Overtreders van de krijgswet

Vrachtschip voor de rede van Ternate, met op de achtergrond het eiland Tidore [TM/RV-6234-318]

Door Bert Immerzeel

Zo veel er inmiddels geschreven is over Ambon en Banda, zo weinig weten we van andere, veel grotere Molukse eilanden. Van Halmahera, met een bevolking van minder dan 100 duizend inwoners en een oppervlakte van 18 duizend km2 ongeveer half zo groot als Nederland, weten we over de oorlog niet veel meer dan de flarden informatie die de Geallieerden in Australië wisten te verzamelen door luchtfoto´s en getuigenissen van gevluchte inwoners.

De Japanners, die dit gebied in 1942 bezetten, hadden weinig oog voor de bevolking. Naarmate de oorlog vorderde werd deze echter meer en meer ingezet bij verplichte werkzaamheden zoals groentenverbouw. In hoeverre de ‘Groot-Aziatische’ gedachte steun vond bij de bewoners is ons niet bekend, maar dat meerderen hun ongenoegen lieten blijken, is wel duidelijk.

Begin 1944 bezette een deel van de 32ste Divisie van het Japanse leger Halmaheira en het nabijgelegen Morotai om vliegvelden aan te leggen en fortificaties te bouwen, ter verdediging tegen verwachte aanvallen van de Geallieerden. De Amerikanen op hun beurt probeerden hieraan een eind te maken door tientallen bombardementsvluchten.  

De bewoners moeten de spanning van de oorlog van nabij hebben gevoeld, en al helemaal toen op 15 september 1944 Morotai werd (her)bezet.

Uit stukken van de Japanse Toketai (militaire politie) te Kau weten we dat in het laatste oorlogsjaar in  ieder geval 17 burgers werden terechtgesteld omdat ze anti-Japans zouden zijn.  Op 27 augustus 1944 kwamen vier van hen voor het gerecht. Van een zekere 56-jarige Lolot Natoe, landbouwer te Pedewan, werd gezegd dat hij meerdere keren in het dorp had verteld dat het Japanse leger niet zo sterk was en zich binnenkort aan de Geallieerden zou moeten overgeven. Nasaran, hoofd van de lagere school te Torapit, had gezegd dat de Japanners al veel manschappen hadden verloren en dat het beter was niet met ze te samenwerken. Tetelepta, onderwijzer te Daroe, en Elias Roemadas uit Obi verspreidden soortgelijke berichten. Alle vier werden schuldig bevonden aan overtreding van de Japanse krijgswet.

Korte tijd later opende de Toketai van het dorp Kau onderzoek naar enkele onverklaarbare gebeurtenissen. Tijdens nachtaanvallen van vijandelijke vliegtuigen waren vuurpijlen afgeschoten, en meermalen was een telefoonleiding doorgesneden. Al snel werd de dader opgepakt, een zekere Ngago Mai, klerk bij een Japans administratiekantoor. Tijdens zijn arrestatie had hij nog het mes bij zich waarmee de draden waren doorgesneden, en een landkaart van het gebied. Verdachte ging ‘vrijwillig’ mee naar het (politie)kantoor, waar hij bekende. Niet alleen had hij de vuurpijlen afgeschoten en de telefoonlijnen vernield, maar ook militaire inlichtingen doorgespeeld aan een ‘vijandelijke spion’ Haulissa, en daarvoor een rapport opgesteld dat in het Engels was vertaald door een college genaamd Joesoep Sjamsoedin. Op 4 november werden Ngago Mai en Sjamsoedin terechtgesteld. Vervolgonderzoek bracht de namen aan het licht van nog zes andere betrokkenen. Ook zij werden geëxecuteerd. Begin februari 1945 volgde nog een laatste vonnis in deze zaak.

In mei 1945 werd vonnis gewezen tegen de Chinees Tji Hok Leng, onderdistrictshoofd van Obi. Hij had opzettelijk vuren aangelegd en witte vlaggen gehesen om ‘vijandelijke’ vliegtuigen de weg te wijzen. In juli volgde een vonnis inzake Soempit, een postambtenaar uit Weda die anti-Japanse ideeën had verspreid, en Haulissa en Markus, die vuurpijlen hadden afgeschoten en militaire inlichtingen hadden ingewonnen.

Of al deze mannen nu pro-Nederlands waren of niet, we zullen het nooit weten. Maar Nederlandse onderdanen waren het. Ze waren allen anti-Japans, en hebben, ieder op eigen wijze, afbreuk willen doen aan de doelstellingen van de bezetter.

Hun namen: Lolot Natoa, Nasaran, Tetelepta, Elias Roemadas, Ngago Mai, Joesoep Sjamsoedin, Anton, Karel Marjana, Boerhan bin Sanit, Jan Mantool, A. Nanlohy, Lao Mai, Johan, Tji Hok Leng, Soempit, Haulissa en Markus.

Opdat zij niet worden vergeten. Hormat.

 

Bron: Nationaal Archief, AS-2221

Bijlage: In 1944/45 geëxecuteerde bewoners van Halmahera en Obi

 

 

 

 

Dit bericht werd geplaatst in 1942-1945. Bookmark de permalink .

7 reacties op Overtreders van de krijgswet

  1. Renée zegt:

    wel bekend het Jappenkamp Halmaheira.

    de namen zijn nu gedigitaliseerd en te vinden in NA onder Rode Kruis lijsten

  2. Mijn5euro.nl zegt:

    Een Oorlog brengt altijd teveel slachtoffers. Zowel tijdens als generaties later.

  3. J.Michiel Alma zegt:

    Fijn weer een stuk van Buitenzorg ( en een Java Post ) te lezen .

  4. Boudewijn van Oort zegt:

    Aardig verhaal. heel hartelijk bedankt !

    Maar het begrip “Nederlandse onderdaan” begrijp ik niet helemaal. Ik krijg de indruk dat daarover enige onduideleijkheid bestond.

  5. buitenzorg zegt:

    Juridisch gezien was een Nederlands onderdaan geen Nederlander. Allle Indonesiërs waren onderdanen, sommigen hadden de status van Nederlands staatsburger.

Plaats een reactie