‘Men spreekt Nederlandsch’

Op 8 maart 1947 verscheen in de Nieuwe Courant een artikel van journalist Jan Bouwer, waarin enkele impressies van de stad Malang ten tijde van de vijfde zitting van het voorlopige republikeinse parlement.

Malang, boekhandel Sluyter & Van Dorp

Door Jan Bouwer

De reis via Djokjakarta naar Malang en terug, heeft mij en enige andere Nederlandse journalisten de gelegenheid gegeven om nader kennis te maken met datgene, waar de Nederlandse gemeenschap in Indonesië zo vlak naast leeft, doch waarvan zij zo bitter weinig afweet: de Indonesische republiek. Deze kennismaking was officieel in zoverre dat de journalisten de gast waren van het republikeinse ministerie van voorlichting. Zij was informeel in zoverre, behoudens de speciale begeleiding die af en toe nodig was, dat de journalisten zich volkomen vrij hebben kunnen bewegen.

In Malang heb ik verscheidene uren in de middagpauzes der zittingen op m’n dooie eentje door de stad gedwaald. Niet alleen is mij gedurende die wandelingen niets overkomen, maar bovendien ben ik overal vriendelijk en gewoon ontvangen. Hoewel ik het voordeel heb de Indonesische taal in zijn nieuwe vorm vrij goed machtig te zijn heb ik enige malen gedaan alsof ik de taal niet kende en Nederlands gesproken. Ik kreeg zonder aarzelen antwoord in m’n eigen taal. Uiteraard keek de bevolking, vooral de eerste dagen van ons verblijf niet verbaasd, weinig verbaasd, toen zij eenzame Belanda’s door de straten zagen dwalen. Wij werden nagestaard en ook nagewezen. En dat spreekt eigenlijk vanzelf. De Europese gemeenschap is in de meeste steden heel klein en zit in kampen. De Indo-Europeanen, die ‘warga negara’ zijn geworden, zijn, hoewel zij gestadig in aantal toenemen, nog steeds niet talrijk. Zij mogen zich vrij bewegen evenals de Chinese- en Arabische ‘warga negara’s’, doch verkiezen meestal zich maar niet al te dikwijls op straat te begeven. De bevolking kent dus het gezicht van bijna iedere Europeaan en een vreemde eend in de bijt trekt derhalve gauw de aandacht. Dat was vooral sterk het geval bij de dienaren van den heilige Hermandad en de leden van de republikeinse weermacht, onder wie er velen nog steeds aan spionitis lijden en iedere Europeaan van oneerbare bedoelingen jegens de republiek verdenken.

De stad Malang ziet er schoon uit. Misschien had zij, vooral in de buurt van het parlementsgebouw de Gedoeng Rakjat Indonesia, de voormalige sociëteit Concordia, wel een extra beurt gehad. De wegen verkeren, zoals trouwens algemeen in Oost-Java waar het militaire verkeer niet zo frequent is geweest, in vrij behoorlijke, vaak zelfs zeer goede staat.

Stadsbeeld in revolutietijd

Verkeerslichten werken. De huizen zijn uitgewoond, zoals overal elders. IJzeren hekken zijn weggebroken, vrijwel zonder uitzondering. Vele woningen zijn gerequireerd. Het is in Malang al even moeilijk als in Batavia om aan een huis te komen. Sleutelgeld en steekpenningen helpen. Bepaalde vroegere Europese wijken dienen nog als interneringskamp. Oorlogsschade heeft de stad vrijwel niet geleden. Het verkeer is uiteraard niet druk, ook niet tijdens de zittingsdagen. Dogkarren en betjaks vormen in Malang de voornaamste middelen van vervoer. De winkels doen hun best om er goed voorzien uit te zien, doch slagen daarin niet tegenover mensen, die de Bataviasche toko’s kennen. Wat te koop is, is home made. In geen enkele winkel heb ik meer dan drie dingen gezien, die ik bereid zou zijn om te kopen. Er zijn enige import-goederen, vooral tandpasta’s, kosmetiek, haarcrêmes en nylon-kammen. De prijzen zijn hoog. De aanwezigheid van enige duizenden gasten in de stad deed ze verder van dag tot dag omhoog vliegen. Aan levensmiddelen is veel meer te krijgen dan in de bezette gebieden. Een overvloed van prachtige vruchten en groenten, kolen ter grootte van een klein formaat Amersfoortse kei. Sigaretten zijn home made en niet beter, vaak zelfs slechter, dan de noodverpakking die we in Batavia hebben. Vrijwel de hele sigarettenhandel is, als in Batavia, zwart. De prijzen variëren van 1,5 tot 2,5 roepia per pakje van 20 stuks. De banderolleprijs van ‘Daulat’, die in Cheribon wordt gemaakt (in twee soorten: blauwe verpakking voor de gewone lui en rode verpakking voor de hoogwaardigheidsbekleders) is 40 centen. Tegen deze zwarte handel in sigaretten wordt al even weinig gedaan als in Batavia,

Kracht der traditie

Er zijn in Malang veel militairen, geregelde en ongeregelde. De invloed van het nabije front doet zich gelden. Deze is ook verantwoordelijk voor de avondklok van 22.00 uur (overigens gedurende de parlementszitting opgeheven) en de wegversperringen op de buitenwegen, waar ieder voertuig wordt onderzocht. Toen de truck met buitenlandse journalisten voor het eerst de wegversperringen passeerde, wilde de wachtcommandant vooral precies weten hoeveel Belandas er in zaten en hij moest bepaald hun passen zien. Alle volgende keren scheen hij het wel te geloven. Malang hangt nog vol met tientallen soorten affiches van de meest uiteenlopende aard, van propaganda voor Linggadjati tot het Awas tipoe moeslihat belanda – Pas op voor de listen van de Hollanders. Electriciteit en water functioneren normaal. De restaurants waren vol en maakten goede zaken. Men moet er even aan wennen om een restaurant- of hotelbediende geen ‘djongos’ maar ‘boeng’ (vriend) te noemen. Soms stelt dat je voor zonderlinge problemen. ‘Boeng’ is tenslotte een aanspreektitel, geen aanduiding van een beroep, zoals ‘kelner’ of ‘ober’. Toen ik de mandoer – die er natuurlijk officieel ook niet meer is – van Toko Oen naar een bestelling vroeg, kon ik moeilijk vragen, waar de ‘boeng’ was gebleven, die mij bediende. Gelukkig zei de niet-meer-bestaande-mandoer zelf: ‘Toenggoe, toean, saja panggil djongos’, belt u de djongos maar even.

Dat is de revolutie.

 

 

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

3 reacties op ‘Men spreekt Nederlandsch’

  1. Boudewijn van Oort zegt:

    Aardig verhaal. Het zou interessant zijn de datum van zijn bezoek te weten. Ik neem aan dat hij na 1 Okt 1945 ( de laatste aantekening in zijn boek “het Vermoorde land”), daar bleef wonen. Hij had familie.

  2. F C zegt:

    ”Van 25 februari tot 5 maart is te Malang het voorlopig republikeins parlement (Komite Nasional Indonesia Poesat) bijeen geweest. Sjahrir tijdens de toelichting van het regeringsbeleid”

    Dat is de beschrijving van een foto van Shahrir uit de “fotocollectie Elsevier” te vinden in het Nationaal Archief.

    datum: 1947-02-25

    http://hdl.handle.net/10648/ae4067f6-d0b4-102d-bcf8-003048976d84

    Overigens staat er boven de foto in de Java Post dat het artikel op 8 maart 1947 in de Nieuwe Courant is verschenen.

    Frans Colman

  3. J.Michiel Alma zegt:

    Ondertussen ben ik vol bewondering Thom Hoffmanns : “Indonesië , betovering of desillusie” aan het lezen . Brouwer wordt ook genoemd . Ik ben benieuwd naar commentaren in Java Post inzake dit boek ,

    Groet , Michiel Alma

    ( kleinzoon van een KNIL generaal )

Plaats een reactie