Onvrede over lopend onderzoek naar geweld in Nederlands-Indië

Er is onvrede over het onafhankelijke onderzoek naar standrechtelijke executies in de jaren veertig door het Nederlandse leger in Zuid-Sulawesi. Dat zegt advocaat Liesbeth Zegveld, die spreekt namens nabestaanden die een claim hebben ingediend tegen de Nederlandse staat. Het onderzoek is onder meer vertraagd.

Nederlandse militairen in Indië

x

Deskundige Robert Cribb was in januari 2016 door de rechtbank in Den Haag aangesteld om het onderzoek te leiden. Cribb moest onder meer kijken of er op erevelden op Sulawesi behalve slachtoffers van standrechtelijke executies ook gesneuvelden kunnen liggen van de ‘gewone’ strijd in het voormalig Nederlands-Indië. Dat is belangrijk voor de beoordeling van de claims. Door de executies in ’46-’47 in Zuid-Sulawesi kwamen zeker 3500 mannen om.

Het rapport had in december klaar moeten zijn, maar na zijn aanstelling liet Cribb niet veel meer van zich horen. Toen het rapport er in december nog steeds niet was en Cribb ook niet liet weten hoe het ermee stond, is volgens Zegveld zelfs gekeken naar een alternatief voor hem. 

Eind maart stuurde Cribb toch een concept van een gedeelte van het onderzoek. Maar volgens Zegveld is het onder de maat. Vragen zouden onjuist zijn geïnterpreteerd of helemaal niet beantwoord. Zo zijn volgens Zegveld wel erebegraafplaatsen bezocht, maar is niet onderzocht hoe ze tot stand zijn gekomen en is daar ook niet met betrokkenen over gesproken.

Gerekt

De Nederlandse staat vindt dat er moet worden gewacht tot het onderzoek helemaal klaar is. Over de uitkomsten kan dan later worden gesproken bij de rechtbank, aldus een woordvoerder. Zegveld vindt echter dat zo tijd wordt gerekt, terwijl de nabestaanden die hun echtgenoot of vader zouden hebben verloren al bejaard zijn.

Bij de rechtbank Den Haag wordt maandag gesproken over de kwestie. Daar zal het ook gaan over het snel oplopende aantal claims. Momenteel lopen er zo’n negentig zaken en zijn er nog honderden in voorbereiding.

Advocate Liesbeth Zegveld, die zelf in Indonesië onderzoek deed naar de authenticiteit van de verhalen die nabestaanden over de executies van familieleden door het Nederlandse leger vertelden, liet eerder in Trouw weten bedenkingen te hebben over de duur van het onderzoek.  “Als de uitkomsten nog zes jaar op zich laten wachten – zo lang duurt dat meestal, zal het voor veel nabestaanden te laat zijn.”

 

Dit artikel verscheen eerder in Trouw, 28 mei 2017.

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

91 reacties op Onvrede over lopend onderzoek naar geweld in Nederlands-Indië

  1. Eus Daems zegt:

    kan mij niet aan de indruk onttrekken dat de “Java Post ” meer en meer de kant kiest van de Indonesische “slachtoffers ” en de Indische Nederlanders bewust vergeet .

    • buitenzorg zegt:

      Laat me die indruk wegnemen: de Java Post kiest geen kant. Wat ik wél wil, is zo veel mogelijk alle relevante informatie met de lezers delen. Artikelen over Indië uit bijvoorbeeld Volkskrant, NRC, of in dit geval Trouw, neem ik dan ook graag over. Als in de media méér wordt gepubliceerd over bijvoorbeeld misdaden van de kant van de Nederlandse militairen dan van de Indonesische jongeren, dan kan dat misschien de verkeerde indruk wekken. De keuzes liggen dan echter vooral bij die media, en minder bij de Java Post.

      • Th.J. Daems zegt:

        Met uitzondering van misschien de Telegraaf, hebben de door u genoemde links georiënteerde.kranten alleen maar belang voor de excessen die door de KNIL militairen zijn gepleegd. Geen woord over de gruwelijke misdaden die de z.g. Indonesische vrijheidsstrijders zijn gepleegd. De misdaden door Nederlandse militairen gepleegd, kunnen niet in de schaduw staan van wat die Indonesische moordenaars hebben gepleegd. Ik vraag me trouwens af wie advocate Zegveld betaalt voor haar inzet voor de nabestaanden van geëxecuteerde Indonesiërs. Voor de Indische slachtoffers is er geen potje…..Het zou de Java Post sieren om eens zelf een artikel over genoemde kwestie te publiceren..

      • buitenzorg zegt:

        Deze kranten hebben wel degelijk ook belangstelling voor andere verhalen. Zo verscheen bijvoorbeeld in de JP dit verhaal uit de Volkskrant: https://javapost.nl/2015/02/02/de-wandaden-van-de-indonesiers-moeten-ook-onderzocht-worden/. De Java Post publiceerde naast dit artikel meerdere andere verhalen over de bersiap, en zal aan dit onderwerp ook in de toekomst aandacht schenken.

      • eppeson marawasin zegt:

        Ach ja, Hermes heeft het weer gedaan. Als altijd, kortzichtigheid is koning . . .

        “Don’t shoot the messenger!”.

        e.m.

      • Eus Daems zegt:

        suggestie , lees eens een jaargang van “Checkpoint “een veteranenblad , daar staan genoeg artikelen in van oud KNIL militairen die de acties van dichtbij hebben meegemaakt o.a. moordpartijen van de pemuda,s , oorlog is wreed maar belicht dan allebei de kanten .

  2. Ælle zegt:

    Moet zijn lopende onderzoek, niet lopend toch!?

  3. Jan A. Somers zegt:

    Van een nichtje uit Australië kreeg ik een scriptie van een kennis, discipel van Prof. Cribb. Ik weet nu wat meer af van de werkwijze van de heer Cribb:
    A thesis submitted for the degree of Bachelor of Asian Studies (Honours)
    The Australian National University.
    October 2016
    PRIVATE MEMORIES, NATIONAL HISTORIES:
    Indonesia and the Japanese Occupation, 1942 – 1945
    “de kant kiest van de Indonesische “slachtoffers” ” De heer Buitenzorg had niets te kiezen. Het was een opdracht van de Rechtbank in Den Haag. Naar aanleiding vaneen zaak van advocaat Liesbeth Zegveld, die spreekt namens nabestaanden die een claim hebben ingediend tegen de Nederlandse staat. Dat was toch hierboven te lezen?

    • Arthur Olive zegt:

      De opdracht van de Rechtbank in Den Haag was naar aanleiding van een zaak van advocaat Liesbeth Zegveld.
      Zegveld wordt betaald door de Netherlands Human Rights Watch een afdeling van de American Human Rights Watch die gefinancieerd wordt door de Open Society Foundation.
      De Open Society Foundation is van George Soros, een pro-Nazi Hongaarse Jood gedurende WWII.
      Soros is voor een wereld gouvernement en financieerd o.a. hulp organizaties voor Moslim immigratie into Europa.
      Follow the money!

      • Eus Daems zegt:

        Human Rights , hoe diep kan je zinken om betaald te krijgen van een pro nazi , or it,s only the money that counts ?

      • Jan A. Somers zegt:

        Het maakt toch niet uit wie een zaak heeft voorgelegd en wie dan de advocaat-procureur betaalt? Er is een zaak voorgelegd, (dat gebeurt elke dag vele keren), en de rechtbank moet reageren. Hadden Indische mensen ook kunnen doen voor de ‘Indische Kwestie’. Zo’n advocaat zal ook niet elke zaak leuk vinden, maar er moet kennelijk brood op de plank.
        “Geen woord over de gruwelijke misdaden die de z.g. Indonesische vrijheidsstrijders zijn gepleegd.” Ik zou zeggen, ga een advocaat-procureur opzoeken. Ik doe dat niet, ik pas ervoor mijn hand te moeten ophouden voor een stapeltje Euro’s. En hoeveel zou ik dan voor mijn oma moeten vragen? En voor die twee tantes?

      • Eus Daems zegt:

        “Ik doe dat niet ” typisch een opmerking van iemand die het niet begrepen heeft , al zou de schadeloosstelling 1 euro bedragen dan is er nog recht gedaan aan de Indische gemeenschap

      • Jan A. Somers zegt:

        “nog recht gedaan aan de Indische gemeenschap” Als u dat wilt kunt toch een advocaat-procureur een zaak aanhangig laten maken? Ik vind hormat brengen op een van de erevelden voldoende. Ben daar bitter weinig leden van die Indische gemeenschap tegengekomen.
        “wordt idd nagenoeg geen enkel officieel onderzoek gedaan door Nederland naar de genocide ” Heeft u dat al aangekaart om daar belastinggeld aan uit te geven? Ik heb daar in de krant nog niets van gelezen.

      • Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

        Slechte raad is dure raad, zoals veel Indische Nederlanders bij de Back-pay gemerkt hebben.

        Kijk maar bij de laatste Back-pay zaak. Daarbij werden de aanklagers buiten spel gezet omdat zij geen rechthebbenden waren. Dat had ik als leek ook van te voren kunnen vertellen. Niemand klaagde toen over de desbetreffende advocaat die dat van te voren ook had kunnen vertellen, maar daarvoor wordt hij niet betaald. Misschien was het wel een begaafde advocaat maar wel zwak en onzinnig (m.a.w. zwakonzinnig begaafd)

        Misschien kunnen Indische Nederlanders, door schade en TEVEEL schande wijs geworden een zgn class–action onder de “Alien Tort Statue” in New York indienen Ik citeer ….” which let a person of ANY nationality sue in an American court for violaties of International law such as genocide and ex-properation of property or any action without compensation (bvb Back-Payof dat Traktaat van Wassenaar) .

        Er is heus wel een Amerikaanse advocaat die op no cure-no pay basis eraan wil beginnen. Anders vragen we toch Mevr.. Zegveld, één met een veelbelovend track-record, niet één van die die loosers van advocaten bij de Haagse rechtbanken., alhoewel Indischen hebben wel een fijne neus voor verliezende advocaten.

        Hormat is leuk, maar er dient wel Recht gehaald danwel RECHT getrokken worden.

  4. J.W.Hoegen zegt:

    Een betere dan Cribb vind je niet .

    • Bill Zitman zegt:

      Dat prof. Robert Cribb een goede keuze van Den Haag geweest was, hadden we vanuit Australië wel vooruit geweten. Zijn werkwijze valt in dit geval ook mooi samen met dezen die hopen dat bij weinig (of geen) aandacht aan een probleem te geven, dit zichzelf wel zal oplossen.

      De drie instituten (KITLV, NIMH en NIOD) in het gezamelijk onderzoek van de dekolonisatie periode 1945-1950 gaan van zijn wetenschap ook gebruik maken……

  5. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    Lokale en Nederlandse autoriteiten op Zuid-Celebes meldden dat in de Bersiaptijd Pemoeda’s 1.200 Nederlanders en met Nederlanders sympathiserende Indonesiers vermoordden . Wie die mensen zijn en waar ze vermoord werden weet ik nog niet. Wat Nederland met deze moorden gedaan heeft? niks natuurlijk terwijl Nederlandse militairen op Zuid-Celebes de Westerling-methode toepasten.

  6. Nel muller-koster zegt:

    Natuurlijk moet het zorgvuldig worden uitgezocht, zorgvuldig naar alle kanten. En de zwarte Piet heet oorlog. Kennen wij een oorlog waar het netjes toeging, geen verraad, geen uitbuiting, geen standrechtelijke executies? Ach toe nou, die zijn er niet. Maar dat het nu, vele jaren na dato zorgvuldig uitgezocht wordt, dat is in mijn ogen winst, het vereist een zekere moed om de schaduwzijde van de oorlog onder ogen te willen komen. Waarvoor dank.

  7. hansvschaik zegt:

    Wat is de waarde van: wie heeft de meeste moorden gepleegd? Wij of zij?
    Blijkbaar is de onderste steen nog niet boven gekomen.

  8. R.C.J.M. van de Rijdt zegt:

    Het is idd diep triest hoe een voormalige kwaliteitskracht als Trouw maar ook ergens NRC hard afglijden naar een krant van bedenkelijk links populistsich niveau. Dat komt met name door het lage niveau van huidige opportunistische jonge “journalisten” die het verleden (zeer eenzijdig) blijvend meten aan de normen en waarden die wij nu hanteren. En op deze wijze willen zij, let wel een hele kleine minderheid die dus van deze kranten een platform krijgen, eeuwige schuld laten ontstaan en hypocriet slachtofferschap creeren. Zegveld is daar het absolute trieste toonbeeld van.
    Daarnaast wordt idd nagenoeg geen enkel officieel onderzoek gedaan door Nederland naar de genocide die is gepleegd op al die Nederlanders en Indische Nederlanders tijdens de Bersiap periode. En ook de Indonesiers hebben, bij monde van de huidige president Jokowi, duidelijk aangegeven niet meer in het verleden te gaan graven.

  9. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    En dan komt dhr van de Rijdt met het Woord” Genocide”, hij trekt dan wel een grote broek aan en zet de toon voor de discussie.

    Een Amerikaans historicus William H. Frederick heeft Genocide in verband gebracht met Bersiap, Als ik hem juist citeer was het om meer de aandacht te trekken. Het lijkt mij dat dhr van de Rijdt dat ook doet maar hij gaat een stapje verder. Als het meer is dan kretologie dan dient hij zijn term wel nader te verklaren en toe te passen op een praktisch voorbeeld uit de Bersiaptijd. Anders is het gewoon prietpraat, zoals de rest van zijn verhaal.

    Oh, dhr van de Rijdt. Misschien is het U ontgaan, maar dan bevindt U zich in goed geschiedkundig gezelschap, Dhr W.H. Frederick heeft wel onderzoek gedaan naar genocide die is gepleegd op al die Nederlanders en Indische Nederlanders tijdens de Bersiap periode, zie Journal of Genocide …….

  10. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    Genocide is een apart woordgebruik en dat dient voorzichtig gebruikt te worden. Hoe meer ik over de Bersiap lees, des te meer krijg ik de indruk dat er eigenlijk ook sprake is van het z.g.n. Etnic Cleansing”: een term die eigenlijk het eerst gebruikt werd in het vroegere Joegoslavië (de jaren 90 van de vorige eeuw) waarbij mensen om hun geloof werden vervolgd en met een beetje goede wil kan ik dit begrip toch ook op de gebeurtenissen in de Bersiap toepassen? Weliswaar niet om het geloof maar wel om Nederlandse sympathieën werden toenmalig mensen achtervolgd en vermoord. En ligt Etnic Cleansing niet in het verlengde van de Genocide of is het eigenlijk omgekeerd dat genocide in het verlengde ligt van Etnic Eleansing i.c. etnische zuiveringen, daar komt het ontstaan van de Republikeinse beschermingskampen toch in wezen op neer? “Dat lijkt me toch een plausibele verklaring waarom deze kampen medio 1945 werden gecreëerd, dat is niet zo toevallig.

    Er wordt wel beweerd dat in de Bersiap ook Chinezen en Indonesiër werden vervolgd.
    De Indonesische nationalisten/Republikeinen/Pemoeda’s beschouwden degenen die met de Nederlanders heulden eigenlijk als COLLABORATEURS en dat gegeven brengt toch wel een ander licht op de zaak. Trek ik de zaak rücksichtslos door dan kunnen eigenlijk termen als razzia’s, deportaties, pogroms (een Russische term) ook in dit verband gebruikt worden.
    Is dat zo vreemd? Eerst mogen we de begrippen toch wel definiëren en dan kunnen we die begrippen duidelijk en verantwoord toepassen op de gebeurtenissen in de Bersiap. !!!

    Mevr. Zegveld, een bekend en in Indische kringen beruchte advocaat heeft al meermaals aangegeven dat de Bersiap vooral uit oogpunt van de Mensenrechten bekeken dient te worden, het gaat tenslotte om mensen en vooral Indische Nederlanders. Dat mag zij toch als prominent verdediger van de Mensenrechten met Track-record toch wel zeggen?. Dat gezichtspunt geeft nieuwe inzichten en wellicht oplossingen van onze Indische problemen.

    • eus daems zegt:

      Wilt u meer weten over de Bersiap periode google dan tjaberawit.nl
      “De Bersiap ” ,
      Genocide / collaborateurs enz laten we het simpel houden , opgezweepte pemuda,,s vierden hun moordlust uit op onschuldige medemensen .

  11. van den Broek van een andere generatie zegt:

    tjaberawit.nl is een lovenswaardige en interessante website. Bersiap betreft vnl een bespreking van het boek van dhr Bussemakers, maar dit boek volgt niet principieel het spoor van de Bersiapslachtoffers.

    Als het zo simpel was, waarom spreken we nu nog over de Bersiap waarover we zo weinig weten? Want zeg nou zelf : wie waren die pemoeda’s? opgezweept door wat ? en wie waren precies die onschuldige medeburgers, Indische Nederlanders? Daar komt nog bij dat velen spreken over een periode van Wanorde en Chaos en ook dat leidt niet tot een beter begrip van deze periode.

    Ook Bussemakers laat zien dat in Bersiap structuur zit, maar hij diept dat niet voldoende uit, ook hij geeft aan dat Indonesiers met lijsten op stap gingen om Nederlanders van huis te haken in de Bersiaptijd, ook hij spreekt van 3 Indonesische verdedigingslinies in Soerabaja .Als je maar lang genoeg die slachtoffers volgt, dan kom je uiteindelijk uit op de namen van die vermisten en tenslotte op de daders. Dat mag toch wel, ook na meer dan 70 jaar. Zo simpel is dat.

    • Eus zegt:

      Onderstaande overgenomen uit “Documentaire Buitenkamp kinderen ”
      “Wie waren de onschuldigen medeburgers ” simpel antwoord ? Wij , de Indo,s , ondergetekende is een “Buitenkamp kind “mijn broers zagen vlotten vol “gehakte lijken “voorbij drijven , Dus eerste generatie en niet de generatie die het uit boeken of “overlevering “heeft en het met de “ogen van nu “probeert te begrijpen wat er is gebeurt .Met vriendelijke groet ,
      Eus

      Pemoeda’s
      De Pemoeda’s waren strijdgroepen die voortkwamen uit de jeugdbewegingen met arme jongeren die tijdens de Japanse overheersing ontstonden. Deze nationalistische strijdgroepen schrokken niet terug veel geweld te gebruiken om hun doelen te bereiken. Meestal waren de groepen erg ongeorganiseerd. De strijdkreet van de Pemoeda’s was Bersiap, wat ‘wees paraat’ betekent, waaraan de naam voor de periode is ontleend. Als wapens maakten zij vaak gebruik van kapmessen en geslepen bamboesperen.

      Bersiapperiode in Indonesië
      Veel Indische Nederlanders en andere Indo-Europeanen waren tijdens de oorlog door de Japanners in Jappenkampen opgesloten. Na de bevrijding waagden zij zich weer op straat. Hier merkten zij echter dat ze niet meer welkom waren en dat er een vijandige sfeer hing. Eind september arriveerden de Britse troepen. Dit was de aanleiding voor de uitbraak van geweld. De Pemoeda’s wilden de terugkeer van de oude verhoudingen en het gezag van Nederland voorkomen en begonnen met het plegen van aanslagen op Indische Nederlander

  12. van den Broek van een andere generatie zegt:

    Buitenkamp kind? Dat is een koloniale term eind jaren 80 uitgevonden door Totoks om een onderscheid te maken tussen degenen binnen het kamp (de “echte” slachtoffers) en de Buitenkampers. Dat begrip is onbegrijpelijk nooit van toepassing geweest op de geinterneerden in de Republikeinse kampen en degenen erbuiten , toch ook buitenkampers. De term Buitemkamper heeft daardoor een meer racistische oorsprong.

    Dus wie probeert met de ogen van Nu, te begrijpen wat er toen gebeurd is?

    De tweedeling Indische Nederlanders-Pemoeda’s is een te simpele voorstelling van zaken. Niet alleen zij maar ook Chinezen en met Nederlanders collaborerende Indonesiers werden vervolgd en vermoord.

    Mij gaat het om de beschrijving van de gebeurtenissen , wie waren die Bersiapslachtoffers en wat is er precies met hen gebeurd? Aan het eind van mijn verhaal kan ik dat wel duidelijk maken en wellicht ook wie de daders i.c de schuldigen. van de moorden waren, dus niet iets algemeen als Pemoeda’s maar wie en wat dat geweest zijn.

    • Eus zegt:

      Stop er eens mee met teksten als “koloniale term “hieruit blijkt dat u zich niet genoeg verdiept heeft in de geschiedenis en alles vanuit een “tunnelvisie “oordeelt .
      Buitenkamp kinderen geeft precies weer wat het betekent , buiten het kamp , evenveel slachtoffer als “binnen het kamp “Praat eens met de mensen die het nog bewust hebben meegemaakt , ze leven nu nog !!!
      of bezoek : http://www.buitenkampkinderen.nl
      of lees onderstaande , overgenomen uit “Buitenkamp kinderen”
      Grt:Eus

      DOELGROEP
      zijn zij die als kind gedurende de Tweede Wereldoorlog in Nederlandsch-Indië

      buiten de Japanse kampen

      en/of in de Bersiap kampen verbleven.

      Alsmede hun ouders, partners en nakomelingen.

      Gebeurtenissen toen en daar

      200.000 Indische Nederlanders buiten de Japanse kampen
      Vaders vaak wel in een kamp of gewoon verdwenen
      Moeders zonder inkomen
      Kinderen met een te grote verantwoordelijkheid
      Vogelvrij en geïsoleerd
      In de Bersiap werden 50.000 alsnog in Indonesische kampen opgesloten
      Bevrijding daaruit soms pas in 1947
      Politionele akties
      Souvereiniteitsoverdracht
      Een afwijzend Nederlands toelatingsbeleid
      Repatriëring na een lange en moeizame procedure

      Gebeurtenissen hier

      Slechte opvang
      Vaak werk op een te laag niveau
      Terug betalen van reis-, kleding-, en meubelvoorschotten
      Zwijgen, om het integreren niet te bemoeilijken
      Een gevoel van achterstelling en isolatie
      Soms ontkenning van de eigen identiteit
      Beelden vergelijkbaar met bedreigende situaties uit het verleden roepen vaak oude angsten en gedragspatronen op
      Met vaak als resultaat: emotioneel uit balans, en soms als gevolg lichamelijke en psychische klachten op latere leeftijd

      • Jan A. Somers zegt:

        Ik vind ‘buitenkampers/binnenkampers’ net zo handig als ‘allochtonen/autochtonen’. Maar net als bij elk ander ezelsbruggetje zijn er altijd mensen die de onregelmatigheden in die terminologie opsporen, benadrukken, en daar zuur over doen. Wat is een buitenkamper die bij de Kenpeitai heeft gelogeerd? Gewoon ikzelf! Ik heb een kennis, nogal (behoorlijk) zwart, geboren in Sri Lanka, die toch autochtoon is! Familierechtelijk knutselwerkje, niks bijzonders, niks zuur.

      • Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

        Aardige website http://www.buitenkampkinderen.nl Het probleem is dat het v.n.l. gaat over de Bersiaptijd en dan worden die Buitenkampkinderen veelal Binnenkampkinderen. Maar dat lees ik begrijpend/begrijpelijk nergens.
        Het zijn niet onregelmatigheden in de terminologie, maar gewoon onzorgvuldig en slordig gedefinieerd Nederlands, een manier van onhygiënisch denken, want zegt U zelf, het koloniaal taaltje zit toch vol met eufemistische termen, te eindigen bij politionele acties. Alhoewel, ezelsbruggetje vind ik best toepasselijk.

        Er zitten voor de oplettende lezer ook opmerkelijke dingen op de website zoals:

        1) Er waren niet alleen op Java interneringskampen/beschermingskampen maar ook op Madoera en Celebes. Celebes vind ik niet verwonderlijk want daar werden volgens lokale bronnen 1.200 Nederlanders, Chinezen en met Nederlanders collaborerende Indonesiers vermoord. Toch iets meer doden dan bvb in Soerabaja, aan Nederlandse zijde wel te verstaan.

        2 ) Nederlanders spreken over de Bersiaptijd veelal als een periode van wanorde en chaos. maar dan vind ik het volgende citaat wel opmerkelijk :
        …..Dit werd uitgevoerd door de laskars, de verzamelnaam voor al die honderden ongeregelde groepen, maar ook door de lokale, inheemse, politie, door de BKR, (Badan Keamanan Rakjat, Volks-Veiligheidsleger). Dat wijst erop dat de Indonesische achterban van Soekarno en Hatta niet zo ONGEORGANISEERD was………
        Daarom is de ondertiteling van het proefschrift van Mevr,. van Delden ORDE IN DE CHAOS (uitroepteken). Dus Heren, let wel even op en een gewaarschuwd mens telt voor 2.

        3) Het doet mijn hart deugd dat eindelijk op correcte manier OOK door deze website de situatie in Soerabaja beschreven wordt. ………De Nederlander Jack Boer (reserve-officier KNIL en hoogste in rang) nam actie en met behulp van 10 Ghurka’s en een tank (sic) werden 2.384 mensen bevrijd, niet 1 meer of minder.

        4) Opmerkelijk is dat een welbekende Bersiapmoordenaar uit de Simpang Club genaamd Boeng Tomo niet uitdrukkelijk op deze site wordt genoemd als Richter und Henker in één persoon. Zijn kwalijke rol is toch alom bekend maar dat weerhield Indonesië er niet van om een Marineschip naar hem te noemen en hem postuum alsnog tot Held van de Revolutie uit te roepen. Ook voor Indonesië was het te gortig om hem bij te zetten op de Erebegraafplaats voor deze Helden.
        Uit Nederland heb ik nooit kritiek daarover gehoord, dat komt zeker om de handelsbelangen niet op het spel te zetten. Boeng Tomo als oorlogsmisdadiger zou toch eens aangekaart dienen te worden op 17 Augustus bij de Indonesische ambassade onder het genot van een sateetje en een Bintang-biertje.

        Er zitten wat kleine onvolkomenheden in het verhaal, zoals die gevangenen in de Boeboetan gevangenis waren Japanners en dat verklaart wel het hoge sterftecijfer, maar grosso modo kan ik best met het verhaal meegaan.

        Ook de bronvermeldingen zijn een lust voor het oog voor iemand die systematisch te werk gaat.

      • R.L. Mertens zegt:

        @PetervdBroekveag; ‘boeng Tomo als oorlogsmisdadiger etc.’ – Voor de Republiek was hij de aanjager voor de strijd in Soerabaja. Mobiliseerde de massa. En wat te denken van onze JP Coen, die op Banda genocide pleegde; ‘in God’s naam werden 1500 zielen omgebracht’, schreef hij aan de Heren 17. Wij rijden nog steeds door de Coen tunnel. Over helden gesproken. Of over moordenaars?

      • Eugène zegt:

        Wij hebben het over de slachtoffers van de Bersiap periode !! Dat heeft m. i . Niets te maken met ons koloniaal verleden , dacht u nou werkelijk dat een Pumuda dacht : Omdat Coen ons uitbuitte ga ik nu maar wat Indo,s vermoorden !! En gebeurtenissen uit het verleden moet je zien in de context van die tijd en niet met de hedendaagse bril

        Verstuurd vanaf mijn iPhone

        >

      • Jan A. Somers zegt:

        “slachtoffers van de Bersiap periode ” Nee, het gaat over de dekolonisatie. Bersiap is maar een onderdeel van de dekolonisatie van Indië: Indonesianisatie, Proklamasie, bersiap, perjuangan dan diplomasi. ‘koloniale oorlog’, Linggadjati, RTC, uittocht, opvang enz. En wat mij betreft ook RMS. En achterstallige salarissen. Voor dat onderzoek worden dan ook de levensverhalen uit die tijd gevraagd. Niet alleen bersiapverhalen! U kunt ook meedoen. En niet alleen van uzelf, maar ook over de ervaringen van familie enz.

      • Eugene Daems zegt:

        Als ik weer terug ben dan zal ik weer reageren over wat mijn Fam. Als ” buitenkampers ” is overkomen , ongelijke behanding , nooit uitgekeerde salarissen , enz enz

      • R.L. Mertens zegt:

        @Eugène; ‘bersiap; niets te maken met ons koloniaal verleden’ – Oh, neen? Waarom dan bersiap?

      • Jan A. Somers zegt:

        “Als ik weer terug ben dan zal ik weer reageren ” Als u en uw familie ervaringen hebben in deze periode kunt u die het best opsturen naar het onderzoeksteam. Zij vragen om levensverhalen voor het onderzoek. Vertellen hier in Javapost is natuurlijk ook goed voor ons om te lezen, maar daar helpt u het onderzoek niet mee.

      • Peter van den Broek zegt:

        De uitspraak “Bersiap is maar een onderdeel van de dekolonisatie” is toch een eufemisme voor onbegrip, onverschilligheid, onzorgvuldigheid of woorden van gelijke strekking. Het doet toch geen recht aan de doden die toen zijn gevallen en waarover ook na meer dan 70 jaar nog weinig tot niks over bekend is. Meer den 3.500 doden en tienduizenden vermisten aan Nederlandse kant, waarover ik nog weinig van weet, maar wel ken ik de kleur van de onderbroeken van Van Rooijen en Roem.

        Die periode op die manier afdoen is hetzelfde als her scheppingsverhaal bij de Ark van Noach te laten beginnen, want wat weten wij eigenlijk over dat geweld, door velen aangepraat als wanorde en chaos.

  13. J.W.Hoegen zegt:

    De Japanse Opdracht aan de Javaanse jongeren was :

    dood alle blanken en alle christenen.

    • Ælle zegt:

      In een Japans bericht van gisteren, aangaande London Bridge en Borough Market – laffe aanval , noemden ze (de Jappen) de terroristen ‘militanten’,
      Domgeboren niets bijgeleerd en door de ratten besnuffel, of niet?!

      • Ælle zegt:

        Sorry, ik heb toch echt besnuffeld met een d getypt! Gggghhhrrrrrrrrrrrrrrrr

      • Jan A. Somers zegt:

        Er zijn ook (Indische)Nederlanders die roofmoordenaars vrijheidsstrijders noemen. Mag van mij hoor, wij leven in een vrij land. Die watergeuzen was ook niet zo’n vriendelijk volk.

      • Ælle zegt:

        Ik praat over gisteren anno HEISEI, en niet over de Slag bij Lillo in de 80-jarige oorlog.

      • Jan A. Somers zegt:

        “niet over de Slag bij Lillo ” Ja, maar het is allemaal geschiedenis incl (de Jappen). Als WE!! de slag bij Nieuwpoort (1600) niet hadden gewonnen, was er geen Republiek der Verenigde Nederlanden (een soort RIS) geweest, geen VOC, geen bersiap, geen RIS. Lekker rustig. Geen Javapost en I4E.

    • Indisch4ever zegt:

      Overdrijf je nou J.W.Hoegen?

  14. Eus zegt:

    Mijn ” buitenkanp ” moeder moest ook ” bezoek ” bij de Kempeitai , wat ze heeft meegemaakt ben ik nooit te weten gekomen , en laten we ophouden met zinnen te ontleden. , hou het simpel , buiten of binnen blijft slachtoffer . Niets meer niets minder

  15. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    Om iets zinnig te zeggen over de Bersiaptijd dien ik wel een paar sleutelbegrippen te verklaren, want anders waar praten we over.
    Het gaat om begrippen die Nederlanders wel vertrouwelijk in de oor klinken en zich daarbij wat kunnen voorstellen. Het gaat dan louter om historische precisieringen. Het stuurt de dsicussie wel in een bepaalde richting. ,maar maakt het wel begrijpelijk. Met pemoeda’s e.d. kom ik niet zo ver.

    – Razzia
    – Progroms
    – Ethnische zuiveringen
    – Het G-woord (Genocide)

    Razzia
    Een razzia is een door de overheid (politie, leger o.i.d.) georganiseerde, groots opgezette, opsporing en jacht op een groep mensen. Het woord zou uit het Arabisch stammen (ghazwa) en betekent zoveel als invasie, bestorming of militaire expeditie. In het Nederlands taalgebied is het woord tijdens de Duitse bezetting algemeen verbreid.

    Pogroms 
    Het wordt gebruikt voor gewelddadige aanvallen op bepaalde groepen; etnisch, religieus e.d. die vooral worden gekarakteriseerd door de vernietiging van hun omgeving (huizen, bedrijven, religieuze centra).
    Het begrip (het woord is afkomstig uit het Russisch) is vooral verbonden met jodenvervolgingen in het tsaristische Rusland en de vernietigingspolitiek van het nationaal-socialistische Duitsland. Vaak gaan pogroms vergezeld met fysiek geweld tegen en zelfs moord op een bevolkingsgroep met de bedoeling om die groep te intimideren en zodoende te verdrijven of te dwingen zich te assimileren met de omgeving. Men vernielde, zonder tussenkomst van de politie, of zelfs met medewerking van de autoriteiten, een wijk en mishandelde of vermoordde de bewoners. Soms vond de overheid de pogroms een goede uitlaatklep voor het volk, omdat het de aandacht van de slechte economische toestand afleidde.

    Etnische zuiveringen
    Is etnische zuivering slechts een verhullende, bagatelliserende term voor genocide, volkerenmoord? Of is hier alleen maar sprake van een nieuw woord voor de vanouds bekende overvallen van een sterkere volksgroep op een zwakkere? Tomeloze agressie, waarvan de haat en wreedheid afdruipen.
    Zo mogen de pogroms (de Jodenvervolgingen) in het Russische rijk niet gelden als de voorlopers van de deportaties van hele volken. Evenmin loopt er een rechte lijn van de overvallen van Osmanen (Turken) op andere volken naar de beruchte genocide op de Armeniërs. Sommige Indischen maken zich trouwens evenzeer schuldig aan onjuiste continuïteitsthesen, aan het leggen van de verkeerde historische verbanden.

    Totale opzet
    Cruciaal kenmerk van etnische zuivering is haar „totale opzet.” Zij dient álle leden van een natie, een volksgroep te treffen. In die zin was ook de algehele verdrijving van Duitsers uit Polen en Tsjechoslowakije geprogrammeerd. En zonder enige uitzondering werden 480.000 Tsjetsjenen en Ingoesjen alsmede 189.000 Krimtataren naar Kazachstan, Kirgizië en Oezbekistan gedeporteerd. Op gelijke wijze moesten in het voormalige Joegoslavië alle leden van een bepaalde volksgroep uit bepaalde gebieden worden „geëlimineerd.”

    Het patroon van de etnische zuiveringen is klip en klaar.
    Steevast gaven leiders handlangers het sein of beter het bevel tot deze gruwelen. De samenhang met oorlogstijden of naoorlogse perioden is evenzeer evident.
    Verklaarbaar, want in een door oorlog geteisterde en ontwrichte samenleving functioneert de maatschappelijke rem op geweldpleging niet langer. Bovendien is er in zo’n gespannen situatie makkelijk een voorwendsel te vinden voor etnische zuivering. Denk aan de beschuldiging van spionage, collaboratie of ondermijning van de nationale weerbaarheid.

    Is in het geval van Indische Nederlanders tijdens de Bersiap , zij sympathiseerden toch met de kolonialen, het argument van beschermingskampen niet een elegante vorm van etnisch zuiveren?
    Aan concrete historische voorbeelden geen gebrek. In de schaduw van de Eerste Wereldoorlog heetten de Armeense slachtoffers van de Jong-Turken Russische agenten. En Stalin betichtte de Kaukasische volken van heulen met Hitler. Hét argument voor de ”Grote Leider” om voorgoed met deze immer weerspannige nationaliteiten af te rekenen.
    .
    Vrouwen
    Etnische zuiveringen gaan consequent gepaard met het toepassen van dwang en veelal uiterste geweldsmiddelen. Doorgaans oorlogshandelingen van gewapende geweldplegers jegens weerloze, onschuldige slachtoffers: bejaarden, kinderen, vrouwen.

    Bijzondere betekenis in dit verband is het geweld tegen vrouwen. Waarom? Omdat vrouwen vaak de culturele, spirituele en altijd ook de „biologische kern van een natie” vormen.
    Is in de Bersiaptijd het afsnijden van vrouwenborsten, het met bamboestokken beschadigen van intieme vrouwelijke lichaamsdelen niet ook een geweldadige uiting om de biologisch kern van koloniale natie te vernietigen?
    Maar niet alleen de mensen moesten verdwijnen, ook hun cultuur, hun religie, ja in wezen alles wat aan hen herinnerde?

    Over de G van Genocide ga ik later op in

    De Bersiap is niet iets simpels anders hadden we de afgelopen 70 jaar ruim de tijd gehad om het verschijnsel te verklaren. Het is en blijft belast verleden.

  16. J.W.Hoegen zegt:

    Indisch4ever , nee ik overdrijf niet .De bewijzen zijn zo duidelijk dat de Amerikaanse hoogleraar Frederick spreekt over genocide.

    • Indisch4ever zegt:

      Toch wel, J.W. Hoegen, je overdriljft met deze bewering:
      De Japanse Opdracht aan de Javaanse jongeren was :
      dood alle blanken en alle christenen.

      Gedurende de bezetting werden jongeren gedrild door de Jappen.
      Amerika, Engeland en Nederland waren de vijanden die men moest bestrijden.
      Dat was de Japanse opdracht, maar zoals jij het omschrijft is het overdreven.

      • Jan A. Somers zegt:

        In de plannen voor de Nanyo, de expansie in zuidelijk Azië, was er sprake van een blijvende bezetting en japanisering van Nederlands-Indië. In afwachting van een definitieve verwijdering uit de Aziatische samenleving werden niet alleen de Nederlandse bestuursambtenaren en militairen geïnterneerd, maar werden ook Nederlandse burgers in kampen ondergebracht, als consequentie van de bevrijding van het westerse kolonialisme. Dat bekt toch wat anders dan “dood alle blanken en alle christenen.”.

  17. Eus zegt:

    Typisch Hollands , spelen met woorden , Genocide ! Geen genocide ! Het blijft een feit dat duizenden toen zijn afgeslacht . Hoe je het ook wil noemen doet dan niet ter zake .
    Eus

  18. Jan A. Somers zegt:

    Hebben jullie allemaal jullie levensverhaal al ingestuurd?

  19. R.L. Mertens zegt:

    ‘Onvrede over het onderzoek etc’ – Oorlogsmisdaden verjaren niet. Er zijn nog maar weinig vermoedelijke daders- zie Limpach- in leven. Justitie hoort nu het nog kan het onderzoek tegen die verdachten te openen en ze na bevind van zaken voor de rechter te brengen. Als hun zaak daartoe aanleiding geeft is een schuldverklaring zonder strafoplegging het billijkst. Met zo’n strafproces is de rechtstaat Nederland gediend(!) en kan ook de collectieve ontkenning deels doorbroken worden. Aldus Abram Swaan, emeritus hoogleraar sw/ UvA
    En dan kan het ‘bekende vingertje’ nog altijd dienst doen. Voor …gerechtigheid!
    ( in de ware zin van het woord)

    • Jan A. Somers zegt:

      Stukjes over de opzet:
      -De drie instituten hebben het onderzoeksprogramma vanuit een breed perspectief opgezet en hanteren een integrale benadering, met aandacht voor de samenhang tussen de gebeurtenissen in Nederland en Indonesië, in de context van de naoorlogse dekolonisatie.
      -meerdere deelonderzoeken, die ingaan op de politiek-bestuurlijke context en de internationale context van de dekolonisatieperiode en op de geweldsspiraal tijdens de zogenaamde “Bersiap”periode. Er zal tevens een vergelijkend onderzoek naar dekolonisatieoorlogen en counterinsurgency plaatsvinden, en er wordt een deelonderzoek besteed aan het militaire en justitieel beleid en handelen rondom grensoverschrijdend geweld. Ook zal een deelonderzoek stil staan bij de ontwikkelingen die het geweld in verschillende regio’s in Indonesië bevorderden dan wel matigden (regionale studies) en de maatschappelijke nasleep van de naoorlogse dekolonisatieperiode. Hierbij gaat het om de terugkeer en overkomst en maatschappelijke integratie van militairen en andere repatrianten in Nederland en onder andere de zelforganisatie van veteranen en veteranenbeleid.
      -De betrokken instituten zullen ruimte maken voor de stem van de getuigen zowel in Nederland als in Indonesië, voor zowel burgers (inclusief slachtoffers van de “Bersiap”) als militairen/veteranen, via egodocumenten/oral history en een daarop gebaseerd archief van getuigenissen.

      • R.L. Mertens zegt:

        @JASomers; ‘van uit een breed perspectief etc.’ – Het moge duidelijk zijn dat daar indertijd grens overschrijdend/structureel geweld is toegepast, waarbij de hogere leiding militair/burgerlijke, ja zelfs de regeringsleiding weg keek. Als onderzoek niet tot justituele konsekwenties leidt is het de zoveelste wijze van toetoepen/onder het tapijt houden.
        Immers oorlogsmisdaden verjaren niet! Of is het alleen de onze wel?
        Was het niet zo, dat Nederland met morele trots(!) de nazi misdadigers tot op hoge leeftijd hebben vervolgd?

      • Jan A. Somers zegt:

        Ik ken alleen maar de info voor dat onderzoek dat ze hebben verspreid. Zij hebben historisch onderzoek als doelstelling. Justitiële consequenties is niet hun taak. Daar is het OM voor. U kunt tzt daar uw aangifte kwijt.
        In uw aanmeldingsformulier worden ook de vragen gesteld:
        Bent u eerder geïnterviewd over uw ervaringen in Indië/Indonesië? Zo ja, wanneer en door wie?
        Heeft u eerder egodocumenten over uw ervaringen in Indië/Indonesië ter beschikking gesteld aan een archief? Zo ja, welk soort materiaal en aan welk archief?
        Heeft u egodocumenten over uw ervaringen in Indië/Indonesië die u ter beschikking wilt stellen voor het onderzoek? Indien ja, dan kunt u contact opnemen via info@ind45-50.nl.
        Over archiefmateriaal schrijft het onderzoekprogramma o.a. “Het bronnenmateriaal voor het onderzoek op bovengenoemde terreinen ligt in de eerste plaats in Nederland, maar er zal ook – meer dan tot nog toe is gebeurd – moeten en kunnen worden gewerkt met bronnen elders (in de eerste plaats in Indonesië, waar de laatste jaren steeds meer bronnen beschikbaar komen, voorts met name in Australië, het VK, de VS, België en Zwitserland).
        Over de bersiapperiode:
        Bersiap In de Bersiap-periode in de laatste maanden van 1945 en het begin van 1946, grotendeels dus voorafgaande aan de militaire terugkeer van Nederland, werden vele duizenden (Indo-) Europeanen, maar ook Chinezen en van ‘collaboratie’ met het Nederlandse koloniale gezag betichte Indonesiërs het slachtoffer van massaal en grof geweld, uitgeoefend door al dan niet georganiseerde Indonesische strijdgroepen. Onderzoek naar de achtergronden en het verloop van deze gewelddadige periode is in zichzelf belangrijk, maar dient ook om de psychologische gevolgen voor Nederlandse militairen en burgers beter in kaart te brengen en om de vraag te stellen naar de betekenis van de Bersiap als belangrijke factor in de latere oorlogvoering.
        En verder ook nog:
        Regionale studies De wisselwerking tussen het extreme geweld aan Nederlandse en Indonesische zijde laat zich het beste onderzoeken op regionaal niveau, omdat dan diepgravend en vergelijkenderwijs kan worden ingegaan op de ontwikkelingen die dergelijk geweld in verschillende gebieden bevorderden dan wel matigden. Het onderzoek beperkt zich overigens niet tot het gebruik van geweld, maar gaat ook in op de inspanningen van het Binnenlands Bestuur en de krijgsmacht tot herstel van oorlogsschade en normalisering van het maatschappelijk leven. In overleg met Indonesische historici wordt een aantal regio’s geselecteerd met een onderling sterk diverse oorlogsgeschiedenis. Voor elk van deze gebieden wordt door Indonesische en Nederlandse historici in gezamenlijk verband intensief onderzoek verricht in zowel Indonesië als Nederland (en zo nodig elders).

        De maatschappelijke nasleep Dit onderzoek begint met de terugkeer c.q. overkomst en maatschappelijke integratie van de militairen en andere repatrianten respectievelijk inwoners van de voormalige kolonie in Nederland. Hierbij zal enerzijds worden ingegaan op de zelforganisatie van veteranen en de relatie tussen herdenkingscultuur en veteranenbeleid, anderzijds op de ervaringen van de honderdduizenden mensen die in vier grote migratiegolven tussen 1945 tot 1967 naar Nederland kwamen – ervaringen die toen en later aanleiding gaven tot onvrede over de opvang en begeleiding en tot gevoelens van miskenning en verdriet. Tot de maatschappelijke nasleep behoren ook thema’s als de ontwikkeling van het naoorlogse debat over de oorlog in politiek, media en maatschappij, de veranderende opvattingen over de legitimatie van de oorlog en de wijze van oorlogvoering, en de gevoelens hierover in de gemeenschappen van veteranen, repatrianten en andere inwoners van de voormalige kolonies die zich Nederland vestigden. Hierbij kan worden voortgebouwd op de rijke literatuur die hierover reeds is verschenen.
        Ik begrijp niet dat zo in het wild wordt gediscussieerd over dit onderzoek, dat nog moet beginnen, waar we naar uitkijken, maar waar nog maar heel weinigen zich hebben verdiept in het onderzoekvoorstel. Zelfs niet gelezen.

    • Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

      Dit is de ene kant van de medaille: n.a.v. de uitspraken aangaande de Rawagede-weduwen, weten we nu wel welke kant dat op gaat. Met name nu er sprake is van structureel geweld kan de Nederlandse Staat zonder vorm van proces aansprakelijk gesteld worden. Bovenstaand vonnis geeft bij nadere bestudering en begrijpelijk lezen al aan hoe de Nederlandse Staat tot nu toe gereageerd heeft of duidelijk gezegd nagelaten heeft te reageren. Dankzij deze weduwen en Heer Pondaag zijn we nu een stuk verder. Ik vraag me af of de zaak Rawagede niet ruimte heeft geschapen voor het onderzoek van Limpach, of heeft het meer te maken dat hij als buitenlander, buitenstaander in staat is geweest klaarheid te brengen in de aard van het Nederlands koloniaal geweld na WO2

      Let wel bij de weduwen was het een civiele rechtszaak, waarbij Justitie of het Openbaar Ministerie geen rol speelt. Daargelaten dat de amnestie-ordinantie het optreden van het Nederlands justitioneel apparaat uitsluit.

      Maar wat doen we met de ander kant van de medaille? De verantwoordelijkheid van de Bersiapmoorden is nog steeds een open wond en vraag. Als ik zo die onderzoekopzet bekijk, dan mag ik me toch afvragen waarmee die onderzoeksinstituten zich de afgelopen 70 jaar hebben beziggehouden.
      Eén onderzoeker, ik dacht Keppy ,vergeleek zelfs het optreden van de vader van Alfred Birney (zie de Tolk van Java) met die van SS-doodseskaders (SonderEinsatzKommando’s, Babi yar, U weet wel). Mijn schaterlachen moest mijn vrouw wakker gemaakt hebben want ik wist niet dat onderzoekers in diensttijd ook de bar bezoeken. Alhoewel aan de TH Eindhoven wordt ook vòòr 12:00 uur bier geschonken, maar misschien had ik toen mijn bril niet op. Ondanks dat is het toch een goed aangeschreven universiteit (zie Times Higher Education) maar ik ben bevooroordeeld.

  20. Eugene Daems zegt:

    Ben het met P van de B eens , de vermoorden en vermisten cq de nabestaanden uit de Bersiap periode hebben er geen boodschap aan om e. a uit ten treuren te theoretiseren over het ” waarom en hoe ” de getroffen generatie leeft nog , geef ze eindelijk gehoor .

    • Jan A. Somers zegt:

      Sorry, maar ik had het over het grote onderzoek dat in september begint. (nu al een beetje, kunt u aan meewerken). En als u het niet eens bent over de opzet (inderdaad met uw geld!) kunt u dit altijd aan de bewindspersoon melden.

  21. Eugene Daems zegt:

    “Wat doen we met de andere kant van de medaille ” ben het met de schrijver volledig eens.

  22. Eugene Daems zegt:

    OK , stuur mij maar de nodige gegevens , met vriendelijke groet , Eus

    • Jan A. Somers zegt:

      Geachte heer/mevrouw Somers,

      Het Getuigenproject is op 26 mei jl. officieel gelanceerd op de Tong Tong Fair in Den Haag. Er wordt nu een begin gemaakt met het verzamelen van de levensverhalen, dat doen we met behulp van een levensverhalen-document.

      In het bijgesloten levensverhalen-document en flyer (waarvan ik u de link stuur:http://www.ind45-50.org/sites/default/files/Flyer%20getuigen%20en%20tijdgenoten.pdf ) leest u wat de bedoeling is en hoe u het formulier kunt invullen.

      Als u nog vragen hebt, kunt u contact opnemen via de mail. Zo nodig zal telefonisch contact met u gezocht worden

      Met vriendelijke groet,

      Monique van Kessel

  23. Peter van den Broek zegt:

    Dat getuigenproject is best een leuke en onderhoudende bezigheid, maar ik mag ervan uitgaan dat er al veel getuigenverslagen in de loop der tijden gemaakt zijn over bvb de Bersiaptijd. De hamvraag is natuurlijk wat er met die getuigenverslagen is gedaan. ik denk bvb aan die O.D.O- verslagen over tenminste 3.500 Bekende Bersiapslachtoffers.
    Weinig tot niks toch?
    Of over dat commisarisrapport aangaande de Olomoorden op Sumatra. Daarover zou ik meer willen weten en onderzoekers zouden daar achterheen dienen te gaan, maar helaas .

    Bij het opstellen van mijn Bersiapatlasje intrigeerde mij een opmerking van Mevr. Van Delden over 10 Oktober 1945, de datum waarop de Indonesische Nationalisten besloten Indo-Euopeanen i.c Indische Nederlanders in bescherming te nemen. ik las wat over die beschermingskampen en op de TTF kon ik heel concreet in. dat atlasje bladeren, daarbij kwam ik bij de Pelitastand in gesprek met een bijzonder intelligente Indischman.
    Als ik nu mijn atlasje in verband breng met dat andere atlasje, wat voor voortschrijdend inzicht haal ik daar uit.?

    Zo gezegd, zo gedaan, het atlasje liet ik links liggen, €50 is veel geld en kocht het proefschrift van Mevr. Van Delden, ik haal uit dat boek wel wat leuke statistieken,
    Dat niet alleen. De indonesiers creëerden die Bersiapkampen omdat Pemuda’s (sic) Indische Nederlanders bedreigden/vermoordden, maar uit mijn summiere gegevens over Bersiapslachtoffers trek ik nog niet die conclusie. afgezien van dat, het opsluiten van bijna 50.000 Indische Nederlanders oftewel meer dan 25% van deze bevolkingsgroep, rechtvaardigt deze actie op of omstreeks 10 Oktober niet.

    Een element wat mij nog niet duidelijk is, is het onderscheid tussen Indo-Europenen en Totoks in het spraakgebruik van toen. Indische nederlanders lijkt mij een verwarrend begrip sinds totoks en vooral de 2de generatie totoks heel opportunistisch zich bewust zijn gaan voelen (Indisch is toch een gevoel) dat zij ook tot die groep horen. Waarom nu wel en toen in tempo doeloe niet?

    Ik heb wel statistieken die dat onderscheid aangeven en als ik dat onderscheid als verklarende factor in de analyse ga gebruiken, wat voor voortschrijdend haal ik daar uit. Hopelijk leidt dat niet tot schadevergoedingsgevallen voor de Nederlandse Staat.

    Ook hier geldt: better questions give better answers maar daar gaan die onderzoekers van die drie onderzoeksinstituten niet over

  24. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    Ik denk dat we ons na 70 ik herhaal 70 jaar best zorgen mogen maken over dat de onderzoekopzet, want die instituten hebben wel zitten slapen, bvb die regionale studie. Die instituten doen net alsof daarover niks geschreven is, dan schater ik wel van het lachen met het boek van A.R. Kahin in de hand: Regional Dynamics of the Indonesian Revolution.

    En dan heb ik niet over de zaak Jack Boer, waarbij sommigen zich schuldig maakten aan de meest wilde veronderstellingen. Het is meer dan stuitend wat dei onderzoekscommissie heeft gepubliceerd.

    Onderzoek over Ned.Indie in Nederland heeft niet zo’n goede naam, vergeet de Excessennota niet. Het wordt tijd de bakens te verzetten zeg ik als Marinemens.

    • Jan A. Somers zegt:

      “die regionale studie. Die instituten doen net alsof daarover niks geschreven is” Goh, u weet nu al de uitkomst van het onderzoek. Occulte verschijnselen zijn de Indische mensen niet vreemd.
      “de zaak Jack Boer” Ik vind het nog steeds knap dat hij, vertrokken uit Tandjong Perak (volgens zijn eigen verhaal), gewoon een uurtje door die Indonesische strijdgroepen heen wandelde. Wat deed hij overigens met die door hem bevrijde gevangenen? Volgens zijn eigen verhaal ging hij de stad in. Waarschijnlijk kijken waar die tweede verdedigingszone lag. En waarom heeft hij die overige ruim duizend gevangenen niet bevrijd? Misschien een lam handje van al die cellen eigenhandig openen en turfjes zetten in zijn blocnootje? Interessant te weten dat hij niet alleen niet in aanmerking kwam voor de MWO, maar ook niet voor welke dapperheidsonderscheiding dan ook.
      ” als Marinemens” Ja, zoals een (hoogste) marinemens ongewapende schepen van de GM op Duitse slagschepen afsturen, om met artillerievuur aan te pakken (houten granaten? Die had de scheepstimmerman overigens nog niet gemaakt.). Of zoals een (hoogste) marinemens bij koningin Wilhelmina op bezoek ging om haar de Linggadjati-overeenkomst te laten verscheuren. De koningin snapte waarschijnlijk goed dat een marinemens soms weinig van staatsrecht af weet. De minister van oorlog, Fiévez snapte het ook, maar wilde die marinemens niet voor het hoofd stoten: Hij betreurde het gesprek met de koningin.

      • van den Broek van een andere generatie zegt:

        Heer Somers , volgens ook Nederlandse bronnen was vanuit de Werfstraatgevangenis de dichtbijzijnde Britse post minder dan 500 meter verwijderd.

        De Indonesiers hadden zich achter 3 , dus niet twee verdedigingslinies verschanst, zie het verhaal van Kecik.

        Britse situation reports geven aan dat de geheime missie van Jack Boer om 04:00 uur in de ochtend begon.

        En dat gat in de gevangenismuur is zeker ontstaan omdat Jack Boer zeven maal om de gevangenis liep?

        Natuurlijk kan dhr Somers dat niet weten, hij zat in die gevangenis en heeft Jack Boer nooit gezien.

        Minstens 2.384 gevangenen werden bevrijd, minstens omdat deze op de inschepingslijsten van de Britten staan, sommigen gingen direct terug naar hun familie in Surabaja.

        De Gurkha’s brachten alle Indonesiche bewakers om (meer dan 100). Alle gevangenen zijn heelhuids door de Britten bevrijd en grotendeels door de Britten naar veilige oorden getransporteerd, geheel ordenlijk en met militaire precisie.

        Geeneen van de Gurkha’s is door Nederland gedecoreerd. Zelfs niet de commanderende officier of Gurkha.

        Lam handje? ik zei al de wildste veronderstellingen. Dhr Somers dient niet zo te snoeven en zich aan de gebeurtenissen te houden,

      • Jan A. Somers zegt:

        – “De Indonesiers hadden zich achter 3 , dus niet twee verdedigingslinies verschanst, zie het verhaal van Kecik.” Ja, dat wisten we al, maar dan moet u ook de details kennen. Bovendien was voor de bevrijding van de Werfstraatgevangenis alleen de gordel langs de Bataviaweg (tussen de Perakweg en de Ferwerdabrug) van belang, deze werd omstreeks 09:00 uur bereikt. Die derde gordel, in het noorden van Darmo, stelde niet zoveel voor. Dat merkte ik naderhand bij het lijken zoeken in die woonwijk. Geen oorlogsschade, wel enorme troep en schade vanwege de plunderingen. En mijn moeder en zus waren ook verdwenen (die doken pas in juni weer op in kamp Patjet). De strijd bij Wonokromo (uiterste zuiden, van strategisch belang vanwege de bruggen) was veel heviger.
        -“ Britse situation reports geven aan dat de geheime missie van Jack Boer om 04:00 uur in de ochtend begon. “ Kunt u mij die rapporten tonen? Met het verloop van die missie zoals het passeren van de Bataviaweg? Gewoon even selecteren, kopiëren, en plakken hier in Javapost. Mij bekende Britse legerrapporten laten de strijd om 6 uur beginnen, bij het aflopen van het ultimatum, zoals het hoort. En hadden drie uur nodig tot aan de Bataviaweg. Op dat moment stonden we in de rij voor de voedseluitdeling, met alle bewaarders er nog bij. Ik volg altijd de eigen tekst van de heer Boer. Uiteraard zat ik in de gevangenis en was er niet zelf bij, maar CITAAT uit zijn eigen boek: “Om half vier in de ochtend vertrokken we van de basis naar de Werfstraat gevangenis. Ik had de route vanaf Perak uitgezet tot aan de Dwars Nieuw Hollandstraat” Einde citaat. En geen vervolg over de wandeling door de Bataviaweg.
        -“ volgens ook Nederlandse bronnen was vanuit de Werfstraatgevangenis de dichtbijzijnde Britse post minder dan 500 meter verwijderd.” Welke zijn die bronnen, en zijn die betrouwbaarder dan het eigen verhaal ven de heer Boer? Ik denk dat u het vervolg in de tijdlijn vanaf de moord op het Goebengtransport op 28 oktober 1945 hebt vergeten. U had het, dacht ik over het Sampoernacomplex. Maar in die tijd waren er meer Britse steunpunten die na 28 oktober een voor een zijn opgerold of opgegeven. Op 29 oktober werden alle wachtposten in de Goebengwijk aangevallen, de Brits-Indiërs vermoord, onthoofd en deels in de kali gegooid. (volgens het verhaal dat Hatta die dag van resident Soedirman had gehoord). In de dagen daarna verhevigden de aanvallen op de Brits-Indiërs zich sterk, waarbij ook generaal Mallaby werd gedood, waarna kolonel Pugh het commando overnam. Ook de Britse steunpunten Internatio (nabij de belangrijke Rode Brug), Sampoerna, en Boeboetan werden opgegeven. Zo bleven alleen het havengebied en de wijk Darmo in Britse handen. In de Darmowijk bleven een regiment Rajrif-infanterie en het bataljon ambulance- en genietroepen achter. De manschappen van het brigadehoofdkwartier, de bataljons 4 Mahratta en 6 Mahrata trokken zich terug op het havengebied.
        Op 31 oktober verklaarde Soekarno over de radio: “In een georganiseerde staat kan het volk de wet niet in eigen hand nemen. De gebeurtenissen in Soerabaja hebben onze positie ten aanzien van de internationale gemeenschap verzwakt (…) Opnieuw beveel ik, dat de strijd tegen de geallieerden gestaakt moet worden.”
        Het grootste probleem was nu de proviandering van de Darmowijk. Ondanks goedkeuring van het Contactbureau, werden trucks met proviand van Tandjong Perak niet doorgelaten. Voedseldroppings, o.a. water, uit de lucht mislukten. De situatie werd onhoudbaar, in de nacht van 6 op 7 november verlieten de militairen de Darmowijk en het tot een vesting gemaakte Darmoziekenhuis. Tussen 7 en 9 november vond de aanvoer van de Britse troepen en het zwaar materieel van de 5th Indian Division plaats.
        -“ Minstens 2.384 gevangenen werden bevrijd,” Niet minstens, maar precies volgens de heer Boer. Citaat: “In totaal konden 2.384 personen uit de cellen en cellenblokken worden bevrijd.” Einde citaat. “minstens omdat deze op de inschepingslijsten van de Britten staan,” U heeft gelukkig die lijsten. Kunt u die lijsten tonen, met de daarbij behorende schepen en data? Nadat op 10 november de Van Heutsz nog was vertrokken met evacués vooral uit de Darmowijk was op 12 november de Princess Beatrix vertrokken met vrouwen en kinderen uit de Darmowijk, en een aantal bevrijde gevangenen uit de Werfstraatgevangenis waaronder ikzelf. Volgens mij zijn daarna geen evacués meer vervoerd. Singapore zat vol (de Van Heutsz en de Princess Beatrix moesten uitwijken naar Batavia) en Batavia zat vol. Op de passagierslijst van de Princess Beatrix stonden 34 vrouwen, 36 kinderen, en 421 mannen.
        -“ De Gurkha’s brachten alle Indonesische bewakers om (meer dan 100).” Ja, rond half zes volgens de heer Boer allemaal dood. Kennelijk ook weer herrezen! Om half zes werden onze cellen door de bewakers geopend om ons in de rij te laten staan voor de gamellen maispap. Met de eerste schoten om 6 uur moesten we de cellen weer in en werden die door de bewakers gesloten.
        -“ door de Britten bevrijd en grotendeels door de Britten naar veilige oorden getransporteerd, geheel ordenlijk en met militaire precisie.” Ja, dat was een geweldige ervaring. Maar ik weet nog steeds niet waar die gevangenen tussen hun bevrijding door de heer Boer rond half 6 ‘s ochtends, en de eerste uittocht naar de gereedstaande trucks rond vijf uur ’s middags verbleven.
        U bent zo goed op de hoogte van alle gebeurtenissen, wanneer krijgen we daar een doorwrocht exposé over te lezen? Of iets spannends? U bent (heb ik ergens gelezen) op de hoogte van intieme details van onderbroeken van ministers van Buitenlandse zaken van Nederland en Indonesië! Dat kan toch een prachtig verhaal worden? Wel netjes blijven, als de kepala kampong rode koontjes krijgt gaat hij uit schrik boven op de delete timmeren. Kunnen we weer niks van u lezen.

  25. Peter van den Broek zegt:

    Ach dhr Somers , de situatie in Surabaya dient men altijd van 3 kanten te bekijken. U haalt lukraak de Nederlandse kant aan. ik haal De Britse en Indonesische kant aan. Dat is het verschil.

    Dat de Britten op 10 November 1945 op korte afstand van de Werfstraatgevangenis bevonden had U ook kunnen lezen in het atlasje over de Bersiapkampen maar ook in de dissertatie van Mevr. Van Delden.

    Dat getal van 2.384 heeft Jack Boer toch niet zelf bedacht, hij heeft toch geen appėl afgenomen op 10 November. Britse rapporten geven dat getal aan wat te herleiden is tot de passsagierslijsten van de evacuatieschepen. Als U die wilt inzien dan dient U maar naar Italië te komen of de Britse militaire archieven te raadplegen, maar het zal mij niet verbazen als in Nederlandse archieven dat getal ook te vinden is.

    Uit het verhaal van dhr Somers over de derde verdedigingslijn blijkt dat zijn conclusie logisch is maar niks met de werkelijkheid te maken heeft. Als dhr Somers het verloop van de slag in Surabaya volgt (zie Macmillan, Palmos en Kecik) dan besluiten de Indonesiërs op een gegeven moment dat na het verlies van meer dan 10.000 strijders, een veelvoud aan gewonden een directe confrontatie zinloos is en trekken weg uit Surabaya. De derde verdedigingslinie is nooit door de Britten bestormd omdat de Indonesiërs die al hadden Opgegeven, vandaar

    Mijn verhaal gaat niet over Jack Boer, mijn verhaal gaat over de Bersiapslachtoffers? Alles over Jack Boer is bijvangst. Wat voor merk horloge had dhr Somers toen hij in de gevangenis Zat. Hij verwart de tijden met de Japanse Tijdsrekening, die in de oorlog in Indie gehanteerd Werd? Dan zijn die tijdsverschillen wel te verkkaren.

    N.b. Dhr Somers heeft een verhaal geschreven over het Goebeng-transport, hij vertelt wel iets over het rapport van De Britse officier Shaw, dat ook te lezen is bij Itzig Heine maar ook hier vergeet hij de situation report van de operationele Britse officieren aan te halen, dat is wel nodig om het verhaal compleet te maken.. Daarom laat ook hij veel teveel vragen open,maar dat is structureel bij hem.

    Mijn vragen aan hem zijn.
    1) wie waren die 10 gurkha’s, die bij Jack Boer in de griep zaten en welke Gurkha werd bij de inval in de gevangenis gedood.
    2) welke type tank schoot het gat in de gevangenusmuur?
    Mag hij eindelijk iets nieuws ontdekken

    • Jan A. Somers zegt:

      “in het atlasje over” Klopt, maar er moet wel een datum bij. Even uit mijn hoofd mijn heel vroeger onderzoek (kunnen kleine foutjes in zitten): Bij de onderhandelingen over de overdracht van het lijk van generaal Mallaby ging het over een heel pakket. Behalve over zijn lijk ook over de lijken van de in de Werfstraat vermoorde Brits-Indische onderhandelaars over onze evacuatie. Daarnaast het VOLLEDIG terugtrekken van de brigade op Perak/Oedjoeng in het noorden, en Darmo in het zuiden. Verder vrije proviandering van Darmo vanuit Perak, en herstel van de evacuatieritten uit Darmo naar Perak. In het Contactbureau konden enkele verbindingsmilitairen verblijven. Ook is er korte tijd een Britse wachtpost geweest in de Bataviaweg, de Indonesische verdedigingsgordel, als doorlaatpost van de evacuatieritten uit Darmo. Zo zijn na de dood van Mallaby nog zo’n 6000 vrouwen en kinderen uit Darmo naar Perak overgebracht. Toen de proviandering ondanks de toezeggingen toch werd belemmerd trokken de Brits-Indiërs hun troepen uit Darmo terug. Dat waren de laatste militairen in Soerabaja, buiten Perak/Oedjoeng. En dan heb ik het over 7 november, dus vóór 10 november! Dit hele verhaal is bij Jack Boer dus helemaal niet relevant, hijzelf sprak/schreef over vertrek op 10 november uit Perak.
      “tot de passsagierslijsten van de evacuatieschepen” U kunt toch dat heel kleine lijstje van evacuatieschepen van na 11 november hier weergeven? Ik weet het alleen van de Princess Beatrix, op 12 november.
      De door mij genoemde strijd om de bruggen bij Wonokromo, het uiterste zuiden van Soerabaja, zuid van de dierentuin, vond plaats lang voor de terugtocht van de Indonesiërs. Op de Darmoboulevard en de Reinierszboulevard was er in die derde gordel nauwelijks tot geen weerstand. Wel veel in Wonokromo.
      Waarom zou ik onderzoek moeten doen naar de namen van die Gurkha-maten van de heer Boer? Of van die tank? Ik ben geen historicus, laat staan militair historicus. Voor de rest is het bij mij toch prietpraat, ik houd maar op. Misschien kunt u me nog wel vertellen hoe of de heer Boer, met een fluisterstille tank dwars door de Bataviaweg wandelde, dwars door slapende Indonesiërs. Wie waren die dode bewakers die ons eten hebben gebracht? De rest kunt u aankaarten bij de uitvoerders van het grote dekolonisatie-onderzoek.

  26. van een andere generatie zegt:

    Heer Somers? als zelf die datums in het boek van dhr Klaessen staat, dan mag U dat toch ook wel weten. Dhr Klaessen baseert zich op het report van David Wehl hoofd inlichtingendienst SACSEA van Mountbatten, die zal het toch wel weten.

    Bij de onderhandelen tussen Gen.-majoor Hawthorn (niet Pugh, die was te laag in rang) en de Indonesische autoriteiten werd op 30 Oktober besloten dat de Britten zich terugtrokken tot het havengebied.en de Indonesiers een buffer schiepen tussen het Britse bruggenhoofd en hun eigen linies. De Britten trokken zich terug op 31 Oktober. Misschien kan dhr Somers gezien zijn gedetailleerde kennis van het gebeuren en van Surabaya aangeven hoe de Britse linies rondom het havengebied precies liepen, dan kan ik dat cross-checken. dat is wel relevant voor de acties richting de gevangenis.

    Dat omstreeks 10 November een Brits militair punt niet minder dan 500 meter van de Werfstraatgevangenis lag is wel relevant, al het andere is de prietpraat van bovenstaand Heer

    Een ander fabeltje van dhr Somers……..“de zaak Jack Boer” Ik vind het nog steeds knap dat hij, vertrokken uit Tandjong Perak (volgens zijn eigen verhaal), gewoon een uurtje door die Indonesische strijdgroepen heen wandelde. …
    Die strijdgroepen waren er niet die hadden zich volgens afspraak tot hun eerste verdedigingslinies teruggetrokken.

    En dan dat lachwekkend verhaal over die tank. Die tank was er en hoe die er gekomen is, is niet de vraag. Die tank heeft dat gat in de gevangenismuur geschoten of denkt dhr Somers dat Jack Boer bij de voordeur aanbelde?

    Daar laat dhr Somers het niet bij want hij gaat op academische wijze verder: ……Misschien kunt u me nog wel vertellen hoe of de heer Boer, met een fluisterstille tank dwars door de Bataviaweg wandelde, dwars door slapende Indonesiërs. Welke slapende Indonesier?? De Indonesiers zaten nog geeneens in de bufferzone!!!. Om 06:00 zou de hoofdaanval van de Britten plaatsvinden, een tactisch juist moment voor een aanval, hoe lat was eigenlijk d aanval op de Punt???
    En wie zei dat die tank gelijk opliep of opreed met de groep van Jack Boer. Dhr Somers heeft weinig van oorlogsvoering begrepen??

    Omstreeks 10 November en daarvoor was het niet zo stil in het havengebied van Surabaya.
    Op 8 en 9 November landde een volledig divisie van generaal Mansergh op oorlogssterkte in de haven van Surabaya. Ik weet niet hoe dhr.Somers zich dat voorstelt, maar het landen van bijna 10.00 soldaten met volle bepakking en bewapening, lichte en zware tanks (Shermans en Martins, zie de foto’) s tezamen met zware artillerie gaat toch wel met wat lawaai gepaard. Dat is weliswaar niet in de gevangenis met haar dikke muren te horen, daarentegen is het niet aan dovemans oren gezegd.
    Dhr Somers heeft zeker nooit landings-oefeningen op divisieniveau meegemaakt en zeker niet op oorlogssterkte. Ik zat in mijn diensttijd bij de opleiding van zee-officieren van de Administratie en die weten wel hoe logistiek-technisch een landing verloopt, daar kan ik me wel wat bij voorstellen, heel lawaaierig. Dan valt een rollende tank niet zo op in al het lawaai. En dat blijkt wel.

    Zowel die tank als de groep van Jack Boer kwamen bij de gevangenis aan. Hoe precies, gewoon wat situation reports lezen, misschien kan dhr Somers daar zijn aandacht aan besteden- Hoe heette dat peloton of regiment van die Gurkha’s ook alweer?

    En wat wil dhr Somers met die passagierslijsten die hij ook wel wil zien? Dat is toch het toppunt van snoeverij en arrogantie. Normaal wordt volstaan met bronvermelding, maar dan vraagt zo’n academisch gevormde Heer Somers aan mij om die te tonen.
    wat wil hij daarmee? Als hij niet eens weet wie hem uit de Werfstraatgevangenis bevrijd heeft, hoe kan hij dan die passagierslijsten checken.,, Ik weet wel hoe ik die lijsten kan gebruiken, Dhr Somers dient maar af te wachten tot ik met mijn bevindingen kom. .
    .

    • Jan A. Somers zegt:

      “tot ik met mijn bevindingen kom. .” Daar zitten wij met smart op te wachten.
      “die passagierslijsten die hij ook wel wil zien? Dat is toch het toppunt van snoeverij en arrogantie” Het is gewoon een vraag naar gegevens die u zelf heeft genoemd om aan het aantal bevrijde gevangenen te komen. Gegevens waar u van zegt over te beschikken. En complete passagierslijsten vind ik niet nodig, die van de Princess Beatrix staat overigens hier op Javapost. Scheepsnamen, data van afvaart en aantal passagiers (m/v/k) is toch voldoende? Net als ik hierboven heb vermeld: Op de passagierslijst van de Princess Beatrix stonden 34 vrouwen, 36 kinderen, en 421 mannen. Dat is toch niet veel werk, behalve de vergissingen bij het tellen. Of was u aan het snoeven over waar u allemaal over beschikte?
      “De Britten trokken zich terug op 31 Oktober.” dat heb ik toch vermeld: terugtrekking op Perak/Oedjoeng en Darmo. Dus geen posten meer op 500m afstand van de gevangenis.
      “buffer schiepen tussen het Britse bruggenhoofd en hun eigen linies” Klopt, het gebied tussen Perak en de Bataviaweg. Dat was het gebied waar het legerrapport over rapporteert: Attack opened at 0600 hrs [plaatselijke tijd, JAS].Went quietly until 0900 hrs when gunfire on certain targets was called down.
      “dat is wel relevant voor de acties richting de gevangenis. ” Dat begrijp ik niet. Die acties waren toch niet van belang voor het oprukken naar Soerabajastad?
      “niet minder dan 500 meter ” Dat weet ik alleen zoals u dat hebt verteld.
      “De Indonesiers zaten nog geeneens in de bufferzone!!!.” Nee, dat was de afspraak. Vandaar dat rustige optrekken tot 0900 hrs.
      “Die strijdgroepen waren er niet die hadden zich volgens afspraak tot hun eerste verdedigingslinies teruggetrokken. “Ja, die eerste verdedigingsgordel lag langs de Bataviaweg, halverwege Perak en de Werfstraatgevangenis. De gordel waarvan in het hiervoor genoemde legerrapport melding is gemaakt om 0900 hrs. En voor die divisie ook van belang met het oog op de Ferwerdabrug, voor de contacten tussen de langs beide oevers van de Kali Mas oprukkende troepen. De tweede brug, de Rode Brug, lag alweer voorbij die gevangenis. Maar misschien weet u niet hoe of Soerabaja erbij lag. Als u daar een keer komt, het ligt er nog steeds zo bij, alleen andere namen, Jl, Jakarta bijvoorbeeld.
      “lachwekkend verhaal over die tank” Zo lachwekkend vond ik dat niet, alleen de vraag hoe je midden in de nacht met zo’n lawaaiig ding dwars door een verdedigingsgordel reed. Iemand had het over een geheime missie, zo geheim dat zelfs de Indonesiërs er niet van mochten weten?
      “hoe logistiek-technisch een landing verloopt, daar kan ik me wel wat bij voorstellen, heel lawaaierig.” Een echte landing was het nou ook weer niet. Laden en lossen langs een kade! Het was een prachtig gezicht. In het donker kwamen we op Perak aan, in het licht van felle schijnwerpers zag je dat materieel in de takels hangen. Het was overigens niet zulke zware artillerie, 25 pounders.
      ” dat peloton of regiment van die Gurkha’s ” Ik dacht dat u wat wist van oorlogsvoering. Tien man is peleton noch regiment, een gevechtsgroep.
      “Als hij niet eens weet wie hem uit de Werfstraatgevangenis bevrijd heeft” Dat weet ik drommels goed, ik heb ook de gesneuvelden onder mijn bevrijders gezien. Ik ben ze nog altijd dankbaar.
      “Om 06:00 zou de hoofdaanval van de Britten plaatsvinden” Niet ‘zou’, op die tijd liep het ultimatum af en begon de aanval. Op het moment dat we in de rij stonden voor het eten, met alle bewaarders nog in levend lijve, met de eerst schoten in de verte. Een moment om nooit te vergeten, bevrijding op komst!
      Ik lees veel over complottheorieën, ik heb nu een nieuwe van mezelf : weet u eigenlijk alles wat u vertelt? Ik moet het wel aannemen van een marine-officier, maar ik heb mijn twijfels. Dat ik niets weet en dat verhult met prietpraat weet u al, heb ik gemerkt.

      • van den Broek van een andere generatie zegt:

        … weet U alles wat U vertelt…? Heer Somers , ik weet nog veel meer, maar dat ga ik U niet vertellen. U lijkt mij niet de juiste en aangewezen persoon om de zaak Jack Boer op te lossen, ik verschoon ik mij om verder op te zaak in te gaan en dat raad ik U ook aan.

      • Jan A. Somers zegt:

        “om de zaak Jack Boer op te lossen” Voor mij hoeft dat ook niet hoor, Ik heb die man één keer gezien in den Haag. Dus vaker dan u! Voor mijn bevrijding zijn mensen gesneuveld, daar was de heer Boer niet bij. Ik heb dus niets op te lossen, maar dat snapte u niet.
        “maar dat ga ik U niet vertellen.” Hoeft ook niet. Ik probeer u wel altijd keurig antwoord te geven op uw vragen aan mij, zoals dat hoort, maar ik heb begrepen dat u daarmee steeds minder schijnt te weten over de bevrijding van Soerabaja. Waarvoor onze gesneuvelde bevrijders inderdaad door de Indische gemeenschap niet worden herdacht. Als u weer eens in Indonesië bent moet u toch eens naar de Commonwealth begraafplaats in Jakarta gaan. Zoeken bij ‘Surabaya’. En in Surabaya de wandeling maken vanaf Perak/Oedjoeng, via de Jl. Jakarta naar Kalisosok. (de Werfstraatgevangenis bestaat niet meer, maar dat wist u waarschijnlijk al).

  27. van den Broek van een andere generatie zegt:

    Dhr Somers, U stelt vragen, die eigenlijk die commissies aangaande de toekenning van een dapperheidsonderscheiding aan dhr Jack Boer dienden te beantwoorden. Ik heb Uw vragen netjes beantwoord. Ik heb mijn bronnen vermeld. Op mijn vraag welke Gurkha dan wel verantwoordelijk is voor de bevrijding van gevangenen uit de Werfstraatgevangenis heb ik nog steeds geen antwoord gekregen, lijkt mij wel belangrijk voor de discussie.

    nu vraagt dhr Somers die bronnen te tonen? Daarmee stelt hij wel mijn integriteit ter discussie.
    Zulke vragen dient hij maar aan zijn baboe te stellen. De koloniale tijd is nu echt voorbij.

    N. B de volgende opmerking van dhr Somers doet mij nog steeds in schaterlachen uitbartsen:
    . Iemand had het over een geheime missie, zo geheim dat zelfs de Indonesiërs er niet van mochten weten?….
    Ik twijfel niet aan de integriteit van dhr Somers maar wel aan wat andere dingen.

    • Jan A. Somers zegt:

      “die commissies aangaande de toekenning van een dapperheidsonderscheiding aan dhr Jack Boer dienden te beantwoorden.” Ik denk dat ze in het overleg vele vragen hebben gesteld. Enkele citaten uit de brief: “heeft de toenmalige voorzitter van het Kapittel der Militaire Willems-Orde de door het actiecomité overlegde documenten en verklaringen beoordeeld en hierover gesproken met mw. Van der Molen en de generaal b.d. Huyser. Het Comité heeft naar aanleiding van dit gesprek in de daarop volgende jaren aanvullende informatie en getuigenverklaringen verzameld. Nadat bevestiging van het comité was verkregen dat het dossier compleet was, heb ik op 15 februari 2005 het Kapittel der Militaire Willems-Orde om advies gevraagd (…). Het Kapittel heeft vervolgens zelf feitenonderzoek uitgevoerd. Dit behelsde de door aanvragers ingediende stukken, wetenschappelijk verantwoorde historische publicaties (…) . Vervolgens heb ik de commissie dapperheidsonderscheidingen van het ministerie van Defensie advies gevraagd of de heer Boer in aanmerking komt voor een andere dapperheidsonderscheiding. De commissie constateert dat getuigenverklaringen van geïnterneerde Nederlanders een uiteenlopend en te beperkt beeld geven van de actie. Andere documenten die overtuigend bewijs leveren ontbreken.”
      “Ik heb Uw vragen netjes beantwoord.” Maar niet mijn vraag wie voor het transport van de door de heer Boer rond zes uur (ochtend) bevrijde gevangenen (wij stonden toen in de rij voor het eten) naar Perak heeft gezorgd? Dat zal een hele organisatie met veel auto’s zijn geweest. Weer dwars door de verdedigingsgordel Bataviaweg, maar nu noordwaarts, rond zes uur in de ochtend. Fluisterstil?
      “Ik heb mijn bronnen vermeld.” ook bijvoorbeeld de heren Somers, Dagevos, Dezentje (vader en zoon), Van Deutekom (collega Kenpeitai-klantje), Croin?
      “Op mijn vraag welke Gurkha dan wel verantwoordelijk is voor de bevrijding van gevangenen uit de Werfstraatgevangenis heb ik nog steeds geen antwoord gekregen,” Dat had ik toch al zo vaak verteld? Het waren er een hele boel. Ik kon ze overigens niet naar hun naam vragen, zij hadden het nog te druk met vechten. Pas rond vier/vijf uur in de middag waren ze daarmee klaar.
      ” stelt hij wel mijn integriteit ter discussie.” Nee hoor! U was toch marineofficier die ik moet geloven? Ik ben mijn hele leven wetenschappelijk onderzoeker geweest. U weet dat wetenschap voornamelijk bestaat uit het stellen van vragen. Vandaar mijn nieuwsgierigheid. Ook voor onderwerpen die niet in mijn werkend leven voorkwamen. Ik dacht dat u er als marineofficier meer van af weet dan ik. Andere schepen dan ik bij mijn bevrijding en als watersporter ben tegengekomen ken ik niet zo goed. Net als mijn vragen aan baboe Soep. Dat was een wijs mens, waar ik altijd antwoord van kreeg. Maar die mij ook ongevraagd op de vingers tikte (nou ja, tikte?).
      “Iemand had het over een geheime missie, ” Ja, dat las ik in een van de hiervoor gepubliceerde reacties. Als ex-wetenschapper heb ik helemaal niet gelachen! Alleen maar lang nagedacht, hoe of je een tank met een gevechtsgroep midden in de nacht dwars door een verdedigingsgordel moet zien te krijgen. Met daarna al die strijdgroepen. Overigens ook een vraag die nog steeds niet is beantwoord. Zelfs niet door de heer Boer zelf. Die vertrok volgens zijn zeggen gewoon uit Perak, langs de door hem uitgestippelde route, en kwam gewoon bij de gevangenis aan. Waar die tank een gat in de muur schoot. En wij maar niets horen. Ik denk dat die Indonesiërs dat dan ook niet hebben gehoord. Die sliepen nog, net als wijzelf. Bron: J.A.Somers.

      • van een andere generatie zegt:

        citaat….” Maar niet mijn vraag wie voor het transport van de door de heer Boer rond zes uur (ochtend) bevrijde gevangenen (wij stonden toen in de rij voor het eten) naar Perak heeft gezorgd? Dat zal een hele organisatie met veel auto’s zijn geweest. Weer dwars door de verdedigingsgordel Bataviaweg, maar nu noordwaarts, rond zes uur in de ochtend. Fluisterstil?
        .
        Bovenstaand zijn louter veronderstellingen. Als dhr Somers gefundeerde informatie over de slag om Surabaya wilt verzamelen, dient hij wel te beginnen Britse bronnen te raadplegen (het was tenminste HUN slag) , dan komt hij er best achter hoe dat transport van de Werfstraatgevangenis naar de haven Perak was geregeld. En vooral niet dwars door de verdedigingsgordel van de Indonesiers, want die gordel was er niet (de eerste Indonesische verdedigingsgordel lag veel verder van de havengebied af). Er was een niemandsland gecreëerd tussen het havengebied waar de Britten lagen en de eerste Indonesische verdedigingsgordel. Dat hadden beide partijen overeengekomen op 30 Oktober, daargelaten de Darmo-wijk.

        Jack Boer had niet alleen de beschikking over een groep Gurkha’s maar de Britten hadden ook een Martin-tank, wat vrachtwagens voor het vervoer van de bevrijde gevangenen en hun begeleidingsgroep vrijgemaakt voor de geheime missie.

        Dhr Somers dient wel de tijdlijn voor het transport in de gaten te houden, om te beginnen de tijd na 06:00 en het eindigde laat op de avond, want meer dan 2.384 bevrijde gevangenen en die dode Gurkha naar de haven transporteren kost tijd,
        Om 06:00 begonnen de Engelsen de beslissend slag om Surabaya. De stilte was niet om aan te horen, ik dacht dat Engelse vliegtuigen, 12 Thunderbolts de aanval inleidden, begeleid door het gedreun van zware Sherman Tanks , kanons op de schepen en de (zware) artillerie bestaande uit 23-pound kanons en 3-7 Houwitsers. Dhr Somers verwart zijn 25-pound kanons, die waarschijnlijk afkomstig zijn uit het verre verleden, maar dat weet onze VOC-expert veel beter. Hij was er tenslotte bij.

        Waar was ook alweer dat situation report gebleven over het vervoer van die bevrijde gevangenen uit de Werfstraatgevangenis naar de haven: Die gegevens zullen best te vinden zijn in RAPWI-archieven.

        Ik begin langzamerhand wel een beeld te krijgen hoe het waaghalzige avontuur van Jack Boer verliep, dat verhaal is wel op basis van tot nu toe door Nederlandse onderzoekers incl. ambtelijke commissies, NIET-geraadpleegde Britse bronnen.

      • Jan A. Somers zegt:

        U wordt steeds verwarder.
        “hoe dat transport van de Werfstraatgevangenis naar de haven Perak was geregeld.” Dat was zeer goed geregeld. Ben omstreeks 16.00 uur bevrijd, omstreeks 17.00 uur uit de gevangenis gekomen en omstreeks 17.30 uur ingestapt. Aankomst Perak omstreeks 18.00 uur, het was net donker geworden.
        “de eerste Indonesische verdedigingsgordel lag veel verder van de havengebied af). ” Ik dacht dat u kaart kon lezen. De gordel bij de Bataviaweg lag halverwege Perak/Oedjoeng en de gevangenis. Met een niemandsland tussen Perak/Oedjoeng en de Bataviaweg. Die was rond 12.00 uur doorbroken en opgerold. Toen de heer Boer daar doorheen wandelde om ca. 04.00 uur, met een fluisterstille tank, lagen de verdedigers nog te slapen. En toen de heer Boer na zijn geslaagde actie bij de Werfstraat de bevrijde gevangenen naar Perak vervoerde (weer dwars door de Bataviaweg, maar nu noordwaarts) waren die verdedigers waarschijnlijk al wakker, maar bezig met hun nasi goreng.
        “wat vrachtwagens voor het vervoer van de bevrijde gevangenen en hun begeleidingsgroep vrijgemaakt voor de geheime missie.” Dat heeft de heer Boer er niet bij verteld. Dus nog meer mensen en stille voertuigen, om 04.00 uur door die verdedigingsgordel heen! En nog steeds geheim!
        “tijdlijn voor het transport in de gaten te houden, om te beginnen de tijd na 06:00 ” Voor de heer Boer begon de tijdlijn om 03.30 uur. Rond 06.00 uur kan hij wellicht ons allen hebben bevrijd en begon zijn weg, met ons, terug naar het noorden, Perak. Weer door die verdedigingsgordel, die nog niet door de Britten was opgerold. Dat was pas rond 12.00 uur gebeurd.
        “De stilte was niet om aan te horen” Tot 06.00 uur, gedurende de actie van de heer Boer met een tank, was het inderdaad nog heel stil. Zelfs de luidsprekerzuil gaf geen geluid.
        De Britten hadden de beschikking over 12 Mosquito’s en 8 Thunderbolt’s, later versterkt met 4 Thunderbolt’s en 8 Mosquito’s. Op 10 november heb ik ze alleen afzonderlijk of met tweeën zien vliegen. ook heel laag om indruk te maken. Zij hadden een afdeling 25 pounder veldartillerie (de VOC had andere kanons zoals u weet), en 3.7 cm houwitsers. Die houwitsers waren volgens mij mortieren, geen veldartillerie, en heb daar als artillerie-officier natuurlijk geen verstand van. De 25 pounder behoort tot de lichte veldartillerie en was mooi Engels geschut. Tijdens mijn officiersopleiding heb ik er één keer mee geschoten, 4 div had er toen nog één afdeling van. Bij de eindtest van mijn opleiding schoot ik met de 155 mm lang (Amerikaans), en in mijn actieve diensttijd zat ik bij de legerkorpsartillerie, 8 inch houwitser(Amerikaans). Dat was onze zwaarste artillerie. De Nederlandse lichte veldartillerie bestond toen uit de 105 mm houwitser (Amerikaans). In stadsgevechten heb je niet veel aan artillerie, voor open stukken (Perak-Bataviaweg) zou de 25 pounder nog net bruikbaar zijn geweest. Mortieren zijn daar veel handiger.
        Uw lijstje schepen is overigens niet compleet, maar dat is ook niet erg. Zij hebben volgens mij na 12 november geen evacuees uit de Werfstraatgevangenis vervoerd. En de passagierslijsten waar u het over heeft zijn natuurlijk onbruikbaar om het aantal bevrijde gevangenen te tellen. Aan een rijtje namen heeft u niets, die kunnen overal vandaan komen. Er waren in Perak/Oedjoeng in die tijd meer mannen dan alleen uit de Werfstraatgevangenis. En tijdens het lopen tussen de gevangenis en de rij auto’s zijn er al veel mannen achtergebleven in de woonwijk waar we doorheen liepen. We moesten niet bevrijd worden, alles was vrijwillig. En er zijn nogal wat mannen (de meeste?) achtergebleven in de kampen op Oedjoeng, en (ik dacht) Morokrembangan. Zo is mijn baas van de melkerij ook achtergebleven om te proberen achter de troepen aan naar zijn bedrijf, vrouw en dochter te komen. Door niemand belet. Wel uiterst gevaarlijk.

      • Jan A. Somers zegt:

        “die dode Gurkha naar de haven transporteren” effe vergeten: Er was niet één dode Gurkha, maar meerdere. En ook Brits-Indiërs met een andere etnische afkomst. Als u een keer in Jakarta bent kunt ze daar zoeken op datum: 10 november 1945.

      • van een andere generatie zegt:

        Ik heb bewust het aantal vrachtwagens, dat de bevrijde gevangenen vervoerden weggelaten om te checken of dhr Somers dat weet, dat weet hij niet want hij heeft geen Britse bronnen geraadpleegd. Het kunnen er niet veel zijn, want om meer dan 2.384 en minder dan 3.500 bevrijde gevangenen te vervoeren, weliswaar op korte afstand (Britse bronnen spreken van handy distance) , mag toch wel tijd kosten. Daarom werd dhr Somers zo laat afgevoerd. Hoevelen zijn hem voorgegaan? Dus hoeveel vrachtwagens waren bij het vervoer betrokken, Heer Somers. Nu stel ik de vragen.

        En dhr Boer verzorgde het transport niet want die was volgens dezelfde dhr Somers de stad ingegaan, there where the action is.Dus wie is hier verward?

        Dhr Somers moet lezen in Engelse en ook Indonesische bronnen wat er gebeurd is en niet denken hoe het gegaan zou zijn, dat zijn toch verzinsels, prietpraat, niet waardig voor een Ex-wetenschapper.

        Maar het ziekelijke van het verhaal van dhr Somers dat hij niet begrijpt dat een 25-jarige (???) reserve-officier KNIL, wellicht net uit het Jappenkamp, die had het laatst als tolk voor de Britten gewerkt, voor het eerst van zijn leven belast wordt met een echte oorlogstaak om met 10 man meer dan 2.384 gevangenen, bewaakt door meer dan 100 Indonesische gevangenisbewaarders uit een heuse gevangenis te halen.

        Jack Boer kon niet alles weten, hij moest alleen die mensen uit de gevangenis halen, maar dat gaat niet alleen de intelligentie maar ook beperkte voorstellingsvermogen van ene reservelandmacht-officier als dhr. Somers te boven . Daarvoor dienen juist die situation reports gelezen te worden van officieren die bij de geheime actie betrokken waren. Dat begrijpt dhr Somers niet en zal dat ook nooit begrijpen want hij wil het niet begrijpen.

        Net zoals de betreffende Minister die aan de Kamer meedeelt dat Jack Boer niet verantwoordelijk was voor de bevrijding van die gevangenen, maar wie dat wel was geeft de Minister niet aan!!!! Wat voor BS-antwoord is dat, daar komt zelfs mr.dr.ir Somers niet op, waar hebben we het dan over? Kan dhr Somers misschien aangeven wie hem dan wel heeft gered uit die gevangenis, lijkt me wel relevant ook voor hem. Misschien kan hij daar achteraan gaan, mag best na 70 jaar.

        ik ga verder met het boek van dhr A. Birney en dat van Mevr. M. van Delden.

      • Jan A. Somers zegt:

        Antwoord:
        Ik vind het zo leuk dat mijn antwoorden in prietpraat steeds ingewikkelder, verwarrender nieuwe vragen bij u oproept. U, die zoveel weet, maar geen juiste antwoorden weet te formuleren. Nog maar één keer om u weer in beweging te krijgen. Ben benieuwd wat voor nieuwe chaos dat bij u oplevert.
        “aantal vrachtwagens (…) of dhr Somers dat weet, dat weet hij niet (…). Natuurlijk weet ik dat niet, ik was zo in de wolken dat dat aantal me niet interesseerde. Het waren er veel, ik zat ongeveer in de middenmoot, kon door de bochten niet ver vooruit en achteruit kijken. U weet het, waarom zou ik het moeten nazoeken, schrijf het gewoon zelf een keer op.
        “want hij heeft geen Britse bronnen geraadpleegd.” Waarom zou ik? Toch niet interessant voor mij? Het belangrijkste was dat ik vrij was. Ik begrijp dat u dat gevoel nooit heeft gehad, u mist wat in uw leven.
        “Daarom werd dhr Somers zo laat afgevoerd.” Nou nee, het kon niet eerder. De eerste bevrijders zag ik rond drie uur in de middag, we konden ons cellencomplex verlaten rond vier uur, en rond vijf uur naar die auto’s wandelen. Daar vertroken we rond zes uur. Daar hoef ik toch niet ingewikkeld over te doen met Engelse bronnen? (tijdens die wandeling werden we getrakteerd met handjes rijst die ons door die bewoners werden aangereikt. Mensen die zelf praktisch niets te eten hadden.)
        “En dhr Boer verzorgde het transport niet want die was volgens dezelfde dhr Somers de stad ingegaan, there where the action is.Dus wie is hier verward?” Ik begin te begrijpen dat u niet kunt lezen, of mogelijk verward bent geraakt. Meerdere malen heb ik het eigen relaas van de heer Boer geciteerd. Nog maar eens voor uw gemak: citaat: “In totaal konden 2.384 pertsonen uit de cellen en cellenblokken worden bevrijd. Onder de bevrijde gevangenen bevonden zich (…). (…) Ook zij werden bevrijd. Dit gebeurde tegen het einde van de hele actie. (…) Maar daar hield het niet op. Wij gingen Soerabaja in.” Einde citaat.
        “Dhr Somers moet lezen in Engelse en ook Indonesische bronnen” “Daarvoor dienen juist die situation reports gelezen te worden van officieren die bij de geheime actie betrokken waren.” Ik bepaal zelf wel wat ik denk te moeten lezen. Ik ben geen historicus, en ik heb wel wat anders te doen dan verder te spitten in datgene wat ik weet. Ik weet genoeg om mijn eigen ervaringen keurig te kunnen embedden. Dan ga ik toch verder met wat wel belangrijk is in mijn leven. Alleen weet ik nog steeds niet wat er zo geheim was aan die actie. Iedereen wist wat er aan de hand was, de Indonesische verdedigers waren er klaar voor langs de Bataviaweg. U weet het toch zelf ook? Hij ging midden in de nacht op stap met een tank en tien Gurkha’s. Perakweg af, door de verdedigingsgordel heen, de benedensfad in naar de Werfstraatgevangenis. Wat was er zo geheim aan? Ik heb die afstand even gegoogled. Hemelsbreed ca. drie km. Door al die straatjes van de benedenstad ongeveer het dubbele, zes km. Een uur lopen. Dwars door een stad die in afwachnting was van de grote aanval. Wat is daar geheim aan?
        “wie hem dan wel heeft gered uit die gevangenis, lijkt me wel relevant ook voor hem. Misschien kan hij daar achteraan gaan, mag best na 70 jaar.” Waarom moet ik van u daar nou weer achteraan gaan. Ik heb tientallen Gurkha’s bezig gezien, soms niet zo fris. Ik stond echt niet met een blocnote handtekeningen te verzamelen van mijn fans. Ik ben ze dankbaar, en heb op het ereveld in Jakarta mijn hormat gebracht. Dat is toch het laatste wat je voor die gesneuvelden kunt doen.
        “die aan de Kamer meedeelt dat Jack Boer niet verantwoordelijk was voor de bevrijding van die gevangenen, maar wie dat wel was geeft de Minister niet aan!!!!” Dat is de minister toch niet gevraagd. Ik denk dat u al het materiaal dat het Kapittel en de commissie is aangereikt door het actiecomité zelf heeft gelezen (ik niet hoor). En ook de aanvullende bronen die het kapittel en de commissie zelf nog hebben verzameld. Dan kunt u toch hier op Javapost een doorwrocht verhaal schrijven hoe of de heer Boer midden in de nacht door al die verdeigers is gelopen? En zijn bevrijde gevangenen rond zes uur ’s ochtends naar Perak/Oedjoeng heeft gebracht, dwars door al die strijdgroepen heen, tijdens het begin van de aanval? Ik wacht verder maar af. Zelf hoef ik niet meer te weten, ik ben bevrijd, en ben nu met leuke dingen bezig. Wel help ik de nieuwe onderzoeksgroepen een beetje.
        “Welke passagierslijsten wil hij hebben die van de HMS Gleen Roy, Waveny, SS Bapeta, SSPulasti, SS Malika, SS Floristan.” Ik hoef ze niet te hebben. De vraag is alleen waar die evacuees vandaan kwamen. Bappeta, Pulasti, Malika, en Floristan waren W/T-schepen. die hebben volgens mij geen mensen uit de Werfstraatgevangenis vervoerd. De Glenn Roy en de Waveny waren transportschepen die vrouwen en kinderen uit Darmo/Goebeng naar Singapore hebben gebracht. Landingsvaartuigen, HMSLT 3001, 304, 413 en 237, HMLCT 1161, q1195, 1060 en 1055 hebben die mensen naar de op de rede liggende transportschepen gebracht en naar de Queen Emma. Dat kon niet in de havens vanwege de aankomst van de 5th Division. De Van Heutsz heeft
        vrouwen en kinderen uit Darmo/Goebeng naar Batavia gebracht. De Princess Beatrix heeft volgens mij naast vrouwen en kinderen de eerste Werfstraatgevangenen (waaronder ik) naar Batavia gebracht. En volgens mij de laatste, ook Batavia zat vol. Maar dat weet ik niet zeker. U vast wel. Misschien interessant dat u die lijsten met Werfstraatgevangenen hier op Javapost publiceert. Wellicht zijn er nogal wat lezers die familie herkent. Zullen ze u dankbaar voor zijn!

      • Eus Daems zegt:

        De “tweestrijd ” tussen J Somers en “van een andere generatie ” verdient geen schoonheidsprijs .
        Onder het mom “ik weet meer dan jij “vullen ze nu al tijden de Java Post .
        Ga eens bij elkaar zitten en deel jullie ervaringen dan hebben andere lezers er ook wat aan en stop met dat egotripperij .

      • Jan A. Somers zegt:

        “verdient geen schoonheidsprijs .”U was op uw wensen bediend: “Ik denk dat ik dan kan zeggen: Roma locuta, causa finita. Daar zal ik een hoop lezers een plezier mee doen. Niet volgens mij, maar zeker weten.

    • Jan A. Somers zegt:

      ” Iemand had het over een geheime missie”: “twijfel niet aan de integriteit van dhr Somers maar wel aan wat andere dingen” Weet u nog wie die ‘iemand’ was? Zie Javapost. 1 juli 3.10 uur: “dat de geheime missie van Jack Boer om 04:00 uur in de ochtend begon”.

  28. van een andere generatie zegt:

    Ach heer Somers, beter vragen geven beter antwoorden, maar als u hier de boel wil zieken , bent U daarin wonderwel in geslaagd.

    Die vragen van U hebben niks wetenschappelijks. Om wat voorbeelden te noemen:
    citaat… Het was overigens niet zulke zware artillerie, 25 pounders…. Onjuist,… mijn wedervraag is, welke artillerie hebben de Britten wel gebruikt, al dan niet zwaar???

    En natuurlijk dat situation report… De commissie heeft geen bronnen gebruikt, die de Britse visie weergeven, mag toch wel want Jack Boer stond onder Brits bevel.
    Andere vraag, wat waren de namen van die 10 Gurkha’s en bij welke eenheid zaten zij. Welke Gurkha werd bij de aanval gedood. Heeft de commissie geen antwoord op gegeven, maar ze geven wel aan dat Jack Boer niet het bevel over die groep vormde, wie dan wel mag Joost weten.

    En dan komt dhr Somers met wat wetenschappelijke vragen hoe het komt dat een tank bij de gevangenis kan komen. weet de Heer Jack Boer ook niet want hij is niet achter die tank aangekomen, hij nam een andere weg. Logisch toch.

    En dan over die passagierslijsten. wat is de relevantie van de vraag , alleen om mij een beetje te zieken.
    Welke passagierslijsten wil hij hebben die van de HMS Gleen Roy, Waveny, SS Bapeta, SSPulasti, SS Malika, SS Floristan.

    En dan ook nog in de meervoudsvorm antwoorden. Niet alleen een snoever, ex-wetenschapper, maar ook door en door arrogant.

    Ik ga verder met dat boek van Mevr. M. van Delden, die heeft echt interessante dingen te vertellenden dan dat gesnoef van mr.dr.ir Somers.

  29. van een andere generatie zegt:

    Nu begrijp ik de uitspraak van dhr Somers die zichzelf beschrijft als EX-wetenschapper. Hij hoeft dan niet zelf zijn eigen uitspraken te verifiëren, maar wilt wel de uitspraken van Jack Boer falsificeren!!!!!!! . Dan dient hij niet alleen af te gaan wat Jack Boer beweert maar lezen hoe anderen, dus ook de Britten zijn missie beschrijven, hij stond tenslotte onder Brits bevel.
    Aangezien Britse bronnen de uitspraken van dhr Somers tegenspreken, legt hij als EX-wetenschapper die uitspraken gewoon naast zich neer. Somers’ verhalen veelal afdoen als prietpraat, dus niet zijn ooggetuigenverslag , heeft wel enige grond van waarheid.

    Uit zijn bovenstaand verhaal blijkt dat hij geen betrouwbare bronnen raadpleegt, althans hij is er zich niet van bewust, des te erger, zoals zijn beschrijving…..”Landingsvaartuigen, HMSLT 3001, 304, 413 en 237, HMLCT 1161, 1195, 1060 en 1055″ kan niet kloppen, of hij heeft het waarschijnlijk verkeerd gekopieerd.

    LST betekent Landings Ship Tank. LCT betekent Landing Craft Tank, beiden zijn schepen voor amfibische of Zee-Land operaties
    HMSLT 3001 betekent LST 3001 van de Royal Navy (HM betekent His Majesty). Alleen LST 3001 wordt op de romp vermeldt, dat is tenminste op foto’s en films bij de slag bij Surabaya te zien.
    HMLCT 1161 etc.. is dus ook verkeerd. LCT 304, 413 en 237 zijn oorspronkelijk schepen van de Amerikaanse Marine, die hebben 3-letterige afkortingen. Deze schepen zijn via LEND-LEASE act tijdens WO2 aan de Britten overgedragen. Zelfs Wikipedia geeft een betere beschrijving dan dhr Somers, van het gebeuren zelfs dat raadpleegt hij niet!!!!!

    Als dhr Somers zijn bronnen had gecrost-checkt dan had hij dat wel kunnen weten, maar hij is slechts een EX-wetenschapper (zijn eigen woorden). En van een dienstplicht landmacht-officier mag ik toch niet verwachten dat hij zeemacht-afkortingen kent, dat is toch wel wat teveel gevraagd.

    Wat mij stoort maar waar hij wel plezier in heeft is dat zijn uitspraken een mengelmoes of combinatie van juiste (zijn ogengetuigenverslag) en niet juiste gegevens zijn, een soort Faction of fake-news. Als zijn uitspraken beginnen met:…. volgens mij… dan hou ik mijn hart vast en denk met weemoed aan Zeeland.

    En dat verhaal over Jack Boer, een dienstplichtig KNIL-officier?. Dat komt wel na het verhaal over de Bersiap. Ik stel zo mijn prioriteiten.

    • Jan A. Somers zegt:

      Wat leuk dat u mij zo over die landingsvaartuigen vertelde, goed gelukt dus. Maar dat is helemaal niet interessant. Van belang was dat Perak en Oedjoeng gereserveerd waren voor debarkerende vaartuigen. De vrouwen en kinderen (en ook nog enkele mannen) uit Darmo/Goebeng (Niet de Werfstraat, die passagierslijsten zijn dus niet relevant voor uw telwerk.) zijn toen met die landingsschepen naar de op de rede liggende vaartuigen gebracht. Ik heb daar nog een foto van, meer hoef ik niet van die landingsvaartuigen te weten. Het ging om de evacuatie van burgers.
      “hij stond tenslotte onder Brits bevel” U kunt zich hierover inlezen in een toenmalig wetboek van strafrecht inzake vreemde krijgsdienst. De heer Boer en ik zijn een beetje collega’s. Hij als tolk, ik als tolk, gids, bijrijder. Hij had niet in een Japans kamp gezeten zoals u mij vertelde, ik ook niet. Hij had gelogeerd bij de Kenpeitai, ik ook. Zelf spreekt hij niet over enig officiersschap. Wel over zijn opleiding tijdens zijn militaire dienstplicht bij de Koninklijke Marine, MLD. Ik citeer: “Na Goebeng werd ik op het Marine Vliegkamp Morokrembangan geplaatst. Hier kwam ik in opleiding als militie-matroos vliegtuigmaker (…). Kortom, voor ambitieuze manschappen viel er zeer veel te leren.” einde citaat. Bij het begin van de oorlog moest hij zich melden bij de commandant MLD te Morokrembangan. begin citaat: “De werkzaamheden, waar blijkbaar grote behoefte aan was, bestond uit het vertalen van allerlei technische handboeken uit het Engels/Amerikaans, Duits en Frans in voor Nederlanders begrijpbare taal.” .einde citaat. Daarna heeft hij zich bezig gehouden met brandstofdepots van de KM, mooi in lijn met zijn werk bij de Shell. Enfin, u kunt verder zelf wel lezen.
      “mag ik toch niet verwachten dat hij zeemacht-afkortingen kent” gelukkig heb ik u hiervoor! Ik hoop dat u alle landmacht-afkortingen kent rond de strijd om Soerabaja.
      “Als zijn uitspraken beginnen met:…. volgens mij” Als je zoals ik waarschijnlijk meer vergeten bent dan u ooit hebt geweten, blijf ik voorzichtig. Is ook niet zo belangrijk, ik heb u steeds achter de hand. In de wetenschap is het ‘volgens mij’ heel gangbaar en eerlijk. Je gesprekspartner weet dan dat je een slag om de arm houdt. Want u heeft van mij ook wel eens gehoord dat wetenschap niet meer is dan de kunst van het omgaan met het niet-weten.
      “verklaart dat 4 partijen aan het begin van de Bersiap betrokken waren:” Wisten we dat niet al langer? Alleen over de betrokkenheid van de Nederlanders heb ik zo mijn ideeën.
      “De Amerikanen waren al vòòr 15 Augustus aanwezig in Ned. indie en hadden via OSS contact met de Indonesische nationalisten.” Wat is hier nieuw aan? Bovendien lieten zij het civiele bestuur over aan NICA.
      “Nederland verweerde zich officieel niet tegen deze overdracht, ” Nederland had niets te verweren, het was een beslissing in Potsdam tussen Amerikanen, Engelsen en Russen. Op 15 augustus 1945 kwam o.a. Indië onder gezag van SEAC. Maar die kon dat niet aan, en liet de bevrijding van de gebieden buiten Java en Sumatra over aan de Australiërs. Net als de Amerikanen lieten de Australiërs het civiel bestuur over aan NICA. En bij stukjes en beetjes het militaire gezag aan het zich herstellende KNIL. Daar werd ook de kiem gelegd voor het federalisme.
      Zo, dat was weer een hoop prietpraat. Kunt u ook weer verder. Ik denk dat ik dan kan zeggen: Roma locuta, causa finita. Daar zal ik een hoop lezers een plezier mee doen. Niet volgens mij, maar zeker weten.

      • Jan A. Somers zegt:

        effe vergeten: In mijn tijd als gunnery officer had Nederland een groot leger dat zowel met bestaffing als operationeel gerund werd door voornamelijk reserve-officieren.

  30. van een andere generatie zegt:

    Ik keer terug naar het onderwerp “Onvrede over lopend onderzoek……..”

    Ook Mevr. M. van Delden verklaart dat 4 partijen aan het begin van de Bersiap betrokken waren: Britten, Indonesiers, Japanners en Nederlanders (alfabetische volgorde),

    De Britse positie verdient nadere aandacht in het onderzoek want tot nu toe is veelal van Nederlandse zijde eenzijdig aandacht geschonken aan de Britse positie. Er dient niet vergeten te worden dat het Britse bezettingsleger in Ned.-Indie bestond uit meer dan 85% soldaten uit Brits-Indie, ook veel soldaten uit het huidige Pakistan (moslim) Indiase politici zoals Gandhi en Nehru beklaagden zich erover dat soldaten uit Brits indie betrokken werden in een koloniale oorlog in Ned.-Indie en uitten dat ook. Dat niet alleen, het Brits-Indische leger bestond uit VRIJWILLIGERS, dus hadden een andere houding als (Nederlandse) dienst-plichtigen. Het valt niet te verwonderen dat meer dan 1.000 Brits-Indische militairen overliepen naar Indonesische zijde, maar dat deden Japanse soldaten ook. Daarmee hadden de Britten te maken. Hoeveel Nederlandse soldaten liepen over naar Indonesische zijde, mèèr dan 1????

    Een ander verhaal is de positie van de Amerikanen. De Amerikanen waren al vòòr 15 Augustus aanwezig in Ned. indie en hadden via OSS contact met de Indonesische nationalisten. Dit ter voorbereiding van een invasie van Amerikaanse troepen. De overdracht van het gebied Ned.Indie van SWPA naar SEAC veranderde weliswaar de situatie, maar het Amerikaanse inlichtingenwerk was al opgezet en functioneerde. Nederland verweerde zich officieel niet tegen deze overdracht, het kwam hun eigenlijk goed uit, want de Amerikaanse anti-koloniale houding paste niet in het Nederlands beleid. Vandaar dat de VS bvb de opleiding van de Mariniersbrigade opschortte zodat deze gedwongen was uit de VS te vertrekken richting Indie.
    De Amerikanen haddenna WO2 snel een Consul-generaal naar Batavia/Jakarta gestuurd, die zowel contact had met de Republik als met Nederland. Hoe de verhoudingen VS-Nederland tijdens de Bersiap/de koloniale oorlog precies in elkaar stak mag toch wel onderwerp van onderzoek zijn? Zodoende kan aangeven worden dat niet alleen de Marshallhulp ervoor zorgde dat Nederland uit Ned.-Indie vertrok.

    Tevens mag niet vergeten worden dat Nederland pas kort tot het geallieerde kamp hoorde. Tot ver na WO1 had Nederland een neutrale positie ingenomen, wat eigenlijk (typisch Nederlands) zeer profijtelijk en praktisch was. De Japanse dreiging was de aanleiding dat Nederland haar neutrale positie opgaf. Deze opportunistische houding zal zeker een rol gespeeld hebben i.c. de positie van de Britten en de Amerikanen beïnvloed hebben na WO2. .

  31. van een andere generatie zegt:

    De bevrijdingsactie op 10 november 1945.

    Op 9 november, de dag voor de Slag om Soerabaja toen alle (Britse) onderdelen weer op sterkte waren in Tandjoeng Perak, kwam een Ambonese burger ‘s avonds laat aan een grenspost. Twee schildwachten voerden hem door de linies naar de hoofdwacht. Hij heette Patiradjawani en was een cipier van de Werfstraat gevangenis. Mijn hulp (Jack Boer = JB) werd ingeroepen om het verhaal van de man te vertalen. Hij vertelde dat in de vroege ochtenduren alle in de Werfstraatgevangenis aanwezige mannen en jongens zouden worden omgebracht door vergiftigd voedsel (de pap voor het ontbijt zou gemengd worden met arsenicum), waarna de gevangenis in brand zou worden gestoken.
    De vraag was natuurlijk of de zegsman te vertrouwen was. Ik JB kon de Britten met een gerust hart verklaren dat ik de man betrouwbaar achtte omdat ik JB hem tijdens mijn periode als gevangene van de Kenpetai in 1943 als humaan mens had ervaren die nimmer lijfstraffen had toegepast. Ik JB vroeg Patiradjawani naar de sterkte van het gevangenispersoneel. Hij antwoordde dat de sterkte kon variëren tussen honderd en tweehonderd man, indien niet voortijdige bewakers weg zouden lopen. Hij zei verder dat wij voorbereid moesten zijn op een zeventigtal levenslang gestraften, die hoogstwaarschijnlijk eveneens zouden zijn bewapend. De Engelse commandant zag geen kans op zo’n korte termijn een grootscheepse reddingsoperatie op touw te zetten zonder de eigen posities in gevaar te brengen. Toch stelde ik JB een aanvalsplan op en toen ik JB na uren van overleg en aandringen bij de staf van Pugh nog niets had bereikt riep ik JB de hulp in van Rendall en Whitmarsh Knight. Zij adviseerden Pugh mijn plan te accepteren, waarop Pugh mij uiteindelijk toestemming gaf om het uit te voeren. Het plan bestond uit de aanval met een gepantserd voertuig en de inzet van vijfentwintig man.Ik JB kreeg echter een Stewart (= Stuart) tank, die een zwaarder gewicht in de schaal legt dan een pantservoertuig, en een escorte bestaande uit tien gurkha’s gewapend met handvuurwapens en handgranaten toegewezen. Het hele plan was gebaseerd op verrassing en timing.
    Om half vier in de ochtend vertrokken we van de basis naar de Werfstraat gevangenis. Ik JB had de route vanaf Perak uitgezet tot aan de Dwars Nieuw Hollandstraat. De tank stopte voor de bocht in de Dwars Nieuw Hollandstraat. Een gurkha ging vooruit en schakelde met één schot wachtpost VI uit. Direct daarna trok de tank op tot twintig a dertig meter van de gevangenismuur en schoot een bres in de beide muren.
    Daardoor ontstond een mangat dat zo groot was, dat het hele peloton er normaal door naar binnen kon lopen.
    Dit alles vergde minder dan twee minuten, waarna om vier uur het verdere verloop van de actie begon. Een groot geluk was dat het eerste schot waarmee wachtpost VI was uitgeschakeld de overige posten niet in staat van alarm bracht.
    Wanneer dat wel gebeurd was zou de hele actie een ander verloop hebben gehad.
    In de gevangenis tussen de open opslagplaats en de kamar gelap, splitsen we ons in een linker- en een rechtereenheid. Bij de laatste sloot ik me aan. Het kanonvuur van de tank had samen met de salvo’s waarmee de posten werden geëlimineerd kennelijk voor de nodige commotie gezorgd, omdat wij van veraf geschreeuw hoorden. Dat geschreeuw kwam naderbij, alleen wisten wij niet uit welke richting. Vanuit de centrale kantoren werden kennelijk in het wilde weg schoten in onze richting afgevuurd. Toen onze helft de bocht omkwam bij het kleinmagazijn, kregen wij de volle laag vanaf het kruispunt bij de keuken.
    Een paar handgranaten maakten dit kruispunt vrij. Daarna openden de gurkha’s met getrokken cuckries de aanval tot voor de centrale kantoren en openden het vuur op alles wat bewoog.
    Voor de centrale kantoren, waar inmiddels ook onze linker groep om het kantoortje van de technische dienst heenvechtend was aanbeland, vonden man-tegen-man-gevechten met de bewapende gevangenen plaats.
    Ik JB was op weg naar de wapenkamer, maar daarvoor moest ik langs de deur van keuken waarin zich enkele strapans bevonden. Een naar binnen gegooide handgranaat, waardoor eet- en kookgerei naar beneden kletterde, hield opruiming. Bovendien schoot de gurkha die achter mij aan was gelopen op alles wat bewoog. De wapenkamer bleek op een rek met bamboe roentjings na leeg te zijn. Toen de slag gestreden was en de gebruikte wapens waren verzameld, bleek dat de buit bestond uit 50 stuks M95-kara-bijnen, 40 pistolen van verschillende makelij en kaliber, een brengun en slag- en steekwapens.

    Eén gurkha sneuvelde toen ik voorbij de deur van de bankwerkerij wilde lopen in de richting van de loodscellen (1). Hij trok mij terug en ging voor mij de deur door, waarop hij de volle laag kreeg. IUk JB gooide achter elkaar drie handgranaten naar binnen die de zeven strapans elimineerden die zich daar hadden verschanst. Een achter mij aangekomen gurkha maakte met enkele schoten zonder pardon een einde aan het leven van de gewonden. Ook de wachtposten III, IV, V en VII waren uitgeschakeld. De posten I en II aan weerszijden van de zijpoort bleken onbezet. Na deze actie waren er nog verzetshaarden die door de gurkha’s snel werden opgeruimd, waarna wij konden beginnen aan de bevrijding van de opgepakte mannen en jongens.
    De gevangenen bleken in een deerniswekkende toestand te verkeren. Ze waren vervuild en hun gezondheidstoestand was slecht: velen waren sterk vermagerd, hadden wonden en soms zelfs gebroken ledematen.
    Iedereen kreeg een strikt verbod om drinkwater en voedsel aan te raken, omdat alles vergiftigd zou zijn. De gamellen met pap stonden nog op de voedselkarren in en om de keuken. Op de binnenplaats en bij de cellenblokken werden overal drums met brandbare materialen, zoals dieselolie, petroleum, benzine en afgewerkte oliën op karren aangetroffen. Volgens de Ambonese cipier zouden de drums worden uitgegoten, waarna de olie in brand zou worden gestoken.
    Van alle cellen en cellenblokken waren de sleutels weggegooid. Deze werden veel later in de waterputten teruggevonden. Eén man had zichzelf in een cel van de kamar gelap opgesloten en de sleutels in het putje in de cel gegooid. Gelukkig herkenden enkele Nederlanders de man als een beruchte misdadiger, die had meegedaan aan de mishandelingen. Daarna werd hij standrechtelijk aan verdere circulatie onttrokken. In totaal werd een zeventigtal levenslang gestraften, die herkenbaar waren aan hun bruine eenheidskleding, neergelegd. Alle overige functionarissen waren door de zijpoort verdwenen en hadden die van buitenaf weer op slot gedaan, zoals één van de strapans vertelde voordat hij door een gurkha uit zijn lijden werd verlost. Alle lijken werden op de plek waar zij werden neergeschoten achtergelaten.
    In totaal konden 2.384 personen uit de cellen en cellenblokken worden bevrijd. Onder de bevrijde gevangenen bevond zich een zeventigtal BPM’ers, waaronder de heer Frangenheim met zijn zoon Eric, en de heer Rosel. In één van de laatste cellen zat een man genaamd Waas. Ik JB had deze afgelegen cel niet ontdekt, wanneer hij niet mijn aandacht had getrokken met een witte lap, die zijn onderbroek bleek te zijn.
    Gelukkig kon ikJB daarop ook zijn celslot kapot schieten. Waas attendeerde mij op een heel apart celblok, waarin nog tweeëntwintig vrouwen en kinderen zaten opgesloten. Ook zij werden bevrijd.
    Dit gebeurde tegen het einde van de hele actie.
    De wapens werden verzameld en aan het eind van de middag overgedragen aan de Engelse intelligence-groep van de basis. Ik was toen circa 72 uur onafgebroken in touw geweest; eerst met de voorbereidingen van de evacuatie, daarna met de transporten naar het havencomplex, waarna Patiradjawani zich aankondigde.
    Maar daarmee hield het niet op. Wij gingen Soerabaja in. Het was een leeggeplunderde en vernielde stad, met barricades van de meest merkwaardige samenstelling: van stenen tot autobanden, van meubilair tot wrakken. Er hing een lijkenlucht en er zaten miljoenen vliegen op kadavers van beesten en menselijke resten. Om in deze situatie enige orde te brengen zouden ploegen wekenlang bezig moeten zijn met het hanteren van brandspuiten, als er water was. Werkvolk was niet meer te vinden. De stad was leeg. Ook de mensen die wij niet meer hadden kunnen bereiken in ver van de Rode Kruis wijk afgelegen wijken waren verdwenen, de vraag “waarheen?” bleef één groot vraagteken. Waarschijnlijk waren ze meegevoerd als gijzelaar.

    Een terugblik op de hele situatie geeft mij, zoveel jaren later, wederom een gevoel van opluchting. Ik JB had dan wel het voordeel het complex enigszins te kennen uit de Kenpetai periode, maar dat nam niet weg dat de gevechten uitermate enerverend waren. De gurkha’s vochten als leeuwen tegen de zich tot het uiterste verzettende Indonesiërs, waarvan velen niets te verliezen hadden. De officiële bewakers hadden de benen genomen en konden later niet opgespoord worden, evenmin als het directie- en kantoorpersoneel. Aan onze kant sneuvelde één gurkha die mij in feite het leven had gered, iets dat mij vele jaren daarna vaak nachtmerries bezorgde.
    De administratie van de Werfstraat-gevangenis bevatte alleen de namen van de gevangenen van de Japanners. Van de Bersiap periode werd niet één aantekening gevonden.

    Aldus een ooggetuigen verslag van dhr J. Boer. De lezers kunne zelf een beeld vormen van de situatie.

    • van een andere generatie zegt:

      N.B.
      Col./Brigadier Pugh was na de moord op Brigadier Mallaby commanding officer 49th Indian Infantry Brigade in Soerabja. Hij gaf toestemming voor d actie van J.L. Boer.

      Lt. Col. J.F.S. Rendall was in Surabaya commanding officer 3. Indian Field Rgt. Royal Indian Artillery, onderdeel van bovengenoemd divisie. J.L. Boer trad op als zijn vertaler, zoals vermeld in een notitie van 31.10.45 van Rendall

      P. Whitmarsh Knight was de 2nd in command van Randall. Whitmarsh Knight geeft in een notitie van 1.11.45 aan dat J.L. Boers “…….able organizer to put in charge of the internee side……”

  32. Kathy Moen zegt:

    [CITAAT]

    Uit: nr. 59
    BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

    Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
    Den Haag, 9 december 2005

    /…/

    Nadat bevestiging van het Comité «Onderscheiding Jack Boer» was verkregen dat het dossier compleet was, heb ik op 15 februari 2005 het Kapittel der Militaire Willems-Orde om advies gevraagd.

    Het Kapittel heeft vervolgens zelf feitenonderzoek uitgevoerd. Dit behelsde de door aanvragers ingediende stukken, wetenschappelijk verantwoorde historische publicaties, de archieven van het Nederlands Instituut van Oorlogsdocumentatie, van het Koninklijk Tehuis voor Oud Militairen Bronbeek, van de Corporate Memory and Analysis Branch van het Britse ministerie van Defensie, van het Imperial War Museum en van de Britse National Archives.

    Vastgesteld is dat de heer Boer zich vrijwillig heeft gemeld bij de Britse strijdkrachten en werkzaamheden heeft verricht als gids en tolk in Soerabaja. Hij wordt gekenschetst als gedreven en doortastend. Met grote waarschijnlijkheid is de bevrijding van de gevangenis uitgevoerd als onderdeel van de Britse aanval op de stad die op 10 november om 06.00 uur, na het verstrijken van het ultimatum aan de Indonesiërs, is ingezet. Een aparte bevrijdingsactie tegen de gevangenis om 04.00 uur en dus vooruitlopend op de aanval, zoals vermeld in de memoires van de heer Boer, wordt niet waarschijnlijk geacht. Daarover zijn geen documenten aangetroffen.

    Vast staat dat de heer Boer aanwezig is geweest bij de bevrijdingsactie. Niet bewezen is dat hierbij sprake is geweest van een door hem geleide actie met een door de Britten ter beschikking gestelde kleine groep militairen. Het zich vrijwillig beschikbaar stellen als tolk en gids en het zich met gevaar voor eigen leven begeven in de beschreven actie getuigt van moed. Door hem persoonlijk verrichte uitzonderlijke daden van moed, beleid en trouw bij de bestorming van de gevangenis zijn echter niet aangetoond. Derhalve adviseert het Kapittel dat geen sprake kan zijn van toekenning van de Militaire Willems-Orde aan de heer Boer. Ik volg dit oordeel van het Kapittel.

    Vervolgens heb ik de commissie dapperheidsonderscheidingen van het ministerie van Defensie advies gevraagd of de heer Boer in aanmerking komt voor een andere dapperheidsonderscheiding. De commissie constateert dat getuigenverklaringen van geïnterneerde Nederlanders een uiteenlopend en te beperkt beeld geven van de actie. Andere documenten die overtuigend bewijs leveren ontbreken. De commissie adviseert op grond hiervan de heer Boer niet in aanmerking te brengen voor een dapperheidsonderscheiding. Ik volg het oordeel van de commissie.

    Dat er onvoldoende grond is om over te gaan tot toekenning van een MWO of een andere dapperheidsonderscheiding laat onverlet dat waardering en bewondering past voor het optreden van de heer Boer, die ik bij deze namens de regering uitspreek.

    De Minister van Defensie,
    H. G. J. Kamp

    [EINDE citaat]

Plaats een reactie