Door Adriaan Westermann (1904-1971)
In krijgsgevangenkamp Fukuoka 17 in Omuta, Japan, kregen we bij aankomst een nummer. De eerste 400 waren voor de Amerikanen, die zaten er al, daana de Aussies tot ongeveer 600, en daarna wij, tot ongeveer 900. Bij de indeling liepen vriendjes achter elkaar om zodoende in dezelfde sectie te komen. Maar de listige Japmans voorkwam dit door elk volgend nummer in een andere sectie te plaatsen. Daarna besliste hij ook nog over de ligplaats in de kamers en maakte voor iedereen een houtje met een nummer er op. Dit houtje was ongeveer 5 x 2 centimeter groot, en een halve centimeter dik. De nummers staan erop gedrukt met drukinkt.
In het houtje zit een gaatje. De gaatjes passen op spijkertjes zonder kop. Deze spijkertjes zitten in borden, twee per kamer en één bij de buitendeur van de barak. Op het houtje staat aan één kant een zwart, en aan de andere kant een rood nummer. Dit alles maakt deel uit van een controlesysteem, waarvan de bedoeling is dat ieder die de barak inloopt kan zien welke krijgsgevangene wát aan het doen is. Hangt een houtje op rood, dan is de gevangene aan het werk. Hangt het op zwart, dan is hij zich aan het verpozen. Is hij in de kamer, dan is het houtje op het kamerbord. Is hij niet dáár maar wél in het kamp, dan hangt het op het kamer-uitgaansbord. Is hij buiten het kamp, dan hangt het op het barakbord.
Het kamer-uitgaansbord is gecompliceerd. Er zijn zes mogelijkheden om binnen het kamp uit te gaan en daarvoor dienen de verschillende rubrieken, te weten: Mess Hall, Bathing, Hospital, Washing, Recreation en Latrine. Het houtje moet bij een ‘pleziergang’ door het kamp in één van deze rubrieken hangen.
`Met je hele nageslacht´
Ik hoop dat deze beschrijving voldoende duidelijk is. Na de beschrijving van het systeem kunnen we overgaan tot het functioneren daarvan. Welnu, kort en krachtig: het werkt niet. Het is het rottigste en naarste systeem dat ik ooit heb gezien. Voor je er erg in hebt, wordt je met je hele nageslacht zenuwziek als je het systeem goed wilt laten functioneren. Want de houtjes lopen of vliegen niet uit zichzelf, in tegenstelling tot muskieten, vliegen, luizen, vlooien en wandberen, die je hier ook in grote getale tegenkomt. De bedoeling is namelijk, dat de krijgsgevangene zélf zijn houtje ophangt op de plaats waar hij gaat liggen, zitten, lopen of werken.
Het is theoretisch en praktisch onmogelijk dat het werkt. Theoretisch onmogelijk, omdat enkele dingen zoals schuilkelder, aantreden, wandelen en bezoeken buiten het systeem vallen. Praktisch is het onmogelijk omdat men nooit twee dingen achter elkaar kan doen zonder eerst naar de barak terug te keren om het houtje te verhangen.
De krijgsgevangene, slaaf van Nippon, zoekt met zijn houtje een oplossing. Hij moet er voor zorgen dat het houtje op de meest juiste plek hangt, – iets wat bijna onmogelijk is – , en dat hij nooit vergeet het te verhangen. Het belangrijkste is wel dat hij er voor moet zorgen dat als hij ‘uit’ is, het houtje niet aan het kamerbord hangt. Mocht dat wel het geval zijn, dan wordt, bij een Japanse controle, het houtje meegenomen naar de wacht. Men mag het daar zelf terughalen, met als bonus een pak slaag. Naar gelang de invallen van de heren wordt men dan gesard of gemarteld.
Alleen maar nadelen
We zouden ook nog iets kunnen zeggen over de voordelen van het systeem. Kort en krachtig – al wéér – moet men zeggen: het heeft alleen maar nadelen. Het dient alleen maar om een mens te hinderen en te plagen.
Wanneer een directeur van een grote onderneming zijn bordje bij de deur op ‘in’ of ‘uit’ schuift, dan bespaart dat zijn ondergeschikten of bezoekers veel tijd en werk. Zij weten dan namelijk of hij er wel of niet is. Bij de Japanners daarentegen weet niemand waar de kampcommandant is, en de ondergeschikten scharrelen maar een beetje rond met houtjes. Zowel de Japanse soldaten als de krijgsgevangenen, ieder tracht op zijn eigen manier het systeem te laten functioneren, maar de overvloed ervan verprutst en bederft het. Het maakt iedereen gek, en het functioneert nooit in zijn geheel, alleen soms plaatselijk en tijdelijk, en dan nog maar ten dele.
Houten Japannertjes en Japanse leiding: laten we even niet lachen, en met een innige dankbaarheid onze vrijheid gedenken.
Omuta, Augustus 1945.
x