Een bijzondere werkkring

Het boerenbedrijf in Ngagel, Soerabaja, november 1952

Een eerder artikel in de Java Post, “Een melkboer in oorlogstijd” van Jan Somers, deed Conny van de Vijver besluiten de foto´s van haar vader nog een keer uit de kast te halen, en aan de hand daarvan een reconstructie te maken van zijn verblijf op Boerderij Ngagel in Soerabaja.

Door Conny van de Vijver

Boerderij Ngagel

Boerderij Ngagel

In mijn familie was het van oudsher de gewoonte dat de mannen aan het werk gingen in het leger, bij de politie, of als gemeenteambtenaar. Opa is gemeenteambtenaar geweest, zijn vader had als kanonnier in het leger gezeten, en diens vader had eveneens in het leger gezeten. Vandaar dat het ook niet vreemd was dat mijn vader, Gerard Louis van de Vijver, bij de militaire politie ging. Maar de Tweede Wereldoorlog in Azië en de onafhankelijkheid van Indonesië veranderde dit en zette alles op zijn kop. Melkboer worden was een van die veranderingen.

Tot 1 augustus 1952 zat mijn vader bij de militaire politie, bij een afdeling die onder de marine viel. Die afdeling heette voluit PPS/RSAL divisie A. De afkorting stond voor Polisi Pangkalan Surabaia/Rumah Sakit Angkatan Laut en de vertaling luidt: Politie Basis Soerabaja/Marinehospitaal. Deze eenheid had tot taak het bewaken van het marinehospitaal te Soerabaja. Voor mij is het nauwelijks voor te stellen dat er een tijd is geweest waarin mijn vader in alles kon rijden wat wielen en een stuur had. Auto’s, motoren, vrachtwagens, alles kon. Zijn droom was eigenlijk ooit piloot te worden. Hier in Nederland heeft hij het niet eens aangedurfd om zijn rijbewijs te halen, terwijl hij in Soerabaja in vrachtwagens rondreed om het bewakingspersoneel te vervoeren.
Maar op 31 juli 1952 was dus zijn laatste dag bij de marine aangebroken. Officieel heette het dat hij niet langer nodig was.   

Boerderij Ngagel

In november 1952 werkte hij bij melkboerderij Ngagel te Soerabaja. Volgens eigen zeggen was het in die tijd moeilijk om aan werk te komen. Zeker als je Indo was. Om aan geld om te overleven te komen zou hij bijna alles gedaan hebben. Zolang hij maar eerlijk aan het geld kwam.

Van wanneer tot wanneer precies hij hier heeft gewerkt weet ik niet. Hij heeft er een serie van 12 foto’s gemaakt die allemaal dateren van november 1952. Op de achterkant heeft hij   geschreven wat er op de foto te zien is. Dit maakt het voor mij gelukkig wat duidelijker. Een foto kan vaak meer vertellen dan duizend woorden.

Hij was er de persoon niet naar om veel over zijn levensgeschiedenis te vertellen. Zeker niet toen mijn zus en ik nog klein waren. Over sommige onderwerpen, van belang om mijn familiegeschiedenis te begrijpen, maakte hij geen woorden vuil. Soms kwam hij echter los, als er andere Indische familieleden of vrienden bij waren. Dan praatte hij wat makkelijker, en zaten wij, kinderen, er bij als kleine potjes met grote oren.

De eerste foto van Ngagel is een wazige foto van de gevel van de boerderij. De boerderij heeft een puntdak en op de witte gevel prijken in zwarte letters, amper leesbaar, de woorden “BOERDERIJ NGAGEL.” Een volgende foto is er een van een echtpaar, de heer en mevrouw Veerman. Van de personen waar Somers over schreef, de heer Ab Croin en mevrouw Mien Sigrist, hier geen enkel spoor. Waren de heer en mevrouw Veerman misschien de eigenaren van de boerderij in 1952?

De heer en mevrouw Veerman, hier met drie dames van de flessenwasserij. Op de voorgrond het meisje Silvy Turner.

De heer en mevrouw Veerman, hier met drie dames van de flessenwasserij. Op de voorgrond het meisje Silvy Turner.

Het personeel

Mijn vader was een van de melkventers die met een fiets behangen met melkflessen door Soerabaja fietste om daar de melk af te leveren. De melkflessen, zo zien we op deze foto, zaten in houders gemaakt van jute met een hengsel eraan zodat ze aan het fietsstuur konden worden gehangen. Het is jammer dat mijn vader zelf niet op deze foto staat, maar hij was degene die deze foto heeft gemaakt.

Ngagel: de melkventers.

Ngagel, de melkventers.

Op een van de foto’s heeft mijn vader zichzelf wél laten vereeuwigen, bij de stallen van de boerderij. Hij was vrij lang voor een Indo in die tijd, hij was 1.80m, maar zo mager als hij er op deze foto uitziet is hij niet altijd geweest.

Gerard Louis van de Vijver, bijgenaamd 'John'.

Gerard Louis van de Vijver, bijgenaamd ‘John’.

Mijn vader heeft tal van mij onbekende personen op de foto gezet. Een van die personen was Harry. Waar hij vandaan kwam en hoe zijn achternaam luidde weet ik niet. Toen mijn vader het jaren later over zijn periode in Ngagel had wist hij Harry´s achternaam niet meer. Harry was de chauffeur, hij had geen kamer maar sliep in de auto. Hij was waarschijnlijk een aardig iemand die goed met iedereen overweg kon. Ook mijn vader mocht Harry wel want hij staat op meerdere foto’s.

Ngagel, personeel van de boerderij.

Ngagel, personeel van de boerderij.

Ngagel, Harry en overig personeel.

Ngagel, Harry en overig personeel.

Ngagel, chauffeur Harry

Ngagel, chauffeur Harry

Ngagel, jongeren.

Ngagel, jongeren.

Een ander persoontje dat een paar keer op de foto is gezet is het meisje Silvy Turner. Ze staat ook op een eerdere foto met de familie Veerman. Hoe oud zou ze op deze foto’s zijn? Ongeveer 4 of 5 jaar oud?

Eindbestemming

Mijn vader heeft zich altijd afgevraagd hoe het met al die mensen in hun verdere leven is vergaan, en waar ze zijn terechtgekomen. Zelf stapte hij in februari 1954 aan boord van de Riebeek naar Makassar. Daar had hij familie wonen. In Makassar ging hij aan het werk als monteur in een garage.

Hij overwoog zelfs om verder oostwaarts te reizen naar Nieuw Guinea. Deze gedachte liet hij snel varen toen zijn vader en familie besloten om in 1955 naar Nederland te vertrekken. In 1956 ging hij zelf aan boord van de Van Oldebarneveldt richting Nederland en kwam uiteindelijk in Hoogvliet-Rotterdam terecht. Bijna zijn hele leven lang heeft hij verder gewerkt in garage Sluisjesdijk bij de RET in Rotterdam. Hij is weliswaar geen piloot geworden, maar ik denk dat hij wel tevreden is geweest met zijn werk.

x

Dit bericht werd geplaatst in 5. Indonesia en getagged met , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

11 reacties op Een bijzondere werkkring

  1. Ed Vos zegt:

    Naar aanleiding van dit artikel en die van Jan Somers, “een melkboer in oorlogstijd”, maar al voor oorlogstijd.
    http://home.wanadoo.nl/ed.vos/vos/inventarislijst.htm

    Een andere tak deed in Holland reeds iets met juwelen, zilverwerk , omega horloges e.d.
    Die tak hult zich in bescheiden stilzwijgen.
    De verhalen hierachter ken ik helaas niet. Het Indisch zwijgen van een koloniale familie.

  2. hansvschaik zegt:

    interessant verhaal

  3. H.A. Naberman. zegt:

    Ben benieuwd van wie die auto was met zo’n laag Surabayanummer…….

    • buitenzorg zegt:

      Dat was mij ook al opgevallen. Voor het project Foto zoekt familie van het Tropenmuseum heb ik contact opgenomen met de Rijksdienst Wegverkeer (RDW) met de vraag of er nog ergens een register bewaard is gebleven met vooroorlogse kentekenregistraties uit Indië. Niet dus, helaas…

      • Surya Atmadja zegt:

        Hoewel de kans klein is , kan men mss informeren bij de Ikatan Motor Indonesia.
        Voor kleine(re) nrs dus bijzonder zal de kentekenhouders vaak een belangrijke of rijke personen zijn .
        Voorheen Javasche Motor Club opgericht 27 Maart 1906 didirikan , Jalan Bojong 153 – 156, Semarang. Werd Koninklijke Nederlands Indische Motor Club (KNIMC) .
        Zie de website van IMI .

      • W.(Bill) Zitman zegt:

        Voor een kleine bijbetaling over- of onder de tafel, kon je in Jakarta (B) altijd je nummer houden als je van wagen veranderde – zelf kiezen als het beschikbaar was – veranderen als ze je achter je vodden zaten en voor nog meer “extra” gaven ze je gereedschap om het in het parkeerterrein zelf te doen of ze deden het voor je.
        En wat dit betreft is er in die 60 jaren niets veranderd.

  4. Jan A. Somers zegt:

    Hartstikke leuk een vervolg te lezen over mijn eigen carrière in de melkerij, toen nog in Soerabaja, Goenoengsari, afgebroken door mijn gevangenschap in de Werfstraatgevangenis in oktober/november 1945. Die melkerij ‘Winner’ was gemilikt, maar Mien en Ab wisten in Ngagel weer te beginnen. Dat was knap in die chaotische tijd! Ik heb ze daar nog maar één keer gezien, april/mei 1946. In juli ben ik naar Nederland gegaan. Daarom wist ik niet wanneer ze naar Bogor waren gegaan, waar hun kleindochter Sylvia van Vliet is geboren.

  5. Dank voor het delen van dit verhaal!

  6. Mooi verhaal! Mijn vader heeft in de jaren dertig de mariniersopleiding gedaan. In 1936 is hij naar Indie Soerabaya uitgezonden tot juli 1938. Hij zat daar o.a. ook bij het bewakingsdetachement van kazerne Oedjoeng. Daarna bij het Marinevliegkamp Moro Krembang. Hij was toen nog niet getrouwd (1941) met mijn moeder en ontmoette daar regelmatig een familie die Veerman heet. Hij ging om met één van de dochters, Paula Veerman.
    Paula is na de oorlog ook naar Nederland gekomen en getrouwd met een collega van m’n vader, de heer Wijnands oid. Ik heb wel foto’s maar die zijn erg klein. Hij heeft ook een fotoalbum van de familie Veerman voor zijn 21e verjaardag gekregen toen hij daar was. Mijn vader, Pieter Koppert is geboren op 25 december 1916 en overleden op 6 december 1972.

  7. Hannie Koppert zegt:

    Hoe kan ik foto’s plaatsen?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s