Op zoek naar Ataka

Waar lag Ataka? Dit is de centrale vraag in een hoofdstuk van Het Oostindisch kampsyndroom van Rudy Kousbroek.[i]  Van het kamp waar tussen 1945 en 1947 tienduizenden repatrianten op weg naar Nederland een kledingpakket uitgereikt kregen, herinnerde de schrijver zich in 1983 nog slechts vaag enkele loodsen in de woestijn, een orkest van krijgsgevangenen en een spoortreintje. Maar wáár het lag, dat wist hij niet meer precies.

Koers West

Op zoek naar de locatie nam Kousbroek het boekje Koers West van de Repatriëringsdienst Indië in handen, en las daar het volgende:

Jebel Ataka en Suez, 1869

“Twintig mijl ten Zuiden van Suez rijst plotseling uit de eentonige vlakte der woestijn het Eybardogebergte op. Aan de voet daarvan ligt de haven Adabya. Deze haven hebben de Geallieerden aangelegd gedurende de oorlog in Noord-Afrika. (…) Vanzelfsprekend werden rond deze haven loodsen en tentenkampen gebouwd, welke laatste zich mijlenver in de woestijn uitstrekten. (…) Zulk een kamp bij de haven van Adabya is Ataka.”

Kousbroek vond nergens op een kaart de aanduiding Ataka, maar wél de naam van een berg Djebel Ataka. Hij veronderstelde toen dat dáár ongeveer, zoals in Koers West staat aangegeven op ongeveer 8 kilometer van de haven Adabya, het kamp moet hebben gelegen.

´Rising aerially´

Omgeving Ataka

Bijna dertig jaar later doe ik het onderzoek van Kousbroek nog een keer over, en hoop met behulp van het internet een wat nauwkeuriger locatie te vinden. Dat blijkt nog niet zo eenvoudig. Met behulp van satellietbeelden krijgen we wel een goed overzicht van het gebied, echter weinig kaarten dragen de naam Ataka. Vreemd genoeg levert een gravure van anderhalve eeuw geleden nog het mooiste beeld op: de 871 meter hoge berg Jebel Ataka (ook wel gespeld Djebel Ataka, Gebel Ataka, Jebel Ataqah etc.) rijst recht op uit de vlakte rond de stad Suez. De Britse schrijfster Florence Caddy beschreef in 1889 het zicht op de berg vanuit het Suez Kanaal:
Off at daybreak. I was up on the bridge by half-past seven, just before we entered the canal ditch, whose steep banks shut out the view of the desert ondulations, and we could only see Jebel Ataka rising aerially blue behind the yellow ridge.[ii]

Stofwolk

Ataka, anno nu

Uit enkele geologische verwijzingen blijkt dat de berg uit kalksteen bestaat, zeg maar hetzelfde spul als waarvan Zuid-Limburg is gemaakt. En dit laatste geeft misschien weer een verklaring voor de afbraak van alle oudere gebouwen in dit gebied. Kalksteen is een ideaal produkt voor de cementindustrie. Als we met behulp van Google Earth inzoomen op de plaats waar het repatriëringskamp moet hebben gelegen, dan zien we over een lengte van een kilometer of tien allerlei afgravingen, omgeven door één grote stofwolk.

Als Koers West op dit punt nauwkeurig was en de opgegeven afstand klopt, dan weten we ook vrij nauwkeurig de locatie van het kamp: van de haven van Adabya rijden we naar het noord-westen en bij de splitsing twee kilometer verderop volgen we de weg naar links, landinwaarts. Dan, zes kilometer verderop, dáár waar de weg zich weer van het gebergte verwijdert, dáár vinden we de plek waar ooit kamp Ataka moet hebben gelegen.

 

.

Over Ataka lees verder:
De reis van hun leven (22 december 2010),
Swinging Ataka (7 januari 2011) 

[i] Kousbroek, R., Het Oostindisch kampsyndroom. Amsterdam, 1992. pp. 13-18.
[ii] Caddy, F.,  To Siam and Malaya. London, 1889.

Dit bericht werd geplaatst in 4. Nederlands-Indië overzee en getagged met , , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

28 reacties op Op zoek naar Ataka

  1. Mr.dr.ir. J.A.Somers zegt:

    Als je met een vol troepentransportschip (Sloterdijk) onderweg bent vanuit de chaos in Indië, was Ataka een verademing. Wat mij nog steeds verbaast is de snelle verstrekking van de kleding. Mij is verteld dat het dames waren van Gerzon, C&A e.d. die op het oog een goede schatting konden maken van je maat. Mij paste het in ieder geval goed, alhoewel de stropdas, bretels en het colbertje een nieuwe ervaring voor mij waren. Ik moet ergens nog een setje prentbriefkaarten hebben, maar verhuizingen hebben gezorgd voor enige wanorde.

  2. Ami Emanuel zegt:

    De herinnering: de reis per M.S. Tegelberg, augustus 1946, van Tandjong Priok naar Amsterdam.
    Het vervoer van de passagiers van de ‘Tegelberg’ naar de wal ging per sloep, waarna wij met een treintje naar ‘Ataka’ gingen,
    In loodsen vond verstrekking plaats van voor het Nederlandse klimaat geschikte kleding, waarna een drankje kon worden genuttigd op een hiertoe gereed gemaakt deel met tafels en stoelen. Een als een extra tractatie ervaren gebeuren.
    Bijzonder hierbij was dat op een bescheiden podium een groepje (Duitse, Italiaanse ?) krijgsgevangenen voor wat gezellige muziek zorgde.
    Het bijzondere en opvallende in de herinnering was dat deze musici een donkerblauwe ruit op de achterzijde van de broek hadden.
    Het kwam bij mij over als teken van hun omstandigheid van krijgsgevangene.
    Dit was door Rudy Kousbroek in zijn verslag in ‘Het Oostindisch Kampsyndroom’ evenwel niet benoemd.
    Mijn leeftijd toen: 14 jaar (in sept. 1946 15 j.)

  3. J.A.Somers zegt:

    Mij werd ook verteld dat het orkestje bestond uit krijgsgevangenen, verder niet over nagedacht. Maar in 1946 waren er toch geen krijgsgevangenen meer? Of achtergebleven met een contract met het Rode Kruis?

  4. buitenzorg zegt:

    In 2005 publiceerde de geoloog Max R. Cleintuar een bundel verhalen onder de titel ´Reizen voor Tridacna´. In één van deze verhalen vertelt hij over een ontmoeting die hij had gehad in de jaren ´50 in Duitsland, in het plaatsje Detmold. Een Duitse man vertelde hem dat hij kort na de oorlog als POW-er dienst had moeten doen als violist in een orkest van krijgsgevangenen in Ataka.
    Cleintuar, zelf in 1946 in Ataka van kleding voorzien, herinnerde zich dat het bedienend personeel in deze plaats Egyptisch was, maar dat op een primitief podium een orkest van blonde muzikanten speelde, allen gekleed in blauwe uniformen waarop met grote witte letters op de rug stond te lezen: ´POW´.
    Het orkest speelde nummers die vlak na de oorlog populair waren: ´La Paloma´, ´Don´t fence me in´en ´Chattanooga Choo Choo´.
    ´Het was een moeilijke tijd voor ons, krijgsgevangenen,´zei onze muzikant mistroostig. ´We mochten nog niet naar huis.´
    (Max R. Cleintuar, Reizen voor Tridacna. Heerhugowaard, Gigaboek, 2005)

  5. Robert B.R. Piera zegt:

    Wie van ons die dit meegemaakt hebben zullen het ooit vergeten ? Ik kreeg een “plusfour” (onder meer). Bij aankomst in Holland werd ik op school nagescholden met “Hé ! Drollenvanger!”. Dat zal jalousie geweest zijn (Januari 1946 en bitter koud) want de Nederlandse bevolking had ook geen goede winterkleding meer. Ik had ook een lekkere warme winterjas en hoge, laars-achtige en niet-lekkende schoenen.Ik herinner me het “bandje” ook goed en we kregen ook te eten daar: witte boterhammen met boter en kaas.”sandwiches”. Ik was 15.

  6. Tineke Stijkel-Frans zegt:

    in mijn herinnering gingen we met bussen naar Ataka.
    wie kan dit bevestigen? wij gingen half februari 1946 naar
    Holland.

    • buitenzorg zegt:

      Uit ‘Koers West’ van de Repatrieringsdienst (1946?):
      “In groepen van 300 personen gingen de passagiers van boord en werden meestal per trein, maar soms ook per bus, naar de grote loods, op vijf mijl afstand van de haven, vervoerd.”
      Je geheugen is goed, Tineke!
      Bert

  7. Jan A. Somers zegt:

    Ik ging half 1946 met eenn treintje, bestaande uit goederenwagons. Ik moet daar nog een foto van hebben.

  8. wiebe molhoek-huigens zegt:

    Toen wij met verlof naar Nederland gingen in 1948, kregen we in Ataka onze kleding. Was er ook niet sprake van muziek waar we mee werden opgevangen?Ik herinner me nog de akelige kriebelkousen en de dikke jas die ik aan moest doen.We kregen als meisjes ook een soort trainingspak…

  9. Ælle zegt:

    Ralph Ockerse, born in Brussels and his sister Evelijne (Meis) Blaney- Ockerse, born in Ambon, were there to testify.
    ~ Our Childhood in the Former Colonial Dutch East Indies: Recollections before and during Our Wartime Internment by the Japanese [Paperback]
    ISBN: 978-1-4568-8972-2 Hardcover
    ISBN: 978-1-4568-8971-5 Softcover/ Ebook 978-1-4568-8973-9

  10. Marijke Hageraats zegt:

    Mijn moeder beschreef in een brief aan haar moeder haar tussenstop in Ataka. Hier het fragment: Zondag 21 juli 1946 zijn we ’s morgens vroeg in Suez gearriveerd. Vlug, vlug ontbeten, toen naar’t dek gehold. Landschap was prachtig. Vol verwachting klopte ieders hart. We lagen aan een soort pier, waarlangs de trein reed en ’t eerste wat we zagen waren Duitse krijgsgevangenen die hun werk aan de haven hebben en die te herkennen zijn aan een tembellan zwart goed wat ze op de rug van hun blouse hebben. Nieuwsgierig keken ze tegen ‘t schip open staken af en toe de hoofden bij elkaar. Waarschijnlijk zullen ze niet veel fraais over ons gesproken hebben. Niemand mocht het schip af. Maar wel mochten de Egyptische handelaren aan boord komen met allerlei artikelen zoals kettingen, portefeuilles, sigarettenkokers, tassen en armbanden. Doch toen was de 1e groep (waaronder Winnie en de hele jeugdzorgbedoening) reeds verdwenen om de zo begeerde winterkleding in ontvangst te nemen. In een piepend en schommelend treintje ging het dan. Na 3 minuten gereden te hebben stonden we weer stil. Ik zat met nog een ander meisje op de treeplank met de benen bengelend buiten boord. Met een reuze schok zetten de trein zich weer in beweging. Dwars door de woestijn ging het. Geen boom te zien, alleen hier en daar een bosje gras. Overal smerige Arabieren in jurken reikend tot aan de grond, met lange mouwen en liefst helemaal zwart.
    Hoewel ’t nog vroeg was, was de hitte groot, groter dan ik ooit in Batavia heb meegemaakt. Uitroepjes links en rechts om ’t nieuwe en ongewone.
    Rotsgebergten op de achtergrond zo kaal en troosteloos zonder een plekje groen.
    In de verte een soortgelijk treintje als waarin wij schommelden. We passeerden een primitieve overweg bestaande uit slechts een lange stok. Een Egyptenaar stond ernaast en liet grijnzend z’n tanden zien toen we hem toewoven. „Harifoet, harifain, salam alaikum!!” enz. enz. brulde het stelletje in onze wagen. Hij lachte niet begrijpend maar vriendelijk.
    Even later kwamen we rakelings langs een interneringskamp voor Duitsers en Italiaanse krijgsgevangenen. Ze stonden naar ons te kijken, we groetten niet, kregen ook geen handzwaai. Raar gezicht, alleen prikkeldraad en vrije doorzicht in’t kamp en bij allemaal die gekke zwarte plek op de rug.
    We kwamen voor we’t eigenlijk goed wisten op de plaats van bestemming aan.
    Heren van de commissie waren zo vriendelijk, om direct trapjes aan te dragen om ons de gelegenheid te geven om als nette mensen uit te stappen. Helaas begreep ik de goede bedoeling te laat en stond al op de begane grond voordat ’t trapje op de juiste plaats stond. Verbaasde en minachtende gezichten van de heren. De hele staf, kapitein en majoor incluis, was met ons meegegaan voor de administratie en voor de zorg voor orde en regelmaat.
    Allereerst toen we in een grote groep in de poort stonden, begon de band, die uitsluitend uit Duitse krijgsgevangenen bestaat,te spelen (ik voelde me koningin van Sheiba!). en toen kwam er een deftige meneer met een pet op en gehuld in een of ander uniform. Hij wuifde even met z’n hand waarop de muziek opeens afbrak en begon, nadat hij eerst op een of ander podium was geklommen, een warme speech te houden waarin hij ons hartelijk welkom heette namens de Nedrepal en ons uitlegde hoe ’t binnen de loods geregeld was om ons zo goed en zo vlug mogelijk te kleden. Alvorens dat zou gebeuren, moesten we allen eerst doorgehikt worden!
    De deftige meneer klom van zijn verhoging en wuifde weer met zijn hand waarop de muziek enthousiast verder begon te spelen. We wandelden hierop trots en fier de loods binnen, die werkelijk fantastisch leuk versierd was met vlaggen van alle landen en met bonte wimpels.
    Aan de rechte kant was een kindertuin waar de kinderen zich naar hartenlust konden amuseren met schommels, wippen, glijbanen enz. enz.
    Allereerst wandelden we naar de verschillende toonbanken, waarop allerlei heerlijkheden zoals roomsoezen, appeltaartjes, saucijzenbroodjes, taartjes, belegde broodjes, druiven, klappertaartjes e.d prijkten. Onze gang bestormden de heerlijkheden en weldra waren de druiven „finished” zoals de Egyptenaar die dat uitdeelden, glimlachend zei.
    Dezelfde deftige meneer van zo even verkondigde dat de dames en kinderen van no. 1 t/m 30 zich konden laten doorlichten en daarna de kleding in ontvangst konden gaan nemen. Ik had no.122 en had dus nog de tijd. De band speelde vrolijk verder en wel zo, dat m’n benen niet stil konden blijven. Daarom maakte ik ’n paar rare danspassen midden in de loods, waarop Jackie Gaemers ook gek begon te doen, waarop ’t beroemde stelletje prompt de slappe lag kreeg.
    We zaten net kauwende en drinkende natuurlijk toen er een fotograaf op ons afstevende, die we meteen gecharterd hebben. We hebben allerlei foto’s laten maken. Ben benieuwd of we ze nog opgestuurd krijgen. We hebben ons zo een tijdlang geamuseerd, totdat we aan de beurt kwamen. Ben gelukkig goedgekeurd bij de doorlichtingsbeweging.
    Daarna, nadat ieder een label met onze naam erop had gekregen, werden we in een gang gedreven, waar aan de rechterkant verschillende hokjes waren afgezet, waarin we de kledingstukken kregen. In de eerste kregen we een levensgrote zeildoeken handbag, waarin 3 zakdoeken en een handdoek gestopt werden. De label werd aan de hengsel van de tas gebonden en we werden doorgestuurd. Bij’t volgende werden we voorzien van 2 broeken, 1 bh, 2 onderjurken, 2 flanellen pyama’s. daarna mochten we kiezen tussen een rok + blouse (warm) of een winterjurk. Ik nam een grijze rok en een okergele sportblouse (met lange mouwen). In de verschillende kleuren was er voor de 1e groep helaas niet veel keus. Nog een katoenen jurk + bruine schoenen. Toen dachten we een jas te krijgen. Mis evenwel. De gezette en zwangere vrouwen kregen alleen een jas en wij een mantelpakje. Ik nam een klein ruitje (rood, bruin en een beetje blauw) en een pastelblauw groene sportblouse.
    Verder kregen een witte en een knalroze sjaal, waarvan een als hoofddoek gebruikt moest worden. Die knalroze kan ik natuurlijk nergens bij dragen, dus die ga ik tjetten (=verven).
    Verder ben ik erg verbaasd en blij dat Jip en Joop op weg naar Holland zijn en hoop dan maar dat Jip per ongeluk 1 jas teveel heeft.

    • Marijke Hageraats zegt:

      Bij mijn verhaal horen nog 2 foto’s maar ik weet niet hoe ik ze kan plaatsen.

      • Rob van Weerden zegt:

        Bedankt Marijke voor je prachtige bijdrage! Wij (Moeder, grote broer en ik zelf) zijn in jan/feb1946 met de Johan van Oldenbarnevelt gerepatrieerd naar Nederland. Ik herinner mij niets van die tijd (gelukkig) en mijn moeder heeft er later nauwelijks over gesproken, maar door deze site krijg ik nu een beetje een beeld. Ik dacht dat de plaats Itaka heette, maar kwam al surfend op het internet bij Ataka en deze site terecht.
        Ik ben benieuwd naar foto’s (die je als ‘aanhangsel’ aan een e-mail kunt toevoegen of met wetransfer. Ga daarvoor naar
        https://wetransfer.com
        Daar staat een eenvoudige methode beschikbaar voor versturen van bestanden zoals
        foto’s van maximaal 5 GB totale lengte. Het is gratis. Vraag bekenden eventueel om hulp indien nodig. )
        Ik heb slechts 1 foto uit die tijd en probeer die hier mee te sturen. Als dat niet lukt, dan kan het alleen als hier boven beschreven maar daarvoor is een e-mailadres nodig waar ik het toe kan sturen.
        Ik stuur een kopie van dit bericht ook naar Bert Immerzeel en dan ook de foto d.m.v. wetransfer.com zodat hij die misschien kan toevoegen want meesturen van hier uit blijkt niet te gaan.

        Met vriendelijke groet uit het prachtige Driebergen,
        Rob van Weerden

    • Jan A. Somers zegt:

      Ik heb ook nog een hele serie foto’s die je daar kon kopen, maar die liggen diep verborgen in een van de schoenendozen. Wat ik zo geweldig vond is dat het de eerste keer na vele jaren was dat we ergens hartelijk werden ontvangen en verwend. Je kon je lekkers zelf bij elkaar sprokkelen en in een luie stoel opeten. Met de laatste swingnummers. (en Dixieland!)
      Mij is verteld dat de dames van de kledinguitdeling werkzaam waren bij kledingzaken als Gerzon en C&A. Ze keken even naar je, en wisten meteen de juiste maat. Het paste bij mij goed. Die tas hebben we nog steeds. Ik gebruik ook steeds het begrip Duitse krijgsgevangenen, maar het was wel lang na mei 1945!. Wie weet hoe dat zit? Alles bij elkaar een leuke onderbreking van de reis met de bedden vier hoog in de ruimen van de Sloterdijk.

    • buitenzorg zegt:

      Mooi verhaal, Marijke, en een prachtige toevoeging. Zou je mij de foto´s kunnen sturen, zodat ik kan proberen ze aan het artikel toe te voegen?
      bert.immerzeel@gmail.com

  11. Rob van Weerden zegt:

    Best Bert,
    Ik probeer op goed geluk via jou mijn enige foto van Ataka toe te voegen naar aanleiding van de bijdrage van Marijke Hageraats. Ik stuurde haar een reactie met daarin o.s een methode om foto’s op te sturen. Misschien is die voor jou ook bruikbaar om foto’s voor toevoeging door te sturen naar de beheerder van deze site?
    Hier onder een kopie van mijn bericht naar Marijke Hageraats.
    Mijn foto stuur ik je d.m.v. ‘wetransfer’ waar je dan een e-mailtje ontvangt met een ‘linkje’ (URL)
    waar je de foto mee kunt downloaden.
    Ik ben benieuwd!
    Groeten, Rob van Weerden

    Bedankt Marijke voor je prachtige bijdrage! Wij (Moeder, grote broer en ik zelf) zijn in jan/feb1946 met de Johan van Oldenbarnevelt gerepatrieerd naar Nederland. Ik herinner mij niets van die tijd (gelukkig) en mijn moeder heeft er later nauwelijks over gesproken, maar door deze site krijg ik nu een beetje een beeld. Ik dacht dat de plaats Itaka heette, maar kwam al surfend op het internet bij Ataka en deze site terecht.
    Ik ben benieuwd naar foto’s (die je als ‘aanhangsel’ aan een e-mail kunt toevoegen of met wetransfer. Ga daarvoor naar
    https://wetransfer.com
    Daar staat een eenvoudige methode beschikbaar voor versturen van bestanden zoals
    foto’s van maximaal 5 GB totale lengte. Het is gratis. Vraag bekenden eventueel om hulp indien nodig. )
    Ik heb slechts 1 foto uit die tijd en probeer die hier mee te sturen. Als dat niet lukt, dan kan het alleen als hier boven beschreven maar daarvoor is een e-mailadres nodig waar ik het toe kan sturen.
    Ik stuur een kopie van dit bericht ook naar bert.immerzeel@gmail.com en dan ook de foto d.m.v. wetransfer.com zodat hij die misschien kan toevoegen want meesturen van hier uit blijkt niet te gaan.

    Met vriendelijke groet uit het prachtige Driebergen,
    Rob van Weerden

  12. Rob van Weerden zegt:

    Waarschijnlijk fonetische verwarring door mij verloop van tijd: M’n moeder had waarschijnlijk Ataka gezegd en heb ik later, beïnvloed door het lezen van Griekse sagen en legendes verward met Ithaka. Ik vond dat spannende lectuur die ik als nog. 11 -12 jarige leende van oudere vriendje op het gymnasium. Zelf ben ik later echter ‘de techniek ingegaan’.

  13. Marijke Hageraats zegt:

    Zag vandaag pas de reacties n.a.v. mijn verhaal van mijn moeder in Ataka. De foto’s heb ik vanmiddag doorgestuurd naar Bert Immerzeel.

  14. Wil Maassen zegt:

    In de familie-overlevering werd gezegd dat de aangeboden kleding behoorlijk ‘out of fashion’ was en dat deze later (terug) betaald moest worden. In het familie-album staat nog een foto van mijn vader en zijn jongste broer met een ‘oversized’ winterjas.

    • Jan A. Somers zegt:

      “out of fashion’ ” Daar ben ik nooit op aangesproken. Bovendien veranderde de mode in die tijd niet zo snel. En ‘oversized’ heb je aan jezelf te danken. Je kon passen. Of keek u naar die foto met een blik van ‘nu’? Ik heb er nooit een rekening voor gekregen. Mijn ouders ook niet. Ataka was een prachtige ervaring. Voor het eerst na de oorlog voelde je je welkom! Getrakteerd. Op zichzelf al bijzonder met dat treintje en het orkest en lekkere hapjes. Maar je moet het dan ook zelf hebben meegemaakt.

  15. Martijn Venema zegt:

    Je zult Ataka niet vinden, want het is Attaka!!

    • Jan A. Somers zegt:

      k houd mij aan de collectie bij het Nationaal Archef (collectie Spaarnestad) en de prentbriefkaarten die ik zelf heb. Maakt voor mij niets uit. Ik was er! U ook? Zoals ik al zei: Voor het eerst na de oorlog voelde je je welkom!

      • Martijn Venema zegt:

        Ik heb net mijn persoonlijke uitgebreide “Identiteitskaart voor Bevrijde Geïnterneerden” teruggevonden. Ik was 4 jaar en met mijn ouders en twee zusjes met de Johan van Oldenbarneveld op weg naar Nederland. Aan de entree van het Suezkanaal gingen wij naar Attaka om kleding te ontvangen en daarvoor diende de identiteitskaart. Daarna gingen wij verder op weg naar Holland.
        Ik heb totaal geen kritiek op de schrijvers, die overal met nadruk aangeven dat zij Ataka niet op de kaart kunnen vinden. Ik wil hen helpen om de plaats heel gemakkelijk te vinden. Het komt waarschijnlijk omdat iedereen naar Ataka zoekt, terwijl de officiële naam in Egypte Attaka is. Heel duidelijk, snel en mooi kun je het bijvoorbeeld op Google Earth vinden. Tik in Attaka, Egypte en het programma daalt met grote snelheid naar beneden naar het doel en je ziet direkt waar Atakka ligt.

      • Jan A. Somers zegt:

        Ik zoek niet op een kaart, gewoon gekeken naar de prentbriefkaarten die we daar hebben gekocht.

Reacties zijn gesloten.