´Geuzennaam of niet – Pinda* glossy kan niet´

De glossy Pinda* deed onder Indische Nederlanders veel stof opwaaien. Volgens de oprichters van het Dekolonisatie Netwerk kan de term écht niet meer.

Tal van bekende Indische Nederlanders verleenden hun medewerking aan Pinda*.

Door Bayu Junaid, Marit van Splunter en Rochelle van Maanen en Sarieke de Jong

Eind september is een eenmalige glossy gepubliceerd met de titel Pinda*. Het doel van het blad is Nederland te laten zien wat er speelt onder Indische Nederlanders. Sinds de online aankondiging van het blad is er veel kritiek geweest op de controversiële titel. Ook wij willen ons ongenoegen hierover uiten.

‘Pinda’ is een van oorsprong koloniale en racistische term, die historisch gezien werd gebruikt als scheldwoord voor Indische Nederlanders. Daarom is de titel van dit magazine zeer pijnlijk voor veel mensen met een Indische achtergrond. Deze zwaarbeladen, problematische term kan niet simpelweg gepresenteerd worden als een leuk en onschuldig koosnaampje dat met humor geassocieerd zou moeten worden. Door er grappig over te doen bagatelliseer en legitimeer je het gebruik ervan door niet-Indische Nederlanders. We willen niet dat onze kinderen in de klas of tijdens het buitenspelen worden geconfronteerd met kwetsende woorden als pinda.

Indisch zwijgen

Omdat veel jonge Indische Nederlanders zijn opgegroeid in onwetendheid over de Nederlandse koloniale geschiedenis heeft lang niet iedereen de racistische lading van het woord ‘pinda’ meegekregen. De gedwongen assimilatie van ouderen van de eerste generatie Indische Nederlanders en het bekende ‘Indisch zwijgen’ hebben hier alles mee te maken.

Zij hebben veel culturele gebruiken moeten opgeven, of moeten verbergen. Een belangrijk deel van het gebrek aan historisch besef binnen de Indische gemeenschap komt daarvandaan.

Katjang pedis

Sommige Indische Nederlanders zeggen dat ‘pinda’ een koosnaam of een geuzennaam is, maar de racistische connotatie verdwijnt niet wanneer iemand de term met een goede bedoeling gebruikt. Het feit blijft dat deze term ­problematisch is. Het hedendaagse gebruik toont aan dat verdere dekolonisatie binnen onze Indische gemeenschap noodzakelijk is.

Er moet niet worden onderschat hoeveel pijn alledaags racisme veel mensen heeft gedaan. Indische Nederlanders zijn gekwetst, vernederd, uitgescholden en weggezet als minderwaardig. Ook nu nog doet het mensen pijn wanneer zij onvrijwillig met de term worden bejegend. Uit de reacties op de kritiek op de titel van het blad blijkt vooral onbegrip voor de pijn die dit scheldwoord veroorzaakt. Een onvermogen tot empathie, zo lijkt wel.

Als mondige Indische vrouwen horen we wel vaker de grap: “Hey, jij bent echt een katjang pedis hè?” Eerst lachten we er altijd een beetje om, dan zie je het misschien als compliment, maar er zat daarna toch iets niet helemaal lekker.

‘Tot pinda gemaakte’

We zijn in onze dekolonisatieprocessen tot nieuwe inzichten gekomen; ons is Indisch zwijgen aangeleerd. Er is ons geleerd dat je maar mee moet lachen om geaccepteerd te worden. Door te lachen om walgelijke uitspraken zoals ‘tot pinda gemaakte’ hoef je de pijn niet te voelen.

Vanuit ons netwerk zien wij het groeiende besef over de historische context en aangeleerd gedrag steeds meer om ons heen. Door dit besef kunnen wij nu ook gaan helen. We willen helen voor onszelf en helen voor onze (groot)ouders.

Diep verdeeld

De praktijk leert dat het bespreekbaar maken van onrecht binnen de Nederlandse publieke opinie dikwijls wordt aangemerkt als polariserend, met name als het gaat om burgers met een biculturele achtergrond. Waarom mensen ergens diep door gekwetst zijn, blijkt dan vaak geen onderwerp van gesprek meer te zijn.

Maar nu de Indische gemeenschap diep wordt verdeeld door dit magazine, horen we opeens niemand over een polariserende werking. Hoe is het mogelijk dat er een magazine wordt gepubliceerd dat de Indische cultuur zou moeten vertegenwoordigen, terwijl een aanzienlijk deel van diezelfde gemeenschap door de titel gekwetst raakt, en waarmee zij onvrijwillig een geuzennaam krijgen opgedrongen?

Het is tijd voor de Indische gemeenschap om niet alleen vanuit een historisch perspectief te reflecteren op het koloniale verleden, maar ook na te denken over het doorwerken van koloniale patronen tot vandaag de dag.

Wij pleiten ook voor meer empathie. Wanneer je werkelijk luistert naar mensen die aangeven dat zij gekwetst zijn, begrijp je dat de term ‘pinda’ echt niet kan.

 

Bayu Junaid, Marit van Splunter, Rochelle van Maanen en Sarieke de Jong zijn oprichters Dekolonisatie Netwerk voormalig Nederlands Indië

Dit artikel verscheen eerder in het Parool, 1 oktober 2019

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

49 reacties op ´Geuzennaam of niet – Pinda* glossy kan niet´

  1. Paulus Geldere Van zegt:

    Toen ik als 12 jarige op school kwam,in junie 1946 in Utrecht werd ook ik uitgemaakt voor pinda.
    Maar ik begon er meteen op te slaan bij Hollanders.
    Ik moest bij meester Kleuver komen en ging in de houding staan zoals geleerd door de Jap.
    Dat hoefde niet maar kreeg ze wel uitgemeten,slaan mocht niet hier in Holland.

  2. Roy Kneefel zegt:

    Helemaal mee eens

  3. Coen zegt:

    Maak je niet zo druk , voel mij niet gediscrimineerd als Indo door de naam
    Pinda

  4. pietkaart zegt:

    Ik heb nog nooit er zo over gedacht; maar ja ! vandaag zijn wij mensen uit Indonesie lichtgeraakt als je ons “Pinda’s” noemt. En waarom dat woord dan gebruiken? Daarmee vervalt de beweegrede voor je tijdschrift! Jan Picard

  5. Sharon zegt:

    Akelig dat een blad dat met zoveel goede intenties op de titel al afketst. Natuurlijk is er aandacht voor hoe sommige mensen zich gekwetst voelden, ook in het blad zelf wordt daar aandacht aan geschonken.
    Misschien sterft pinda als benaming uiteindelijk uit, maar dat is niet iets om met dwang te forceren, dat werkt alleen maar averechts.
    Met name de conclusie van dit betoog zet mensen klem: je bent niet empathisch als je geen moeite hebt met de term pinda, punt. Dat nodigt uit tot stellingname, niet tot uitwisseling.
    Want is het omgekeerde niet even waar? Hoe empathisch is het om iemand op dergelijke wijze de mond te willen snoeren? Moeten Indo’s die geen moeite hebben met de term pinda nu opeens zwijgen omwille van degenen die er wél moeite mee hebben? En moeten zij dan nu weer gaan protesteren, met verwijzingen naar hún voorouderlijke verhalen om hun mening kracht bij te zetten?

    Hiermee wil ik laten zien dat we op deze manier blijven pingpongen in dit oeroude patroon van afwijzing en uitsluiting. Nu nemen deze auteurs de positie in van het ‘morele gelijk’ en gaan anderen voorschrijven wat zij moeten voelen, vinden en doen. Het is een naar het andere uiterste doorgeslagen variant van het systeem dat ze zelf beschrijven, en zo blijft de polarisatie in stand (it takes two to tango). En nee, op deze wijze vindt er zeker geen heling plaats.
    Ook onderschatten de auteurs mijns inziens de ware (helende) kracht van humor, want het is zoveel meer dan wat zij omschrijven; zij lijken louter te denken aan spot. Maar met (relativerende) humor kan je juist op lichtvoetige wijze zoveel dichterbij pijnlijke zaken komen dan met zware tred.

  6. Barbara zegt:

    Mee eens!

  7. Hedi zegt:

    Het is raar: het woord pinda komt uit het Papiaments, werd pas sinds 1912 in het Nederlands gebruikt. Hoofdzakelijk geassocieerd met Chinezen, die op straat een lekkernij van deze olienoot verkochten… de noot,Arachis hypogaea, komt uit Zuid Amerika, is is ook niet inheems in Indonesie/Azie. Pas later daar terecht gekomen….verwerkt in eten. De titel Pinda voor dat tijdschrift slaat, volgens mij, als een tang op een varken, haha.

    • Jan A. Somers. zegt:

      pinda pinda, lekke lekka

    • R Geenen zegt:

      Helemaal met je eens. Die figuren die met die naam kwamen aandragen, hebben ondanks hun achtergrond, aan een complete blackout geleden. Daarnaast ook totaal geen respect voor de oudere generatie. Teveel blanda en opgebleekt geworden.

    • Hans Oudendorp zegt:

      Pinda of kroepoekje?
      Helemaal mee eens Hedi. In mijn herinnering liep ik als 5-jarige (in 1952) met mijn ouders op zaterdagmiddag op het Spui in Den Haag en daar werd ik dan getrakteerd op lekkernijen die door de pindachinees werden verkocht vanaf zo’n dienblad voor zijn buik. Hij stond altijd vlak bij bioscoop Asta, maar aan de andere kant van het Spui liep er ook een. Vooral daarom was het voor mij een feestje als we naar de stad gingen. De naam ‘pindachinees’ was voor mij de naam van die man, ik zou niet weten hoe ik hem anders moet noemen, het was in mijn beleving geen scheldwoord, ook niet van mijn ouders. Veel later las ik dat het om voormalige Chinese zeelui ging van wie het schip in de haven van Rotterdam aan de ketting lag. Ze konden niet meer terug naar huis omdat de havengelden niet werden betaald en ze kregen ook geen gage meer. Dat maakt achteraf dat ik bewondering heb voor de pindachinees en hoe ze zich staande hielden. Het woord pinda had trouwens (toen) helemaal niets met Indische Nederlanders te maken, die waren me nog helemaal niet opgevallen in het straatbeeld. Jaren later bij de marine werden ze wel ‘blauwe jongens’ genoemd en kreeg de vaste rijstmaaltijd op woensdag daarom de naam Blauwe Hap. Wanneer dat precies is ingevoerd valt moeilijk te zeggen, vanaf de 19e eeuw tot in de Tweede Wereldoorlog was het grootste deel van de Marine actief in Nederlands-Indië. Over het gebruik van het woord blauw in die context lopen de meningen uiteen. De mooiste verklaring vind ik dat het slaat de blauwe glans van hun haar in de zon, dat was vroeger nog intenser doordat men er een beetje Makassar olie in smeerde (vandaar de anti-makassar over de rugleuning van de fauteuil in de huiskamer). ‘Pinda’ en ‘kroepoekje’ zijn pas later bedacht.

      • Hedi Hinzler zegt:

        Ja, ik heb precies hetzelfde beleefd als kind: Spui, voor bioscoop Asta, liep er langs met mijn moeder, kreeg dan wat lekkers, pinda’s , van de verkoper. Maar ik vond het altijd hartstikke zielig dag hij daar zo stond, in weer en wind, en geen stoel had om op te zitten, of winkeltje om in te verkopen….dan moest ik een beetje huilen. Dat vond Ma onzin, doorlopen, niet zeuren. Zo’n reactie maakte ik als kind vaak mee. Geen compassie voor medemens.

  8. katjang :-) zegt:

    Pinda* het blijkt vooral een heel *slim* gekozen naam. Als je zoveel moeite doet kies dan een pakkende, licht provocerende naam.

  9. R.L.Mertens zegt:

    ‘Allo Jan, laat je niet door dien katjang op je kop zitten. Maar er waren er ook, die sympathie hadden voor den kleinen katjang voelden en die schreeuwden even hard als de anderen: goed zo katjang, goed zoo! Slaat hem op z’n gezicht en allen gilden in koor; hup katjang’! Uit De Katjangs door J.B.Schuil jr.’20. Toen al een geuzen naam!

  10. Peter van den Broek zegt:

    ‘Pinda’ is een van oorsprong koloniale en racistische term, die historisch gezien werd gebruikt als scheldwoord voor Indische Nederlanders”……. lijkt mij een bewering die geen hout snijdt zoals ook Hedi (m/v/o) uitlegt. Naar ik begrepen heb, werd Pinda als scheldwoord gebruikt voor werkloze Chinezen die vooral in de havensteden (bvb Rotterdam, de Kaat) van begin van de vorige eeuw pinda’s verkochten…vandaar pinda, pinda poepchinees. Daarnaast is door Willy Derby het lied pinda, pinda leka, leka beroemd geworden en zo innig verbonden met het scheldwoord pindachinees.

    ….”Omdat veel jonge Indische Nederlanders zijn opgegroeid in onwetendheid over de Nederlandse koloniale geschiedenis heeft lang niet iedereen de racistische lading van het woord ‘pinda’ meegekregen………. geeft des te meer aan dat Bayu Junaid, Marit van Splunter, Rochelle van Maanen en Sarieke de Jong, Indische vrouwen, zich eerst bezig mogen te houden met de Vaderlandse en na goed gevolg met de koloniale geschiedenis. Er is veel verbeteringspotentieel.

    Als een bijziende Hollander mij vroeger uitschold voor poepchinees, moest ik die onbenul verantwoord met de vuisten uitleggen wat het verschil is tussen een poepchinees en een Indo, had hij daarna ook weer wat geleerd, een grote stap voor een Kaaskop en een kleine stap voor de Nederlandse beschaving.

    Trouwens Indische Nederlanders is ook zo’n zwaar beladen woord, bestaan die eigenlijk wel? Er zijn zoveel verschillende Indische Nederlanders, dat ze niets gemeen hebben behalve dat minstens een van hun voorouders uit voormalig Nederlands-Indië komt’, Eén kenmerk lijkt me toch iets te weinig om het predikaat Indisch aan deze vrouwen te verlenen.

    • R Geenen zegt:

      @@Trouwens Indische Nederlanders is ook zo’n zwaar beladen woord, bestaan die eigenlijk wel? @@
      Vermoedelijk in combinatie met het benoemen van wat de eerste generatie Indische is. Die eerste generatie is uw moeder/vader en mijn moeder/vader (bij leven), die naar Nederland kwamen. Ja, dan sla je alle andere voorouders over. In mijn geval Nederlandse Portugese, Molukse, Belgische, Franse en ook Sumatraanse. Daarbij kan ik de Sumatraanse erfenis zeer waarschijnlijk nog onderverdelen in Nias, Minangkabau en Batak. Heb een vermoeden dat een dna machine in rook opgaat bij mijn onderzoek.

    • RLMertens zegt:

      @PetervandenBroek; Indisch Nederlanders is ook zo zwaar beladen woord’. – U bedoelt een zwaar geladen woord! Als ik zo de reacties op deze site zie. – Pinda met een knipoog naar Linda lijkt me juist gekozen naam. Liever dat, dan Panda!

  11. frits suyderhoud zegt:

    Toen ik in 1958 uit indonesie terugkwam werden we vaak blauwe genoemd. Ik was in 1962 met indische jongens in de bus toen een blanke nederlander binnenkam en een van de jongens blauwe noemde. De indische jongen sloeg tegelijk de man in elkaar gaf mij zijn jacket die vol met bloed vlekken was en rende met zijn vrienden weg. Om het verhaal kort te maken de politie kwam, ik moest mee naar het politie bureau, werd ondervraagd ivb de jacket en mocht toen weer weg. De scheldnaam pinda heb ik in die jaren nooit gehoord wel rijste pikker.

  12. buitenzorg zegt:

    Mij valt op dat zo ongeveer heel cultureel Indo-land zich verenigd heeft om deze glossy mogelijk te maken. Naast een honderd medewerkers heeft het als comité van aanbeveling: Marion Bloem, Peter van Dongen, Wieteke van Dort (Tante Lien), Hans Goedkoop, Thom Hoffman, Theodor Holman, Pascal Jahay, Sunny Jansen, Ernst Jansz, Monique Klemann, Vanja van der Leeden, Frans Leidelmeijer, Johnny Manuhutu, Tim Oliehoek, Dewi Pechler, Gustaaf Peek, Francesca Pichel, Dewi Reijs, Astrid Seriese, Patricia Steur, Rocky Tuhuteru, Mei Li Vos, Jaro Wolff (Ricky Risolles), Wudstik.
    Wie ontbreken? Eigenlijk niemand. Nou ja, Sandra Reemer, Anneke Gronloh en Andy Tielman. Hadden zij nog geleefd, ook zíj zouden zich hebben ingezet voor de realisatie van Pinda*!

    • R Geenen zegt:

      @Wie ontbreken? Eigenlijk niemand@
      O, daar zijn nog diverse anderen. Maar ja, die vertoeven in het buitenland en dus tellen ze niet meer mee. Misschien worden ze zelf niet meer als Indo gezien.

  13. Piet Bijl zegt:

    Ik was juist zo blij dat we niet zo overgevoelig waren als de anti zwarte Piet, slavernij en wit ipv blank, enz. groep waren. Na de lagere school (waar op van alles gescholden werd ) nooit iets ergerlijks meegemaakt. Als ik op de tennisbaan een andere Pinda tegenkom en ik groet met: Hey Tempeh hoe gaat het ? kijkt niemand vreemd op.

  14. RLMertens zegt:

    Zou een glossy met de naam Kaaskop ook zo gevoelig zijn voor de (echte) Nederlander! Bestaat er nu wel (nog) een echte Nederlander? Ik denk wel dat een Boerentrien glossy ( zie de kalender) met mooie boere meiden zeker aftrek vindt. Zelfs bij Pinda’s!

  15. Peter van den Broek zegt:

    Van Pinda heb ik wel wat meegekregen. Dat liep dan in mijn jeugd uit op vechten met als resultaat dat gevochten noch gescholden mag worden. “Mag” maar als het weer gebeurt? Later gebeurde het niet meer aangezien ik meer sociale middelen had om me verbaal te weren, was het weer niet goed want ik lokte agressie uit.
    Het gaat om de negatieve ondertoon van het woord maar dat leerde ik te relativeren. Richard Pryor een Afro-amerikaanse comediant sprak 100 keer het N of Nigger-woord uit en voelde zich daarna opgelucht en gesterkt. Zodoende gaan bij mij bij het woord pinda niet gelijk de haren overeind staan, het zal wat moois worden in de supermarkt als ik het woord pinda, pindakaas zie.
    Dat zelfde geld voor de naam van het blad. Wat bereik je ermee als je zo’n naam van een blad gaat verbieden. Het leidt tot discussie, doen we eindelijk mee aan de Pietendiscussie, eindelijk geintergreerd.

    Ik heb meer te doen met de pinda-chinees, chinezen die in het begin van de vorige eeuw vnl uit Engeland werden gehaald om de stakingen van Rotterdamse havenarbeiders te breken en later als heel goedkope zeelieden werden misbruikt en daarna als marginaal mens op de Kaat in Rotterdam vegeteerden.

    Het Dekolonisatie Netwerk misbruikt de pindageschiedenis, strumentaliseert het dwz spant het voor haar karretje. Het Netwerk koloniseert eerst het woord Pinda (framen) en daarna gaan de Indische dames het woord dekoloniseren. Zo kan ik ook in de publiciteit komen. Natuurlijk zetten ze het op Facebook en dan gaat de geschiedenis haar eigen fake leiden.

    • R Geenen zegt:

      @@Zo kan ik ook in de publiciteit komen. Natuurlijk zetten ze het op Facebook en dan gaat de geschiedenis haar eigen fake leiden.@@ En die pinda groep boft dat de huidige Indo niet meer direct naar de fietsketting, boksbeugel of ploertendoder grijpt.

      • Jan .A. Somers zegt:

        “Indo niet meer direct naar de fietsketting, boksbeugel of ploertendoder grijpt.” Hebben ze tenminste iets geleerd van die ‘Hollanders’.

      • R Geenen zegt:

        En wat hebben de Hollanders van de Indische geleerd (buiten het eten)?

      • leogerritsen zegt:

        geleerd : de stille kracht, hun vriendelijkheid in het oog van vijandigheid, hun perfekte Nederlandse taal, en vooral hun gastvrijheid

      • R Geenen zegt:

        @en vooral hun gastvrijheid@
        Hoop dat dat waar is. Wij waren in 1950 niet welkom.

      • Jan A. Somers zegt:

        “En wat hebben de Hollanders van de Indische geleerd ” De tjebokfles. En mijn Zeeuws meisje lekker koken! En de plumeau heet nu ook boeloe-boeloe. Bij de apotheek halen we de obat en ik moet in huis van alles en nog wat passangen. Had u in Indonesië maar mee kunnen luisteren naar mijn Zeeuws meisje.

      • R Geenen zegt:

        Met recht geen behoefte. Want daar valt geen cent mee te verdienen.

      • Jan A. Somers zegt:

        “daar valt geen cent mee te verdienen.” Maar ik denk nietaltijd aan geld verdienen! Word je zo moe van.

      • R Geenen zegt:

        @Maar ik denk nietaltijd aan geld verdienen! Word je zo moe van.@
        Juist omdat velen het zelfde zeggen, heb ik mijn slag geslagen. Vooral hier in SoCal.

    • Jan A. Somers zegt:

      “Van Pinda heb ik wel wat meegekregen. ” Ik besef me elke dag weer dat ik veel heb gemist in mijn jeugd. Zelfs bij dansles op de HBS in Vlissingen waar de heren de dames nog ten dans moesten vragen. En waar de dansleraar nog zijn hand stak tussen beide buiken om de correcte afstand te duiden..
      “want ik lokte agressie uit.” Zelfkennis?

  16. leogerritsen zegt:

    Het is niet het woord maar de intentie waarmee gesproken wordt. Dat geeft een emotionele lading welke dan al dan niet ‘aanpakt’ bij de emotionaliteit van de ”ontvanger”. Hoe authentieker de ontvanger des te geringer de impakt. De rest is prietpraat en aanpraterij. Ik ben een blanda en heb de pinda lief. Dus ik zeg ‘pinda lekka’ tegen mijn geliefden !

  17. Coen zegt:

    Nogmaals , waar maken we ons druk over ??
    Pinda / Blauwtje/ so what .
    Ik persoonlijk trok mij er niets van aan
    als je al herrie kreeg met Hollandse jongens
    dan was het om meisjes vooral als je in een
    band speelde .
    Je kan op alle slakken zout leggen !!!

    • e.m. zegt:

      @Je kan op alle slakken zout leggen !!!@

      — Dan toch maar liever gezouten pinda’s !!!

    • Louis zegt:

      Bij de Koninklijke Marine noemde ze mij (ik ben een indo) een ‘blauwe piel’ en in de burger maatschappij een ‘pinda’ , ………….en daar ben ik zo verschrikkelijk trots op !!!!!!!! Men zag gelukkig dat ik niet zo’n gewone ‘blanda’ was. Sterker nog , ik heb samen met mijn broer een mooie pinda op onze rug laten tatoeëren. Zo trots !!!!!!!! Louis

  18. joost van bodegom zegt:

    Beste dekolonisatoren,
    Met respect voor jullie pogingen onrecht uit het Indische verleden recht te zetten, waarvoor bravo, vrees ik dat jullie met je Pinda-actie te ver doorschieten. Het begint te lijken op de papenhater uit Leiden die, heel consequent, het kruis uit zijn broek heeft laten snijden…
    Volgens deskundigen wordt het scheldwoord voor het eerst gebruikt tegen de vooroorlogse Chinese emigranten waarvan sommigen de kost trachtten te verdienen met het venten met katjang.. Men noemde hen Pindachinezen. Zij pezen hun waar aan met de kreet “Pinda, pinda, lekka lekka”. Maar dat terzijde.
    Beste mensen respect dus voor jullie goede bedoelingen maar het is wat dit betreft trekken aan een dood paard, mijns inziens. Net zo goed als het onuitroeibare antisemitisme en de xenofobie zullen jullie pindaatje er nooit uit krijgen. Ik ga zelf “De Katjangs” nog eens lezen en kijken hoe die met dat “scheldwoord” omgingen..
    En zolang we nog pindakaas hebben en we pinda nog langs de spoorbaan laten lopen.zullen we die nog heeeeel lang hebben.
    Maar voor het overige, succes met jullie zware werk want er moet inderdaad nog veel boven water komen. Geduld jongelui!

    • R.L.Mertens zegt:

      @JoostvanBodegom; ‘recht zetten etc.’- Al jaren nimmer meer de aanroep pinda gehoord. Ook mijn kleinkinderen(!) zijn nimmer voor pinda aangezien/aangesproken! Als opa ben ik nu net met hé pinda! begroet! Ik ben trots om een pinda te zijn! Vooral nu!

  19. Tjaleh zegt:

    Heeft iemand nog kennis genomen van de inhoud van PINDA? daar is niemand zo uitgebreid mee bezig geweest in deze kolommen
    Best interessant , ik haal er mijn eigen geschiedenis uit hier en daar.

    • Sharon zegt:

      Terechte vraag. Jazeker, ik heb het blad gelezen en exemplaren cadeau gedaan aan familieleden. Ik vond het boeiend en mooi om te lezen hoe mede-Indo’s hun weg vinden, met inderdaad hier en daar sterke herkenning.
      Ook mijn familieleden vonden er weerklank in en leerden dat sommige dingen niet zo persoonlijk waren als zij altijd gedacht hadden. En dat geeft weer een gevoel van deel uitmaken van een groter geheel, hoe vluchtig ook. Dat is kostbaar. Alleen daarom al ben ik de makers en mede-mogelijk-makers van PINDA zeer dankbaar.

Plaats een reactie