De raadselachtige Martin Müller

Zou hij nog leven? Hij was een Duitser, voer mee met onderzeeër U-195 naar Azië, lag in Batavia en Soerabaja en installeerde zich na de Tweede Wereldoorlog in Nederland. In 2008 had Richard Schoutissen van Stichting Oorlogsslachtoffers nog e-mail contact met hem. Maar waar woont hij nu? Is hij nog in leven? Wie weet meer over hem?

Duitse U-boot

Door David van Reybrouck

Het is een weinig gekend aspect van de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog: toen Nederlands-Indië door Japan werd bezet, initieerde Hitler de Monsun Gruppe, een vloot van Duitse U-Boten die voornamelijk voor transportdoeleinden naar Azië werden gestuurd. Daar konden ze aanmeren in de havens van Jakarta, Surabaya, Penang en Singapore. De wateren van Zuid-Oost-Azië waren daarmee de enige plek tijdens de oorlog waar Japanse en Duitse troepen daadwerkelijk samenwerkten, hoewel die samenwerking in de praktijk erg moeizaam verliep.

De onderzeeërs konden uiteraard niet door het Suez-kanaal, maar moesten Afrika rondvaren, een tocht die tot meerdere maanden kon duren. Martin Müller was Obergefreiter aan boord van de U-195. Obergefreiter is een lage militaire rang, vergelijkbaar met korporaal of matroos 1ste klas. De U-195 verliet Bordeaux op 24 augustus 1944 en bereikte Batavia na een reis van 127 dagen op 28 december. De torpedo’s waren verwijderd om plaats te maken in het ruim voor transport van o.a. onderdelen van een V2 voor het Japanse leger.

Na de Duitse nederlaag in mei 1945 ging het schip over in Japanse handen, tot aan de capitulatie in augustus; toen werd het Britse oorlogsbuit.

In de jaren 1990 bezocht Martin Müller Indonesië opnieuw, samen met zijn crew-maat Peter Marl, een Oostenrijkse veteraan die pas enkele maanden geleden in de Steiermark overleed. Maar na 2008 ontbreekt elk spoor van Martin Müller. Toen woonde hij nog steeds in Nederland. Heeft iemand hem gekend?

x

x

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

22 reacties op De raadselachtige Martin Müller

  1. H.A. Naberman zegt:

    Ja, ik heb Duitse matrozen gezien winkelend in Jakarta…..
    De wildste geruchten deden de ronde, men dacht dat de Amerikanen waren geland bij Soerabaja en dat ze met de Japanners onderhandelden in hotel Des Indes…
    Maar het was de bemanning van een Duitse onderzeeër die geen kant meer op kon en in Priok lag.

  2. Robert zegt:

    I heb ook Duitse U-Boot bemanningen in Surabaya gezien. Zij bleven in Surabaya totdat ze werden gerepatrieerd door de Engelsen die in Surabaya landden.

  3. j.w.hoegen zegt:

    nooit geweten .

  4. Peter van den Broek zegt:

    Wat de Duitsers op Java in WO2 betreft een anecdote.

    De tekst van de Proklamasi die uitgesproken zou worden door Soekarno, de eerste president van Indonesie, moest eerst uitgetypt worden maar Japanse schrijfmachines hebben geen romeinse letters. Toen heeft men de typemachine van het Kriegsmarine-steunpunt in Tanjung Priok (leiding KorvettenKapitän Dr. Kandeler) “geleend”. Deze schrijfmachine staat te bewonderen in het huidige museum Perumusan Naskah Proklamasi.

    N.B.
    Martin Müller schijnt getrouwd te zijn met zijn toenmalige Indonesische vriendin. Zijn naam komt ook voor op een forum http://www.feldgrau.net!!!!
    Er bestaat een Duits Friedhof in Jakarta: Arca Domus

    Informatie over U-boot195 en haar bemanning zijn te verkrijgen bij de uitgever Herwig Zahorka en bij de Duitse ambassade In Jakarta

    • Jan A. Somers zegt:

      “staat te bewonderen ” Ja. Maar ik weet niet of dat ‘bewonderen’ wel strookt met de Indonesische trots. De hele facilitering, administratie, vertalingen en verzending van de proclamatie was in Japanse handen.

  5. Peter van den Broek zegt:

    Over rookgordijn gesproken!!

    Maar nu ter zake

    Wat mij verder opvalt is dat op12 Oktober 1945 Leutnant z. See Willi Schlummer en Leutnant Ing. Wilhelm Jens van de U-195 in het Deutschen Haus in Bogor door indonesischen vrijheidsstrijders werden vermoord, omdat zij waarschijnlijk voor Nederlanders werden aangezien.

    In dezelfde maand werd Leutnant z. See W. Martens vermoord toen hij de trein nam van Jakarta naar Bogor . Alledrie werden met militaire eer op de begraafplaats Arca Domas (niet Domus) bijgezet. Let vooral op de datum.

  6. Peter van den Broek zegt:

    Het verhaal over de gebeurtenissen rondom de U-boot 195 is wel opmerkelijk, want tot mijn verbazing lees ik verder in “DIE GESCHICHTE DES DEUTSCHEN SOLDATENFRIEDHOFS
    ARCA DOMAS IN INDONESIEN” van Herwig Zahorka

    …….”Die verbliebenen Holländer waren nun das Angriffsziel von bewaffneten indonesischen Freischärlern. Um diesem fatalen Schicksal zu entgehen, trennten die Deutschen ( van de U-boot 195) den Hoheitsadler von ihren Uniformen ab und befestigten ihn auf einer Armbinde. Wenn die Indonesier sie als Deutsche erkannten, fanden oft Verbrüderungszenen statt.

    Vergelijk ik de lotgevallen van de Duitse bemanning van de U-195 met het vreselijke lot van de Zwitserse familie Sürbeck in Siantar (vermoord in Sumatra in November 1945, zie Hans Vervoort) en andere gebeurtenissen , dan krijg ik de indruk dat Indonesische vrijheidsstrijders vermoordden wel buitenlanders die met het Nederlands bewind synpathiseerden of ermee werden geidentificeerd. Daarentegen kan men een duitse bemanning van een U-boot moeilijk van Nederlandse sympathien beschuldigen en werden daarom door die bloeddorstige, door de Japanse propaganda geindoctrineerde vrijheidsstrijders anders behandeld.

    Maar welke Indonesische autoriteit gaf het bevel tot een onderscheidende behandeling van buitenlanders?

    • Jan A. Somers zegt:

      De Zwitserse consul in Soerabaja, M.E.Keller, was gewoon in functie. Ik dacht dat hij ook directeur was van het plaatselijke Rode Kruis, waar ik hem ook heb ontmoet. Bij het Goebengtransport zat hij in de voorste truck, en raakte gewond. Voor dat transport was door het gemeentebestuur toestemming gegeven!!!!!
      Al tijdens de Japanse bezetting waren er buitenlanders (niet in oorlog met Japan) melkklantjes van me. Er woonde een flinke groep in de Embongs, lekker makkelijk voor me, bij elkaar. Ook tijdens de bersiap, totdat ikzelf werd opgepakt. Maar mijn baas van de melkerij, een Belg, zat wel bij me in de Werfstraatgevangenis.
      “Maar welke Indonesische autoriteit ” Was er wel een autoriteit en was het niet een chaos van zelfbenoemde autoriteiten, en hadden die wel gezag over de strijdgroepen en bersiappers? Kan dat verschil opleveren tussen bijvoorbeeld Soerabaja en Pematang Siantar? De verhalen aan mij voorbij laten gaan, laten een veelheid van situaties zien. De meeste zonder gezag van een mogelijk aanwezige autoriteit..

      • Peter van den Broek zegt:

        De Zwitserse consul M.E. Keller in Soerabaja was toch geen buitenlander die met het Nederlands bewind sympathiseerde of ermee werden geidentificeerd. Althans uit mijn gegevens blijkt dat niet.

        En die baas van de melkerij was toch ene Ab Croin, de vriend van Mien Sigrist, een kennis van de moeder van Dhr Somers . Ab Croin was een Nederlander maar had om onbekende redenen ook een Belgisch paspoort. Hij beantwoord dan toch aan het profiel van met Nederland geidentificeerde. zie https://javapost.nl/2011/11/18/een-melkboer-in-oorlogstijd/. dat is toch wat de Heer Somers zelf verteld?

        Natuurlijk waren er Indonesische autoriteiten, want wie gaf/gaven in Soerabaja op 15 Oktober 1945 het bevel om Europese en indo-Europese mannen en jongens op te halen (razzia’s) en op te sluiten in de Werfstraatgevangenis, het gaat wel om meer dan 3.500 personen
        Let wel in de grote steden zoals Batavia, Semarang, Bandoeng en Soerabaja heerste wel de Bersiap maar daar vielen minder dan 40% van de doden en nog een veel kjleiner percentage van de vermisten.

        Maar op het platteland gebeurde ergere dingen zoals in Koeningan of in de suikerfabrioeken in het Tegal/Brebes district. In die veelheid van situaties zijn best patronen te ontdekken.

        Die onbepaaldheid van de “veelheid van sitiuaties” is weer zo’n rookgordijn. De Heer Somers mag, wil hij meedoen aan een serieuze discussie zich wel duidelijk en nauwkeurig uitdrukken.

      • Jan A. Somers zegt:

        “Hij beantwoord dan toch aan het profiel van met Nederland geidentificeerde.” Hij had een Belgisch paspoort en was als zodanig ook bij de gemeente ingeschreven. Niet als Kaja Kaja. Volgens u werden wij via officiële lijsten opgepakt. De enige officiële lijst ligt op het gemeentehuis. Met daarop de Belg Ab Croin, en de Nederlander Jan A. Somers. Daar had het gemeentebestuur gewoon toegang toe. En OM en politie zijn handhavende organen van dat gemeentebestuur. Met als enige bijzonderheid dat zij totaal geen gezag hadden over de strijdgroepen en bersiappers.
        Ik voel me niet direct betrokken bij een discussie. Die heb ik in mijn werkende leven genoeg gevoerd. Ik zie hier veel verhalen langskomen, die verrijken mijn kennis. Soms zie ik iets waar ik het niet mee eens ben, dan klim ik in de pen. Dat mag in Nederland, maar is nog geen discussie of een ander de grond instampen vanwege prietpraat!
        “veelheid van sitiuaties”. Dat is toch niet zo ingewikkeld? Toen ik na mijn bevrijding in Soerabaja in Batavia arriveerde, trof ik daar een totaal andere situatie aan. En terugkerend in Soerabaja was het daar ook weer heel anders. Wat ik van mijn broer in Bandoeng hoorde was ook weer wat anders. En hier, op Javapost, leer ik weer over weer andere situaties. Wat een veelheid!

  7. J.C. v.d. Putten zegt:

    Ik ben dankbaar voor alle reacties op dit onderwerp…
    Ik heb geen bijdrage voor info, maar ik zie nog heel veel aandacht en belangstelling…..
    Voor velen is de de oorlog nog niet voorbij….

    Blijf schrijven jongens…

    Jos

  8. J.C. v.d. Putten zegt:

    Mijnheer Immerzeel
    U bent goed bezig, want Java/post maakt de tongen los…..
    Vele jongens en meisjes hebben veel te vertellen….
    Prima
    Jos

  9. Robbert Hoekstra zegt:

    Mijn grootvader was na de Japanse inval door de Jappen opgepakt maar nog dezelfde dag vrijgelaten. Alhoewel hij over de zestig was waren er toch vele oudere mannen die in gevangenschap werden gehouden. Wij waren de hele oorlog buiten het kamp gebleven, als “buiten kampers” dus. Wij mochten niet met de bevolking in aanraking komen, maar stiekem werd er altijd onderhandeld voor etens middelen in ruil voor andere bezittingen. Vele van onze familieleden verbleven de hele oorlog in gevangenkampen over heel Batavia. Ik was in 1940 in Batavia geboren dus wist er niet veel van af. vele jaren later tijdens familiegesprekken bracht ik altijd de vraag op wat onze grootvader buiten het kamp hield. Toen ik later wat meer over WO 2 begon te leren en te weten te komen vertelde ik mijn moeder wat ik dacht dat haar vader buiten het Japanse gevangenkamp heeft gehouden, maar had nooit iemand leren kennen die mij conformatie daarover kon geven. Tot ik in 1965 hier in Phoenix een Indische familie van Buffalo NY leerde kennen die hier naar toe was verhuisd. Vanwege de kleine Indische gemeenschap werden wij heel goed bevriend. Op een dag vertelde hij mij van zijn familiegeschiedenis in Indonesië. Toen de Japanners Indonesië binnenvielen was zijn vader al voor bijna dertig jaar Commissaris van Politie in Midden Java. Nadat de Duitsers in Europa Nederland binnenvielen en Rotterdam hadden gebombardeerd werden alle Duitse ingezetenen van Java lid waren van de NSB door de Nederlands militairen opgetrommeld en gevangen gezet. Dat was het laatst dat hij ooit van zijn vader heeft gezien. Na de oorlog werd verteld dat al Duitse gevangenen door de Nederlandse Militaire autoriteiten op een schip werden gezet en de Java Zee opgevaren waar de Marine het vrij liet zonder bemanning. Het schip was later waarschijnlijk door de Jappen getorpedeerd. Zijn vader was van Duitse afkomst maar had zich nooit laten naturaliseren. Na de Japanse overname werd mijn vriend benaderd door een lid van de Duitse Ambassade die een speldje met het Hakenkruis op zijn lapel droeg. Deze man had gegevens van alle ingezeten burgers van Duitse afkomst. Mijn vriend kreeg allerlei formulieren om in te vullen, plus rantsoenbonnen. Daar zijn vader zich nooit had laten naturaliseren was hij dus ook nog steeds Duits Staatsburger. Daar hij na de oorlog bij de KNIL had gediend moest hij dat later wel gedaan hebben, anders had hij nooit naar Nederland kunnen repatriëren. Dit brengt mij weer terug naar het feit dat mijn grootvader door de Jappen is vrijgelaten en de hele oorlog buiten het kamp was gebleven. Hij was van Duitse afkomst en dat is hoe wij er levend de oorlog overleefden. Een kat in nood maakt rare sprongen.
    robbhoek@aol.com

  10. Lieuwe de Haas Weston Connecticut USA zegt:

    Het is ongelooflijk wat er allemaal tevoorschijn komt na al die Jaren zat zelf in Tjihapit,Bogor,Kramat en en het laatste kamp Tjideng!

  11. Herman Jongeling zegt:

    Martin Mueller overleed in 2014, nog steeds getrouwd met zijn Indonesische schone. Hij woonde toen in Overheem bij Haarlem.
    Bron: David van Reybrouck, Revolusi (2020)

  12. Roy Kneefel zegt:

    Zie pagina 264 tot en met 267 van het boek “Revolusi” van David van Reybrouck. Daar staat toch nog iets meer informatie in over Martin Müller aan de hand van een interview met hem in 2014. Heel interessant.

  13. Astrid zegt:

    Ja ik heb hem en zijn vrouw ontmoet in Indonesie in 1993. Daarna nog jarenlang contact gehad. Meneer Muller en zijn vrouw woonden in Overveen. Zij hebben veel verteld over hun leven in Indonesie en daarna. Een heel sympathieke man

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s