Door Bert Immerzeel
Jaren geleden kwam ik ooit in contact met Rudolph J. Rummel, een wetenschapper verbonden van de Universiteit van Virginia. Hij zocht informatie over de omvang van de door de Japanners gepleegde massamoorden in Nederlands-Indië. Hoofdthema van zijn onderzoek betrof de vraag welk regime de meeste moorden op zijn geweten had: Hitler-Duitsland, Stalin-Rusland, China of Japan.
Om eerlijk te zijn, zijn studie stond me een beetje tegen. Niet alleen had ik vragen bij zijn methodiek, ik vond het doel ook twijfelachtig. Wat zegt dit soort onderzoek over de werkelijke aard van de gebeurtenissen? Is het leed dat achter de moorden schuilt niet véél meer dan een optelsom van het leed van al die achterblijvers? En maakt het dan veel uit of er honderd doden vielen, of duizend, of méér?
Graag breng ik hier een bij velen onbekende tragedie in herinnering, een tragedie die heeft plaatsgevonden in Emplawas op het eiland Babar in de Zuid-Oostelijke Molukken.
Vier el tabak
Het eiland Babar was voor de Japanners lange tijd een vooruitgeschoven front in de richting van Australië. Het eiland zélf was ongeschikt voor een grote militaire basis, – er was namelijk geen ruimte voor een vliegveld. Wél had het een functie als meldpost voor overvliegende Geallieerde vliegtuigen. De bevolking werd door enkele tientallen Japanners onder de duim gehouden vanuit twee fortificaties in de dorpen Tela en Wakpapapi.
In 1944 onstond onrust bij de bewoners over de door de Japanners opgelegde belastingen en de verplichting om meisjes te leveren. In het dorp Emplawas gingen de dorpsoudsten uiteindelijk akkoord met de betaling – per familie – van een geperste tabaksstaaf met een lengte van drie el. Toen de Japanners de tabak kwamen ophalen en in plaats van drie el nu opeens vier el eisten, sloeg de vlam in de pan. Het dorpshoofd Timerkas Salmon Watekukly weigerde nog langer aan de eisen tegemoet te komen.
Een dag later kwam de in Tela gevestigde Japanse leider Shinohara met enkele soldaten naar Emplawas om orde op zaken te stellen. In het huis van de dominee van het dorp kwamen de mannen bijeen. Shinohara onstak meteen in dolle woede en slingerde een mes naar Watekukly. Het dorpshoofd wist het te ontwijken. Toen de Japanner een knuppel pakte om daarmee Watekukly opnieuw aan te vallen, kreeg deze laatste de hulp van de toegestroomde dorpsbevolking. Bij het nu volgende gevecht werden uiteindelijk alle Japanners gedood.
Geen weg terug
Watekukly en de beide andere dorpsoudsten Layarily en Unbekna moeten op dat moment beseft hebben dat er geen weg meer terug was. Ze besloten dan ook de aanval te openen en alle Japanners op Babar te doden. Bij de Japanse radiopost in Masboear ging het echter meteen al fout. Eén Japanner wist te ontsnappen en waarschuwde zijn landgenoten. De volgdende dag arriveerde een schip met 100 militairen afkomstig van de Tanimbar Eilanden. De Japanners stuurden nu een dorpsbewoner het bos in om de gevluchte daders te laten weten dat het ze werd vergeven. De volgende dag zou in Emplawas een verzoeningsfeest plaatsvinden…
De dorpelingen moeten hartverscheurende twijfels hebben gehad. Was het wáár wat de Japanners zeiden? En, als ze niet afdaalden naar hun woningen, konden ze dan op een andere manier overleven? De meesten gaven uiteindelijk gevolg aan de uitnodiging.
Een verschrikkelijke slachting
Zonder al te veel in detail te treden: bijna alle dorpsbewoners werden gedood. Volgens enkele uitspraken van de Temporaire Krijgsraad in 1948 betrof het rond de 400 personen. Een onderzoek van één van de dorpelingen, gebaseerd op interviews en reëel lijkende schattingen, spreekt echter van rond de 1400 doden. Het enige andere rapport dat over deze gebeurtenis is geschreven, eveneens uit 1992, is afkomstig van Yoshinori Murai, een Japanse professor van de Sophia Universiteit in Tokyo. Murai meldde dat het ging om ongeveer 700 slachtoffers, en onderschreef met zijn studie de eisen van de nabestaanden voor herstelbetalingen.
Van een dergelijke compensatie is het nooit gekomen. ‘Emplawas’ vond nooit zijn weg naar de officiële geschiedschrijving; het werd eenvoudigweg genegeerd.
Massamoorden mogen echter nóóit worden vergeten. Niet als statistisch gegeven, maar al helemaal niet vanwege het verhaal.
x
Bronnen:
Erbabley, D.J., Timerkas Salmon Watekukly´s War. A 5 October 1944 Tragedy. Ambon, 1992. Yoshinori Murai, A Case of Massacre by the Japanese Imperial Army in Babar Island, Eastern Indonesia. Tokyo, Sophia University, 1992.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Pelita Nieuws, jaargang 16, nr. 6, juni 2010.
De gehele website is mooi en goed omschreven. Het enige wat mij opvalt is dat er niets te vinden is over de mensen die in Sumatra gevangen zaten en ook veel leed hebben moeten ondergaan.
Heb zelf met moeder en broers in verschillende kampen doorgebracht, maar hier is niet veel over tevinden.
Dank u. De website is pas online, en dus qua inhoud zeer incompleet. Ik wil met deze site niet anders dan af en toe iets publiceren wat mij is opgevallen. Zeker is dat t.z.t. ook artikelen over Sumatra zullen verschijnen.
Mocht u geïnterneerd zijn geweest in de buurt van Medan, dan wil ik u graag verwijzen naar de Stichting Noord-Sumatra Documentatie: http://www.snsd.nl/
De Stichting heeft een bijzondere hoeveelheid materiaal verzameld en in verschillende afleveringen van een boekenserie gepubliceerd.
Zou deze reactie nu nog worden gelezen? Toch schrijf ik maar even, heel kort.
Het waanidee dat Stalin misdadiger zou zijn dan Hitler, omdat hij 17 mensen meer heeft afgeslacht! Mijn complimenten voor de weigering om mee te werken aan een zinloos werkstuk over aantallen slachtoffers.
Die verraderlijkheid in het relaas over Babar heeft een rilling over mijn rug gezonden. Ik kan daar alleen overheen komen door een video op te zetten met mooie muziek. Zal wel weer Beethoven worden, hij heeft nou eenmaal mijn voorkeur.
Doe ik nu meteen. Groet,
Federico
Interessant om dit te lezen. Mijn oma was destijds een van de overlevenden in Emplawas.