Het noodlot van de Duitse Indo´s

Internering van Indische jongens vanwege hun Duitse achternaam

Op 10 mei 1940, toen Tjarda van Starkenborgh, de gouverneur-generaal van Nederlands-Indië te Batavia op de hoogte was gebracht van de Duitse inval in Nederland werd door de radio het codewoord ‘Berlijn’ uitgezonden. Dit was het sein voor de bestuursambtenaren in de gehele Indische archipel om alle personen van Duitse afkomst alsmede sympathisanten van Duitsland te arresteren en in interneringskampen op te sluiten. Duitse zeelieden van de koopvaardijschepen die op dat moment in de havens van Indië lagen, werden door mariniers overmeesterd en gevangengenomen. Onder de noemer van ‘staatsgevaarlijke onderdanen’ werden in totaal ruim 2800 mannen en vrouwen opgepakt en geïnterneerd, waaronder volgens betrouwbare gegevens waarover Dr. Lou de Jong beschikte, echter niet meer dan 30 overtuigde Nazi’s bleken te zitten.

Interieur van een barak op het eiland Onrust in de Baai van Batavia, waar Europeanen werden geïnterneerd wegens veronderstelde Duitse sympathieën [KITLV 19072]

Door Werner Stauder

Het merendeel van de mensen die puur vanwege hun Duitse afkomst het slachtoffer van deze maatregel werden, waren fatsoenlijke burgers: arbeiders, architecten, ambtenaren, kooplieden, politieagenten, fabrikanten, hoteleigenaars, boekhouders, juweliers, opticiens, kunstenaars, onderwijzers, wetenschappers, artsen en verpleegsters, die zich aan politiek niets gelegen lieten gaan, maar ook planters en boeren die op afgelegen plantages en boerderijen of in de kampong woonden en zelfs missionarissen en zendelingen diep in de rimboe alsmede bejaarde Duitse oud-Indischgasten die al tientallen jaren in Indië woonden en hun hele leven als militairen trouw bij het KNIL hadden gediend. Sommigen van hen werden zelfs uit de bejaardentehuizen weggevoerd. De stemming onder de Nederlanders in Indië was door de gebeurtenissen in Europa fel anti-Duits op het hysterische af. Vele onschuldige burgers werden het slachtoffer van deze heksenjacht op alles wat maar in de verste verte Duits was. De arrestaties verliepen niet altijd zachtzinnig, want sommigen werden letterlijk hun huis uitgeslagen en liepen daarbij rake klappen en lelijke verwondingen op. Velen kregen niet eens de tijd om zich aan te kleden of om persoonlijke spullen mee te nemen.

Geen onderscheid

De Nederlanders maakten daarbij ook geen onderscheid tussen ‘arische’ Duitsers en Duitse Joden die de vervolging door de nazi’s in Europa juist waren ontvlucht. Ook meer dan 150 onschuldige Indische jongens met een Duitse achternaam (sommige bronnen spreken van circa 200) werden zonder pardon opgepakt en afgevoerd alsof ze zware criminelen waren. Velen van hen spraken geen woord Duits en sommige Indo-Duitsers in de kampongs waren noch de Duitse noch de Nederlandse taal machtig omdat ze in de kampongs van hun inlandse moeders in een geheel Indonesische omgeving waren opgegroeid. Hun vaders of grootvaders waren vaak Duitse militairen in dienst van het KNIL, die met Indonesische vrouwen getrouwd waren en waarvan sommigen zich wel en anderen in verband met de hoge kosten niet hadden laten naturaliseren tot Nederlander.

De latere burgemeester van Amsterdam en minister van justitie Ivo Samkalden was in zijn functie als aspirant-controleur Binnenlands Bestuur nauw betrokken bij de arrestaties van de Duitsers in Indië. In sommige kampongs trof hij Indische jongens aan die weliswaar officieel Duitse staatsburgers waren, maar geen Duits en geen Nederlands spraken en zelfs niet eens Maleis, maar alleen Madoerees of Soendanees. Zij werden samen met hun Duitse vaders gearresteerd, maar later in opdracht van Samkalden toch vrijgelaten. Op de vraag waarom hij dit deed zei hij later: “Ze begrepen absoluut niet wat er aan de hand was. Die lieten we vrij, hun vaders niet.” Deze jongens mogen van geluk spreken, want niet elke bestuursambtenaar was zo schappelijk. De meeste Indo-Duitsers werden namelijk wel opgepakt en kwamen in de interneringskampen achter het prikkeldraad terecht.

Desalniettemin stond in de Sumatra-Post van 16 mei 1940 een artikel over een onderzoek naar de mogelijkheden om bij de internering van Duitsers en NSB’ers een uitzondering te maken voor Duitse en Oostenrijkse Joden en voor Duitse Indo’s. Zij citeren daarin uit de Java-Bode: “Naar wij vernemen overwegen de autoriteiten, die belast zijn met de interneering van Duitschers en staatsgevaarlijke Nederlanders, een selectie te houden onder de gevangen gezette buitenlanders. Hiertoe zullen binnenkort eenige daartoe aangewezen Parket- en politie-ambtenaren de antecedenten van de geïnterneerden aan een nauwkeurig onderzoek onderwerpen. Het is zeer wel mogelijk, dat enkele Duitsche en Oostenrijksche Joden, die, indertijd uit hun land verdreven, in deze gewesten een toevlucht hebben gezocht en wier loyaliteit jegens het Nederlandsche gezag vaststaat, uit het interneeringskamp ontslagen zullen worden en zich weer in Batavia mogen vestigen. Zij zullen echter onder politie-toezicht staan en verplicht worden om zich op gezette tijden bij de politie te melden. Het blijft de vraag, of zij hun zaken, welke juridisch vallen onder het begrip ‘vijandelijke bezittingen’ mogen voortzetten. Voorts zal men, naar wij verder hooren, nagaan, of verscheidene geïnterneerde Indische jongens, wier vader of grootvader Duitscher zijn, doch die persoonlijk geen sympathieën voor Duitschland of de N.S.B. getoond hebben, op dezelfde voorwaarden als hierboven genoemd uit het interneeringskamp ontslagen kunnen worden.”

De week daarop stond in het Bataviaasch Nieuwsblad van 25 mei 1940 onder de kop “Indische Jongens op Onrust” het volgende bericht: “Naar wij in Onze Stem lezen heeft het hoofdbestuur van het I.E.V. de aandacht gevestigd op het feit dat verscheidene Indische jongens, wier trouw aan het gezag boven twijfel staat, zijn geïnterneerd omdat zij een Duitse vader hebben of hadden. Wij hopen met het hoofdbestuur dat de commissie, die bezig is met de schifting der geïnterneerden, spoedig haar aandacht aan deze gevallen zal kunnen geven. Het I.E.V.-bestuur schrijft er nog het volgende over: Indien de Afdeelingsbesturen van andere, soortgelijke gevallen weten, gelieven zij deze bij ons voor te brengen, onder toezending van zoo volledig mogelijke gegevens betreffende de betrokken personen in den ruimsten zin van het woord. Uiteraard moet het hier enkel en uitsluitend gaan om volstrekt bona fide personen, van wie vast staat, dat hun naam het eenige Duitsche aan hen is en dat elk contact met een partij van landverraders hun vreemd is geweest.” In enkele gevallen is dit gelukkig wel gebeurd en zijn diverse Indo-Duitsers daadwerkelijk uit het interneringskamp ontslagen. Twee mooie voorbeelden voor de vrijlating van Indische jongens vinden wij in de verhalen van Anton Sieberichs en Fighting Mieck.

Anton Sieberichs

Het levensverhaal van Anton Adolf Sieberichs, dat in “De grote zoektocht” uitgebreid staat beschreven, begint met zijn uit Duitsland afkomstige vader Theodor Oscar Sieberichs, die in 1903 naar Indië was gekomen om in het KNIL te dienen. Hij werd te Ambarawa gestationeerd in Fort Willem I. Daar werd hij smoorverliefd op de inlandse schoonheid Kasiem, waarmee hij ging samenwonen. In 1917 werd hun eerste zoon Wilhelm Frederik (Wim) geboren en in 1919 hun tweede zoon Theodor Oscar, maar pas na de geboorte van Anton Adolf in 1921 ging hij uiteindelijk met haar trouwen. Dat betekent, dat Anton hun eerste kind was met de Duitse nationaliteit. Daarna volgden nog Augusta Victoria (Guusje), Karl August en Max. In 1928 stierf hun vader. Theo was dus officieel geen Duitse staatsburger en kon daarom gewoon in militaire dienst. En dan kwam de dag waarop Anton op de radio hoorde dat Nederland door de Duitsers werd aangevallen.

Toen hij de volgende dag in het dagverblijf van de kazerne opnieuw naar de nieuwsberichten luisterde werd er plotseling geroepen: “Is hier een zekere Sieberichs?” Hij stond op en schreeuwde: “Ja, hier ben ik!” Een inspecteur van politie en twee agenten liepen naar hem toe. De inspecteur zei tegen hem: “Houd je handen boven het hoofd en kom met mij mee!” Ze gingen vervolgens op weg naar huis om kleding en toiletartikelen op te halen. Voor het huis stonden veel jongens en meisjes, vrienden en bekenden. Kasiem, Guusje, Karl en Max stonden te huilen en wisten niet wat ze moesten doen. Ook Wim was gearresteerd en beiden stapten in de zijspannen van de Harley Davidsons die klaar stonden. Onder escorte van nog twee Harley Davidsons ging men vervolgens op weg naar het politiebureau. Onderweg werden Wim en Anton uitgescholden voor verrader en rotmof. Op het politiebureau aangekomen werden ze naar de aula gebracht. Daar ontmoette Anton zijn oud-schoolgenoten, ook allemaal met Duitse namen: Weber, Müller, Schneider, Löffler en een Afrikaan met de naam Schwarz. Commissaris Vossenaar kwam binnen met een pistool in de hand. Hij richtte vervolgens op een ingelijste foto van Hitler en loste 6 schoten. “Zo die is raak!” zei hij en ging achter zijn bureau zitten. De opgepakten moesten toen lachen en één van hun riep toen: “U bent een grote held!” Na een uur moest iedereen de cel in. Cellen voor misdadigers. ’s Avonds werd het gezelschap overgedragen aan de marechaussee om ’s nachts op transport te worden gesteld naar een interneringskamp in Ambarawa. Aan drie kanten van het kamp waren rijstvelden. Op een dag liep Anton langs het prikkeldraad en hoorde hij een heel bekende stem: “Antoon. Antoon, hier is ma!” Anton keek in de richting van de stem en zag een vrouw lopen met een sluier op haar hoofd, zwaaiend met haar armen. Met moeite kon hij haar herkennen want zij was goed vermomd. De bewaker stond zo’n 50 meter van hun vandaan, dus moest hij wel heel voorzichtig zijn wilde hij haar niet verraden. Het was zijn lieve en dappere moeder. Ze liepen heen en weer, zij in de rijstvelden, hij in het kamp, gescheiden door twee omheiningen van prikkeldraad. De afstand was te groot om echt met elkaar te praten of om eten aan te reiken. Drie dagen lang konden ze dit stiekem doen, maar toen werd Anton opnieuw op transport gesteld naar Fort Ngawi. Tezamen met zo’n 350 andere mannen werd hij in de trein gezet, alle ramen waren geblindeerd en zwaar bewaakt door de Ambonese marechaussee. Onder hen zes Duitse priesters en een aantal Duitse doktoren. Uiteraard liep de temperatuur in de wagons behoorlijk op. Via Ambarawa en Jogjakarta kwam men in Soerakarta aan. Daar moest men overstappen in bussen die hun naar Ngawi zouden brengen. Militairen hadden een haag gevormd van zo’n vijftig meter van station naar de bussen. Het grote gezelschap werd in groepen verdeeld en iedere groep werd door twee man bewaakt. Anton liep achteraan zijn groep en had geen aandacht voor de twee Europese soldaten die achter hem liepen. Plotseling hoorde hij een bekende stem: “Doorlopen, rotmof!” … Het Fort Generaal van den Bosch in Ngawi was gebouwd in de negentiende eeuw en werd nu gebruikt als interneringskamp voor mannen met de Duitse nationaliteit in Nederlands-Indië. De KNIL-militairen waren met de bewaking ontfermd. … Wim en Anton kregen, met zes anderen, een voorkamer in de linkervleugel van het fort. De ontspanning bestond uit het 2 uren lang wandelen of zonnebaden op het dak van het fort of wat handballen op het kleine sportveldje.

Na drieëneenhalve maand werden Anton en Wim door toedoen van de invloedrijke evangelist Johannes van der Steur uit de internering vrijgelaten. Ze moesten zich de volgende dag bij de assistent-resident van Magelang melden en kregen daar te horen:  “Elke dag om twaalf uur moeten jullie je melden bij het hoofdbureau van de politie, jullie mogen de stad niet uit en de gezinnen van de andere geïnterneerden niet opzoeken. Mond dicht houden en niets vertellen over het kamp.”

Fighting Mieck

Fighting Mieck

Een andere Indo die vanwege zijn Duitse nationaliteit werd gearresteerd en vastgezet was de in Indië zeer populaire bokser Fighting Mieck. Eind jaren dertig was hij de kampioen van Java in het zwaargewicht boksen en werd vooral in zijn geboorteplaats Bandoeng op handen gedragen. Hij woonde daar bij zijn Javaanse moeder, want zijn Duitse vader, een KNIL-sergeant, was korte tijd na de geboorte van Mieck overleden. Dat de bokskampioen een Duitse achtergrond en dus ook een Duitse achternaam had wist bijna niemand, want iedereen kende hem gewoon als Fighting Mieck. Pas door zijn arrestatie als ‘staatsgevaarlijk individu’ in mei 1940 werd bekend gemaakt dat hij een Duitse staatsburger was. Zijn volledige naam was Hugo Mieck von Gerresheim und Wahlstätt. Ik heb er al eerder op gewezen dat volgens het onderzoek van Dr. Lou de Jong slechts 30 van de 2800 opgepakte Duitsers in Indië echte overtuigde nazi’s waren, en zoals al gauw zou blijken kwam de Duitse Indo Hugo Mieck, die er niet bepaald arisch eruit zag, uitgerekend bij deze nazi’s terecht in de gevangenis. Ze wisten duidelijk niet met wie ze te maken hadden, want anders zouden ze het niet in hun hoofd gehaald hebben om ruzie te zoeken met de legendarische Fighting Mieck! Ze maakten echter de fout om deze Indische jongen met hun racistische opmerkingen te beledigen met het gevolg dat hij korte metten met ze maakte en erop los begon te beuken! Nadat hij ze aardig toegetakeld had werd hij samen met alle andere gevangenen op transport gezet naar het eiland Onrust. Zijn enorme populariteit onder de sportliefhebbers in Nederlands-Indië en het nieuws over het feit dat hij een stel nazi’s in elkaar gebeukt had droeg ertoe bij, dat er in het hele land een succesvolle campagne op touw gezet werd voor zijn vrijlating. De heldhaftige Fighting Mieck heeft derhalve maar heel kort op Onrust vastgezeten en werd al gauw door de Indische autoriteiten uit de internering ontslagen onder voorwaarde dat hij zich vrijwillig bij het KNIL zou melden, hetgeen hij uiteraard ook deed. Helaas kwam hij later als krijgsgevangene van de Japanners alsnog achter het prikkeldraad terecht, maar dat is een ander verhaal.

Wasgelegenheid op het eiland Onrust in de Baai van Batavia voor Europeanen, die werden geïnterneerd wegens veronderstelde Duitse sympathieën [KITLV 19062]

Niet elke Duitse Indo had het geluk, na korte tijd weer uit de internering te worden ontslagen. Ruim 150 van hen werden eerst in de diverse lokale kampen in de hele archipel geïnterneerd en enkele maanden later naar het grote verzamelkamp Lawe Sigala-gala in de Alas-Vallei op het eiland Sumatra overgebracht. Het merendeel van hen werd begin 1942 met twee schepen naar Brits-Indië overgebracht waar zij de rest van de oorlog in het interneringskamp Dehra Dun doorbrachten, anderen trof echter het lot om met het derde transport op de ‘Van Imhoff’ in de Stille Oceaan te verdrinken. Ook van deze beide groepen wil ik enkele namen noemen.

Oscar Engelmann

Tot de eerste groep behoorde de jonge Indische agent Oscar Engelmann, die samen met zijn meerdere, de uit mijn geboortestreek Saarland afkomstige hoofdcommissaris Otto Coerper, door zijn eigen collega’s werd gearresteerd en weggevoerd. Uit respect voor zijn trouwe diensten bij het politiekorps werd de commissaris in de gelegenheid gesteld om onder begeleiding thuis zijn uniform uit te trekken en nog wat persoonlijke bezittingen op te halen. Daarna werd hij terug gebracht naar het politiebureau van Soekaboemi waar alle Duitsers uit de hele omgeving verzameld werden in afwachting van hun wegvoering naar het eiland Onrust. Hierover schreef hoofdcommissaris Coerper later: “Ik hoefde mijn koffer niet zelf te dragen. Een jonge politieagent met de naam Engelmann nam de koffer op zijn schouder. Hij was ongeveer 19 jaar oud en de zoon van een Duitse man en een inheemse vrouw, die ergens in het oosten ver van de bewoonde wereld had gewoond. De jongen was naar Java gegaan om werk te zoeken, maar kon niets vinden met de heersende werkloosheid en had zich uiteindelijk bij de politie gemeld. Hij had slechts een gebrekkige opleiding, sprak geen woord Duits, had nog nooit andere landen gezien, laat staan Duitsland, maar werd nu als ‘Duitser’ geïnterneerd. Hoe meer hoe beter! Als zijn naam niet was geweest, was er misschien niemand op het idee gekomen dat hij een Duitse staatsburger zou kunnen zijn.” Ook zijn broer Willy en de Duitse vader van de beide Indische jongens, Albert Thilo Engelmann, een gepensioneerde KNIL-militair, werd opgepakt en geïnterneerd. Hij was een van de 66 overlevenden van de ‘Van Imhoff’, maar stierf enkele maanden na de scheepsramp alsnog in het ziekenhuis van Medan. De beide broers Oscar en Willy Engelmann zag ik wel op de interneringslijst van Dehra Dun staan.

Het kamp Lawé Sigala-gala

Over de Indo-Duitsers, die in de Alas-Vallei op Sumatra vastzaten, schreef van Heekeren in zijn boek Batavia seint Berlijn op pagina 76: “Ik heb de indruk dat het getal 2396 het aantal is, dat op het laatst in Lawé Sigala-gala zat. Hieronder waren de 150 Indo-Duitsers, die het uiteraard bijzonder moeilijk hadden tussen de zogenaamde ‘arische’ broeders. Als de avond viel, zaten deze Indische jongens dikwijls met overgave krontjongmuziek te spelen, waarnaar door een deel der bewakers, die dezelfde culturele achtergronden hadden, werd geluisterd. Toen kapitein Van Selow, een officier van de bewakingstroepen, werd overgeplaatst, nam de troep juist met deze muziek afscheid van hem. Achter het prikkeldraad zongen de geïnterneerde lndo-Duitsers de geliefde en vertrouwde melodieën mee. Een van deze geïnterneerden was een zekere Hüsges, die als dienstplichtige in het KNIL had gediend onder luitenant De Jager, die aan de andere kant van de omheining stond… ‘Maar,’ zei De Jager, ‘toch moest je oppassen, want er waren er ook die fel pro-nazi waren,’ iets wat nauwelijks te begrijpen is voor iemand die zich de mallotige en gevaarlijke rassentheorieën van de nationaal-socialisten herinnert.”

Van Heekeren had het hier over de 150 Duitse Indo’s, die hij op pagina 35 reeds noemde in verband met hun arrestatie, maar of er eind 1941 nog steeds het zelfde aantal van hen in het interneringskamp geweest zou zijn valt te betwijfelen, want volgens het artikel “De Duitsche Indische jongens” in het Bataviaasch Nieuwsblad van 18 oktober 1941 waren het er nog slechts 50: “In het interview met de pers zeide mr. Block, de procureur-generaal, het volgende over het vraagstuk der Indische jongens, die een Duitschen vader hebben en daardoor zelf ook Duitscher zijn, doordat zoowel hun vader als zij zelf nagelaten hebben, naturalisatie aan te vragen: Tot nu toe worden nog steeds verzoeken om vrijlating ingediend. Van de Duitschers zeer weinig, die moeten trouwens blijven zitten. Wel doet zich onder die categorie het vraagstuk van den zg. Duitschen Indischen jongen voor, dat aandacht verdient. Daaronder bevinden zich jongens, die niet eens Duitsch spreken, die b.v. als monteur en werkman in een of ander bedrijf werkzaam waren. Zij zijn na 10 Mei 1940 zoo vlug mogelijk behandeld, maar niet alle. In Kota Tjane zijn er van die categorie nog ongeveer 50 (op een totaal van pl. M. 2500 geïnterneerden). Wanneer die jongens zich volkomen netjes gedragen en zich niet bij de nazi’s hebben aangesloten, zullen die t.z.t. wel weer in de maatschappij kunnen worden teruggebracht. Ook de rapporten van den kampcommandant over het gedrag zijn daarbij van groote beteekenis. De menschen worden aanhoudend geobserveerd in hun uitlatingen en gedragingen, vooral tegenover de Duitsche nazi’s.” De Indische Courant van 18 oktober 1941 voegde daar nog aan toe: “Hier echter hadden we een krachtiger verklaring willen hooren in den vorm van de verzekering, dat alles zal worden gedaan, om deze jongens voor het gevaar van nazi-besmetting te behoeden, wat als consequentie met zich brengt, dat met hun onderzoek spoed wordt betracht.” Daar is helaas niets meer van gekomen, want in verband met de verwachte landingen van de Japanners werd eind december 1941 besloten het kamp op Sumatra te ontruimen en de gevangenen, waaronder dus ook de Indische jongens, naar Brits-Indië af te voeren. Sommigen van hen hebben het helaas niet gehaald, want zij hadden het pech dat zij deel uitmaakten van het derde transport. Zij werden met 477 man in 2 meter brede kooien van prikkeldraad opeengepakt in het bloedhete ruim van de ‘Van Imhoff’. Omdat elke kooi amper één meter tien hoog was en het voor de gevangenen dus onmogelijk was rechtop te staan, hurkten en lagen zij dicht op elkaar met 30 man per kooi. Er was een gebrek aan zuurstof, drinkwater en sanitaire voorzieningen. In de kooien hing een vreselijke stank en het was er niet uit te houden van de hitte en het stof. De kans om Bombay levend te bereiken was voor deze gevangenen eigenlijk reeds vanaf het vertrek vrijwel nihil omdat de ‘Van Imhoff’ doelbewust niet met het teken van het Rode Kruis als gevangenentransport gemarkeerd was en daardoor een makkelijk doelwit werd van Japanse aanvallen, hetgeen helaas gebeurde.

De Van Imhoff

Hans Willi en Franz Paul Tenzer

Bijzonder tragisch was het lot van de gepensioneerde KNIL-sergeant Fritz Paul Tenzer en zijn beide zonen Hans Willi en Franz Paul. De uit Waldenburg in Duitsland afkomstige Tenzer kwam op 23-jarige leeftijd naar Nederlands-Indië om als hospik te dienen in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger. Hij trouwde met een Javaanse vrouw en stichtte een gezin in Malang. Zij waren daar gelukkig totdat het land, dat sergeant Tenzer 22 jaar trouw gediend had, zich plotseling tegen hem keerde! Op 10 mei 1940 werd hij samen met zijn beide oudste zonen Paul Franz (19 jaar) en Hans Willi (17 jaar), die beiden in Makassar geboren waren, uit hun huis gesleurd en afgevoerd door zwaargewapende agenten. Hun broertjes van 9, 11 en 15 jaar alsook hun beide zusjes bleven met hun moeder achter. Gelukkig waren zij nog te jong voor de internering. Het oneerlijke en onrechtvaardige aan deze arrestaties was het feit, dat zowel Fritz Paul Tenzer alsook zijn zonen allen stateloos waren en het derhalve niet verdiend hadden om als vijandige staatsburgers en dus als ‘staatsgevaarlijke subjecten’ beschouwd en behandeld te worden. Het is een groot onrecht, dat deze trouwe KNIL-soldaat en zijn Indische kinderen werd aangedaan. Bij het bestuderen van de transportlijsten van de ‘Van Imhoff’ heb ik mij dikwijls afgevraagd wat er in deze man en zijn beide jongen omgegaan moet zijn toen zij, opgesloten in hun kooi, met het schip zijn ondergegaan en verdronken. Decennia lang werd dit drama verzwegen en in de doofpot gestopt. Daarom voel ik mij verplicht, om al deze onschuldige mensen, die zo veel leed en onrecht moesten ondergaan enkel vanwege hun Duitse achternaam, uit de vergetelheid te halen en postuum eer te bewijzen. Helaas werden ook vele Indo-Duitsers, die door de Nederlanders uit de internering ontslagen werden, later alsnog door het noodlot getroffen toen zij in de handen van de Japanners vielen en het lot van alle Indische Nederlanders deelden.

Trouw aan Nederlands-Indië

De na-oorlogse generaties van Indo’s met een Duitse achternaam hoeven zich in elk geval niet te schamen voor hun afkomst, want hun vaders, grootvaders en overgrootvaders waren loyale militairen en burgers van Nederlands-Indië. Niet zij waren het, die hun trouw aan hun nieuwe land hadden opgezegd, maar andersom! De Nederlands-Indische autoriteiten hebben hun trouw aan hen gebroken. De staat, die de Duitse KNIL-militairen en hun zonen door de jaren heen trouw gediend hadden, had zich ten onrechte tegen hen gekeerd. Ook dat maakt deel uit van de onverwerkte koloniale geschiedenis van Nederland…

 

 

 

Werner Stauder is afkomstig uit Duitsland en getrouwd met een vrouw van Indonesische afkomst. Hij was 34 jaar werkzaam bij de Telegraaf en werkt aan een boek over de internering van mensen met een Duitse achtergrond in Nederlands-Indië.

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

77 reacties op Het noodlot van de Duitse Indo´s

  1. Ziska Kountul-Loth zegt:

    Ja dat klopt mijn vader was ondergedoken in die tijd; hij was van Duitse afkomst.

    Verstuurd vanaf mijn iPhone

  2. Gert Jan Jansen zegt:

    Heel erg bedankt voor dit verslag,wat mij niet bekend was.Een overgroot moeder van mij was van Duitse afkomst in Padang,Haar achternaam was Giesker en trouwde met Kruyt.
    Ik heb een vraag: Ik heb met mijn broer en moeder in het kamp Adek,Batavia gezeten.Mijn moeder moest zo nu dan wacht houden bij een kamp in ons kamp van Armeense vrouwen,die daar gevangen zaten.Nooit begrepen hoe die daar kwamen en wat ze dan hadden misdaan.
    Is er iemand die daar meer van af weet??

  3. Jeanne Ham zegt:

    Ook de schilder Walter Spies werd op Bali opgepakt en stierf later.
    Zijn schilderijen zijn te bezichtigen in een museum te Ubud.

  4. jeaemanuel zegt:

    Ik herinner mij in het begin van de Japanse bezetting Fighting Mieck in de zijtuin van een woning aan Kebon Kawoeng in Bandoeng te hebben zien trainen met gewichten. De woning hoorde aan de Indische familie Clarkson en als ik juist was ingelicht was de echtgenote van Fightiing Mieck een dochter van de familie Clarkson.
    Mogelijk dat hij later met andere Indische burgerlui uit de bevolking is geïnterneerd in het klooster ‘Maria Sterre der Zee’ in het Westelijk deel van Bandoeng.

  5. RLMertens zegt:

    @W.Stauder; ‘concentratie kamp, Suriname etc.’- De melding tot gevangen neming van Duitsers trof ook de Oostenrijkse familie Breier; Rolf (mijn vriend) toen 14 jr.oud werd van de HBS, Semarang opgepikt. Samen met zijn vader en broer( moeder was met vakantie in (door Hitler bezette Oostenrijk) via allerlei kampen op Java met NSB’ers naar Suriname getransporteerd. Bij aankomst zagen de Surinaamse haven arbeiders met stomme verbazing hoe blanken andere blanken behandelden! Geschopt en geslagen werden zij de vrachtwagen in geladen. Naar het concentratie kamp de Joden Savanne(oud Italiaanse Joodse kolonie plek) en daar 6 jaar opgesloten/dwangarbeid verricht. Daar als vuil/vernederd behandelt! Er werden zelfs door vlucht pogingen executies verricht/ de moorden in fort Zeelandia! Vele ouderen/ zwakkeren vonden daar hun einde! Verbleef daar oa met Douwes Dekker/Setia Boedi en dr..Schoonheyt, arts van het concentratie kamp Boven Digoel, NW.Guinea! Op 15 juli 1946(!) werden zij eindelijk in vrijheid gesteld. De hele bevolking uit de omtrek hebben hen met muziek, vlaggen, drums uitgeleide gedaan! Vele van ons waren zeer ontroerd. Zij waren getuige van de ontberingen die de gevangenen moesten ondergaan Ook bij het vertrek uit de haven van Paramaribo, was een menigte aanwezig. Rolf is na zijn vrijlating, na een kort verblijf in Holland, naar Duitsland Kiel vertrokken. Ik maakte met hem kennis toen hij met een Duitse Indo(!) vriend de Ambarawa reünie ( zijn en mijn geboorteplaats!) jr.’90 bezocht. En hij mij daar in Javaans(!) aansprak. Over zijn ervaringen is een tv.doc de Groene Hel gemaakt en jaren geleden vertoond. Over zijn verhaal is in het Amsterdams Verzetsmuseum, een hoekje ingericht in de afdeling Nederlands Indië! Met vele van zijn schetsen en attributen; schop, koffer etc.( hij was een begenadigd tekenaar/graphiker over het kamp leven.).Met saluut aan Rolf!

  6. Hans Boers zegt:

    Bert, in de eerste plaats dank voor je artikel.

    Bijna een ieder welbekend is het feit, dat niet enkel de “Duitse” Indo’s werden gewaarmerkt als staatsgevaarlijk. Zelfs de 100% “totoks” (puur Nederlands) die maar een zweempje van iets van Duits bij zich droegen werden meteen als staatsgevaarlijk (zonder enig bewijs) beschouwd en opgepakt en achter de tralies gezet.

    Neem nu bijvoorbeeld de onderwijzer (later schoolhoofd Soemdang en Klaten 1934) Bertus Th. van Toledo, een geboren Rotterdamse jongen die vol idealisme naar het voormalig Ned. Indië trekt, getrouwd met Dirkje Mutter uit Delft en daar de schooljeugd enige kennis tracht bij te brengen teneinde verzekerd te kunnen zijn van een goede toekomst, wordt als dank van het “systeem” geplaatst op de lijst van staatsgevaarlijken en deze lijst wordt in de kranten gepubliceerd (Sumatrapost 10-7-1941) en Bertus mag achter de tralies zitten onder het voormalig Nederlandse koloniale bewind….. (Was het omdat zijn oma Elisabeth Werner heette en gehuwd was met zijn opa een politie agent?)

    Om daarna maar over te stappen naar een ander kamp onder het Japanse bewind en het einde van de oorlog niet haalde en in maart 1945 het leven liet en zo waren er meerdere slachtoffers.

  7. John van Santen zegt:

    Interessant thema ! Ik ken ook nog het verhaal van door Ned.- Indische artsen met pokken ingespoten mensen met Duitse achtergrond, op weg naar Japan. Veel leed aan vaak onschuldige mensen aangedaan.

  8. Brender a Brandis zegt:

    ………………….

    Dit was mij (en ik denk velen) niet bekend.
    Wat een schoften hebben wij als regeringen gehad.

    • hvanswoll zegt:

      Door de eeuwen heen is het buitenlandbeleid van Nederlandse regeringen bedroevend geweest en totaal niet om je op de borst te slaan. Noch volgens de huidige maatstaven, noch volgens de toen geldende normen. Sterker, zelfs nu nog worden burgers met een Nederlands paspoort in de buitengewone gemeenten als Bonaire, Saba en St. Eustatius meer dan onheus afgeknepen.
      U hoeft, op basis van ons buitenlandbeleid, beslist niet trots te zijn op uw Nederlanderschap.
      Tip: lees de pil van Ewald van Vugt, Roofstaat.

  9. Walter Schwager zegt:

    Mijn statenloze ex-Duitse vader werd op 10 mei 1940 opgepakt en geinterneerd, na levenlang trouw voor de KNIL te hebben gewerkt. Alle bezittingen (huizen, land) werden in beslag genomen en alle pensioenen gestopt. Mijn Javaanse moeder moest maar zien hoe ze haar gezin met zes jonge kinderen in leven hield. Tijdens de Japanse bezetting werd mijn vader nog in een soort open gevangenis bij het Tobameer vastgehouden, redelijk behandeld maar hij mocht niet naar Java, waar wij woonden, terug. In oktober 1945 werd hij door Indonesische peloppors vermoord.

    • Peter van den Broek zegt:

      @dhr Walter Schwager
      Ik las Uw reactie over Uw vader Ernst Emil Schwager, Adjudant OnderOfficier KNIL, zijn loyaliteit aan het Nederlands gezag in Nederlands-Indie kan niet getwijfeld worden.

      Pelita schreef over de gebeurtenissen in Senang (Bantam)
      In de nacht van 12 op 13 oktober 1945 werden vijf Nederlanders, die vanuit Malakka naar Batavia waren gekomen om hun vrouwen te zoeken, in Serang opgepakt en in de gevangenis opgesloten. Een opgezweepte menigte viel de gevangenis aan en vermoordde de vijf mannen. Onmiddellijk na deze gebeurtenis liet de Indonesische resident te Serang een circulaire verspreiden waarin een dergelijk optreden werd veroordeeld. Volgens ‘Het Dagblad’ van 28 juni 1946 kwam daarna zoiets ook niet meer voor. Waarschijnlijk zijn na deze gebeurtenissen de mannen en vrouwen in Bantam tegelijk geïnterneerd om verdere moordpartijen te voorkomen .

      De 5 vermoorde Nederlanders zijn:
      Brouwer, 13/10/45
      Dengah, Hendrik Protasik Tangkawarow 22-10-1895 13/10/45, hfd opz. Billiton
      Jacobs, Henri 15/03/07 13/10/45. machinist
      Maitimo, Emil August 30/10/13 13/10/45, adj. Lndmtr Billiton Schwager, Ernst Emil 15-02-1887 13/10/45, AOO KNIL

      Klik om toegang te krijgen tot 20181029PelitaNieuwsApril.pdf

      Een bizarre geschiedenis maar de gehele Van Imhoff-affaire is bizar.

      • Walter Schwager zegt:

        Heel bedankt voor deze details. Ja, deze namen staan op het massagraf in Menteng Pulo.

      • Heeft u enig idee hoeveel geinterneerden achterbleven in Sumatra nadat anderen waren afgevoerd? Waarom bleven die, zoals mijn vader, achter? Mijn vader werd later door de Japanners naar een soort open gevangenis bij het Toba-meer afgevoerd, blijkbaar in een Zwitsers hotel.

      • Peter van den Broek zegt:

        @dhr Schwager.
        Bij de bestudering van de Van-Imhoff-affaire kan ik mij vaag herinneren dat ik foto’s zag van de overlevenden op Sumatra. Ik zal dat opzoeken. Mijn indruk is dat met Gründlichkeit Duitsers de zaak hebben uitgezocht. De Duitse regering heeft alles aan gedaan de slachtoffers te achterhalen.

        Waarschijnlijk zijn de andere overlevenden naar Japanse krijgsgevangen- of werkkampen afgevoerd. Dat Uw vader achterbleef heeft waarschijnlijk met zijn leeftijd te maken, oudere mannen kwamen niet in krijgsgevangenkampen terecht.

        Om terug te komen op het Pelita-artikel. Ik ben zo vrij wat vragen te stellen voor mijn onderzoek naar Bersiapslachtoffers
        Het verbaast mij dat Uw vader in Serang terechtkwam. Vanuit Sumatra organiseerden de Britten na de oorlog evacuatietransporten van geinterneerden naar Batavia. Om dan in Serang aan te komen ligt niet voor de hand. Er zijn ook geen Japanse intreneringskampen in de buurt. Wat is de reden, dat Uw vader in Serang terechtkwam?

        Uw vader was in gezelschap van 4 andere Nederlanders . Wat hadden zij gemeen?

        De atlas Bersiapkampen geeft aan dat er in Serang een gevangenis was, gebruikt als Republikeins kamp, door Indonesische Nationalisten beschermingskampen genoemd!!!!
        https://bersiapkampen.nl/Gevangenis%20Serang.htm

        OP xx-10-1945 kwamen een onbekend aantal mensen uit de omgeving (sic) aan in de gevangenis, wie is onbekend , maar nu weten we dat het de bovengenoemde Nederlanders zijn.
        Over de moordpartij op 13/10/1945 op deze Nederlanders geeft de atlas geen uitsluitsel.
        Als ik verder lees zijn er op xx-02-1945 negen personen in de gevangenis van Serang met als vermelding (1): 6 Indo-Europeanen, 2 Duitsers, 1 Japanner.
        Mijn vraag is, wie zijn die 2 Duitsers? Toch opmerkelijk dat er plotseling Duitsers opduiken en precies in Serang!
        Voor die informatie moet ik bij de bronvermeldlngen zijn. is dhr. schwager bekend met deze bronnen?

        wat het Tobameer op Sumatra betreft. Kunt U daar meer over vertellen? Ik ken wel een Hotel door Zwitsers geleid in Siantar (ook Bersiapslachtoffers) .

      • Mijn dochter heeft de laatste weken veel onderzoek gedaan over de van Imhoff-affaire. Volgens haar bronnen waren er na het vertrek van de van Imhoff nog 75 gevangenen achtergebleven – te oud of te ziek om vervoerd te worden? Mijn vader was toen 58 jaar oud.
        Ik weet niet wat er gebeurd is na de Japanse overname – ik vind het onwaarschijnlijk dat de achterbliivers als krijgsgevangenen behandeld werden. Tenslotte waren zij, tenminste volgens het NI bewind, Duitsers – dus geallieerden van de Japanners. (Een Duitse vriend van mijn vader kwam in laat 1945 veilig in Tjimahi aan maar waar hij de oorlog doorbracht weet ik helaas niet. Hij werd spoedig daarna tijdens de bersiap periode vermoord. Naam: Enke.)
        Ik heb een briefkaart van mijn vader aan zijn familie, 17-1-05 (?). Zijn adres gaf hij op as Swiss Hotel Siuhan (?), Prapat, L. Toba. Hij werkte in een brandy-fabriek maar werkte liever in de tuin.

        De overtocht naar Serang hebben mijn vader en zijn compagnons waarschijnlijk zelf georganiseerd. Helaas was Serang bijzonder onrustig, de communisten hadden er bijna een burgeroorlog gesticht. In de gevangenis waar mijn vader voor zijn veiligheid (!) was opgesloten was ook een communistische leider opgesloten. De meute kwam en bevrijdde hem en besloot om toen ook maar de Europeanen en Indo’s te vermoorden.

        Kunt u mij aub de URL van het Duitse Imhoff-archief geven? Alvast bedankt.

      • Jan A. Somers zegt:

        “onwaarschijnlijk dat de achterbliivers als krijgsgevangenen behandeld werden. ” Bij mijn melkklanten in Soerabaja waren enkele Duitse families. gewoon vrij, net als alle andere buitenlanders van landen die niet in oorlog met Japan waren.

      • Welke jaren was dat? Alvast bedankt.

      • Welke jaren was dat? Alvast bedankt.

      • Jan A. Somers zegt:

        “Welke jaren was dat? Alvast bedankt.” 1942-1946, tijdens de Japanse bezetting en de bersiap.

      • Peter van den Broek zegt:

        @dhr Schwager Een korte reactie op de briefkaart van Uw vader aan zijn familie, 17-1-05 (?).

        Het jaartal 17-01-05 staat voor de Japanse jaartelling, 05 is gelijk aan 2605 en staat voor onze gregoriaanse jaartelling 1945.
        Welke kenmerken zijn op de briefkaart vermeld?
        – was de voorgedrukte tekst op de briefkaart geschreven in het Japans en/of maleis?
        – wie was/waren de geadresseerde(n)? betekende dat Uw vader wist waar de rest van de familie verbleef en waar was dat?
        -opmerkelijk is dat uw vader pas begin 1945 een brief naar zijn familie kon/mocht sturen. Wordt de reden ervan op de briefkaart vermeld?
        – was de brief verzonden door het Internationale Rode Kruis CIRC of door een andere organisatie (japanse militaire/burgerlijke Post o.i.d.?)
        – er woonden tijdens de japanse bezettingstijd Zwitsers in Prapat/Parapat, ik vond namen die enigszins op Hotel Siuhan lijken, maar dat lijkt me van ondergeschikt belang.

      • Jan A. Somers zegt:

        Een brief van mijn moeder aan mijn broer had als adressering Pangkat: 5.438, Tangsi: Java CQ. En die was aangekomen. Was kennelijk een uitstekende organisatie.

    • Oscar Rohde zegt:

      Beste Walter Schwager,
      dit is ook zo gegaan met onze Opa en tevens naam genoot. Trouw aan KNIL en opgepakt en geinterneerd, onze vader destijds 13 had het geluk dat hij niet is meegenomen en hetzelfde lot is ondergaan. Maar werd door zijn moeder en dus de Oma die wij nooit hebben gekend in een weeshuis gedaan “Pa vd Steur”. Over de bezittingen (Huizen en Land maar ook pensioen) is een groot raadsel. Helaas zijn de vragen bij onze wijlen vader onbeantwoord gebleven en hebben wij al heel wat info kunnen krijgen waaronder dit.
      Het blijft een zwarte bladzijde in onze geschiedenis.

      • Jan A. Somers zegt:

        “Huizen en Land maar ook pensioen)” Over huizen en land kunt u terecht bij het kadaster. In Indonesië heet dat wat anders, maar is hetzelfde als in Nederland. Voor pensioen bij het pensioenfonds. Als het tenminste pensioen is en niet een zak met geld in de tuin begraven. Of gewoon onder de bultzak, waar de bersiap er mee vandoor is gegaan. Als straf voor de belastingontduiking.

  10. walter schwager zegt:

    De VARA heeft een driedelige documentaire over het drama van de van Imhoff ontwikkeld nadat de Nederlandse regering vele jaren eerder een domentaire over deze oorlogsmisdaad in de doofpot had gestopt. https://www.bnnvara.nl/imhoff/over

    • Pieter Bijl zegt:

      Omdat het artikel van Werner Stauder de van Imhoff slechts feitelijk aanhaalt, zag ik aanvankelijk geen reden om te reageren. Nu de VARA docu. genoemd wordt vind ik dat ik voor de zoveelste keer op dit drieluik mijn zienswijze moet laten weten. Direct na de uitzending in 2017 heb ik richting de makers, de VARA en de Telegraaf(die daags voor de eerste aflevering een uitgebreid artikel plaatste) mijn ongenoegen geuit. Wat jammer dat de inhoud van het artikel van Werner Stauder ver op de achtergrond raakte door de maritieme , nautische en andere onzin die over de kijkers uitgestort werd, middels misleidend geensceneerde beelden , daarbij de Zwarte Piet aan collega Hoeksema gevend. Van Heekeren zegt letterlijk : de kapitein heeft aanvechtbare handelingen verricht ,maar dat hij twijfelt of alternatieven een beter resultaat gegeven zouden hebben. Ook over de “verdwenen film van Verkijk” was hij niet lovend. Ik wil het graag hierbij laten .

      • RLMertens zegt:

        @PieterBijl; ‘ongenoegen geuit etc.’- Noem ze! Van Rolf Breier ontving ik een kopie boekje; Der Untergang der van Imhoff; Ein Augenzeugen bericht von Gottlob Weiler: 2e Auflage 1952.

  11. Walter Schwager zegt:

    Heel bedankt voor dit verhaal – een heel belangrijk onderdeel van de geschiedenis van mijn familie.

    • RLMertens zegt:

      @walterschwager; ‘familie geschiedenis etc.’- Ik ben in het bezit van een copy van de Java-Bode 3/7-1941; Aan den schandpaal! Met namen van de geinterneede ‘Nederlanders’ ( tussen aanhalingstekens!) Waarop uw (gedeeltelijk) de naam Christiaan Schwager prijkt. Copy + schetsen uit het Suriname kamp, gekregen van mijn vriend Rolf Clemens Breier.

      • Walter Schwager zegt:

        Mijn vader was Ernst Emil Schwager, Christiaan is mij niet bekend. De schetsen van Breier – zijn die gepubliceerd?

      • RLMertens zegt:

        @WalterSchwager; ‘uw vader Ernst Emil etc.’- Sorry, heb me vergist; de naam Schwager staat er niet op. Ik heb indertijd een paar schetsen van Rolf gekregen. In het Verzetsmuseum Amsterdam, Plant.Middelaan is een etalage hoekje aan
        Rolf geweid( althans een paar jaren geleden)

  12. Walter Schwager zegt:

    Werner Stauder – ik hoop spoedig je boek te kunnen kopen! Veel succes ermee!

  13. Oscar Micola von Fürstenrecht zegt:

    Mijn grootvader Herman Wilhelm Oscar Siebenhaar uit Dissen Hannover, ex-sergeant KNIL, kwam in Indonesia eind 1900 als KNIL-militair. Bij de grote acties in Lombok ingezet, na zijn trouwe dienst ontslagen, trouwde met Henriëtte van Garling, bouwde een auto-reparatiebedrijf Siebenhaar, in mei 1940 werd hij en zijn oudste zoon geinterneerd in Ambarawa, vijf andere kinderen bleven vrij, twee waren KNIL-onderofficieren, mijn vader adjudant KNIL was juist op bezoek van Kalidjati, militair vliegveld, met een Glenn Martin Eskader.
    Vader, Micola von Fürstenrecht, adjudant, werd niet eens aangeraakt. Door zijn preken bleven zij na drie maanden vrij, ironisch genoeg werd grootvader Siebenhaar door de Japanners nadat ze zijn zaak hadden onteigend met vrouw en drie kinderen in het concentratiekamp gezet waar hij overleed, begraven op Menteng Poeloe in Djakarta. De zonen waren allen krijgsgevangen tot het einde van de oorlog.
    Vader die met pensioen ging in Nederland als groot-majoor van de Koninklijke Landmacht Nederland, hadden ze nooit aangeraakt alhoewel wij ook deels Duits bloed hebben.
    Dit is geschreven door oudste zoon, 90 jaar, wonende 55 in Zweden. Oscar Micola von Fürstenrecht, Frölunda Kyrkogata 47, 421 47 Västra Frölunda Sverige, tel +46 733785383 … FB Messenger Viber WhatsApp.

  14. Robert zegt:

    Wat kan je van de meeste politici verwachten? Ze zijn minder waard dan de ouwe hoeren van een bordeel.

  15. Walter von Stockhausen zegt:

    Dat is allemaal nieuw voor mij. Mijn vader en zijn broer met duidelijk Duitse namen en vooral de opvallende “von” schijnen onder de radar te zijn in die tijd. Mijn vader was een burger die bij het Boswezen werkte en zelf in militaire dienst werd opgeroepen toen Japan in Azie de oorlog begon. Zijn broer was al militair bij de Topografische dienst van het KNIL. Bij de japanse inval werd mijn vader gevangen genomen en naar de Birma spoorweg afgevoerd. Zijn broer werd niet gevangen genomen maar gedwongen te blijven werken om de Japanners de Topografische kaarten te overgeven.

  16. Pieter Bijl zegt:

    R.L.Mertens Ongenoegen.Mijn probleem met de Docu. is de manier waarop de makers met de kapitein omgaan. Hij werd gedwongen uit te varen zonder noncombatant kleuren, zonder escort zonder extra bewapening ,zonder voldoende reddingmiddelen. Weigeren had geen zin, dan zou een ander met zijn schip uitvaren en de gevolgen zouden voor hem niet te overzien zijn. Bij de aanval van het Japse vliegtuig wist hij door kundig manoeuvreren met zijn 9mijls stoombootje de eerste 4 bommen te ontwijken/. Een voltreffer zou voor iedereen einde verhaal geweest zijn.In de docu werd dit niet zo naar voren gebracht Hij heeft twee keer positie/noodseinen uitgezonden. Hoe je het wendt of keert, er was nooit genoeg plaats in de reddingboten voor iedereen, bovendien in de gedachtengang op dat ogenblik met in zijn hoofd : Negatieve berichten uit Europa, de naderende Japanners(comrades in arms van Duitsland) met daarbij de situatie in Indie. Zo is hij tot het besluit gekomen de bemanning en het bewakings detachement mee te nemen. Begrijp me goed de hele internerings situatie vind ik ook verschrikkelijk, zeker na het lezen van Werner Stauder. 409 oorlogs slachtoffers zijn er 409 te veel. Dit hebben kijkers ook nooit nooit uit de documentaire kunnen destilleren. Het overall karakter van de docu. was slecht maritiem onderbouwd, in mijn optiek om een smeuiig verhaal op het scherm te zetten. Vier miljoen gulden schadeloosstelling ?? en gegijzelde KPMmers. Ziehier enkele van mijn ongenoegens.

    • RLMertens zegt:

      @PieterBijl; ‘nooit genoeg reddingsboten etc.’- Ik heb begrepen dat bij de vlucht van gezagvoerder en bemanning zelfs de lege(!) sloepen mee namen! De bemande sloepen hadden nog vele lege(!) plekken. Gevangenen benedendeks in hun kooien laten stikken is natuurlijk niet te bevatten. Dat hij alle eerdere bombardementen trachtte te ontwijken is natuurlijk om eigen bestwil; anders was die al eerder met man en muis vergaan. En dan nog die te hulp geschoten Nederlandse boten, die alleen de drenkelingen toeriepen of er nog Hollanders onder hen waren. De dobberden verder aan hun lot over lieten. Afschuwelijk! Je zal maar Herman Hoeksema heten! .

      • Pieter Bijl zegt:

        U moet maar Batavia seint Berlijn lezen., en KPM in Oorlogstijd van Bakker. Andere te hulp schietende boten hebben niets met Hoeksema te maken. Geen lege plekken in de reddingboten. Zonder maritieme kennis is hier niet over te twisten. Zullen we dan ook maar niet doen

      • RLMertens zegt:

        @PieterBijl;’zonder maritieme kennis etc.’- Oh, met maritieme kennis is deze intense laffe daad beter te begrijpen? Goed te praten?

  17. Peter van den Broek zegt:

    Enige jaren geleden heb ik louter uit belangstelling me in de affaire-Van Imhoff verdiept. De Nederlandse bronnen zijn bekend, maar ik wilde ook het verhaal vanuit Duits perspectief kennen. Daarbij gebruikte ik niet de Nederlandse maar Duitse versie van Google google.de, zodoende kom ik direct op Duitse bronnen. De Duitse Staat heeft veel energie geïnvesteerd om achter alle namen van de slachtoffers te komen. Deze zijn door nabestaanden op een web site verzameld met nog andere relevante informatie.

    Ik heb de informatie uit Nederlandse en Duitse bronnen naast elkaar gelegd en ben mijn analyse begonnen als m.s. Van Imhoff dreigt te zinken. Want wat zegt de Nederlandse overlevende KNIL-soldaat Jan van de Ende: “ik had altijd gedacht dat een kapitein van een zinkend schip als laatste van boord gaat”. Dat ging bij de Imhoff op een andere manier.

    Mijn analyse is gebaseerd op data zie ook Der Spiegel van 22.12.1965.

    Daarbij zijn volgende vragen van belang:
    Hoeveel Duitse gevangenen, hoeveel Nederlands bewakingspersoneel (KNIL) en hoeveel Nederlandse bemanningsleden bevonden zich op het schip?
    478/62/48.
    Van de 478 Duitsers hokten 367 op het tussendek waarvan de hoogte 1meter bedroeg. De andere 111 geïnterneerden hokten op het achterdek in van prikkeldraad gemaakte kooien.

    Hoeveel reddingsboten en houten vlotten waren er op het schip beschikbaar?
    6 reddingsboten en en een half dozijn reddingsvlotten gemaakt van bamboe

    Hoeveel zwemvesten waren beschikbaar? (650)

    Als ik het verhaal lees kan ik bepalen wie er in de reddingsboten en wie op de vlotten zich konden redden en weet ik hoeveel personen in totaal zijn overleden (412 Duitsers, waarvan 276 met de Van Imhoff verdronken, geen Nederlandse slachtoffers).

    M.s. Boelongan, net zoals de Van Imhoff onder de KPM-vlag varend schip schoot te hulp, maar had van de KM-commandant in Sibolga bevel gekregen geen Duitsers te redden.

    Eén detail kan ik niet onthouden. Een 74-jarige Duitser kon zich na al deze ontberingen redden en kwam op het eiland Nias bij Sumatra aan land. Hij hing zich op aan een boom op het strand.

    Eenieder kan zijn eigen conclusies trekken.

    N.B. ik heb mijn dienstplicht vervuld bij de KM, mijn maritieme kennis is weliswaar miniem, maar voldoende om het verhaal over de Van Imhoff te begrijpen.

    • Jo Vandeweijer zegt:

      Ik onderzoek de stamboom van mijn echtgenote en kom daarbij tegen dat een ver familielid, van Haasen als KNIL sgt van het bewakingsdetachementop de van Imhoff als laatste het schip heeft verlaten. Zijn er nog contacten met andere KNIL bewakers op het schip.

  18. Interessant. Mag ik deze reactie ook op de tijdlijn van de “vanimhoff.info” website verwerken met als entry datum 6 augustus 2020?. Op die site ben ik alle berichtgeving en publiciteit rond de Van Imhoff affaire aan het bijhouden en documenteren. Op die manier kunt u uw inbreng in een grote kring geinteresseerden op internet delen. Ik wil er ook nog een Engelse vertaling van maken, tenzij u dat liever zelf doet.

    met groet, Hendrik Wittenberg

    • Peter van den Broek zegt:

      Geachte Heer Wittenberg.
      De website vanimhoff,info verschijnt op mijn beeldscherm in een engelstalige versie, dus het werk is al gedaan.

      Als ik het zoekwoord “Van Imhoff 1942″ aangeef, dan kom ik bij Wikipedia op ” die Versenkung der Van Imhoff. Deze geeft een uitgebreide literatuurlijst, web links en in de Einzelnachweise de spraakmakende artikelen gepubliceerd in Der Spiegel met de sprekende titel “Kriegsverbrechen – Van-Imhoff-Untergang: Das Totenschiff”.

      Ik mag toch wat vragen stellen om mij een beeld te vormen van de situatie:
      1) Waarom verliet kapitein Hoeksema, de gezagvoerder als één van de eersten het schip Van Imhoff?
      2) Waarom gaf een Nederlandse officier, die als één van de laatste Nederlanders het schip verliet, de sleutels van de sloten van de van prikkeldraad gemaakte kooien op het dek aan een Duitser op het schip ?

      3) Een reddingsboot van de Van Imhoff bied plaats aan max 50 personen. Aan hoeveel mensen bieden de 5 reddingsboten van de Van Imhoff plaats en hoeveel Nederlanders bevonden zich na het scheepsongeval daadwerkelijk op de reddingsboten?
      N.B. De zesde reddingsboot kon niet neergelaten worden en bleef in de davids steken. De Duitse overlevenden konden de boot bevrijdden en gebruiken voor hun redding.

      4) Op het tussendek van de Van Imhoff hokten 367 Duitse geïnterneerden. Een groot deel van de Duitsers die met het schip verdronken (276) bevonden zich op het tussendek. Kan iemand ook zonder maritieme kennis beschrijven wat voor taferelen zich daar toen afspeelden?

      Apropos de Duitser, die zich bij aankomst op het eiland Nias bij Sumatra verhing, heette Greis.

  19. Eigenlijk geldt mijn verzoek voor alle drie de heren: Mertens, Bijl en Van den Broek. Mogelijk zijn er nog andere lezers die gegevens hebben (data, foto’s, documenten) over de Van Imhoff slachtoffers, overlevers of belangrijke actoren. Door plaatsing van deze gegevens op de Van Imhoff site kunnen we ook respect tonen ipv alleen onderling te kibbelen over de schuldvraag. De Van Imhoff site wordt trouwens vooral door Duitse nazaten van de slachtoffers geraadpleegd en gewaardeerd.Zij hadden door de taalbarriere tot voor kort nauwelijks toegang tot de meters boekenplanken met Nederlandstalige boeken en documenten over de affaire.

    met groet, Hendrik Wittenberg

    • RLMertens zegt:

      @HendrikWittenberg; ‘van Imhoff slachtoffers etc.’- Goed te weten dat de Duitse slachtoffers merendeels niets met nazi(!) Duitsland te maken hadden. Veelal missionarissen, artsen ea. Hen, per schip uit Indië te transporteren is al een waanzinnig idee ( zoals ook de Digoelisten naar AustralIë). En dan de zaak in de jr.’60 proberen in een doofpot te stoppen- zie de Vara drieluik dec.2017

      • Jan A. Somers zegt:

        Nederland was niet in oorlog met de Nazi’s, maar met Duitsland.

      • RLMertens zegt:

        @JASomers; ‘met Duitsland etc.’- Vandaar dat alle Duitsers over zee op transport gezet werden. Waarvoor eigenlijk? Al die kosten en moeite om ze uit de handen van Japan te houden? Wat een stupide/ onzinnig besluit! (Zo ook de Digoelisten.)

  20. Peter van den Broek zegt:

    ik heb een laatste vraag.
    Het motorschip Van Imhoff werd om 10:30 beschadigd, de ruimen begonnen vol met water te lopen.
    Omstreeks 16.50 zonk het schip bijna rechtstandig in de Indische Oceaan.

    Er waren 650 reddingsvesten beschikbaar, er was tijd genoeg om iedereen van boord en in het water te laten springen.

    Mijn vraag is hoe het mogelijk was dat ondanks dat het beschadigd schip meer dan 6 uur bleef drijven, toch nog 276 Duitse passagiers tezamen met het Nederlandse schip verdronken ? Wellicht heeft dhr Bijl een geloofwaardige verklaring.

  21. Pieter Bijl zegt:

    Reddingmiddelen aan boord van de van Imhoff als volgt: 4 reddingboten @ 42 man; 1 motorboot @ 20 man, 1 laadboot @ ong. 60 man, verder 1 verfvlet, 10 bamboevlotten te Sibolga (op instigatie van Hoeksema) aangeschaft. Wat betreft de tijden lees ik in zowel Batavia seint Berlijn, als in KPM in oorlogstijd, dat nadat de pogingen met de presenning mislukt waren en het schip te veel slagzij maakte, de boten afgevierd werden tegen enen, de Duitsers bevrijd werden door het bewakingsdetachement, nadat de bemanning plus bewakingsdetachement in de boten had plaatsgenomen. Vooral in het boek van Van Heekeren valt te lezen hoe de chaos en paniek heerste op de van Imhoff. Volgens hetzelfde boek sprongen honderden Duitsers in het water. Men moet aan Nederlandse zijde gedacht hebben : wij of zij. Dit zijn enkele details van de ramp . Wat ik persoonlijk wil is boven water krijgen dat de werkelijk verantwoordelijken: Commandant Zeemacht, de toenmalige KPMdirectie en de overheid buiten schot bleven en de kapitein werd tot kop van Jut gebombardeerd. Hij werd nl. gedwongen met een niet zeewaardig schip( want niet voldoende reddingmiddelen aan boord)uit te varen, bovendien geen afweergeschut, geen escorte , en ook geen non-combatant kleuren, over weigeren hoeven we het niet te hebben, zijn schip moest varen zo niet met hem dan met een ander. Ik citeer van Heekeren letterlijk als hij zegt : De kapitein heeft weliswaar aanvechtbare handelingen gepleegd, te betwijfelen valt of alternatieven tot een beter resultaat geleid zouden hebben. De VARA docu. echter beschuldigde hem min of meer van een oorlogsmisdaad en dit schoot veel (zeg maar alle) tegenwoordige collega’s in het verkeerde keelgat Alles wat ik schrijf staat ook in de geschiedschrijving .Ik beveel altijd van Heekeren aan omdat hij een gebalanceerder beeld geeft, daar hij noch marine noch koopvaardij is. Bovendien uitgebreider ingaat op de gang van zaken tijdens de internering en later op het eiland Nias. Voor de Hr. Wittenberg heb ik eventueel fact sheets van de Van Imhoff. Ik hoop hiermee een eind te maken aan de discussie.

    • De discussie is pas begonnen. Ik ga uit van een fact-based analyse:
      Mijn startpunt is het tijdstip dat de Van Imhoff wordt beschadigd en water begint te maken.

      10:30 De Van Imhoff wordt geraakt de ruimen beginnen vol te lopen

      13:00 de reddingsboten worden neergelaten, de Nederlandse bemanning (48) en KNIL-bewakingspersoneel (62) nemen plaats in de boten. Een Nederlandse KNIL, onderofficier, wellicht van Haasen, die als één van de laatste Nederlanders het schip verlaat, geeft aan een Duitser de sleutels van de sloten van de van prikkeldraad gemaakte kooien .
      Van de 478 gevangen Duitsers zijn 367 opgesloten op het tussendek waarvan de hoogte 1meter bedraagt. De andere 111 geïnterneerden zijn opgesloten op het achterdek in van prikkeldraad gemaakte kooien

      16.50 het schip zinkt bijna rechtstandig in de Indische Oceaan tezamen met 276 Duitse passagiers.

      Wat weet ik nu:

      1) Als de Van Imhoff teveel slagzij maken, worden de reddingsboten neergelaten dwz 2:30 uur nadat de Van Imhoff is geraakt maar wel 3:50 uur voordat het schip daadwerkelijk zinkt.
      2) Alleen Nederlanders nemen plaats in de neergelaten reddingsboten. Een Duitser probeert van het schip in een reddingsboot te springen, maar dat mislukt. Bij zijn poging wordt hij aan zijn hand door een kogel geraakt. Hij wordt alsnog in de reddingsboot getrokken.
      3) Een Nederlandse onderofficier geeft de sleutels van de prikkeldraadkooien aan een Duitser, Duitsers zijn nog opgesloten op het schip . Ook voor Van Heekeren is het voorstelbaar dat chaos en paniek uitbreekt bij de opgesloten Duitsers op een zinkend schip.
      4) 478 gevangen Duitsers minus 276 verdronken Duitsers betekent dat 478-276= 202 Duitsers levend van het schip kwamen. Dat klopt want Van Heekeren, die weliswaar niet van de marine of koopvaardij is, maar wel kan rekenen zegt zelf dat honderden Duitsers in het water sprongen.

      5) Dhr Bijl is zo vriendelijk een specificatie te geven van de reddingsmiddelen aan boord van de Van Imhoff. In principe kan iedereen van boord zonder te verdrinken:

      a) voor de Nederlandse bemanning en bewakingspersoneel is beschikbaar: 3 reddingsboten (42 man/boot: 3×42= 126 plaatsen), 1 motorboot à 20 plaatsen, 1 laadboot à 60 plaatsen , 1 verfvlet oftewel minstens 206 plaatsen voor 110 man.

      b) voor de Duitse passagiers is beschikbaar 1 achtergelaten reddingsboot in de davits à 42 plaatsen en 10 bamboevlotten, Aangetekend dient te worden dat bij de Duitse reddingsboot de roeiriemen en voedselvoorraad ontbreken. Ik doe het uit mijn hoofd maar uiteindelijk bezetten 54 Duitsers deze reddingsboot.

      c) en natuurlijk had de Van Imhoff 650 zwemvesten.

      Ik wil geen rechtertje spelen, maar als dhr Bijl boven water wil krijgen wie de werkelijk verantwoordelijken zijn dan raad ik hem aan online Der Spiegelartikelen over de Van Imhoff te lezen, zeer verhelderend

      Kriegsverbrechen – Van-Imhoff-Untergang: Das Totenschiff. In: Der Spiegel. Nr. 5, 1965, S. 42, 44 (online).
      Kriegsverbrechen – Van-Imhoff-Untergang: Das Totenschiff (II). In: Der Spiegel. Nr. 7, 1966, S. 60, 63–64 (online).

  22. Peter van den broek zegt:

    Ik bekijk het verhaal nog steeds van een andere kant.

    Zoals eerder gememoreerd waren er 478 Duitsers opgesloten op de Van Imhoff. Daarvan verdronken er 276 toen de Van Imhoff na meer dan 6 uur na de Japanse aanval zonk.

    Van de 202 overlevende Duitsers werd alleen Stephan Walkowiak door de Nederlanders aan boord van één van hun reddingsboten opgehesen.

    De overigen (201) vonden een plek op de verfvlet (14), een reddingsboot (53) en bamboevlotten (134). Let wel zij hadden proviand, water, noch roeispanen tot hun beschikken en bevonden zich 110 mijl ten Westen van Sumatra.

    Een ander KPMschip, de Boelongan onder bevel van kapitein Berveling kwam nog in zicht maar heeft geen Duitse drenkelingen opgenomen, noch voedsel of water verstrekt.

    Uiteindelijk bereikten 64 Duitse drenkelingen op de verfvlet en de reddingsboot na 3 dagen en nachten het eiland Nias bij Sumatra, van de drenkelingen op de bamboevlotten is geen spoor teruggevonden. Bij de landing waren er twee doden te betreuren een gehandicapte verdronk in de branding en de 74-jarige Greis hing zich op aan een boom bij het strand, onvoorstelbaar

    Van de 478 Duitsers die zich op de Van Imhoff bevonden, overleefden 62 personen (13%). Er waren geen Nederlandse slachtoffers te betreuren.

    Na een bericht van een Duitse overlevende stelde het Nederlandse ministerie van Justitie een onderzoek in en kwam in 1956 tot de conclusie dat ter geen reden bestaat tot strafvervolging over te gaan. Voor de Nederlandse justitie is de zaak gesloten, voor de geschiedschrijving nooit. In het Duits bestaat het woord “Wiedergutmachung”. Weet iemand hoe dat in standaar Nederlands kan worden vertaald, verzoenend gebaar soms?

    Zowel Kapitein Hoeksema van de “Van Imhoff” als zijn collega Berveling van de “Boelongan” kunnen zich niets meer herinneren van de gebeurtenissen. Hoeksema zegt zelf dat hij de hele zaak uit zijn geheugen heeft verbannen.

  23. Peter van den Broek zegt:

    Een Duitse overlevende van het drama Van Imhoff heeft in de 50er jaren een klacht bij Justitie ingediend, de zaak werd geseponeerd Maar de zaak ging (politiek) verder. Minister van Defensie Piet de Jong (Marineman) liet in de Kamer weten dat reeds in 1956 aan de Duitse Bondsregering was medegedeeld dat geen strafvervolging zou plaatsvinden in deze kwestie en dat er geen onjuiste beslissingen waren genomen en dus geen grond aanwezig was voor een strafrechtelijke vervolging tegen de gezagvoerder Hoeksema van de Van Imhoff. De Jong besloot, na verdere vragen uit de Eerste Kamer, alle stukken over de Van Imhoff over te dragen aan het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie en vroeg militair historicus K.W.L. Bezemer de affaire te onderzoeken.

    Ik ben benieuwd wat militair historicus en vroeger Marine-offcier K.W.L. Bezemer, daarover heeft geschreven, hij heeft zich toevalligerwijze ook met de zaak “Karel Doorman” beziggehouden. In mijn tijd was ook hij docent op het Koninklijk Instituut voor de Marine -KIM- in Den Helder , een collega zogezegd.

    Het is best interessant de zaak wat verder uit te zoeken. Op basis van mijn informatie valt kapitein Hoeksema wel wat te verwijten. Hij verliet zijn schip terwijl er nog passagiers op het schip bevonden, waarvan 276 (tweehonderdzesenzeventig) bijna 4 uur na zijn vertrek met het schip ten ondergingen, onvoorstelbaar. Als dit geen misdaad is in een oorlog, wat is het dan, een oorlogsmisdaad?

    In Italie liep een paar jaar geleden een cruise-schip Costa Concordia averij op en de gezagvoerder kapitein Schettini verliet voortijdig zijn schip. Ik kan me de conversatie tussen hem en de kustwacht nog herinneren. Hij werd tot 16 jaar gevangenisstraf veroordeeld, er kwamen bij de Costa Concordia 32 passagiers en bemanningsleden om het leven.

    Bij de Van Imhoff kan weliswaar kapitein Hoeksema niet meer verantwoordelijk gesteld worden , anders wel de Nederlandse Staat (zie Rawagede).

    • R.L. Mertens zegt:

      @PetervandenBroek; ‘klacht ingediend etc.’- Ik dacht/las ook, dat de eigenaar van het schip/KPM zelfs een succesvolle claim, waarde van het schip, bij de regering heeft ingediend. Door min.van financiën Lieftinck(?) uitbetaald; als zijnde indertijd ‘teveel betaalde inkomsten belasting’! Over inventieve oplossingen gesproken!

      • Peter van den Broek zegt:

        @geachte Heer Mertens

        Het ligt hier toch genuanceerder. Ik doe het even snel uit mijn hoofd, dit vraagt dus wel om finale bevestiging.
        Ms Van Imhoff lijkt mij te zijn gevorderd door het Indisch Gouvernement voor het vervoer van “Duitse” gevangenen, Nederlands-Indie bevond zich toch in oorlog met Duitsland, of was Nederlands-Indie als zelfstandige Rechtspersoonlijkheid niet betrokken bij de oorlog met Duitsland?
        Kapitein Hoeksema volgde de richtlijnen en bevelen op van de Koninklijke Marine in Nederlands-Indie, ondergesteld aan de Gouverneur-Generaal. Ik ga ervan uit dat hij als kapitein onder de krijgstucht viel, net zoals de burgerlijke GouvernementsMarine. Dienaangaande mag hij beoordeeld worden in het kader van het Militair Tucht- en Strafrecht.
        Elementair in het Militair Recht is de “militaire noodzaak” van elk handelen. Dit is het beoordelingskader van zijn handelen. dan ligt een vergelijking van zijn handelen met dat van SBN (Schout-Bij-Nacht) Karel Doorman voor de hand.

        Tijdens mijn dienstplicht was ik op het KIM toevallig ingedeeld in de vakgroep Militair Tucht- en Strafrecht, ik heb wel eens de melk horen klotsen.

      • R.L. Mertens zegt:

        @PetervandenBroek; ‘toch genuanceerder etc.’- Ik heb het over het ‘buiten de publiciteit houden’ van het lafhartige gedoe van de Van Imhoff/Hoeksema; een oorlogsmisdaad!
        Een ‘militaire noodzaak’ om het verdoezelen!

      • Jan A. Somers zegt:

        “of was Nederlands-Indie als zelfstandige Rechtspersoonlijkheid niet betrokken bij de oorlog met Duitsland?” Jazeker wel, dat heeft u goed begrepen. Sterker nog, zelfs Nederland was als zelfstandige rechtspersoon betrokken in de oorlog met Duitsland. Was toch krachtens Art. 1 van de Grondwet ook een gebied van het Koninkrijk? En de GG heeft daar bovenop voor de zelfstandige rechtspersoon Nederlandsch-Indië ten overvloede ook nog de staat van beleg afgekondigd. Staatsrechtelijk een correcte en nuttige daad.
        “Ik ga ervan uit dat hij als kapitein onder de krijgstucht viel” Ik weet niet of de KPM was gemilitariseerd. Ik dacht dat het schip was gevorderd. Was dus feitelijk nog een burgerschip, hoefde geen houten mitrailleurs te voeren zoals de schepen van de GM, die wel onder bevel van Helfrich stonden. Gelukkig heeft mijn vader wel het verlies van zijn verloren gegane persoonlijke bezittingen aan boord vergoed gekregen, maar niet van Helfrich.

      • Peter van den Broek zegt:

        @ geachte Heer Mertens

        Bij de koopvaardij schijnt dat toch iets anders geregeld te zijn , ik meen te herinneren dat bij mijn lichting jongens van de koopvaardij i.c. Hoger Zeevaartschool opgeroepen waren, een beetje raar, want ik dacht dat die automatisch vrijstelling kregen, zij hebben in de oorlog een Vaarplicht te vergelijken met de dienstplicht, zoals d in WO2, dwz gemilitariseerd in normaal Nederlands. Die van de Zeevaartschool waren eigenlijk de enige dienstplichten, die echt een schip konden besturen.

        Maar terug naar kapitein Hoeksema en zijn Ms Van Imhoff. Of zijn optreden lafhartig is, kan ik niet beoordelen, het begrip “lafhartigheid” is niet als zodanig beschreven in het Militair Straf- en Tuchtrecht. bekijk het eens vanuit het standpunt van de slachtoffers, de Duitse Europeanen of Europeanen met een Duitse achtergrond. De enige misdaad bestond uit het feit dat ze iets met Duits te maken hadden. Daarop baseerde de GG Starkenborgh Stachouwer zijn “beleid”. Vergelijk dat maar eens met zijn houding t.o. de Japnners. Maar in Nederlands-Indie was het gebruikelijk Sterk te zijn tegenover de Zwakkeren en Zwak te zijn tegenover de Sterkeren.

        Trouwens schepen van de Gouvernementsmarine waren bewapend. Eèn schip heeft het huzarenstuk uitgehaald om als enig schip in Nederlands-Indie een Japanse vliegtuig neer te halen, wat die houten mitrailleurs al niet al kunnen uitrichten.

      • Pierre de la Croix zegt:

        Peter van den Broek zegt 1 februari 2021 om 11:07 am: “Bij de koopvaardij schijnt dat toch iets anders geregeld te zijn , ik meen te herinneren dat bij mijn lichting jongens van de koopvaardij i.c. Hoger Zeevaartschool opgeroepen waren, een beetje raar, want ik dacht dat die automatisch vrijstelling kregen …..”.

        In mijn tijd (vijftiger en zestiger jaren v.d.v.e.) was het zo dat de KM van iedere lichting die de zeevaartscholen (stuurlieden, scheepswtk’s en marconisten) jaarlijks afleverden er een aantal mocht afromen. Het aantal zal wel afhankelijk zijn geweest van “behoefte”
        op enig moment.

        Stuurlieden die aldus als “officier KMR” (Koninklijke Marine Reserve) afzwaaiden, mochten, wanneer ze vele jaren later kapitein werden, een marine anker met kroon in de Nederlandse vlag op hun schip voeren. Ik heb onder 2 kapiteins gevaren die heel erg trots waren op “hun” vlag.

      • Pierre de la Croix zegt:

        ik schreef vanochtend hier boven over de dienstplicht van koopvaardij personeel: “In mijn tijd (vijftiger en zestiger jaren v.d.v.e.) was het zo dat de KM van iedere lichting die de zeevaartscholen (stuurlieden, scheepswtk’s en marconisten) jaarlijks afleverden er een aantal mocht afromen. Het aantal zal wel afhankelijk zijn geweest van “behoefte” op enig moment”.

        Volledigheidshalve moet ik er aan toevoegen dat alle jongens van de zeevaartschool op hun 18de, na de algemene keuring voor de dienstplicht van 1 dag, werden opgeroepen voor een 2de keuring van 2 dagen, speciaal voor de marine. Voor mij gebeurde dat in een marine kazerne in Voorschoten. Eén dag voor de fysiek, één dag voor het zieleleven en de IQ. Rohrschach tests, etc.

        Doet me denken aan de matroos die voor promotie ook aan de Rohrschach- of inktvlekkentest werd onderworpen en na ieder plaatje wanhopig tegen de psycholoog zei: “Ik zie in alles alleen maar een naakte vrouw”.

  24. Peter van den Broek zegt:

    Ik kom terug op het drama Van Imhoff, gezien vanuit het perspectief (vreemd woord in dit verband) van de Duitse gevangenen op het schip:

    10:30 Ms Van Imhoff wordt geraakt, de ruimen beginnen vol te lopen
    13:00 de reddingsboten worden neergelaten, de Nederlandse bemanning en KNIL-bewakingspersoneel nemen plaats in de boten.

    De Duitse gevangenen hebben als reddingsmiddelen tot hun beschikking:
    1 verfvlet
    1 reddingsboot met een capaciteit van 42 personen, die in de davits blijft hangen, de roeiriemen en voedselvoorraad ontbreken.
    10 bamboevlotten
    650 reddingsvesten

    Op het eerste gezicht zijn er voldoende reddingsmiddelen beschikbaar voor de 478 Duitse gevangenen. Op zich wel.
    Om een beeld te krijgen kijk ik toevallig naar een documentaire over de Van Imhoff en wat hoor ik: de zee krioelt van haaien, een feit dat tot nu toe onvermeld werd, wellicht een nautisch gegeven! In een verhaal van een overlevende lees ik: de gevangen Duitsers op het schip staan voor een dilemma: Levend te verdrinken met het schip of door de haaien opgegeten te worden. Sommigen plegen zelfmoord en snijden hun polsen door.

    De Duitsers die zich kunnen bevrijden slagen erin de overgebleven reddingsboot uit de davits te bevrijden, anderen springen in het water. Uiteindelijk vonden 201 Duitsers een plek: op de verfvlet 14, in de reddingsboot 53 en op bamboevlotten 134.

    De toestand op het schip zelf is met geen pen te beschrijven. Na een doodsstrijd van 6 uur gaan 278 Duitsers met de Ms Van Imhoff ten onder.

    De verfvlet en de reddingsboot bereiken na 3 dagen het eiland Nias bij Sumatra, van de drenkelingen op de bamboevlotten is geen spoor te bekennen.

    Zodoende is de vraag over “Voldoende” reddingsmiddelen ook verklaard.

  25. Peter van den Broek zegt:

    Toen de Duitsers, na de schipbreuk van de Ms Van Imhoff in 2 boten op Nias blandden, wordt het verhaal extreem.

    Let wel, alle Duitsers behoorden in Nederlands-Indie weliswaar tot de groep Europeanen, maar de Duitsers waren een zeer gemeleerd gezelschap van KNIL-ers, missionarissen, weggevluchtte Joden uit Duitsland , maar ook Duitsers die in de jaren 30 lid werden van de NSDAP. Bij de Nederlandse gevangenname in 1940 werden de Duitsers in groepen van fanatieke en neutrale “Duitsers” verdeeld.

    Zo was de groep overlevenden van de Van Imhoff ook verdeeld. Laat ik het zo stellen, een groep van fanatieke Duitsers richtten met behulp van Niassers de “Freie Republik Nias” op of omgekeerd Indonesische Nationalisten richtten met behulp van fanatieke Duitsers de Freie Republik Nias op, de voorloper van de Republik Indonesia, zullen we maar zeggen . Eèn Duitser werd president van deze Freistaat.
    Toen de Jappen na korte tijd op NIAS landden werden zij verwelkomd door de Nias-bewoners met het zingen van Indonesia Raja (sic) en door de fanatieke Duitsers met de Hitler groet onder het uitroepen van “Heil Hitler” (sic) .
    Het geeft alleen maar aan dat Nederlanders in Nias niet zo geliefd waren.

    bronvermeldingen:
    http://opac.uma.ac.id/repository/HAA.pdf. (Hitlers Asian Adventure, hfdstuk 15- The sinking of the van Imhoff)

    Nias und Deutschland – eine sehr besondere Beziehung


    https://de.wikipedia.org/wiki/Versenkung_der_Van_Imhoff (zie vooral de bronvermeldingen op de web site)

  26. Peter van den Broek zegt:

    @ dhr Schwager

    Hoe Uw vader van het eiland NIAS in Parpat, Tobameer terecht kwam behoeft nadere bestudering. Gezien het profiel van uw vader behoorde hij niet tot de groep fanatieke Duitsers, hij was gezien zijn staat van dienst (Adjudant Onderofficier KNIL) een loyale burger van het Gouvernement. Japanners beschouwden hem meer als “freundlicher Feind”, hij was weliswaar niet staatsgevaarlijk maar behoefde surveillance. Hij kon daarom niet teruggaan naar zijn familie maar ging naar een soort open gevangenis in de binnenlanden van Sumatra, weliswaar aan het touristisch aantrekkelijkeTobameer maar wel heel ver weg van zijn familie, waarmee hij naar ik veronderstel, eerst contact had via die briefkaart van begin januari 1945.

    Blijft over hoe hij na de Japanse capitulatie van het Tobameer naar Serang op Java kwam. Ik denk dat naar het profiel van zijn medegevangene gekeken kan worden, wellicht zijn er overeenkomsten die antwoord geven op deze vraag.
    Ik kan mij niet voorstellen dat uw vader alleen van het Tobameer naar het eiland Java ging. Wellicht kan gekeken worden naar het profiel van de overlevendenen van de Van Imhoff-schipbreuk. Misschien is de informatie op de web site: http://www.vanimhoff.info bruikbaar

  27. Peter van den Broek zegt:

    @dhr Schwager

    Ik bekijk 2 slachtoffers, die bij de Billiton werkzaam waren en die met uw vader in Serang vermoord werden.
    Dengah, Hendrik Protasik Tangkawarow , geb 22-10-18, gestorven 95 13/10/45, hfd opz. Billiton
    Maitimo, Emil August geboren 30/10/13, gestorven 13/10/45, adj. Landmeter Billiton

    Allebei zijn afkomstig uit Tandjung Pandan, een eiland bij Sumatra, waar Billiton een vestiging had E.A. Maitimo is daar geborenen en H.P.T is een Menadonees die vòòr de oorlog aan de “Europeanen” gelijkgesteld werd toen hij in Tandjung woonde.

    Mijn vraag is hoe die Billiton-mannen van Tandjung Pandan, via Sumatra in Serang terecht kwamen, dan wordt wellicht duidleijk hoe de vader van dhr Schwager van Sumatra in Serang terecht kwam.

    • Jeannette Schwager zegt:

      Dear Peter,

      I’m Walter Schwager’s daughter and have been doing a lot of research this week. In a postcard to the family EE Schwager wrote of working at a brandy factory and gardening at the Swiss Hotel in Prapat. I came across this description of the Swiss Hotel in Prapat from a British soldier. He mentions that the Japanese considered the hotel a neutral zone and that the brandy making was done in the garden.

      https://www.bbc.co.uk/history/ww2peopleswar/stories/27/a8609727.shtml

      Thank you for your research into the other men in the mass grave. I noticed there was another man mentioned in the thesis paper on revolution in Banten, a KNIL Captain Faber. That led me to a newspaper clipping describing his killing. He said he was looking for his wife in the camp in Serang, Adek-kamp. Perhaps some of the other men were also looking for family? And then got caught in Ce Mamat’s uprising. Our family was waiting for him to come home and didn’t learn about the massacre for several years.

      There is some mystery over who Brouwer might have been as no first name or birthdate is indicated on the grave. I did come across a Dr. M. Brouwer who was camp leader in Taroetoeng so perhaps it was him. It does seem a shame that his grave isn’t marked properly, if so.

      https://www.indischekamparchieven.nl/en/search?mivast=963&mizig=276&miadt=968&miaet=14&micode=kampen&minr=1395636&milang=en&misort=unittitle%7Casc&mif1=Sumatra&miview=ika2

      I haven’t been able to figure out if my Opa was a survivor of the Van Imhoff or not. There is mention on the Vanimhoff.info site of an EE Schroeder being on one of the rafts, while the Schroeder listed elsewhere has different initials. If he did survive it he never wrote of it to the family. Or perhaps he stayed back in Lawa Sigalagala for some reason. I haven’t visited the German websites regarding the Van Imhoff yet.

      Perhaps it is yet a miracle he survived as long as he did. Our family, meanwhile, narrowly avoided being killed themselves at least three times. They were guarded well by the Japanese in their town. Many of their friends were not so lucky.

      Thanks for prompting these discoveries with your own research, by the way. It has been very helpful.

  28. Peter van den Broek zegt:

    Good day Jeanette.

    I was checking on http://www.vanImhoff.info your father’s name on the survivor list, but his name is missing. Then I counted all the names on the list and these amount to 75. Together with your father, we have now 76 survivors, although the stories I read only 66 people in the 2 boats arrived at the isle of Nias, of whom 1 died at the landing and the other committed suicide on the beach.
    My question is if you ever wrote to ww.vanimhoff.info asking for the reason to omit your father’s name?
    Can you explain the differences in the figures?

    I discovered that the search machine Google gives different results for different languages, the German version gives the most extensive information about the Van Imhoff affair. attached you find the link.
    https://de.wikipedia.org/wiki/Versenkung_der_Van_Imhoff

    Can You tell me something about the postcard your grandfather sent to his family during his stay at Lake Toba?
    I found some war postcard examples and it looks to me ìit can give key information about your grandfather travel from lake Toba to Serang
    https://www.oorlogsbronnen.nl/bronnen?term=TJIMAHI&page=14

    Dr. M. Brouwer, a camp leader in Taroetoeng was in 1947 in Celebes. The person buried together with your father must be another Brouwer. It is a miracle Oorlogsgravenstichting could connect bodies with names.
    https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.24.23/invnr/%400ONGENUMMERD~ANEFO%20NIGIS%20M579

  29. Peter van den Broek zegt:

    Good day Jeanette.

    I was checking on http://www.vanImhoff.info your father’s name on the survivor list, but his name is missing. Then I Excelcounted all the names on the list and these amount to 75. Together with your father, we have now 76 survivors, although the stories I read only 66 people in the 2 boats arrived at the isle of Nias, of whom 1 died at the landing and the other committed suicide on the beach.
    My question is if you ever wrote to ww.vanimhoff.info asking for the reason to omit your father’s name?
    Can you explain the differences in the figures?

    I discovered that the search machine Google gives different results for different languages, the German version gives the most extensive information about the Van Imhoff affair. attached you find the link.
    https://de.wikipedia.org/wiki/Versenkung_der_Van_Imhoff

    Can You tell me something about the postcard your grandfather sent to his family during his stay at Lake Toba?
    I found some war postcard examples and it looks to me ìit can give key information about your grandfather travel from lake Toba to Serang
    https://www.oorlogsbronnen.nl/bronnen?term=TJIMAHI&page=14

    Dr. M. Brouwer, a camp leader in Taroetoeng was in 1947 in Celebes. The person buried together with your father must be another Brouwer. It is a miracle Oorlogsgravenstichting could connect bodies with names.
    https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.24.23/invnr/%400ONGENUMMERD~ANEFO%20NIGIS%20M579

    • JSchwager zegt:

      Dear Peter,

      Those are all very good questions. I counted the survivor list on the Van Imhoff site too and was surprised by how many there were. And I have seen many numbers cited on different reports, 67, 68 and so on. I did write to Hendrik Wittenburg at vanimhoff.info who assures me that the list was exhaustive so he believes it is most likely that my Opa was not on it. Perhaps he had malaria and stayed back at the camp. The survivor who died upon landing is, coincidentally, the grandfather of a friend of mine here in Canada, which is how I began doing much of this research.

      Here is the postmark of the postcard: http://nette.ca/schwager/postmarks.jpg

      The name of the owner of the Swiss Hotel was G.A. Dinkel. I have found some of his photos from the 1930s. Notes from one of my aunts say her father wrote them that unfortunately travel was forbidden.

      The republican camp in Serang in October 1945 mentioned in the camp archives was probably created after the murders in the prison? Which might mean that the two Germans listed there don’t include EE Schwager.

      Thanks again for all your help,
      Jeannette

  30. P. van den Broek zegt:

    @ Walter Schwager and Jeannette

    I found personal information about Mr. Ernst Emil Schwager in which his wife Sarah Mukidah was also mentioned. Please contact me by mai to: vandenbroek@libero.it
    Moreover, also his KNIL stamboeknummer was mentioned. I ask my network to construct his KNIL-history. Mr. Schwager was a remarkable and well-educated man

  31. Peter van den Broek zegt:

    @ Jeannette

    1. isle of Nias – Lake Toba
    I can imagine that Mr. Schwager went not alone from Nias to lake Toba. Maybe you can ask ww.vanimhoff.info who of the survivors accompanied him.

    2. Lake Toba
    The name of the hotel is “Swiss Hotel” and located in “Sioehan”. In this hotel the Gouverneur-Generaal van Starckenborgh Stachouwer lodged one night with his entourage during a trip on Sumatra.
    source: REIS Jhr. Mr. A. W. L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer …
    https://adoc.pub › reis-jhr-mr-a-w…

    Your grandfather worked in this luxurious hotel, but it doesn’t seem to be in the tourist season. The Japanese Imperial Army often used such a hotel for their officers as holiday-resort. G.A. Dinkel was a planter and photographer of swiss origin, he and his wife managed the hotel during the war.

    The Japanese installed the Tonarigumi-system to control the population, people could only travel with permission from the Japanese. Therefore it was for Mr. Schwager impossible to travel outside his village. At the end of the war the Japanese relaxed these restrictions, so Mr. Schwager was able to send a postcard to his wife Sarah Mukidah. For my understanding, the family stayed in the war in Bandoeng or Tjimahi?

    3. Lake Toba -Java
    I come back to Dr. M. Brouwer who was a camp leader in Taroetoeng. I like to verify his position for Taroetoeng is near Lake Toba and on the way to Java. He could have accompanied Mr. Schwager

    But it sounds also possible Mr. Schwager passed by Rantau Prapat and someone from the camps accompanied him to Java
    https://bersiapkampen.nl/Rantau%20Prapat.htm

    4. Serang
    One of the victims was Henri Jacobs, 15/03/07-13/10/45. machinist. I must be accurate. Jacobs was also a KNIL-soldier and worked as “machinist” with Billiton.
    3 of the victims of Serang worked with Billton. Of the 4th victim Brouwer there is few information available.

    The question is why these men with Mr Schwager were together at Serang? The wrong men at the wrong place at the wrong time, take ìinto consideration the region was a relatively quiet place in October 1945.

    • Jeannette Schwager zegt:

      Thank you, yes they were definitely in the wrong place at the wrong time. I have written to your email.

      • Benito Sinaga @ Parapat zegt:

        Excuse me, if I join in this conversation.
        I’m actually looking for information about Adolf Dinkel, he was a friend of my grandparents in Parapat, our hometown, near Patra Jasa Hotel (It used to be Sioehan Hotel).

        I’m sorry for the story of your loss of your grandfather. I will remember the name of your grandfather, E. E. Schwager, If I find his grave by accident or through effort. Then immediately contact you here.

        Finding information here is a bit difficult, unlike in Europe. Especially during the war for independence of Indonesia many documents were burned.

Plaats een reactie