De Glodok-affaire (I)

In de herinneringen van de Indo-europeanen neemt de ‘Glodok-affaire’ een belangrijke plaats in. Voor het eerst werd de Indo´s de indringende vraag gesteld: wie of wat zijn jullie nu eigenlijk, Europeanen of Aziaten?
De Java Post blikt terug en vertelt de hele geschiedenis, in delen.

Hadden de Japanners aanvankelijk de hoop dat de Indo-Europeanen zich aan de kant van de bezetters zouden scharen, in de loop van de oorlog bleek daar weinig van terecht te komen. Tijd voor maatregelen. In augustus 1943 werd in Batavia een propaganda-organisatie opgericht, het Kantor Oeroesan Peranakan (KOP). Het hoofd, de Japanner Hamaguchi Shinpei, werd geassisteerd door de Japanse dominee Nomachi en enkele pro-Japanse Indo-Europeanen onder leiding van Frits Dahler.

Kantor Oeroesan Peranakan (KOP), Rijswijk, Batavia.

Kantor Oeroesan Peranakan (KOP), Rijswijk, Batavia.

De werkzaamheden van het KOP richtten zich vooral op het organiseren van lezingen over de toekomst van Azië onder Japanse leiding, en het geven van taallessen. Nog steeds zonder al te veel succes. Een jaar later, in een periode waarin de oorlog in een kritieke fase terechtkwam, werd daarom alsnog overwogen de mannelijke Indo´s te interneren. Bij een eventuele aanval van de Geallieerden, zo redeneerden de Japanners, zouden de Indo´s wel eens als een vijfde colonne kunnen opereren. Internering zou ook een oplossing bieden voor het zo ervaren ‘sociale probleem’: de meeste Indo-jongeren leefden van de straathandel, en leidden in de ogen van de bezetter een doelloos bestaan.   

Pro-Japanse Indo´s

Hamaguchi zag zich gesteld voor een onmogelijke opgave. Een internering van tienduizenden Indo´s zou waarschijnlijk een te zware wissel trekken op de steeds schaarser wordende middelen. Als hij zijn superieuren zou kunnen overtuigen van het feit dat een aanzienlijk aantal jonge Indo´s alsnog zou willen samenwerken, zou een internering misschien niet noodzakelijk zijn. De vraag was alleen: hoe dit te bereiken? Wie was nu nog in staat deze jonge Indo´s te bereiken?
We weten niet wie het hem heeft ingefluisterd, maar het bericht moet hem hoop hebben gegeven: In Tjimahi, zo zei men, bevond zich in krijgsgevangenschap een groep Indo´s die zich zeer pro-Japans uitte en die misschien als breekijzer zou kunnen fungeren. Ze hadden een organisatie opgericht, de Persaudaran Asia Golongan Indo (PAGI), die Japan erkende als leider van geheel Groot-Oost-Azië. De leider van deze club was een zekere Piet Hein van den Eeckhout.

Van den Eeckhout (links) schudt hier de hand van Soekarno

Van den Eeckhout (links) schudt hier de hand van Soekarno

Hamaguchi reisde nu terstond naar Tjimahi om daar, in het Baroskamp, Van den Eeckhout te ontmoeten. Het was een voor beide partijen positieve bijeenkomst. De Japanner besloot Van den Eeckhout en een zestal van zijn medestanders, J.J.W. Klaarwater, Ch. Jaspers, W.H. Pieschel, J.K. van Ravenswaay, F.J. Vodegel en G.L.A. Leyers, uit het kamp te halen om ze in Batavia toe te voegen aan het KOP. Vodegel verklaarde hierover later:
“Onder geleide van een vlot Nederlands sprekende Japanse officier, Hamaguchi genaamd, verlieten we op 4 september 1944 het kamp. (…) Een poosje later stopte de truck vooor een gebouw. Daar moesten wij een verklaring ondertekenen. Hamaguchi legde ons uit dat deze de belofte inhield dat niet zouden vluchten. Met de trein ging het verder naar Batavia. De volgende dag kregen we van Hamaguchi de opdracht om ons naar de KOP op Rijswijk te begeven, waar we werden voorgesteld aan P.F. Dahler, onderhoofd van de KOP, en zijn naaste medewerkers Abell, Gijsbers en Bastiaans. Tot onze verbazing hoorden we hier pas dat Hamaguchi zelf het hoofd van de KOP was. Dahler vertelde ons dat de KOP-leiding plannen had om een jeugdafdeling op te richten, voorlopig alleen in Batavia, maar later ook in andere grote steden op Java. De PAGI moest het KOP hierbij helpen. Als het experiment zou mislukken moesten we weer terug naar het kamp.
In het gebouw werd ons een zolderkamer als slaapgelegenheid aangewezen. Voor ons eten kregen we wat zakgeld.”
De mannen spreidden vervolgens hun matje, en togen – in een achterkamer van het KOP – aan de slag.

Een oproep

Een week later, op maandag 11 september, publiceerde het blad Asia Raja een advertentie waarin een oproep aan alle Indo-europese jongens tussen de 16 en de 23 jaar om zich te melden bij het KOP. Woensdagmorgen 13 september werden de jongens verwacht waarvan de achternaam begon met de letters A t/m D, woensdagmiddag de letters E t/m H, donderdag de letters I t/m R, en vrijdag de rest. De reden van de oproep bleef in het duister. Het gerucht deed de ronde dat het KOP vrijwilligers zocht voor een landbouwbedrijf.

Die bewuste woensdag waren de meeste jongens aanwezig. De Indo-europeanen waren goed geregistreerd, en het was dus risicovol om weg te blijven.
De jongens waren onaangenaam verrast. Vóór hen stond Van den Eeckhout, een Indo-europeaan en ex-krijgsgevangene, en dus, dachten zij, toch één van hen, die hen uitmaakte voor parasieten. Er moest onder de jeugd meer orde en tucht komen, oreerde hij, en ze moesten meewerken aan de opbouw van Indonesië.
Dahler, die een dag later sprak, was wat milder van toon. Hij liet de jongens propagandaplaten zien, waarop een weg die leidde naar een rijzende zon. Op de weg kwamen meerdere zijwegen uit. Daaronder de tekst: ‘Indo´s, bezint u!’

Japanse propaganda

Japanse propaganda

Na de toespraken werd van ieder van de jongens individueel de volgende gegevens genoteerd: naam, adres, namen en nationaliteit ouders, opleiding, werkzaamheden, bezit voertuig, en of de vader geïnterneerd was. Een slotvraag ging uit naar de bereidheid samen te werken met Dai Nippon en het Indonesische volk.
De vragen werden gesteld in het Indonesisch; soms werden ze door de PAGI-leden voor de jongens vertaald. Veel jongens maakten bezwaar bij de beantwoording van de laatste vraag. Sommigen vroegen of kregen ongevraagd nadere uitleg.
Vodegel, die later verklaarde dat tijdens deze eerste dagen de registratie ‘vlot’ verliep, en Klaarwater wisten het zó te brengen dat bij hen de meeste jongens positief antwoordden. Klaarwater kreeg hierbij een keer een uitbrander van Van den Eeckhout omdat hij ook ‘neutraal’ noteerde.
Van Ravenswaay en Van den Eeckhout waren de hardliners. Zij stelden de zaken zó voor dat de jongens ook hun bereidheid moesten tonen om voor de Japaners de wapens op te nemen. Bij hen was het onmogelijk in het antwoord een nuancering aan te brengen, het was slechts ‘pro’ of ‘ anti’. Omdat met name Van den Eckhout door zijn toespraak de jongens tegen zich had ingenomen, verklaarden velen zich bij hem `anti´. De motieven waren van velerlei aard.

De vraagstelling hing af van de vragenstellers; ze was verwarrend en liet geen nuancering toe. Zo kon het voorkomen dat jongens die in principe de zelfde mening waren toegedaan, verschillende antwoorden gaven, of, bij een gelijk antwoord, verschillende reacties ontvingen. Eén van de jongens: “Toen hem de vraag werd gesteld of hij wilde samenwerken, zei hij ‘ ja’. Wilde hij ook de wapens opnemen? ‘ Nee.’ Hij werd hierop als ‘anti’ geregistreerd. De volgende week moest hij terugkomen.” Weer een ander: “Zelf was ik verhinderd. Mijn broertje werd door Van den Eeckhout de vraag gesteld of hij ‘pro’ of ‘anti’ was. Hij vroeg of hij enige bedenktijd kon krijgen alvorens te antwoorden. We hebben toen thuis de zaak besproken en besloten dat we ‘pro’ zouden zijn, maar dat we militaire dienst zouden weigeren. Dat hebben we toen ook aan van den Eeckhout gemeld. Daarna moesten we twee keer in de week op het KOP komen om exercitieles te krijgen.”
Waarschijnlijk is het deze eerste dagen van de registratie vrij rustig gebleven. Zaterdag 16 september was er nog de gelegenheid voor zieken en laatkomers zich te laten registreren.

Een verhitte bijeenkomst

De jongens die ‘anti’ hadden gezegd werden maandag 18 september opnieuw ontboden. De voorafgaande dagen hadden ze elkaar opgejut om in hun standpunt te volharden: “De stemming was geladen. De één hitste de ander op. De jongens die ‘pro’ waren geweest, werden op straat aangevallen.”
Allereerst vond een bijeenkomst plaats in het Kantor zelf, waar het woord werd gevoerd door Hamaguchi. Hij richtte zich, in het Nederlands, tot enkele tientallen familieleden (vooral moeders) van de jongens die waren uitgenodigd. Hij benadrukte dat het alleen te doen was om samenwerking op economisch en sociaal gebied, en dat geen sprake zou zijn van inschakeling bij militaire activiteiten. De Japanners begrepen wel dat ze dát niet van de jongens konden vragen…

De jongens, die buiten waren gebleven, waren luidruchtig. Er werd geschreeuwd en gescholden. De eveneens aanwezige heer O. Peltzer, het hoofd van de plaatselijke steunorganisatie Pertolongan Orang Peranakan (POP), was bang dat de zaak uit de hand zou lopen. Hij vroeg aan Hamaguchi of hij de jongens mocht toespreken. Dat mocht. Eén van de jongens, A. Souman, hierover later: “Peltzer kwam toen naar buiten, sprong op een tafel, en zei: ‘Ik wil jullie belangen behartigen alsof jullie mijn eigen zoons zijn, maar als jullie tegen de regels van het KOP ingaan, trek ik mijn handen van jullie af.’ Hierop is één van de jongens, een zekere Soute, ook op een tafel gesprongen en heeft ons toegesproken. Hij zei dat wij, hoewel we Indonesisch bloed hadden, toch in de eerste plaats Nederlander waren en dat wij ons Nederlanderschap nooit moesten verloochenen. Ze hebben hem toen van die tafel gesleurd en bij Dahler in zijn kantoor gebracht om hem daar de les te lezen.”
Hamaguchi probeerde de zaak te sussen door de jongens te vragen waarom ze niet wilden samenwerken. Souman antwoordde dat ze dan onder Indonesiërs zouden worden tewerkgesteld, en dat dát voor hun, Europeanen, onacceptabel was.
De jongens mochten nu weer naar huis, en werden vervolgens enige tijd met rust gelaten.

Door P.H. van den Eeckhout ondertekende oproep te verschijnen op het KOP, 6 november 1944. (detail)

Door P.H. van den Eeckhout ondertekende oproep te verschijnen op het KOP, 6 november 1944. (detail)

In dezelfde week werd nog begonnen met het oefenen van de jongens die blijkbaar twijfels hadden getoond of om welke reden dan ook een plusje achter hun naam hadden gekregen. Degenen die geen werk hadden, moesten vanaf dat moment eerst één keer, en later meerdere keren per week opkomen voor de ‘latihan’ (oefeningen). Klaarwater was belast met het exerceren en de landbouwarbeid. Er waren verder propaganda-bijeenkomsten, en er was onderwijs in oosterse cultuur (Klaarwater: “waarbij de jongens half in slaap vielen”), Maleis, Japans en zingen. Toen met exercities werd begonnen, kwamen moeders bij het KOP informeren wat dat te betekenen had. Hamaguchi vertelde hun dat de jongens slechts discipline werd bijgebracht; ze werden niet opgeleid tot soldaat. Van den Eeckhout ging een enkele keer op huisbezoek om de jongens of hun familie te overtuigen van de noodzaak om mee te werken.

De eerste arrestaties

Op woensdag 27 september 1944 werden ongeveer 80 jongens door de politie (PID) gearresteerd. Over de selectie werd na de oorlog door Klaarwater het volgende gezegd: “De staten van de ‘anti-jongens’ werden door de PID opgevraagd en ook moest Van den Eeckhout een staat indienen van de ‘opruiers’ (ongeveer 50 jongens). Van den Eeckhout ging wat die laatste staat betrof zodanig te werk dat er nog meer op vermeld kwamen, en die werden prompt achter slot en grendel gezet.” Peltzer van het POP liet echter weten dat hij dacht dat het KOP de hand had gehad in de arrestaties.
Wie hier het initiatief heeft genomen, we zullen het niet meer weten. Wat zeker is, is dat Van den Eeckhout verantwoordelijk is geweest voor de selectie van de arrestanten.

Op de PID-bureau´s (de jongens werden ondergebracht in verschillende secties van de stad), werd de meeste arrestanten wederom, maar nu door de PID-ers Pohan en Soleiman, gevraagd of ze niet alsnog wilden meewerken. Mogelijk werd daarbij gedreigd, geslagen werd er niet. Sommige jongens werd in het geheel niets meer gevraagd. Naar aanleiding van de ondervraging werden ongeveer twee maanden later zeven jongens vrijgelaten. Zij moeten zijn geschrokken van de consequenties van hun houding.

Alhoewel de ergste opruiers in een cel zaten, waren er nog genoeg anderen waarvan de houding door Van den Eeckhout c.s. twijfelachtig werd gevonden. Zij werden in deze periode op het KOP ontboden, en daar bedreigd met internering. Soms echter werd ook geprobeerd de jongens over te halen met zoete beloften:
“In november 1944 werd ik weer opgeroepen, en ondervraagd door de heer Wens van het KOP en een Japanner. Wens vroeg me waarom ik ‘anti’ had gezegd. De Japanner vroeg me of ik niet met de Japanse techniek kennis wilde maken, en op scheepswerven onder leiding van Japanners en samen met de Indonesiërs wilde werken. Toen ik dit weigerde, werd door Wens gedreigd dat mijn ouders dan achter de tralies gezet zouden worden. Toen vroeg hij me, wat ik zou zeggen als ik gedwongen zou worden door Japanse militairen. Ik zei hierop, dat dat wat anders was, dan was het niet vrijwillig. ‘Dus’, zei Wens, ‘je wilt in een interneringskamp?’ Hierop mocht ik weer naar huis.”
Ook in deze periode werd de jongens niet steeds dezelfde vragen gesteld. Veel hing af van degene die de vragen stelde; de ene KOP-medewerker was hierbij lankmoediger dan de ander. Soms zelfs werd ordinair onderhandeld.

Het vervolg leest u HIER

x

Dit bericht werd geplaatst in 2. Japanse Bezetting, 1942-1945 en getagged met , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

78 reacties op De Glodok-affaire (I)

  1. erg interessant, dank voor het plaatsen en ik heb het gedeeld…

  2. Frank Lutter zegt:

    Ik zal u per separate e mail gedeeltes vanuit het (handgeschreven) kampdagboek van mijn vader toekomen waarin hij gedetailleerd de dubieuze rol van de Pagi groep en v/d Eeckhout en consorten beschrijft. Graag even een mailtje naar welk e mail adres dit moet.
    Vr GR
    Frank Lutter

  3. Ferry Brard, vader van Patty, zat in Glodok in het laatste jaar . Ik weet niet of hij in dezelfde afdeling zat als de meeste weigerjongeren, want hij zat daar na 2 jaar in een kenpeitai-gevangenis. Dit is te lezen in het boek Eb en Vloed
    http://www.isistaalzorg.nl/index.php?kop=Boek-‘Eb-en-vloed’

    We hadden het in een ander topic over Dahler die ook te Batavia zat.
    Hij was geen onmens, maar toch lijkt hij mij het type die zonder veel protest de harde maatregelen van zijn POK-afdeling aan anderen overliet. Vooral zweeg, probeerde te overleven en zijn sociaal gezicht probeerde op te houden naar de indo’s toe.
    Zover ik wat las over hem. Dus.

    • buitenzorg zegt:

      Je indruk is wel juist, denk ik. Het jaar dat hij in Batavia fungeerde als intermediair tussen de Japanners en de Indo-gemeenschap, wist hij weinig te bereiken. Medio 1944 werd zijn taak eigenlijk overgenomen door Van den Eeckhout, die op dat moment vrij spel kreeg om het op een veel hardere manier te proberen. Officieel bleef hij aan als hoofd van het KOP (de Bataviase naam voor de Kaoem Indo) en zelfs, vanaf december 1944, als hoofd van alle Kaoem Indo-vestigingen op Java. Als zodanig heeft hij vooral een rol gespeeld bij het mede-propageren van de werkkampen. Hij heeft zich nooit gedistancieerd van de aanpak van Van den Eeckhout. Hij had natuurlijk ook kunnen bedanken.
      Door de Indonesiërs wordt Dahler (ex-Volksraadlid, Indo die gekozen heeft voor Indonesië), beschouwd als iemand die zijn plekje in de Indonesische geschiedenis heeft verdiend. Het is maar hoe je het bekijkt…

  4. H.A. Naberman. zegt:

    Ik was nog te jong in die tijd (12j.) maar ik heb de jongens wel eens zien langs komen eerst op Kramat en later in Gondangdia. Wat mij alleen verbaast zijn de datums…1944…speelde de zaak niet eerder. Ook het gebouw aan Rijswijk kan ik niet plaatsen. Overigens weer zeer interessant!

  5. glemmens1940 zegt:

    Heel interessant verhaal waar mij helaas niets van bekend was. Toch stelt het mij dan verdere vragen, n.m.:
    1. Hoe stond Soekarno tegenover de Indo-Europeanen ?
    2. is er ooit een artikel gewijd aan de vele Japanse spionnen die al lang voordat de oorlog uitbrak in Ned. indie leefden ?? Zo kwamen in BanjoeBiroe, kamp 10, waar wij gedurende de oorlog opgesloten waren, in ca. 1944 een aantal hoge Japanse officieren op bezoek en mijn 10 jaar oudere zus, Toos Lemmens, die toen 14 jaar oud was, herkende in een van die hoge officieren iemand die een toko in Malang had! Die domme Hollanders hebben mijnsinziens nooit iets geweten over het betsaan van die spionnen ? Trouwens pas recent heeft de BBC een documentaire getoond over het verraad van een adellijke Schot een een Engelsman die al jaren voor de oorlog Japan hielpen met het bouwen van vliegtuigschepenen het bouwen van vliegtuigen die daarop konden landen. Churchill heeft zlefs de adellijke Schot niet voor het gerecht gesleept en hem tot twee keer toe laten gaan zonder hem te vervolgen!

    • buitenzorg zegt:

      Wat Soekarno betreft: naar mijn weten heeft hij tijdens de oorlogsjaren nooit een actieve rol gespeeld in de Japanse benadering van de Indo-groep. Hij moet ongetwijfeld de mening zijn toegedaan dat een aansluiting bij de Indonesische staatsvorm zonder enig voorbehoud voor de Indo´s de enig mogelijk weg was. De pancasila is gebaseerd op een tamelijk centralistisch, monocultureel denken.
      Misschien dat Soekarno-kenners hier meer van weten.

      Wat de Japanse vooroorlogse spionage betreft: staat op mijn lijstje van nog te schrijven stukken….

      • Jan A. Somers zegt:

        Offtopic, maar je bracht mij op het idee:
        Van vooroorlogse Japanse spionage schijnt veel bekend te zijn, maar wel erg versnipperd. In Batavia was het Kantoor voor Oost-Aziatische Zaken dat zich ermee bemoeide. Daar werkten nogal wat Japanologen. Maar de verhalen die rondzongen waren nogal wild. Zo zouden alle Japanse kappers spion zijn. Maar mijn kapper was een Chinees en daar heb ik weer alle wilde verhalen over de Japanners in China gehoord.
        Betrouwbare literatuur die ik ken zijn stukjes in: R. de Bruin, Islam en nationalisme in door Japan bezet Indonesië 1942-1945, (Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, cahier nummer 3), ‘s-Gravenhage: Staatsuitgeverij, 1982. ISBN 90 12 4005 1. Je kan hierin verdere literatuur vinden.
        Met de staat van beleg, 11 mei 1940, kon het Binnenlands Bestuur ook ingeschakeld worden bij specifieke defensietaken. Zo werden sinologisch-japanologisch geschoolde bestuursambtenaren ingezet bij de contraspionage. Betrouwbaar hierover: G.C. Zijlmans, De Indische bestuursdienst 1940-1942. (87 noten!) in : G. Teitler (red.), De val van Nederlands-Indië. De Bataafsche leeuw, 1982. ISBN 90 6707 001 7. Dit onderzoek is zelfs financieel gesteund door de Nederlandse Organisatie voor Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek.
        Bij de Gouvernements Marine werden de twee opiumjagers ingezet om achter de vele Japanse illegale vissers aan te jagen. Mijn vader heeft proefvaarten gedaan met de omgebouwde kabellegger Zuiderkruis. Dit schip kreeg snelle motorboten aan boord om achter die gesignaleerde snelle vissers aan te gaan..
        Wat mij heeft verbaasd is dat de Indische inlichtingendiensten meer schenen af te weten van de Japanse voorbereidingen dan de Amerikanen. Op 30 november waren alle militaire verloven al ingetrokken en tussen 2 en 5 december vertrokken alle luchtstrijdkrachten naar hun oorlogsbestemming. Maar daarnaar heb ik verder niet gezocht.

      • buitenzorg zegt:

        Jan, wat was nu precies je idee?
        Ga je een stukje schrijven over dit onderwerp? Stuur ik je wat ik daarover ben tegengekomen? 😉

      • bo keller zegt:

        Hr. Buitenzorg.
        De Japanse spionage in Nederlands -Indië ,het gonsde na de oorlog
        van de wildste geruchten hierover.
        En een hierover ging over de spionnenruil, via Australië- Zwitserland en een
        land in Afrika .
        Een gevangen genomen Japanse Wasserette eigenaar ,die na omruiling
        weer in Padang (oude standplaats)nu als Hoofdtolk terug kwam.
        M’n vraag nu, wat was er van deze gevangenen ruil waar en
        wie waren deze ingeruilde belangrijke Europese personen ?
        mvg siBo

      • buitenzorg zegt:

        Misschien geeft dit alvast de helft van het antwoord (of meer):
        https://javapost.nl/2012/03/13/berichten-uit-japan/

      • Soedibyo zegt:

        Hr Buitenzorg,

        De Pancasila is niet gebaseerd op een tamelijk centralistisch, monocultureel denken. Het is juist een multicultureel denken, de philosophy van de staat bestaande uit vijf principles (Panca= vijf, sila=principle), namelijk: 1. Geloof in God, 2. Humanisme, 3. De eenheid van Indonesia, 4. Democratie gebaseerd op wijsheid en consensus, 5. Social justice voor heel het volk van Indonesia. Indonesia is een eenheid staat met een gedecentraliseerd structuur van autonomische gebiedsdelen (provinsi en kabupaten). Het Indonesische volk is een multicultureel en plural society, je moet de verschillende cultuurs kunnen harmoniseren tot een geheel (bhineka tunggal ika = verscheidenheid in een eenheid). De grondwet is de Pancasila in een noramtive form uitgedrukt. Indonesia is een seculaire staat, van af het begin (beraadslagen voor de form van de staat voor de proklamasi de eisen van de Moslim leiders om de saria te volgen wordt door de mayoriteit van de foundingfathers geweigerd). Ook de communisten met hun Marxisme-Leninisme principles is een dreiging voor de Pancasila. Het grootste probleem is hoe een ideologie in een land als Indonesia met een complex struktuur, met demokratische principles met de tegenwoordige worldsetting, een ideologie in de praktijk brengen. Moeilijk, maar je moet geduld hebben, het streven voor de merdeka is eenvoudiger.

      • buitenzorg zegt:

        Pak Soedibyo,
        Natuurlijk heeft u gelijk.
        Dank voor de correctie.

  6. Wal Suparmo zegt:

    Hoe kan de PID( Politie Inlichting Dienst) in 1944 bestaan?

    • buitenzorg zegt:

      De PID heeft de hele oorlog bestaan. Voor de oorlog had deze dienst een doorgaans Nederlandse (blanke) leiding, en Indonesische dienders. In 1942 (rond de maand mei) werd de leiding opgepakt, en bleven de Indonesische agenten.

      • Jan A. Somers zegt:

        Klopt. Bij de ondervragingen bij de Kenpeitai waren behalve twee Japanners altijd twee of drie lui van de PID aanwezig. (konden harder meppen dan die Japaners). Opmerkelijk dat het nog steeds PID heette. (P van politieke?) Of ben ik wat kwijt? Ik geloof wel dat ik toentertijd door de PID ben opgepakt en bij de Kenpeitai aangemeld. Maar precies weet ik het niet meer. Het was (geloof ik) een soort visnetactie: haal het net maar door het water en kijken wat er in spartelt.
        Buitenzorg, ik ga geen geschiedenis over de spionage schrijven! Dat wordt te veel voor mij.

  7. HenkAnthonijsz (1926) zegt:

    Buitenzorg, ja. In Bandoeng waren de agenten erg actief.

  8. Peter van den Broek zegt:

    Ik vind de zinsnede in de aanhef opmerkelijk: Voor het eerst werd de Indo´s de indringende vraag gesteld: wie of wat zijn jullie nu eigenlijk, Europeanen of Aziaten?

    Ik kan me niet indenken dat aan Mussert, Rost van Tonningen of andere zwarte kornuiten de vraag werd gesteld ; wie of wat zijn JULLIE nu eigenlijk: Duitsers of Nederlanders terwijl die hele NSB niet alleen uit landverraders bestond, maar en dat is veel erger ze nazistische denkbeelden op na hielt. Gezien het feit dat vele Nederlanders in de oorlog met de Duitsers heulden mag aan hen het recht cq morele recht ontzegd worden enig uitspraak te doen over de vaderslandsliefdevan de Indische Nederlanders . Ook hier heeft de Vaderlandse Geschiedenis een kort geheugen

    Daar komt nog bij dat er slechts een handje vol Indische Nederlanders met de Japanners collaboreerden en dan mag niet gezegd worden wat de hele groep, die jullie dus, nu eigenlijk is, Europeaan of Aziaten. Tevens merk ik op dat vele Indische gezinnen hun geliefden in de oorlog hebben verloren en dan lijkt het me niet alleen meer dan tendentieus maar ook schofferend aan deze groep bovenstaande vraag te stellen.

    Ik vind dat het verhaal in zijn getalsmatige verhoudingen geplaatst dient te worden, anders krijgen we weer van die verhalen zoals dat de meerderheid van de NSB-leden in Indie Indo’s waren. Dan gaat de geschiedenis wel op de loop met de statistiek.

    Wat het eigenlijke verhaal betreft: van Eekhout schijnt ook een kleine rol gespeeld te hebben bij de muiterij op de Zeven Provincien, maar dat is een ander verhaal

    • buitenzorg zegt:

      De door mij gebruikte aanhef was bedoeld om de kern van het verhaal weer te geven: een kleine groep pro-Indonesische en pro-Japanse Indo´s legde de keus voor aan alle overigen. Kiezen of delen. Meewerken of geinterneerd worden. Het leidde tot enorme twijfels bij de aangesprokenen, – reden waarom velen met het antwoord kwamen: “dat hangt er van af.”
      De vraag “wie of wat zijn jullie nu eigenlijk?” komt dus uit de mond van de KOP-beambten. Niet uit de pen van de schrijver van het artikel. Ter verduidelijking.

      Wat Van den Eeckhout en de Zeven Provinciën betreft: ook dáárover schreef de Java Post al eerder:
      https://javapost.nl/2010/10/09/tussen-recht-en-onrecht/

    • buitenzorg zegt:

      Ed, dat klopt. Het boek van Hermanus en De Jongh gaat over dezelfde affaire. Je schrijft “opvallend”. Hoe bedoel je?

    • Ed Vos zegt:

      “Opvallend”. Ik ben nogal bijgelovig, ” fingerspitzengefuhl”. Niks bijzonders in dit verband: slechts toeval.

  9. Surya Atmadja zegt:

    Soedibyo zegt:
    14 juni 2013 om 5:45 am
    D. Indonesia is een seculaire staat, van af het begin (beraadslagen voor de form van de staat voor de proklamasi de eisen van de Moslim leiders om de saria te volgen wordt door de mayoriteit van de foundingfathers geweigerd).
    —————————————————————–
    Tot de woede van sommige Moslimleiders .
    Zie ook de gevolgen de ruzie over de Piagam Jakarta vanaf de afscheidingsbeweging Darul Islam tot en met de huidige vaak niet democratische acties van Front Pembela Islam , en andere fundamentalisten .

    Hoewel de weg lang is zijn we nog steeds op de goede weg gebleven .
    Te beginnen met de ingevoerde (Westerse) democratie . Nog maar kort sinds 1998 .
    De Indonesische democratie is al eeuwen ouder .
    Door musyawarah ( overleg) proberen te komen tot mufakat ( overeenstemming) .

  10. RLMertens zegt:

    Musyawarah, was dat niet Bung’s geleide democratie?
    Bingoeng geworden door de ‘echte democratie’ (teveel partijen) , dan maar begeleide democratie via samenspraak. De begeleider geeft natuurlijk de ‘richting’ aan en bepaalt de uitslag van deze samenspraak! Niet gek bedacht. Of was toch anders bedoeld?

    • Surya Atmadja zegt:

      Musyawarah (overleg) is afgeleid van Arabische taal , ik vermoed meegekomen met de Islam.
      Zit ook in de Panca Sila , men moet rekening houden met de andere sila , waarvan de belangrijkste geloof in God .
      Dat is het ideaalbeeld.
      Dat Soekarno een andere soort democratie had genomen is omdat de regeringen van Indonesia en de politici(Poli Tikus) vaak niet eens zijn met elkaar.
      Dus heeft hij gedeeltelijk gelijk, anders is het land onbestuurbaar geworden.
      Trouwens 50%+1 is ook democratisch , maar is anders dan 2/3 meerderheid of meer dan 90% stemmen.
      De kunst is , wat doe je met de 10%, 33% of verschil van 1 stemmen die anders denken of willen.
      Ik denk dat de Indonesiers het probleem proberen op te lossen door hun 4de Sila van de Panca Sila.

      De bijna uitgeroeide Bandanezen hadden ook hun democratie , werd door VOC geroemd of vermeld .

    • Soedibyo zegt:

      Hr Mertens,
      Geleide democratie is een oxymoron. Op 5 Juli 1959 gaf president Soekarno een decreet uit tot het herstel van de Grondwet van 1945. De voting In het Constituante (het conggress die de grondwet bepaald) tot het herstel naar de grondwet van 1945 werd door de Islam partijen tot drie maal geblokkeerd, door hun eis om de Jakarta Charter in de preambul van de Grondwet 1945 op te nemen. Inderdaad is het geleide democratie afgeleid door Sukarno interpretatie van het principe “democratie geleiddoor een wijse man (pandita- javaans)”,”kerakyatan yang dipimpin oleh kebijaksanaan dalam permusyawaratan / perwakilan”, en Soekarno beschouwt zichzelf als de pandita. Het grote steun (het Leger, PKI en PNI) in het Volksconggres (MPR) aan Soekarno werd misbruik voor machtsvorming. Om verzekerd te zijn om de steun van de komunisten verdraaid Soekarno het begrip “Sosialisme Indonesia” tot komunisme, terwijl het komunisme in strijd is met de eerste sila van de Pancasila “Ketuhanan yang Maha Esa”. Als U bingoeng wordt geen wonder, want in de geleide democratie bewind waren alleen de komunisten die niet bingung zijn. Op 1 Oktober 1965 begint Soekarno en de komunisten om bingung te worden. Het Pancasila principe is goed, maar het is onderhevig aan multi-interpratatie. Soeharto gaf ook zijn eigen interprtatie. Het boek van Lambert Giebels: Soekarno – President, beschrijf de Geleide Democratie in een apart hoofdstuk. Salam

      • Jan A. Somers zegt:

        Over de geschiedenis van de Indonesische grondwet bestaat een goede dissertatie (Utrecht?) van Nasution (ik dacht een neef van …). Ik ken er geen verdere gegevens van, maar die zijn niet moeilijk te achterhalen. (Sorry heer Buitenzorg dat ik me weer heb laten verleiden tot offtopic).

  11. Peter van den Broek zegt:

    Het zijn toch ozonderlinge figuren Dahler en Van Eeckhout, want alhoewel eind 1943/1944 het wel zo bekend dat de Japanse positie onhoudbaar was en een geallieerde overwinning stond voor de deur, zetten zij zich toch in voor de Japanse/indonesische zaak. Er zou toch meer bekend dienen te zijn over hun politieke voorkeuren/drijfveren waren om hun positie op waarde te schatten en hun plaats te geven in de geschiedenis die zij verdienen.

    Wim Willems e.a. geeft in “Het Einde van Indie” wat summiere informatie : Dahler was lid van één van de comitees . Hij stond als voormalig lid van de Indische Partij integratie van de Indo’s in de Indonesische maatschappij voor en streefde naar een onafhankelijk Indonesie. Om dat te bereiken was hij bereidmet het militair Japans bestuur samen te werken en propaganda te voeren voor Japans epolitieke en economische doeleinden.

    Van Eeckhout was een Indo van makasaarse afkomst en een felle voorstander van da Japanse ideologie en dat zou wel zo blijken.

    Maar wat mij het meest verbaast is dat het merendeel van de Indische Nederlanders, de Buitenkampers dus , ondanks zware dreigementen en druk van de Japanners en later van de Indische comitees, ondanks alle vernederingen toch aan Koningin en Vaderland vasthielden.

    Gezien het gedrag van de Indische Nederlanders in WOII is de uitspraak van de gezaghebbende commissie Werners van 1953 waarbij een kunstmatige tegenstelling wordt gecreerd tussen de op Nederland georienteerde Totoks en op het Oosten georienteerde Indische Nederlanders niet alleen stuitend maar ook ethisch verwerpelijk.

    Een uitspraak die mij nog bijstaat bij het lezen van de stukken was; de Regering en een meerderheid van de Kamer gaan ervan uit dat Indische Nederlanders niet in staat waren een goede afweging te maken tussen Indonesie en Nederland.

    Ik kan de commssie Werners alleen maar van kwader trouw betichten om deze dichotomie louter alleen om budgettechnische redenen te ontwerpen, een Nederlandse handelsgeest te voeten uit. Ik mag natuurlijk niet vragen wat de familie Werner in WOII heeft gedaan.

    U kunt misschien wel raden welk kabinet deze zaak beheerde. Kabinet Drees. Ik had onlangs kritiek geuit op een PVDA-minister (Timmermans of zo) die op de in Azie gelegen oorlogsgraven wilde bezuinigen. En scribent noemde dat PVDA-bashing. Ook hier blijkt dat deze Heer van de Geschiedenis geen verstand , niks geleerd, noch begrepen heeft.

    Dhr Werner had toch tenminste zijn fout dienen in te zien.

    • Van den Eeckhout was geen Indo-Europeaan, schrijft L de Jong in deel 11b.
      Hij had Indonesische ouders, maar was geadopteerd door een Europeaan.

      Het zal wel zijn dat hij opgroeide als Indische jongen.
      Misschien voelde hij zich nooit helemaal geaccepteerd door de totoks en de indo’s.?
      Misschien deed hij te hard zijn best om geaccepteerd te worden door Indonesiërs.?
      Heel logisch dat hij vond dat Indonesiërs zelf baas in eigen land moesten zijn, maar jammer dat dit nationalisme het wilde bereiken door te slijmen bij de nieuwe onderdrukkers. En zoals van den Eeckhout medeplichtig werd aan dood en mishandeling .

      • buitenzorg zegt:

        Misschien, ik weet het niet. Hij had een jongere broer, ook lid van de PAGI. Heb ik ooit gebeld om te vragen of ik hem een keer over zijn Indië-ervaringen kon spreken. Helaas, hij hing op….
        Jammer, want het blijft een intrigerende geschiedenis.

      • Wist je dat van den Eeckhout huwde met N.I.P.Dahler ?
        Als haar voorletters waren N.I.P. (=Nationale Indische Partij) dan was ze een dochter van P.F Dahler ?

      • buitenzorg zegt:

        Dat wist ik, ja, d.w.z., ik kende haar als Paula Dahler, dochter van P.F. Dahler. Weet overigens niet – betwijfel het – of dat huwelijk heeft standgehouden.

      • Dan rijst de vraag in hoeverre de gematigde Dahler zich na augustus 1945 gedistantieerd heeft van de hardliner Eeckhout.
        Het is wel interessant om van henzelf te horen hoe ze hun collaboratie verdedigen.
        Ik verdenk hen ervan het ‘burgemeester-in-oorlogstijd’-argument te gebruiken.
        We moesten wel in de indo-organisaties zitten om voor de indo’s te redden wat er te redden valt. Maar hun loyaliteit was toch niet in de eerste plaats de indo-europese groep.
        Eerder zijn ze te vergelijken met een NSB-burgemeester in Nederland met de loyaliteit bij de ideologie van hun beweging en de keuze de bezetter te dienen.

      • Ed Vos zegt:

        Wellicht terzijde. Pas nadat ik me ging interesseren in de geschiedenis van Indie, 10 jaar geleden, hoorde ik van personen als FE Douwes Dekker, Henry Maclaine Pont, Wolff Schoemaker, Dahler, Eeckhout. Personen waarvan weinigen gehoord hebben. Toch waren het Indo-Europeanen die vanwege hun politieke filosofieen cq overrtuigingen en culturele opvattigen m.i. heel interessant waren (en nog zijn), vooral omdat zij kozen voor de Indonseische zijde.
        Zelfs een Tjalie Robinson, die opkwam voor de indo in de kampoeng werd vaak niet voor vol aangezien.

        Hij lijkt wel dat het verhaal van de indo’ s voornamelijk wordt verteld door sterk pro-Nederlandse indo’s cq indo’s die hun inlandse achtergrond verloochenen (of willen verloochenen).

      • Ed Vos zegt:

        De vergelijking NSB met collaboratie met de Japanners gaat dus niet op. De Jap had zijn eigen filosofie – de bewustwording van de Aziatische volkeren- en de NSB had haar eigen filosofie. Je kunt redetwisten over de ware achterliggende bedoelingen, maar dat wordt een lang verhaal. Waarom zou een inlander een collaborateur met de voor hem Nederlandse bezetter niet als NSB’er kunnen aanmerken?

        Overigens had de NSB in Nederlands-Indie groot succes. Vanwege de rassentheorie haakten velen af, maar los van die rassenleer bleven nog wat ideeen van de NSB (autoritair leiderschap, koloniale opvattingen en dergelijke) nog gangbaar en populair en gingen met de boot mee naar Holland.

      • Eppeson Marawasin zegt:

        @Ed Vos zegt: 16 juni 2013 om 8:05 pm /…/bleven nog wat ideeen van de NSB (autoritair leiderschap, koloniale opvattingen en dergelijke) nog gangbaar en populair en gingen met de boot mee naar Holland.@

        Alleen maar naar Holland meneer Vos? 😉

        e.m.

      • Ed Vos zegt:

        @Eppeson Marawasin
        16 juni 2013 om 8:38 pm——

        Ik weet het niet, ik ben geen wetenschappelijke onderzoeker. Wellicht moet ik hiervoor een kaartje dat mij onder de neus werd geduwd over de indo-diaspora raadplegen, of alle forums nagaan over koloniale uitspraken.

        Maar goed, ik wil met het een ander ook benadrukken, dat niet iedereen die buiten het kamp is gebleven, of onder dwang op 20 jarige leeftijd een pro-jap verklaring heeft ondertekend (om buiten het kamp te blijven) , of mildere verhalen over de Jap vertelt, niet als verrader aanmerken. In die tijd wist je niet voor wie je moest zijn, het leek wel een loterij (wie van de drie?), en aan brainwashing werd dunkt me volop gedaan, en de Nederlanders waren daar als eersten heel bedreven in.

  12. Ed, Ik zie zo veel verhalen van indo’s over indo’s . En die worden in het Nederlands vaak verteld door Nederlanders .Er is niks mis met meer naar het Nederlandse neigen
    Je overdrijft met die verloochening.
    Europeanen die hun naam en hun godsdienst afzwoeren vanuit Indonesisch-nationalistische motieven …. dat is wel verloochening.
    Nee…. islamiet worden om te kunnen huwen is geen verloochening, dat is gewoon kiezen voor je geliefde. En om het hele Indonesische volk te zien als geliefde is een perverse nationalistische analogie.

    Natuurlijk is een vergelijking van de ene collaboratie met een bezetter met een andere collaboratie altijd mogelijk, echter de gelijkstelling van die 2 soorten collaboratie is niet mogelijk.
    Elk verschijnsel is weer anders.
    Maar in dit geval ben ik benieuwd of Dahler en Eeckhout het burgemeestersargument gebruikt hebben. In hun geval kun je zeggen dat ze dan doen alsof ze loyaal zijn aan hun groep , maar het niet waren. ‘hun groep’ was immers daders van groot onrecht in hun nationalistische visie.
    ( in hoeverre was het bij hun en in de Indonesische visie ook een niet-uitgesproken sentiment dat indo’s hun leed verdienen… het waren immers onderdrukkers)
    Plus de revolutionairen waren hartstikke loyaal aan de bezetter. Tot zover kán er wel een analogie zijn met de NSB-burgemeesters.
    Die ook hun natie gingen verraden vanuit……… nationalisme. Nog een analogie.

    • ps Ed..
      geloof je nu zelf wel in dat nobele Japanse imperialisme die heel nobel de bewustwording van de aziatische volkeren wilde ?
      Jaja…. een bewustzijn dat Japan de grote leider moest zijn, dat Japan superieur was, de grote broer . In feite hetzelfde dus als het klassieke Europese imperialisme.

    • Surya Atmadja zegt:

      .Indisch4ever zegt:
      16 juni 2013 om 9:02 pm

      Plus de revolutionairen waren hartstikke loyaal aan de bezetter. Tot zover kán er wel een analogie zijn met de NSB-burgemeesters.
      ————————————————————————————————–
      Dat is nieuw ?
      Voor zo ver ik weet hebben de nationalisten ( hoewel niet allemaal tegelijk) wel in opstand geweest tegen de Japanners.

      Zelfs de 3A gedachten van de Japanners werd als een mislukking gezien door de nationalisten.
      Quote: . “Pada tahun 1943, Gerakan Tiga A dibubarkan karena dianggap gagal ”
      In 1943 werd de 3 A beweging (Nippon als de leider, beschermer en licht/ster van Asia ) 1 jaar geliquideerd .
      Werd vervangen door Putera onder leiding van Soekarno-Hatta (nationalisten) ,Kiai Haji Mas Mansjur ,Ki Hadjar Dewantoro .
      De Jappaners hebben hun agenda zoals inzetten van mensen en bodemschatten voor Japanse doeleinden.
      Om dat te bereiken werd diverse organisaties zoals Barisan Peloporonder leiding Soekarno, Rd Otto Iskandar dinata en nog 2 anderen opgericht.
      Ook( semi) militaire groepen zoals Heiho-Peta , politie taken etc ( vergeet niet de Romusha).
      De Indonesiers hebben ook hun eigen agenda.
      De Masjumi( door Japan opgericht !!) en de PETA gingen later in opstand tegen de Japanners.
      De voorbeelden van de Nederlandse collaboratie (NSB na de inval in Nederland) of andere constructies kan men niet bergelijken met de strijd van de Indonesiers tegen Japan en later tegen Nederland.

      • Welke strijd van de nationalisten tegen Japan? Een relletje links of rechts .? Dat heeft geen naam
        De nationalistische leiders riepen op vooral dankbaar te wezen naar Japan en de bevelen van de bezetter op te volgen .
        Ze zaten samen thee te drinken en vriendjes te wezen. En romusha’s op te roepen zich te laten mishandelen door de bevrijder Japan.
        Die collaboratie met de bezetter kun je altijd vergelijken met de nsb-collaboratie in Nederland . Misschien dronk men hier koffie.

        Je kunt ook andere vergelijkingen maken van Vlaamse nationalisten en de Duitse bezetters. Of de Oekraïense nationalisten die collaboreerden met Duitsland. idem dito het Kroatisch nationalisme.

  13. Surya Atmadja zegt:

    .Indisch4ever zegt:
    17 juni 2013 om 12:42 am
    Welke strijd van de nationalisten tegen Japan? Een relletje links of rechts .? Dat heeft geen naam.
    ————————————————————————————————————————-
    Tya , er is groot verschil tussen “verzet” en verzet.
    Dat had ik gelezen in de Nederlandse verzetsverhalen tegen de Duitse bezetting .
    Of je de fietsbanden of autobanden van Duitsers leeg laat lopen, onderduik adres geven voor Joden, actief zijn als koerier of boodschapper of in gewapende verzet als leden van knokploegen en B.S en met je leven heb betaald.
    Bijna alles is gedocumenteerd en na te lezen.
    Zelfs de rol van Indonesische studenten tegen Nazi Duitsland.

    Dat geldt ook tijdens het verzet tegen de Jappaners door Hizbullah ,Moslim geestelijken , de PETA .
    Is na te lezen .
    Zie Pemberontakan melawan Jepang .
    Indonesisch maar kan vertaald worden door google.

    • Jan A. Somers zegt:

      Toen ik bij het KITLV voor mijn boek foto’s aan het uitzoeken was, ben ik heel veel compromitterende foto’s tegengekomen. Indonesische nationalisten in alle staten van buigingen tegenover de grote baas. Dat is wel wat anders dan strijd. Ik weet het wel, dubbele agenda, maar dat hadden de NSB’ers ook. Gelukkig hoef ik niet meer met mijn vingertje te wijzen. Het is voorbij.
      Wat is dat bij het KITLV overigens een rijk bezit! Licht te verstoffen.

      • Surya Atmadja zegt:

        Dat zal wel voorkomen.
        Tenslotte waren de Jappen in het begin als een “grotere broer” beschouwd als lichtend voorbeeld (de 3 A) hoe een ” inferieure ras” ( geel, kort, krombenig, vooruitstekende tanden plus een groot bril blanke ras vertegenwoordigers onder de voet had gelopen(te beginnen met Rusland).
        Hoeveel foute Nederlanders (buiten de NSB na de inval) hadden “geheuld”/ collaboreert of om ergens anders gekeken hadden toen de Duitsers haar leidende rol in West Europa opeiste ?

        Ik denk dat er veel Indonesiers waren die na een broederlijke samenwerking met de Nederlanders ook met de Jappaners hadden samen gewerkt.
        om hun idealen te verwezenlijken .
        Ik vraag af of mijn (voor)oudersfamilie met de Nederlanders hadden gecollaboreerd of met de Japanners ? .
        Alle Nederlanders die niet in het verzet zaten , de ambtenaren, politie etc . hoe ga je hun benoemen ?
        Collaboreren met de vijand(Duitsers ?) .
        .

      • RLMertens zegt:

        Het hele Nederlands bestuur collaboreerde met nazi Duitsland. Het kon niet anders!
        Om te overleven?
        De Indonesische nationalisten collaboreerden met Japan. Het kon niet anders!
        Voor onafhankelijkheid! (want het werd hun beloofd!)

      • Ed Vos zegt:

        Over collaboratie gesproken, je kunt het doen (of proberen) om het land te redden:

        De op 13 mei 1940 gevluchte koningin Wilhelmina en haar regering waren nog maar net in Engeland of de Britse staatssecretaris van Buitenlandse Zaken kreeg bezoek van de Franse ambassadeur die hem vertelde dat de Franse regering erg verontrust was door de brief die de koningin naar de Franse President had gezonden. Volgens de ambassadeur bleek uit Wilhelmina’s schrijven dat de Nederlandse regering wellicht van plan was om met de Duitsers te gaan onderhandelen:

        http://gerard45.bloggertje.nl/note/20022/14-mei-1940-franse-ambassadeur-verontrust.html

  14. Peter van den Broek zegt:

    Ik denk niet dat een vergelijking tussen de NSB en de Indonesische nationalisten op zijn plaats is of het moeten de foto’s zijn waarbij sommigen buigen maar er zijn ook foto’s waarbij Nederlanders buigen., danwel nationaal komt in beiden woorden voor.

    Iemand dient maar het rijtje vol te maken:

    De NSB had een nationaal-socialistische IDEOLOGIE die gecopieerd was van dhr Hitler, een volksdemocraat bij uitstek…..Indonesische Nationalisten hadden…………………………………
    De NSB wilde een hereniging met Duitsland om een groot- Duits rijk te stichten (Nederland kreeg daarom aan het hoofd een burger (6 en een kwart) en niet een militair….. De Indonesiche Nationalisten streefden………………………………………………………………………………….
    De NSB was antiseministisch, ideologisch gezien met alle gevolgen voor de 110.000 Nederlandse Joodse bevolking……De Indonesische Nationalisten……..
    Nederlanders streden mee in de Waffen SS……….Indonesische Nationalisten. streden ……………………….

    Ik denk dat er wel wat andere overeenkomsten zijn dan het koffie of thee drinken danwel buigen voor wie danook

    • Jan A. Somers zegt:

      Het verschil is wel dat sommigen buigen om slaag te voorkomen, en anderen buigen vrijwillig.

      • Ed Vos zegt:

        Ja maar een oosterse wijsheid zegt ook: De storm speelt met het riet, maar velt de sterkste boom .

      • Eppeson Marawasin zegt:

        Ze hebben vader niet gebroken, maar zijn Japanse ondervragers hebben vader wel leren buigen.

        e.m.

      • Ed Vos zegt:

        Overigens, Pak Eppeson, wanneer ik op Java ben en ik iemand begroet , dan geef ik die persoon een slap handje, geen stevige handdruk (een lichte aanraking met de binnenkant van elkaars vingers is al voldoende) want dan denkt hij/zij dat ik hem/haar wil overheersen. Vervolgens breng ik mijn rechter handpalm naar mijn hartstreek, en maak daarbij een hele lichte buiging.
        Een knik met het hoofd is al voldoende.

        Vrouwen geef ik niet uitgebreid drie pakkerds waar iedereen bij staat; wij zijn op Java/Indonesie en niet in het Brabantse land ;-).

        Vaak heb ik ook de rare gewoonte om wanneer ik een rij zittende mensen passeer (vooral op Bali) dat in gebogen houding te doen met de rechterhand vooruit onder het zeggen van “permisi”. Normaal doet iemand dat wanneer hij hogergeplaatsten passeert. Hoe vaak men dat tov mij deed, ik werd er haast pages van, totdat ik zei dat ze dat niet voor mij hoefden te doen.
        Maar je gaat dus niet een rij zittende mensen passeren met je achterwerk naar ze toe.

        Vroeger toen ik in militaire dienst, waar dus een militaire regime heerst, zat moest ik het niet wagen om niet te salueren wanneer een hoger-geplaatste passeerde: hij sprak mij erop aan of je kon een douw verwachten 😦

      • Ed Vos zegt:

        p.s. en ik buig diep voor uw vader .

      • Eppeson Marawasin zegt:

        Dag meneer Vos, ik herken enkele van de door u geduide beleefheidsvormen en –uitingen. In de Molukse gemeenschap ook gangbaar. Wat zei voetbaltrainer Ron Jans ook alweer tegen Louis van Gaal ‘nederig maar niet onderdanig!’

        Buiten het gezin werd je er ook op aangesproken en gecorrigeerd, zowel door familie als vrienden. Soms vergeet je al dan niet door stress of overconcentratie uit de ene cultuur te stappen om weer in die andere te kunnen functioneren. Op het werk die dag tijdens een COR-bijeenkomst vele handen geschud, ook van bekenden. Die avond, toen ik laat weer thuis kwam, waren Gerard Salempessy, zijn vader en nog twee jongere broers op bezoek. Ik stap natuurlijk meteen op Oom Paul af -long time no see- om de goede man de hand te schudden, en nog voordat onze handen elkaar raakten, riep Gerard vol verbazing in mijn richting ‘wat doe je nou!!!’ Het was het verkeerde begroetingsritueel. Het had uiteraard moeten zijn ‘dag Oom, dag allemaal’.

        Tja, en dan dat slappe handje; kreeg je van die bouwvakkers atau bootwerkers met hun kolenschoppen te horen ‘das toch geen hand geven man, gif’ nou es een echte hand’. Maar ja, die kenden blijkbaar weer het verschil niet tussen een hand geven en een hand fijn knijpen.

        Ik buk ook nog steeds als ik tussen twee gesprekpartners door moet, ook met de rechterhand vooruit verbaal ondersteund door ‘permisi’. Een veel voorkomende handeling tijdens verjaardagsvieringen.

        Wat wij van ons moeder ten ene male niet mochten, was met je benen over elkaar gaan zitten. Niet thuis, niet in de kerk en niet op visite. Of dat er wat mee te maken heeft weet ik niet zeker, maar heel veel later vernam ik dat in sommige Arabische (moslim?)landen het als een belediging wordt ervaren als men tegen de onderkant van je schoen aankijkt.

        Ow … dienstplicht, ik had het graag gewild. Zo dacht ik er op jonge leeftijd over. Militair zijn net als vader, maar ik was buiten mijn schuld;) ‘buitengewoon dienstplichtig’. Maar voor een ‘vrije geest’ zoals u zal zo’n op discipline gebaseerde woon/leefgemeenschap wel een beproeving zijn geweest. I guess. 😉

        Tot slot nog n.a.v. uw P.S. Bijzonder hoe zaken kunnen lopen. Met uw reacties, boekadviezen en linkverwijzingen beschouw ik u als één van mijn leermeesters op het internet met betrekking tot Nederlands-Indische issues en KNIL-aangelegenheden. Ik op mijnbeurt maak voor u een ‘sakeirei’ meneer Vos, in haar respectvolle betekenis.

        e.m.

      • Ed Vos zegt:

        Eppeson Marawasin zegt:
        18 juni 2013 om 9:21 pm
        ———————-

        Pak Eppeson, om kort te zijn voordat we off topic gaan. Ik merk dat uw geschiedenis niet los is te zien van uw Molukse, zoals mijn geschiedenis ook niet los is te zien van de Indoneische.
        Elk mens van groot tot klein waarmee u in aanraking komt, confronteert u met uzelf: ergo elk mens is uw leermeester. Zo vernam ik ooit. 😉

    • RLMertens zegt:

      NSB’ers heulden met de nazi bezetters.
      Indonesische nationalisten verzetten zich tegen de Nederlandse bezetting!

      • Eppeson Marawasin zegt:

        @RLMertens zegt: 20 juni 2013 om 12:44 pm NSB’ers heulden met de nazi bezetters. Indonesische nationalisten verzetten zich tegen de Nederlandse bezetting!@

        –I see. Dus de Nederlanders leverden Romusha’s aan die vriendelijk ogende Japanners bezetters van Nederlands-Indië. Weer wat geleerd vandaag, geloof ik.

        e.m.

      • RLMertens zegt:

        E.M;Nederlanders leverden romusha’s aan Japan?
        Boeng Karno, een Nederlander?, die opriep om voor Nippon te arbeiden?
        Gewoon lezen wat er staat en niet ‘suggereren wat er tussen de regels’ zou staan!

      • Eppeson Marawasin zegt:

        @RLMertens zegt: 20 juni 2013 om 3:24 pm Gewoon lezen wat er staat en niet ‘suggereren wat er tussen de regels’ zou staan!@

        –Met respect heer Mertens, maar u moet het mij natuurlijk niet euvel duiden, dat u een verkeerde vergelijking maakt!

        e.m.

      • RLMertens zegt:

        De vergelijking NBS’ers – Indonesische nationalisten, wat al een gotspé is, is niet door mij gemaakt. Het kwam bij deze topic ter sprake. Persoonlijk vind ik het zelf een belediging! voor hen die ten strijde trokken tegen de bezetter, van welke kant dan ook. De eenige overeenkomst is; ‘een kwestie van kiezen!’ tussen het ‘goede en de verkeerde kant van de geschiedenis’.Ik heb gepoogd dit aan te duiden.Meer niet.

      • Ed Vos zegt:

        Het leven bestaat uit het maken van keuzes, die later goed of slecht voor je uitpakken.
        Soekarno maakte, op grond van zijn doelstelling en informatie, de keuze die het meeste nut en resultaat zou opleveren
        .
        De bi-culturele Indische Nederlanders konden ook kiezen: of voor de Nederlanders of voor samenwerking met de Indonesiers.

        Het resultaat kennen we inmiddels, daarover hoeven we niet moeilijk te doen.

        Je kunt achteraf, op basis van je informatie en de omstandigheden anno 2013, de Jap, De Duitser, De Indonesier nog steeds als je vijand zien: dat is ook een keuze.

        In Afghanistan gaan de Amerikanen, met de Afghanen samen EN de Taliban aan tafel zitten om te onderhandelen en om het land van verder verval en bloedbaden te beparen.

        Ook dat is een keuze.

      • Eppeson Marawasin zegt:

        @RLMertens zegt: 20 juni 2013 om 10:55 pm /…/De eenige overeenkomst is; ‘een kwestie van kiezen!’ tussen het ‘goede en de verkeerde kant van de geschiedenis’.Ik heb gepoogd dit aan te duiden.Meer niet.@

        –Ik heb u nu wel begrepen heer Mertens! Excuus voor de mij veroorzaakte communicatiestoornis.

        @ Ed Vos zegt: 21 juni 2013 om 10:29 am Het leven bestaat uit het maken van keuzes, die later goed of slecht voor je uitpakken.@

        –Precies! In die zin kan een keuze voor het NSB-lidmaatschap voor direct betrokkene legitieme gronden hebben: brood op de plank, carrière enzo meer van die individuele goede bedoelingen.

        Goede bedoelingen liggen ook ten grondslag aan de invoering van de ‘ethische politiek’ of bijvoorbeeld het instellen van de ‘Volksraad’. Toch wordt de Volksraad door een enkele medelezer weggezet als zijnde ‘een fopspeen’. Weliswaar een mening, in dit geval een veroordelende mening, maar het punt blijft dat deze diskwalificatie ten ene male afbreuk doet aan de goede bedoelingen van de pre-Indonesische Volksraadsleden, zowel benoemd als gekozen, voor hun keuze om in de Raad zitting te willen nemen.

        Lagen er kwade bedoelingen ten grondslag aan het indienden van de ‘Petisi Soedardjo’? Heeft dienaangaande de keuze voor het afwijzen van de Petisi Soetardjo goed of slecht uit gepakt? Heeft Nederland een kantelmoment in de geschiedenis gemist?

        Ik heb geen moeite met de keuze(s) van Ir Soekarno ten tijde van de Japanse bezetting van Nederlands Indië. Hij had het goede voor met het Indonesische volk. Den Haag had dat in London ook met het Nederlandse volk. Na 17 augustus 1945 aan beide zijden over en weer goede bedoelingen voor het eigen volk, maar helaas onbegrepen botsende belangen.

        De Nederlandse voormalige minister van Buitenlandse Zaken Drs Ben Bot heeft, weliswaar pas in 2005 niettemin tot waardering aan Indonesische zijde, daarover het volgende gezegd: “Nederland stond aan de verkeerde kant van de geschiedenis.”*** Niet iedereen hoeft het hiermee eens te zijn. Dat mag en moet kunnen. Dan komt men overeen ‘agree to disagree’ en gaat vervolgens over tot de orde van de dag. Bijvoorbeeld ‘Sayah’ in het JavaCafé.

        *** http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1573847/2005/08/19/Ben-Bot-Over-het-verleden-heenkijken.dhtml

        e.m.

        P.S. Bij goede bedoelingen worden meestal geen slachtoffers ingecalculeerd, hoewel ze bij bosjes kunnen vallen.

  15. Peter van den Broek zegt:

    Ik vraag me af hoe dhr. Vos in de bioscoop langs een rij zittende mensen loopt, met zijn voorkant of met zijn achterkant?

    Ik vraag me af of Indischen over het algemeen beter opgevoed zijn dan de gemiddelde Nederlander, want ik denk dat het bij Indischen meer is dan etiquette maar ook een manier van de Indsichen die ik ken om te communiceren..

    Ze geven
    een handje (neutraal) aan vrienden/vriendinnen en bekenden
    een speciaal handje en/of omhelzing aan de betere vrienden/vriendinnen
    een omhelzing en een cheek to cheek aan de beste vrienden/vriendinnen
    Ze willen daardoor aangeven hoe dicht of ver de persoon staat in de intimiteit

    De Indo, die niet gelijk een handkus durft te geven (echt galant gebaar), neemt de hand van de dame/oudere vrouw, draait de hand een kwartslag en buigt zijn hoofd naar de hand toe tot 30 cm, dit als tussenweg want een handkus geven is toch wel een gecompliceerde gebeurtenis, want man en vrouw dienen van het gebaar op de hoogte te zijn. Anders wordt het een soort gesjor.

    Mijn Indo’s spreken vreemden, oudere mensn met U aan. Zelf zijn baas wordt met U aangesproken, ondanks dat hij op je aandringt. De Indo doet dit welbewust om afstand te scheppen danwel repect te uiten, don’t be too close

    En ander heet hangijzer zijn de tafelmanieren.
    Mijn Indo’s wachten rustig totdat iedereen wat eetbaars op zijn bord heeft en valt daarna aan.
    Mijn Indo’s eten altijd met vork en lepel, danwel mes, ook de vis en kip. En mijn Indo steunt nooit met zijn ellebogen op tafel. De Amerikaanse manier om alleen met de vork te eten is hetzelfde als in een McDonalds met mes en vork eten

    Mijn Indo loopt nooit met zijn handen in zijn zakken (in dienst zeiden ze , ben je je kloten aan het warmen), zelfs niet in zijn kolbert. De stijlvolle Indo heeft danook de kolbertzakken dichtgenaaid. Mijn Indo neemt zijn hoed af als hij in een gebouw/woning binnenkomt.

    Bij binnenkomst van een verjaardag groet ik iedereen.
    In mijn dienstplichttijd was de groetplicht afgeschaft. Ik kwam als jong luitenantje eens op het Lange Voorhout in Den Haag een Vlagofficier en 2 kolonels tegen. Ik twijfelde , moet ik een vlagofficier groeten ja of te nee? ik keek hen aan en zij keken mij aan. Op 20 meter afstand groette ik hun en marcheerde voorbij. Zij groetten mij terug………in geval van twijfel……ik denk nog met genoegen aan die gebeurternis terug

  16. Surya Atmadja zegt:

    Collaboratie is heulen met de vijand .
    NSB-rs zijn Nederlanders die na de inval van Duitsland in Nederland (nog steeds) samenwerken/heulen met de vijand.
    Vele Nederlanders werken nog steeds met de Duitsers toen ze hun land bezetten .
    Sommigen nemen zelfs diens in het Duitse legers.
    Wie en hoeveel ze waren zou ik niet weten .

    Indonesische nationalisten werken niet met de vijand van het volk van Indonesia.
    Dus ik begrijp nogb steeds niet dat er nog Nederlanders zijn die nu nog niet weten wat het woord collaboratie is .

    Indonesia kent ook collaborateurs ( Indonesiers ) die met de vijand ( Nederland) samenwerken .
    Ik ken persoonlijk een oud school/streekgenoot van mijn ouders .
    Hij zat bij de inlichtingendienst(?) en waren meegegaan met de Nederlanders toen Indonesia merdeka werd. Zoals hij zeide :we worden gezocht
    Ze kwamen mijn ouders bezoeken in Amsterdam ( als oude vrienden) , het is lot of eigen keuze geweest dat ze uit elkaar waren gegaan.

    • Eppeson Marawasin zegt:

      @Surya Atmadja zegt: 20 juni 2013 om 2:50 pm Collaboratie is heulen met de vijand.@

      –Gelukkig houdt het dus in historische zin voor Soekarno per 17 augustus 1945 op collaborateur te zijn geweest met de vijand i.c. de Japanse bezetters van Nederlands Indië.

      e.m.

  17. Peter van den Broek zegt:

    Meneer Atmadja snijdt daar wel een teer en essentieel punt aan: de Indonesiers waren voor de wet in Indie alleen maar onderdanen, dus geen volwaardige burgers= citoyen van het Grootrijk het parlementaire democratisch Koninkrijk der Nederlanden. vergeet niet dat alhoewel de nationalisen aan Nederland aanboden om samen het eilandenrijk to de Jappane te verdedigen, dit aanbod werd door de Nederlanders hautain ter zijd gelegd, dat tekent wel de verhoudingen.

    Dus een gelijkstelling van NSBers met Indonesische nationalisten is volledig misplaats maar is niet door een serieus argument ondersteund. Dat ir Sukarno door de Telegraaf in de 50er jaren met dhr Hitler is vergeleken kan alleen geplaatst worden in de meest goedkope Goebbels-propaganda, dus ook die latanie van woorden over collaboratie, buigen en koffie-drinken.

    • Jan A. Somers zegt:

      Bij de rechtstoekenning werden Inlanders, Europeanen, en Vreemde Oosterlingen als etnische groepen nevenschikkend genoemd. Het verschil betrof de nationaliteit, Inlanders en Vreemde Oosterlingen hadden niet vanzelf de Nederlandse nationaliteit, dat kon ook niet. En van de Europeanen alleen de Nederlanders. Een Belg had bijvoorbeeld de Belgische nationaliteit en was daarom geen onderdaan. Wel waren het allemaal ingezetenen. Ik ben het met u eens: net als elke indeling niet gemakkelijk.

      • Surya Atmadja zegt:

        Waarom krijgen de Surinamers , Antilianen wel de Nederlandse nationaliteit ?
        En de bewoners van Nederlands Oost Indie dat niet ?
        Of willen ze dat niet ?

      • Jan A. Somers zegt:

        “Waarom krijgen de Surinamers , Antilianen wel de Nederlandse nationaliteit ?” Dat weet ik eigenlijk niet. Inlanders werden als landskinderen gezien met een ‘Inlandse’ nationaliteit (die juridisch niet bestond). Hun reispapieren werden wel door het gouvernement verzorgd, net als de papieren van Nederlanders. Van een Belg weer niet, die moest naar het Belgische consulaat. Eigenlijk wel opmerkelijk dat Inlanders al een eigen status hadden (binnenlander), net als de buitenlanders die geen landskinderen waren. Zelfs de Nederlanders waren een soort ‘buitenlanders’, in tegenstelling tot de Inlanders. Maar dezen waren net als de Nederlanders wel onderdanen van het Koninkrijk der Nederlanden, en natuurlijk ook ingezetenen. Het was knap ingewikkeld, en voor de staatsrechtgeleerden , zoals Van Vollenhoven, dan ook een ‘janboel’. Goede bedoelingen die niet alleen de mist ingingen, maar bij de (Indisch)Nederlandse bevolking ook nog de bron werd van apartheid wat oorspronkelijk niet de bedoeling was..
        De genoemde Surinamers en Antilianen konden in Indië geen Inlanders zijn. Ook geen soort van buitenlanders aangezien ze ook afkomstig waren uit het Koninkrijk. Mogelijk vielen ze daardoor onder Europese rechtsbeginselen, net als de Nederlanders (en Japanners net als vele andere nationaliteiten die ook geen Inlander konden zijn). Maar Nederlandse nationaliteit?

    • Surya Atmadja zegt:

      En toch hadden leden van de Perhimpunan Indonesia( Indonesische studenten) meegevochten tegen de bezetting van Nazi Duitsland in Nederland
      Sidartawan over leed in Dachau.
      Parlindungan overleefde Schoorl, Amersfoort, Oranienburg en Buchenwald.
      1941 en 1942 zijn ze actiever geworden, naast Setiadjit (Sweers) behoorden Soenito(Frits de Bruin),Soeripno(Karel van Delft),Maroto Daroesman(Nico van Zuilen) tot de P.I leiding.
      Grote groepen zijn actief in Amsterdam,Leiden, Den Haag, Rotterdam(4 personen), Delft : Hadiono Koesoemo Oetoyo en Moorianto Koesoemo Oetoyo .

      Moorianto K.O en Ticoalu waren leden van Studententensectie van B.S.
      Utrecht en Wageningen hadden vijftal leden.
      Andere gevallen Indonesiers, Moen Soendaroe (Neuengame), Irawan Soejono , (zoon van Prins Soejono.)Ook bekend als Henk van de bevrijding, lid v/h studentencommando van de Leidse BS, lid van de Indonesische gevechtsgroep.
      Rawindra Noto Soeroto en zijn zusters waren ook actief ( Kinderen van Raden Mas Noto Soeroto).
      Evy Poetiray, Djoedjoe Soetanandika waren ook actief .
      Bij de P.I activiteiten betrokken Indonesiers waren 60 tot 110 personen genoemd.
      Studenten uit goede Indonesische familie (ook meisjes ) hadden hun nek uitgestoken , solidair te zijn met de bezette Nederland .
      Sommigen hadden met hun leven betaald .
      Ondanks dat ze Nederlandse onderdanen zijn .

      Hoop dat Nederland hun inbreng niet vergeet .

    • Jan A. Somers zegt:

      Met het begrip ‘burger’ kom je in het staatsrecht niet ver (bestond wel in het Romeins recht). Alle mensen uit het Koninkrijk der Nederlander waren in ieder geval onderdaan van het Koninkrijk, en uiteraard ook ingezetene. Alleen werden de Inlanders gezien als ‘binnenlander’, vallend onder de rechtsbeginselen van Inlanders. Nederlanders werden gezien als ‘buitenlander’, en vielen onder de rechtsbeginselen van Europeanen (niet van Nederlanders!).
      Restant van ‘burger’: ik ben civiel ingenieur, dat was heel vroeger als burgerlijk ingenieur verschillend van militair ingenieur. Al kwamen ze vroeger uitr hetzelfde onderwijs! En het burgerlijk recht, tegenover strafrecht, staatsrecht enz.

      • Peter van den Broek zegt:

        Ik heb BEWUST het begrip burger in de zin van “citoyen” gebruikt om terug te grijpen naar de Franse Revolutie, waar bij dit begrip eigenlijk in haar ware betekenis wordt gebruikt: burger is een onderdeel van een stad (cité) /staat die deelneemt aan een project. Het burgerschap houdt burgelijke en politieke rechten en plichten in en definieert de rol van de burger in de stad/staat.

        In juridische zin is het een principe van legitimiteit: een burger is een onderwerp der wilsbeschikking en uiting. Het burgerschap symboliseert het respect voor de rechten en plichtenvan de burgers van een staat.

        Hoe het begrip burger (vrijheid, gelijkheid en broederschap) in Indie is toegepast kunnen we wel zien dat we te maken hebben met een koloniale maatschappij. Het meest gigantische juridisch zooitje is in elkaar gedraaid om de koloniale, dus blanke heerschappij te rechtvaardigen. Anders waar blijft het one-man one-vote principe. Dat is toch in de Indische maatschappij met de voeten getreden

        Als we het “onderdaanschap” (het woord al is anti-democratisch) vergelijken met het EU-burgerschap dan kunnen we blij zijn in een democratisch maatschappij leven. Dus burger in de zin van citoyen heeft wel degelijk bestaansrecht, tenminste in het Europees recht

  18. Surya Atmadja zegt:

    Jan A. Somers zegt:
    21 juni 2013 om 11:41 am

    “Waarom krijgen de Surinamers , Antilianen wel de Nederlandse nationaliteit ?” Dat weet ik eigenlijk niet. Inlanders werden als landskinderen gezien met een ‘Inlandse’ nationaliteit (die juridisch niet bestond).
    ———————————————————————————————————————-
    Ik weet nog het verhaal van mijn vader, de leraar vroeg wie Nederlanders waren.
    Toen hadden een paar donker getinte klasgenoten, weet niet of het Surinamers zijn maar met een donkere huidskleur ( zo zwart als een arang=houtskool) hun handen opgestoken.
    Tja dan zit mijn vader en andere landskinderen vreemd te kijken .

    Indonesiers kennen ook de term Blanda hitam , werd gebruikt tegen de KNIL soldaten .
    Voor de invoering van de wet Nederlanderschap van 1892 hadden de “landskinderen” dezelfde status als andere bewoners van rijksdelen.
    Dat werd afgepakt , gelukkig maar want de landskinderen waren snel wakker geworden dat ze als minderen werden gezien door de totoks.
    Zelfs de landskinderen met een hogere Nederlandse opleiding en vorming werd per definitie als de mindere van de Nederlanders gezien .

    • Jan A. Somers zegt:

      “Voor de invoering van de wet Nederlanderschap van 1892 hadden de “landskinderen” dezelfde status als andere bewoners van rijksdelen. Dat werd afgepakt “.
      In theorie was dit een grote verbetering! De Inlanders (landskinderen) hadden andere rechtsbehoeften dan bijvoorbeeld de Surinamers en Nederlanders, bijvoorbeeld het adatrecht. Dat werd nu voor hen geldend recht en als zodanig ook opgewaardeerd in de rechtswetenschap. Maar tegelijkertijd konden Surinamers in Indië niet onder de rechtsbedeling (adatrecht) van de Inlanders vallen, het waren geen landskinderen, daar moest een ander vakje voor worden gevonden. Een verbetering van het rechtssysteem, maar wel ingewikkeld, en door (Indische)Nederlanders misbruikt om hun eigen status te verhogen.
      Ik denk niet dat die Surinamers uit uw klas de Nederlandse nationaliteit hadden, maar ondergebracht waren bij de rechtsindeling voor Europeanen (net als Japanners en andere nationaliteiten waar ze geen raad mee wisten). Maar misschien voelden ze zich wel verheven boven die inlanders (met kleine i!).

      • Jan A. Somers zegt:

        Aanvulling: Als laatbloeier in de rechtenstudie had je veel diversiteit in de groep. Er was eens een discussie over de problemen met tentamens in een bepaald vak. Uit het clubje Surinamers klonk het: ik bel morgen de ambassadeur wel. (schiet niet op de pianist!)

      • Surya Atmadja zegt:

        Even doorborduren over rechtsbehoeften.
        Als een Inlander een HBS , TH of RHS diploma had , hoe wordt hij behandeld tijdens een sollicitatie voor een baan of bij een conflict met een Nederlander/Europeaan of met de Nedrlands Indische overheid ?
        Het verhaal over die donkere Belandas (met banyak tingkah-veel poeha) was verhaal verteld door mijn vader .
        Ik ken alleen maar aardige Belandas , ben ook geboren als vrije Indonesier.

  19. Surya Atmadja zegt:

    Eppeson Marawasin zegt:
    21 juni 2013 om 3:22 pm
    Goede bedoelingen liggen ook ten grondslag aan de invoering van de ‘ethische politiek’ of bijvoorbeeld het instellen van de ‘Volksraad’. Toch wordt de Volksraad door een enkele medelezer weggezet als zijnde ‘een fopspeen’. Weliswaar een mening, in dit geval een veroordelende mening, maar het punt blijft dat deze diskwalificatie ten ene male afbreuk doet aan de goede bedoelingen van de pre-Indonesische Volksraadsleden, zowel benoemd als gekozen, voor hun keuze om in de Raad zitting te willen nemen.
    —————————————————————————————————————–
    1.Feit:
    Hoe is de samenstelling van de Volksraad, wie zijn de leden , door wie gekozen ?.
    Wat is de bevoegdheid van de V.R , de rol van de Gouverneur Generaal , hebben alle “inlanders” stemrecht ?.
    —– etc.
    2.Hoe ziet de inlandse leden hun eigen rol .
    Het is bekend dat een paar van de leden gevangenisstraf en verbanning op hun broek kregen , of ze worden genegeerd ( zoals Soetardjo).
    Zelfs Mohamad Hoesnie Thamrin een moderate volksvertegenwoordiger uit Batavia werd in de gevangenis gestopt .
    Dus we zullen de ongezouten meningen van die Inlandse volksvertegenwoordigers niet exact kunnen horen , maar wel kunnen raden .
    Het is wel frappant dat vele ex leden van de Volksraad uiteindelijk hun keuze hadden gemaakt om tegen de Nederlanders te “vechten” . (Is ook een feit).

    • Peter van den Broek zegt:

      Rechtsbehoeften ken ik in het Nederlands Recht maar ik ben ook niet in Recht afgestudeerd. Ik ken wel Rechten en Plichten van het Staatsburgerschap. Behoeften is een subjectief begrip en dus wat moeilijk plaatsbaar in een Rechtssysteem

      En dan nog iets Artikel 1 Grondwet, onze Grondwet die geldt in het Koninkrijk der Nederlanden, biedt een belangrijke basis voor de bestrijding van discriminatie. In dit artikel staat namelijk het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod geformuleerd. Het artikel geeft aan dat gelijke gevallen gelijk behandeld dienen te worden (gelijkheidsbeginsel) en dat discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook niet is toegestaan (discriminatieverbod). Het gelijkheidsbeginsel en het verbod van discriminatie zijn een van de meest fundamentele beginselen van onze rechtsorde, dus ONZE rechtsorde

      Wil iemand mij verklaren hoe dat rijmt met de Nederlandse politiek in Indie mn de extra territoriale rechten van de GG t.o.v. onze parlementaire democratie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s