Wie telt de Indonesische doden?

Nog altijd maakt de Indonesische dekolonisatieoorlog geen volwaardig deel uit van ons publieke historische bewustzijn. De afwezigheid van Indonesische doden in onze herinneringscultuur maakt dat pijnlijk duidelijk. Een recente telling komt uit op 97.421 slachtoffers – naar waarschijnlijkheid een ondergrens.

Vluchtende Indonesiërs

Door Christiaan Harinck, Nico van Horn en Bart Luttikhuis

Zeventig jaar geleden begon de zogenaamde Eerste Politionele Actie, een grootschalige militaire operatie om de Republiek Indonesië weer aan de onderhandelingstafel van de dekolonisatie te krijgen – op Nederlandse voorwaarden welteverstaan. In Indonesië wordt de strijd die van 21 juli tot 5 augustus 1947 duurde minder eufemistisch de ‘Agresi Militer Belanda I’ genoemd – de Eerste Nederlandse Militaire Agressie. De benamingen tonen een onverenigbaar verschil van perspectief: volgens Nederland was de actie een interne aangelegenheid, volgens de Indonesische Republiek was het een buitenlandse invasie. 

De rol die de oorlog in Indonesië van 1945 tot 1949 speelt in het Nederlandse publieke historische bewustzijn blijft beperkt. Het eurocentrisme in ons geschiedbewustzijn overheerst doorgaans, zelfs als we het wel over de koloniale oorlog in Indonesië hebben, wat de laatste jaren langzaamaan meer gebeurt. Want deze discussies blijven erg naar binnen gericht. Op het eerste gezicht lijkt dit wat onwerkelijk. Meer dan ooit is er publieke ruimte om de zwarte bladzijden van het Nederlandse koloniale project onder ogen te komen. En toch. Uiteindelijk is het publieke debat meer een moreel dan een historisch discours. Het gaat om onze misdaden in de voormalige koloniën, om onze schuld en wat daar nu mee te doen. De ander, de Indonesiër, blijft intussen zonder gezicht, zonder eigen rol in de geschiedenis, een figurant in het Nederlandse verhaal.

Kenmerkend voor deze bijrol is de afwezigheid van Indonesische doden in onze herinneringscultuur. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat we tot op vandaag geen betrouwbare schattingen hebben van het aantal Indonesische doden tijdens de oorlog. Het aantal Nederlandse militaire gesneuvelden en verongelukten in Nederlands-Indië kennen we precies (4751 volgens het Nederlands Instituut voor Militaire Historie) en ook over het aantal Nederlandse burgerdoden wordt uitgebreid gediscussieerd (schattingen lopen uiteen van 5000 tot 30.000). Maar tot op heden heeft niemand zelfs maar een serieuze poging gedaan om de aantallen Indonesische doden te becijferen.

Een reden voor dit gebrek aan cijfers is dat het beschikbare bronnenmateriaal aanmerkelijk minder compleet en betrouwbaar is dan de bronnen die we hebben voor de aantallen Nederlandse doden. Maar die lastige bronnensituatie ontslaat ons niet van de plicht om in ieder geval het beschikbare materiaal grondig te bestuderen. Ook Nederlandse historici mogen dus voor het gemis aan aandacht voor de Indonesische slachtoffers gerust het boetekleed aantrekken.

Het gebrek aan betrouwbare cijfers heeft het gebruik van grove schattingen niet in de weg gestaan. Dit komt voort uit de verklaarbare drang van historici om toch een totaal slachtofferaantal te noemen, al was het maar om lezers een beeld te geven van de schaal van de oorlog. Onder veel historici circuleert daarom tegenwoordig een schatting van 100.000 Indonesische slachtoffers. Alleen al het feit dat dit getal zo mooi rond is zou verdenkingen moeten wekken. Het is dan ook uit de lucht gegrepen, zonder traceerbare basis in betrouwbaar bronnenonderzoek.

De oorsprong van deze ‘100.000’ is een voetnoot in het twaalfde deel van Loe de Jongs monumentale werk Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog (1988). De Jong schreef daar: ‘In Indonesië wordt gesteld dat de Republikeinse strijdkrachten in de jaren ’45-’49 in totaal ca. honderdduizend man hebben verloren – Nederlandse militaire historici houden dat voor een betrouwbaar cijfer.’ De Jong citeerde geen bronnen en gaf ook niet aan welke Indonesiërs of Nederlandse militaire historici hij had geraadpleegd.

De carrière van de ‘100.000’ raakte in een stroomversnelling toen dit getal enkele jaren geleden werd overgenomen op een website van het Niod Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (deze website is sindsdien overigens herzien, om meer recht te doen aan de twijfel over dit aantal). Iedereen die voor het gemak een slachtofferaantal op de oorlog wilde plakken kwam al snel bij deze website uit. En zo gingen de ‘100.000’ van Loe de Jong een eigen leven leiden. Toen het getal eenmaal door een aantal historici was geciteerd, werden die op hun beurt weer door anderen geciteerd en werd het getal allengs ‘harder’.

Een bijkomende curiositeit is dat er geen overeenstemming is tussen de verschillende auteurs of dit getal alleen gaat over de Indonesische slachtoffers als gevolg van Nederlands geweld, of dat het ook de doden als gevolg van onderlinge strijd tussen verschillende Indonesische partijen omvat. In de jaren 1945-1949 vond ook voortdurend strijd plaats tussen diverse Indonesische groepen (onder andere communisten, islamisten en aanhangers van de Republiek Indonesië). De oorspronkelijke schatting van De Jong lijkt enkel te doelen op door Nederlanders gemaakte slachtoffers, maar sommige latere historici (onder anderen Remco Raben en Gert Oostindie) suggereren dat slachtoffers door onderling Indonesisch geweld ook onder de genoemde 100.000 kunnen vallen.

Niet alle historici volgen de trend van de ‘100.000’. Sommigen onthouden zich wijselijk helemaal van een uitspraak. Velen benadrukken in elk geval dat deze schatting een ‘wilde gok’ (Gert Oostindie) of een ‘grove schatting’ (Rémy Limpach) is. Economisch historicus Pierre van der Eng berekende, vanuit een andere interesse, dat het demografische gat – het verschil tussen de normaliter te verwachten en de daadwerkelijke bevolkingsgroei – voor de hele jaren veertig in Indonesië liefst 2,4 miljoen bedroeg: een teken dat niet alleen oorlogsgeweld maar ook hongersnood en andere ontberingen grootschalige gevolgen hadden in deze periode. De Australische historicus Adrian Vickers kwam op basis van een overzicht van vooral Indonesische geschiedschrijving tot een schatting van 45.000 tot 100.000 militaire slachtoffers plus 25.000 tot 100.000 burgerslachtoffers in 1945-1949.

Het beschikbare bronnenmateriaal om tot een schatting te komen heeft haken en ogen, maar het is wel mogelijk om tot een betrouwbaarder resultaat te komen dan de ‘wilde gok’ van Loe de Jong. De meest complete en consistente bron die we in de Nederlandse archieven hebben zijn de periodieke operatie-overzichten van de Nederlandse strijdkrachten in Indië. Troepencommandanten te velde moesten de toegebrachte ‘vijandelijke verliezen’ (gesneuvelde, gewonde en gevangen genomen vijanden) registreren en doorgeven aan hun meerderen. De aantallen werden op hoger niveau opgeteld en uiteindelijk door het Hoofdkwartier van de Generale Staf (HKGS) in regionale overzichten opgenomen. Deze overzichten zijn voor vrijwel het hele conflict bijgehouden en overgeleverd, met uitzondering van de chaotische maanden september-december 1945, toen er nog nauwelijks Nederlandse troepen aanwezig waren in Indonesië. Ze zijn bovendien al decennialang openbaar toegankelijk.

De enige die eerder systematisch van dit bronnenmateriaal gebruik heeft gemaakt is historica Petra Groen in haar boek Marsroutes en dwaalsporen (1991). Groen deed daarin het monnikenwerk om op basis van de operatie-overzichten een tabel op te stellen over de slachtofferaantallen op Java en Sumatra in de periode van 1 januari 1949 tot 10 augustus 1949. Alleen al in die zeven maanden van het conflict op die twee eilanden kwam zij tot een totaal van 46.818 gesneuvelde Indonesiërs. Sindsdien heeft kennelijk niemand zich geroepen gevoeld om dezelfde opgave uit te voeren voor de overige periodes van de oorlog.

In de afgelopen maanden hebben wij dat wel gedaan. Het totaal aantal gesneuvelde Indonesiërs komt volgens onze berekeningen uit op 97.421. Het is volstrekt onduidelijk hoeveel daarvan strijders en hoeveel burgers waren. In de guerrillaoorlog was voor Nederlandse soldaten het onderscheid tussen burger en vijand sowieso uiterst moeilijk te maken. In de militaire rapportage worden alle doden opgevoerd als ‘vijandelijke verliezen’ en is praktisch nooit sprake van burgerdoden, terwijl we in sommige gevallen zeker weten, en in andere gevallen vermoeden, dat ook burgers (al of niet per abuis) het slachtoffer werden. Het ontrafelen van de cijfers voor dit onderscheid is helaas onmogelijk.

Uit de berekening die achter de genoemde 97.421 ligt volgen nog enkele andere conclusies (de tabel is te raadplegen op de website van het KITLV). Zoals historici al langer vermoeden was het jaar 1949 met in totaal 59.083 doden veruit het meest gewelddadig – wrang genoeg juist in de periode waarin het steeds meer mensen duidelijk werd dat de oorlog voor Nederland verloren was. Datzelfde jaar was verhoudingsgewijs overigens ook voor de Nederlandse militairen het bloedigste jaar.

Het jaar 1947 was eveneens een ‘heet’ jaar, met in totaal 18.927 gesneuvelde Indonesiërs. Opvallend genoeg viel het grootste deel van die doden niet tijdens de eerste ‘Politionele Actie’, waarin ‘slechts’ 747 gesneuvelden werden geteld. (Hoewel juist voor deze chaotische periode de overzichten van het HKGS incompleet lijken; Petra Groen schatte op basis van extrapolatie het aantal gesneuvelde Indonesiërs in de eerste Politionele Actie op ongeveer 3000.) De grote verliezen kwamen pas in de maanden na de actie (15.299 in augustus-december 1947), waarin de Nederlandse krijgsmacht in Indië voor het eerst op grote schaal werd geconfronteerd met de vijandelijke guerrilla in officieel al beheerst gebied.

De slachtofferverdeling naar regio is minder verrassend. Het overgrote deel van het oorlogsgeweld vond plaats op Java (75.636 doden, min of meer gelijk verdeeld over West-, Midden- en Oost-Java) met Sumatra als verre tweede (10.489). De overige eilanden vielen daarbij vergeleken in het niet, met uitzondering van de maanden december 1946 tot februari 1947 op Zuid-Celebes, waar het Depot Speciale Troepen van kapitein Raymond Westerling huishield.

Het totaal van 97.421 Indonesische doden ligt verrassend dicht bij de grove schatting van Loe de Jong. Had De Jong dan toch gelijk? Ja en nee. De schatting van 100.000 lijkt inderdaad in de juiste orde van grootte te zijn. Maar om een aantal redenen is het hoogst aannemelijk dat de genoemde 97.421 de ondergrens van het daadwerkelijke aantal doden is.

Allereerst lijkt er door de vele lagen van de militaire hiërarchie regelmatig ruis op de lijn te zitten in de rapportage. Cijfers die op lagere niveaus werden gerapporteerd kwamen niet altijd op tijd aan bij de top. Hierdoor vallen er enkele opvallende gaten in onze tabel, waar gedurende enkele weken uit bepaalde regio’s geen cijfers bekend waren, terwijl we weten dat er wel gevochten werd. Een voorbeeld: het eveneens in het archief beschikbare gevechtsverslag van bataljon 1-1 RI vermeldde dat op 4 augustus 1947 de stad Tanjung Balai (Noord-Sumatra) werd bezet ten koste van 300 gesneuvelde vijanden. In deze week werden echter door het hoofdkwartier geen slachtofferaantallen uit Noord-Sumatra gerapporteerd.

Ook in enkele andere steekproeven vonden wij dat op lagere niveaus soms hogere slachtofferaantallen werden gerapporteerd dan door het HKGS in zijn overzichten werd opgenomen. Om deze reden heeft Petra Groen bij haar overzicht voor 1949 dan ook vooral gebruik gemaakt van rapportages op lager niveau. Omdat de rapportage op de lagere niveaus minder compleet voor de hele periode 1945-1949 en bovendien soms overlappend was, hebben wij er toch voor gekozen te werken met de overzichten van het HKGS. Maar het is wel duidelijk dat waar er fouten in de rapporten van het HKGS zitten deze eerder te lage dan te hoge cijfers tot gevolg hadden.

Ten tweede werden in de operatie-overzichten normaliter niet de slachtoffers meegeteld die werden gemaakt door niet-militaire diensten: de politie, hulptroepen of paramilitaire organisaties. Er waren in Indië veel van dit soort diensten, die soms een belangrijk aandeel in het wapengeweld hadden – maar die aanmerkelijk minder consistent rapporteerden dan de reguliere militaire eenheden. Zo kwam historicus Willem IJzereef al in de jaren tachtig in een gedetailleerde studie van de Zuid-Celebes-affaire (de acties-Westerling) tot de conclusie dat op Zuid-Celebes tussen januari 1946 en maart 1947 in totaal ongeveer 6500 doden vielen. De cijfers van het HKGS komen echter uit op 3256. Een belangrijk deel van het verschil komt voort uit het feit dat voor deze regio in deze periode een aantal hulpdiensten niet in de militaire rapportage werd opgenomen, evenmin als de cijfers van het Depot Speciale Troepen van Westerling.

Een laatste reden komt voort uit het karakter van de militaire tellingen. De troepencommandanten te velde hadden de opdracht om enkel daadwerkelijk getelde doden door te geven, en dus niet schattingen van de toegebrachte vijandelijke verliezen. Uiteraard was niet iedere commandant op de hoogte van dit onderscheid, en we zien dan ook wel eens dat er toch schattingen en niet exacte cijfers doorkomen. Maar over het algemeen lijken de rapporteurs zich goed aan dit voorschrift te hebben gehouden.

Het verschil tussen getelde en geschatte verliezen kon zeer aanzienlijk zijn. De (grote aantallen) slachtoffers die gemaakt werden door artilleriebeschietingen werden lang niet altijd geregistreerd: die doden vielen immers op afstand van de eigen stellingen en konden vaak niet geteld worden. Een voorbeeld: op 19 oktober 1947 werd een ‘zuiveringsactie’ uitgevoerd in en rond het plaatsje Karanganyar (Midden-Java). De actie opende met grootschalig artillerievuur. Aan het einde van de actie werden 124 vijandelijke doden geteld, ‘niet inbegrepen de dooden veroorzaakt door artillerievuur’. De verantwoordelijke commandant schatte dat aantal op ongeveer 500. Op een monument dat vandaag de dag te Karanganyar te bezichtigen is wordt het totale dodental zelfs op 784 gesteld, hoewel het onduidelijk is waarop dat aantal gebaseerd is. Maar wat er in de rapporten van het HKGS werd opgenomen was enkel de getelde 124 doden.

Er zijn dus goede redenen om aan te nemen dat de telling die uit ons onderzoek naar voren komt slechts een ondergrens van het aantal Indonesische doden betreft. Het is echter ook mogelijk dat in enkele gevallen te hoge cijfers werden opgegeven. Patrouillecommandanten hadden soms de neiging om bewust te hoge aantallen vijandelijke doden aan te geven. Dit aantal is immers een van de weinige tastbare maatstaven van militair ‘succes’ – hoge vijandelijke verliescijfers tonen je meerderen dat je je werk serieus aanpakt.

Dit fenomeen is ook bekend uit de Vietnamoorlog. Wij kunnen niet uitsluiten dat het in Indië ook incidenteel is gebeurd, maar het lijkt ons onwaarschijnlijk dat het structureel of op grote schaal voorkwam. In tegenstelling tot de Amerikaanse legerleiding in Vietnam heeft de Nederlandse legerleiding in Indië in ieder geval nooit expliciet een grote body count als maatstaf van succes aan haar troepencommandanten voorgehouden en daarmee zelf overschattingen in de hand gewerkt. Integendeel, de hogere militaire autoriteiten stonden doorgaans op accurate numerieke rapportage. In de rapporten komen we dan ook regelmatig tegen dat de troepencommandanten zowel getelde aantallen doden als bijkomende geschatte aantallen doorgeven. Alleen de getelde aantallen werden dan centraal geregistreerd.

Het kan al met al dus zijn dat Loe de Jong er met zijn 100.000 Indonesische doden niet al te ver naast zat, maar het is waarschijnlijker dat het werkelijke aantal hoger lag. In ieder geval is duidelijk dat hieronder niet ook de slachtoffers als gevolg van onderlinge Indonesische strijd verdisconteerd zijn. Deze schatting betreft uitsluitend slachtoffers als gevolg van wapengeweld door troepen onder Nederlandse vlag.

Onze nieuwe telling van 97.421 gesneuvelde Indonesiërs (soldaten en burgers) moet gezien worden als een eerste stap. De aantallen in onze tabel kunnen op basis van meer divers bronnenmateriaal per regio en per periode stap voor stap nader worden gepreciseerd en gecompleteerd. Dat vergt gedetailleerd en tijdrovend onderzoek.

Waarom zouden we eigenlijk al die moeite doen om Indonesische doden te tellen? Om dezelfde redenen waarom we ons ook de moeite getroosten om Nederlandse doden van allerlei conflicten te tellen. Dit voorjaar gaf het Nationaal Comité 4 en 5 mei de tweede druk uit van de publicatie De doden tellen, waarin tellingen of beargumenteerde schattingen worden gegeven van de aantallen slachtoffers in verschillende categorieën (joodse slachtoffers, burgerslachtoffers tijdens de Tweede Wereldoorlog, Nederlandse militaire slachtoffers in verschillende conflicten, et cetera). De Indonesische slachtoffers van Nederlands wapengeweld komen in dit boekje niet aan bod. In de inleiding merkt Regina Grüter terecht op: ‘Al zijn de exacte aantallen niet altijd bekend, en al weten we vaak niet hoe de slachtoffers aan hun einde zijn gekomen, het streven om zo adequaat mogelijke gegevens te achterhalen is van belang voor hen die hen willen herdenken, maar ook voor een dieper inzicht in onze geschiedenis.’ Volgens ons geldt dit echter niet alleen voor Nederlandse slachtoffers.

Nederland ziet zichzelf graag als gidsland voor de mensenrechten en put zijn inspiratie daarvoor onder meer uit de Tweede Wereldoorlog. Wil het daarin geloofwaardig zijn, dan moet het ook bereid zijn het eigen falen onder ogen te zien. De in Indonesië gemaakte slachtoffers horen daarbij. De tijd en moeite van dit soort onderzoek zijn we de doden aan beide zijden van de dekolonisatieoorlog verschuldigd. Het is bovendien noodzakelijk als we deze pijnlijke herinnering een passende plaats willen geven in ons collectieve historische bewustzijn. Indonesiërs waren niet slechts figuranten op het toneel van de Nederlandse geschiedenis. Zij speelden een hoofdrol.
x

Christiaan Harinck werkt aan het KITLV (Leiden), Nico van Horn werkte eveneens aan het KITLV en ging mei 2017 met pensioen. Bart Luttikhuis werkt aan de Universiteit Leiden.

Dit artikel verscheen eerder in De Groene, 26 juli 2017.

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

107 reacties op Wie telt de Indonesische doden?

  1. J.W.Hoegen zegt:

    Ik vraag mij af waarom Indonesische diplomaten bij recepties in Zuid Oost Azie van hun Aziatische collega’s te horen krijgen: ‘Maar jullie hebben niet voor je vrijheid gevochten, dat deden de Jappen.’

    • Rahadi zegt:

      Ik vraag me af of u zich niet vergist. Ik hoorde van Maleisische diplomaten jaren 80 juist dat zij de Indonesiërs benijdden “want jullie hebben voor jullie vrijheid gevochten en wij wachtten tot we het van de Britten kregen”.

  2. Wal Suparmo zegt:

    WAT EEN ONZIN! Dus het waren de Jappen die tegen de Engelsen hadden gevochten in Surabaya, Magelang en Ambarawa? En tegen de Hollanders in Medan, Padang, Palembang, Makassar, Batavia , Bandung, Malang en Denpasar?
    Iets anders: De Indonesiers zijn soms gevlucht, niet omdat ze bang zijn voor de Hollanders of voor de gevechten, maar GEDWONGEN werden door de TNI/Gewapende Angkatans, en om niet als PRO Hollands en MATA-MATA MOESOEH te worden beschouwd.

  3. Franklin Moquette zegt:

    Als Indonesië de 500.000 tot 1 miljoen doden gaat herdenken die het resultaat waren van de ‘zuiveringen’ na de mislukte staatsgreep van 1965, wil ik erover nadenken om alle Indonesische slachtoffers van 1945 – 1950 in mijn overdenkingen en gedenken mee te nemen.
    500.000 tot 1 miljoen mensen (niemand weet het juiste cijfer!), die bijna allemaal totaal onschuldig waren aan de dood van de Indonesische generaals die door de lijfwachten van Soekarno waren vermoord! Ja, wie telt de Indonesische doden na de onafhankelijkheid?

    • rob beckman lapre zegt:

      Eindelijk iemand die een ZINVOLLE reaktie op het aantal doden in Indonesie geeft.Men staat(met mevr.juriste Zegveld)te trappelen om alle zielige verhalen te vinden over die “lelijke Belanda’s,”en NOG lelijker Indo’s(!),die zoveel onschuldige(???)Indonesiers ombrachten.Basic issue hier is GELD,wat zij van de “lelijke Belanda’s”verwacht.Niet meer,niet minder.En-omdat business altijd voor gaat,komen de zakken geld uit de kast.
      Maar over “backpay” daar blijft men felle tegenstand bieden,omdat men weet dat velen dood zijn(inclusief de weduwen,Ma in 1979).Mijn motto: they are all a bunch of liers!

    • kakipanah46 zegt:

      Dit is een punt het overdenken waard !

  4. Franklin Moquette zegt:

    Bestemd voor de schrijvers van het bovenstaande artikel:
    Citaat 1:
    “In de afgelopen maanden hebben wij dat wel gedaan. Het totaal aantal gesneuvelde Indonesiërs komt volgens onze berekeningen uit op 97.421”.
    Beste onderzoekers, als je serieus wil worden genomen, waarom dan dit totaal ongeloofwaardige en gedetailleerde aantal? Jullie geven zelf al tussen de regels aan dat het door allerlei factoren bijna onmogelijk is om een nauwkeurige schatting te maken, waarom dan dit op één dode nauwkeurige getal? Noem circa 97.000 doden of 98.000 doden, maar toch niet dit getal?

    Citaat 2:
    “De overige eilanden vielen daarbij vergeleken in het niet, met uitzondering van de maanden december 1946 tot februari 1947 op Zuid-Celebes, waar het Depot Speciale Troepen van kapitein Raymond Westerling huishield”.
    Dat is een redelijk goedkope opmerking. Iedereen die zich in Westerling en de ‘Celebes-affaire’ heeft verdiept, weet dat de meeste doden als het gevolg van de toepassing van het ‘standrecht’ niet vielen in die drie maanden dat Raymond Westerling daar actief was, maar juist in de maanden daarna toen andere KNIL- en KL-officieren op grote schaal de ‘methode Westerling’ toepasten en dan bovendien vaak op een iets minder ‘zorgvuldige’ wijze…

  5. Ælle zegt:

    Het aantal Nederlandse militaire gesneuvelden en verongelukten in Nederlands-Indië kennen we precies (4751 volgens het Nederlands Instituut voor Militaire Historie) en ook over het aantal Nederlandse burgerdoden wordt uitgebreid gediscussieerd (schattingen lopen uiteen van 5000 tot 30.000). Maar tot op heden heeft niemand zelfs maar een serieuze poging gedaan om de aantallen Indonesische doden te becijferen.

    Het feit, het uwe, dat de schattingen van Nederlandse burgerdoden bedisseld werden en uiteenlopen van vijfduizend tot dertigduizend betekent ook dat niemand zelfs maar een serieuze poging heeft gedaan om het precieze aantal doden te becijferen, want het verschil blijft staan op vijfentwintigduizend (25.000) zielen.
    Zelfs de benamingen van de operatie tonen verschillen!
    De Jong’s honderdduizend gesneuvelde Indonesische strijdkrachten waren leden van de Tentara Keamenan Rakjat (TKR) opgericht 5 oktober 1945, een nationaal leger ter vervanging van de lokaal georganiseerde Badan Keamanan Rakjat (BKR). Chef van de generale staf werd Oerip Soemohardjo (KNIL-veteraan), terwijl Tentara Keamenan Rakjat (TKR)- commandant Soedirman (ex-Peta-officier) tot panglima besar (opperbevelhebber) wordt gekozen.Hebben zij hun eigen data niet ter beschikking?
    Helaas kan ik geen gegevens vinden over de TKR uit die periode.

  6. Jan A. Somers zegt:

    “dat de Republikeinse strijdkrachten in de jaren ’45-’49 in totaal ca. honderdduizend man hebben verloren ” Wie/wat zijn die Indonesische strijdkrachten? Die vergeleken worden met de slachtoffers onder de Nederlandse en Indische strijdkrachten? Als voorbeeld de moord op het Goebengtransport, (Indonesiërs tegenover Mahratta’s). De Indonesiërs renden vanuit hun kampong Kepoeteran in de smalle Sonokembang met honderden als kippen zonder kop in de kogels van de Stens van de Brits-Indiërs. Totdat die leeggeschoten waren en zij zelf sneuvelden. Slachtoffers (excl. vrouwen en kinderen): Mijn schatting, 80 Brits-Indiërs, honderden Indonesiërs. Daar zaten volgens diverse bronnen geen Indonesische militairen bij. TKR-mannen werden zelfs door hun eigen volk uit kampong Kepoeteran aangevallen toen zij vrouwen en kinderen voor hun veiligheid naar kampong Kaliasin wilden brengen. De verhouding in de aantallen doden zuig ik uit mijn duim op 1 : 10, op Engelse grondslag 1 : 12. Vergelijkbaar met de enorme aantallen Russische slachtoffers tegenover de Duitsers in WO !!. Statistiek is nuttig, maar je moet wel weten waar je het over hebt.

  7. Ælle zegt:

    Wie telde toen “de meer dan onderdanen”?
    Ik lees ’t in een stuk van Eduard Douwes Dekker – Aka Multatuli, in zijn Kritiek op het cultuurstelsel

    ‘……een roofstaat aan de Noordzee……
    …..dat spoorwegen bouwt van gestolen geld en tot
    betaling de bestolene bedwelmt met
    opium, Evangelie en jenever…

    Aan U durf ik met vertrouwen te vragen of het
    Uw wil is dat daarginds Uw <<>> onderdanen worden mishandeld en
    uitgezogen in UWEN naam?
    Multatuli [1860] …aan Nederland…Koning Willem III

    ….dat dorp stond in brand, omdat het veroverd was door Nederlandsche soldaten…….

    Ja, ’t dorp was veroverd door Nederlandsche soldaten, en stond dus in brand.

    Op Nederlandsche heldendaad volgt brand.
    Nederlandsche overwinning leidt tot verwoesting.
    Nederlandsche krygsbedryven baren wanhoop.’

    • Franklin Moquette zegt:

      Kampongs werden soms ook door de TNI/TRI in brand gestoken als een soort verschroeide aarde of als de bevolking met de Nederlanders had samengewerkt. Je kunt niet zeggen dat kampongs per definitie door Nederlandse troepen in de fik werden gestoken. Het behoorde in ieder geval niet bij de algemene strategie, maar kwam voor(t) uit frustratie of wraakzucht bij individuele eenheden of militairen. De algemene order van de Nederlandse generale staf was “de eigendommen der burgerbevolking te sparen”.

  8. Ælle zegt:

    Moet zijn “meer dan DERTIG miljoenen onderdanen”:
    Aan U durf ik met vertrouwen te vragen of het
    Uw wil is dat daarginds Uw meer dan dertig
    millioenen onderdanen worden mishandeld en
    uitgezogen in UWEN naam?
    Multatuli [1860] …aan Nederland…Koning Willem III

    Mijn pc leidt onlangs een eigen leven. Ben klaar voor een nieuwe laptop.

    • Ælle zegt:

      Ten tijde van de VOC telde Batavia tot 50.000 inwoners. In de tweede helft van de 19e eeuw groeide Batavia uit tot een stad van ruim 800.000 inwoners. Aan het eind van de Nederlandse koloniale periode werd het aantal van 1 miljoen inwoners bereikt. In 1905 telde de stad 9.000 Europeanen, inclusief de met hen juridisch gelijkgestelde “Indo-Europeanen”. De Europeanen en de mestiezen vormden toen één procent van de totale bevolking. Als “gewest” telde Batavia dat jaar 2,1 miljoen inwoners, waaronder 14.000 Europeanen, 93.000 Chinezen en 2.800 Arabieren

      Willen bovenstaande data zeggen dat ten tijde van Multatuli in 1860 meer dan 30 miloenen onderdanen daarginds leefden om uitgezogen en mishandeld, of omgekeerd, te worden?
      Indo’s zijn nu dan de Mestiezen.

      • Ælle zegt:

        Andere termen voor mensen van gemengd bloed

        Krantenartikel met uiteenzetting van begrippen gebruikt voor Indo-Europeanen
        a.Blauwe: Indo-Europeaan, de oorsprong is een punt van twist. Werd en wordt gebruikt als scheldwoord en geuzennaam.
        b. Petjoe(k): Indo-Europeaan, scheldwoord, oorspronkelijk Javaans voor Aalscholver.
        c. Kleine Boeng: minder bedeelde Indo-Europeaan die aan de rand van de kampong woonde.
        d. Belanda Hitam: Zwarte Hollander, De term werd door de Javanen gegeven aan de Afrikaanse soldaten die op Java in met name Purworejo, Semarang en Surakarta gingen wonen met hun Inlandse vrouwen en hun gemengde nakomelingen. De eerste 44 Afrikaanse soldaten die voor het KNIL in Ghana werden geronseld, waren voornamelijk afkomstig uit Afro-Nederlandse (gemengdbloedige) families. De meeste Belanda Hitam’s hebben zich vermengd met Indo-Europeanen.
        e.Euraziaat: Indo-Europeaan, naar het in Brits-Indië gebruikte Eurasian
        f. Eurazier: Indo-Europeaan, naar het in Brits-Indië gebruikte Eurasian
        g. Mesties: Indo-Europeaan, afkomstig van het Portugese mestico, dat ‘van goed, zuiver ras’ betekent wat relatief gebruikt werd om onderscheid te maken tussen de ‘wittere’ Indo’s en de inlanders. Mesties zou volgens andere bronnen juist afkomstig zijn van h. ‘mixtus’ dat ‘gemengd’ betekent in het Latijn.
        h. Kasties: Indo-Europeaan,afkomstig van het Spaanse castizo, dat ‘van goed, zuiver ras’ betekent wat relatief gebruikt werd om onderscheid te maken tussen de ‘wittere’ Indo’s en de inlanders.
        i. Mixstice: Indo-Europeaan, van het Latijnse miscre dat mengen betekent.
        j. Metis: Indo-Europeaan, Frans voor gemengdbloedig
        k. Liplap/liblap: Indo-Europeaan, oorsprong onbekend. Mogelijk liflaf uitgesproken op z’n Maleis waarbij de f veranderd in de p.
        Sinjo/Signo: jongeheer afgekort njo. Van het Portugese senhor. Oorspronkelijk gebruikt voor afstammelingen van Portugezen. Thans mannelijke mengbloed/Indo-Europeaan.
        m.Nona: meisje, afgekort non en verkleind nonnie. Waarschijnlijk van de Portugese titel dona. Thans vrouwelijke mengbloed/Indo-Europeaan.
        Njonja: vrouw, waarschijnlijk van de Portugese titel dona. Thans vrouwelijke mengbloed/Indo.
        l. Serani: voor Portugese christelijke halfbloeden en Indo’s van het laagste soort (aldus de gebruiker). van het Arabische nasrani (Nazarenen van Nazaret). Van oorsprong een scheldwoord voor christen geworden moslims.
        m. Testies: Indo-Europeaan met een Hollandse vader en een Indo-Europese moeder.
        n. Toegoenees: mengbloeden uit de wijk Toegoe (Tugu) bij Batavia (Jakarta). Toegoenezen stammen af van Mardijkers vermengd met Indo-Europeanen.
        o. Mardijker: van oorsprong de naam voor vrijgemaakte slaven en krijgsgevangenen maar waren meestal mengbloeden van verschillende herkomst. Hun voorouders kwamen uit India, Makasar, Bali, Ambon, Banda, Portugal, Afrika.
        p. Toepas: van Portugese afkomstige mengbloeden
        q. Poesties: onbekend
        r. Indische jongens, resp. meisjes: gangbare aanduiding voor Indo-Europese mensen in de omgeving van Den Haag.
        s. Inlandse jongens en meisjes: aanduiding voor Indo-Europese weeskinderen in het diaconiehuis te Batavia in de VOC-tijd.
        Van Batavia: predicaat gebruikt voor Indo-Europese kinderen in het weeshuis te Batavia in de VOC-tijd.[9]
        t. Casados: Indo-Portugees
        u. Blasteran: een Indo-Europeaan, afgeleid van bastaard. Wordt in het huidige Indonesië gebruikt waar de beladen oorsprong niet altijd bekend is.
        v. Indo-Dutch: Term gebruikt door Indische-Nederlanders in de Verenigde Staten.

      • Franklin Moquette zegt:

        Beste Ælle,
        Erg interessant wat je allemaal over de Indo-Europeanen en de andere gemengdbloedigen schrijft, maar het is natuurlijk behoorlijk off-topic en heeft met het aantal gedode Indonesische militairen of para-miltairen niets te maken.
        Overigens was je de benaming ‘klipsteen’ voor Indo-Europese kinderen nog vergeten…

      • Jan A. Somers zegt:

        “Ten tijde van de VOC ” Wanneer tussen 1602 en 1800? Batavia in 1632: 1560 manlijke Nederlanders in dienst van de VOC met 106 vrouwen en 64 kinderen; bij de Nederlandse vrijburgers 229 mannen, 260 vrouwen en 149 kinderen. Het aantal Chinezen bedroeg toen 1702 mannen, 554 vrouwen en 134 kinderen. Het aantal Indonesiërs (deze benaming bestond nog niet, was een mengelmoes van Javanen, Soendanezen en Bantammers) was niet nauwkeurig geregistreerd.
        Volkstelling 1930: Gemeente Batavia, (afgerond) 437.433 inwoners waarvan 31.340 Europeanen, 327.827 Inlanders en 78.266 Chinezen en andere Oosterse Vreemde Oosterlingen. Residentie Batavia: ruim 1.600,000 inwoners, waaronder bijna 38.000 Europeanen en bijna 140.000 Chinezen.

      • Ælle zegt:

        Apa? Off topic?
        Tijdens twee eeuwen van Volkstellingen of census kreeg het beestje toch een naam of namen? Zelfs het aantal vakanties van meer dan 4 dagen worden geteld.

      • Ælle zegt:

        Sorry, aantal wordt ( enkelvoud) geteld.
        Filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=OO97dglom1c&feature=youtu.be

  9. kakipanah46 zegt:

    Als we nu eens gaan “redetwisten” over de genocide die die tot vandaag de dag plaatsvindt in West-Papua (voormalig Nederlands Nieuw-Guinea) sinds de “overname” in 1962, inmiddels de 500.000 al gepasseerd. En anders aandacht schenken aan het TOTAAL aan Indonesische slachtoffers over de hele archipel sinds de “verovering” vanaf de VOC-tijd, de moordpartijen in de Molukken, de opstand van Aceh (van Heutz) en nog wat meer van dat soort schermutselingen tijde van de 350 jaar van overheersing, dan heeft mevr.Mr.Zegvelt nog een eeuw werk voor de boeg met het “regelen” van schadeclaims.En daarna gaan we verder met de overzeese gebiedsdelen in de Cariben, hoeveel slachtoffers daar gevallen zijn, en dan gaan we naar ……en daarna naar……´sjoh wat een vaderlandse geschiedenis,(dat wordt niet gedoceerd op de scholen of: niet meer?)

  10. van den Broek van een andere generatie zegt:

    citaat Franklin Moquette:……………Dat is een “redelijk goedkope” opmerking. Iedereen die zich in Westerling en de ‘Celebes-affaire’ heeft verdiept, weet dat de meeste doden als het gevolg van de toepassing van het ‘standrecht’ niet vielen in die drie maanden dat Raymond Westerling daar actief was, maar juist in de maanden daarna toen andere KNIL- en KL-officieren op grote schaal de ‘methode Westerling’ toepasten en dan bovendien vaak op een iets “minder zorgvuldige’”wijze…

    Over redelijk goedkoop-minder zorgvuldig-verdiepen gesproken!! Het juiste aantal doden/moorden in de pacificatie-campagne op Zuid-Sulawesi ,de 40.000 geclaimd door Indonesisch zijde en de 3.000 toegeven door Nederlandse kant, had meer psychologische en sociale invloed dan politieke laat staan rekenkundige betekenis.

    De betrokkenheid en verantwoordelijkheid van Indonesiers bij de moorden laat een nalatingschap van wraak en vergelding achter die een verklaring geeft voor de brutaliteit van de post-revolutionare rebellie van.v.b. Qahhar Mudzakkar op Celebes. Een gegeven veelal door Nederlandse historici onder het tapijt geveegd omdat het niet in de Nederland-centristische benaderingswijze past.

    De Westerling-methode had verstrekkende gevolgen. Bij mensen die familieden hadden verloren omdat andere dorpsbewoners hen aangewezen hadden als terroristen, of de aanklacht juist was meer gedaan uit zelfbehoud, veroorzaakte dat wrok en door de adat gesanctioneerde wens tot wraak. Degenen die door de Nederlandse militairen waren gevangen genomen, herinnerden hun verraders en verlangden naar vergelding. De edellieden die in de raad radja’s zaten, werden beschuldigde deze pacificatie campagne van de Nederlanders gesanctioneerd te hebben. NIT-bestuurders en parlementariërs werden gezien als medeplichtigen van de terreur. De pemuda’s die als criminelen vervolgd werden geloofden dat de Ouderen die bij de formatie en functioneren van de NTI Negara Indonesia Timur betrokken waren, moedwillig hun doodvonnissen getekend hebben.
    De link tussen de moorden, wraak en rebellie werd door Amerikaanse onderzoekers in 1971-1972 bevestigd maar wordt ook aangegeven door Husain Ibrahim: in Rivalitas, Dendam dan Pembarharuan dlm Masjarakat Sulawesi Selatan (1971).

    Wellicht is het geen toeval dat juist de weduwen van Zuid-Celebes hun toevlucht tot de Nederlandse rechter hebben gezocht om hun recht niet alleen tegenover de Nederlanders maar ook indirect tegenover de Indonesiers te halen.

    Dat Mevr. Zegveld weer met de haren erbij wordt gehaald geeft alleen maar het onbenul van de respondent aan.

    • Franklin Moquette zegt:

      ‘Van den Broek van een andere generatie’ had zich beter in mij tekst moeten verdiepen alvorens op bovenstaande wijze te reageren. Ik stelde alleen dat vaststellen van een plotselinge ‘piek’ in de drie maanden dat Westerling op Celebes actief was, niet juist kan zijn, omdat het aantal doden dat rechtstreeks aan hem kan worden toegeschreven nooit zo hoog kan zijn geweest. De meeste doden werden door anderen – en vaak later – veroorzaakt. Het aantal van 3000 is nooit door Nederland officieel erkend en het aantal van 40.000 (de Indonesische ‘claim’) is schromelijk overtrokken en om propagandistische redenen tot stand gekomen.
      Dat er er in later jaren een ‘afrekening’ zal hebben plaatsgevonden, lijkt mij zeer aannemelijk, maar valt buiten het onderzoek naar het aantal in 1945 – 1950 gedode Indonesische ‘strijders’.
      En over ‘onbenul’ gesproken: Ik heb nergens in mijn betoog ‘vrouwtje Zegveld’ erbij gehaald. Gewoon omdat zij er in deze context helemaal niet toe doet.

  11. van den Broek van een andere generatie zegt:

    Ik wil best ingaan op dhr Moquette opmerkelijke redeneringswijze:

    1) Hij maakt een onderscheid tussen Westerling en die ander KL of KNIL-militairen die op Celebes moordden. Voor de Indonesische slachtoffers maakte dat niks uit, of wilt hij zeggen dat Westerling op humane en ZORGVULDIGE WIJZE het Standrecht toepaste (wat niks te maken heeft met Recht), dus dat was minder erg. Dr Limpag kan met de database die hij opzette voor zijn proefschrift van de oorlogsmisdaden gepleegd door Nederlandse militairen, precies nagaan hoeveel slachtoffers gemeld zijn door de KL en KNIL-eenheden dus ook DST van Westerling.
    2) Dat Nederland die meer dan 3.000 doden OFFICIEEL nooit erkend heeft lijkt mij wel duidelijk, maar dat Nederland gedwongen door Nederlandse rechters tot in de Eeuwigheid der dagen verantwoording en rekenschap dient te geven mag toch ook als een officiële en afgedwongen erkenning door het leven gaan.

    Zijn rechtvaardiging (sic) voor het platbranden van kampongs ( lijkt veel op de titel van het proefschrift van Dr Limperg ) dat kwam de uit frustratie of wraakzucht bij individuele eenheden of militairen geeft duidelijk aan hoe ongedisciplineerd het Nederlandse leger in Ned. Indie optrad.

    Zijn woorden “VROUWTJE Zegveld ” in dit verband heeft zeker met onbenul te maken.

  12. Ælle zegt:

    “The most effective way to destroy people is to deny and obliterate their own understanding of their history.”
    ― George Orwell

  13. Franklin Moquette zegt:

    Je bent wel goed in het iemand woorden in de mond leggen die hij niet heeft gebruikt. Ik heb mevrouw Zegveld in eerste instantie helemaal niet genoemd en je stapt daar lekker overheen. Zeg nou eens: “Ik heb iets gelezen dat er helemaal niet stond”. Dan ben je een kerel en kunnen we verder praten.
    Ik maak onderscheid tussen de slachtoffers van Westerling en de anderen omdat de schrijvers van het artikel dat deden. Zij noemden alleen Westerling. (‘Singled him out’, zeggen ze in het Engels…). Voor de slachtoffers maakt het natuurlijk niet uit door wie ze werden gedood. En, ja, standrecht is volgens het Nederlandse recht onwettig. Bestaat in het krijgsrecht en de krijgstucht helemaal niet! Het gebruik aan de Grebbelinie in mei 1940 ten spijt…
    Ik heb helemaal geen ‘rechtvaardiging’ voor het platbranden van kampongs gegeven. (Alwéér leg je mij woorden in de mond!) Ik heb REDENEN gegeven waarom Indonesiërs en Nederlanders soms kampongs in de fik staken en dat dit niet paste binnen het officiële Nederlandse beleid. (Of dit wel binnen het Indonesische beleid paste, laat zich raden) En, ja, je hebt gelijk: Dit was deels het gevolg van het gebrek discipline bij sommige Nederlandse militairen en het gebrek aan ingrijpen en bestraffen van ‘bovenaf’.
    “Vrouwtje Zegveld’ is inmiddels een gebruikelijke benaming onder oud-strijders geworden, vaak gepaard gaande met “Daar heb je haar weer”. Ik voel mij door familiebanden nauw met deze veteranen uit Indië verwant en kan daar begrip voor opbrengen.
    Aan de andere kant doet mevrouw Zegveld datgene waarmee ze denkt goed te doen voor de Indonesische slachtoffers en hun nabestaanden. Ik denk niet dat het haar om geldelijk gewin is te doen, zoals wel wordt gesuggereerd.
    Maar ze zou zich ook wel eens druk kunnen maken om het leed dat talloze Indo-Europeanen door Indonesische benden (vaak met goedkeuring en onder aanmoediging van de Republik Indonesia) is aangedaan.

  14. van den Broek van een andere generatie zegt:

    Dhr Moquette heeft gelijk dat hij niets over Mvr. Zegveld heeft gezegd. Mijn opmerking aan het eind van mijn reactie sloeg op iemand anders die het ook niet heeft begrepen.

    Dat Vrouwtje Zegveld geeft wel aan het oud-strijders over haar denken. Dat zegt meer over die Oud strijders , let wel meer dan 25% van de Nederlandse militairen in Ned. Indie waren volgens Dr. Limperg betrokken bij misdaden tegen de Mensheid. Dus dat houdt in dat een meerderheid van de militairen dat wisten of dat behoorden te weten. Die haben es gewusst. Indo’s hadden geldige en legitieme redenen om te keer te gaan, die hoeven zich daarvoor niet te schamen zoals de vader van Alfred Birney. Maar Nederlandse soldaten. wat voor geldige reden hadden die eigenlijk: frustratie en wraak. en voor die moet ik begrip hebben!!!!!

    De REDENEN waarom Indonesiers en Nederlandse militairen kampongs in brand staken.!!! Op basis van welke gegeven worden deze beweringen gestaafd? en door welke militairen? Die hadden voor zo’n vergrijp voor de tuchtraad gedaagd dienen te worden, ook op basis van het toenmalig tuchtrecht zoal ik begrepen heb van mijn diensttijd op een Opleidingsinstituut.

    Aan mevr. Zegveld is wel eens gevraagd of zij slachtoffers van bersiapmoorden wilde bijstaan. Zij gaf toen het diplomatieke antwoord dat zij geen slachtoffers van beide partijen kan bijstaan. Kan ik me best indenken bij de ladingen stront die Indische Nederlanders over haar heen hebben gestort.

    • Franklin Moquette zegt:

      Beste heer van den Broek,
      Je bent inderdaad van een andere generatie die zich totaal niet kan inleven in de jongelui die in de jaren 1945 – 1948 in een vreemd land op een ‘mission impossible’ werden gestuurd. Die soms hun maten die in een hinderlaag waren gevallen bij een kampong terugvonden… in stukken gesneden… Die vervolgens totaal door het lint gingen en iedere kampongbewoner die geen goed heenkomen had gezocht, doodschoten. Of wanneer iedereen wel een goed heenkomen had gezocht, de betrokken kampong in de fik staken.
      Voor iemand die nu vanuit een luie stoel naar een beeldscherm of de TV staart, volkomen onbegrijpelijk. Voor de maten van die militairen en het kader – zelfs als zij de handelswijzen verafschuwden – wel begrijpelijk en geen reden om hun maten te ‘verlinken’. Want sobats zijn sobats en die verraad je niet en die laat je niet vallen… Want morgen kunnen ze jou misschien het leven redden.
      Daar komt nog bij dat de gerechtelijke macht in Nederlands-Indië in die jaren totaal onderbezet was. Dat uitte zich ook bij een ander probleem: De ‘peloppors’ die soms voor de derde keer door dezelfde eenheid gevangen werden genomen! De gevangen genomen TNI-strijders en soms criminelen werden vergezeld van een rapport aan de autoriteiten overgedragen. Vervolgens werden die in een gevangenis of kamp gevangen gezet. Maar omdat er wekelijks duizenden nieuwe gevangen bij kwamen, werden de meeste gevangenen na een tijdje weer zonder proces weer vrij gelaten! Daaronder bevonden zich mensen die zich aan oorlogsmisdaden hadden schuldig gemaakt! Blijkbaar raakten de rapporten zoek of was er domweg geen tijd om ze te zoeken en door te nemen…
      Gevolg was dat – je raadt het al? – de militairen die zo’n strijder of crimineel voor de zoveelste keer tegenkwamen, voor ‘eigen rechter’ gingen spelen. “Op de vlucht neergeschoten”, heette dat dan. In het laatste jaar (1949), toen de discipline en het vertrouwen in de Rechterlijke Macht met sprongen achteruitging, werden gevangenen soms al de eerste de beste keer ‘uitgelaten’. In de nabijheid van Djokjakarta is zelfs een Indonesische minister (die nota bene met een Nederlandse vrouw was getrouwd) voor een ‘wandeling’ meegenomen en door KNIL militairen op een verborgen plek vermoord! Een van zijn collega’s wist door een weigerend wapen te ontsnappen en sloeg bij de Nederlandse(!) autoriteiten alarm! Dat heeft toen tot een fikse diplomatieke rel geleid.
      Ik praat niets goed, maar een falende Rechterlijke Macht en een falende leiding heeft hiertoe geleid.
      Ga alsjeblieft niet die oude veteranen veroordelen en als misdadigers bestempelen.
      De echte misdadigers zaten in Den Haag…

      • R.L. Mertens zegt:

        @Franklin Moquette; ‘in stukken gesneden…die vervolgens door het lint gaan etc.’
        – In alle gevallen? Op 26/2’49 verscheen in de Groene Amsterdammer een brief; ‘Een officier uit Djokja schrijft; het doden van Indonesische gevangenen met een nekschot, het verdoezelen door de autoriteiten van misdrijven en de martelingen door de inlichtingendienst. Als represaille werden kampongs in brand gestoken, waarbij officieren hem aanraadden daar haast mee te maken voordat(!) de bevolking kans heeft gekregen er uit te vluchten’. Deze officier was reserve kapitein Ko Zweers, die later tot in zijn nadagen achtervolgd werd door de officier van Justitie in Nederland. In opdracht van gen.Spoor. Die toen alles in het werk stelde om de identiteit( ingezonden stuk was anoniem) van de lastige schrijver te achterhalen. Om strafrechtelijk tegen hem op te treden. Gen.Spoor, de hoogste militair, die de krijgstucht moest bewaken. Hij zijn soldaten uit Holland gearriveerd, toesprak; ‘dat in dit land een enorm werk gedaan moet worden, dat gebaseerd moet zijn op de oudste normen van de humaniteit. Rust en orde, recht en veiligheid!'(uit; Welkom mannen! Batavia;Dec.1947)
        note; historicus Limpach uit zijn onderzoek; ‘Grof geweld was schering en inslag. Nederlandse militairen gebruikten op grote schaal structureel(!) extreem geweld. De top greep niet in; de daders zijn nooit vervolgd. Zelf Drees sr. in Den Haag wist ervan’. Onderzoek resultaat met gegevens van het Nationaal Militair Archief in Den Haag!
        ( dus door alle overige/voorgaande historici bewust(?) gemeden. Over geschied vervalsing gesproken.)

    • Jan A. Somers zegt:

      “Dat Vrouwtje Zegveld geeft wel aan het oud-strijders over haar denken. ” Ach ja, er wordt zo veel gedacht en soms gekakeld. Dat ‘vrouwtje’ doet gewoon haar werk, haar broodwinning. En ze doet het goed. Dat anderen daar anders over danken, ach ja! Allemaal gepensioneerd net zoals wij hier op Javapost.

  15. Franklin Moquette zegt:

    Geachte heer Mertens,
    Nee, niet in alle gevallen was er sprake van wraak omdat kameraden op gruwelijke wijze waren vermoord. Dat heb ik zelf ook al aangegeven. Er was ook sprake van een gebrek aan discipline en een generale staf en een kader dat niet tegen ‘ontsporingen van geweld’ wilde optreden. Ook een Rechterlijke Macht die daar absoluut niet toe in staat was. Tel daar de frustratie bij van militairen die dezelfde ‘peloppor’ weer voor de zoveelste keer tegenkwamen en je krijgt een gevaarlijke mix waarin onwettig optreden kan gedijen.
    Toch hebben de meeste van onze jongens zich niet met dit soort gedrag beziggehouden. Doordat er zo’n 150.000 waren uitgestuurd hoef je in die ruimgevulde mand maar een paar (procent) rotte appels te hebben en het gaat om duizenden ernstige overtredingen…
    Ik kom uit een familie met een koloniaal verleden en veel mensen uit mijn omgeving spraken Maleis of Javaans en kwamen daardoor automatisch bij de inlichtingendienst van hun eenheid terecht. Ook van hen heb ik verhalen gehoord dat ‘anderen’ bij het verhoren van krijgsgevangenen ver buiten hun boekje gingen en dat zij soms TNI-officieren moesten ‘bevrijden’ en dat hun ingrijpen soms helaas te laat kwam…
    Nogmaals: veruit de meeste Nederlandse en KNIL militairen hebben zich nooit aan oorlogsmisdaden schuldig gemaakt.

    • R.L. Mertens zegt:

      @Franklin Moquette; ‘geen rechtelijke die daar absoluut niet toe in staat was’. – Een legermacht zonder rechtelijke macht? En de militaire krijgsraad dan? De Krijgsraad, Soerabaja 11/8’47 die 3 mariniers, die de kampong Soetodjadjan weigerden in brand te steken werden veroordeeld tot 3 jaar, 1 1/2 jaar en ontslag uit militaire dienst. Mariniers met uitstekende staat van dienst! Terwijl de transport commandant van een 13 uur durende trein transport uit Bondowoso naar Soerabaja met 100 gevangenen in afgesloten (metalen) goederen wagons, waarvan bij aankomst 46 gevangenen door verstikking omkwamen, (slechts)1 maand(!) met aftrek van voor arrest werd veroordeeld. (dit tafereel/ het uitladen heb ik als 13 jarige jochie meegemaakt)
      Over recht gesproken! Met een leger commandant Spoor, die niet in staat is gebleken om de tuchtrecht te hanteren, weg keek. Dan is het toch niet verwonderlijk dat nu de gehele legermacht/veteranen door zijn toedoen/houding(!) in een verdomd hoekje is terecht gekomen. Een generaal die na zijn overlijden nog postuum een MWO werd toebedeeld. En in 1947 in zijn welkomstrede bij een troepenschip aankomst nog uitriep; ‘Opdat wij later, terug gekomen in Nederland met gerechtvaardigde tros en overtuiging kunnen zeggen; toen Nederland een critieke tijd door worstelde, oefenden wij de belangrijke taak uit van soldaat in Indië’. (een zelfde titel van een recent boek van Ger Oostindie) * ‘een zelfde peloppor voor de zoveelste keer tegen kwamen etc. ‘- Zo’n ‘draaideur’ peloppor had daartoe niet eens een 1e keer, de kans! Al bij een minste verdachtmaking werd hem gesommeerd/toegestaan om te urineren! Om daarna in ‘gestrekte houding’ tot rust gebracht te worden. Niet alle militairen hadden misdaden gepleegd. Echter allen zwegen muv. van (slechts) enkelen!

  16. van den Broek van een andere generatie zegt:

    Dat die Oud-Strijders jarenlang beweerden dat zij in Ned.-Indie Orde en Rust herstelden, dat zoal er sprake was van oorlogsmisdaden i.c. misdaden tegen de mensheid, dat louter excessen waren en sinds 2 jaar ook wetenschappelijk is vastgesteld dat die Excessen meer te maken hadden met Structureel ik herhaal structureel geweld van het Nederlandse leger, dan vind ik hun uitspraken tegen beter weten in wel opmerkelijk en misplaatst.

    In zijn proefschrift geeft dr Limperg (niet voor niets een buitenlander en ook buitenstaander) aan dat hij plusminus 10.000 gevallen van misdaden uitgevoerd door Nederlandse militairen in Ned.-Indie heeft geanalyseerd waarbij meer dan 25% van Nederlandse Leger in Ned.Indie, met naam en militaire eenheid, direct betrokken waren. Geen Oud-Strijder mag beweren dat hij het niet geweten heeft, medeplichtigheid mag toch niet ontkend worden. Daarbij dient wel een onderscheid gemaakt te worden tussen Schuld-Verantwoordelijk-Medeplichtigheid.

    Het is te danken aan Alfred Birney (ook van een andere generatie) die in zijn boek De Tolk van Java eindelijk aan een breed Nederlands publiek op indrukwekkende wijze aangeeft hoe Indo’s zich in de koloniale oorlog, in die verscheurde en gespleten wereld, zich voelden en gedroegen. Ik kan dan excessief gedrag wel plaatsen.
    In de laatste zinnen van het boek geeft hij aan:…. Nu ben ik een vermoeide brug, die zich over een verleden buigt zonder zijn eigen spiegelbeeld in het water ziet…………. Ik mis bij Oud-strijders die kritische bespiegeling op het eigen verleden……ook na bijna70 jaar.

    De woorden van dhr Moquette zijn in dit licht gezien, goedpraterij. Maar prietpraet verandert niks aan de beschrijving van die geschiedenis. Als de “Eerste” generatie zich het Recht toeeigent de feiten weer te geven, dan dienen ze wel alle feiten aan te geven. Zolang dat niet gebeurt, dan mag ik van een andere generatie , wel de voor mij ontbrekende feiten naar voren brengen.

    • Franklin Moquette zegt:

      Geachte heer van den Broek,
      Graag zou ik van u willen weten waar ik mij aan ‘goedpraterij’ heb schuldig gemaakt. Ik heb toch aardig wat misstanden en misdrijven genoemd en waar volgens mij de oorzaken daarvan lagen.

      • Jan A. Somers zegt:

        Ik heb een paar keer niet gereageerd. Maar nu heeft hij u gevonden. Niks van aantrekken!

      • van den Broek van een andere generatie zegt:

        Het verhaal van dhr Moquette is wat te algemeen van aard. Over welke misstanden en praten we eigenlijk? Laat hij eerst maar aangeven over welke gevallen, militairen en hun legereenheid, hij het precies heeft.

        -Onder welke categorie valt de moord op Nasoetion, de man van de Nederlands Mevr. Nasution- van der Have?
        -In hoeveel van die gevallen was er sprake van frustratie? en met hoeveel doden?
        -In hoeveel gevallen was er sprake van woede om gevallen kameraden? en me hoeveel doden?
        -In hoeveel gevallen werd de methode Westerling toegepast? Met hoeveel doden?
        Hoeveel Nederlandse militairen werden vervolgd en hoeveel ervan werden veroordeeld? Hoeveel zaken werden er geseponeerd?

        Met de dissertatie van dr. Limperg bij de hand is het toch te achterhalen, welke eenheden betrokken waren bij het structureel geweld, ik herhaal Structureel geweld dwz 25% van de Nederlandse militairen waren er betrokken (schuldig/verantwoordelij)k , 10.000 gevallen van excessief geweld tot nu toe bestudeerd.

        Afgezien daarvan: na de excessennota van 1969, de dissertatie van dr. Limperg en de rechtszaken o.a. Rawagede-weduwen, mag toch best van goedpraterij ook na meer dan 70 jaar gesproken worden. We spreken eindelijk van STRUCTUREEL geweld, na 70 jaar.

        Ik lees aan uw antwoorden af , dat U een serieus persoon bent, die zich er iets van aantrekt. Daarmee kan een constructieve discussie opgebouwd worden.

  17. Franklin Moquette zegt:

    Beste meneer Van den Broek,
    Ik ben geen onderzoeker als de heer Limperg en mijn observaties zijn inderdaad vrij algemeen. Ik baseer mij op gesprekken met een aantal oudstrijders en wat mij uit allerlei publicaties is komen ‘aanwaaien’.
    Ik heb geen zin om in detail te gaan, daar heeft binnenkort niemand meer wat aan.
    Het gaat mij om bepaalde trends en waarom Nederlandse militairen in die positie kwamen.
    Er zijn – wat mij betreft – enkele duidelijke trends zichtbaar bij het optreden van de Nederlandse strijdkrachten in Indonesië / Nederlandsch-Indië in de jaren 1945 – 1950.
    * De Generale Staf had in veel gevallen geen greep meer op de zaak en/of keek de andere kant op.
    (Ondanks dat Generaal Simon Spoor door ‘Jan Soldaat’ bijna werd vereerd en enkele veteranen mij vertelden dat zij veel sympathie voor de man hadden, moet mij van het hart dat hij toch veel steken heeft laten vallen. Was hij bang om de sympathie van veel van zijn militairen verliezen als hij hard optrad? Of dacht hij: “Het gaat in militaire zin best wel goed, moet ik dat in gevaar brengen door de onderste steen boven te krijgen en het gebrek aan discipline aan te pakken?”)
    Ik kan mij niet voorstellen dat hij ‘gelukkig’ met de situatie was…
    * Guerrilla-oorlog is per definitie een ‘vuile’ oorlog met wreedheden aan beide kanten. Daardoor raakten veel Nederlandse militairen geestelijk ‘afgestompt’. Ze deden na een (paar) jaar dingen die zij tevoren niet voor mogelijk hadden gehouden. In enkele brieven aan het thuisfront (meestal niet de ouders, maar vrienden of broers) schreven zij: “We lijken verdomme soms wel op Moffen of SS’ers”. Ik praat dit niet goed, maar vraag wel begrip voor ‘Hollandse Jongens’ die door de Nederlandse politiek in deze situatie werden gebracht…
    Generaal Nasoetion zei daarover in een interview met de VPRO: “Ik vond het toen dom dat de Nederlandse militairen hun frustraties op de bevolking botvierden. Totdat ik vele jaren later op diverse eilanden zelf regionale opstanden moest onderdrukken. Wekenlange patrouilles, regelmatig beschoten worden en geen vijand te zien. Dan gaan soldaten zich tegen de plaatselijke bevolking keren”.
    * Een groot verval van discipline en hoofdofficieren die geen zin hadden om daar tegen op te treden omdat dat teveel ‘onrust in de troep’ zou veroorzaken. Ook onvoldoende duidelijkheid van veel commandanten en de Generale Staf.
    De commandant van mijn broer maakte duidelijk dat krijgsgevangenen goed behandeld moesten worden en aan de autoriteiten moesten worden overgedragen. “Ik begrijp jullie frustraties omdat jullie dezelfde ‘peloppors’ al voor de tweede of derde keer gevangennemen, maar wij houden ons aan de Conventies van Genève”…”Punt uit”…

    Het neerschieten van de Indonesische regeringssecretaris was gewoon ‘moord’, iets anders kan ik het niet noemen. Hij was een ongewapende burger die alleen met de pen tegen het Nederlandse bewind had gestreden. De leden van de KST die hem en een paar anderen neerschoten en zelfs met een vlammenwerper probeerden te doden (!) Voerden aan dat zij door maandenlange acties op Celebes en West-Java behoorlijk waren ‘afgestompt’. Ja dat kun je wel zeggen!
    Overigens zijn nog in 1950 door oud-KST’ers een Amerikaanse Harvard-Professor en een Australische(?) journalist onderweg overvallen en vermoord. Zij onderzochten wie er werkelijk achter de poging tot staatsgreep van Raymond Westerling zaten. Toeval en een roofmoord? Of…???

    Ik kan het niet voldoende herhalen: De echte schuldigen zaten in Den Haag. De politici die Nederlandse jongens op een ‘mission impossible’ stuurden en in deze situatie brachten. Het akkoord van Kalidjati hield een de-facto erkenning van de Republik Indonesia in, maar werd door beide zijden (en dan vooral de Nederlandse zijde!) gesaboteerd. Had men dit akkoord loyaal en constructief uitgevoerd, dan zouden de levens van duizenden Nederlandse militairen en tienduizenden Indonesische strijders waarschijnlijk gespaard zijn gebleven. En vergeet ook de grote politieke en financiële macht van de grote ondernemingen niet. Die hadden een groot belang in Nederlands-Indië!
    Het interesseert mij niet zo welke Nederlandse militair of welk onderdeel waar in de fout was gegaan. Het is veel belangrijker om na te gaan waar men in de politiek grote steken heeft laten vallen en welk machtsspel (schimmenspel) er door wie werd gespeeld.
    We kijken naar de schaduwen van de wajangpoppen op het scherm, maar wie is de poppenspeler? Wie trekt er werkelijk aan de touwtjes?

    • Jan A. Somers zegt:

      “Nasoetion (…) zelf regionale opstanden moest onderdrukken.” Inderdaad, in navolging van de methode Westerling in Zuid-Celebes en Zuid-Borneo. Die waren op zich kleinschalig, in dat enorme gebied buiten Java/Sumatra. Maar de plaatselijke Indonesische bestuurders en politie konden niet op tegen die infiltraties vanuit Java. Vroegen hulp bij NICA, maar daar waren te weinig KNIL-eenheden voor in de buurt. Dat werden toen de commando’s met Westerling. Ging wel ruig! Maar na de soevereiniteitsoverdracht waren die commando’s welkom binnen de TNI voor onderdrukking van regionale opstanden waar de TNI (ook niet dik gezaaid buiten Java/Sumatra) ook niet direct kon optreden.

      • R.L. Mertens zegt:

        @JASomers; ‘in navolging van de methode Westerling etc. ‘ – Dus, de mannelijke kampong bewoners verzamelen op de aloon2. Een voor één ongewapende(!) persoon uit de groep aanwijzen/laten uit treden. Die hem wel of niet aanstaan na ondervraging persoonlijk executeren dmv een kop/nekschot?

      • Franklin Moquette zegt:

        @Jan A. Somers en @R.L. Mertens:
        Nee, Nasoetion bedoelde niet dat hij persoonlijk met een nekschot vermeende guerrilla’s ‘omlegde’ en ook doelde hij niet op de inzet van de speciale eenheden van het Indonesische leger zoals KOPASSUS.
        Hij bedoelde dat, geconfronteerd met een hardnekkige guerrilla, ook de gewone eenheden van de TNI in later jaren ‘in de fout’ gingen en hun frustraties op de lokale bevolking botvierden.
        (Zoals ook de Fransen deden in Algerije en de Amerikanen in Vietnam…)

    • Franklin Moquette zegt:

      Ik bedoelde het akkoord van Linggadjati (ik verschreef: Kalidjati)…

    • R.L. Mertens zegt:

      @Franklin Moquette; ‘de schuldigen zaten in Den Haag etc.’ – U noemt geen namen? Welnu, het zijn/waren Drees sr. en Beel! Beiden waren de poppenspelers/gangmakers van de 1e (Drees sr.; ‘onze jongens zijn toch niet voor niets naar Indië gekomen’ en de 2e ‘politie oorlog’ (Beel; ‘Indië, abandonneren komt niet in mijn woordenboek voor’) Na het echec zou men verwachten dat zo’n regering naar huis werd gestuurd. Niks hoor, zij bleven regeren. Drees sr. bracht het tot minister van Staat en Beel ( ex.Hoogste Vertegenwoordiger van de Kroon) werd zelfs (in het kabinet Drees) minister van Binnenlandse zaken. En ze leefden nog lang ….en gelukkig. En de Indië veteranen…?

    • van den Broek van een andere generatie zegt:

      * De Generale Staf had in veel gevallen geen greep meer op de zaak en/of keek de andere kant op.

      Ik mag toch best kanttekenen plaatsen bij bovenstaande opmerking. De Nederlands regering heeft toen niet voor niets S. Spoor gekozen om het bevel te voeren over het Nederlands leger in Ned. Indie . Hij was de militair die het Indisch probleem, ook politiek zou oplossen ondanks reacties uit dezelfde Generale Staf die aangaven dat een strijd tegen guerrilla niet met iets meer dan 100.000 militairen te winnen was, anders dan op de gewone manier, excessieve manier die in de kolonie Indie gebruikelijk was. Indie kent een lange geschiedenis van zulk soort geweld, zo werd de onderdrukking gelegitimeerd. Ook de Britten spraken bij hun bezetting van Ned. Indie hun verbazing over de trigger-happy mentaliteit van de Nederlandse militairen.

      De Generale Staf in Ned. Indie was donders goed op de hoogte wat zich te velde afspeelde. Dat niet alleen, Gen. S. Spoor sprak met de procureur-generaal Felderhof hoe bevelvoerende militairen, de officieren dus, in zulke zaken aangepakt dienen te worden. En veelal werden deze zaken gespenoneerd, er werd geen verdere vervolging ingesteld om moverende redenen.

      Het excessief geweld ondergroef op een gegeven moment de discipline van de andere militairen en daarom was Gen. S Spoor genoodzaakt kpt Westerling uit zijn commando van het DST te ontzetten. Dus de generale Staf in de persoon van haar commandant greep wel degelijk in.

      Daarnaast bestaat er nog steeds onduidelijkheid over de “chain of command” . Een duidelijk voorbeeld is dacht ik weergegeven in het rapport van de kamerleden van Rijn-Stam hoe de hogere, hoogste officieren hun bevoegdheden delegeerden aan lagere echelons i.c. Westerling, deze kreeg als het ware carte blanche en iedereen weet nu wel wat de methode-Westerling inhoudt.

      Dan is het wel belangrijk man en paard te noemen, dwz dr. Limpach geeft wel aan welke eennheden in belangrijke mate veranderwoordelijk waren anders dan het DST. Al bij misdaden uit WO2 is korte metten gemaakt met het excuus van militairen dat Befehl ist Befehl-principe. Het gaat mij dan wel om wie de bevelen gaven en dan blijken veelal officieren in Ned. Indie die niet ter verantwoording werden geroepen, buiten de boot te vallen. Het is toch opvallend dat vnl de lagere rangen zoals die drie Mariniers die een bevel niet opvolgden , ervan de dupe werden. In het Militaire tuchtrecht bestaat de Rechtvaardiginsggrondslag/principe als Militaire Noodzaak. Daaronder valt niet frustratie, geestelijke afgestomptheid of woorden van gelijke strekking. Als die drie Mariniers daarop beoordeeld werden, dan dienen die officieren betrokken bij het excessief en structureel geweld op beoordeeld worden. dat is d enige maatstaf om hun daden te verklaren, althans in het tuchtrecht zoals ik dit heb meegemaakt bij een militair opleidingsinstituut.

      Daar mogen en dienen die 3 onderzoeksinstituten ook naar kijken. Het gaat er ook om dat de militairen op een gegeven moment buiten hun militaire boekje gingen en zich met de politiek bezighielden., zoals Gen. S. Spoor zich bezighield met illagale wapenverkoop aan Indonesische Nationalisten. Dan mogen de hoogste militairen en niet alleen de politiek top daarop aangesproken worden

      Afgezien van het feit dat er schuldigen, verantwoordelijken en medeplichtigen in het Nederlands leger in ned. indie waren.

      • Franklin Moquette zegt:

        Geachte heer van den Broek,
        Ik denk dat we het aardig eens zijn waar Generaal S. Spoor en de Generale Staf steken hebben laten vallen. Ik doelde precies op hetgeen u beschreef.
        Ik bedoelde niet dat de situatie zo was dat het gezag hem als water door de vingers liep. Er werd bewust niet ingegrepen en soms de andere kant op gekeken. Alleen toen het optreden van het DST onder leiding van Raymond Westerling (R.W. was er vaak niet persoonlijk bij aanwezig) op Java teveel aandacht begon te trekken, heeft hij ingegrepen. Hij kon niet anders er werd in de pers al over geschreven. En hij had Westerling bovendien van tevoren gewaarschuwd dat hij zijn mannen beter onder controle moest houden.
        Voorts klopt het niet helemaal dat Generaal S. Spoor wapens aan de Nationalisten verkocht. Dat zal in het gecompliceerde machtsspel vast wel eens zijn gebeurd, maar de leveranties aan de Daroel Islam en de Communisten waren veel groter. Met als intermediair Raymond Westerling waren contacten met deze alternatieve strijdgroepen gelegd met als doel ze van wapens en adviezen te voorzien om de Nationalistische TNI het leven zuur te maken. Natuurlijk moesten de Nederlandse troepen door deze strijdgroepen worden gespaard en moesten zij hun aandacht uitsluitend op de TNI richten.
        Het is juist dat het KNIL in de voorgaande 120 jaar van zijn bestaan een werkwijze had ontwikkeld die in het Nederlandse leger in Europa ondenkbaar zou zijn geweest. Een Atjeh-oorlog en communistische of islamistische opstanden (over)win je niet door je aan de conventies van Genève te houden… Veel KNIL-officieren zullen deze werkwijze ook zonder problemen hebben voortgezet, vooral omdat hun inheemse militairen niet beter wisten en niets anders verwachtten.
        Overigens meldden de Britten na hun confrontaties met Indonesische strijdgroepen ook “dat zij in heel Azië nog niet zulke gewelddadige strijders waren tegengekomen”.
        Tenslotte blijf ik van mening dat de komende onderzoeken zich in allerlei details gaan verliezen en dat de werkelijke oorzaken en achtergronden daardoor nooit boven water zullen worden gebracht.

  18. van den Broek van een andere generatie zegt:

    Voorop staat de “militaire noodzaak” als grondbeginsel van het ingrijpen ook om de Orde en Rust aldaar te handhaven. Dat beginsel is onaangetast in de militaire Geschiedenis om welk ingrijpen dan ook te legitimeren. Daar is in Ned. indie veelvuldig de hand mee gelicht met catastrofale gevolgen, die we nu nog merken, zie de stortvloed van klachten tegen de Nederlandse Staat aangaand misdaden door hun militairen daarginds gepleegd.

    Aangaande gen. Spoor het volgende: Op 10 januari 2014 schreef ik op javapost.nl onder het topic https://javapost.nl/2013/10/16/de-geschiedenis-behoort-aan-god/. het volgende:

    In het NRC van 23 November 2013 las ik, dat een onderzoeker, F.J. Willems (hij was bezig met een onderzoek naar Kapitein Westerling) een geheime nota in het archief van het Min van BuZa had gevonden:

    Buiten medeweten van de Nederlandse autoriteiten en zijn eigen generale staf sloot Spoor in het laatste jaar van de onafhankelijkheidsstrijd een monsterverbond met Sekarmadji Kartosoewirjo, de leider van de Darul Islam, een islamitische verzetsbeweging.
    Ook de communistische strijdgroep Bambu Runcing maakte deel uit van Spoors geheime ‘afweerorganisatie’, waarmee het Republikeinse leger op West-Java bestreden werd. De beweging werd geleid door de gedemobiliseerde commandant van de Speciale Troepen, Raymond Westerling. Nederlandse en Indonesische legerrapporten bevestigen het relaas uit de nota..

    Het beeld van generaal Spoor moet op basis van de nieuwe feiten worden bijgesteld, meent de onderzoeker. De legercommandant heeft niet alleen de grens van het toelaatbare opgezocht, zoals eerder is geschreven, maar ook ruimschoots overschreden. “Spoor wekt de indruk ergens met gestrekt been in te zijn gegaan zonder een toereikend inzicht te hebben gehad waarin hij zich mengde.”

    Ook het beeld van Raymond Westerling moet worden herzien, vindt de onderzoeker. Westerling wordt nu nog algemeen als een “megalomane fantast” gezien. :
    “Een oordeel dat niet alleen vernietigend, maar naar nu blijkt ook onjuist is. Westerling was geen fantast. Maar een militair, die loyaal was aan zijn legercommandant.” zegt de onderzoeker Willems., daargelaten dat de onderzoek er Willems al in 2012 aankondigde dt hij met een publicatie aangaande Westerling zou komen. Ik heb nooit meer wat van hem gehoord.

    Ik ben niet bang dat onderzoekers zich met de details gaan bezighouden om tot de werkelijke oorzaken en achtergronden te komen. Het is juist de taak van de onderzoeker om op systematische wijze en uitgaande van onomstotelijke feiten plausibele verklaringen te geven van oorzaken en achtergronden niet alleen over d koloniale oorlog maar zeker over de Bersiapperiode.

    • Franklin Moquette zegt:

      Ik heb Raymond Westerling een keer op een reünie ontmoet. En hij maakte op mij een oprechte en sympathieke indruk. Ik denk dat de verhalen die hij vertelde over het algemeen wel klopten (Soms een beetje ‘mooier’ gemaakt, dat wel… – Datzelfde werd overigens ook over T.E. Lawrence (of Arabia) gezegd…). Zo zei hij altijd dat hij een goede relatie met Generaal Spoor had; daar werd vaak met hoon op gereageerd omdat hij door Simon Spoor met veel bombarie de laan was uitgestuurd. Maar ik denk dat Spoor hem wel vertrouwde en zijn capaciteiten waardeerde. Toen Westerling buiten de schijnwerpers in West-Java een transportbedrijfje runde, kon Spoor hem ook gebruiken voor allerlei geheime operaties, zoals die jij hierboven beschrijft.
      De vraag is: Wie stuurde(n) Raymond Westerling aan toen hij in 1950 een mislukte staatsgreep tegen de Republik Indonesia pleegde? Generaal Spoor was in 1949 overleden…
      Ik kan mij niet voorstellen dat Raymond Westerling in deze kwestie op eigen gelegenheid en initiatief handelde. Daarvoor was het complot te omvangrijk. Er waren zelfs teleurgestelde TNI-officieren en bestuurders van enkele deelstaten bij betrokken!
      Ook de reactie van de Nederlandse militaire leiding en de regering in Nederland was opmerkelijk: Men wilde Westerling na de staatsgreep kostte wat het kost uit handen van de Indonesische regering en de TNI houden. Had men iets te verbergen?
      En daarna probeerde men op nogal doorzichtige wijze Westerling uit de weg te ruimen door hem in een lek rubberbootje voor de kust van Singapore af te zetten…
      Westerling zei altijd: “Als men mij voor het gerecht sleept, gaan er koppen rollen tot op het hoogste niveau”…
      En ik denk dat hij niet blufte…

      • R.L. Mertens zegt:

        @FranklinMoquette; ‘wie stuurde Raymond Westerling aan…’- Dat Spoor, Beel, Drees sr. ea voorstander waren van het vernietigen van pesthaard Djokja is/was bekend. Want, wat te denken toen Djokja na de verovering bij de 2e actie weer(!) op last van de VN verlaten moest worden? En Soekarno,Hatta daarna een triomfantelijke intocht hielden. Kortom de hele Nederlandse regering dacht de VN met die 2e actie, tijdens het Kerst reces van de VN, om de tuin te leiden. Men opperde toen daarna zelfs voor een 3e actie…..waarvoor zij, de verslagen Nederlandse legerleiding mi, Westerling daarom steunde met zijn Apra beweging( met eenheden van onze eigen KL/Knil.) Het leger van de rechtvaardige vorst……die ongewapende, niets vermoedende Republikeinse militairen in Bandoeng, zo maar neerschoten. Waarvoor/waarom? Om toch pesthaard Djokja te vernietigen. Toen alles (vanzelfsprekend) mislukte lag er voor Westerling zelfs een catalina vliegboot ( waarschijnlijk dezelfde ?, die recentelijk op 15/8 jl. een noodlanding maakte )voor de kust klaar. Om vervolgens in Holland terecht te komen…en als dank voor alles(?)… een opera zangcursus te mogen volgen ( van DMZ= Dienst Maatschappelijke Zorg voor gerepatrieerden?) ….en een winkeltje met militaire prullaria in de Ter Haarstraat, Amsterdam te runnen. Even dook zijn naam nog op, tijdens de RMS opstand, als aanvoerder van een stichting SOS= Steun Ontredderde Staten! Opgericht mmv.Gerbrandy ea. (ogenschijnlijk verwachtte men toen dat er meer staten in ontredderde toestanden terecht zouden komen). Zelfs de naam van Soldaat van Oranje; Eric Hazelhof werd toen eveneens genoemd.

  19. van den Broek van een andere generatie zegt:

    luitenant De Mey, commandant van de 2e compagnie paratroepen KST) gaf tijdens de 2de politionele actie in Jogyakarta opdracht de gevangenen, waaronder Masdoelhak Nasoetion, op te ruimen. Masdoelhak Nasoetion is adviseur, regeringssecretaris en goede vriend van Mohammed Hatta, de vicepresident van de jonge republiek Indonesië.  „Door de luitenant is toen gezegd dat daarbij de vlammenwerper moest worden gebruiken.”

    Luitenant De Mey is nooit vervolgd voor deze politieke moord en nooit is duidelijk geworden welke militaire officier(en) opdracht heeft/hebben gegeven voor deze politieke moord. In het algemeen zijn officieren niet het hoofdonderwerp van discussie geweest bij oorlogsmisdaden begaan in Ned.-Indie .

    Anders had aan de luit. De Mey , aan zijn bovengeschikten maar evengoed aan kpt Westerling of gen. Spoor de volgende vragen worden gesteld:

    1) Is het juist dat het onder de verplichting van de officierseed* valt om in wezen misdadige bevelen uit te voeren?

    2) Is het juist dat deze criminele bevelen een aantasting zijn van de grondbeginselen van de gedragscode voor officieren ?

    3) Is het juist dat: militaire bevelen oorlogsmisdaden rechtvaardigen?

    * Officierseed:
    Ik zweer (beloof) trouw aan de Koning(in), gehoorzaamheid aan de wetten, onderwerping aan de krijgstucht, zo waarlijk helpe mij God almachtig (dat beloof ik).

  20. Franklin Moquette zegt:

    Ik had al gezegd dat dit moord was.
    Dus:
    1) Nee
    2) Ja
    3) Nee

    Ik denk dat zelfs Raymond Westerling in dit onderhavige geval deze vragen op dezelfde wijze zou hebben beantwoord.
    Hij had er geen moeite mee om persoonlijk een crimineel of een ‘franc tireur’ een kogel door zijn kop te jagen, maar een ambtenaar die geen vlieg heeft kwaad gedaan?
    Ik vraag me dan ook af waar zo’n order vandaan komt. Met hetzelfde ‘recht’ had men Hatta, Roeslan Abdoelgani of Soetan Shahrir kunnen vermoorden!
    Ik ben geen voorstander van detaillering van het onderzoek, maar zo’n geval moet toch tot de bodem worden uitgezocht, want het raakt de kern van ons optreden in Indië.
    Dit is een moord in koelen bloede…
    De ‘uitvoerders’ waren dan misschien wel ‘afgestompt’, maar de opdrachtgever(s) op hoger niveau waren volslagen gek! (Of hadden een denkwijze die niet ver van die van Heydrich of Himmler lag…)

    • van den Broek van een andere generatie zegt:

      Ik heb het niet over moord, maar over politieke moord! Wel een essentieel verschil in die tijd. Dit is duidelijk een geval van moord met voorbedachte rade.

      De mening van dhr Moquette over Westerling is gebaseerd op veronderstellingen en houdt weinig rekening met de werkelijkheid. Ik zoek naar aanknopingspunten in het verleden en vind die in een televisieinterview dat Westerling zelf gaf in 1969, ten tijde van het uitbrengen van de Excessennota.

      Tekenend voor zijn reactie is dat hij het voor hem persoonlijk (dus niet als officier) essentiële onderscheid maakt tussen Oorlogsmisdaden en Zijn acties wel bekend onder de methode Westerling . Hij omschrijft zijn acties zelf als 1) STRENGE maatregelen, 2) consequent en 3) rechtvaardig.
      Ik heb het wel over de door hemzelf beschreven “standrechtelijke terechtgestelden” die hij als bevelvoerende, verantwoordelijke officier aangaf in zijn rapportages aan zijn superieuren, dus tot aan gen. Spoor toe.

  21. Peter van den Broek zegt:

    Het zal kpt R. Westerling toch wel bekend zijn wat men onder oorlogsmisdaden diende te verstaan? zeker na het Neurenbergproces en Tokyo-tribunaal. Daarnaast werden in Ned.Indie in die tijd ook processen tegen Japanse oorlogsmisdadigersgevoerd.
    Dat hij ondanks die wetenschap toch zelf een onderscheid maakt tussen Oorlogsmisdaden en zijn acties bekend onder de methode-Westerling is toch verbazingwekkend, maar gezien de commentaren van andere militairen niet zo verbazingwekkend voor die tijd!!!!.

    Zijn mening over zijn STRENGE maatregelen is zijn persoonlijke en subjectieve opvatting,dat heeft met zijn officiers-zijn niets van doen
    Dat zijn maatregelen toendertijd Excessen genoemd, CONSEQUENT waren is mij niet geheel duidelijk. Consequent vanuit de gebeurtenissen die hij meemaakte?, dus elke actie van Indonesische Nationalisten die de Nederlandse Orde en Rust verstoorden, want hij was toch gekomen om de Orde en Rust te handhaven?

    Maar met zijn omschrijving van de maatregelen als RECHTVAARDIG , plaatst hij zich toch volledig buiten de Nederlandse Rechtsorde? Dat niet alleen, Zijn officierseed, waardoor een militair wordt geleid, rechtvaardigen toch niet zijn strenge maatregelenworden?

    • R. Geenen zegt:

      @Het zal kpt R. Westerling toch wel bekend zijn wat men onder oorlogsmisdaden diende te verstaan? @

      Hij was niet alleen een officier, maar ook een getrainde vechter. Opgeleid door Engelsen en Nederlanders met commando training, mam tot man gevechten met en zonder wapens, zelf een paar maanden in India in de hitte en jungle geleerd te overleven.
      Vandaag zou hij o.a. goed passen bij de groep Navy Seals in Amerika. Westerling bestreed het gajes op hun eigen gebied, ook in de nacht. Op Sumatra traden zijn getrainde Special Forces in de nacht op onder de naam Khaki Lima. Vele Indo’s heeft hij het leven gered, o.a. tante Jules van der Veen en haar zoontje Menno.
      In wezen vergelijk ik zijn optreden als de Amerikanen die besloten de 2 atoombommen op Japan te gooien. Immers een invasie zouden een heleboel Amerikaanse levens hebben gekost.
      Last but not least: Dat sprookje van 40000 doden is door een Indonesische militair/geleerde teruggebracht tot, ik dacht, 257.

      • Jan A. Somers zegt:

        Een groot aantal doden kan wel handig zijn.

      • R. Geenen zegt:

        @Een groot aantal doden kan wel handig zijn.@

        Ja het is gemakkelijk een ander de schuld geven en je eigen straatje er mee schoon veegt.

      • R.L. Mertens zegt:

        @Geenen; ‘maar een getrainde vechter etc.’ – Welke wapenfeiten heeft hij op zijn naam? Welke heldendaden? Een MWO ridder?

      • Franklin Moquette zegt:

        Op 14 september 1945 landde Raymond Westerling per parachute samen met een adjudant op het vliegveld van Medan om de overgave van de Japanse strijdkrachten aldaar te regelen alsmede geallieerde krijgsgevangenen en burgers op Sumatra in veiligheid te brengen.
        Tot dan toe had Westerling alleen nog maar theoretische kennis en training ontvangen en niemand in een gevecht beschoten of gedood. Tot zijn grote frustratie was hij in Europa nooit bij commando-acties op het vasteland ingeschakeld. Dat gebrek aan praktische kennis haalde hij rond Medan al snel in door effectief op te treden tegen gewapende bendes die de plaatselijke bevolking terroriseerden. Behalve dat optreden tegen gewapende bendes, wist Westerling ook de evacuatie van burgers (hoofdzakelijk vrouwen en kinderen) en geallieerde krijgsgevangenen uit de binnenlanden van Sumatra te regelen, vaak met medewerking van de Japanse militairen. Hij wist daarbij effectief op het gemoed van de Japanse officieren in te werken. Hij had inmiddels al een strijdgroep gevormd van voormalige KNIL-soldaten, hoofdzakelijk Molukkers en Menadonezen. De inmiddels gearriveerde Engelse militairen waren aanvankelijk heel erg in hun nopjes met het optreden van Westerling, en dan vooral het redden van Britse krijgsgevangenen, maar dat veranderde toen de strafexpedities van de eenheid van Westerling rond Medan en verder in de Binnenlanden steeds grotere vormen begonnen aan te nemen. Vooral het feit dat daarbij nooit krijgsgevangenen werden gemaakt, baarde hen in toenemende mate zorgen. Zij verzochten het Nederlandse hoofdkwartier in Batavia dan ook om Raymond Westerling uit Medan weg te halen. En zo geschiedde…
        Die periode van 8 maanden rond Medan is voor Raymond Westerling erg belangrijk geweest. Van iemand zonder enige werkelijke gevechtservaring werd hij in die periode een geharde contra-guerrilla specialist en ontwikkelde hij de gevechts- en informatietechnieken die hij later zijn manschappen zou aanleren en op Celebes met de Speciale Troepen in de praktijk zou brengen.
        In Juni 1946 werd Raymond Westerling van zijn commando ontheven en vertrok hij naar Batavia. Daar leek zijn carrière dus een voortijdig einde te vinden. Maar het KNIL had grote behoefte aan iemand met de capaciteiten van Westerling en zo kreeg hij al snel de opdracht om een speciale commando-eenheid te vormen en op te leiden. Tot dit Depot Speciale Troepen (DST) traden vooral inheemse militairen toe. Raymond Westerling werd tot Kapitein bevorderd en was met zijn 27 jaar de jongste officier van het KNIL met deze rang!
        Hij zou wegens zijn grote persoonlijke dapperheid en zijn organisatievermogen zeker voor een hoge militaire onderscheiding zijn voorgedragen, ware het niet dat hij voor ‘Den Haag’ inmiddels een zeer ‘controversiële’ figuur was geworden.

      • R. Geenen zegt:

        “Alleen werd op 8 september 1945 de paracommando luitenant Raymond Westerling ontboden bij de commandant Nederlandse Inlichtingendienst te Colombo, kapitein tz. Wingender en kreeg van deze orders voor een zeer geheime operatie met de naam Status Blue, de opbouw van een ondergrondse politiemacht.
        Westerling werd 3 dagen later met zijn team van 4 man, bestaande uit de Nederlands De Leeuw, Quinten, de Ambonees Sariwatting en de Engelsman Captain Turkhead per vliegtuig gedropt.
        De Engelsman Turkhead werd op het laatste moment door het Engels gezag in Colombo aan zijn team toegevoegd. Zeer waarschijnlijk als spion.
        Begin July 1946 werd hij door de Engelsen ontheven van zijn opdracht en op 17 Juli 1946 vertrok hij naar Batavia.”

        Ik heb van een oom van mijn moeder, Alphons Chevalier, die als KNIL onder Westerling op Sumatra diende, wat informatie op papier gekregen. Ook met iemand gesproken die toen in de omgeving van Medan woonde, toen de acties aan de gang waren.
        En als sluitstuk het boek Westerling, de Eenling, waarin alles werd bevestigd wat ik op papier al in mijn bezit had. Op mijn website https://www.myindoworld.com onder “Verhalen” staan 7 delen over toen Luit. R. Westerling en de gebeurtenissen in Noord Sumatra.

      • Jan A. Somers zegt:

        “je eigen straatje er mee schoon veegt.” Gebeurt hier dan ook regelmatig. Gelukkig ligt de kwaliteit van complottheorie er dik boven op. Het komt dan niet uit boven de kwaliteit van zelfbevrediging.

      • van den Broek van een andere generatie zegt:

        De vergelijking met de 2 atoombommen gaat mank. Ik vergelijk de twee atoombommen met de geallieerde luchtaanvallen op Dresden waarbij in korte tijd meer dan 45.000 Duitse burgerslachtoffer vielen, veelal veroorzaakt door brisant- en brandbommen .
        Waar gaat het dan om?
        Om het soort wapen dat er werd gebruikt of het aantal doden? En wat rechtvaardigt wat? Filisofie en Moraal is één ding, oorlog is een ander ding. Zulke vergelijking worden meestal gebruikt om oorlogsmisdaden te relativeren i.c. te rechtvaardigen, maar het blijven oorlogsmisdaden.

        BIj de redenering over Westerling , die volgens sommige rederingen zoveel levens redde, dient dhr Geenen wel uit te kijken. Op deze manier praat hij ook de moordpartijen van Pemuda’s goed, die zullen volgens hun redenering toch ook veel Indonesische levens hebben gered. Dan mag dhr Geenen gaan afstrepen, het aantal Nederlandse doden tegenover het aantal Indonesische doden. Vergelijken zegt niks over het karakter van de daden van dhr Westerling.Daarmee krijgt dhr Geenen zijn Bersiapdoden in Sumatra (Olo-moorden) niet mee terug.

        De daden van R. Westerling dienen beoordeeld te worden binnen het kader van zijn militair optreden.
        Als dhr Geenen het filmpje over Westerling nauwkeurig bekijkt, dan komt ook de advocaat van de Rawagede-weduwen in beeld. U weet wel wie. Die weet wel raad met de redenering van Westerling, de Nederlandse Staat kan daarover meepraten en we weten niet voor hoe lang!! iedereen weet nu wat structureel geweld van Nederlandse zijde betekent, maar dat wisten velen al jarenlang geleden.

        Zuid-Celebes werd niet voor niets als test-case voor de Indonesische slachtoffers gekozen. En welke slachtoffers zouden Nederlanders voor hun test-case dienen te gebruiken? Dat is mijn probleem waar ik een antwoord op zoek.

      • R. Geenen zegt:

        @Op deze manier praat hij ook de moordpartijen van Pemuda’s goed, die zullen volgens hun redenering toch ook veel Indonesische levens hebben gered. @

        Eerlijk gezegd streep ik niets bij elkaar af. Ik constateer alleen feiten, die ik ken.
        Daarbij zijn vele Indonesiers in hun kampong door hun eigen Indonesische benden verkracht en uitgemoord. Daar zijn ook situaties van gebeuren zowel op Java als Sumatra bekend. Ook feiten.
        De kwestie Westerling is zodanig overdreven, dat ik daar op moest reageren.

      • Franklin Moquette zegt:

        De vergelijking met de twee atoombommen op Japan gaat helemaal niet mank.
        Ook daar hebben de Amerikanen de afweging gemaakt of door de inzet van dit wapen meer of minder doden zouden vallen dan bij een conventionele invasie van Japan en het tegelijkertijd doorgaan met het bombarderen van de grote steden met conventionele bommen. (Geschatte aantal Amerikaanse gesneuvelden, geschatte aantal gesneuvelde Japanse militairen en geschatte aantal gedode Japanse burgers). Conclusie was dat het aantal doden – en dan vooral onder de burgers – bij een Geallieerde invasie en voortgang van de bombardementen veel hoger zou liggen dan bij de inzet van atoomwapens. Bedenk daarbij ook dat het gebruik van atoomwapens inmiddels als een ‘oorlogsmisdaad’ wordt beschouwd.
        Ook de Generale staf in Batavia moet hebben overwogen hoe groot de eigen verliezen en de verliezen onder de burgerbevolking zouden zijn indien gewone conventionele troepen zouden worden ingezet met conventionele strijdmethoden. Zij verwachtten dat het ‘nieuwe wonderwapen’, het Korps Speciale Troepen veel effectiever zou zijn en veel minder doden (aan beide zijden) zou opleveren. En volgens mij hadden ze daarin gelijk.
        En laten we eerlijk zijn: De Generale Staf had helemaal geen reserves tot haar beschikking om op Celebes in te zetten! Alle troepen die op Java en Sumatra aanwezig waren, hadden hun handen al vol met de situatie aldaar en konden niet worden gemist.

      • R. Geenen zegt:

        Een guerrilla strijd kan men alleen bestrijden met dezelfde methoden. Daar past geen Geneve overeenkomst bij. Wat dat betreft had R Westerling het direct door en zijn gedegen opleiding kwam daar van pas.

  22. Franklin Moquette zegt:

    Klopt helemaal R.Geenen!
    Door sommige figuren werd Raymond Westerling lang als een ‘megalomane fantast’ beschouwd, maar zoals ‘Van de Broek van een andere generatie’ ook al aangaf, duiken er steeds meer bewijzen op dat Westerling van zichzelf toch een juist beeld heeft geschetst – sterker nog – dat hij ons nog niet eens het hele verhaal heeft verteld!
    Het is ook bijzonder hoe snel hij – in het begin nog zonder enige gevechtservaring – het vertrouwen van de Nederlandse militaire leiding wist te wekken en belangrijke opdrachten kreeg.
    Zo stelde Prins Bernhard hem in het bevrijde zuiden van Nederland aan als ‘trainer’ bij de opleiding van ex-verzetslieden voor de vorming van Stoottroepen. In Ceylon kreeg hij een belangrijke opdracht om op Sumatra de orde te herstellen en ‘last but not least’ vertrouwde Generaal Spoor hem de leiding en training van het Korps Speciale Troepen toe.
    Ook de aanhankelijkheid en trouw van de militairen die onder hem hadden gediend, spraken boekdelen.
    Je kunt inderdaad stellen dat indien de legerleiding in 1946 besloten had om meer troepen naar Zuid-Celebes te sturen in plaats van het prille Korps Speciale Troepen van Westerling in te zetten, het aantal doden onder de burgerbevolking veel groter zou zijn geweest dan de paar honderd doden die toen door Westerling vielen. De inzet van een conventioneel leger tegen de opstand aldaar zou veel meer onschuldige slachtoffers onder de burgerbevolking hebben geëist. Bij de ‘chirurgische’ ingrepen van Westerling werd bovendien de kern van het verzet getroffen en bleef de burgerbevolking die met de opstand niets te maken had, gespaard.
    Een ‘kille’ rekenmethode die bovendien onverlet laat dat er door Westerling op Celebes een onwettige strijdmethode werd toegepast.

    • Jan A. Somers zegt:

      “en bleef de burgerbevolking die met de opstand niets te maken had, gespaard.” Dit naar tevredenheid van de plaatselijke Indonesische besturen. Denk er hierbij wel om dat het kleine politiek vrij rustige gebieden waren, zonder bersiap e.d. Met een bevolking die het niet zo konden vinden met die lui uit Java. Niet vreemd dat in deze gebieden de federale structuur van het toekomstige Indonesië.werd geboren. En weer werd afgebroken toen Java weer aan de macht kwam.

      • R.L. Mertens zegt:

        @JASomers; ‘vrij rustige gebieden’- Geen bersiap? Daar werd juist strijd geleverd tussen
        Republikeinen en pro Nederlandse groepen. En daar moest Westerling er een einde aan maken. ‘in deze gebieden de federale structuur werd geboren’ – Zo maar? Uit eigen keuze?
        note; De federalisten, die in mei 1948 een vergadering in Bandoeng hielden. Zonder Nederland! En die uiteindelijk zich pro Republiek uitten. Tot woede van HVK Beel!

    • R.L. Mertens zegt:

      @FranklinMoquette; ‘megalomane fantast’ – Uit Westerling: Mijn(!) memoires 1950; ‘Sporend naar terroristen en als gevolg van mijn gevoeligheid voor de schone plechtigheid van het avond gebed, bleef ik een paar minuten staan luisteren naar de surats, die de man aan het opzeggen was. Tot mijn verbazing realiseerde ik mij, dat hij maar steeds dezelfde woorden bleef mompelen, als een gramofoon, waarvan de naald in een scheur terecht is gekomen. En plotseling begreep ik waarom de opstelling van de groep mij onbewust verkeerd leek. Deze getrouwen hadden zich naar het noorden(!) gewend, maar een Mohammedaan bidt altijd met zijn gezicht naar Mekka gericht. Dat waren geen vrome volgelingen van Mohammed. Dat waren de terroristen die ik zocht’.
      note; ‘De reden waarom alle aanvallen/aantijgingen( van de onderzoek commissie) op mij werden geconcentreerd was, dat ik zo succesvol was. Ik had me de meest doelmatige bestrijder van het terrorisme betoond’. Aldus Westerling.
      Zijn memoires eindigt met een slot hoofdstuk; Zal de rechtvaardige voorst terug keren?
      ‘mijn vrienden de tani’s(boeren) noemen mij Bapah(vader met een hoofdletter). En deze tani’s wachten nog steeds op de komst van de Ratu Adil. De rechtvaardige vorst , die door hun profeet is voorspeld- de bevrijder die in Turkije is geboren(!)’

  23. van den Broek van een andere generatie zegt:

    Het cruciale punt is dat Westerling in het interview een verschil maakt tussen orlogsmisdaden en zijn strenge maatregelen, door hem genoemd standrechterlijke executies. Hij geeft daarmee aan dat wetten niet voor hem gelden , hij staat daar boven, hij is de rechtvaardige vorst. Daarmee stelt hij zichzelf wel buiten de wet, buiten de krijgstucht, hij houdt zich niet aan zijn officierseed. Hij wordt dan een gewone crimineel, een moordenaar.

    Duitse officieren van de Wehrmacht gedroegen zich tijdens het Neurenbergproces in dezelfde bewoordingen als Westerling en werden dienovereenkomstig als oorlogsmisdadigers tot de dood veroordeeld, zie bvb de strenge en verhelderende ondervraging van Jodl, opperbevelhebber Wehrmacht, door een Amerikaanse ondervrager

    Nederlandse rechters denken daar niet anders over. In hun vonnis aangaande De Rawagede-weduwen noemen zij weliswaar Westerling niet bij naam, maar zijn methodiek speelt wel een rol in het proces. De advocate van de weduwes geeft dat zelf ook aan in de documentaire over Westerling.
    Door de dissertatie van dr Limpach mag niet meer worden gesproken over excessen , integendeel, er was sprake van structureel geweld en daarvan maakt de methode Westerling onderdeel uit. Westerling spreekt weliswaar ook over excessen, maar hij had uit eigen ervaring beter dienen te weten. De Nederlandse rechters hebben geoordeeld en de Nederlandse Staat is niet in beroep gegaan. De discussie over Westerling en zijn methode wordt daarmee kort gesloten.

    • R. Geenen zegt:

      @, er was sprake van structureel geweld en daarvan maakt de methode Westerling onderdeel uit. Westerling spreekt weliswaar ook over excessen, maar hij had uit eigen ervaring beter dienen te weten. @

      Wat voor naam het beestje ook krijgt, Westerling beantwoorde de methoden door Indonesiërs toegepast.

    • Franklin Moquette zegt:

      De vergelijking met Duitse oorlogsmisdadigers gaat mank.
      Jodl en diverse SS-commandanten konden geen beroep doen op het feit dat zij met hun strijdmethodes de levens van onschuldige burgers hadden gespaard die bij een conventionele aanpak het leven zouden hebben gelaten. Ze wilden immers zoveel mogelijk vijanden uitschakelen.
      Westerling bevindt zich in de unieke situatie dat hij dat wel deed (burgerslachtoffers zoveel mogelijk vermijden) en militaire experts kunnen hem daarin steunen.

      • van den Broek van een andere generatie zegt:

        Westerling deed een beroep op de levens van onschuldige burgers te vermijden?
        Dhr Moquette dient aan weduwen te vragen waarbij Westerling streng optrad, consequent en rechtvaardig volgens zijn eigen woorden of waarbij de methode Westerling werd toegepast. Hoeveel onschuldige burgers standrechtelijk zijn geëxecuteerd geeft Westerling zelf in zijn dagrapporten aan, dat is toch zijn hoofd in de strop steken ?

        En wie zijn die militair experts dan wel, die hem steunden? Het rapport van advocaat-generaal C. van Rij en officier van justitie W. Stam (van Rij-Stam rapport) geeft aan hoe Westerling van zijn superieuren zijn dubbelzinnige orders kreeg: Orde en rust herstellen, waarbij het sparen van levens van onschuldige burgers niet of zijdelings ter sprake kwam, hij kreeg carte blanche en handelde naar eigen zeggen, der Richter und sein Henker in één persoon.

        Ge. Spoor had charisma en was geliefd bij de militairen. Hij sprak vrome woorden over het beschermen van de burgerbevolking. Maar volgens dr. Limpach wist hij wat er gebeurde en hield hij kapitein Raymond Westerling – ondanks de massa-executies op Celebes – de hand boven het hoofd. We spreken dan wel over MASSA-executies.

        In 1954 had het van Rij-Stam rapport de aanzet kunnen geven tot strafvervolging tegen degenen die massale executies hadden uitgevoerd dansel daarvoor verantwoordelijk waren(dus d gehele Generale Staf in Ned.-Indie) . Dat had de lucht kunnen klaren en de overige Indiëgangers, de veteranen, van alle blaam kunnen zuiveren. Het ministerie van Justitie vroeg in 1954 echter de jurist Prof. Guus Belinfante om raad. Hij las het rapport Van Rij/Stam en trok nog hardere conclusies dan de auteurs al hadden gedaan. Maar Belinfante voorzag ook dat het niet bij rechtszaken tegen individuele oud-militairen zou blijven. Weldra zouden vlag-/topofficieren en civiele autoriteiten (Ministers e.d.) verantwoordelijk worden gehouden: ‘Die sneeuwbal zal gaan rollen.’ Daar zat het kabinet niet op te wachten en het onderzoek belandde in de la. Dat is Geschiedschrijving.

        En nu zitten we Anno Nu met degebakken peren.

      • R. Geenen zegt:

        @We spreken dan wel over MASSA-executies.@

        @257 in 80 dagen tegenover de paar duizenden door de Indonesiërs, die van Java overkwamen en de plaatselijke bevolking terroriseerden? Wie o wie?
        Opmerking: In Bandung woonde een broer van mijn moeder, een Chevalier, met vrouw en kind. Die werden vermoord en in stukjes gesneden teruggevonden door de broer van echtgenote, van Waardenburg.
        Een andere Chevalier en familie van moeder had zich als KNIL aangesloten bij een jonge luit. R Westerling bij zijn eerste opdracht in Noord Sumatra. Deze man is oude leeftijd overleden, heeft een gezin kunnen stichten en nazaten wonen bijna allemaal in Medan en Siantar en Jakarta.
        Naderhand kan een ieder oordelen of zelf veroordelen, maar ik weet wat ik zou kiezen.

      • Franklin Moquette zegt:

        Beste meneer van den Broek van een andere generatie,
        U haalt enkele dingen door elkaar. De affaire van Rawagedeh had niets met Westerling of zijn strijdmethode te maken. Hier werd de gehele mannelijke bevolking doodgeschoten.
        Westerling handelde op grond van informatie die hij zelf had ingewonnen of dankzij ‘verklikkers’ had verkregen. Hij werkte met dodenlijsten van misdadigers en agenten voor de Republiek die in de betrokken kampong verbleven. Hij zal de laatste zijn die zou ontkennen dat het mogelijk was dat hier ‘per ongeluk’ een onschuldige kampongbewoner tussen zou kunnen zitten. Dat woog nog steeds zwaar op zijn gemoed.
        Per kampong werden zo enkele personen en maximaal 20 tot 25 personen geëxecuteerd.
        Met de overige – overgrote – meerderheid van de mannelijke bewoners werden afspraken gemaakt – met een eed op de Koran – om verdere infiltratie vanuit de Republiek te voorkomen en werd een kampongpolitie aangesteld.
        Moordpartijen zoals in Rawagedeh hebben niets met het optreden van Westerling te maken.
        Mocht het optreden van Westerling voor de rechter komen, dan ben ik bereid om voor de rechtbank ontlastende verklaringen af te leggen. En inderdaad: Dan staat de gehele Nederlandse militaire top en – grondwettelijk – de huidige Nederlandse regering ook in het beklaagdenbankje (dat dan wel heel erg krap wordt)…

      • van den Broek van een andere generatie zegt:

        Heer Moquette, even begrijpend lezen. ik heb bewust Rawagede-weduwen niet genoemd maar weduwen als slachtoffers in het algemeen benoemd . Ik heb het over de methode Westerling omdat dat de brute wijze was waarop ook andere onderdelen van het DST maar ook de KNIL optraden. De methode Westerling is wel een gevleugeld begrip geworden, ook in buitenlandse literatuur.
        Westerlling was zijn eigen Richter und Henker , dat is iets dat niet in het Militair Tuchtrecht voorkomt, neem ik aan. Waar staat volgens dhr Moquette in het Tuchtrecht dat “standrechtelijke” executies geoorloofd zijn?

        “Massa-executies” zijn de letterlijke woorden van Lou de Jong in zijn standaardwerk, deel 11b naar ik aanneem, dus kritiek op Westerlings’ optreden dient U aan hem te richten.

        Het rechtbank-vonnis van Rawagede geeft een uitgebreid en gedetailleerd juridisch geschiedenis van de gang van zaken rondom de Excessen/structureel geweld. Het geeft aan dat de Nederlandse staat nooit tot vervolging is overgegaan wat betreft oorlogsmisdaden in Ned. Indie. Dat wist Westerling en daarom kon hij er vrijuit over spreken. Hij zou toch niet worden vervolgd.
        Daarnaast heeft de Rechtbank geen uitspraak gedaan over het aantal doden bij executies in een bepaald dorp. Dat is een vraag die door de verdediging (Mevr. Zegveld) noch door de landsadvocaat ter discussie is gesteld. Lijkt me ook een hopeloze vraag. Dus het onderscheid tussen het doden van de volledige manlijke bevolking of een paar mannen is van illusoir belang voor het verhaal, maar wel een aangenaam tijdverdrijf voor op een laat tijdstip aan de bar.
        Daargelaten dat dhr Moquette geen geen ontlastend verklaring kan afleggen bij de Rechtbank want hij was er niet bij geweest.i.c. hij is geen belanghebbende. Toch wel een noodzakelijke voorwaarde voor een getuige a décharge.

        Het is des te meer wrang dat 3 Nederlandse Mariniers , die een dienstbevel niet opvolgden aangezien de militaire noodzaak ontbrak, wel vervolgd en veroordeeld werden en tot nu toe niet in ere zijn hersteld (advocate in deze zaak was mevr. Zegveld).

        Dhr LImpach heeft de 10.000 gevallen van oorlogsmisdaden gerubriceerd gebruikmakend van de techniek van een database. Het is dan gemakkelijk na te gaan over welke eenheden Westerling het commando voerde en bij welke oorlogsmisdaden hij direct betrokken was, in welke dorpen en hoeveel mensen hij daarbij ook eigenhandig standrechtelijk executeerde.

      • Franklin Moquette zegt:

        Het optreden op Celebes van Westerling is één, maar zijn optreden – of liever het optreden van de KST onder zijn verantwoordelijkheid – op Java is een heel andere zaak.
        Teruggekeerd op Java hield Westerling zich bezig met de verdere uitbouw en opleiding van de Speciale Troepen. Hij had wel van generaal Spoor te horen gekregen dat hij zijn manschappen beter in de hand moest houden, geweldsexessen voortaan moest voorkomen en dat hij het standrecht verder niet meer toe mocht passen. Het aantal manschappen van het Depot Speciale Troepen groeide naar circa 800 man en werd samengevoegd met de eerste Parachutisten compagnie. De naam veranderde daardoor in Korps Speciale Troepen (KST). Intussen waren hij en de mannen van het DST/KST in de loop van 1947-’48 betrokken bij enkele operaties op Java en Sumatra. Tijdens enkele van die acties op Java was er sprake van buitensporig geweld. Bij veel van die acties was Westerling zelf niet aanwezig, maar als commandant van de Speciale Troepen was hij wel verantwoordelijk. Deze berichten bereikten de Generale Staf van Spoor die Raymond Westerling daarop ter verantwoording riep. Westerling bleek niet in staat om de toenemende kritiek op de buitengewone gewelddaden van zijn ondergeschikten te weerleggen. De discipline binnen het KST liet duidelijk te wensen over en Westerling had onvoldoende controle over zijn ondergeschikten. De legertop stelde daarop Westerlings positie als commandant van het KST ter discussie. Dat had als gevolg dat Generaal Spoor Westerling in augustus 1948 van zijn commando onthief. Ondanks alle waardering die Spoor voor zijn prestaties in Sumatra en Celebes had, kon hij niet anders dan concluderen dat Westerling als leidinggevend officier had gefaald…

      • R. Geenen zegt:

        @. Ondanks alle waardering die Spoor voor zijn prestaties in Sumatra en Celebes had, kon hij niet anders dan concluderen dat Westerling als leidinggevend officier had gefaald…@

        Ben benieuwd of de nieuw aangestelde leiding de KST wel onder controle heeft gekregen. Vooral een naam viel toen altijd op door zijn buitensporig optreden; Vermeulen.

  24. van den Broek van een andere generatie zegt:

    Het beestje heeft bij de Indonesische slachtoffers wel een naam, althans de door Nederlandse militairen uitgevoerde structureel geweld, dat tot oorlogsmisdaden leidde.

    Dit is ook juridisch vastgelegd, ten minste er zijn door Nederlandse Rechtbank uitgesproken vonnissen en dat heeft tot consequenties dat Indonesiers en hun erfgenamen en masse hun onweerlegbare recht halen op vergoeding van de geleden schade. Dan maakt het niks uit dat Westerling zijn acties al dan niet copieerde van de Indonesiers…. Welke Indonesiers? die amorfe groep van Pemoeda’s zeker?

    Nu ik het toch over Pemoeda’s hebben. Wie telt eigenlijk de Nederlandse doden?

    Van 3.500 doden is de naam bekend (zie ODO-archieven) maar er zijn ook duizenden vermisten, schattingen liggen tussen de 5.000 en 30.000. Toch wel wat ruwe schattingen, meer slagen in de lucht waar ook nog eens oeverloos over wordt gediscussieerd. Nederlanders bemoeien zich teveel met andermans i.c. Indonesische zaken, maar dienen wij niet onze aandacht te richten op onze eigen vermisten?

    • R. Geenen zegt:

      @Nederlanders bemoeien zich teveel met andermans i.c. Indonesische zaken, maar dienen wij niet onze aandacht te richten op onze eigen vermisten?@

      Mee eens. Dat hadden ze al veel eerder moeten doen. Nu zijn velen, die iets konden vertellen ook al dood. Persoonlijk ben ik na veel zoeken en met anderen te praten, er achter dat 23 familieleden op een of andere manier zijn omgebracht. Mijn vrouw is de enig overlevende van haar familie.
      En zo zijn er meerdere families. Ik ga dan ook uit van de hogere schatting.

    • Franklin Moquette zegt:

      Dat is nu juist het probleem: Nederland lijkt het boetekleed aan te trekken en het buitensporige geweld van de andere kant blijft buiten schot.
      Het wordt zo een zeer eenzijdige affaire!
      Zoals R. Geenen ook al aangeeft: Er was sprake van een guerrilla-oorlog, een per definitie smerige oorlog.
      Ik heb Vietnam – of Vietnamese dorpen – ook nog geen schadeclaims zien indienen voor het met napalm bombarderen van hun dorpen of de ‘search and destroy’ missies van het Amerikaanse leger, de ‘special forces’ en de mariniers.
      Ze zullen dat wel uit hun hoofd laten, want dan trekken ze zelf het deksel van de beerput!

      • van den Broek van een andere generatie zegt:

        Nederland lijkt niet maar werd gerechtelijk gedwongen het boetekleed aan te trekken, dat is toch different koek.

        Het buitensporig geweld van de andere kant blijft buiten schot want veel bersiapslachtoffers deden/doen geen aanklacht of zoal een aanklacht in Ned. indie werd gedaan, heeft de Nederlandse Staat om wat voor reden dan ook geen vervolging ingesteld, zie de verslagen in de ODO-archieven.

        Uit vele aanklachten van Nederlandse Bersiapslachtoffers worden pemoeda’s beschuldigd van de moorden, maar wie dat precies waren, wordt ook in de Simpang-Club affaire van Boeng Tomo niet geheel duidelijk . Wel zou er sprake zijn van meer dan 60 groeperingen van pemoeda’s in b.v.b. Soerabaja eind 1945, maar als de onderzoeker zelfs de moeite niet neemt om Indonesische bronnen te bestuderen om hun misdaden te achterhalen, dan houdt het wel op.
        Dhr Geenen weet zelf van de Olomoorden, dat er een rapport van een politiecommissaris bestaat dat tot 2030 geheim dient te blijven in Nederlandse archieven! Op zo’n manier draagt onze overheid toch bij de mystificatie van ons verleden, een soort Geschiedenisfraude door de overheid gesanctioneerd.

        Er is zoiets als het Arsip Miltar. Als Indonesische slachtoffers vrij gebruik kunnen maken van allerlei Nederlandse archieven en democratische instituties , dan hebben de Nederlandse Bersiapslachtoffers toch wel hetzelfde recht in Indonesië eisen? Maar dan dienen die zich te organiseren want in je uppie doe je niet zoveel.

        Daar komt nog bij dat als ik even in mijn stijl een ander gezichtspunt toon of andere vragen stelt, ik gelijk uit de hoek van die ervaringsdeskundige het verwijt krijg dat ik geen respect toon voor hun mening. Maar als er al 70 jaar lang dezelfde vragen worden gesteld en dezelfde antwoorden worden verkregen, dan mogen we toch wel eens een andere weg inslaan, toch op een andere manier het onderwerp van de bersiapslachtoffers benaderen om niet alleen een bevredigend antwoord te krijgen, maar ook in het reine te komen met onze Indische Geschiedenis, daargelaten dat we ons ook dienen te verzoenen met de Indonesiers. daarmee hebben we wel een stuk Geschiedenis gemeen?

        En over oorlog, er zijn filosofisch gezien goede en slechte oorlogen, maar dat maakt voor de slachtoffers weinig uit.

      • Jan A. Somers zegt:

        “goede en slechte oorlogen” Nooit van gehoord. Wel rechtvaardige en onrechtvaardige oorlogen. Stelling 5, Aangezien de Veiligheidsraad krachtens artikel 42 van het Handvest van de Verenigde Naties mag besluiten tot militair optreden, is het leerstuk van de rechtvaardige oorlog nog springlevend.

      • R. Geenen zegt:

        @goede en slechte oorlogen” Nooit van gehoord. Wel rechtvaardige en onrechtvaardige oorlogen@

        Oorlog rechtvaardig??????
        Vraag dat maar aan de nabestaanden van de slachtoffers.

      • van den Broek van een andere generatie zegt:

        Dhr Moquette kent toch de rangen en standen van het leger in Indie?

        Grootse moeite heb ik met de rangen en standen van de SS, maar dat is geen leger maar een criminele organisatie, zover heeft het DST nog niet gebracht maar wat nog niet is, kan nog
        komen.

  25. van den Broek van een andere generatie zegt:

    Aha, Thomas van Aquino van de rechtvaardige oorlog. Maar ik denk niet dat R. Westerling aan hem dacht terwijl hij en zijn manschappen met massa-executies bezig waren in Zuid-Celebes.

    Ik gebruik de tegenstelling Goed-Slecht maar had beter over Goed-Kwaad kunnen spreken.

    Sinds mensenheugenis mag men zich graag buigen over het Goede als het ware en het schone. met als tegenstelling het Kwade, als de leugen en het afstotelijke. 

    In WO2 was het duidelijk wie de goeden en de kwaden waren, de laatsten waren de mof en de Jap.

    Onze koloniale oorlog 1945-1949 zet deze dingen op zijn kop. Dan zijn het geen tijden om Hegel te lezen, we moeten Mein Kampf lezen om wat van die oorlog te begrijpen.

    • Jan A. Somers zegt:

      Thomas van Aquino was overigens van na de hoogtijdagen van het Romeins recht.

    • Franklin Moquette zegt:

      “Terwijl hij en zijn manschappen met massa-executies bezig waren op Celebes”
      Op Celebes hield Raymond Westerling zich niet bezig met massa-executies. Per kampong werden een paar ‘verdachten’ geëxecuteerd. In totaal waren het er in die drie maanden een paar honderd. Zijn collega Vermeulen van het KNIL moordde op één dag de volledige mannelijke bevolking van een kampong uit en kwam daarmee alleen al op honderden slachtoffers. En datzelfde deed hij nog een paar keer. Dat kun je gerust een massa-executie noemen. Ik snap niet hoe deze voormalige – hoog-gedecoreerde – verzetsman er toe kon komen om zelf SS-methodes te gebruiken.
      Tussen Westerling en Vermeulen is geen liefde verloren gegaan. Ze hadden een hekel aan elkaar. Westerling vond het optreden van Vermeulen ‘onzorgvuldig’ en Vermeulen beschuldigde Westerling er later van dat hij hem (Vermeulen) probeerde te vergiftigen (!)
      Probleem is nu wel dat veel van de acties en de handelwijzen van Vermeulen aan Westerling worden toegeschreven. Zo las ik ergens dat Westerling criminelen uit de gevangenis liet halen en die als voorbeeld ten overstaan van kampongbewoners doodschoot. Dat was een typische werkwijze van Vermeulen.
      Ook schoot Westerling geen informanten dood. Hij wist hoe belangrijk informanten (“verklikkers”) waren en op die manier staan mensen niet in de rij om voor jou informant te worden…

      • van den Broek van een andere generatie zegt:

        Op basis van de verhalen van dhr Moquette begin ik Westerling bijna. sympathiek te vinden.

        Wat voor rang had die Vermeulen? En Westerling? Aan wie werd opgedragen de Orde en Rust te herstellen op Celebes, dat was toch de commandant van het DST. In het beruchte interview neemt kpt Westerling ALLE verantwoordelijkheid van de daden van zijn mannen op zich. Dat zegt hijzelf en is toch duidelijke taal?

      • Franklin Moquette zegt:

        “Op basis van de verhalen van dhr Moquette begin ik Westerling bijna. sympathiek te vinden.”
        Ja hè, dat vond ik nou ook na mijn eerste (en enige) ontmoeting met Raymond Westerling. Een rustige man met een zachte stem (met een typisch accent). En een warme blik in zijn onderzoekende ogen.
        Niet bepaald het type ‘Rambo’, meer een soort ‘Lawrence of Arabia’… 🙂
        Vermeulen was iets lager in rang (Luitenant, als ik mij niet vergis), maar had een hogere anciënniteit bij het KNIL, en had zich als KNIL-militair in Nederland onderscheiden in het verzet tegen de Duitse bezettingsmacht. Vanuit Batavia kwam de order om de mannen van het DST op Celebes op te splitsen tussen Westerling en Vermeulen. Waarschijnlijk vond men als deze kleine strijdmacht bij elkaar bleef, de operatie in het tempo van Westerling veel te lang zou gaan duren en niet het hele opstandige gebied beslagen kon worden. Ik denk dat Westerling met deze beslissing niet blij was…
        Westerling was weliswaar commandant van het DST, maar om nu te zeggen dat hij het commando over alle operaties op Celebes had, gaat mij te ver. Vermeulen opereerde redelijk onafhankelijk en paste de ‘methode Westerling’ niet toe of zeer onzorgvuldig toe. Baseerde zich niet of nauwelijks op de informatie van ‘verklikkers’ en paste een soort ‘contra-terreur’ toe met massa-executies waarbij ook de plaatselijke adel (met toestemming van Batavia!) niet werd ontzien.
        Ik denk dat later op Java iets soortgelijks gebeurde en dat het Westerling aan kracht en gezag (onder mede-officieren) ontbrak om in te grijpen en bepaalde commandanten tot de orde te roepen. Dit werd hem in 1948 in ieder geval door de Generale Staf aangewreven, maar die hadden toch echt zelf deze situatie gecreëerd…

      • R. Geenen zegt:

        Persoonlijk heb ik van mensen die Westerling kennen meer goede dingen gehoord. Van Vermeulen daarentegen nooit iets.

      • van den Broek van een andere generatie zegt:

        De laatste reactie van dhr Moquette bevestigt alleen maar aan mijn stelling, dat het bij het DST een zooitje ongeregeld was met haar eigen gedragscode met daarbij behorende normen en waarden. Het DST ging haar eigen gang, had toch carte blanche van de legerleiding? en stond wel onder bevel/commando van kpt Westerling. Als Westerling zijn ondergeschikten niet in de hand kon houden, dan had hij toch ook op hun de methode Westerling kunnen toepassen: streng, consequent en rechtvaardig. Maar ja krijgstucht en discipline waren niet zijn sterkste kante.

        Het DST liet bij de 2de politionele actie i.c. de politieke moord op Masdoelhak Nasoetion zien wat haar werkmethoden waren, maar zij begreep niet of kon niet begrijpen waar het in de politiek om gaat, politiek kan je niet aan militairen overlaten en dat blijkt wel.

      • R. Geenen zegt:

        @politiek kan je niet aan militairen overlaten en dat blijkt wel.@

        Politiek en militairisme zijn elkaars tegen polen en zullen altijd in conflict met elkaar zijn. Volg de geschiedenis maar.

      • Jan A. Somers zegt:

        “zijn elkaars tegen polen ” Nog sterker: de krijgsmacht (zwaardmacht) is als staatsorgaan ondergeschikt aan de politiek. Heel veel bloedvergieten in 1945-1950 is begonnen met zelfstandig optreden van de krijgsmacht. In Indonesië kwam de ommekeer pas na de tweede politionele actie .Alhoewel de guerrilla-activiteiten van het leger succesvol waren realiseerde vooral generaal Simatupang zich dat een blijvende kloof met de eigen regering tot een burgeroorlog zou kunnen leiden. Uiteindelijk gaf het leger toe, waarmee de impasse die de Republiek al sinds het begin van de revolutie had geteisterd werd doorbroken. De Republiek was rijp voor een succesvolle afronding van de onderhandelingen met Nederland. Resulterend bij de Veiligheidsraad in het Van Roijen/Roem akkoord.

      • R. Geenen zegt:

        @Heel veel bloedvergieten in 1945-1950 is begonnen met zelfstandig optreden van de krijgsmacht@

        Toch is het mede de schuld van de politiek. Zij sturen jonge mannen naar het voormalig Indie met een korte militaire opleiding in Nederland. Geen guerrilla training. Jonge soldaten die een collega terug vinden, in stukken gesneden. Of een hele familie, vrouw en kinderen vermoord, meisjes de borsten afgesneden en een bamboe nog in de vagina. Wat doe je dan als jong soldaat?
        Het is een vuile oorlog en om te overleven doe je mee en of je neemt wraak.
        Voor mij is de NL staat mede schuldig.

      • van den Broek van een andere generatie zegt:

        Een banale vraag: Hoe groot was het aantal dode militairen bij het DST in gevechten met die Indonesische extremisten/pemoeda’s etc. Het kan toch niet veel zijn want het DST werd v.n.l. ingezet voor terreurdaden, als ik de woorden van Westerling en Vermeulen goed interpreteer.

        Ik kan mij nauwelijks indenken dat er veel doden vielen bij directe schermutselingen tussen Nederlandse en Indonesische strijdkrachten. Na de slag bij Surabaya in 1945 was het de Indonesische legerleiding insbesonders Nasution al duidelijk dat een directe militaire confrontatie geen zin had, ook door het grote verlies aan wapens en het gebrek gebrek aan adequate zwaar geschut en tanks. Daarom werd toen al gekozen voor een guerrilla-oorlog.

        Wat veldslagen betreft kan ik mij alleen Djojakarta herinneren. De historica Anne-Lot Hoek heeft het over de slag bij Palembang , maar er dient toch meer van de Slachting van Palembang gesproken worden , aangezien de Nederlandse legerleiding een oorlogsschip en bommenwerpers inzetten tegen de extremisten en burgerbevolking alhoewel bommen dat verschil niet kunnen zien.

        Nergens kom ik het aantal gesneuvelde Nederlandse militairen bij Palembang tegen, kan ook niet veel zijn, want de TRI trok zich na de bombardementen tot op 20 Km van de stad terug. Misschien kan iemand aangeven, hoeveel dat er geweest zijn want we weten precies hoeveel Nederlandse militairen in Ned. Indie waar en wanneer tevergeefs gesneuveld zijn, staat tenslotte ook op de witte kruisen.

      • Jan A. Somers zegt:

        “Na de slag bij Surabaya in 1945 ” Hier waren geen Nederlandse militairen bij betrokken.
        “Misschien kan iemand aangeven, hoeveel dat er geweest zijn want we weten precies hoeveel Nederlandse militairen in Ned. Indie waar en wanneer tevergeefs gesneuveld zijn, staat tenslotte ook op de witte kruisen.” Dat is dus een vraag en antwoord ineen. Kwestie van tellen in het register, en daar begin ik niet aan, vind ik voor mijzelf niet zo interessant. Op zich niet zo moeilijk, het totaal aantal gesneuvelde Nederlandse militairen is, KL: 1.602, KNIL: 722, KM: 202. Heb je geen Excel voor nodig. Met dezelfde methode kun je ook van alle bersiapslachtoffers, met de juiste filters, een (exact!) minimumaantal bepalen. Heb ik al vaker geopperd, maar niemand is er aan begonnen. Over het waarom heb ik wel een complottheorie. Maar dat is ook niet interessant.

      • van den Broek van een andere generatie zegt:

        citaat …Geen guerrilla training. Jonge soldaten die een collega terug vinden, in stukken gesneden. Of een hele familie, vrouw en kinderen vermoord, meisjes de borsten afgesneden en een bamboe nog in de vagina. Wat doe je dan als jong soldaat?
        Het is een vuile oorlog en om te overleven doe je mee en of je neemt wraak.

        Dhr Geenen haalt een citaat dat veelvuldig gebruikt wordt en daarmee dient hij op te passen. De jonge soldaten stonden onder bevel, er was een meerdere en die gaf de orders. Hij wil toch niet de indruk wekken dat een jonge soldaat als een pathologische moordenaar daar rondliep, dat hij de schuld draagt? De militaire hiërarchie was verantwoordelijk voor de oorlogsmisdaden, ook de dienstdoende officieren worden met zijn redenering wel buiten schot gehouden. Natuurlijk is de Nederlandse staat uiteindelijk verantwoordelijk, maar dat lijkt mij na de Rawagede-vonnissen wel OVERduidelijk.

        Zet ik het in Indische kringen veelvuldig geciteerde maar in algemeenheden vervatte Bersiap-situatie af tegen de gedetailleerde beschrijvingen van oorlogsmisdaden begaan door Nederlandse militairen, dan blijven de Bersiapslachtoffers toch wel met veel vragen zitten.
        1) Wie waren die pemoeda’s eigenlijk? Op het eerste gezicht een amorfe massa maar bij nadere globale bestudering zie ik op het eerste gezicht toch patronen van georganiseerd geweld, de ene pemoeda is de ander pemoeda niet.
        2) Over 3.500 doden (zie Bussemaker) weten we wat er mee gebeurd is. Maar wat te denken over die schatting tussen de 5.000 en 30.000 Nederlandse vermisten ?
        De verschillen in schattingen mag toch wel tot nadenken stemmen. Wat voor onderzoek, systematisch onderzoek is hiernaar gedaan? Tot nut toe en dan spreek ik over meer dan 70 jaar na dato!!!
        3) Slachtoffer hebben aangifte gedaan bij de autoriteiten, wat is met die aangifte gedaan? wat was het resultaat?. Werd ook hier maar geseponeerd zoals bij de Nederlandse oorlogsmisdaden en waarom?

        Als ik het geheel overzie, dan staan Bersiapslachtoffers met hun claims niet sterk,Daarbij helpt de Nederlandse Staat niet en houdt de publicatie van dat commissarisrapport over de Olomoorden tegen. Het mag pas in 2023 geraadpleegd worden, dus de oplossing voor een Bersiapmoord(en) laat zich tot 2023 wachten.

        Bersiapslachtoffers dienen kritisch tegenover zichzelf te zijn en mogen zich toch wel tot die 3 onderzoeksinstituten wenden om de Bersiapperiode tot prioriteit ik herhaal tot PRIORITEIT te verheffen, want in die periode begon het geweld, dus niet met die oorlogsmisdaden, NADIEN begaan door Nederlandse militairen.

        Anders blijft staan: Wie telt de Nederlandse doden?.

      • R. Geenen zegt:

        @Het is een vuile oorlog en om te overleven doe je mee en of je neemt wraak.@

        Ik haal bepaalde citaten aan, omdat onderzoekers het vaak benaderen uit historisch standpunt.
        Met andere woorden, een koude benadering zonder enige ervaring. Ik veroordeel daar niemand voor. Maar de keerzijde is dat zij die het wel ervaren hebben anders denken.
        De 19 jarige Peter Havinga die het Olo massacre wel heeft overleeft, veranderde van een rustige lieve jongeman in een bruut. Hij mocht van de Engelse politie iedere dag langs komen en die Indonesische misdadigers afrossen en/of martelen.
        Hij heeft daarna ook enkele moordenaars voor de Engelsen helpen opsporen, die dan afgemaakt werden. Ik was toen nog een kleine jongen en wist niet wat er gaande was. Ik vraag mij echter af, wat ik gedaan zou hebben, als ik dat ook heb meegemaakt.
        Ik heb al vaker geschreven, dat ik de situatie tijdens de oorlog en er na graag benadert van uit de mens. Die mens kan een gewone burger zijn, hij kan ook een soldaat zijn. De een trekt zich terug en wordt er doodziek van. Een ander neemt gewoon wraak. Beiden zijn gewoon menselijke trekken. De komende onderzoeken zullen wel met allerlei getallen en conclusies komen, maar het zijn koude gevoelloze teksten.

      • Jan A. Somers zegt:

        “Anders blijft staan: Wie telt de Nederlandse doden?.” Ik denk dat dat nog heel lang zal blijven staan. (in katholieke terminologie: tot in de eeuwen der eeuwen amen). Totdat echt waar schijnt te zijn dat er helemaal geen bersiapslachtoffers zijn geweest. Dat komt vanzelf als niemand bezig is met tellen. Terwijl een beetje computerkundige met de bestaande registers van de OGS in ieder geval met een exact minimumaantal kan komen. In ieder geval een begin om van die nullen af te komen. Hoeven we niet meer met ons vingertje naar die stoute inlanders te wijzen. En van die aantallen vermisten blijft het in ieder geval een puinhoop. “hebben aangifte gedaan bij de autoriteiten” Welke autoriteiten? Kende iedereen de relevante autoriteiten? Waren die in de buurt? Waar zijn die lijstjes? Hoeveel van die vermisten bleken nog in leven, en zijn niet van die lijstjes afgehaald? Of dubbeltelingen, gemeld door meerdere mensen op verschillende lijstjes? Of dubbeltellingen, vermist en naamloos op het ereveld? Onderwerp voor een dissertatie, maar dan moet er ook geld voor zijn. En een plekje op een onderzoekschool. Of een buitenpromovendus die een hoogleraar zo gek kan krijgen. Ik denk hierbij ook in die eeuwen!

      • van den Broek van een andere generatie zegt:

        Reactie op dhr Geenen.:

        Zij die een bepaalde situatie in de Bersiap ervaren hebben, dienen deze situatie (het micro-niveau) niet automatisch door te trekken naar het algemene of macro-niveau, dat geldt niet voor alle Bersiapslachtoffers. Het welhaast standaardverhaal van het borsten afsnijden e.d. heb ik zo vaak gehoord, maar voor de rest ontbreekt er nogal wat aan om de situatie als echt verhaal, als narratie te omschrijven.

        Dan kom ik weer terug op die Pemoeda’s: wie waren dat eigenlijk? de ene pemoeda is de andere pemoeda
        Mijn uitgangspunt zijn de verhalen van Bersiapslachtoffers. Ik heb het dus over het verhaal van de ene (Nederlandse) slachtoffer en dat van de andere (Indonesische) slachtoffer, van mens tot mens met hetzelfde noodlot. In het geval van dhr Geenen en zijne Olomoorden komt ook nog eens bij dat cruciale informative zoals dat rapport van die commissaris ontbreekt. Dan steken die verhalen van Nederlandse Bersiapslachtoffers tegen die gedetailleerde verhalen van slachtoffers van Nederlandse oorlogsmisdaden maar schril af.

        Wanneer dhr Geenen ook verhalen van Nederlande soldaten erbij haalt, verband houdend met oorlogsmisdaden, dan ondergraaft hij zijn positie van slachtoffer wel, want de soldaat was geen slachtoffer, hij stond aan de andere kant van het mes.
        Redeneringen/verhalen zoals die van dhr Geenen worden dan niet geloofd dwz is dan niet geloofwaardig meer want slachtoffer en beul worden doorelkaar gemixt. dat is voor de buitenstaander onbegrijpelijk .

        Daarom lijkt het mij meer zaak het verhaal van Nederlandse Bersiapslachtoffer anders op te zetten, door zich niet af te zetten tegen de Indonesische bersiapslachtofer, maar zich richten op wat hij precies heeft beleefd, de omstandigheden meewegend, niet van één persoon maar zoveel mogelijk personen

        In eerste instantie gaat het om het aantal Nederlandse Bersiapslachtoffers, maar nog meer het aantal vermiste te verminderen in verhouding tot die schattingen, dat laatste is meer een misslag in de lucht. Om het aantal vermisten te bepalen is wel een heidens karwei, maar niet onmogelijk. Ook Internet of Things IoT verandert de wijze waarop we verhalen verzamelen en analyseren.

      • R. Geenen zegt:

        @Daarom lijkt het mij meer zaak het verhaal van Nederlandse Bersiapslachtoffer anders op te zetten, door zich niet af te zetten tegen de Indonesische bersiapslachtofer, maar zich richten op wat hij precies heeft beleefd, de omstandigheden meewegend, niet van één persoon maar zoveel mogelijk personen@

        En dat is juist onmogelijk, want de slachtoffer is al wijlen. Die kan niet meer gehoord worden.
        Nogmaals, ik schrijf verhalen die gebeurd zijn. Ik doe geen historisch onderzoek.
        Mijn verhalen werden ook bevestigd/aangevuld door mensen die nog in leven zijn.
        De Olo zaak heeft mij 8 a 9 maanden in beslag genomen en verscheidene Indo’s hebben mij hun verhaal verteld. Dat te samen zegt mij voldoende en in wezen heb ik het rapport van de commissaris van politie van Padang niet nodig.

  26. R.L. Mertens zegt:

    Historicus Cees Fasseur; Las in 1969 het verslag van de Ministerraad 1954 olv.min.pres.Drees sr. over de vraag of Nederlandse militairen op Celebes zich schuldig hebben gemaakt aan oorlogsmisdaden. Tot 2x toe sprak men over de misdaden van kapitein Westerling en 3 van zijn ondergeschikten. Ze kwamen er niet uit. Er werd gestemd. Twaalf waren tegen vervolging, vier voor; oa. min.Sicco Mansholt; hij had lak aan juridische overwegingen; een oorlogsmisdaad is een misdaad en moet bestraft worden. Zo ook min. Jelle Zijlstra. Hoogst ongebruikelijk voor een overleg in de minister raad. Aan dit besluit is nooit ruchtbaarheid gegeven. Op Z-Celebes sneuvelden in 3 maanden(!) tijd tenminste 3000 Indonesiërs. Velen door standrechtelijke executies. De ministerraad zag geen heil in vervolging. Omdat lt.GG Van Mook(!) al in 1948(!) had besloten de zaak tegen Westerling te seponeren! Generaal Spoor constateerde dat Westerling zowel qua instelling(!) als begrip(!) voor de taak waarover hij werd gesteld over uitzonderlijke(!) kwaliteiten beschikte! Je kunt zeggen; daar branden wij onze vinger niet aan, aldus Fasseur

  27. van den Broek van een andere generatie zegt:

    @dhr Geenen,

    Bronnen van onderzoek: Veel getuigen van Bersiapmisdaden zijn al wijlen maar hebben vaak hun ervaringen gedocumenteerd., ook die getuigenissen zijn in archieven bewaard en te beluisteren. Die kunnen op een andere manier dan direct gehoord worden en hebben toch evenveel historische waarde? Ik lees die verhalen en sla ze op een systematische manier op.
    Het verhaal over de Olo-moorden is mij bekend. Van dat politie-rapport heb ik gehoord en dat kan een ander licht werpen op de zaak. Maar dan dient de Nederlandse Staat wel dat rapport vrij te geven. wat is er zo geheim aan dat rapport dat het tot 2023 of zo geheim mag zijn? Misschien kan een kort geding uitkomst brengen?

    Ik ken ook de Britse eenheden die in die tijd in Zuid-Sumatra waren en het lijkt mij interessant te weten, wat die over de situatie tijdens de Olo-moorden hebben geschreven in hun situation reports. Zij hebben toch de klacht in behandeling genomen, dus ze hebben er wat aan gedaan. Met de desbetreffend bibliotheek wil ik een regeling treffen dat ze tegen een kleine vergoeding die situation reports electronisch aan mij opsturen (ik heb ook al de situation report van Jack Boer in Surabaya opgevraagd en ook een heleboel meer).

    Daarnaast wil ik graag weten wat de Indonesiers van die gebeurtenissen hebben vastgelegd, want zij waren toch de locale bestuurders in Zuid-Sumatra?. Althans, de Japanners hadden een fijnmazig net opgebouwd om de bevolking op Sumatra onder controle te houden , dit netwerk was ook bemand door Indonesiers, ik heb wat daarover in een boek van een Japanse officier gelezen. Na de oorlog verdwenen weliswaar de Japanners, maar de Indonesische locale bestuurders bleven bestaan en met hun informatiekanalen.

    Daarnaast zijn ook gegevens van d latere Nederlandse autoriteiten van belang. Ik weet dat NICA en inlichtingendiensten in latere jaren gegevens verzamelden over klachten aangaande Bersiapmoorden. Die zullen dat in Zuid-Sumatra ook hebben gedaan.

    Zuid-Sumatra i.c. de Olomoorden heeft zo mijn belangstelling, er is ook dankzij dhr Geenen veel over bekend, dus interessant om er naar kijken of er een verhaal gemaakt kan worden.
    Het verhaal is als een spekkoek, laagje voor laagje dient gemaakt te worden vòòrdat je er koek tegen kan zeggen.

    • R. Geenen zegt:

      @Het verhaal over de Olo-moorden is mij bekend. Van dat politie-rapport heb ik gehoord en dat kan een ander licht werpen op de zaak. Maar dan dient de Nederlandse Staat wel dat rapport vrij te geven. wat is er zo geheim aan dat rapport dat het tot 2023 of zo geheim mag zijn?@
      De enige reden die ik kan bedenken zijn de namen van alle mensen die in die zaak zijn of worden genoemd. Misschien is er een conclusie getrokken dat er nog familieleden in leven zijn en die hoeven niet aan de slachtpartij herinnert te worden.

      Maar er is ook iets anders. Door uw schrijven dacht ik ook aan het volgende. De drie aangewezen mensen/groepen, die het nu ingestelde onderzoek naar het optreden van de NL soldaten moeten doen, de historici. Zijn het allemaal burgers? Hebben die militaire ervaring? Zijn er historici met militaire ervaring?

  28. van den Broek van een andere generatie zegt:

    Het enige wat ik aan de mensen kan zeggen i.c. verantwoorden is dat er duidelijkheid komt in die slachtpartij, het hoe en waarom. Het is toch al wat als van een vermiste gezegd kan worden, wat er met hem/haar precies is gebeurd en waar deze zijn eind heeft gevonden? Een vermiste heeft niet alleen een naam maar ook een andere aanduiding en dat is eigenlijk al genoeg motivatie voor mij om te zoeken. Het is niet alleen Look Back in Anger maar ook een verzoening met de geschiedenis.

    Militaire ervaring voor historici is niet noodzakelijk, maar wel meegenomen. Vergeet niet dat dat èèn van de onderzoeksinstituten Nederlands Instituut voor Militaire Historie NIMH is. De directeur, Ben Schoenmaker is zelf militair geweest.

Laat een reactie achter op van den Broek van een andere generatie Reactie annuleren

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s