Moorden en martelingen verdoezelen was ‘gewoon beleid’

Interview Rémy Limpach, historicus

De koloniale autoriteiten in Nederlands-Indië waren structureel gewelddadig. Klokkenluiders werden geïntimideerd, de bestuurlijke top gedoogde het extreme geweld en keek weg. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van historicus Rémy Limpach.

Limpach bij de presentatie van zijn boek

Limpach bij de presentatie van zijn boek

Door Anne-Lot Hoek

Op 26 februari 1949 verscheen er een anonieme brief in het weekblad De Groene Amsterdammer met als kop ‘Een officier schrijft uit Djocja aan zijn vrienden: een commentaar op ons.’ In de brief, die buiten zijn medeweten werd gepubliceerd, bekritiseerde deze officier het doden van Indonesische gevangenen met een nekschot, het verdoezelen door de autoriteiten van misdrijven en de martelingen door de inlichtingendiensten. Als represaille werden kampongs in brand gestoken, schreef hij, waarbij andere officieren hem aanraadden daar haast mee te maken, ‘voordat de bevolking de kans heeft gekregen eruit te vluchten’.

De man achter deze kritiek was reservekapitein van de Koninklijke Landmacht Ko Zweeres. Hij was ‘beslist geen linkse scherpslijper’, schreef de recent overleden journalist Henk Hofland eens, en had zich eerder achter de tweede politionele actie van legercommandant Simon Spoor geschaard.

In een andere brief, aan een vriend, schreef hij ook: ‘Natuurlijk kan je proberen door je persoonlijk optreden goed te maken wat anderen misdoen, maar daarmee wek je de doden niet uit hun graven, daardoor herrijzen de verbrande kampongs van Spoor niet uit hun as.’

Aan die passage ontleent historicus Rémy Limpach (1974) de titel van zijn boek De brandende kampongs van generaal Spoor, waarop hij promoveerde en dat deze donderdag verschijnt. „Deze man was een echte militair, maar had wel stevige kritiek en ook gewetensbezwaren” zegt Limpach op zijn kantoor van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) in Den Haag. „Die combinatie vond ik indrukwekkend.”

Zijn achtergrond checken

Vorig jaar, nog voordat hij op de Duitstalige versie van zijn onderzoek was gepromoveerd in Zwitserland, presenteerde Limpach in NRC zijn hoofdconclusie over de aard van het extreme Nederlandse geweld tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog van 1945 tot 1949. Dat was niet incidenteel, zoals het officiële standpunt op basis van de Excessennota uit 1969 nog altijd luidt, maar structureel. De nota maakte slechts summier melding van 110 ‘excessen’. Het structurele extreme geweld werd volgens Limpach vooral door de reguliere troepen gepleegd: de Koninklijke Landmacht, het Koninklijk Nederlands Indisch Leger en de Mariniersbrigade, van hoog tot laag in rang. Limpach gaat in zijn boek in op de oorzaken, preventie, controle en bestraffing van dat geweld. Hij wijst daarbij op de verantwoordelijkheid van de autoriteiten en geeft het geweld een gezicht, door de namen van geweldplegers te noemen.

De brief van Zweeres maakte, net zomin als vele andere soldatenbrieven, geen einde aan het geweld dat steeds verder om zich heen greep. De autoriteiten achterhaalden Zweeres’ identiteit. „Er werd eerst een onderzoek naar hem ingesteld in de archipel. Later ging ook de officier van justitie in Nederland zich ermee bemoeien en werd de politie en de burgemeester in Zweeres’ woonplaats Zeist bevolen om zijn achtergrond te checken”, zegt Limpach. „Was hij een communist? Wat waren zijn familieverhoudingen? De intimidatie was immens.” Zweeres deed een zelfmoordpoging. „Ik vond een uitspraak van een hoge bestuursambtenaar die toen zei: ‘Ja, we hebben hem nu wel genoeg gepest’.”

‘Lastige’ klokkenluiders

Legercommandant Spoor, die allerlei kritische soldatenbrieven onder ogen kreeg, schoof ze in de regel resoluut terzijde. Hij hield zich niet bezig met de beschuldigingen, zo zegt Limpach, maar met „het achterhalen van de identiteit van de ‘lastige’ schrijver en de mogelijkheid strafrechtelijk tegen hem op te treden”. Oud-premier Drees kreeg te horen over die gebrekkige bescherming van klokkenluiders en liet in de Tweede Kamer weten dat dat toch niet zomaar kon. „Maar het gebeurde dus wel”, aldus Limpach, en Drees keek weg. „De verschillen tussen theorie en praktijk waren nogal groot.”

De omslag van ´Brandende kampongs´ van Limpach

De omslag van ´Brandende kampongs´ van Limpach

De nasleep van de brief van Zweeres toont de situatie die Limpach inzichtelijk maakt in zijn lijvige proefschrift: dat er sprake was van „een totaal falend systeem van checks and balances, bij zowel de militairen, het burgerlijk bestuur als justitie, maar ook bij de media”. Want niet alle media publiceerden de noodkreten van de klokkenluiders, zoals de linkse De Groene, Het Parool en Vrij Nederland deden. De hoofdredacteur van het katholieke weekblad De Linie nam daarentegen gelijk contact op met de Minister van Overzeese Gebiedsdelen toen hij een melding ontving over zware martelmethodes, en gaf de identiteit van de kwetsbare tipgever prijs. Zo lieten meerdere media het grotendeels afweten. Maar de meeste militairen die het extreme geweld afkeurden, waren geen klokkenluider, aldus Limpach. „De meerderheid van hen balde de vuist in de zak, ook uit angst voor de consequenties.”

Het geweld dat tegen de Indonesische bevolking is ingezet, bestond uit marteling, brandstichting, executies zonder vorm van proces en disproportionele beschietingen met artillerie, tanks, scheepsgeschut, vliegtuigen en mortieren. Ook werden massa-arrestaties verricht, met angstpsychoses onder de bevolking tot gevolg, zoals bijvoorbeeld op Zuid-Celebes. Limpach: „Massa-arrestaties door KNIL-troepen van de lokale bevolking vonden al maanden plaats vóór de komst van de speciale eenheden die het verzet tegen de Nederlanders met geweld neersloegen, onder leiding van de beruchte kapitein Raymond Westerling.”

Het gewelddadige optreden leidde tot wanhoop bij de rechtelijk ambtenaar Jan Lambers, die rapporteerde hoe kampongbewoners werden neergeschoten toen zij bij de arrestaties probeerden te vluchten. Mensen die niet vluchtten werden door de militairen vaak „uit voorzorg” onder vuur genomen. Ze doodden volgens Lambers vele onschuldige burgers, onder wie vrouwen en kinderen.

Gedoogbeleid rond martelingen

Op Zuid-Celebes richtten de militairen vervolgens een groot bloedbad aan, waarbij duizenden Indonesiërs zijn gedood. Limpach legt de hoofdverantwoordelijkheid voor dat drama bij het legerhoofdkwartier en ook bij procureur-generaal Felderhof en luitenant-gouverneur-generaal Van Mook. „Felderhof legitimeerde dit bloedbad als een in noodrecht gegronde militaire actie, waarmee hij zich niet hoefde te bemoeien. Hij leunde dus achterover.” Van Mook reageerde wel verontwaardigd op geruchten over het gewelddadige Nederlandse optreden, maar vond het politieke doel dat hij daarmee wilde bereiken belangrijker en keek weg. „‘Brrr’, schreef hij dan in de kantlijn van rapporten over het geweld die bij hem langskwamen.”

Opvallend genoeg hanteerden veel plaatselijke militairen hetzelfde morele kompas als de hogere autoriteiten. Dat blijkt uit de zaak van een zekere majoor Fris, de hoogste militaire politiefunctionaris op Sumatra. Hij probeerde een zaak waarin een Indonesische gevangene door de lokale inlichtingendienst was doodgeknuppeld in de doofpot te stoppen. Later gaf hij aan dat hij daarmee dacht het landsbelang te dienen, want het martelen had een militair doel. „Het was nodig om informatie van de vijand te verkrijgen.” Spoor was van de grootschalige inzet van marteling op de hoogte, zegt Limpach. „Hij had een martelverbod uitgevaardigd, maar daar hield niemand zich aan. Hij nam dat op de koop toe. Dat noem ik een gedoogbeleid.”

Een andere belangrijke oorzaak van de Nederlandse ontsporingen was dat de autoriteiten in Batavia nagenoeg alle beschikbare krachten mobiliseerden, al waren die nog zo ongeschikt. Zo diende vanaf 1947 een speciale eenheid onder Nederlandse vlag, de zogeheten HAMOT’s – Hare Majesteits Ongeregelde Troepen. Deze eenheid bestond vooral uit overgelopen criminele Indonesiërs „die door de politie werden gezocht vanwege het moorden op Europeanen”, aldus Limpach. „Dat die moordenaars wapens, munitie en uniformen kregen, daar druipt het opportunisme van de Nederlandse autoriteiten vanaf.”

Limpach noemt het Indonesisch extreem geweld eveneens structureel. Een van de voorbeelden daarvan is de bloedige Bersiap-periode. Toen doodden jonge revolutionaire Indonesiërs duizenden Nederlanders, Indo-Europeanen, Chinezen, Molukkers, Menadonezen en andere aan Nederland loyale Indonesiërs. Dit geweld was volgens Limpach „de opmaat” naar de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog en heeft „het latere geweld beïnvloed”. Limpach, die zijn onderzoek op Nederlands geweld richtte, vindt dat er meer onderzoek nodig is naar de relatie van het Nederlandse geweld met het geweld van de Indonesische kant.

Archieven op zolder

De Nederlands-Zwitserse Limpach startte zijn promotieonderzoek in 2009 in Bern vanuit interesse in koloniale geschiedenis en zijn Nederlandse herkomst. Toen hij zich aan het ‘Excessendebat’ waagde, verbaasde hij zich erover hoe weinig academisch onderzoek er bestond naar het geweld tijdens de grootste militaire operatie uit de Nederlandse geschiedenis. Ergens in 2011 kruisten de wegen van Limpach en de recent overleden historicus Cees Fasseur elkaar in het Nationaal Archief in Den-Haag. Fasseur was de opsteller van de Excessennota uit 1969.

„Ik haal die nota nu onderuit”, aldus Limpach. Een belangrijke bron voor zijn onderzoek was het archief van juristen Van Rij en Stam, die in 1949 de misstanden op Zuid-Celebes beschreven, maar nog geen serieuze aandacht kregen van historici. „De archieven lagen jaren bij Fasseur op zolder, nadat Stam ze in een kippenhok zou hebben bewaard. Stam was teleurgesteld dat de ministerraad zijn rapport in 1954 naast zich neergelegd had.”

Ook Fasseurs opdrachtgever, oud-premier Piet de Jong, overleed recent. De Jong koos er bewust voor om de militairen af te schermen, aldus Limpach. „Dat zal ook te maken hebben gehad met zijn achtergrond als marineman, waardoor hij veel begrip had voor de militairen.” Maar ook Limpach heeft begrip voor de moeilijke positie van soldaten, die kampten met een gebrek aan vrijwel alles, van training en leiding tot materiaal. „Generaal Spoor heeft het onmogelijke van zijn mannen geëist. Het was vaak een kleine stap om wederrechtelijke middelen toe te passen.”

Maar de vaak gehoorde dooddoener dat ‘het nu eenmaal oorlog’ was, deelt Limpach niet. „Het was inderdaad een guerrillaoorlog. Maar ik heb tijdens mijn onderzoek versteld gestaan van de koelbloedigheid van het uitvoerend niveau, de betrokkenheid van hoog tot laag en de cynische rechtvaardiging.”

x

 

 

Historicus Rémy Limpach is geboren in 1974 in Apeldoorn. Hij verhuisde in 1981 naar Singapore en kwam in 1986 in Zwitserland terecht. Daar promoveerde hij vorig jaar aan de Universiteit Bern op extreem Nederlands militair geweld tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog. Sinds 2014 is hij werkzaam als wetenschappelijk medewerker bij het NIMH, het militair-historisch instituut van het Ministerie van Defensie. De handelsversie van zijn proefschrift De brandende kampongs van generaal Spoor is nu verschenen.
R. Limpach, De brandende kampongs van Generaal Spoor. Boom, Amsterdam, 2016. 870 pagina´s. ISBN9789089539502

Dit artikel verscheen eerder in NRC Handelsblad, 29 september 2016.

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

113 reacties op Moorden en martelingen verdoezelen was ‘gewoon beleid’

  1. eppeson marawasin zegt:

    @ Limpach noemt het Indonesisch extreem geweld eveneens structureel. Een van de voorbeelden daarvan is de bloedige Bersiap-periode. Toen doodden jonge revolutionaire Indonesiërs duizenden Nederlanders, Indo-Europeanen, Chinezen, Molukkers, Menadonezen en andere aan Nederland loyale Indonesiërs. Dit geweld was volgens Limpach „de opmaat” naar de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog en heeft „het latere geweld beïnvloed”.@

    — Wie weet wat Limpach precies bedoelt te zeggen. Dat in tegenstelling tot wat belanda-haters altijd beweren m.b.t. oorzaak(geen zelfbeschiking) en gevolg, Limpach met zijn onderzoek aantoont dat de aanstichters van de Bersiap de ware en werkelijke oorzaak zijn van de ellende en de geweldsspiraal die daarop volgen? Dat geeft inderdaad een geheel andere kijk op de geschiedenis van oorzaak en gevolg.

    Vermoedelijk is het nu wachten op de “ontkenning” van Limpachs hstorisch onderzoekesultaat ten deze.

    e.m.

    • RLMertens zegt:

      @em. ‘de aanstichters van bersiap de ware etc.’- Echter wat drijf hen/pemoeda’s om zo geweldadig op te treden? Zomaar in een gezagsvacuüm? Het ‘zachtste volk op aarde, dat zomaar mata gelap werd? ‘Limpach; het latere geweld beïnvloed’;- Van welke kant? Het aantal slachtoffers aan Nederlandse kant 6000 tegen die van de Republiek: meer dan 200.000! zegt toch genoeg. Bij de Republiek voornamelijk burger slachtoffers! Uw opmerking over belanda haters; dat slaat toch zeker ook op die haters/overlopers/criminelen ea, die al in 1947 door gen.Spoor opgenomen zijn in zijn Hamot =Hare Majestijd Ongeregelde Troepen eenheid.
      ‘de opmaat’ – betekent NIET de oorzaak! (alsof die hele ‘koloniale periode van 300 jaar’ de ‘opmaat’ moet heten naar de onafhankelijkheid)

      • Indisch4ever zegt:

        Mijnheer Mertens ,,,,, uw slachtoffercijfers van 6000 versus 200.000 kloppen niet.

      • Jan A. Somers zegt:

        Ja, maar die nullen bij onze ‘vijand’, die zielige inlanders, zijn toch leuk? En waar komen die 6000 vandaan?

      • RLMertens zegt:

        @I4E/JASomers; ‘de cijfers kloppen niet etc.’- Klopt! De essentie is nl.de verhouding tussen onze en hun slachtoffers! Waarbij ik opmerk dat de onze, hoofdzakelijk militairen zijn!
        note; graag van jullie de exacte cijfers.( zodat ik eventueel niet meer lastig wordt gevallen. o.k?). Waar blijven de reacties op Hamot?

      • Jan A. Somers zegt:

        Of stommiteit? Bij bijvoorbeeld het uitmoorden van het Goebengtransport kwamen de bersiappers in een smalle straat als kippen zonder kop naar voren stormen, recht het vuur van de begeleidende militairen in. Die militairen hoefden niet eens te richten (dat kon je met een sten niet eens), allen de trekker overhalen. Een dodenratio van 1 : 10 is dan heel normaal. En dat waren dan Indonesische burgers! Makkelijk om dan met het vingertje naar die Brits-Indiërs te wijzen. Op 10 november weer precies hetzelfde. Indonesische burgers. Weer wat nullen erbij. Van burgers!?!? Bij de Nederlandse acties idem.

      • Indisch4ever zegt:

        Mijnheer Mertens,
        Die essentie die 6000 vrs 200.000 moet verbeelden kun je het best met meer realistische inschattingen schetsen. Inderdaad…. als je zo schetst dan is dat niet zo gemakkelijk zwart-wit. Er zijn vele onzekerheden. Maar globaal is de essentie dan nog wel te tekenen als heel veel Indonesische slachtoffers.
        Al een paar jaar discussiëren we oa op deze site over die inschattingen.
        Wat punt 1 al niet klopt is dat u hier ‘militaire’ slachtoffers van Nederland in contrast zet met inschattingscijfers van Indonesische strijders én burgers. Laat die inschattingen over burgers weg, dan heb je een correcter vergelijking.
        Punt 2 klopt het ook niet dat in deze context de suggestie zit dat al die Indonesische slachtoffers door Nederlands geweld omkwamen .

  2. Indisch4ever zegt:

    ls Keesje den heer Jantje niet geslagen had , dan had Jantje hem niet neergestoken…..Dus? –>> Het is allemaal de schuld van Keesje ?

    Je kunt in dit verband Keesje als symbool van Nederland zien en Jantje is dan Indonesia, die Keesje neerstak .. dit als metafoor voor de bersiap en soortgelijk geweld daarna.
    Je kunt het ook anders bekijken… Keesje staat voor Indonesië in de bersiap en Jantje was Nederland die later veel Indonesiërs vermoorden
    Laten we niet het zwartepietenspel spelen .

    Natuurlijk is het een factor dat Nederland zonodig poen en status wilde ontlenen aan de dictatuur te Indië . Dat eindigde dus in een bloedige Indonesische revolutie. En natuurlijk werd die dictatuur ook altijd met excessief geweld verdedigd. Nederlandse legers keken niet op een oorlogsmisdaad meer of minder . Die traditie zette men voort in 45-50 .

    En zeker was het Indonesisch extreemnationalisme mede toonzettend voor het excessief geweld van de strijdende partijen.
    Dat moet men onderzoeken.
    Nederlandse historici én de publieke opinie, inclusief de politiek moeten onderzoek doen naar al het excessief geweld van alle partijen in de Indonesische revolutie . Met de nadruk op de Nederlandse rol, de daders én de slachtoffers van Nederlandse afkomst of pro-Nederlands.

    • RLMertens zegt:

      @I4E; ‘onderzoek doen naar al het excessief geweld van alle partijen etc.’ – Inderdaad, nu we de onze hebben onderzocht gaat het ons veel makkelijker af om die van de door Indonesische gepleegde (bersiap) te benoemen. We kunnen het beter doen dan de Indonesiërs, toch? Van Indonesische zijde komt heus wel commentaar. Ook horen we dan hun visie op de door ons gepleegde misdaden.(of we niet een paar vergeten hebben) Dan hebben we toch het gevraagde gezamenlijke onderzoek! Ben alleen reuze nieuwsgierig naar Hamot, dat al in 1947 in het leven is geroepen. En dan te bedenken dat allle gegevens/bronnen nb. In Nederland bevinden! Al die voorgaande historici hebben het ‘laten liggen’! De Witwassers van ons verleden! ‘Indonesisch extreem nationalisme mede toonzettend etc.’ – Bij Hatta’s arrestatie in 1927(!) klonk zijn pleitrede; ‘Vroeg of laat zal elk overheerst volk zijn vrijheid hernemen. Dat is een ijzeren wet der wereldgeschiedenis. Alleen de omstandigheden waaronder de vrijheid herneming plaats vindt, worden mede bepaald door de houding(!) van hen, die de macht in handen hebben. Van hen hangt het grotendeels af of de vrijheidsgeboorte gepaard zal gaan met bloed en tranen of langs vreedzame weg’! Indonesisch geweld toonzettend?

      • Indisch4ever zegt:

        Wbt het onderzoek naar Indonesisch excessief geweld. Dat is niet zo veel gedaan in Indonesië . Ook zij hebben een collectieve doofpot . Dus moeten Nederlandse historici dat aanzwengelen. Het is ook Nederlandse historie. Dit geweld kende duizenden ( 10.000 of 20.000 ? ) vermoordde burgers die pro-Nederlands waren.
        Om hoeveel mensen gaat het hier. Misschien dat nader onderzoek het meer kan afbakenen ?

        Tuurlijk hadden Indonesiërs het recht te streven naar een eigen staat, zonder dictatuur van een volk aan de andere kant van de planeet. Desnoods dit veroveren met geweld.
        Maar dit morele gelijk is geen rechtvaardiging voor terreur en ander excessief geweld.

      • RLMertens zegt:

        @I4E/Somers/em; ‘geen rechtvaardiging voor terreur en ander excessief geweld’- En wel van onze contra terreur en excessief geweld, die nb. nog meer Indonesische (burger) slachtoffers heeft veroorzaakt? Zo blijven we achter/voorbij gaan aan de werkelijke zaken van dit drama!
        Zoals door Indiëgangers/sociologen vDoorn/Hendrix 1970(!); ‘men werd getroffen in het hart van Nederlandse moralisme, dat zo graag in termen van schuld en schande oordeelt en zo moeilijk in OORZAAK en GEVOLG denkt!

    • JPF Barneveld Binkhuijsen zegt:

      Nou nou mijnheer Mertens, zoals gewoonlijk kraamt u weer volstrekte onzin uit. U stelt: “ waarbij ik opmerk dat onze slachtoffers hoofdzakelijk militairen zijn.“ De werkelijke cijfers zijn bersiapslachtoffers 10000/20000, militairen na 1945 ca. 3000. Bron Java Post 17/05/2014.

      • RLMertens zegt:

        @JPFBarneveldBinkhuysen- ‘onze slachtoffers hoofdzakelijk militairen zijn’ – Dat heb ik ook gesteld. Dat in tegenstelling tot die van de Republiek, veelal ongewapende(!) executeerde burgers zijn van kampongs, die daarna in de brand zijn gestoken-zie Limpach. Over het aantal Nederlandse militairen tot 1949; KL/KM 1804 en Knil 722= 2526 (bron vanDoorn/Hendrix; Ontsporing van Geweld) Aan de Indonesische kant; volgens onze historici meer dan 200.000, dus een veelvoud er van! ( moh.Hatta in een tv.gesprek jr.’60; 500.000 tot 800.000 slachtoffer). Waarbij aangetekend is, dat hun reguliere strijdmacht(ex Peta) ca 30.000 man bedroeg. Aangevuld met gewapende Pemoeda’s etc.tot ca 100.000 man. Nederlandse troepenmacht op Java 1946 reeds 91.200!(vDoorn/Hendrix) Wellicht dat@ Surya meer info kan geven van de Republikeinse sterkte . Wat ik wel onder aandacht brengt; is dat dit drama een gevolg/vanwege is van ons Nederlands politiek beleid; geen zelfbeschikkingsrecht= geen merdeka dus amok/bersiap! (zie Hatta 1927) Waarbij zoals u nu meldt 10.000/20.000 bersiap/burger slachtoffers zijn gevallen.(dr.L.de Jong;ca.3.500 gedode/vermisten). Nederlandse onderdanen(!)Indo’s ea. opgeofferd zijn aan/door dit Nederlands beleid!
        En dan nu te lezen, dat het gajes bersiap criminelen nb. reeds in 1947(!) is opgenomen in het Knil, als Hamot onderdeel! Daar lusten de honden toch brood van? Weer volstrekt onzin?

  3. Peter van den Broek zegt:

    Het lijkt wel een gebed zonder einde. De oorlogsmisdaden blijven de historische discussies, ook op dit blog monopoliseren.

    Anna-Lot Hoek c.s. doet het voorkomen alsof de na-oorlogse periode c.q. koloniale oorlog alleen bestond uit oorlogsmisdaden begaan door militairen (ik laat in het midden door welke zijde ). Zij laat gemakshalve de toch wel zeer kwalijke en schaamteloze rol van onze Hooggeleerde Dames en Heren historici terzijde, die collectief de ander kant opkeken en politici naar de mond praten: wiens brood men eet, diens woord men spreekt.

    Zij geeft zelf het goede voorbeeld door interessant en maatschappelijk relevant onderzoek te doen naar de gebeurtenissen in Bali, of all places. Ik had toch wel verwacht dat de Dames en Heren historici zich met pek besmeuren, veren opplakken en op de strontkar des Heeren wegen volgen . Enig zelfonderzoek ligt toch voor de hand, vooral voor de historici generatie 2.0. Maar nee, Dr Limpach houdt ons de rode lap voor en als een dolle stier stormen wij er op af.

    Ik zou toch zeggen dat er wel wat te onderzoeken valt. Ten eerste het dubieuze optreden van de politiek die zich toch met de koloniale oorlog bemoeide, daar werd toch wat groots versluierd en onder de mat geveegd .
    Maar dat niet alleen, er was ook zoiets als Bersiap. Dat is toch een witte bladzijde met meer dan 3.500 doden die toch enige geschiedkundig onderzoek en verklaring behoeven. Ik heb speciaal de biografie van Van Mook gekocht om daarover vanuit het gezichtspunt van de Lt-Gouveneur -Generaal te lezen, maar tot nu toe weet ik meer over zijn amoureuze leven dan goed voor me is.
    We lopen achter de rattenvanger van Hamelen aann en we weten hoe dat afgelopen is.

    Ik ga ervan uit dat Mevr. Zegveld de dissertatie van Dr Limpach gebruikt om het Structurele geweld van militairen EN de eindverantwoordelijke dwz de Staat der Nederlanden aan de schandpaal te nagelen en dan kunnen we de onbetaalde rekeningen aflossen.
    De herstelbetalingen gedaan door Indonesië vanaf 1966 (tractaat van Wassenaar) gaan nu en met rente de andere kant op.

    Orde en rust zal dan hersteld zijn.

    .

    • Jan A. Somers zegt:

      “onze Hooggeleerde Dames en Heren historici ” Wie zijn dat? (voor de volledigheid, ik ben dame noch hooggeleerd noch historicus). Namen? De hooggeleerde historici houden zich bezig met zaken die in hun hooggeleerde omgeving relevant zijn. En door hun (overheids)baas betaald. Indië staat daarbij op een laag pitje. Dat kunt u via de politiek verbeteren, maar daar houden Indische mensen zich niet mee bezig. Er zijn echte historici die zich bezig houden met Indische zaken zoals Van Goor. Gaat meteen in de ramsj. Er zijn hooggeleerden die een buitenpromovendus vangen. Vinden ze hartstikke leuk, kunnen ze zich buiten het keurslijf van hun bazen bewegen. Met een gratis liefhebber (Uit mijn directe omgeving ken ik er twee). Zo’n dissertatie gaat ook meteen in de ramsj. Kijk eens rond bij Van Stockum, boeken die lekker weg lezen. Zo’n ondernemer moet ook zijn boterham verdienen. Als je wilt weten wat er allemaal door historici is geschreven moet je echt naar de KB. Die hebben alles. Kun je jaren mee vooruit. Pas dan kunt u eventueel concluderen of ze inderdaad “politici naar de mond praten”. Maar dat hoor ik dan wel over een tiental jaren?????

      • RLMertens zegt:

        @JASomers; ‘hooggeleerde historici’ – Moeten wij die nog door nemen? Er is zelf nog een categorie bijgekomen, die zich zelf revisionisten noemen (om aan de goede kant van de geschiedenis te belanden) Als ik nu over Hamot lees, dan vraag ik me af wat al die hooggeleerden ons allemaal hebben wijsgemaakt/cq.niet laten weten. Onze vaderlandse geschiedenis is dat nou de echt(!) geschied? Of hebben we ‘het laten geschieden, zoals wij/ de politici dat graag zouden willen?’ Moeten we nog naar de KB? Over Indië begint de ‘waarheid’ te dagen, dankzij de jonge generatie!( niet gehinderd door al die ‘koloniale adepten/napraters’ of juist daardoor(?).
        Waar blijven de commentaren van die oude garde? Van u hr.Somers? Het boek van Limpach zag ik bij de boekhandel/ helaas geseald. Wat een formaat! En dat alleen over de oorlogsmisdaden.
        Of die ooit in de ramsj te koop is?

    • Jan A. Somers zegt:

      “biografie van Van Mook ” Zijn eigen ‘memoires’ zijn interessanter. Pas dan ken je zijn eigen mening, en kun je te weten komen wat hem (en Sjahrir) gedreven heeft. En dat is heel wat! De RIS!

      • RLMertens zegt:

        @JanASomers; ‘zijn memoires zijn interessanter’ – Inderdaad, veelal interessant te vernemen hoe hij zich zelf ‘goed praat’! Zoals in zijn boek; Indonesië Nederland en de wereld 1949; hij zag weinig heil in het contact met Soekarno. Vond wel plaats op 23/10’45 en werd prompt door Den Haag gedesavoueerd-geen woord over de bersiap slachtoffers- niet over het vlag incident in Soerabaja.Eindigend met; wij hebben in de afgelopen jaren vele kansen gemist……

      • Jan A. Somers zegt:

        “hoe hij zich zelf ‘goed praat’” Kennelijk heeft u het al gelezen, en niet goed bevonden.
        “prompt door Den Haag gedesavoueerd” Uiteraard, zou ik ook hebben gedaan. Een citaat uit een van zijn vele publieke uitspraken: Soeara Asia, (2) 1943, 213: Met alle eerbied overhandigt uw dienaar Uwe Excellentie een verzoekschrift (…) dat het Indonesische volk (…) zich daadwerkelijk in het oorlogsgeweld zal storten om mede te strijden, tot de macht van Engeland, Amerika en hun bondgenoten vernietigd is. (vertaling niet van mij!). Dit soort uitspraken ben ik nog niet tegengekomen bij de collaborateurs in Nederland!
        Op dezelfde dag (14 augustus 1945) maakte generaal Yamamoto de namen bekend van de leden van het Comité van Voorbereiding dat op 18 augustus voor het eerst bijeen zou moeten komen, met Soekarno als voorzitter en Hatta als vice-voorzitter. Sjahrir, die zich steeds had onthouden van samenwerking met de Japanners, was van mening dat de onafhankelijkheid buiten hen om moest worden uitgeroepen en vooral buiten de door de Japanners ingestelde commissie om. Soekarno en Hatta zagen hierin geen voordelen, zij zouden door het Nederlandse gezag toch als collaborateurs worden aangemerkt. Soekarno zag er kennelijk geen probleem in. Koningin Wilhelmina had er volgens mij ook geen probleem mee dat zij niet door de Indonesiërs was uitgenodigd voor een gesprek. Zij kende haar plaats.

      • RLMertens zegt:

        @JASomers; Uit JCBijkerk; de laatste Landvoogd; 15 aug.1945 radio rede tot Indië:(ook in het maleis) ‘Deze Japanse nederlaag betekent voor u allen de bevrijding. Slechts voor verraders betekent dit het ineenstorten van hun korte en valse glorie. De oude autoriteiten kunnen hun taak innemen(!) Tot ziens leve de koningin. Vanuit Indonesië kwam per omgaande het antwoord; ‘En nu de Amerikaanse atoombom de Japanners tot capitulatie heeft gedwongen, willen jullie terug komen, ons weer overheersen en opnieuw ons weerloos maken om straks nogmaals in de ellende te worden gedompeld. Dat nooit! Liever ons doodvechten! De proklamsi 17 aug.’45 door Soekarno noemde hij een romantisch scene. Zijn kanttekening hierbij; ‘de laatste wanhoopskreten van de zich verloren wetende Soekarno’. Dus hoezo is onze regering verrast?(zie ook eerder gemelde radio toespraak van Soekarno tot de gg.1944)

      • RLMertens zegt:

        @JASomers; ‘dit soort uitspraken ben ik nog niet tegengekomen bij de collaborateurs in Nederland’- Hoezo, had u dan verwacht dat hij, als onderdrukte inlander; ‘voor Koningin en Vaderland’ zou uitroepen?

  4. Peter van den Broek zegt:

    citaat van dhr Somers: …..Er zijn ECHTE historici die zich bezig houden met Indische zaken zoals Van Goor……….

    Ik heb niet de indruk dat dhr Somers zich actief bezig houdt met hedendaags geschiedkundige literatuur aangaande de laat-koloniale tijd dwz na 1940, althans hij verwijst er niet naar.

    Laat ik zijn “ECHTE” historicus van Goor (of all places) vergelijken met de Australische historicus Robert Cribb, hij is door de Haagse Rechtbank als getuige-deskundige opgeroepen bij de recente processen over oorlogsmisdaden in Indonesië. Hij begrijpt ook Nederlands.

    Ik som wat literatuur van hem op en ik heb met nummers aangegeven wat ik (deels) gelezen heb. Nr. 5) is voor Indische Nederlanders van belang : Cribb, R Indisch Identity and Decolonization

    – Cribb, R ……2016, End of Empire: 100 Days in 1945 that Changed Asia and the World,
    – Cribb, Robert, 2015, ‘How finished business became unfinished: legal, moral and political dimensions of the Class ‘B’ and ‘C’ war crimes trials in Asia and the Pacific’,
    – Cribb, Robert, 2015, ‘The External Rice Trade of the Indonesian Republic, 1946-47’,
    – Cribb, R 2010, ‘Political Genocides in Postcolonial Asia’
    – Cribb, R 2010, ‘Legal Pluralism and Criminal Law in the Dutch Colonial order’, Indonesia
    – Cribb, R 2010, ‘The Historical Roots of Indonesia’s New Order: Beyond the Colonial Comparison’,
    – Cribb, R 2009, ‘The Indonesian Revolution: Archives and Emotion’
    – 1) Cribb, R 2009, Gangsters and Revolutionaries: The Jakarta People’s Militia and the Indonesian Revolution 1945-1949
    – 2) Cribb, R 2008, ‘The Brief Genocide of the Eurasians in Indonesia, 1945/1946’
    – Cribb, R 2007, ‘Conservation in Colonial Indonesia’, Interventions, vol. 9, no. 1, pp. 49-61.
    – 3) Cribb, R 2007, ‘Crime, Violence and exclusion in Indonesia (Misdaad, geweld en uitsluiting in Indonesie)’, in Els Bogaerts and Remvco Raben (ed.), From the Indies to Indonesia
    – 4) Cribb, R 2006, ‘Crime and Politics in Occupied Jakarta, 1946’,
    – Cribb, R 2005, ‘Legal pluralism, decentralisation and the roots of violence in Indonesia’
    – Narangoa, L & Cribb, R 2003, ‘Afterword: Japanese Imperialism and the Politics of Loyalty’, in Li
    – Narangoa and Robert Cribb (ed.), Imperial Japan and national identities in Asia, 1895-1945,
    – Narangoa, L & Cribb, R 2003, ‘Introduction: Japan and the Transformation of National Identities in Asia in the Imperial Era’,
    – Narangoa, L & Cribb, R, eds, 2003, Imperial Japan and National Identities in Asia, 1895-1945,
    – Cribb, R 2003, ‘Genocide in the non-Western world: implications for Holocaust studies’,

    – 5) Cribb, R 2003, Indisch Identity and Decolonization.

    En dan heb ik het niet over W.H.Frederick (onjuist geciteerd over genocide in de Bersiaptijd) en Benedict Anderson.

    Ik heb de biografie Van Mook gelezen omdat ik wat wilde weten wat hij over de Bersiap te melden had, dus niks. En zijn memoires? . Wat hij met Sjahrir heeft gedaan blijkt wel. Hij was er in 1949 niet meer bij en is voor mijn verhaal niet relevant.

    Nederlandse historici keken de andere kant op of praatten hun bazen na , dus waarom dien ik naar de KB te gaan? Om wat te lezen over de Bersiap en de koloniale oorlog behalve oorlogsmisdaden?

    Wel wil ik naar het Nationaal Archief om wat te weten over de Olo-moorden, althans als ik toegang krijg tot die bronnen o.a. rapport van de politie- inspecteur Goldman, dat laatste schijnt tot 2030 of zo niet openbaar te zijn!!!

    • Jan A. Somers zegt:

      “althans hij verwijst er niet naar. ” dat kunt u vinden in mijn beide literatuuropgaven.

      • Peter van den Broek zegt:

        Ik dacht dat van de hand van dhr Somers het boek “staatkundige ontwikkelingen …….in 2005 uitkwam. De door mij aangehaalde bronnen van Robert Cribb zijn van recente data de bronnen zijn merendeels van na 2005. U weet wel voortschrijdend inzicht.

        Daarnaast is de eerste reactie van dhr E.M. hoogst curieus. Ik lees het interview met dr. Remy Limpach aandachtig door . Ik kom op basis van hetzelfde interview op volledige andere conclusies, aangezien ik mij op het VOLLEDIGE interview baseer.

        De logische constructie van het verhaal van dhr E.M. komt mij wat niet alleen verwarrend maar ook gekunsteld over, maar het was tenslotte oorlog, chaos.
        Misschien bedoelt dhr .M. het laatste , maar ik kan me vergissen, aangezien ik Geschiedenisonderwijs zo lang geleden onderwezen heb gekregen, Geschiedenis wel van een heel goede en bijzondere leraar, hij kon ook heel goed schaken. Soms loop ik bij zijn graf in Rijswijk voorbij, de volgend keer neem ik een bloemetje voor hem mee en leg een steentje op zijn graf.

        Er is oorzaak en gevolg, dat veronderstelt een causaal, ik herhaal causaal verband. Er is in de Geschiedenis ook aanleiding en gevolg. Geschiedenis wordt geen exacte wetenschap genoemd maar men dient zich wel exact uit te drukken. Belanda-haters is zo’n dood-doener, wat betekent het eigenlijk.

      • eppeson marawasin zegt:

        @Peter van den Broek zegt: 12 oktober 2016 om 9:29 pm /…/Daarnaast is de eerste reactie van dhr E.M. hoogst curieus.@

        — Waarom verklaart u zich nou niet nader heer Van den Broek. Daar zitten de lezers juist op te wachten !

        @Ik lees het interview met dr. Remy Limpach aandachtig door . Ik kom op basis van hetzelfde interview op volledige andere conclusies, aangezien ik mij op het VOLLEDIGE interview baseer.@

        — Voor de goede orde heer Van den Broek, om de argeloze medelezer van dienst te willen zijn: ‘waar zijn uw @andere conclusies@ precies terug te lezen in uw bijdrage ?

        @De logische constructie van het verhaal van dhr E.M. komt mij wat niet alleen verwarrend maar ook gekunsteld over, maar het was tenslotte oorlog, chaos.

        — Dat is uw goed recht heer Van den Broek, maar behoeft feitelijke onderbouwing. Maar ya, isterniet seh!

        @Misschien bedoelt dhr .M. het laatste , maar ik kan me vergissen, aangezien ik Geschiedenisonderwijs zo lang geleden onderwezen heb gekregen, Geschiedenis wel van een heel goede en bijzondere leraar, hij kon ook heel goed schaken. Soms loop ik bij zijn graf in Rijswijk voorbij, de volgend keer neem ik een bloemetje voor hem mee en leg een steentje op zijn graf.@

        — U vergist zich inderdaad heer Van den Broek. Geen probleem verder, kan de beste overkomen ! Welk doel dient overigens het vervolg, of is dat de opmaat naar uw @volledige andere conclusies@ ?

        @Er is oorzaak en gevolg, dat veronderstelt een causaal, ik herhaal causaal verband.@

        — In vino vertitas !

        @Er is in de Geschiedenis ook aanleiding en gevolg.@

        — Waar is uw voorbeeld gebleven; in de kan ?

        @Geschiedenis wordt geen exacte wetenschap genoemd maar men dient zich wel exact uit te drukken.@

        — Zoals uw @Er is in de Geschiedenis ook aanleiding en gevolg.@
        Juist @in de Geschiedenis@ heer Van den Broek heeft het door u aangedragen begrip @aanleiding@ de betekenis van -nota bene- DIRECTE OORZAAK.

        @Belanda-haters is zo’n dood-doener, wat betekent het eigenlijk.@
        — In de BERSIAP-periode, ‘letterlijk’ !

        –Wat wilde u uw medelezers nu eigenlijk duidelijk proberen te maken heer Van den Broek ? Ik durf er mijn hand niet voor in het vuur te steken, maar volgens mij heer Van den Broek bent u de winnaar van de dagprijsbokaal ‘nietszeggendheid’. Niet vanwege het causaal verband, maar eh … eh … het directe gevolg van de aanleiding.

        Selamat tidur maar ya . . . en morgen gezond weer op !

        e.m.

    • Jan A. Somers zegt:

      “Ik heb niet de indruk dat dhr Somers zich actief bezig houdt met hedendaags geschiedkundige literatuur” U heeft de spijker op z’n kop geslagen!!! Waarom zou ik? Ik wilde alleen maar weten wat er om mij (en mijn voorvaderen/moederen) allemaal aan de hand was geweest. En volgens een goed gezegde: Als je alles van iets af wilt weten, schrijf je er een boek over. En daar was ik inderdaad in 2005 klaar mee. Zelfs met subsidie van Het gebaar. Ik heb nu voldoende inzicht in mijn eigen kleine koloniale geschiedenis, geëindigd op 27 december 1949, en ga over tot de orde van de dag. Natuurlijk zie ik wat er nog steeds wordt gepubliceerd, maar dat is steeds weer meer van hetzelfde. En er zal nog veel meer komen, de archieven puilen uit van de nog ongelezen stukken. Als daar een ander weer een boek over gaat schrijven ligt het aan de marketing van de uitgever hoeveel rumoer er ontstaat, maar ook dat gaat steeds weer over, een Déjà vu. En wat moet ik eigenlijk met die omgevallen boekenkast van Cribb? Ik heb er wat van gelezen, en vond niets wat voor mij interessant was, ik ben tenslotte geen historicus. Ja, en van Goor (of all places) vind ik heel goed. Kent u zijn ‘De Nederlandse Koloniën’? Of ‘Kooplieden, Predikanten & Bestuurders Overzee’? Of zijn biografie van JPC? Uiteindelijk de founding father van Indonesië? Ik zie ook steeds vele nullen langs flitsen. Hoort dat ook tot de hedendaagse geschiedkundige literatuur? Ach ik weet genoeg en ben bezig met leukere zaken Zoals een nieuw rapport over ons vroegere onderzoek ‘Vorming van lijkenvet’. Wat dat met Indië/Indonesië te maken heeft? Mijn toenmalige baas, hoogleraar geweest in Batavia, vond het in de jaren vijftig/zestig tot mijn competentie behoren de lijkschouwingen te doen. Gezien mijn ervaringen in Soerabaja. Zo doende.

      • RLMertens zegt:

        @JASomers; ‘ de archieven puilen van de nog ongelezen stukken’ – U bedoelt de ‘opzettelijk vergeten ongelezen’ stukken. Zoals nu weer blijkt uit Limpach’s werk met als Nederlandse bronnen; ons Militair Historisch Instituut en de archieven van Fasseur/vRij en Stam. Ik denk dat de archieven van Drees sr. en Beel zeker nog meer interessanter stukken bevatten.Vooral over het politieke ‘wegkijkend’ beleid! Misschien zullen hier wat minder ‘nullen langs flitsen’.
        Lijkt mij meer een geschikter onderwerp dan een onderzoek ; Vorming van lijkenvet!

      • Jan A. Somers zegt:

        “‘opzettelijk vergeten ongelezen’ stukken” Hoezo opzettelijk? Het wachten is alleen maar op een historicus/archiefmuis, die belangstelling toont. Mijn ervaring was dat je met open armen wordt ontvangen als er weer iemand langs komt met belangstelling.
        “Drees sr. en Beel ” Alle Handelingen zijn openbaar en in te zien. Het wachten is weer op de historicus/archiefmuis. Parlementaire geschiedenis vond ik een vervelend vak! Allemaal ego’s tegen elkaar. Lijkt wel Javapost/I4E.
        Lijkenvet. Heel interessant onderzoek geweest uit de jaren vijftig en zestig in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid.. Als u na uw dood begraven wilt worden loopt u de kans daar ook mee te maken te krijgen. Maar ja, dat maak je dan niet bewust mee.

      • RLMertens zegt:

        @JASomers; ‘historisch/archief muis’ – Nou, dat is dan Limpach. Zijn voorgangers/historici die in dit Militair Historisch Instituut langs kwamen, hadden deze gegevens ‘niet gelezen’. Vooral over Hamot!

  5. peterflohr zegt:

    Dit is op Peter Flohr herblogden reageerde:
    Weer een inkijk in de dramatische geschiedenis van een dekolonisatieproces. Hoe de geschiedenis herschreven moet worden.

  6. wimwp zegt:

    Lees het volgende korte verhaal compleet met foto’s op Hans Vervoort’s website

    http://www.hansvervoort.nl/index.php?page=3&articleId=39#URI=%3Fpage%3D_%26newsitemId%3D37%26floatingpageId%3D3

    Dodentocht in de bergen

    Het oorlogsgravenkerkhof Kembang Kuning in Surabaya is indrukwekkend. Duizenden witte kruisen van WO-II-slachtoffers staan keurig in lange rijen naast elkaar en als je er langs loopt hergroeperen ze zich in steeds andere wiskundige patronen van diagonalen en loodlijnen. “Verzamelgraf” is een vaak vorkomend opschrift. Op een centrale plek staat het gedenkteken voor (“Ik val aan, volg mij”) Karel Doorman en de vele matrozen die deden wat hij vroeg.

    Helemaal vooraan liggen de kinderen. Hun kruisen zijn kleiner dan van de volwassenen, die van de meisjes eindigen in een bloempatroon. Jongens en meisjes liggen gelukkig wel bij en door elkaar.
    Mijn broertje ligt op rij BBB, nummer 22. Hij stierf, zes jaar oud, in 1944 in kamp Ambarawa 6 en ik heb maar één herinnering aan hem. Hij zat rechtop in het bed van het ziekenzaaltje, een vrolijk en druk kind, en vertelde opgewonden dat hij die dag iets raars had beleefd: hij moest niezen en lachen tegelijk! “En, wat deed je?”vroeg ik gespannen. Ik was zijn jongere broertje, ik had nog veel te leren.
    Wat hij antwoordde is uit mijn geheugen gewist, ik moet het doen met dit éne beeld van hem.
    Hij ligt nu alweer bijna 60 jaar op Kembang Kuning, maar hij wordt geen dag ouder. Ik heb hem bezocht in 1974 en onlangs opnieuw, dertig jaar later.

    Foto
    Zes van de acht kinderen Engelenburg

    Beide keren viel me op hoeveel kinderen Engelenburg er in zijn omgeving lagen, acht in totaal, vijf meisjes en drie jongens, in leeftijd variërend van drie tot 11 jaar. Welke ramp was hen overkomen? Allen overleden op 29 oktober 1945.
    In de bersiaptijd dus. Zo heet de gewelddadige periode van zes maanden die volgde na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 en het twee dagen later uitroepen van`de Republik Indonesia door de nationalistische leiders Sukarno en Hatta.
    De Engelse bevrijders van Ned.-Indie hadden maar een deel van Java en de andere eilanden onder controle en de kersverse regering van de nieuwe republiek had te weinig middelen om in haar gebied de orde te handhaven. In het machtsvacuüm dat ontstond oefenden groepen Pemoeda’s – fanatieke jonge Indonesiërs – een terreurbewind uit dat veel slachtoffers maakte onder de zojuist bevrijde Hollanders en Indische Nederlanders. Schattingen lopen tot 20.000 slachtoffers.
    Het leidde uiteindelijk tot de grote uittocht van de Indische gemeenschap naar het onbekende vaderland aan de Noordzee. Eenmaal daar aangekomen merkte men al snel dat er bij de Nederlanders weinig interesse was voor oorlogsgebeurtenissen die overzee hadden plaatsgevonden. In de loop van de tijd is dat wel wat veranderd. Inmiddels wordt jaarlijks op 15 augustus herdacht dat honderdduizend Nederlanders de oorlog in Japanse interneringskampoen hebben doorgebracht en over de politionele acties is veel gepubliceerd. Maar de bersiaptijd die daartussen lag is in Nederland niet bekend, terwijl dat voor de Indische groep juist de ergste van alle tijden was.
    Waaróm wordt daar nooit over geschreven, vroeg ik mij vaak af.
    De oorzaak kan eigenlijk alleen zijn dat het idee van gewelddadige Indonesiërs niet past in het schuldbewuste beeld dat we in de afgelopen vijftig jaar hebben geschapen van onze koloniale tijd. Wij Nederlanders overheersten daar 3 eeuwen lang een vreedzaam en dociel volk en toen het zijn vrijheid opeiste stuurden we er een leger van 100.000 man op af en noemden het een “politionele actie”. Bij zoveel spijt over wat wij zelf hebben aangericht past niet het beeld van de jonge Pemoeda’s die – altijd groepsgewijs – met kapmes en speren duizenden (Indo)-Europese vrouwen en kinderen doodden in een orgie van fanatiek geweld en soms uit pure roofzucht. Dat half jaar waarin de machtsverdeling anders lag en meteen tot misbruik leidde past niet in het plaatje van onze koloniale schuld. En zo liggen de Engelenburgs en alle andere bersiap-slachtoffers al zestig jaar te wachten op het schrijven van hun stukje van de geschiedenis. Daar, op de begraafplaats Kembang Kuning beloofde ik mijn broertje dat ik het drama van zijn kerkhof-buurtjes dit keer echt zou achterhalen. Na mijn vorige bezoek, in 1974 had ik dat ook geprobeerd, maar kwam toen nergens..Nu – met internet als vraagbaak – zou het allicht beter gaan.

    Toch werd het een lange zoektocht. Geen van de honderden Engelenburg-hits die Google opleverde leidde tot iets. Het slachtoffer-register van de Oorlogsgravenstichting gaf een kleine aanwijzing: de Engelenburgs waren overleden in Ngadireso, een piepklein dorpje in de bergen van Oost-Java. Maar “Ngadireso” liet op internet geen lampje branden. Dan de Oorlogsgravenstichting maar eens aangeschreven of zij misschien nog wat meer wisten over hun doden. Dat leverde nieuws op: de Engelenburgs woonden in Toempang, een ander dorpje bij Malang, en waren naar Ngadireso gevoerd en daar om het leven gebracht. En alhoewel die informatie uiteindelijk niet bleek te kloppen gaf ze toch de doorbraak. Want op internet stond een artikel van de historicus H. Bussemaker, waarin Toempang werd genoemd als de plaats waar 39 bersiap-moorden hadden plaatsgevonden. Namen wist hij niet, maar het was een begin. Het googlen van de naam Toempang in combinatie met “oktober 1945” bracht me op de genealogische website van de familie Moormann. In die familie was een vrouw van vijftig jaar in oktober 1945 in Toempang overleden. Zo jong dood en precies in die maand? Op de bonnefooi mailde ik de webmaster of mevrouw Moormann misschien één van de Toempang-slachtoffers was. Per omgaande berichtte hij dat het hier Geertruida (Riep) Moormann-Vlaanderen betrof die samen met haar zoontje Clemens (11 jaar) inderdaad door Pemoeda’s om het leven was gebracht..
    Via hem kwam ik in contact met Ineke Moormann, de jongste dochter die – destijds vijftien jaar – bij toeval het bloedbad was ontlopen.. En plotseling vielen alle stukjes op hun plaats, want Ineke vertelde me dat zij op dat moment in Malang was met een zekere Roos Engelenburg die toen dertien was en haar hele familie verloor bij de onlusten.
    Roos Engelenburg! Zij was het negende kind, de oudste. En zij leefde nog!
    Met behulp van Ineke Moormann en Roos Engelenburg, nu 76 en 74 jaar oud, heb ik de laatste jaren en dagen van hun vermoorde familieleden kunnen reconstrueren. Makkelijk ging hen dat niet af, en Roos moest na enige tijd zelfs afhaken omdat de herinneringen haar teveel werden.
    Hier is hun verhaal.

    Een beetje oorlog
    Malang is één van de mooiste plaatsen van Indonesië en van oudsher het centrum van een vruchtbaar gebied.. Boven Malang, in de aanloop van de hoogste berg van Java, de Semeru (3600 meter), liggen enkele bergdorpjes temidden van sawah’s en plantages. Tumpang ligt het laagst, op zo’n 600 meter boven de zeespiegel. Vanuit Malang ging voor de oorlog enkele keren per dag een stoomtram naar dit plaatsje, een tocht van 20 kilometer..Wilde je van Tumpang verder de heuvels in, naar successievelijk Watesbelung, Ngadireso of Poncokusumo (op 900 meter hoogte), dan nam je een dokar, een paard-en-wagen om dan onder het geklikklak van de paardenhoeven de soms steile weg naar boven te gaan. De plaatsjes lagen zo’n vijf kilometer uit elkaar aan de weg die naar boven liep.

    Foto
    Omgeving Watesbelung (foto 2006)

    In Watesbelung woonde in 1942 de familie Moormann in een groot stenen huis. “Het was heerlijk daar, heel mooi en vredig”, herinnert Ineke zich, “We woonden aan een kleine rivier en achter ons huis tot aan de bergen waren allemaal sawah’s. . Mijn vader en mijn oudste broer Sam hadden overal wat grond die ze bebouwden. De plantages in de buurt bestonden het meest uit koffie, thee, suiker, kapok, sinaasappelen, ananas, bananen. Niet allemaal van ons hoor! Ook Indonesiërs hadden hier grond voor bebouwing en niet te vergeten rijstvelden en maisvelden. Wij Moormannen zaten vooral in de suiker, de Vlaanderen’s (mijn moeders kant) hadden het meer op koffie en thee.”
    Vader Moormann en Marie (Riep) Vlaanderen. trouwden in 1914 en kregen samen 12 kinderen waarvan er in 1942 nog 11 leven, 4 dochters en 7 zoons.

    Foto
    1 huwelijk Trouwfoto Riep en Sam Moormann

    De oudste zoons helpen mee in de plantage. Het is altijd druk in huis.
    De oorlog maakt een abrupt eind aan het ritme van het plantersbestaan. De twee oudste zoons, Sam en Alex worden begin 1942 opgeroepen voor respectievelijk het leger en de marine. Alex, die eerder een priesterstudie afbrak wordt “hospik” op één van de schepen van Karel Doorman en de familie krijgt na de oorlog een lintje en oorkonde toegestuurd: Alex heeft zich onderscheiden door “toen het schip in zinkende toestand verkeerde, door te gaan met gewonden een plaats in de sloep te bezorgen en te weigeren het schip te verlaten, waarna hij, na eerst nog zijn zwemvest te hebben afgestaan, met het schip ten onder ging”. Sam wordt na de capitulatie als krijgsgevangene naar de Japanse mijnen getransporteerd en werkt later aan de Birma spoorweg. Hij overleeft het.
    Vader Moormann en de jongere zoons komen in Japanse burger-interneringskampen terecht, zoals uiteindelijk alle (Indo) Europese mannen van 17 tot 60 jaar. Voor de vrouwen en kinderen geldt dat “totoks” (volbloed Europeanen) ook al snel opgesloten worden in de ca 250 Jappen-kampen, verspreid over de eilanden. Alleen de Indo-Europese vrouwen en hun kinderen mogen buiten het kamp blijven wonen in hun eigen huizen. Ze moeten zich in leven houden met geïmproviseerde handeltjes nu de mannelijke kostverdieners weg zijn. Het is sappelen om in leven te blijven.
    Als volbloed Hollandse zou Riep Moormann-Vlaanderen eigenlijk geinterneerd moeten worden maar de Japanners laten haar met rust. De reden is vermoedelijk dat zij in het dorp een belangrijke rol vervult. Ineke: “Mijn moeder was geliefd in de buurt. Ze was zoiets als een verpleegkundige en beheerde het medicamenten-depot. Ze ging er altijd op uit, ook in de nacht, om mensen te verzorgen of doden af te leggen. Daar gaf ze zelfs haar laatste witte laken voor weg.”

    Foto
    8 (doortastend
    Riep Moormann in de jaren ’30

    Op de foto’s in Ineke’s familiealbum staat Riep als een stevige, kordate moeder en huisvrouw. Maar naarmate de oorlog vordert merken de dochters dat moeders krachten beginnen te slinken. Ineke: “In haar jeugd had mijn moeder een zware longontsteking gehad en ze moest leven met nog maar één long. Nu mijn vader en de broers weg waren stond mijn moeder er alleen voor en dat viel niet mee. De plantages lagen natuurlijk stil, er was gebrek aan voedsel en je kon merken dat moeder ten einde raad was en zich beroerd voelde. Ten slotte stuurde ze mijn oudere zussen weg omdat er in Watesbelung niet genoeg eten te krijgen was. Jo werkte in de verpleging in Toempang en Trees bij oma van Deuning. Daar heeft ze heel goed leren koken!”
    Oma van Deuning woont in het hoger gelegen plaatsje Ngadireso. Ze is een jaar of zestig en kan hulp goed gebruiken. Voor de oorlog waren de jongens Moormann bevriend met oma’s Indonesische pleegzoon Appi, maar die gedraagt zich de laatste tijd nogal anti-Nederlands. De Japanse bezetters stimuleren het nationalisme mits de leiders zich achter Japan scharen. Talloze jongereren sluiten zich aan bij paramilitaire groepen. Ook Appi is geradicaliseerd. Hij draait wel bij als de oorlog afgelopen is, hoopt Oma.
    In het grote huis in Watesbelung blijft Riep nu over met de jongste dochter Ineke en nakomertje Clemens, roepnaam Clem. Hij is bijna elf. Tiener Ineke haalt de emmers water uit de rivier, houdt de tuin schoon, en kookt als moeder daarvoor te zwak is. Even verderop ligt het enige andere stenen huis van het dorp en daar woont een Javaanse heer van adel. Zijn volledige naam is veel langer maar hij laat zich Atema noemen. Hij heeft een zwak voor de Moormanns en helpt waar hij kan. Riep verkoopt hem af en toe een stuk meubel, zodat ze weer wat geld heeft voor voedsel. Als alle ellende voorbij is koopt ze de meubels terug, is de afspraak.
    Veel contact met andere Indische Nederlanders in de buurt heeft Riep niet. Eigenlijk alleen met Oma Deuning en de Engelenburgs die ook in Ngadireso wonen.

    Foto Landweg naar Ngadireso (foto 2006)

    Opa Engelenburg heeft enkele sawahs en op een heuvel een sinaasappelplantage. Hij woont in het huis bovenaan de heuvel met zijn tweede, jonge vrouw Annie en hun dochtertje Felicienne (3 jaar) en zoontje Robbie (6). De oudste zoon Lothar uit zijn eerste huwelijk woont met zijn vrouw Miene beneden aan de heuvel. Ze hebben 7 kinderen. Roos is met haar dertien jaar de oudste, ze heeft vier zusjes en twee broertjes: John (11), de tweeling Benita en Evelien (10), zusje Willy (8), Richard (6) en Irene (4).
    “We woonden naast het bos en speelden met elkaar”, herinnert Roos zich 60 jaar later, “Er waren geen andere kinderen in de buurt om mee te spelen. We vermaakten ons met de honden, geiten, kippen. We hadden een heel gelukkige jeugd.”
    Vader Lothar Engelenburg wordt in het begin van de oorlog opgeroepen voor het leger en belandt als krijgsgevangen sergeant van het KNIL op Sumatra, waar hij in 1944 door de Japanners wordt omgebracht. De Engelenburgs horen dit natuurlijk pas na de bevrijding. Net zoals de Moormanns moeten ook zij sappelen om de oorlog door te komen, maar dankzij opa’s inspanningen op het land is er toch enig inkomen.

    Bersiap!
    Eindelijk, in 1945, eindigt de oorlog. Het Japanse leger capituleert op 15 augustus 1945. Even lijkt het er op dat de goede tijden zullen terugkeren. Bij de Engelenburgs hopen ze dat vader Lothar spoedig thuis zal komen. Bij de Moormanns vindt de gezinshereniging al vrij snel plaats: vader en de jongere zoons keren op eigen houtje uit de kampen terug en ook de dochters komen thuis. De mannen maken plannen om de plantages weer op te starten. Natuurlijk hebben ze gehoord van de onafhankelijkheidsverklaring en de oprichting van de republiek, maar door hun verblijf in de interneringskampen hebben ze weinig gezien van de groei van het nationalisme bij de Indonesische jeugd. Ach, zo’n vaart zal het wel niet lopen, is hun eerste indruk
    Al snel verandert de situatie. Na de onafhankelijkheidsverklaring steekt Sukarno enkele radio-redevoeringen af waarin hij oproept om het land te bevrijden van de Hollanders. Bersiap! (wees paraat!) is de kreet van de dag..
    De 44-jarige leider behoort zelf tot de al wat oudere, tot compromissen bereide nationalisten en het is de bedoeling van zijn regering dat overal plaatselijke Komité’s Nasional Indonesia opgericht worden die orde en gezag in de republiek zullen handhaven. In die komité’s nemen vooral wat oudere, gematigde nationalisten plaats en hun beleid bevalt de ongeduldige jongeren niet.
    Groepjes Pemoeda’s (jongeren) stropen het land af en waarschuwen hun landgenoten dat er niets geleverd mag worden aan de blanken. Met bamboesperen en klewangs gewapend posten ze voor de huizen van de (Indo)Europeanen. Het Merdeka (vrijheid)-geroep is niet van de lucht. Ook in Watesbelung en de andere bergdorpen slaat de revolutie aan. Soto-verkoper Bienki waarvan het dorp altijd dacht dat hij geestelijk niet helemaal in orde was, ontpopt zich nu als een echte hater van het Hollandse gezag. Ook Appi, de Indonesische pleegzoon van oma Deuning voegt zich bij de groep Pemoeda’s die de bergdorpen terroriseert.
    De sfeer in het land wordt met de dag dreigender. De Engelse overwinnaars beseffen dat zij in een wespennest terecht zijn gekomen. Veel geïnterneerde Europeanen, vooral vrouwen en kinderen, wachten in de over de eilanden verspreide burgerkampen nog op evacuatie, maar dat is in deze situatie te riskant. De Engelse legercommandant vindt een oplossing:hij geeft de gecapituleerde Japanse bewakers opdracht om hun bevrijde gevangenen nu te beschermen tegen de Pemoeda’s. Dat scheelt, maar de buiten de kampen op het platteland wonende Indo-Europeanen zijn er niet mee geholpen. Zij worden nu het voornaamste mikpunt.
    “Ze stonden ’s avonds voor het huis en riepen ‘Bunuh orang belanda’ (doodt de blanken)”, herinnert Ineke zich, “ze maakten lawaai met van alles, om je ’s nachts wakker te houden. Angst en nog eens angst, dat overheerste alles.”
    In Ngadireso besluit opa Engelenburg in overleg met moeder Miene dat Roos, die al dertien jaar is, voor haar veiligheid beter naar Malang kan vertrekken. De jongere kinderen zullen ze niet zo gauw iets doen, maar Roos kan gevaar lopen bij de opgewonden Pemoeda’s. Roos gehoorzaamt gedwee.

    Ook vader Sam Moormann is niet gerust en stuurt zijn dochters eveneens naar Malang, waar de situatie vermoedelijk stabieler is. Ook de jongste dochter, Ineke, vertrekt ditmaal. Ze is net vijftien geworden en krijgt een baantje in de keuken van het Malangse ziekenhuis Sawahan. Daar ziet ze Roos Engelenburg, ze kennen elkaar van de nonnen-school in Malang. Samen beleven ze hachelijke tijden want het idee dat in Malang de situatie stabiel is blijkt niet te kloppen. Japanners bewaken in opdracht van de Engelse overwinnaar het met prikkeldraad omgeven hospitaalterrein. Zij gaan op 1 oktober de strijd aan met Pemoeda’s als die het ziekenhuis beginnen te beschieten. Het verplegend personeel woont in een dienstwoning die voor het ziekenhuis ligt, direct in het schootsveld van het geweervuur. Drie dagen en nachten duurt het gevecht en Ineke en Roos brengen die tijd in doodsangst door, terwijl de kogels in de muren van het huis slaan en ze het dreigende geschreeuw van de Pemoeda’s horen. De Japanners houden lang stand, maar geven zich ten slotte toch over als het aantal gewonden oploopt. Het Indonesische leger (TNI) neemt het ziekenhuis in, de sfeer is gespannen en onvriendelijk, maar zij laten toe dat de gewonden verzorgd worden. Ook Ineke en Roos – eigenlijk keukenhulp – worden ingezet om wonden te verbinden en doden af te leggen. Zelfs de gangen van het ziekenhuis liggen vol bloedende slachtoffers. Het is een gruwelijke ervaring voor de meisjes.
    Als zij langs een ziekenzaal met gewonde Japanners lopen en de jonge Roos in gedachten een liedje fluit, valt dat verkeerd bij één van de TNI-soldaten die op wacht staan. Hij denkt dat ze naar de Japanners fluit. De meisjes worden afgemarcheerd naar het Marinekamp, een verderop gelegen interneringskamp, met de bajonet in de rug. Daar worden zij na een bars verhoor een week opgesloten in een betonnen cel, met een betonnen brits en een matje. Ze leven op wat rijst en soep. Gelukkig worden ze na die week vrijgelaten, maar na de ondergane spanningen van de beschietingen en de horreur van alle verwondingen die zij moesten verzorgen slaat deze ervaring een diepe bres in de mentale reserves van de meisjes.
    Intussen gaat het in Watesbelung ook steeds beroerder.

    Het einde
    Op 10 oktober kondigt het Malangse opperbestuur een officiële boycot van de (Indo)Europese gemeenschap af. Niemand mag hen meer iets verkopen, in de stad worden water en licht afgesloten, taxi’s en betjakrijders moeten (Indo)Europese passagiers weigeren. Hun doden moeten ze zelf naar het kerkhof dragen en daar eigenhandig begraven. In Watesbelung zorgen Bienki en zijn kornuiten ervoor dat deze regels naar de letter gevolgd worden. En dit is pas het begin. Op 17 oktober wordt een algeheel arrestatiebevel voor alle Indo-Europese mannen en jongens van boven de veertien uitgevaardigd. Vader Moormann en de zojuist teruggekeerde zoons worden afgevoerd naar de gevangenis in Malang. Ook Opa Engelenburg wordt daar geïnterneerd. Zijn jonge vrouw en zijn schoondochter blijven met de acht kinderen onbeschermd achter.
    In Watesbelung voelt Riep Moormann zich onveilig in het grote huis, nu de mannen weggehaald zijn. Dit hoorde Ineke later van de Indonesische buren, die meeleefden maar weinig konden doen. Want alle hulp aan de belanda’s werd gezien als verraad aan de republiek. Gelukkig voor Riep is er een logee, Tineke Boogaard, Ineke’s beste vriendin van de nonnenschool.
    “Ze was een weeskind”, vertelt Ineke, “toen de oorlog uitbrak werd ze in een kostfamilie geplaatst en kreeg van de zoon des huizes van 18 jaar een kind. Voor ons Rooms-Katholieken was het een groot schandaal. Ik mocht van de nonnen niet eens met haar spreken zondags na de mis. Grote onzin natuurlijk, maar ja. Tineke was toen maar 13 of 14 jaar, het was heel erg voor haar. Het kindje is dood geboren en Tineke werd opgevangen door mijn moeder.”

    10 (clem met hond)
    Clem met hond Hector

    Tineke speelt met Clem en probeert met Riep iets te bedenken voor zijn verjaardag. Op de 24ste oktober zal hij elf worden en alhoewel hij natuurlijk geen cadeaus verwacht zullen ze toch proberen er iets van te maken. Maar het loopt anders. In de grote stad Surabaya, anderhalf uur rijden van Malang, stijgt de spanning tussen de bevolking en de Engelse troepen, gevechten breken daar uit. Via de radio slaat de volkswoede over naar de Pemoeda’s in Malang en de bergdorpen. De terreur wordt verscherpt. Riep en de twee kinderen krijgen nu van het groepje Pemoeda’s bevel dat ze permanent binnenshuis moeten blijven..Ze mogen zelfs geen water meer uit de rivier halen. Gelukkig is de regentijd net begonnen, dat helpt, maar de honger wordt na enige tijd ondraaglijk. Bang wachten Riep en de kinderen hun lot af.
    Ineke: “Meneer Atema heeft die dagen zijn leven op het spel gezet om moeder Clem en Tineke eten en drinken te verschaffen, al die nachten. Hij verdient de Hemel.”

    En dan slaat ineens de vlam in de pan.

    Ineke: “Wat ik weet heb ik van de heer Eliasar gehoord, onze Indonesische buurman (hij leeft allang niet meer). De Pemoeda’s zijn met z’n zevenen de dorpen afgegaan. Broertje Clem was tegen het verbod in op straat toen ze kwamen. Hij werd naar ons huis meegesleurd en daar begonnen ze met hun kapmessen. Moeder is nog om hulp gaan roepen bij meneer Eliasar. Ze kwam met flinke kapwonden aan hoofd en nek bij hem, hij woonde vijf minuten verderop. Hij heeft haar zo goed het kon geholpen met`de wonden en haar toen teruggestuurd naar huis. Ja, wat wil je, hij was doodsbang dat ze zijn gezin wat zouden aandoen. Indonesiërs die de blanken hielpen waren ook niet veilig! Moeder is in grote paniek zo goed en kwaad als het kon terug gestrompeld. Andere bewoners uit de buurt hebben mij later verteld dat mijn broertje Clem en Tineke Boogaard toen nog leefden, al waren ze al wel toegetakeld. Ze zijn in de schuilkelder gegooid die we achter het huis hadden gegraven en daar aan hun lot overgelaten. En zo doodgegaan. Niemand uit de omgeving durfde iets te doen. De Pemoeda’s hebben in het huis alles kort en klein geslagen en het tenslotte in brand gestoken. En daarna gingen ze naar Ngadireso, waar de Engelenburgs woonden.”
    Het duurde lang voor Roos Engelenburg de kracht kon opbrengen om te beschrijven wat daar gebeurde. De tekst die zij mij stuurde is ontroerend in z’n karigheid en precisie.

    “Wat er op de 29e oktober 1945 zich heeft afgespeeld ben ik te weten gekomen door het verhaal van ons kindermeisje die ik in 1991 in Ngadireso hebt ontmoet.
    Mijn moeder was op het moment dat de kinderen werden vermoord niet aanwezig. Ze was met ons kindermeisje de potten en pannen aan het wassen bij de bron (een goed kwartier lopen van ons huis).
    Toen ze terug kwam zag ze wat er gebeurd was. Ons kindermeisje is heel hard weg gerend en heeft zich een week schuil gehouden.
    Daarna hebben ze mijn moeder vermoord.
    Van mensen in ons dorp heb ik vernomen dat een van de moordenaars zich later van het leven heeft beroofd.

    Foto
    Vermoedelijk het huis van Oma van Deuning (foto 2006)

    Enkele kilometers verder bij ons vandaan woonde een vrouw die wij Oma Deuning noemden.
    Zij is door haar pleegzoon vermoord.”

    Oma van Deuning (63) werd niet getjingtjangd maar opgehangen. Misschien was dit bedoeld als een mildere dood dan het ombrengen met kapmessen.
    De dodentocht is niet beperkt gebleven tot de veertien slachtoffers uit dit relaas. In totaal zijn door Pemoeda’s in de vier boven elkaar gelegen bergdorpen Tumpang, Watesbelung, Ngadireso en Poncokusumo eind oktober 1945 39 mensen omgebracht, voornamelijk vrouwen en kinderen. De Oorlogsgravenstichting draaide de namenlijst keurig voor me uit toen ik de vier bergdorpjes noemde en vroeg wie daar in oktober 1945 waren omgekomen.
    In 1948 groef de ODO (Opsporingsdienst Overledenen) de lijken op, mede dankzij de aanwijzingen van Eliasar die met zijn beide zoons 28 slachtoffers had begraven. Hij vond dat zijn christenplicht en heeft die daad van naastenliefde duur moeten bekopen. Verdacht van “antirepublikeinse gezindheid” werd hij opgepakt en voor ruim drie maanden opgesloten in een van de cellen van de Veld-Politiekazerne te Toempang. Toen hij terugkeerde naar Watesbelung bleek zijn huis gerampokt.
    Het staat keurig genoteerd in een politierapport uit 1948, toen Malang weer onder Nederlands gezag stond. Er werden toen ook enkele Indonesische getuigen gehoord, en in de politiedossiers staan verschillende lijstjes met namen van de mogelijke daders. Daaronder een zekere “Bini – 40 jaar – soto-verkoper”. Arrestaties hebben niet plaatsgehad, het gebeurde was te lang geleden.

    Foto 13 (clem met alex
    Alex verdronk in de Javazee.
    Clem werd vermoord.

    Voordat de Pemoeda’s op weg gingen naar de Moormanns en de Engelenburgs, hadden zij in het laagst gelegen plaatsje Toempang al verschrikkingen gebracht. Ineke en Roos konden mij er niets over vertellen en ook Eliasar bericht er niet over. Maar in een politierapport uit 1948 komt getuige Doelsaid Gondongan aan het woord over wat hij in Toempang heeft gezien..
    Een moordpartij die ik persoonlijk heb waargenomen , was de moord op mevrouw W., mevrouw S. en hun familieleden. Voordat deze afslachterij plaats vond, mochten de Nederlanders geen voedsel en water kopen (boycot). Twee of drie dagen daarna kwamen de extremisten bij mevr. S. thuis en vroegen aan de schoonzus van mevr. S., een Menadonese, het volgende:
    “Mevrouw, wat voor landaard hebt U? Wilt u gered worden dan moet U van hier weggaan en mengt u zich niet met de Belanda’s. Zo niet dan moet U het zelf maar weten.”
    Bedoelde mevrouw (schoonzus van mevr. S.) antwoordde: “Ik ben getrouwd met ‘toean’. Hoe kan ik hem verlaten en wel in deze moeilijke omstandigheden? In vreugde leefde ik met hem samen en in smart moet ik hem verlaten en van hem scheiden? Dat is toch niet menselijk?”
    Bij het horen van deze woorden gingen de extremisten uiteen. Doch na enkele dagen verschenen ze weer en op die dag vond de moordpartij plaats. Middels klewangs, waarmee de extremisten toen bewapend waren, hebben ze de vrouwen afgeslacht. Tot een der slachtoffers behoorde ook de tien-twaalfjarige Bobby (kleinzoon van mevr. S.). Bobby’s lijf werd ‘gebatjokt’ (gestoken) doch was niet op slag dood, hij kon juist nog op zijn benen staan, doch de extremisten hebben hem onmiddellijk begraven. Oh, het was zo wreed.”

    De lichamen van alle 39 slachtoffers zijn in 1948 herbegraven op Kembang Kuning waar zij nu al tientallen jaren bij elkaar liggen. Maar regels zijn regels en zo komt het dat ik op Kembang Kuning wel acht kinderen Engelenburg zag, maar niet hun twee moeders. Die liggen verderop, in het volwassenen-gedeelte. “Dat vond ik zo zielig”, vertelt een familielid van de Moormanns die de herbegrafenis bijwoonde.

    Foto
    Graven op Kembang Kuning

    Riep Moormann, haar zoontje Clem en Tineke Boogaard liggen wel naast elkaar. Ze zijn de regels ontsnapt.

    De bersiap-tijd duurde van oktober 1945 tot maart 1946. In die korte tijd verdwenen op Java en de andere eilanden 20.000 Hollanders en Indische Nederlanders, merendeels vrouwen en kinderen. Slechts 4000 dode lichamen werden teruggevonden.

    Hans Vervoort

    Zwart-wit foto’s: Collectie Ineke van Oers – Moormann
    Kleurenfoto’s: Theo Bakkenes
    Meer foto’s bij dit verhaal kunt u vinden op:
    http://www.hansvervoort.nl/index.php?page=_&floatingpageId=3&photoalbumId=15851

    Wilt u meer documentatie (zoals de complete lijst van slachtoffers), mail dan hans.vervoort@xs4all.nl
    Literatuur: Bersiap – H. Bussemaker (Walburg Pers 2005)
    Terug

    Bezoeken sinds 2001-03-01: 458781

    • RLMertens zegt:

      @wimwp; ‘in het machtsvacuüm oefende jonge pemoeda’s een schrikbewind etc.’ – Dus zomaar zonder oorzaak/en? Elk gevolg heeft een oorzaak!

    • Jan A. Somers zegt:

      “Allen overleden op 29 oktober 1945” Ja, dat is de dag na de grote moord op het Goebengtransport. Ging gewoon door. Volgens sommigen onze schuld! Daar kun je alleen maar in stilte je hoofd bij buigen. Hoef ik ook niet met mijn vingertje te wijzen.

  7. Peter van den Broek zegt:

    Het bovenstaande verhaal over de slachtoffers Engelenburg is voor mij interessant, omdat het gedetailleerd ingaat op een Bersiapgebeurtenis:

    citaat:……Dat leverde nieuws op: de Engelenburgs woonden in Toempang, een ander dorpje bij Malang, en waren naar Ngadireso gevoerd en daar om het leven gebracht. En alhoewel die informatie uiteindelijk niet bleek te kloppen gaf ze toch de doorbraak. Want op internet stond een artikel van de historicus H. Bussemaker, waarin Toempang werd genoemd als de plaats waar 39 bersiap-moorden hadden plaatsgevonden. Namen wist hij niet, maar het was een begin….einde citaat

    1) Dus het blijft in dit geval met enige moeite wel mogelijk om namen van Bersiapslachtoffers te achterhalen , namen van slachtoffers verbinden met vermisten.

    2) Daarnaast worden gebeurtenissen op een originele manier verklaard, dat is eindelijk voer voor wegkijkende historici.
    Citaat ….. Waaróm wordt daar nooit over geschreven, vroeg ik mij vaak af.De oorzaak kan eigenlijk alleen zijn dat het idee van gewelddadige Indonesiërs niet past in het schuldbewuste beeld dat we in de afgelopen vijftig jaar hebben geschapen van onze koloniale tijd……. Dat half jaar waarin de machtsverdeling anders lag en meteen tot misbruik leidde past niet in het plaatje van onze koloniale schuld. En zo liggen de Engelenburgs en alle andere bersiap-slachtoffers al zestig jaar te wachten op het schrijven van hun stukje van de geschiedenis.

    3) Dat laatste deel van het citaat kan ik volledig onderschrijven. Dat schuldbewustzijn speelt een cruciale rol in de discussies. Ik leg dit stukje van de puzzle op zijn plaats in mijn Bersiapatlas. Nu dien ik nog die andere vermoorden van Toempang een naam te geven.

    Verder worden er officiele bronnen genoemd.
    a) ……..in een politierapport uit 1948, toen Malang weer onder Nederlands gezag stond. Er werden toen ook enkele Indonesische getuigen gehoord, en in de politiedossiers staan verschillende lijstjes met namen van de mogelijke daders
    b) …. Maar in een politierapport uit 1948 komt getuige Doelsaid Gondongan aan het woord over wat hij in Toempang heeft gezien..

    4) er blijkt dus wel wat gerapporteerd te zijn, maar wat is er mee gebeurd ? Dat zal ik eens uitzoeken, hopelijk krijg ik niet hetzelfde antwoord als bij het Goldman-politierapport over de Olo-moorden.

    Wat verder interessant is in het verhaal is de betrokkenheid (sic) van Indonesische instanties, ik noem wat willekeurige namen:
    – overal plaatselijke Komité’s Nasional Indonesia opgericht worden die orde en gezag in de republiek zullen handhaven.
    – Het Indonesische leger (TNI) neemt het ziekenhuis in…… dat verkeerd bij één van de TNI-soldaten die op wacht staan
    – het Malangse Opperbestuur een officiële boycot van de (Indo)Europese gemeenschap af

    het lijkt of het met de Chaos in die tijd wel meevalt, maar deze veronderstelling vergt nadere toetsing.

    Ik sla alles rustig op in mijn raamwerkje, dat nog steeds aanpassingen behoeft. Ik ga verder met mijn eigenlijke werk.

  8. Surya Atmadja zegt:

    Peter van den Broek zegt:
    13 oktober 2016 om 10:46 am
    3b) …. Maar in een politierapport uit 1948 komt getuige Doelsaid Gondongan aan het woord over wat hij in Toempang heeft gezien..

    4) er blijkt dus wel wat gerapporteerd te zijn, maar wat is er mee gebeurd ? Dat zal ik eens uitzoeken, hopelijk krijg ik niet hetzelfde antwoord als bij het Goldman-politierapport over de Olo-moorden.
    ====
    Wat verder interessant is in het verhaal is de betrokkenheid (sic) van Indonesische instanties, ik noem wat willekeurige namen:
    – overal plaatselijke Komité’s Nasional Indonesia opgericht worden die orde en gezag in de republiek zullen handhaven.
    ==============================================================
    Het zou beter zijn als de Nederlanders in hun onderzoek naar eventuele misdragingen/misdaden gepleegd door de Indonesiers uitleg geven/specificeren wat ze met BERSIAP moorden bedoelen.
    De time line , tussen eind september/begin oktober 1945 t/m 10 november , en daarna vn af 10 nov 1945-begin 1946, na de vertrek van de Engelsen , en t/m Linggardjati ovk, de agresi militer 1 en 2 en verder.
    Wie zij de Indonesische daders ( dat er daders zijn is duidelijk) , is er een verschil tussen Pelopor(voortrekkers= Perintis in bhs Indonesia) , Pemuda (jongeren=welke ?) , De Hisbullah , De Darul Islam ( volgens de laatste gegevens waren ze bekend dat de slachtoffers lichamen gemutileerd werden ) , de diverse Barisans/Laskars , de BKR , TKR en TNI .
    Men moet niet zo maar roepen dat ze dezelfde groepen zijn en onder gezag van Jakarta stond.

    • Peter van den Broek zegt:

      Dat “Men” ben ik dus niet… bovenstaande onbeholpen interpretatie (hoe zie ik het verschil tussen een Pelopper, een Pemuda of een Darul Islam?, is de naam op hun voorhoofd geschreven?) is totaal voor rekening van dhr Atmadja. Hij loopt op de feiten vooruit, of hij weet meer dan ik! Ik wist niet dat die groepen onder gezag van Jakarta stonden. Ik had al een hokje met betrokkenen (variabele in mijn raamwerkje) , dat kan ik nu uitbreiden met het hokje “onder gezag van Jakarta”, maar ik wil wel de inexacte informatie natrekken.

      • Surya Atmadja zegt:

        Peter van den Broek zegt:
        13 oktober 2016 om 5:43 pm
        Dat “Men” ben ik dus niet… bovenstaande onbeholpen interpretatie (hoe zie ik het verschil tussen een Pelopper, een Pemuda of een Darul Islam?, is de naam op hun voorhoofd geschreven?)
        ========================
        Yes , ik heb express “men” geschreven .
        Een goede opmerking , hoe zie ik het verschil tussen Pelopor , Ploppers ( vlgs de Nederlanders) en Hizbullah etc
        Daarom moet ik soms glimlachen als ik lees hoe mensen zoals Pia v.d Molen(Archief van tranen) , en de andere zogenaamde deskundigen de verschillende termen door elkaar halen .
        (De 5* Generaal Nasoetion was commandant van een Bataljon Pelopor.)

        Bij de Nederlanders was het makkelijker, de NL autoriteiten weten welke groep soldaten, O.O , officieren stoute dingen hadden gedaan.
        Zelfs hun namen etc , en het is niet gepleegd door tientallen/honderden , maar door duizenden of meer (“In Soldaat in Indonesië, 1945-1950, I argue that there were probably tens of thousands of war crimes. ).
        Uiteraard zal de hyperactieve KOK die iets deed met een gepakte plopper niet als een echte stoute soldaat gezien moet worden.
        Al had hij die arme Indonesier met zijn pollepel of koekenpan geslagen had.

      • Jan A. Somers zegt:

        ” het verschil tussen een Pelopper, een Pemuda of een Darul Islam?” Zij waren in ieder geval niet herkenbaar als militair. (nodig volgens het oorlogsrecht). ‘Dus’ burgers! Levert meteen veel nullen op in dat vakje. Het begrip franc-tireur gebruik ik maar niet.
        “onder gezag van Jakarta” Dat bestond nog niet. Sinds 4 januari 1946 zetelde de Indonesische regering in Djokjakarta, met een groot departement in Batavia. Vanwege de grote verschillen tussen beide werd dat de ‘twee republieken’ genoemd. In Batavia overheerste de diplomasi, in Djokja de perdjuangan. Dat verschil was vaak de bron van misverstanden. Veel mensen noemen het begrip ‘oorlog’. Interessant dat in die tijd er druk tussen beide steden werd gereisd. Oorlog in de trein? Je moest natuurlijk wel een kaartje hebben.
        “militaire noodzaak” Wat ik mis bij alle ellende die langs komt zijn de data van de gebeurtenissen. Wanneer gebeurde het? Tijdens de beide politionele acties (twee en drie weken, plus de weken van Westerling in een beperkt gebied? Of in perioden daartussen?
        Bij alle nullen die hier langs flitsen zag ik ergens 6000 Nederlandse doden, meest militairen. Maar die aantallen militairen zijn toch tot de laatste man/vrouw bekend? Gesneuveld KL: 1602, KNIL: 722, KM: 202. Overleden ten gevolge van ongevallen en ziekte: KL: 987, KNIL: 1098, KM: 140.
        “tens of thousands of war crimes” De liefhebbers hebben nog even te gaan.

      • RLMertens zegt:

        @JASomers; ‘zij waren niet herkenbaar als militair’- Neen, natuurlijk niet. Het gaat hier toch om een gevecht tegen voor hen herkenbare bezettingsleger. Onze verzetslieden in Nederland waren in nazi tijd toch ook niet herkenbaar. Nodig voor het oorlogsrecht?
        Echter het verschil tussen burgers en militie moet toch duidelijk te zien zijn bij het doorzeven van kampongs, als onder hen ouderen, vrouwen en kinderen zijn? Voorts (aldus Limpach) als uit voorzorg(structureel!) zelfs ook op de vluchtenden werd geschoten!
        Zie Zentgraaf- de oude foto’s uit de Atjeh; Gajoh; het ontvolkte binnenland! Mochtar Loebis; ‘In de Atjeh oorlog waren de Nederlanders veel beter bewapend. Hun geschut vernietigde met gemak de versterkingen. Een maal boven de verschansingen gekomen was het met hun repeteer geweren ‘als kleiduif schieten’. In die oorlog was er ook een Nederlander; ene kapt.Vannoy, die zijn stem verhief tegen; onrechtvaardige executies, martelingen, moorden op vrouwen en kinderen, het kooi houden van gijzelaars etc. Maar bevelhebber van Heutz trad nooit op tegen het wangedrag van zijn officieren(!) en manschappen. Als sjablonen voor wat Limpach nu meldt.

      • Jan A. Somers zegt:

        “in nazi tijd toch ook niet herkenbaar” Klopt. Zij waren dus burger, en mogen als franc-tireur worden behandeld. En dat is een andere behandeling dan voor militairen. Die mochten overigens ook geen verzet meer bieden, het Nederlandse leger, waar zij onderdeel van uitmaakten, had gecapituleerd. Nederlandse militairen die na de capitulatie van het KNIL nog vernielingen uitvoerden, werden door de Japanners geëxecuteerd. Vonden wij uiteraard niet netjes, maar dat is oorlogsrecht. Collega van mijn vader had niet op tijd het bevel van demilitarisatie ontvangen. Hij dacht nog militair te zijn , maar was weer burger. Geëxecuteerd. Dat is ook de betekenis van het verklaren van de staat van oorlog. Dat geeft militairen de bevoegdheid hun wapens te gebruiken tegen een vijand. Met de onvoorwaardelijke capitulatie is die bevoegdheid beëindigd, terug in je hok. Klinkt allemaal een beetje cru, maar ik heb dat ook niet uitgevonden. In mei 1940 had het Nederlandse leger gecapituleerd, met uitzondering voor Zeeland. Daar werd de strijd (rechtmatig) nog enige weken gevoerd samen met de Franse troepen aldaar. Hun slachtoffers liggen in Kapelle.
        Combattanten: 1. Aan hun hoofd een persoon hebben die verantwoordelijk is voor zijn ondergeschikten, 2. Een vast en op enige afstand herkenbaar onderscheidingsteken hebben. 3. De wapens openlijk dragen. 4. Zich in hun handelingen gedragen naar de wetten en gebruiken van de oorlog. Art. 2 kent nog een bijzondere categorie, de levée en masse. Deze hoeven alleen te voldoen aan de art 3 en 4 om als combattant te worden gekenmerkt, en zo de beschermde positie van een militair hebben.

      • RLMertens zegt:

        @JASomers;’levert veel meer nullen etc.’ – Dat is toch wat u deert? Die grote aantallen Indonesische burger slachtoffers. Als er, zoals toen veel is gebeurd,kampongs en desa’s onder artillerie vuur kwamen. Wat voor categorie slachtoffers dacht u dat er vielen? In Badar Boeat werd een pasar door onze luchtmacht bestookt. Abusievelijk volgens de leiding. Men dacht dat het samenscholing was. Dat soort nullen wordt bedoeld met de slachtoffers hiervan.’twee republieken etc.’- Ja, dat zijn onze opvattingen.’Veel misstanden’; dat maken wij ervan tbv. onze propaganda aan vooral de achterban. ‘begrip oorlog: 2/ 3 weken + Westerling in een beperkt gebied’. – En daar tussendoor een vredig Indië? Zonder hinderlagen, patrouilles, overvallen etc.? Dus een binnenlandse aangelegenheid waar onze politiemacht gevormd door lucht-zee-landmacht(!) wat orde en rust moest brengen? Ach, hr.Somers in die periode zat u in Holland. En natuurlijk geïnformeerd door RVD. In Indië was de Nederlandse media met hetzelfde bezig. Echter er waren ook Inheemse kranten en ..de kabar angin. Die misdaden die nu door Limpach bekend zijn, waren toen daar al lang bekend(vooral) bij de insiders.

      • Jan A. Somers zegt:

        “in die periode zat u in Holland” Nee, in Nederland. Vlissingen voor de duidelijkheid.
        “een vredig Indië?” Mijn zus kon na de eerste politionele actie met de trein (kaartje gekocht) van Soerabaja naar Malang. Vandaar uit met een bus (kaartje gekocht) tot aan Poedjon, daarachter had de Indonesische verschroeide aarde zijn werk gedaan.
        “Want tot Limpach; heeft geen van onze historici hierover ‘gerept’” Elke onderzoeker/promovendus pikt uit de archieven/KB datgene wat hij/zij nodig heeft. Daarmee heeft hij zijn/haar rugzakje algauw vol. U (dacht ik) vroeg iets over het aantal militairen dat gesneuveld is. U heeft waarschijnlijk nooit in de militaire archieven gekeken, die aantallen liggen daar voor het oprapen. Toevallig had ik die meegenomen, terwijl ik daarvoor niet op zoek was. Waarom zou ik reppen over die kennis van de heer Limpach? Daar was ik niet op zoek naar bij KITLV/NIOD/IMG. Je ziet het wel langs flitsen, maar wat moet ik ermee? Dat kan een ander die er tijd voor heeft dan beter doen. Hij heeft ook niet gekeken naar de gegevens/foto’s die ik zocht. Die had hij niet nodig.

      • RLMertens zegt:

        @Somers; ‘vredig Indië 1945-1949′ – Inderdaad uw zus kon reizen van Soerabaja naar Malang. Nederland bezette alleen de enclaves rond de grote steden. Het overige was Republikeins. Waarbij die enclaves Republikeinse invallen te verduren kregen met sabottages etc. Zelfs in sommige buurten van de steden, waagde geen één militair cq.
        belanda. En natuurlijk werden deze gebeurtenissen/voorvallen toen bijna niet door de Ned. media gemeld. Op het platte land was de Republiek vooral des avonds heer en meester. De tani’s onder druk zetten betekent tevens een anti belanda houding.Vooral door het afbranden van kampongs! Tot frustraties van soldaten en de legerleiding die van doordrongen raakte dat deze oorlog niet te winnen was. Vandaar Beel’s plan om pesthaard Djokja te elimineren. En die set(waarbij zonder tegenstand de stad werd veroverd) werd Nederland juist noodlottig. Want de VN greep in(en dat wisten Boeng en Hatta) ‘elke onderzoeker/promovendus pikt uit de archieven etc.’ – Juist dat pikken is zo opvallend selectief gebeurd. Zelfs in de tijd van de excessen nota 1969 en de jr.’80 vond men niets over oorlogsmisdaden. Terwijl dit steeds/altijd een ‘hot item was’. Schijnbaar was niemand daar op zoek na. U toch ook niet? U noemt instanties als Kltv etc. Waarom niet het NIMH? Is Limpach de enige die hier gesnuffeld heeft? Wat het aantal gesneuvelden betreft; ik heb ook steeds over ca. nullen gesproken. Waarbij door mij de ca. slachtoffer cijfers als verhoudingsindicatie zijn gebruikt tov. de ca. cijfers bij de Indonesiërs! Min.Stikker noemde de Indonesische verliezen schrikbarend!
        De waarheid over Indië komt toch!
        note; ben benieuwd wat/hoe onze regering doet/reageert. U ook?

      • Jan A. Somers zegt:

        “Nederland bezette alleen de enclaves rond de grote steden.” Soerabaja > Malang>Poedjon is toch geen enclave? U moet wel de tijdlijn in de gaten houden. Ik had het over de eerste politionele actie. Terecht met de naam ‘product’. Orde en veiligheid en het scheppen van ruimte voor wederopbouw en herstel van de economische activiteiten. Primair was gekozen voor grote delen van West- en Midden-Java, een belangrijk deel van Oost-Java met Madoera, het cultuurgebied van de Oostkust van Sumatra, een groot gebied rond Palembang en een strook rond Padang. (Banka/Billiton, Borneo/ grote Oost was dat niet nodig, daar was nooit Republikeins bestuur geweest, zelfs een bedrijf als Bruynzeel opende grote nieuwe vestigingen, en Shell draaide volop, samen met Amerikaanse bedriiven). In die gebieden die nu onder gezag stonden van het Indische gouvernement, draaiden de bedrijven weer. Met teruggekeerde eigenaren en teruggekeerd Indonesisch personeel. Werkgelegenheid, en belastingbetalers. Het maatschappelijk en economisch leven kwam weer op gang ondanks sabotagepogingen. Vanaf april had Indië weer een handelsoverschot.
        “sabottages etc” Klopt, zelfs rampokpartijen. Maar die waren er vóór de oorlog al. Zoek maar op in de Encyclopædie van Nederlandsch-Indië. Bij ons in Soerabaja hadden we vóór de oorlog al niet voor niets tralies in de raamkozijnen.
        “Juist dat pikken is zo opvallend selectief gebeurd.” Klopt helemaal, ik zocht naar wat ik nodig had, en vond dat altijd. De rest laat je aan anderen. je bent alleen maar bezig met een klein stukje geschiedenis, en dat is al veel genoeg.
        “Is Limpach de enige die hier gesnuffeld heeft? ” Nee hoor, ik toch ook? Terwijl ik niet een eens historicus ben. Je moet gewoon ergens naar op zoek zijn. En er zijn zoveel andere zinvolle zaken dan alleen maar militaire zaken. Zelf heb ik nog twee grote aandachtsgebieden uit mijn werkend verleden, die kosten ook tijd.
        “Waarom niet het NIMH?” Sorry, mijn benaming IMG stamt nog uit vóór 2001, was even vergeten.
        “sommige buurten van de steden, waagde geen één militair cq. belanda.” Nou, met de ambulance in Soerabaja (nog ver vóór de eerste politionele actie) dag en nacht rondrijden, overal! Ik herinner me nog de avond dat mijn vader opbelde in Soerabaja te zijn, logeerde bij de havenmeester. Op mijn opmerking, had hem al vier jaar niet gezien, dat ik direct naar hem toe ging vond hij dat gevaarlijk. Nee hoor, zei ik, dat doen we elke dag/nacht. Kijk ook even hier in een artikeltje in JavaPost over onze mobiele poliklinieken, kort na de bevrijding van Soerabaja. Voorbij de demarcatielijn. Ik leef nog, zonder schrammetje!

    • RLMertens zegt:

      @JASomers; ‘Nederlandse enclaves’ – Geen enclaves? Zie Google politionele actie, kaart voor de acties en na de acties in 1947. Zelfs na de 1e actie was maar sprake van ca. 45% door Nederland veroverd gebied, waarbij zelfs in dat veroverd gebied constant infiltraties plaats vonden. U veronderstelling dat die ‘politionele oorlog’ slechts een paar weken duurde is een fabel. Typisch bagatelliseren wat in werkelijkheid daar gebeurde. En daar deed de RVD/media van harte mee; ‘onze jongen overzee, de bevolking die terug kwam etc.’ Pure propaganda. (ik woonde van dec.1945- okt.1949 in Soerabaja) Het was een constante vijandschap gedurende 4 jaar, waardoor Nederland in de wereld politiek totaal geïsoleerd raakte. Dus niet zomaar rampok partijen als voor de oorlog. Beel/Drees sr. dachten het wereldforum te kunnen manipuleren. ‘ik zocht wat ik nodig had’ – dat is juist wat al die voorgaande historici deden. Datgene waarop het aankwam; de ‘oorlogsmisdaden’ sloeg men over.(muv.dr.L.de Jong) Witwassers van ons verleden, die nu geconfronteerd worden met een jonge generatie onderzoekers, die veelal de hun aangeprate geschiedenis; ter plekke en daarna thuis onderzoeken.

      • Jan A. Somers zegt:

        “ik woonde van dec.1945- okt.1949 in Soerabaja) ” Oh, in die tijd woonde mijn zus ook in Soerabaja. Ik dacht van 1947-1949. Is daar getrouwd. Huwelijksreis naar Trètès. (enclave van Soerabaja?) Na verlof (1950) in Nederland uitgezonden naar Nieuw-Guinea, belastingdienst. Vanaf 1961 in dienst van de VN. Zijn in 1962 betrokken geweest bij het sorteren van voor de overdracht nodige sociaal/economische stukken. Toen is daar hun jongste zoon geboren (de laatste Nederlander?). In 1964(?) terug naar Nederland.
        “ca. 45% door Nederland veroverd gebied” Ja, percentage van Java en Sumatra. De gebieden die belangrijk waren voor economisch herstel. Hoeft toch niet meer? Banka/Biliton, Borneo, Grote Oost (het grootste deel van Indië!) hadden geen politionele actie nodig, daar hoefde niets te worden veroverd.
        “constant infiltraties ” Na het vaststellen(!) van demarcatielijnen en afspraken(!) over staakt het vuren(!)

      • RLMertens zegt:

        @JASomers; ‘oh, mijn zus etc.’- Leuk te horen, dat uw zus daar woonde etc. maar onze discussie ging over ’45-’49 dat in die periode in Indië een oorlog aan de gang was, die duizenden slachtoffers heeft gekost. Niet zomaar een rampokje hier en daar. En dat buiten-(en binnen; infiltraties, kidnappen etc) enclaves een guerrilla oorlog woede; hit and run, waardoor onze militairen in doodsangsten zaten. Vooral zij die bij de demarcatielijn waren opgesteld. Blij waren levend terug te keren van patrouilles etc. Met artillerie beschietingen op kampons/desa’s als represailles etc.
        Dus niet zoals die stompzinnige propaganda filmpjes, die toen door de Leger voorlichtingsdienst zijn opgenomen om het thuisfront gerust te stellen.(onlangs een hele serie te zien op tv.Nostalgie(Ons). ‘45% veroverd gebied, belangrijk voor economisch herstel’- Belangrijk voor de lege Nederlandse schatkist! Om die oorlog te bekostigen.
        Voorts wil ik nog opmerken dat die bersiap belanda haat zelf voort ging, daar de in handen van de Republiek gevallen soldaten eveneens werden mishandeld. Echter ‘die penis in de mond’ verhalen zal wel eens voorgevallen zijn(?).(waar is bewijs/ foto’s?)
        Navraag bij hr.Hueting(inlichtingen dienst/stoot troepen); hij heeft dit niet 1x meegemaakt.

      • Jan A. Somers zegt:

        “Leuk te horen, dat uw zus daar woonde etc. maar onze discussie ging over ’45-’49 ” U vroeg of ik in die periode daar woonde. Niet dus, ik ben half 1946 daar vertrokken. Maar de overige kennis heb ik van mijn zus die daar in de door uw genoemde periode woonde. Dan weet u tenminste dat ik niet uit mijn duim zuig en niet alles van de RVD heb.
        “voor de lege Nederlandse schatkist!” Het was niet voor de Nederlandse schatkist, maar voor de Indische staatsschuld.
        “hit and run” Ja, terwijl er afspraken waren gemaakt over een wapenstilstand. Maar kijk eens naar ‘Onder de vlag van het Rode Kruis, van 2 mei 2012. Werken over de demarcatielijn heen.
        Een probleem was wel de gevoelens van de mensen in Soerabaja. Niet de praktijk. Die mensen hadden bersiap, slag om Soerabaja, roofmoorden, wegvoering (zoals mijn moeder en zus) achter de rug. Dan blijf je enorm gespannen, een knallende fietsband zorgt voor paniek. Maar de winkels/pasars waren gewoon open en de trams reden. En de bioscopen werden druk bezocht. Maar daar zult u vast wel problemen mee hebben.

      • RLMertens zegt:

        @JASomers; ‘de lege Nederlandse schatkist’- Midden April 1947 wees min.Lieftinck- min.van Financiën(!)- prem.Beel NOG EENS op de financiële nood toestand. Hij schreef dat er een situatie zou ontstaan die het Koninkrijk financieel economisch aan de rand van afgrond doet staan! Dit is DE reden; waarom de ‘1e politionele actie’ werd ingezet.
        DE USA weigerde krediet.

      • Jan A. Somers zegt:

        “financiële nood toestand” Sorry, ik was een beetje kort door de bocht. Ik had de betreffende begrotingen natuurlijk niet bij de hand, maar die kunt u zelf opzoeken en lezen. Uit mijn hoofd, zonder cijfermateriaal: (overigens verschrikkelijk off topic!)
        Indië: Lonen van Indisch ambtenaren (incl. militairen KNIL) met een Indische arbeidsovereenkomst werden door Indië betaald. Belasting op arbeid werd door Indië geïnd. Hetzelfde voor de overige burgers. Ambtenaren met een Nederlandse arbeidsovereenkomst, bijvoorbeeld KM, werden door Nederland betaald. Dit gold na 15 augustus 1945 natuurlijk ook voor de KL en de Marechaussee. Ik weet niet waar of de bij hun geïnde belastingen bleven. Werknemers van Nederlandse bedrijven, zowel met een Nederlandse als Indische arbeidsovereenkomst, werden natuurlijk door die bedrijven betaald, belastingen op arbeid werden waarschijnlijk door Indië geïnd.
        Nederland: De winsten van de in Indië werkzame Nederlandse bedrijven kwamen al dan niet geconsolideerd natuurlijk op de Nederlandse winst/verliesrekening van die bedrijven, en werden in Nederland belast, vennootschapsbelasting en dividendbelasting op uitgekeerde winst. Maar als de bedrijven in Indië niet konden werken waren er ook geen belasting-inkomsten.
        Uitgavenkant: Vanwege de onmogelijkheid voor bedrijven om in Indië te werken waren de belastinginkomsten in Indië en Nederland natuurlijk uitermate laag. In Nederland waren de oorlogsverwoestingen veel hoger dan in Indië en de kosten voor herstel eveneens. Zowel in relatieve als in absolute zin. Van belang was ook dat het herstel in een hoog tempo vorderde, dat momentum moest worden gehandhaafd. Maar de belastinginkomsten bleven daar ver bij achter. Duidelijk dat in Indië het werk moest worden hervat om zowel in Indië als in Nederland de nodige uitgaven te kunnen betalen.
        Maar nogmaals, verschrikkelijk off topic.

      • RLMertens. zegt:

        @JASomers; ‘de nodige uitgaven te kunnen betalen etc.’ – Klopt. Alleen al om het feit dat de bodem van Neerland’s staatskas in zicht kwam! En de USA krediet weigerde moest
        actie product worden ingezet. Dat de Indische huishouding ook al in een belabberde staat verkeerde is vanzelf sprekend. De discussie wel of niet pesthaard aanvallen was uiteindelijk beslist. Niet tot Djokja ivm. VN mogelijke interventie. En die VN reactie kwam toch….

      • Jan A. Somers zegt:

        Als de staatsinkomsten achter lopen worden er toch maatregelen voorgesteld/genomen? Bijvoorbeeld om de eigenaren van bedrijven weer te kunnen laten ondernemen op hun rechtmatige eigendommen? En zo weer belastinginkomsten genereren. (en werkgelegenheid voor de Indonesische bevolking!) Een regering die dat nalaat is geen knip voor zijn neus waard. Een paar jaar geleden is dat ook gebeurd, bezuinigen en belasting verhogen. Heeft goed gewerkt. En uiteraard kwam er een resolutie van de Veiligheidsraad (niet de VN!), partijen werden verzocht de vijandelijkheden te staken. Is dan ook gebeurd, in ieder geval van Nederlandse zijde.

      • RLMertens zegt:

        @JASomers; ‘niet de VN’- De Veiligheidsraad is een vast onderdeel/commissie van/ingesteld door de VN! De verovering van deze ondernemingen betekende ook meer doelwitten voor de Republiek. En daardoor nog meer ellende voor het militaire gezag.

  9. Surya Atmadja zegt:

    Het geweld dat tegen de Indonesische bevolking is ingezet, bestond uit marteling, brandstichting, executies zonder vorm van proces en disproportionele beschietingen met artillerie, tanks, scheepsgeschut, vliegtuigen en mortieren.
    ================================
    “Disproportionele beschietingen ”
    Behoorde de beschietingen door NL leger van een desa in Oost Java ( Prambon Wetan) , waar onschuldige dorpelingen slachtoffers werden ook tot dezelfde categorie.
    En dat dorpelingen/ ook kinderen daarna wraak nemen voor hun doden om die patr. Teeken in de val te lokken ?

    • Peter van den Broek zegt:

      Disproportioneel is niet de juiste term, het gaat hierom of er sprake was van “militaire noodzaak” een term veelal in militair-juridische kringen gebruikelijk.

      Dhr. Atmajda geeft ook hier een onjuiste interpretatie van de gebeurtenissen. Het is waar dat het dorp door Nederlandse militairen met artillerievuur beschoten was. Hij vermeldt niet dat een TNI-eenheid m.b.v. de dorpelingen ook kind-soldaten uit Prambon Wetan de Patrouille Teeken in de val lokte. Bij deze valstrik werden 3 Mariniers door een eigen handgranaat gedood, Teeken zelf vocht zich dood, De Chinese gids werd door Indonesiers in stukken gehakt en de lijken van de omgekomen Nederlandse militairen werden ritueel verminkt en in de kali gegooid. Volgens een Nederlandse fotografe hebben Nederlandse militairen een oorlogsmisdaad gepleegd door een deel van de kampongbevolking uit te roeien, maar dat is door de betrokken TNI nooit bevestigd. De TNI heeft zonder veel misbaar met Nederlandse militairen over de vrijlating van de overgebleven en gevangengenomen 6-7 Mariniers nog 3-4 maanden vòòr de soevereiniteitsoverdracht onderhandeld.

    • Surya Atmadja zegt:

      Jan A. Somers zegt:
      14 oktober 2016 om 12:08 pm
      “onder gezag van Jakarta” Dat bestond nog niet. Sinds 4 januari 1946 zetelde de Indonesische regering in Djokjakarta,
      =================================
      Dat bestond nog niet .
      Dat zeggen de Nederlanders , ze beweren nog steeds dat de soevereiniteit pas in Dec 1949 overgedragen werd aan de RIS , en de koloniale oorlogje (Agresi Militer 1& 2) een terechte afstraffing van ongewenste elementen zoals de collaborateur Sukarno cs in Nederlandse gebied.

      Wordt wel tijd om een keuze te maken,
      of NLD erkent Republik Indonesia met de gekozen regering en dan mag NLD proberen om de slachtoffersschade van ALLE Nederlandse onderdanen bij Sukarno te reclameren
      OF moeten de slachtoffers in Den Haag aankloppen.

  10. Surya Atmadja zegt:

    Indisch4ever zegt:
    12 oktober 2016 om 10:37 pm
    Wbt het onderzoek naar Indonesisch excessief geweld. Dat is niet zo veel gedaan in Indonesië . Ook zij hebben een collectieve doofpot .
    ===================================================
    Vraag me af waarom (bijna) elke keer de Indonesische “aandeel” er bij wordt meegenomen als Nederlanders aan het discussieren zijn over wat ze daar in NOI hadden uitgespookt. ???
    Kan het niet eerst jullie eigen sores onderzoeken en oplossen ?
    Het zal wel een schock zijn om te ervaren dat de eigen zelfbeeld uiteindelijk gebaseerd werd uit bedrog .
    Hoop dat de ontkenningsfase/gehakketakt niet al te lang voortduurt.
    GRATIS TIP: ( omdat de militaire archieven mss niet toegankelijk zijn).
    Over Indonesische bronnen ,
    1.ga naar de plaatselijke grote krant van een grote stad of regio krant , die bronnen zijn praktisch openbaar .
    Wordt vaak vermeld in de voetnootjes in diverse boekartikelen .
    2.”persoonlijke”verslagen van vaak officieren etc .
    Zoals ex Tentara Peladjar zo lang ze nog niet te oud/te ziek zijn .

    • Indisch4ever zegt:

      @ Surya Atmada
      De heer Mertens schreef: “gaat het ons veel makkelijker af om die van de door Indonesische gepleegde (bersiap) te benoemen. We kunnen het beter doen dan de Indonesiërs, toch?”
      In mijn antwoord gaf ik aan : We kunnen op dit moment beter zelf bersiaponderzoek doen want de Indonesërs doen het niet .

      Net als in Nederland heeft men ook veel weggestopt.

      • RLMertens zegt:

        @I4E; ‘we kunnen dit beter zelf doen etc….’ – Doen. Zie Archief(PvdMolen) van tranen.
        Mi.heeft dr.LdeJong dit ook al gedaan ivm de bersiap gegevens in dl.11van het Koninkrijk.
        Met de vermelding dat gebleken is dat de moordenaars en overige gajes nb.door gen.Spoor al in 1947 zijn opgenomen in Hare Majesteits Ongeregelde Troepen.
        Iemand had ooit belanda boesoek geroepen. Nou boesoeker kan het niet meer!

  11. Peter van den Broek zegt:

    Dhr Atmadja heeft weer niet begrepen dat mijn/onze eigen sores is het lot van die meer dan 3.500 gedode Nederlanders en een veelvoud aan vermisten systematisch te onderzoeken en op te lossen. Ik heb al aangegeven dat het interessant is een atlas van de vermoorde en vermiste Nederlanders te maken.

    Ik wil dhr Atmadja erop wijzen dat Indonesische slachtoffers wel in Nederland het onvervreemdbaar recht hadden en hebben om de verantwoordelijken van de (oorlogs)misdaden aansprakelijk te stellen, wij leven tenslotte in een Rechtsstaat. Daarbij hadden zij wel recht van inzage in militaire archieven.

    Ik verwacht dat als slachtoffers/nabestaanden hetzelfde willen doen in Indonesië, Zij dezelfde rechten heb als deze Indonesische slachtoffers , inzage in militaire archieven is toch geen misdaad in Indonesië ? het is daar toch ook een rechtsstaat waar de zwakkeren worden beschermd door de wet? Anders zou het wel tegen mijn rechtsgevoel ingaan.

    En zo liggen de Engelenburgs en alle andere Bersiap-slachtoffers meer dan zeventig jaar te wachten op het schrijven van hun stukje van hun geschiedenis en te wachten dat zij eindelijk genoegdoening krijgen, dat rekenschap wordt gevraagd aan de verantwoordelijken van de begane misdaden .

    • Surya Atmadja zegt:

      Peter van den Broek zegt:
      13 oktober 2016 om 6:22 pm
      Dhr Atmadja heeft weer niet begrepen dat mijn/onze eigen sores is het lot van die meer dan 3.500 gedode Nederlanders en een veelvoud aan vermisten systematisch te onderzoeken en op te lossen.
      ===============================
      Hoezo niet begrepn ?
      Ik zou ook verdrietig zijn , en kwaad , en mss “wraak”willen nemen .
      Ik denk als je een Nederlander / Chinees /Molukker of Indonesier een schop geef ze allmaal AU zullen zeggen.

      Wat ik niet verstandig vind ( of moet ik dom/bodoh schrijven) is dat elke keer de eventuele misdaden van de andere kant(Indonesiers) ter sprake komen , zelfs misdaden die niks te maken hebben met de bersiap periode (1945-1949) , ook de roep om financiele compensatie.

      Terwijl men weet dat je de medewerking van de Indonesiers nodig hebben, en wat doet men ?
      Schoppen en wijzen met die grote wijsvingers.
      Slim is het echt niet, toch ?

      • Indisch4ever zegt:

        Ik ben geen politicus op hoog niveau. Dus ik kan gewoon mijn mening uiten bijv dat ook Indonesië een collectieve doofpot kent.
        Maar als heel Nederland duidelijk de Nederlandse en Indonesische verdringingen erkent en in een adem noemt dan dringt het misschien door in Indonesië en gaat men ook denken over de verantwoordelijkheid van het eigen land in de geschiedschrijving.

        Het geweld van Indonesisch nationalisme in 45-50 is niet los te zien van later geweld uit deze hoek … Molukken, Nieuw Guinea, 65-70, Atjeh, Timor.

      • RLMertens zegt:

        @I4E; ‘is niet los te zien van geweld uit deze hoek etc.’ En het geweld uit die ‘koloniale periode’?Toen geweld nog pacificeren=vrede brengen- heette, expedities= leerzame uitstapjes, onhorigen= zij die niet willen luisteren, kwaad willigen etc. ‘De splinter in andermans ogen zien. Maar de balk in eigen ogen…. ….Een Indonesische professor over het geweld. Wij zijn eeuwen onderdrukt, eerst onder onze feodale bestuurders, dan de Nederlanders, toen de Japanners en toen ‘bijna’ weer door de Nederlanders. Eeuwen van verzet en geweld. Wij moeten nu plotseling anders denken……

  12. Peter van den Broek zegt:

    Dat elke aanklacht tegen oorlogsmisdaden door dhr Atmadja als wraak wordt geinterpreteert zegt tot wel iets over zijn zienswijze.

    Ik heb niet de indruk dat deze Heer reageert op mijn verhaal, dan ik vraag mij in goede gemoede af waarom zijn reactie wel onder mijn verhaal staat, ondanks dat hij mij citeert.

    Ik heb het over Indonesische slachtoffers van een oorlogsmisdaad die hier in Nederland hun recht hebben gehaald of halen ik verwacht reciprociteit van de Indonesische kant, dan is iets anders dan het verhaal dat hij opsteekt.
    Ik heb het over slachtofferschap, hij over daderschap, er zit daartussen wel een etymologisch verschil. Ik heb niet de indruk dat hij mij begrijpt misschien heeft mijn Nederlands onder de inburgeringscursussen te lijden gehad. Wij spreken niet dezelfde taal.

    • Surya Atmadja zegt:

      Peter van den Broek zegt:
      13 oktober 2016 om 7:17 pm
      Dat elke aanklacht tegen oorlogsmisdaden door dhr Atmadja als wraak wordt geinterpreteert zegt tot wel iets over zijn zienswijze.
      ===============
      Dat wij niet dezelfde taal spreken is duidelijk .
      Oorlogsmisdaad , en schending van mensenrechten( H.A.M in het bhs Indon.) is duidelijk geformuleerd door de geleerden.
      Dus voor de families/vrienden van de 3500 slachtoffers (zelfs meer ?) zal het niet verschillen met de 100 of 150.000 aan de Indonesische kant .

      Ze willen ook weten waarom hun kampong werd bestookt door bommen , waarom hun oma/opa, vader/moeder zo maar werden neergeknald.
      Gelukkig heb ik persoonlijk (mss ook mijn verre familie/vrienden) geen schade ondervonden.
      Vandaar dat ik de zaak afstandelijk benaderde .

      Bij de eventuele Nederlandse daders is er wel een verschil met de eventuele daders van de Indonesische kant.
      Als men beter leest zie je vaak de rode draad dat moorden/rampokken gebeurde op plaatsen waar het gezag van de Indonesiers nog niet gevestigd/gestabiliseerd , of dat R.I autoriteiten weg gejaagd waren door de Engelsen /en Nederlanders.
      Dat lees ik in de rapporten, artikelen en in het bijzonder Nederlandse bronnen .
      Staat in bahasa Belanda , niks Chinees of Arabisch of Maleis .

      PS : Voor de duidelijkheid ik reageerde wel op je posting, op je interesse over het lot van de 3500 Nederlanders ,als je(of men) moeite doet om de plaatselijke kranten uit die tijd napluizen kan men mss bij benadering reconstrueren.
      Als men niet tevreden is met de cijfers van de Rode Kruis,ODO en andere instanties ,Nederlandse Politie en eventuele Indonesische getuigen/bronnen.

    • Surya Atmadja zegt:

      George zegt:
      13 oktober 2016 om 11:33 pm
      http://www.thejakartapost.com/news/2016/04/01/can-we-reconcile-dutch-and-indonesian-history.html
      ===================================
      NEE , dat kan niet en zeker als de Nederlanders bijvoorbaat al met beschuldigende wijsvinger te wijzen.
      Trouwens , we hoeven de artikel van Calvin S niet serieus nemen , weinig kennis van zaken .

      • RLMertens zegt:

        @Surya; ‘Calvin S; Jakarta post’ – Zijn/wat een analyse? Simpeler mi.; geen zelfbeschikkingsrecht= geen merdeka! Dus amok/bersiap met een ‘politionele oorlog als vervolg en tenslotte het einde van Indië! Nederland verloor. De verliezer betaald! Aan allen die dupe zijn geworden van dit Nederlands beleid.
        note; Indonesië betaalde-zie Giebel. Hoe bestaat het. Drees sr. probeerde nog alle kosten van de politionele oorlog de Republiek in rekening te brengen. Echter de VN schrapte het bedrag. En Nederland tav. zijn onderdanen?

  13. RLMertens zegt:

    Toch opmerkelijk dat alle ‘koloniale/Knil’ adepten wo.Bokeller, Somers,PP, Marawassin ea.(nog) niet ingaan op het ‘fenomeen Hamot’, dat al 1947 is opgenomen in het Knil.

  14. Surya Atmadja zegt:

    Surya Atmadja zegt:
    27 juni 2013 om 11:23

    Onder andere :
    In late colonial times, the most feared urban gangsters in the Indies were Eurasian and Chinese, i.e. from marginalized social groups. During the Revolution, some of the Eurasians took the side of the Dutch, while Chinese gangsters were recruited into the Po An Tui, a pro-Dutch force which tried to protect Chinese from Sinophobic violence In the 1950s
    (Bron: Benedict Anderson is the author of Imagined Communities. Reflections on the Origins and Spread of Nationalism and an authority on Indonesian politics and culture. He is professor emeritus of Government at Cornell and an editor of New Left Review.)

    • Surya Atmadja zegt:

      dat hun reguliere strijdmacht(ex Peta) ca 30.000 man bedroeg. Aangevuld met gewapende Pemoeda’s etc.tot ca 100.000 man.
      ==========================================
      Sorry , een kleine aanvulling.
      De uiteindelijke TNI sterkte bestond uit bijna 350.000 soldaten , inclusief PETA 66 bataljons op Java, 3 bataljons op Bali en 20.000 soldaten op Sumatra .
      Buiten de HEIHO ,de overgestapte KNIL , en buiten de loslopende /slecht georganiseerde Barisans/Laskars etc.
      De laatste groepen waren bij de Re-RA operaties ( heb ik vaker geschreven =Re-Ra=Reorganisatie & Rationalisatie ) geregistreerd , hun sterke was 400.000 man .
      Bij de afgedankte groepen zitten rampokkers en potentiele moordenaars, ze werden vervolgd door de TNI en ze vechten terug tegen de TNI.

      En niet bewapend en uniform gegeven zoals die Marmottengroep van de Nederlanders.

    • Peter van den Broek zegt:

      Dhr Atmadja dient op te houden selectief te citeren en het is nog fout ook . Hij dient goed te lezen dat het over urban gangsters gaat en over colonial times in het algemeen.

      Het gaat hierover Eurasians en die bestonden nog geeneens in Indonesië, althans juridisch niet.

      Waarom leest hij niet dat boek van R. Cribb over Gangsters and Revolutionairies, maar dat past zeker niet in zijn vooroordeel, ik dacht dat daar wel over HAMOTS eirdt gesproken

      Het toont weer zijn inexactheid , incompetentie en onnozelheid.

      Ik heb vandaag weer de dagprijs gewonnen, ik ga naar Nederland , mijn moeder is jarig

      • Jan A. Somers zegt:

        Ik ben dankbaar voor de bijdragen van de heer S.A. En ik zal hem nooit inexactheid , incompetentie en onnozelheid aanwrijven, hij is net zo’n amateur/liefhebber als wij allen. Met al onze fouten, om te beginnen dat wij nooit een historische studie hebben gevolgd en voltooid. Ik ben het heel vaak niet met hem eens, maar hij toont wel het Indonesisch perspectief. Waar ik uiteraard niets mee kan, maar dat is weer mijn probleem.

      • Surya Atmadja zegt:

        Peter van den Broek zegt:
        14 oktober 2016 om 1:19 pm
        1.Dhr Atmadja dient op te houden selectief te citeren en het is nog fout ook . Hij dient goed te lezen dat het over urban gangsters gaat en over colonial times in het algemeen.
        2.Het gaat hierover Eurasians en die bestonden nog geeneens in Indonesië, althans juridisch niet.

        3.Waarom leest hij niet dat boek van R. Cribb over Gangsters and Revolutionairies, maar dat past zeker niet in zijn vooroordeel, ik dacht dat daar wel over HAMOTS eirdt gesproken

        4.Het toont weer zijn inexactheid , incompetentie en onnozelheid.
        ===============================================
        1.En het is nog fout ook .
        Hoezo fout , dan moet Peter wel goed onderbouwen op welke punten ik fout zit .
        Anders is het een loze kreet.
        2.Eurasians zijn toch de nakomelingen van Westerlingen met deplaatselijke schonen, zo noemen de Engelsen.
        De Portugezen noemen hun de mestiezen( van mestico = sorry ik ben niet belezen persoon ) .
        De Engelsen rapporteren over groepen”Eurasians”dia ook aan rampokken doen.
        3. Het verhaal (verslag) van R.Cribbs is voor vele westerlingen een eye opener, voor de Bataviaanse bevolking ( de inlanders) is het een oude kwee verhaal.
        En zeker bij de oudere generatie Orang Betawi Asli zoals de Surya Atmadja clan ( volgens zeggen al gevestigd sinds 1628/1629) .
        Aantoonbaar voor minimaal 200 jaar bij de ANRI-Staatsarchief (Regeringsalmanak)

        4. Tja, dat neem ik voor lief als mijn Nederlandse gesprek/discussie partners dat vinden.
        Ik kan tenminste hun soms uit hun grote duimen afkomstige verhalen netjes onderuit halen.UIteraard met onderbouwing/bewijzen uit vaak Nederlandse bronnen.

  15. Peter van den Broek zegt:

    Wijze woorden van dhr Somers: …Waar ik uiteraard niets mee kan, maar dat is weer mijn probleem…..

    Dan hebben wij toch hetzelfde probleem met de Indonesische zienswijze van dhr Atmadja en daar hou ik het maar bij….. ik ga meer rustig verder met mijn breiwerkje.

    • RLMertend zegt:

      @PetervdBroek; ‘R.Gribb; over Hamot werd gesproken’ – Graag wat info hierover.
      Want tot Limpach; heeft geen van onze historici hierover ‘gerept’!
      Vraag aan onze Indonesische lezers; Kom op met reacties/citaten van hedendaagse Indonesiërs/historici/journalisten over de Ned./Indische/Indonesische geschiedenis aangaande zaken die nu op deze site verschijnen.

      • Peter van den Broek zegt:

        https://books.google.it/books?id=hcEYvqo4g6AC&pg=PA139&hl=it&source=gbs_toc_r&cad=3#v=onepage&q&f=false

        Het boek is in zijn geheel op het internet te lezen, althans met wat goede wil.

        Gangsters and Revolutionaries: The Jakarta People’s Militia and the Indonesian Revolution, 1945-1949 .
        Hfst 11, blz 139 Her Majestys Irregular Troops. (HAMOT)

        Het boek is uitgegeven in negentienhonderd negenennegentig (1991). Toen bestudeerde onze historici dat de Batavieren de Rijn afzakten

        Om citatologie te voorkomen, het volkomen willekeurig uit zijn verband rukken van uitspraken van Prof. Robert Cribb, danwel uitgemaakt te worden voor Belanda*/Indonesia*-hater lijkt het me wel raadzaam het hele boek te lezen.

        Het leest als een Sjors & Sjimmie-strip dwz niet alleen de tekst maar ook de geraadpleegde literatuur (ook hoe wonderlijk Indonesische bronnen) zijn best nuttig voor een afgewogen oordeel . Ik heb begrepen dat Prof. Cribb zowel Nederlands als Indonesisch verstaat

      • Jan A. Somers zegt:

        “heeft geen van onze historici hierover ‘gerept’” Gewoon de archieven induiken, net zoals de heer Limpach. Alles is te vinden.

    • Jan A. Somers zegt:

      Het is toch niet moeilijk? De heer S.A. heeft als Indonesiër het Indonesische perspectief. Ik, als Nederlander, heb een Nederlands perspectief. Beide verschillen, dat heeft u ook gemerkt. Dat is toch niet zo bijzonder? Daar ga ik de heer S.A. toch niet de maat over nemen? U heeft toch weleens iets over Rudyard Kipling gelezen? Net in de krant gelezen: In een vrije, open en democratische samenleving zal er altijd spanning bestaan tussen groepen die het met elkaar oneens zijn en elkaars opvattingen te vuur en te zwaard bestrijden. (…) deze spanning leidt tot een publiek en politiek debat. Mooi toch, niks de maat nemen.

    • Surya Atmadja zegt:

      Peter van den Broek zegt:
      14 oktober 2016 om 8:00 pm
      ik ga meer rustig verder met mijn breiwerkje.
      ============================
      Nee toch
      Je inbreng is wel noodzakelijk om de ontbrekende mozaik delen te vinden.

      Ik heb in KASKUS forum gelezen ( ben niet verantwoordelijk over de inhoud , geef het alleen door).
      Cribb schreef :
      ———————–
      Di bawah supervisi Koert Bavinck (seorang letnan muda dari kesatuan intelejen yang pandai berbahasa Melayu) mereka lantas dibuatkan unit khusus bernama Hare Majesteit’s Ongeregelde Troepen (HAMOT) alias Pasukan Liar Sang Ratu …”tulis Cribb.
      ————————–
      Onder supervisie van Koert Bavinck die bhs Melayu goed kent werd een speciale unit gevormd onder de naam HAMOT
      http://www.nederlandsekrijgsmacht.nl/index.php/kl/269-officieren-van-het-nederlandse-leger/infanterie/1036-bavinck-koert

      • RLMertens zegt:

        @Surya; ‘Koert Bacinck-krijgsmacht link’ – Lees niets over zijn bemoeienissen met Hamot.
        Er moet toch een ‘Hamot document’zijn? Zo’n groep kan toch niet in de Knil analen verzwegen
        zijn. En bij de hogere legerleiding. En wie is Schlüsser?

  16. Surya Atmadja zegt:

    I HAVE A DREAM ( Saya berMIMPI of MIMPI SAYA )

    In Jakarta zag ik dat 2 groepen mensen (Nederlanders en Indonesiers ) bezig aan het keuvelen in het gebouw van de ANRI (Arsip Negara) , waarschijnlijk gaat hem onze “gemeenschappelijke geschiedenis” .
    Ben toch even aan het luistervinken , het bleek over de geknakte zelfbeeld van de Nederlanders.
    Hoe ze te keer gingen tijdens de 4-5 jaren bersiap periode . over belangrijke terwijl ze al die 70 jaren altijd volhielden als de braafste jongetje van de klas.
    Tot dat een paar jonge kritiscche wetenschappers , historici of belangstellenden roet in het eten gooiden, dat de Nederlanders door hunregereing, politieke/militaire leiders belazerd werden.
    Leiden is gelijk in last , hoe moeten we de geschonden imago repareren, zoiets als damage control.
    En de andere kant (Indonesiers) waren ook geen brave jongens , ze zullen ook iets te verbergen hebben .
    Terwijl de eventuele daders vaak niet bekend waren uitgezonderd op bepaalde plaatsen waar mensen met BKR uniform , of vermoede Masjumi-Pesindo, Darul Islam leden etc foute dingen doen.
    Gemakshalve worden de verschillende groepen over een kam geschoren die achter de Nederlanders op jacht gingen.
    Dus bijvoorbaat foute boel, de R.I regering of de plaatselijke vertegenwoordigers krijgen gelijk de schuld , er werd zelf gezegd , ze moeten aangesproken worden, ze zijn verantwoordelijk , en mss kan er sprake zijn van compensatie.*
    Gelukkig hadden de Indonesiers de financiele injectie van Indonesia bij gedwongen scheiding in december 1949 vergeten te vermelden.
    Of zijn ze te verbouwereerd ?
    https://www.groene.nl/artikel/de-indonesische-injectie

    Toen de Indonesiers dat hoorden waren ze stom verbaasd, ze dachten dat de Nederlanders hulp vragen om hun onbeantwoorde vragen op te lossen .
    Waarheidsvinding en een poging tot reconciliatie.
    En nu bleek dat ze weer met hun grote wijsvinger al in het begin van het gesprek te wijzen .
    Dus het gesprek duurt echt niet lang , want zo ga je niet samenwerken, en zeker als je de hulp van de andere kant nodig hebben .

    Iemand fluisterde , Aneh juga orang Belanda itu ( rare jongens zijn de Hollanders) .

    En toen ??
    ben ik wakker geworden , gelukkig is het een droom.
    Er is misschien nog hoop ??

  17. Surya Atmadja zegt:

    RLMertens zegt:
    16 oktober 2016 om 11:50 pm
    @Surya; ‘Koert Bacinck-krijgsmacht link’ – Lees niets over zijn bemoeienissen met Hamot.
    ==================================================
    In de populaire Indonesische KASKUS FORUM ( KASKUS is the largest Indonesian online community, including a social commerce platform.) lees je soms leuke artikelen ( soms ook onzin ) .
    Daar werd ene CRIBB geciteerd , hij had geschreven over ene jonge luitenant Koert Bavinck van de intelejen , die de bhs goed kent en een speciale UNIT oprichte ?( dibuatkan unit khusus) onder de naam HAMOT …….. Tulis Cribb<======== ( had Cribb geschreven) .

    Indonesische tekst.
    Di bawah supervisi Koert Bavinck (seorang letnan muda dari kesatuan intelejen yang pandai berbahasa Melayu) mereka lantas dibuatkan unit khusus bernama Hare Majesteit’s Ongeregelde Troepen (HAMOT) alias Pasukan Liar Sang Ratu …”tulis Cribb.

    Toen ben ik aan het spitten wie Koert Bavinck is , zag een beschrijving van de krijgsmacht .
    Dat hij in Bandung geboren was , en zijn verrichtingen in de buurt van Bekasi /demarkasilijnen.
    Dat werd ook in Indonesische bronnen vermeld.

    En welke waardering hij kreeg , o.a MWO.

    Wij , GEWONE MENSEN zijn altijd verbaasd als we gekke verhalen lezen zoals :
    https://javapost.nl/2013/09/12/verzetsheld-verantwoordelijk-voor-bloedbaden-in-indie/ of dat er misdaden gepleegd worden door een klein deel v.d NLD geregelde troepen ,niet honderden , maar tienduizenden gevallen (Serdadu Belanda di Indonesia van dhr Gert O.I).
    Of de te gekke verhaal dat Gen.Spoor zelfs met de Darul Islam wil werken om Sukarno/R.I te dwarsbomen.
    Dat geloven we niet , toch ?

  18. Surya Atmadja zegt:

    Peter van den Broek zegt:
    17 oktober 2016 om 12:19 am
    https://books.google.it/books?id=hcEYvqo4g6AC&pg=PA139&hl=it&source=gbs_toc_r&cad=3#v=onepage&q&f=false
    =====================================
    De betrokkenheid van Koert Bavinck staat ook in bovenstaande deel blz 143, zoals vermeld werd in KASKUS forum .
    Trouwens de verhalen van de rampokende “verzetstrijders” onder leiding van de plaatselijke “warlords”, was een oude kwee verhaal voor de Indonesiers uit die tijd die in Batavia e.o woonden.
    Die Hadji Darip kreeg waardering omdat men een straatnaam naar hem noemde.

    In zijn boek schreef Cribb over de samenwerking van een Sundanese aristocraat
    R.A.A.M.M Soeria Kartalegawa ex regent van Garut ( Negara Pasundan) .blz 144/145

    Kennelijk is bij velen onbekend dat er 2(twee) Negara Pasundan zijn , van de Kartalegawa en van de Raden Otto Iskandar Di Nata die 100% pro R.I is .
    Out of record :
    Ik dacht dat de kleindochter van de ex regent misschien een oud klasgenote van mij is* , en mijn moeders familie( S.A) afkomstig uit Tasikmalaya , we hebben ook families in Garut.

    * Moet voorzichtig zijn voordat je een proces krijgt.

  19. Peter van den Broek zegt:

    De Bersiap is tot nu toe niet weinig op systematische en kwantitatieve wijze door historici beschreven. Prof. Remco Raben geeft weliswaar in in Historisch Nieuwsblad (zie link) een beschrijving, maar een atlas van de Bersiapslachtoffers, laat ik het houden op Totoks, Indische Nederlanders, ook wel Indo-Europeanen genoemd (Eurasians??) maar ook Chinezen is nog nooit gemaakt . Dat kan best een interessante kijk op de dingen naar boven brengen. Prioriteit blijft daarbij slachtoffers naam en toenaam te geven. Het gaat erom Recht aan hen terug te geven.

    https://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/27900/het-geweld-van-de-bersiap.html
    Prof. Remco Raben doet in Historisch Nieuwsblad enkele interessante uitspraken over de Bersiap:

    De term ‘Bersiap’ is in Nederlandse kringen ingeburgerd geraakt om de periode van chaos, moord en onzekerheid van eind 1945 aan te geven. Deze periode hield aan tot begin 1946, toen de gezamenlijke Britse en Nederlandse troepen de situatie in de steden, waar de meeste Europeanen hun toevlucht zochten, wisten te stabiliseren. In de grote steden was de Bersiap daarmee grotendeels ten einde, maar het geweld ging elders door.

    Het betrof groepen en personen die met de Nederlanders werden geassocieerd of niet als rechtgeaarde Indonesiërs golden, zoals de Molukkers. Op veel plaatsen werden bestuursambtenaren uit de koloniale tijd vermoord, maar ook buitenstaanders die enige rijkdom hadden vergaard.

    Het meeste geweld kwam voor in de schemerzone waar de Indonesische Republiek haar gezag niet kon laten gelden en ook de Nederlandse autoriteiten geen orde konden bewaren. Dat werd bijvoorbeeld duidelijk tijdens de politionele acties in juli 1947 en december 1948, toen de Nederlanders grootscheepse offensieven inzetten op Java en Sumatra.

    In Madjalengka, niet ver van Cheribon op Java’s noordkust, werden tijdens de eerste politionele actie in juli 1947 bijna tweehonderd Chinezen gedeporteerd en na twee weken zeulen in de bossen geëxecuteerd. De troepen die de brandstichting, ontvoering en moord op touw zetten, waren een gemengd geheel. Ooggetuigen zagen vaak dat militairen en officieren van het Indonesische leger deelnamen. Ook dorpshoofden waren soms betrokken bij de razzia’s. In het geval van Madjalengka was een speciale eenheid uit de buurt van Batavia gekomen om de executie uit te voeren.

    Terwijl het begin van de Bersiap vrij goed is aan te geven, is het einde onmogelijk te bepalen. De geest van geweld die in de laatste maanden van 1945 ontsnapte, was moeilijk te bedwingen. Het geweld dat in oktober 1945 begon, bleek niet te stoppen en is doorgegaan tot na de soevereiniteitsoverdracht. Veel Europeanen, Chinezen en anderen zijn in de volgende jaren vermoord. Tot ver in de jaren vijftig bleven er plaatselijke bendes actief die het op Europeanen, collaborateurs en welgestelden gemunt hadden

    Prof. Remco Raben

    • Surya Atmadja zegt:

      Peter van den Broek zegt:
      17 oktober 2016 om 8:16 pm
      De Bersiap is tot nu toe niet weinig op systematische en kwantitatieve wijze door historici beschreven.
      ==============================
      Er zijn mss verschillende redenen, niet zo belangrijk , men heeft onvoldoende gegevens .
      En toch heeft Prof R.Raben niet echt gelijk over :
      1. wat groepen en personen die met de Nederlanders werden geassocieerd of niet als rechtgeaarde Indonesiërs golden…..
      (Betrof de afrekening van de Indonesische elite die met de Nederlanders heulden , mijn jonge landgenoten hebben over de “bangsawan” of adel .
      Terwijl in feite bijna ALLE Pangreh Pradja (Inlandse B.B )verder in hun posten blijven.
      Dus de zgn “sociale revolutie” zoals KAHIN en REID schreven was ook niet juist ).
      2.Wel heeft hij gelijk dat bepaalde zaken, rampokken/moorden vaak gebeurde in de schemerzone of waar de TNI/R.I net werden verjaagd of in de buurt van de demarcatie zones.
      Zoals in Bekasi/Klender waar de HAMOT (Kurt Bavinck ) actief waren of toen de TNI West Java moest verlaten (Lange Mars naar Jogja) als gevolg van Renville ovk.
      Toen had de Darul Islam vrij spel.

      De ontvoeringen IN Batavia gebeurde ook in de buurt van demarcatielijnen , de rampokkers kwamen even “inkopen”doen en verdwijnen daarna naar hun veilige zone .
      Zo’n demarcatielijn liep ook in de buurt van Cikini straat , in een wijk van Menteng buurt.
      Mijn oudere Indische sobat(76 jaar uit Semarang) vertelde hoe hij van af Polonia(een wijk in de buurt van Meester Cornelis , met de tram naar Pasar Baru via de Pasar Senen ging .
      Tot de grote woede van zijn Indische vader (dacht een KNIL reserve off. , hij werd niet aangenomen toen hij bij de KMA (Bandung) wil .

      TIP :
      V.w.b de Chinese slachtoffers heb ik een boekje( Indonesisch) uitgegeven door kritische jonge Chinezen .
      Ze vertellen dat Chinezen ook gevochten hebben tegen de Nederlanders in de slag van Surabaya.
      https://www.merdeka.com/peristiwa/para-pejuang-tionghoa-dalam-pertempuran-10-november-1945.html
      Met 1000 doden , 5000 gewonden , ze werkten toen met Bung TOMO (BPRI) .

      Weet niet of het in dezelfde artikel of boek zit, veel van de Chinese slachtoffers van rampokkers o.a doden van vele kleine en grote steden zijn vermeld.

      Opmerking :
      Prof Remco schreef :
      1.Het geweld dat in oktober 1945 begon, bleek niet te stoppen en is doorgegaan tot na de soevereiniteitsoverdracht. Veel Europeanen, Chinezen en anderen zijn in de volgende jaren vermoord.
      2. Tot ver in de jaren vijftig bleven er plaatselijke bendes actief die het op Europeanen, collaborateurs en welgestelden gemunt hadden.
      ======================================
      Kennelijk is Prof. R niet zo goed geinformeerd. !!!
      1.Is doorgegaan tot na de soevereiniteits overdracht .
      Eerst bewijs/cijfers , niet zo maar roepen.
      Wie zijn de eventuele daders ???
      Zou het niet de resten van de HAMOT , en andere ongeregelde zooi ?
      Of van ex leden van de Darul Islam , of ontslagen soldaten/ongeschikte groepen na de RE-RA operaties ?

      2.Behoorlijk ongenuanceerd, zonder onderbouwing.
      In mijn kinderjaren ging ik van Djakarta af en toe mijn oma bezoeken in Tasikmalaya.
      Van af Bandung gingen we met de trein, onder bescherming van soldaten, de trein had 2 kanonnen .
      Ik denk tussen 1955 -1962(?) , toen werd Kartosuwirjo opgepakt

      • Peter zegt:

        Hr S A. Wij woonden van 1950 tot 1955 in Bogor. Bogor en omstreken waren veilig. Maar tot 1952 werd het afgeraden naar de Puncakpas te gaan. Ik weet nog wel dat we in dat jaar onder bescherming van enkele politieagenten en een bevriende Indonesische hoofdinspecteur van politie de Puncak zijn opgegaan Het Garutse was niet bepaald veilig om maar te zwijgen van de streek rond Tasikmalaya.
        Planters op de thee- en rubberondernemingen moestenhun veiligheid afkopen.

  20. Peter van den Broek zegt:

    Met bovenstaande antwoorden kan ik alle kanten op , ik kan er niets mee, maar dat is weer mijn probleem. Ik ga verder met mijn breiwerkje

  21. Peter van den Broek zegt:

    Iets anders : in krantenartikelen uit die tijd kom ik de het begrip indo-Europeanen tegen, de Britten spreken over Eurasians. Het hangt ervan af waar de nadruk ligt of heeft het iets met geaardheid of gerichtheid te maken hebben. Zou dhr Werner van het beruchte Rapport-Wener toch gelijk hebben, dat alle Indo-Europeanen toch wel Eurasians of Euro-Aziaten waren, gezien de geaardheid.?

    Het is wel opmerkelijk dat kranten schrijven over indo-Europeanen, een niet-juridisch begrip maar wel omgangstaal. Alle Indische Nederlanders zijn indo-Europeanen, maar niet alle Indo-Europeanen zijn Indische Nederlanders. Ik heb dan wel een methodologisch, maar ook operationeel probleem. Onder welke titel dien ik de beestjes te stoppen in mijn statistiek?

    • Ed Kerkhoven zegt:

      Kunt u mij een antwoord geven op de volgende vraag aan het eind van dit relaas? Ik ben op 17 september 1936 in Bandoeng geboren. Mijn moeder is in Soerabaja geboren en mijn vader in Hilversum. Beide ouders zijn Nederlanders voor mijn gevoel, want na de oorlog werden ze als echte Nederlanders beschouwd en niets anders. Maar voor de oorlog werd mijn moeder aangesproken met “nonja Besar”. Zij kwam als 5-jaar oud meisje in 1914 naar Nederland, WW1 brak uit. Zij, met oudere zuster en moeder, reisden per trein via Duitsland, naar Nederland. In 1933 keerde zij terug naar Ned. Indie om met mijn vader te trouwen en bij te staan.
      Mijn vader, opgeleid in Delft als civiel ingenieur, moest van zijn vader theeplantage “Gamboeng” overnemen in 1932. Op 19-eeuwse wijze werd hij heel “fatsoenlijk” van de plantage afgetrapt. Hij kon toch niet als een mislukkeling terug naar Nederland komen? In 1994 kwam ik bij de zoon van de broer van mijn grootvader (geboren op Gamboeng) op bezoek in Canada. Het duurde niet lang of mijn neef zei allerlei nare dingen over mijn vader, o.a mijn vader had olie op het vuur gegooid. Hij vertelde ook hoe mijn vader door hem, als 6-jaar oud jochie, op allerlei manieren gepest werd. Ik vroeg toen of dat kwam omdat mijn vader een “toean totok” was. Hij sprong uit zijn stoel op en met gebalde vuisten kwam hij op mij af. Ik hoefde niet bang te zijn, want ik was stukken jonger en sterker. Hij had mij kunnen aanvallen. Dus, wat ben ik nu eigenlijk: Een Indische Nederlander, een totok of een belanda? Ik voel mij heel Indisch wat eten betreft.
      Mijn vrouw uit Twente (een tukker) houdt nu ook veel van pedis eten. Hannie en Ed.

      • Surya Atmadja zegt:

        Ed , als je kan bewijzen ( voor zo ver je het weet ) dat je beide ouders Nederlandse totoks waren ( geen “drupje”vermenging met “vreemde”of Inlandse bloed) , dan ben je een totok.
        In zijn boek De Indo , beschreef Dr Th. Kok (cult.antropoloog) dat de Totoks (volbloed) ook tot de Indo gerekend kan worden.
        Hij maakte 4 groepen .
        Ik dacht grp 1. totok en totok , de blijvers,
        grp 2 : totok + Indisch ( Portugezen noemen hun mestiezen , Engelsen Eurasians =Bron Oud Batavia deel 1 n.a.v het 300 jr bestaan van Batavia uitgave 1921/22 ?
        In de 2 delen er de geschiedenis van de Indische mensen/mestiezen/mardijkers in Batavia e.o haarfijn beschreven.
        Must have boeken.
        http://www.vanstockum.nl/boeken/indie-en-indonesie/geschiedenis-overige/nl/oud-batavia-f-de-haan-9781000012118/
        grp3 : Indisch + Indisch
        grp 4 Indisch + inlands ( dat drupje bloed)
        Dat is wat ik nu snel kan vertellen , beide boeken staan op mijn boekenplank op zolder.

        Ed, ik woonde /studeerde jaren in Enschede (campus TH Twente-Calslaan, Matenweg , Wittebreukseweg , van een gewone studenten appartement tot de grotere in Wittebreukseweg), mijn vrouw is in enschede geboren.
        Haar ouders kwamen uit Amsterdam.

  22. Surya Atmadja zegt:

    Jan A. Somers zegt:
    18 oktober 2016 om 11:54 am
    “hit and run” Ja, terwijl er afspraken waren gemaakt over een wapenstilstand.
    ==========================
    Pak Jan ,
    Ron Mertens zal wel gelijk hebben als hij schreef dat de Nederlanders alleen de baas zijn in de grote steden .
    Buiten die steden staan de laskars , ploppers, TNI op hun te loeren / op te wachten.
    Met hun snipers en of trekbommen.
    En het is altijd hit & run acties (gerilja) , voor al in de buurt van demarcatielijnen.
    Van daar dat de Nederlanders gingen protesteren , trouwens wie zegt dat dat per definitie de BKR/TNI de daders zijn , zie de Bekasi/Klender verhaal waar de HAMOT betrokken raken of Tanggerang en Depok .
    En andere steden in West Java i.v.m de betrokkenheid van Darul Islam .
    Ze zijn zelfs actief tot a.d de stadsgrenzen van Djakarta, Bogor, Bandung, Garut , Tasikmalaya ( de roots van de S.A familie). Tot dat hun hoofd Kartosuwirjo opgepakt werd in 1962 !!!!

    • Jan A. Somers zegt:

      “alleen de baas zijn in de grote steden .” Hoe kan het dan dat op de plantages hun oogsten weer door de eigenaars konden worden geoogst en verhandeld? Suiker, koffie, rubber, thee, vezel? Niet direct in de grote steden! En de olie op bijvoorbeeld Sumatra? De mevrouw van onze nieuwe buren is rond 1948 geboren in Soengei Gerong, Stanvac(?). Ook niet direct in een grote stad. Een Inderdaad nogal wat overvallen, ondanks wapenstilstand. Maar daar waren er ondernemingswachten voor, het was uiteraard een overtreding van de afspraken. Inderdaad zal het niet altijd een rustig verblijf zijn geweest, maar alles draaide weer. En de treinen reden ook weer. Verder weet ik er niet veel van, ik ben een echt stadsmens geweest. Heb alleen ervaring met onze mobiele poliklinieken. ook ver voorbij de demarcatielijn. En we hadden niet eens gewapende bescherming.

      • RLMertens zegt:

        JASomers; ‘de baas in de grote steden’ – U had het over de tijdlijnen; voor de de 1e actie-zie dr.L.de Jong, dl.12-2e, krt.blz 828 de enclaves Batavia-Bandoeng, rondom Semarang en rondom Soerabaja tot Sidoardjo. Na de 2e actie ca 46% van Java; uiteraard incl. de meeste ondernemingen(met bewaking!), waar dan eindelijk’geoogst en verhandeld’ kan worden. Echter in deze 46%(niet te bewaken!) werd frequent overvallen/hinderlagen door de Republiek gepleegd. Vooral in de schemering/avonden. Zelfs in de steden waagde geen militair/belanda zich in de kampong/achterbuurten. Op Sumatra zie blz.824 is slechts ca.10% van het gebied veroverd; rondom Medan, Padang en gebied Palembang Boekit Asam. Die geruststellende Lvd. propaganda filmpjes van Breier ten spijt; geen soldaat waagde zich alleen in de buiten gebieden. De treinen reden inderdaad, maar dan alleen overdag! Geen automobilist waagde zich in de avond alleen van stad tot stad te rijden. ‘ondanks wapenstilstand’- ja, alleen ter plekke van de demarcatie lijn. De berichten naar Nederland(dus niet alleen naar Holland) waren gewoon wishful thinking!

      • Jan A. Somers zegt:

        “dr.L.de Jong, dl.12-2e, krt.blz 828 ” U heeft helemaal gelijk als u het onderschrift leest: Rood: Nederlandse enclaves vóór de acties. Maar ik had het steeds over na de eerste politionele actie, operatie product. Bij de Jong dus: Lichtrood: de gebieden die eraan werden toegevoegd.
        “de enclaves ” Ik kijk net op een kaart 19-08-1947 – 18-12-1948. Enclave Batavia: Enkele steden op Java aan de rand van die ‘enclaves’: Tangerang, Tjilatjap, Semarang. Soerabaja idem: Modjokerto, Malang, Banjoewangi. (en Madoera). Een gebied van ruim drie keer Nederland, vrij grote enclave dus. Van Soerabaja/Malang weet ik het zeker, trein tot Malang (dat is ver voorbij Sidoardjo!). Maar daarna nog met de bus via Batoe tot aan de grens van Poedjon en Soember Brantas. De Indonesische militairen bij zo’n demarcatielijn deden ook niet moeilijk, waarom zouden ze? Bij onze poliklinieken rond Soerabaja was er geen Indonesische militair bij/voorbij de demarcatielijn te bekennen. En dat was nog vóór de eerste politionele actie.Alleen wat Nederlandse controle bij de doorgangspost waar het heel druk was met handelaren die hun spullen in Soerabaja gingen slijten. Daar begon het gebied onder controle van de RI. Inderdaad durfden in het begin de ondernemers hun gezin niet op het bedrijf te laten wonen, maar dat verbeterde later. Zie mijn buurvrouw, geboren buiten zo’n ‘enclave’ op Sumatra. Maar waarom “frequent overvallen/hinderlagen door de Republiek gepleegd.”? Daar waren toch bindende afspraken mee gemaakt? Ik weet wel, de Republiek had nauwelijks gezag over haar inwoners en over haar krijgsmacht (normaal in een revolutie), maar waarom wordt dat hier zo gewoon gevonden? De Nederlanders waren altijd slecht, die overvallen/hinderlagen gewoon. En inderdaad werden op Sumatra minder gebieden bevrijd dan op Java. Maar genoeg binnen de doelstelling van ‘operatie product. Ik dacht voornamelijk olieterreinen. Op Banka/Bilioton (tin!) was geen operatie nodig, dat was altijd al rustig en weer in productie.
        “in de steden waagde geen militair/belanda zich in de kampong/achterbuurten” Maar ja, ik was dan ook geen militair/belanda. En nooit problemen gehad, behalve slechte straatverlichting waardoor het zoeken moeilijk was. Maar ik stop er maar mee. Ik ben te positief om steeds negatief mee te huilen. Dan zou ik ook nu in Nederland ’s avonds niet meer op straat kunnen komen. En de meeste mensen (ook de meeste Indonesische mensen) zijn gelukkig nog altijd normale mensen.

      • RLMertens zegt:

        JASomers; ‘om steeds negatief mee te huilen’ – Het ‘positieve over Indië ’45-’49’ is een Lvd/Rvd propaganda geweest. Na uw vertrek is er heel wat gebeurd, die door de media daar eveneens van ‘luchtige commentaren’ werd voorzien om vooral het thuisfront gerust te stellen. Het ook tekende hoe ‘luchtig’ U op dat verleden terug kijkt. Ik zelf heb het meegemaakt dat met ‘veel geheimzinnig gedoe’ die trein uit Wonosobo met al gestikte lijken te Soerabaja arriveerde. De goedang met militaire voorraden ( kleding/voedsel blikken) van mijn vader; Knil territoriaal magazijn beheerder werd op avond bezocht door ‘dieven’. De wacht schoot hen en neer. Ik zag de volgende die jonge lijken in het omheining’s prikkeldraad. Korte metten was het parool.
        Dat nu al het negatieve uit Indië nu naar buiten komt is inherent wat voorheen werd verzwegen. Het zal mij benieuwen hoe onze huidige regering reageert aangaande Limpach’s boek. En vooral op die voormalige politici-Drees sr.,Beel en al die kopstukken; vMook,Spoor ea.

    • Petet zegt:

      Hr S A ik weet nog wel dat het tot 1952 vanuit Bogor linke soep was om naar de Puncakpas te gaan. Het Garutse en het gebied rindvTasikmalaya was helemaal onveilig door de Darul Islam. Planters moesten de veiligheid afkopen.

      • JPF Barneveld Binkhuijsen zegt:

        Sorry Petet, maar ik ben het niet helemaal met je eens. Wij gingen daar vanaf 1950 ieder jaar 2 a3 weken op vacantie, vanuit Jakarta naar Sindanglaja, hotel Pendawa van Ma Wennips en dat ging probleemloos. Verder dan Tjandoer moest je inderdaad niet gaan.
        Ben er in 1984 nog eens terug geweest, toen was het een verlaten ruine onder beheer van de TNI. In 2000 was er niets meer van terug te vinden, het gebied was heel druk bebouwd met kleine kampong huisjes. Zonde dat dat gebied niet ontwikkeld is als touristisch vacantiegebied, zoals de Puncak.

  23. Ed Kerkhoven zegt:

    Bedankt voor je antwoord, Surya Atmadja. Nu heb ik rust. Volgens mij is er een groot verschil tussen een totok geboren in Nederland, en een totok geboren in Indie. Het verschil is imprint, waarmee je je eerste gevoelens kreeg. Wat ik bedoel: Als je een baboe hebt en je kijkt in haar ogen, dan ontvang je haar liefde en dat gevoel draag je het hele leven mee. De totok huisvrouw had vijf tot zeven bedienden en een sociaal leven en geen tijd voor haar kinderen. Ik zag het grote verschil in mijn neef geboren in Nederland en kwam als klein kind met zijn ouders in Indie. Volgens mijn aangetrouwde nicht was er geen verschil tussen de beide mannen. Als je in Indie geboren bent, heb je een ander gevoel en identiteit. Ik (Hannie) ben ook geboren in Enschede, woonde aan de Padangstraat (tot 1952) en Deurningerstraat tot 1958. Toen gingen we, mijn ouders, broer, zus en ik naar Canada emigreren.

    Ed en Hannie.

    • Petet zegt:

      5 tot 7 bedienden was uitzonderlijk veel, gemiddeld 2 a 3: een kokkie, een voor de
      was en het strijkwerk en een voor de algemene schoonmaak.
      Huizen voor de oorlog hadden nog een kebon en een chauffeur, maar dan was je betoel orang kaja

    • RLMertens zegt:

      @EdKerkhoven; ‘verschil tussen totoks etc.) – Dat klopt. Echter wat belangrijk is; of jij jezelf Indisch voelt! Jij jezelf met het Indische( wat dat ook moge zijn?) veréénzelft! Onder mijn vriendenkring heb een Oostenrijkse jongen, in Indië geboren/getogen. Die zichzelf een sinjo vond en voelde. Hij is onlangs overleden. Zijn naam Charles Breier. In 1940, als Duitser(Oostenrijk was door Hitler ingelijfd) opgepakt en 6 jaar(tot 1946) opgeborgen in het concentratie Kamp, de Joden Savanne kamp in Suriname. Hij verbleef daar met oa DD(Douwes Dekker) die hem ook sinjo Rolf noemde. In het verzet museum Amsterdam is een deel expositie aan hem geweid. Zijn verhaal staat opgetekend op I4E. Hij heeft oa ook meegewerkt aan een tv.doc over zijn gevangen tijd; De gele hel!

  24. Wal Suparmo zegt:

    Op de Hollandse erevelden in TANTUI zo wel in KEMBANG KUNING licht een oom en een neef van mij die gestorven zijn in Hollandse dienst.Nimmer is hun rechten betaald aan hun erfgenamen en die ook net geweigerd zijn door de SVB op basis van VERJARING.

    • JPF Barneveld Binkhuijsen zegt:

      Pak WS,
      Hoewel uw reactie wat off topic is ga ik er toch op in. Wij noemen deze kwestie in Negri Belanda de back pay kwestie. De NL regering heeft 72 jaar gewacht tot er van de 60 000 KNIL ers nog maar 1100 in leven waren, lekker goedkoop toch dese?
      Daarmee wordt nu erkend dat de rest ook recht heeft op dit achterstallig salaris. Juridisch gezien gaat zo’n vordering over op de erfgenamen, echter de regering weigert te betalen. Ik voorspel : Als wij hard genoeg blijven schreeuwen zullen over 20 jaar de directe erfgenamen, de kinderen alsog de backpay van hun Pa uitbetaald krijgen, er zijn dan nog slechts 1000 over, kosten dan 25 miljoen €. Er is nu geld genoeg, de begroting voor 2017 heeft een meevaller van 2 miljard €. De kosten om ook de kinderen nu de backpay van hun overleden Vader te geven bedragen 1,47 miljard €.
      Nog iets , in 1946 kreeg mijn Pa verplicht een behoorlijk deel van zijn salaris uitbetaald in de vorm van overjarige Amerikaanse en Australische legervoorraden, waaronder veel blikjes pilchards, haring in tomatensaus. Die blikjes stonden al bol van het bederf en zelfs de honden lusten ze niet. Tot de dag van vandaag lust ik geen haring in tomatensaus meer.

  25. JPF Barneveld Binkhuijsen zegt:

    Selamat pagi, pak WS
    Schreeuwen moet u niet letterlijk nemen. Bedoeld wordt door het voortdurend aan de orde te blijven stellen, zoals inderdaad met deze kwestie is gebeurd. In BI pukul terus, pukul terus, zoals onze grote Indo schrijver Tjalie Robinson al zei.

  26. Surya Atmadja zegt:

    JPF Barneveld Binkhuijsen zegt:
    19 oktober 2016 om 3:56 pm
    Sorry Petet, maar ik ben het niet helemaal met je eens. Wij gingen daar vanaf 1950 ieder jaar 2 a3 weken op vacantie, vanuit Jakarta naar Sindanglaja.
    ==========================
    Sindanglaya zit niet echt onder de invloed van Darul Islam ??.

    Iets buiten Bogor* ,Sukabumi , Cianjur , Bandung, Garut/Tasikmalaya* /Singaparna was de Darul Islam bijna “heer en meester” .
    Een guru Kiai Hadji Makmun in Cigombong/Lido ( iets buiten bogor werd in zijn huis doodgeschoten door Drl Islm tussen 1955-1960 ( de guru van mijn ouders/ verre familielid van mijn moeders schoonnzuster) .
    Tasikmalaya , Singaparna was de roots van de Surya Atmadja’s , mijn vader was leraar bij de Gouvernement H.I.S in Garut , hij werd bijna “geronseld” als BKR? officier in de buurt van Malangbong (de thuisbasis van Kartosuwirjo)
    Kartosuwijo was geen ordinaire struikrover , maar een Pemuda met HBS opleiding, was gesjeesd als NIAS student.

    • JPF Barneveld Binkhuijsen zegt:

      Pak SA, cigombong ligt niet op iets buiten Bogor maar 20 km. ten zuiden van Bogor, dus op ruime afstand van de Puncakweg. Kennisen van ons met wat meer lef reden op weg naar Bandung bij de gng.Mesigit vlak voor Bandung in een DI roadblock, maar werden tot hun verbazing na even gestopt te zijn zeer beleefd behandeld en ongemoeid gelaten. Enkele wagens daarachter werd de complete bemanning van een TNI wagen uitgemoord. Ze konden de schoten nog horen. Achteraf verbaasd het mij enorm dat de RI nog geen controle had over dit gebied. In de NL tijd voor ’49 zou er al meteen een peleton op af zijn gestuurd en het hele roadblock aan barrels zijn geschoten.

      • Surya Atmadja zegt:

        JPF Barneveld Binkhuijsen zegt:
        20 oktober 2016 om 5:55 pm
        Achteraf verbaasd het mij enorm dat de RI nog geen controle had over dit gebied. In de NL tijd voor ’49 zou er al meteen een peleton op af zijn gestuurd en het hele roadblock aan barrels zijn geschoten.
        ==================================
        1. West Java is altijd de plek die de basis van de fundamentalistische Islam.
        Zelfs nu (in 2016) heb je nog veel ex D.I/T.I.I sympathisanten , ondergronds .
        2. De D.I zijn echt oppermachtig , halve/hele families of dorpen zijn al dan niet stiekem aanhangers .

        Hun goodwil werd pas weg toen ze ook gewone dorpelingen, rijke hadji’s ook afpersen , zelfs moskee aanvallen.
        Die guru is een KIAI HADJI, zeer gerespecteerd in Cigombong.
        Tot en met de ontmanteling van D.I 1962 waren er in totaal bijna 47.000 doden/slachtoffers, heb ik ergens gelezen( Bron Pikiran Rakyat)
        Sommigen van de dorpelingen en pachters of bediendes van mijn opa waren soms ook D.I mensen ( in de buurt van Singaparna/Tasikmalaya).
        Of verdacht als .

        Zelfs voordat Kartosuwirjo opgepakt werd in 1962 en ik dacht later geexecuteerd kwamen mijn ouders , ik, mijn broertje en mijn oom van uit Cigombong richting huis Djakarta.
        De pick-up kreeg mogok/panne , omstreeks 16.00/17.00 is de weg van Bogor naar Cigombong al leeg en verlaten.
        We werden opgepikt door of de bedrijfsleider/eigenaar (een Indo ?, ze zijn niet echt bule) van de LIDO , we werden gastvrij meegenomen naar lake/ Situ Lido .

      • Wal Suparmo zegt:

        DE HISTORIE ZAL ZICH HERHALEN. Want volgens de BNPT( Organisatie Tegen Terorrisme) word In Indonesiie di NIIS door 21 Islam organisaties en parteien gesteund dat is o,a.de FPI en MTH( met basis de Darul Islam).Dat vaak met zijn massa een demonstratie organizeerd tegen de regering.

    • Peter zegt:

      En zo was het hr S A. Tot 1952 raadde een zeer goed bevriende Indonesische hfd inspecteur van politie ons af naar de Puncakpas te gaan. Vanaf 1952 was het veilig, maar nog lang niet overal. Overdag waren de wegen redelijk veilig, maar ga daar niet vanaf.
      Omdat het betrekkelijk veilig was, vond deze inspecteur het wel verantwoord om mijn vader en ik mee te nemen met een patrouille naar de top van Gunung Gedeh, was toen
      12 jaar, dat was dus rond 1954.

Plaats een reactie