Gevolgen van de keuze tussen serikat en warga negara
Soms vraag ik me wel eens af waarom er zo weinig is geschreven over die verschrikkelijke keuze die de Indo-Europeanen moesten maken tussen Nederlander zijn of Indonesiër worden. Tussen ´serikat´ en ´warga negara´, tussen blijven of vertrekken. Misschien omdat het zo pijnlijk was?
Een bewuste keuze
De ambtenaar J.Th. Kouthoofd, leider van de Indo-Europese bevolking in Kediri en in oktober 1945 door de Indonesische pemoeda´s geïnterneerd in Trenggalek, koos in februari 1946 bewust voor het warga negaraschap. Zijn verklaring is waarschijnlijk een van de weinige die zo duidelijk ingaan op de redenen voor deze keuze:
´Gedurende het verblijf in Trenggalek hebben zes personen waaronder verslaggever een collectief request tot de Regering gericht om als Indonesisch staatsburger te worden toegelaten. Als rechtvaardiging van dit verzoek gaven de heren als hun overtuiging te kennen dat de Indo in Indonesië thuishoort, er geboren en getogen is, op dit land zijn toekomst bouwt en tenslotte in dit land zijn laatste rustplaats zal vinden, dat het bloed dat door de aderen van de Indo stroomt overwegend Indonesisch bloed is en hij moet worden aangemerkt als een zoon van het volk en een kind van Indonesia.´
Kouthoofd voegde er teleurgesteld aan toe dat de indiening van het verzoek geen enkele consequentie had voor de interneringssituatie. De mannen bleven gewoon vastzitten. Een paar maanden later werd aan hen gevraagd hun standpunt uit te leggen aan de andere kampbewoners. Kouthoofd hierover: ´Velen betuigden hun sympathie. Verslaggever bracht duidelijk naar voren dat het verzoeksschrift geenszins een anti-Nederlandse beweging of iets dergelijks impliceerde, – doch slechts een uiting van nuchtere gevoelens´.
Twisten en vechtpartijen
Een maand later werd de geïnterneerden gevraagd wie naar het ´bezette´ gebied wilde worden geëvacueerd. ´Ieder was vrij in zijn keuze. Zij die in de Republiek hun belangen hadden, verkozen er te blijven. Het aantal blijvers bedroeg ongeveer een derde van het totaal.´ De blijvers werd nu verzocht enkele verklaringen te ondertekenen, wat ook wel werd gezien als het ´tekenen voor het staatsburgerschap´, maar dat laatste was volgens Kouthoofd onjuist, omdat men als Indo volgens de wet al automatisch staatsburger wás.
De keuze had tot verhitte discussies geleid. ´In het kamp hebben zich jammer genoeg incidenten voorgedaan tussen de blijvers en de trekkers. De trekkers noemden de blijvers landverraders, bedervers van de Indo-groep en al wat meer. Tenslotte kwamen er twisten en vechtpartijen, waarop de blijvers aan de kampleiding verzochten in een afzonderlijk huis te mogen worden ondergebracht.´ De warga negaragroep werd kort daarop overgebracht naar een kamp in Tlogo, om van daaruit in december 1946 en begin 1947 te worden vrijgelaten. Een aantal van deze geinterneerden werd op eigen verzoek alsnog naar Batavia geëvacueerd.
Warga Negara: maar dán?
Elders op Oost-Java deden zich soortgelijke situaties voor. Zo werden ook geïnterneerden in het kamp Kendenglemboe gevraagd naar hun keuze. Ongeveer de helft gaf aan te willen blijven. De ´serikat´-groep ging naar Kotok en Bataän bij Djember, de warga negaragroep ging naar Wadoeng West waar ze nog een half jaar zou worden vastgehouden.
Ook bij Banjoewangi werd de warga negaragroep nog lange tijd geïnterneerd. Toen het KNIL op 21 juli 1947 in het kader van de Eerste Politionele Actie bij Banjoewangi landde, sloegen de bewakers op de vlucht. Leden van de radicale Islamitische Masjoemi maakten vervolgens misbruik van het machtsvacuüm en doodden 17 van de geïnterneerden.
Een oordeel? Of toch niet?
Uit alles blijkt dat de Indo-groep heeft geworsteld met zijn identiteit. De tienduizenden die zich op Republikeins gebied bevonden en daar geïnterneerd waren, werd een keuze voorgelegd: wat wordt het? De argumenten voor blijven of vertrekken waren voor een deel gebaseerd op ideologische motieven, maar voor een ander – even groot – deel op praktische motieven. De angst bij vertrek alles te moeten verliezen zal groot zijn geweest. Nu, achteraf, weten we dat de keuze nog ingrijpender was omdat de meesten uiteindelijk in Nederland terecht zijn gekomen. Zelfs een groot deel van de blijvers zou zich in de jaren ´50 nog gedwongen voelen vanuit Nederlands-Indië naar Nederland te vertrekken. Welke ook de argumenten zijn geweest, en ongeacht de keuze, één ding is zeker: beide groepen waren voor hun leven getekend.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Pelita Nieuws, jaargang 17, nr. 1, augustus/september 2010.
Dit artikel is geschreven, vele jaren na de moeilijke tijd die wij hadden doorstaan.
Er is al jaren lang een “nieuwe visie” over wat er gebeurd is en zo komen veel onwaarheden naar voren.
Het heeft geen zin om hierover te argumenteren. In een korte tijd is de laatste van de oude generatie er niet meer en dan is alles helemaal verleden tijd en wordt vergeten.
Onze kinderen zijn en noemen zich nog Indo, maar hebben geen benul van wat de oudere generatie heeft meegemaakt.
Wij als ouderen kunnen alleen hopen dat we onze anaks het juiste leren. Voor de rest moeten ze het zelf doen!
Beste Kees,
wat jammer dat je ons (dat is mij en vele andere Indo’s) geen inzicht geeft in wat jij benoemt als “onwaarheden”. Natuurlijk heeft het zin om daarover te praten, anders loop je toch de kans dat ook jouw “anaks” de rest van hun leven in de mist blijven lopen.
In de hoop dat jij de draad weer oppakt.
groet van Humphry
Niet ‘het bloed dat door de aderen stroomt’ is bepalend voor je identiteit, maar de cultuur die je meegekregen hebt. En in dat opzicht zijn verreweg de meeste Indischen Nederlanders. Ook door de houding van je omgeving. Indonesiërs zijn veel racistischer van aard dan Nederlanders. Als je niet 100 % “asli” bent zal je nooit volledig als ‘een van ons’ gezien worden, ook al woont je familie er al honderden jaren. Kijk hoe ze de Chinezen behandelen. En als je je Indische identiteit wilt behouden krijg je geen kans. Je wordt geacht je voor te doen als een pribumi, een pseudo-Javaanse naam aan te nemen, je Indische achtergrond te verheimelijken of te ontkennen. Je mag je identiteit niet doorgeven aan je kinderen. In Nederland hoor je erbij, al heb je nog zoveel Aziatisch bloed. Je krijgt gelijke kansen en het doorgeven van de Indische of Chinese cultuur wordt gewaardeerd en gestimuleerd.
Chapeau voor de heren:
Humphry Goes en Bong Dzie Kiat
Ik denk dat jullie beiden gelijk hebben,
dus:
ik sluit me aan bij jullie schrijven hier boven.
Eveneens ben ik ermee eens met deze tekst die ik van hierboven overgenomen heb:
“ongeacht de keuze, één ding is zeker: beide groepen waren voor hun leven getekend”
Het probleem is namelijk:
Indisch-Nederlanders hebben geen echte eigen land,
zoals de:
Joden, Marokanen, Surinamers, Turken etcetera.
Ons moederland(geboorteland) is het voormalig-Nederlands-Indië
de huidige Republik Indonesia;
ons vaderland is Nederland.
Als wij in Indonesië op vakantie zijn,
zijn wij daar de orang asing dari Negeri Belanda
= vreemdeling uit Nederland of gewoon orang Belanda.
Terug in Nederland zijn wij voor menige bewoners in Nederland “de Indonesiër”,
omdat de Nederlandse regering, de gemeenten, de scholen, de dagbladen,
de weekbladen, de maandbladen in heel Nederland,
heel erg gebrekkig zijn met het geven en publiceren van maandelijkse informatie
over het bestaan van de:
V.O.C.; Nederlands-Indië, Indisch-Nederlanders, Totoks die in het voormalig Nederlands-Indië langdurig woonden(velen zijn in Indië geboren), Indiëgangers etcetera.
Hierdoor zijn de gevoelens van de doorsnee Indisch-Nederlanders
steeds heen en weer aan het zwemmen tussen Indonesië en Nederland.
Stel dat een wereld kampioenschap voetballen is;
en de laatste ronde gaan de Nederlandse elftal tegen de Indonesische elftal spelen,
dan denk ik dan menige Indisch-Nederlanders elke keer juichen als er een doelpunt gescoord is,
het maakt niets uit of het doelpunt voor Nederland
of het doelpunt voor Indonesië is.
Zo zijn de gevoelens van de doorsnee Indisch-Nederlanders.
Deze gevoelens geldt niet alléén voor de doorsnee Indisch-Nederlanders die in Nederland wonen, maar ook die in Indonesië wonen of elders in de wereld.
De generatie Indisch-Nederlanders die in Nederland geboren zijn,
in Nederland op school en daarna werken, etcetera hebben minder probleem met dat heen en weer zwemmende gevoelens.
Zaterdag 11 december 2010 om 15.05 uur
Prettige Kertsdagen, Gezellige Jaarwisseling en Gelukkig Nieuw Jaar 2011.
Met vriendelijke groeten vanuit de http://IndoSite.ning.com
Ben Vink.
Alweer een goed artikel van de hand van Bert. Ik heb nooit gereageerd.
En waarom ook?
Maar nu er toch reacties zijn:
1. “Als je niet 100 % “asli” bent zal je nooit volledig als ‘een van ons’ gezien worden, ook al woont je familie er al honderden jaren.”
Hier wordt een voorbeeld gegeven van Chinezen. Chinezen zijn de joden van Indonesie, en zij hielden (houden) zich als, collectief, voortdurend afzijdig van de andere Indonesiers, net als in Nederland overigens.
Dat roept natuurlijk veel weerstand op. Net als in de tijd van de Nederlanders kregen zij in de tijd van Soeharto ook veel krediet.
Dit betekent overigens niet dat zij, bij grote onlusten, voortdurend de klos moeten zijn (uit jaloezie bijvoorbeeld).
Dat begrijp ik.
In Nederland behoor je er ook niet geheel bij (Marokkanen, Moslims, Afrikanen). Ik denk dat het in de USA anders het geval is, want daar is vrijwel iedereen mixed
Ik heb met die Indonesiers en hun nationalisme niet zoveel problemen, zij leren het gewoon op school, maar ik weet wel dat ik niet graag voor een Indonesische baas zou willen werken.
Het is wel zo dat Javanen niet zo houden van alles wat zwart is, want kotor.
Maar het fijne weet ik er niet van. Zij zijn zo vriendelijk, maar je weet niet wat zij van je denken wanneer je hen de rug toekeert.
Overigens: mijn vrouw is van moeders zijde van chineze afkomst. Maar geen problemen met andere Javanen. Kwestie van inburgeren, meedoen en Indonesier zijn. Ik zie bij andere Chinezen in haar stad wel wat anders, met hun eigen klenteng.
2. “Indisch-Nederlanders hebben geen echte eigen land,
zoals de: Joden, Marokanen, Surinamers, Turken etcetera.”
O ja? Hun land van herkomst bestaat nog, ook in naam. Dat zij in dat land niet voor vol worden aangezien, dat zal wel kloppen, ik weet wel dat het zo is.
Het ligt aan jezelf, door je anders zijn, of je daarmee problemen hebt.
3. “Stel dat een wereld kampioenschap voetballen is;
en de laatste ronde gaan de Nederlandse elftal tegen de Indonesische elftal spelen,
dan denk ik dan menige Indisch-Nederlanders elke keer juichen als er een doelpunt gescoord is, het maakt niets uit of het doelpunt voor Nederland of het doelpunt voor Indonesië is.”
Stel nou dat Nederland en Indonesie in de finale elkaar treffen en Indonesie wordt kampioen. Ik zou daarmee geen moeite hebben, zoals toen tegen Spanje.
Zou Nederland winnen dan zou ik de volgende dag door elke totok, als vermeend Indonesier, gecondoleerd worden.
Ik zou toch schroom hebben om mee te feesten.
In geval van een Indonesische overwinning, zou ik in Indonesie als Belanda gewoon meefeesten, dat is toch wel zo gezellig 😉
4. “Welke ook de argumenten zijn geweest, en ongeacht de keuze, één ding is zeker: beide groepen waren voor hun leven getekend.”
Klopt, de reden waarom ik ook regelmatig op dit blog kijk 😉
Heel lang geleden, ik geloof in 1948, kreeg ik een brief van de gemeente Vlissingen (waar ik woonde) met de mededeling dat ik kon kiezen tussen de Nederlandse en Indonesische nationaliteit. Ik meen te weten dat dit was in verband met de militaire dienst. Of was het voor het aanvragen van een paspoort? Ik ben naar Nederland gekomen zonder papieren, ik werd geloofd op mijn aardige (bruine) ogen. Het zit ongrijpbaar in mijn achterhoofd, hebben meer mensen iets dergelijks meegemaakt? Ik heb ook meerdere malen gehoord dat bij het opgeven van de geboorteplaats bij diverse gemeenten het land Nederlands-Indië niet bestaat, dat wordt automatisch(?) Indonesië. Hier in Delft staat in mijn paspoort gewoon Soerabaja, zonder land. Wel een probleem voor de gemeentestatistieken, maar daar heb ik geen last van.
In je paspoort wordt nooit het geboorteland vermeld….ikzelf vul het in elk formulier (bewust) in en dat wordt wel degelijk vermeld o.a. in de gemeentelijke basisadministratie. Mijn vader was spijtoptant en kreeg, hoewel zonder problemen, een paspoort voor ons allen. De ambtenaar bleef n.l. proberen om mijn vader tot andere gedachten te brengen want in NL was het koud, geen werk, geen huis, enz. enz. En het was niet bepaald een “warm welkom” hierzo…..desondanks, uiteindelijk een betere toekomst dan daar met verwijzing naar hen die wel zijn gebleven, vrijwillig of niet…!