Een beeldenstorm op Oost-Java

De laatste tijd wordt in de media regelmatig gesproken over de rol van monumenten, en vooral over hun houdbaarheid. Mogen we ze later vernielen, omdat ze iets vertegenwoordigen wat niet (meer) van ‘ons’ is? Voorzichtigheid is geboden, zoals blijkt uit de gebeurtenissen in Malang, kort na de oorlog.

Malang, het neerhalen van de Tugu Nasional, december 1948.

In 1945, na het vertrek van de Japanners, viel Malang buiten het key area bereik van de Britten. Indo-Europeanen van heel Oost-Java werden hier verzameld in het opvangkamp De Wijk. Malang was heel even de ‘hoofdstad’ van de nieuwe staat in wording, – reden genoeg voor de Indonesiërs voor de oprichting van een tugu of monumen nasional op misschien wel het mooiste plein van de stad, Aloon-aloon Bunder. Eind 1946 werd het monument opgeleverd: een zuil bestaande uit zes bambu runcing bijeengehouden door een ring, waarop reliëfs van Soekarno en Hatta. In een omringende vijver waren rode en witte leliën bedacht. De locatie, tegenover het stadhuis, was ideaal. Een rond monument in het midden van een rond plein: méér symboliek en harmonie was nauwelijks denkbaar. 

De Eerste Politionele Actie, in juli 1947, bracht Malang weer terug in de Nederland zone. Op zondag 2 oktober 1947 werd op de Aloon-Aloon, op een kilometer afstand van de tugu nasional, een vijfzijdige herdenkingszuil onthuld voor de Nederlandse militairen die tijdens de opmars naar Malang en de aansluitende zuiveringsacties in de ommelanden waren gesneuveld. Op de voet van de zuil stond de tekst uit het Wilhelmus: ‘Den vaderlant ghetrouwe blijf ik tot in den doet’.

Tot handhaving van orde en rust

Het monument tijdens het regeringsjubileum van Wilhelmina.

Beide partijen hadden nu hun tugu, en met enige tact zou geen sprake hoeven te zijn van escalatie. Die tact ontbrak echter aan Nederlandse zijde. Toen in september 1948 het 50-jarig regeringsjubileum van Wilhelmina werd gevierd, werd het monumen nasional van de Indonesiers opgesierd met guirlandes, Nederlandse vlaggen en een koningskroon. Een duidelijke provokatie.

Een paar maanden later werden de bioscoopbezoekers die op dat moment de theaters rondom de Aloon-Aloon verlieten opgeschrikt door een grote knal. Later bleek dat Indonesiërs op hun beurt geprobeerd hadden de Nederlandse herdenkingszuil op te blazen. De schade was echter beperkt.

De militaire bezetting oordeelde dat voor de twee monumenten geen plaats was in Malang. Op 27 december 1948, tijdens de Tweede Politionele Actie, schreef De Vrije Pers: “Vrijdagmiddag j.l. is het monument voor het Malangse gemeente huis – een herinnering aan de republikeinse periode – opgeruimd. Om 12 uur verscheen een aantal militairen van de genie, alsmede enkele tientallen arbeiders die aan het werk gingen, terwijl M.P.-ers om het plantsoentje wandelden. Nadat de voet van het monument met houwelen was bewerkt, werd een kabel aan de top bevestigd en twee auto’s trachtten het ding omver te halen. Het monument bood taaie weerstand, want eerst brak de kabel. Maar in de tweede ronde verloor het monument, het zakte amechtig op zij en gaf de strijd op. Er staat nu gedek om heen.”
De redactie van het blad vroeg zich echter af waarom het monument moest worden neergehaald: “Kwam de opdracht tot het neerhalen van dit monument uit Batavia? We weten het niet. (…) Met deze daad werd echter een ander monument opgericht: een monument van gebrek aan tact en inzicht.”

Herstelbetalingen

Nog geen maand later moest de Nederlandse regering door het stof op een Kamervraag van Frans Goedhart (PvdA). Toegegeven werd dat een verkeerde beslissing was genomen. De brigade-commandant had op eigen houtje geopereerd, en ten onrechte verondersteld dat het omverhalen van het monument op politieke steun kon rekenen. “De regering betreurt het gebeurde ten zeerste”, aldus De Locomotief.

De onthulling van het herstelde monument, mei 1953. Links de burgemeester van Malang, in het midden Soekarno.

De fout had consequenties. Toen enkele jaren later in Malang werk werd gemaakt van de heroprichting, werd voor dit doel 25.000 Rupiah naar Indonesia gezonden. In 1953 werd het gedenkteken voor de tweede maal onthuld, dit keer door president Soekarno.

Eind goed, al goed, zouden we kunnen zeggen. Het monument staat nu nog steeds te midden van een prachtige vijver met waterlelies voor het stadhuis in Malang.

Wat er na de Indonesische onafhankelijkheid met dat andere monument is gebeurd, het herdenkingsmonument voor de gevallen Nederlandse militairen? Dat laat zich natuurlijk raden. Het herdenken van díe gevallenen kan echter altijd nog op Kembang Koening in Soerabaja. Weliswaar zonder monument, maar misschien is dat ook maar beter.

x

x
 

 

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

12 reacties op Een beeldenstorm op Oost-Java

  1. Wat een goed verhaal! Zowel de opmerkingen over “herdenken” als de historische feiten heb ik met bewondering gelezen.

  2. August Pijma zegt:

    De allloon alloon bunder, was dat niet het Jan Pietrzn. Coen plein tegenover het gemeente huis?

  3. August Pijma zegt:

    Erg interessant, mijn broer en ik waren in de “WIJK” geinterneerd geweest van october 1945 tot en met junie 1946.
    De pemoedas en later de politie hebben ons humaan behandeld.
    Ook verbleven we in Malang tijdens de japansche bezetting

    • Ælle zegt:

      Humaan, omdat U (mv) niet gemarteld werd? Of …? Wat bedoelt u (enkelvoud)?

      • Jan A. Somers zegt:

        Humaan >> gemarteld? Met niks daartussen? Wat is humaan? Of is het ene normaal en het andere zielig? Hetzelfde merk ik over de situatie in de Werfstraatgevangenis. Volgens de verhalen was het daar levensbedreigend, Zouden levend worden verbrand en/of vergiftigd (mag zelf kiezen). Toen we werden bevrijd: [begin citaat] “De gevangenen bleken in een deerniswekkende toestand te verkeren. Ze waren vervuild en hun gezondheidstoestand was slecht: velen waren sterk vermagerd, hadden wonden en soms zelfs gebroken ledematen.”[einde citaat]. Ja, er waren enkele tientalen gewonden (onder de enkele duizenden gevangenen) vanwege de voorgeschiedenis in de Simpangclub en de toegang tot de gevangenis. Ja, we waren vervuild. Gelukkig was het westmoesson, tijdens zo’n bui mochten we even buiten in de regen staan, dat was de wasbeurt. Ja, vermagerd. Volgens mij was gewoon de keukencapaciteit van de gevangenis niet berekend op het aantal gevangenen. Deerniswekkend? Ik vond mezelf niet zo zielig, was blij met de bevrijding. In tegenstelling tot mijn eerder verblijf daar bij de Kenpeitai werd je nu met rust gelaten. Met bewakers die redelijk professioneel afstand bewaarden. Er liepen wel wat pemoeda-haantjes rond met zwaarden enzo. Daar had je verder geen last van, daar zat een traliedeur tussen. Deed je gewoon vriendelijk tegen. Djago’s!

    • robertmacare zegt:

      Waren jullie al in het kamp De Wijk, Malang gedurende de oorlog?
      Wij werden daar geinterneerd in oktober 1944.

      • Een indrukwekkend verhaal van Jan A. Somers; tenminste voor iemand die op zijn 5de jaar vanuit Batavia naar Nederland kwam en daarna geen oorlog meer heeft meegemaakt.
        Wat betekent “Djago’s!”?

      • Jan A. Somers zegt:

        “iemand die op zijn 5de jaar vanuit Batavia naar Nederland kwam en daarna geen oorlog meer heeft meegemaakt.” Waar heeft u dit vreemde verhaal vandaan? En een djago is in normaal Nederlands een haantje. Bekend in Indië.

  4. Leuk verhaal, gevoellig geschreven

  5. Roy Kneefel zegt:

    Hartelijk dank voor dit heel interessante verhaal. Beetje bij beetje kom ik steeds meer te weten over de periode 45 – 49.

  6. van den Broek van een andere generatie zegt:

    De datum van het neerhalen van het Indonesisch monument in Malang is curieus: 23 december 1948, dus tijdens de 2de politionele actie beval een brigadecommandant (wie is die militair eigenlijk) die er blijkbaar niet veel van de koloniale oorlog begrepen had, op eigen houtje dat dat monument neergehaald diende te worden als bijdrage tot de handhaving van Orde en Rust. Dit riedel ken ik wel en politiek Den Haag haalde te pas en te onpas dit argument bij Excessen naar voren.

    Ik dacht dat Militairen zich met militaire zaken bezighielden in Indie! Het blijkt maar weer dat militairen daar hun eigen gang gingen met de desastreuze gevolgen vandien. Den Haag betaalde en betaalt nog steeds hun bedenkelijk optreden

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s