden:
https://bersiapkampen.nl/Plattegrond%20Werfstraat.htm
Wat was de uitgangssituatie?
1. De Werfstraatgevangenis was, behalve de Westzijde omringd door bewapende Indonesische nationalisten/pemuda’s.
2. Er bevonden 3500 gegijzelden in de gevangenis, samengepropt in cellen.
3. De gegijzelden werden bewaakt door een 200-tal cipiers, waarvan een 60-tal zware criminelen. De Indonesische nationalisten hadden deze zware misdadigers na gedane arbeid volledige strafkwijtschelding belooft. Deze misdadigers schrokken er niet voor terug onschuldige gegijzelden dood te slaan of met slag- en steekwapens te vermoorden.
Wat had Jack Boer?
a, Hij had in al zijn eenvoud een gedurfd plan.
b. Hij bevond zich bij zijn Britse eenheid op het vliegveld Morokrembangan, ook wel vliegveld Tandjong Perak genoemd, op iets meer dan één kilometer ten Noord-Westen van de Werfstraatgevangenis
Welke opdracht voor de reddingsactie kreeg Jack Boer van de Britten?
bronvermeldingen :
Richard L. Klaessen Macamber Soerabaja 1945 De Werfstraatgevangenis (1990)
Th. Bussemaker, Bersiap! Opstand in het paradijs. De Bersiap-periode op Java en Sumatra 1945-1946 (2005)
H. Beekhuis, Geïllustreerde atlassen Japanse Burger- en Bersiapkampen (2009), on-line te raadplegen
U vergeet een bron: Jan A. Somers.
Die “zware criminelen” waren strapans. Geen cipiers. Wel verleenden ze hand-en-spandiensten in ruil voor strafvermindering. Ik heb ze in de gevangenis niet gezien. Je kon ze ook gewoon inhuren. Mijn tante Jans Kloppenburg-Versteegh heeft veel gelerd van die mensen die op de onderneming werkten. U weet een belangrijke bijwerking van een vergift is de geneeskrachtige werking. Mijn vader haalde ze vaak in Soerabaja aan boord voor transport naar Nieuw-Guinea. Deden mee aan expedities van o.a. geologen en biologen, bijvoorbeeld als drager, keukenpersoneel e.d.. Konden daarmee strafvermindering of vrijlating mee verdienen.
Even terug naar de plattegrond van de Werfstraatgevangenis.
Jack Boer stelde de gedetailleerde plattegrond op met behulp van de Molukse cipier Patiradjawani. Deze laatste wist op de avond 9 november de Britse linies te bereiken.
Citaat Th. Bussemaker in Bersiap! opstand inzet paradijs blz. 245: “Hij vertelde dat de gevangen zittende Nederlanders bij een Brits offensief allen omgebracht zouden worden middels vergiftigd eten, waarna de gevangenis in brand zou worden gestoken”. Hij kon precies aangeven waar de cipiers en de tot gevangenisbewaarders gepromoveerde zware criminelen (velen door de Jappen tot levenslange gevangenisstraffen veroordeeld) verbleven.
Bij de plattegrond zijn de volgende punten relevant:
– de plaats waar de Stuart lichte tank een gat in de muur schoot bij de Nieuw Hollandstraat A
– de wachtposten op de muur III-VII
– de Hoofdpoort D en zijpoort C
. de wapenkamer 17
. de wachtlokalen 22
Welke opdracht kregen Jack Boer en de 10 Gurkha’s voor de reddingsactie mee?
“– de Hoofdpoort D en zijpoort C” En onze celloodsen bij zijpoort C. Waar hij twee keer langs is geweest. Hij vond het misschien zielig om ons wakker te maken.
” “Hij vertelde dat de gevangen zittende Nederlanders bij een Brits offensief ” En wat vertelde Jan. Somers hierover?
“waarna de gevangenis in brand zou worden gestoken” Lastig hoor, allemaal beton, heel veel beton. Met de deuren in staal. Ze hebben daar overigens veel tijd voor gehad, van zes tot drie uur! En waarom kregen we dat vergiftigde eten niet in die tijd? Ik heb helemaal geen eten gehad, laat staan giftig.
“door de Jappen tot levenslange gevangenisstraffen veroordeeld” Nou zoveel strapans waren er niet door de Japanners veroordeeld hoor. Ik herinner ze mij al als kleine jongen bij het wegbrengen van mijn vader. Stonden op het voordek, geboeid. Inderdaad zware misdrijven. Meestal moord of meervoudige moord. Bij diefstal of liefdesverdriet: mata gelap.
Het reddingsplan van Jack Boer wordt uiteindelijk door ltnt-gen Christison opperbevelhebber van de Allied Forces Netherlands East-Indies AFNEI goedgekeurd. De doorslag gaf dat het een verrassingsactie was en dat de Werfstraatgevangenis dichtbij de Britse linies lag.
Jack Boer kreeg 10 Gurkhas mee, een lichte Stuart tank, die radiografische in verbinding stond met het Brits commando en 3 vrachtwagens voor de evacuatie van de gevangenen.
Het plan zag er als volgt uit:
-de inval in de Werfstraatgevangenis begint om 0400 uur
-uitschakeling van de bewaker(s) in de wachttoren VI op de gevangenismuur, de tank schiet een gat in de muur en fungeert dan als dekking
-bij voortijdige ontdekking van de groep wordt de reddingsactie gestaakt.
de groep Gurkha’s verdeelt zich na het binnendringen in de gevangenis:
* uitschakeling van de andere bewakers in de wachttorens op gevangenismuur
* de aanval richt zich op afsluiting van de hoofdpoort D zodat pemoeda’s van buiten de gevangenis geen gewapende steun kunnen gevenaan de cipiers in de gevangenis
* verovering van de wapenkamer 17 zodat cipiers geen gebruik maken van de daarin opgeslagen wapens
* neutralisering dwz buiten gevecht stellen van overgebleven cipiers
* de reddingsactie wordt binnen 2 uur afgesloten, dus vòòr de Britse aanval om 0600 uur
* Bezetting van de wachttorens : bescherming van de gevangenen totdat Britse versterkingen de gevangenis bereiken en met de evacuatie van de gevangenen naar het havengebied kan worden begonnen.
Let wel de actie begon in het pikkedonker terwijl de Britten met veel lawaai bezig waren een complete divisie te ontschepen in de haven van Soerabaja en voor te bereiden op de aanval om 0600 uur in de ochtend van 10 November 1945
“Het reddingsplan van Jack Boer wordt uiteindelijk door ltnt-gen Christison opperbevelhebber van de Allied Forces Netherlands East-Indies AFNEI goedgekeurd.” Goh, weer wat nieuws over Jack Boer. Hij blijft maar stijgen in de ranglijst. U heeft het er maar druk mee met al die verhalen. Wel nuttig in de saaie coronatijd! Heeft u overigens de rapportage van het Kapittel MWO en van de Commissie Dapperheidsonderscheidingen van het Ministerie van Detentie begrijpend gelezen? Overigens met een verschrikkelijk vriendelijke minister: “laat onverlet dat waardering en bewondering past voor het optreden van de heer Boer”. Die apostelen van de heer Boer moeten ook iets leuks te horen krijgen.
“3 vrachtwagens voor de evacuatie van de gevangenen.” Voor 3500 gevangenen? Toen ik werd bevrijd stonden er meer dan 20 te wachten. Ik kon ze niet allemaal tellen omdat de weg een hoek omging. Zelf ben ik met een paar apart staande auto’s afgevoerd naar Tandjong Perak, i.p.v. Oedjoeng. Was kennelijk een kneusje.
Ik hoef niet zoveel te verzinnen. Volgens het kinderliedje: stond erbij en keek er naar. Sorry, foutje: Ik stond niet, maar lag te slapen totdat we om half zes door de een uur eerder doodgeschoten gevangenenbewaarder werden gewekt voor de ochtendpap. In Indië: waren ze gek op paranormale en occulte verschijnselen, daar pasten die vermoorde cipiers prachtig in.
“Let wel de actie begon in het pikkedonker terwijl de Britten met veel lawaai bezig waren een complete divisie te ontschepen.” Dat was al op 31 oktober begonnen. Maakte niet zoveel lawaai, in ieder geval in de stad niet te horen. Alleen het geluid van de lieren van de laadbomen. Toen we -s-avonds aankwamen in Tandjong Perak was dat een prachtig gezicht in felle schijnwerpers. Alleen de Princess Beatrix lag er nog.
@ dhr. M.B.W. van Rooij
Toen Jack Boer en zijn Gurkha’s door het gat in de gevangenis binnendrongen, was hun hoofddoel de 200 gewapende cipiers en als cipiers functionerende zware criminelen buiten gevecht te stellen, daarbij vermijdend dat de gegijzelde 3500 gevangenen door de Indonesische bewakers als menselijk schild gebruikt zouden kunnen worden. Let wel de verhouding was 11 militairen tegen 200 gevangenisbewaarders!
Jack Boer liet zich niet onbetuigd. Hij kon natuurlijk eenvoudig achteraan lopen en aanwijzingen geven, maar dat lag niet in zijn aard en taak. Toen hij als eerste een gevangenisruimte wilde binnenstappen, hield een Gurkha hem tegen en stapte zelf als eerste naar binnen, hij ving de kogels op die eigenlijk voor Jack Boer bestemd waren.
De Gurkha’s maakten jacht op de bewakers en uiteindelijk werden voornamelijk de levensgevaarlijke zware criminelen buiten gevecht gesteld. Een groot deel van de bewakers kon zich via de zijpoort C de gevangenis heelhuids ontvluchten.
Toen de reddingsactie geslaagd was , aan Britse zijde sneuvelde één Gurkha, alle gegijzelde gevangenen waren ongedeerd, werden sloten van enkele cellen opengeschoten. De bevrijde gevangenen konden de andere gevangenen helpen zich uit de cellen te bevrijden.
Pas op dat moment waren de gegijzelde gevangen zich bewust en overtuigd, dat er sprake was van een reddingsactie.
Nadat Jack Boer aangaf dat het klaarstaande vergiftigde gevangeniseten niet aangeraakt mocht worden, voegde hij zich bij de overgebleven Gurkha’s op de gevangenismuur om pemoeda’s het binnendringen van de gevangenis te beletten. Gelukkig hadden de pemoeda’s wat anders te doen, de Britse aanval op de Indonesische stellingen begon om 0600 uur.
Jack Boer maakte een heel wapenarsenaal buit:een 50-tal karabijnen type Steyr-Mannlicher M95, een veertigtal pistolen van divers kaliber, een aantal pistoolmitrailleurs, een brengun, vele soorten slag- en steekwagens alsmede tientallen bamboesperen, de beruchte bamboe roentjings.
“Nadat Jack Boer aangaf dat het klaarstaande vergiftigde gevangeniseten niet aangeraakt mocht worden, ” Niks van gemerkt. Toen we om vijf uur ‘s-middags werden bevrijd was die pap al bedorven en stonk. Daar hoef je in de tropen niet voor te worden gewaarschuwd dat het bedorven is. In Indië wist je zoiets vanzelf. Maar u natuurlijk niet. Overigens, weer als aanvulling leuk verzonnen. Ga zo door! Weet u nog iets over de activiteiten van die al door de heer Boer doodgeschoten cipiers? Smullen maar! Misschien hoort baboe Soep dat ook in haar hemel?
“maar dat lag niet in zijn aard en taak” Ja, u weet: moed, beleid en trouw! Voor het ministerie kan het ook met wat minder.
“buiten gevecht gesteld.” In normaal, begrijpelijk Nederlands: moord op ongewapende burgers.
@ dhr. M.B.W. van Rooij
Jack Boer en zijn 9 Gurkha’s hadden posities op de gevangenismuur ingenomen om het binnendringen van pemoeda’s in de gevangenis te beletten. Hun taak werd vergemakkelijkt daar een voordeel van een gevangenis is dat men er moeilijk binnendringt, daarvoor is een gevangenis ook gebouwd.
Onderwijl hadden enkele bevrijde gevangenen de taak gekregen om eten klaar te maken. Bij de voedseldistributie werden de gevangen uit hun cellen gehaald en kregen het eten bij de keuken 17 op de binnenplaats B.
Jack Boer kreeg de melding dat gen-maj. Mansergh, commandant van de 5th Indian Division, de order gaf dat een Brits bombardement op 100 yards van de gevangenis plaats zou vinden en sommeerde de gevangenen voor hun eigen veiligheid terug te keren naar hun cellen, blindgangers of granaatscherven konden de gevangenis treffen. Het Britse bombardement begon stipt om 1100 uur
Eerst in de namiddag, om omstreeks 1430 uur bereikten Britse eenheden van de 49th Indian Infantry brigade eindelijk de gevangenis en kon een veilige evacuatie van de gevangenen beginnen. Jack Boer en zijn 9 Gurkhas hadden meer dan 8 uur de gevangenis beschermd tegen een woedend menigte van Indonesische vrijheidsstrijders.Een massamoord was voorkomen.
gen. Christinson meldde in zijn memories op p.187: “we had captured the goal which held 3500 RAPWI herded together under appalling conditions. All these were brought safely to the docks”.
bronnen
-diverse Sitation Reports van Britse eenheden van de 5th Indian Division betrokken bij de Slag in Soerabaja (1945)
-gen. Christinson opperbevelhebber Allied Forces in The Netherlands East-Indies AFNEI : personal memoirs based on reports (1950), gedeelte is on line the vinden bij
https://pia-media.nl/projecten/documenten-jack-boer/ document 011_A_B_C_D_E_F.pdf
-Richard McMillan The British Occupation of Indonesia: 1945-1946: Britain, The Netherlands and the Indonesian Revolution (2006)
-Francis Palmos 1945: sacred territory: revolutionary Surabaya as the birthplace of Indonesian independence (2011)
“Bij de voedseldistributie werden de gevangen uit hun cellen gehaald en kregen het eten bij de keuken 17 op de binnenplaats B.” Nou nee, maar wel goed verzonnen. In de eerste plaats was de keuken niet nr. 17, maar nr. 18. Had u toch kunnen lezen (begrijpend hoeft niet)?
Van dat koken kan weinig terecht zijn gekomen voor dat eten dat om half zes gereed stond vóór onze celloods. Toe wij om halfzes waren gewekt door een van die dode gevangenbewaarders stonden daar de gamellen van de vorige avonden. Bedorven, zoals van een tropennacht kan worden verwacht. Maar eten kon sowieso al niet, om zes uur stuurde een andere dode gevangenenbewaarder ons weer de cel in. En toen wij rond twaalf uur uit de cel wisten te breken stonk het nog meer. Daar was geen waarschuwing voor nodig.
” eindelijk de gevangenis en kon een veilige evacuatie van de gevangenen beginnen” Tijdstip kan kloppen, wij zagen rond drie uur de eerste Gurkha’s langs komen, onze bevrijding was rond vijf uur. Pas rond zes uur reden we weg.
Bij de bronnen bent u het door Mw. Van der Molen en generaal Huyser geleverde materiaal vergeten, net als het bronnenmateriaal van het Kapittel, en van het Ministerie van Defensie. Net als het bronnenmateriaal van een zekere Jan A. Somers. Van belang [citaat]:
“Vastgesteld is dat de heer Boer zich vrijwillig heeft gemeld bij de Britse strijdkrachten en werkzaamheden heeft verricht als gids en tolk in Soerabaja. Hij wordt gekenschetst als gedreven en doortastend. Met grote waarschijnlijkheid is de bevrijding van de gevangenis uitgevoerd als onderdeel van de Britse aanval op de stad die op10 november om 06.00 uur, na het verstrijken van het ultimatum aan de Indonesiërs, is ingezet. Een aparte bevrijdingsactie tegen de gevangenis om 04.00 uur en dus vooruitlopend op de aanval, zoals vermeld in de memoires van de heer Boer, wordt niet waarschijnlijk geacht. Daarover zijn geen documenten aangetroffen.
Vast staat dat de heer Boer aanwezig is geweest bij de bevrijdingsactie. Niet bewezen is dat hierbij sprake is geweest van een door hem geleide actie met een door de Britten ter beschikking gestelde kleine groep militairen. Het zich vrijwillig beschikbaar stellen als tolk en gids en het zich met gevaar voor eigen leven begeven in de beschreven actie getuigt van moed. Door hem persoonlijk verrichte uitzonderlijke daden van moed, beleid en trouw bij de bestorming van de gevangenis zijn echter niet aangetoond.” [einde citaat] N.B. ikzelf was ook gids/tolk, later bijrijder, weer later ambulancechauffeur (zie foto in I4E). Eenvoudige sinjo hoor, niks moed, beleid en trouw. Gewoon lijken ruimen.
@JASomers; ‘Jack Boer etc.’- Op 16 april 1988 werd in hotel Spinnewiel, Den Haag een reünie gehouden door ; ‘overlevenden van de ca. 250 ten dode gedoemden in de Werfstraat gevangenis te Soerabaja. Met betuigen van dank aan Jack Boer voor de reddings operatie gedaan op 10 nov.1945’. Diverse handtekeningen in het boek van Jack Boer; Koninklijke Olie in Indië; maar geen naam en handtekening van JASomers! Zat u wel als ten dode gedoemde in die Werfstraat? – Over geesten gesproken.
“overlevenden van de ca. 250 ten dode gedoemden in de Werfstraat gevangenis te Soerabaja. ” Ja, 120 handtekeningen, +/- een tiental. Mijn handtekening is er niet bij, nee, ik was helemaal hoteldebotel!. En van enkele anderen ook niet. Er gebeurden zoveel vreemde dingen! Wat een belevenis, net of God was teruggekeerd op aarde. Weer wat meegemaakt in mijn leven. Dat Indo’s zo uit hun dak kunnen gaan in goddelijke verrukking!
Ik weet overigens niet hoe of u aan de 250 gedoemden kom? Er waren toch een paar duizend kanshebbers? Hoe was de selectie? Ik weet van niets.
“Over geesten gesproken.” Ja, dat heb ik pas op die avond bij de heer Boer. meegemaakt. Niet alleen die al door de heer Boer doodgeschoten bewaarders die ikzelf was tegengekomen op 10 november 1945. Nu ook nog de meestergod himself!
28 mei was het 110 jaar geleden dat Jack Boer geboren werd, de enige Nederlandse deelnemer bij de reddingsactie in de Werfstraatgevangenis
Ter ere aan hem heeft Pia van der Molen een video over de reddingsactie gemaak thttps://www.youtube.com/watch?v=fwzF8t9GSBk
“heeft Pia van der Molen een video over de reddingsactie gemaakt” Goh, ik heb haar niet zien filmen. Heb dus wat gemist. Weet overigens niets van joetoeb af. Ben een gewone sinjo suruboyo gebleven.
Ach heer Somers ….. deze Anak Semawis weet ook niets van Joetjoep, noch van Feesboek en niet van Twitter. Probeer via deze site wel influencer te zijn, maar zonder al te veel succes.
Mis ik daardoor iets? Ach … wat je niet kent mis je ook niet, zei mijn goede wijze moeder.
In het warme Semarang hadden we geen ijskast in huis. Er waren 2 gendi’s op het buffet in de kamar makan, waar het drinkwater koel in bleef. Met dit warme weer maak ik dankbaar gebruik van de ijskast (oudjes zeggen geen “koelkast”) waaruit ik ad libitum ijswater en ijsklontjes kan tappen. Gelukkig kende ik die luxe niet in good old very hot Semarang. Ik zou het er heel moeilijk mee hebben gehad.
” (oudjes zeggen geen “koelkast”)” Dat was een Indisch verschil. De koelkast was pas uit de laatste jaren, 1940 enzo. Die kennen we gelukkig nu nog. U weet met een compressor en een verdamper. Vóór die tijd waren er alleen ijskasten. Werden gekoeld met een staaf ijs die de toekan es bezorgde, of die je op de ijsfabriek haalde. Vanaf 1940 was er geen economisch verkeer meer met Nederland, en werd omgezwaaid naar het Amerikaanse aanbod huishoudelijke artikelen. Daar zat de koelkast (frigidaire) bij. Niet in de gevangenis hoor!
thttps moet natuurlijk https zijn.
In die video zag ik alleen een persoon die met Jack Boer in de Werfstraatgevangenis had gesproken vlak na de reddingsactie.
Jack B. dreigt een legende te worden. Was er in onze jeugd niet een stripverhaal waarbij de held allerlei mensen uit benarde situaties redde maar onzichtbaar bleef of een zwart masker voor de ogen had – .Zorro?
Om hoe laat was dat?
En zo blijft Jack B. in de mist van de geschiedenis hangen. De zaak lijkt mij hier en op I4E uitgekauwd, met name door de heren Somers en VdBroek. De één ervaringsdeskundige, de ander boekengeleerde. Geen nieuwe gezichtspunten? Laat de zaak dan maar rusten en rakel die niet steeds weer op, alleen maar om gelijk te krijgen.
Soedah bosen …..
Nou, ik vind het zo leuk wat die dode gevangenenbewaarders allemaal nog uitspookten. Ben ik een beetje trots op mijn vorming door baboe Soep. Maar ook Hamlet: Tussen hemel en aarde is er veel wat een mens niet bevroeden kan (een beetje eigen vertaling).. Maar u heeft gelijk. ik zal mijn best doen niet moeilijk meer te doen. Krijgt meneer van den Broek weer wat meer de tijd voor zijn tomatenzaken.
“Om hoe laat was dat?”
Heer Somers, hoe laat deze man met Jack Boer had gesproken die dag wordt niet vermeld maar u bedoelde waarschijnlijk om hoe laat op de video.vond dat gesprek plaats.
Heer A. Broeshart sprak hierover op 1:42 en dan weer op 20:44.
“maar u bedoelde waarschijnlijk om hoe laat op de video.vond dat gesprek plaats.” Nee hoor meneer Olive, maar ik begrijp uw misverstaan. Het gaat om een gesprek op 10 november 1945 tussen de heer Boer en een pas bevrijde gevangene uit de Werfstraatgevangenis in Soerabaja. Dat tijdstip is belangrijk in het verhaal van de heer Boer. De onderzoekcommissies schrijven namelijk o.m.: “Een aparte bevrijdingsactie tegen de gevangenis om 04.00 uur en dus vooruitlopend op de aanval, zoals vermeld in de memoires van de heer Boer, wordt niet waarschijnlijk geacht. Daarover zijn geen documenten aangetroffen.” Heeft dat gesprek nou plaats gevonden om 04.00 uur of om 15.00 uur. Maar ik bemoei mij er nu even niet meer mee.
Jan A. Somers zegt 10 juni 2021 om 3:31 pm onder meer in reactie op Pierre de la Croix 10 juni 2021 om 1:45 pm: “Maar u heeft gelijk. ik zal mijn best doen niet moeilijk meer te doen. Krijgt meneer van den Broek weer wat meer de tijd voor zijn tomatenzaken”.
Ach meneer Somers, wie ben ik dat ik u mag kapittelen. Dat wilde ik dus ook niet. U deed n.m.m. niet moeilijk zoals u schrijft, ik begrijp best waarom u steeds weer uw getuigenis brengt over het “Ontzet Werfstraat Gevangenis/Jack Boer”. U zat er gevangen en ik kan mij voorstellen dat de gebeurtenissen rond uw bevrijding nog haarscherp in uw geheugen zijn opgeslagen.
Ik wilde alleen alle betrokkenen waarschuwen dat in het telkens oprakelen van een zaak zonder nieuwe gezichtspunten geen toegevoegde waarde zit. Het betaamt een man van uw statuur om zich niet aan onnodige herhaling van welles-nietes spelletjes te bezondigen.
“herhaling van welles-nietes spelletjes te bezondigen.” Dat is de ellende van de tekstverwerker. Zo knap en snel: selecteren > kopiëren > plakken. Maar het leukste vond ik nog bij de heer Mertens, dat hij al die doodgeschoten mensen nog actief bezig wist te houden. Typisch Indische omgang met al die leuke paranormale en occulte verschijnselen. Nog afgezien van die boze goena goena. Ik dacht er nog aan bij die laatste gedeeltelijke zonsverduistering. Als die volledig zou zijn geweest, dan waren het altijd toestanden met tong tong enzo. En het werkte altijd!.
Jan A. Somers zegt 12 juni 2021 om 11:03 am: “herhaling van welles-nietes spelletjes te bezondigen.” Dat is de ellende van de tekstverwerker. Zo knap en snel: selecteren > kopiëren > plakken. Maar het leukste vond ik nog bij de heer Mertens, dat hij al die doodgeschoten mensen nog actief bezig wist te houden. Typisch Indische omgang met al die leuke paranormale en occulte verschijnselen”.
Tja …. die geestjes. Er was in de familie van mijn stiefvader Kees Rader een vrouw, tante Roos, die mediamiek was aangelegd. Iedere zondag koempoelan van Raders – er waren er nogal wat in Semarang – in de mooie grote tuin van de oudste broer van mijn stiefpa, oom Juul, het clanhoofd in die tijd. Tante Roos was er meestal ook. Nederlands Indië was net overgegaan in Indonesia; de Indische gemeenschap in grote onzekerheid over haar toekomst. Plannen werden beraamd aan de grote tafel onder het atap bladerdak van de goeboeg. Kunnen we blijven, moeten we weg? Indien blijven, Warga Negara worden of niet? Indien weg, waarheen? Australië? Wah, kèn niet. “Kolor barrrr” wist iemand. Holland? Looooh ….. koud toch?
Als baasje van rond de 12 met grote oren hoorde ik de namen van bestemmingen voorbij gaan, Nieuw Guinea tot en met oorden als de Nieuw Hebriden, bij nader luisteren geen eilandengroep in het koude noorden boven Schotland, maar ergens in de Pacific. Dan werd tante Roos geraadpleegd. Die had contact met de geestjes. Ze had zo’n bord met een alfabeth en een geestje leidde haar hand over het bord naar letters, die vervolgens woorden en zinnen vormden. Op zulke momenten hield ik mij liever bezig met de aap van oom Juul, zo’n kleine monjet die met een touw vast zat aan een paal met een huisje er boven op. Aap en ik vermaakten ons kostelijk met een zakspiegeltje, dat ik hem voorhield.
Wat die geestjes van tante Roos allemaal hadden gezegd wist ik dus niet, maar uiteindelijk belandde de hele koempoelan in Negeri Koud, eentje met zijn familie via de lange moeizame route van WNI en spijtoptant. Oom Juul en zijn vrouw, tante Stans, overleden in hartje Friesland.
Terug naar de geestjes van meneer Mertens. Ik moet denken aan de Ghost Army in “the Lord of the Rings” van Tolkien. Als hij die erbij haalt om zijn repeterende mantra’s kracht bij te zetten en niet in de gaten heeft dat hij daarmee nog meer de risee wordt van de Indische sites waarop hij zich presenteert, dan past dat wel bij hem. Ik zou het jammer vinden wanneer u dat lot zou treffen.
Sorry meneer Mertens dat ik u vals beschuldigde van Goena Goena. Ik bedoelde de heer van den Broek die mij had gebracht in de geestenwereld van de Werfstraatgevangenis. Heel interessant overigens.
Jan A. Somers zegt 12 juni 2021 om 3:52 pm: “Sorry meneer Mertens ……”.
Oeps …. dan moet ik de heer Mertens ook mijn excuses aanbieden. Bij deze dan!
De moraal van dit verhaal: Volg nooit iemand blindelings, ook al is hij Mr. Dr. Ir., maar ook “wee de wolf die in een kwaad gerucht staat”.
“Volg nooit iemand blindelings” We worden allebei een dagje ouder. De ogen worden minder, de hersens worden minder, en nog erger de combinatie van die twee. Gewoon mee leren leven, en op tijd (het juiste) excuus aanbieden. Volgens het CBS heb ik gemiddeld nog 5 jaar te leven. En die moeten nog een beetje lollig zijn. En de cardioloog heeft beloofd eraan te werken dat ik die jaren überhaupt haal, en ze inderdaad een beetje leefbaar zijn.
Somers 1106 am: “En de cardioloog heeft beloofd eraan te werken dat ik die (CBS) jaren überhaupt haal, en ze inderdaad een beetje leefbaar zijn”.
Vroeger was het Toean Allah die over ons leven beschikte. Die heeft dat werk nu kennelijk gedelegeerd aan de cardiologen, oncologen, neurologen, farmacologen en nog wat andere wit gejaste logen. Is Hij van het gedonder af als het een keertje mis gaat.
“was het Toean Allah die over ons leven beschikte. ” De medische hiërarchie: Bovenaan staat God. Direct daaronder de hoofdverpleegster. Dan een hele tijd niets; de (cardio)chirurg. De gewone chirurgen. En dan de gewone verpleegsters.
Jan A. Somers zegt: “De medische hiërarchie: Bovenaan staat God. Direct daaronder de hoofdverpleegster. Dan een hele tijd niets; de (cardio)chirurg. De gewone chirurgen. En dan de gewone verpleegsters”.
Ik weet niet of de term “verpleegster” nog mag worden gebruikt. Die sluit immers uit dat sinds jaar en dag ook mannen het edele beroep van verzorger der zieken uitoefenen en dat niet alleen in de militaire (veld)hospitalen. Bij het KNIL werden de militaire verplegers “bobberlapper” genoemd, waarschijnlijk omdat zij de zieken en gewonden met “boeboer” (pap) voerden en daarbij een lap paraat hielden tegen het spugen en morsen.
Nu spreekt men van “verpleegkundigen”, waaronder zowel mannetjes als vrouwtjes vallen. Gender neutraal zoals het hoort.
Aanroeptitel? Het was “zuster” of “broeder”, maar misschien is dat veranderd. Toen ik vorige maand even in het ziekenhuis lag werd ik gelukkig alleen door vrouwen verzorgd en keken ze niet boos toen ik ze “zuster” noemde.
Het vak wordt niet meer “on the job” geleerd, maar op school, op MBO en HBO niveau. Ik gun ze een mooie carrière en het salaris van een top voetballer.
” verpleegster” ik zei het al, ik wordt oud. Ik kom uit de tijd dat er alleen maar ‘zusters’ waren. In Soerabaja nog 100%! Maar nu schat ik dat aantal nog steeds boven de 90%. Althans aan mijn bed.
Tja meneer Somers … verzorgende beroepen ….. daar zijn mannetjes niet zo sterk in. Goed dat er intrinsieke verschillen zijn tussen man en vrouw. Die moeten we ook niet met alle geweld willen opheffen. Meer vrouwen bij de mariniers. Waarom?
Oeps ….. nu wel erg ver verwijderd van het topic “Aan de dood ontsnapt”? Of toch niet? Voor wie de 90 heeft gehaald en een avontuurlijke jeugd vol gevaar achter de rug heeft, geldt dat zeker.
Voor mij, hoewel pas 82, zou dat ook mogen gelden. In oorlogstijd doodziek geweest. Al opgegeven door onze huisdokter Soedjono. Daarna als 7 jarige knaap de bersiap doorgekomen. Met mijn 3 jaar oudere zus In een gebarricadeerd huis, beschermt door 3 volwassen vrouwen, mijn grootmoeder en haar 2 dochters, mijn moeder en tante.
Om ons heen vrijwel onophoudelijk schieten, een granaat sloeg in op de voorgalerij, ’s nachts geschreeuw en lawaai. Alleen even stilte op straat als er een Japanse patrouille langs kwam. Daar hadden de heren pemoeda’s respect voor. Waarom ze ons huis niet zijn binnen gedrongen is mij nog steeds een raadsel. De deuren waren zo ingetrapt. Dank zij mijn inlandse grootmoeder die altijd in sarong en kabaja rondliep? Maar zij was de weduwe van een Belanda en derhalve ook moesoeh. De geestjes? Wie weet. Mijn grootmoeder brandde regelmatig menjan om ze tevreden te houden.
Plotseling hield het op. Ik was te jong om te snappen wat er gaande was. Maar we konden weer naar buiten. Ik mocht de straat op. Aan het begin van onze straat was een wachtpost. Twee zogenaamde weapon carriers bemand door militairen met indrukwekkende tulbanden op het hoofd. Sikhs hoorde ik later. Vriendelijke mensen die zich de belangstelling en bewondering lieten welgevallen. Mijn moeder vond het niet erg dat ik met veel andere jongetjes rond die wagens met die Sikhs rondhing. We bietsten sigaretten en chocola. De Sikhs lieten ons in de wagens klimmen en achter het stuur zitten.
De pasars gingen weer open. Ruilhandel. Een oude broek voor een kip. Het zou nog 6 maanden duren voor ik naar school kon. Maar toch ….. even was er rust en vrede.
Aan de dood ontsnapt …..
“daar zijn mannetjes niet zo sterk in. “ff lekker verder met off topic: In Delft: Op de eerste harthulp en de hartbewaking een paar mannetjes. Maar op de verpleegafdeling niet meer gezien.
“Op de eerste harthulp en de hartbewaking een paar mannetjes”.
Van de dappere Jack Boer tot de bobberlappers op de hartbewaking.
En toen kwam een gadjah met een lange senuit
en die blies de topic – wah terlaloe dese – uit
Correctie: Moet zijn https://www.youtube.com/watch?v=fwzF8t9GSBk
Voor alle duidelijkheid. ik heb al eerder aangegeven dat de wapenkamer 17 was op de plattegrond van de Werfstraatgevangenis . Dan moet de keuken 16 zijn, zie
https://www.japanseburgerkampen.nl/Plattegrond%20Werfstraat.htm
In de context wordt éèn en ander wel duidelijk-