Van paardenkracht naar pk

De 20e eeuw diende zich aan met een heel scala aan nieuwe uitvindingen die het dagelijkse leven zouden veranderen. De belangrijkste waren misschien wel de auto, de radio en de telefoon. Voor het huiselijke leven waren er echter niet minder belangrijk producten als wasmachines, koelkasten, fornuizen en stofzuigers. De meeste hiervan kwam overgewaaid uit de Verenigde Staten, echter ook in Europa werd hard gewerkt aan allerlei nieuwigheden. Aan Nederlands-Indië ging dit alles evenmin voorbij. Omdat de industrie van consumptiegoederen hier nog in de kinderschoenen stond, waren het handelshuizen zoals Lindeteves en Borsumij die goede zaken deden met de import van al deze producten.

Een nieuw voertuig

de demmo

De opvallendste verschijning in het openbare leven was ongetwijfeld de auto, een product dat – althans voor de eigenaren – alleen maar pluspunten leek te bezitten. Voor de samenleving als geheel lag het echter iets ingewikkelder. Tot in het begin van de 20e eeuw was iedereen in Nederlands-Indië, rijk en arm gelijk, voor transport aangewezen op paardentraktie. Met de komst van de auto veranderde het straatbeeld echter aanzienlijk. Terwijl de rijke blanken zich nu verplaatsten per auto, bleven de Indo-Europese middenklasse en inheemse armen aangewezen op paardenvoertuigen als de sado, deleman en grobak. En dat voelde niet goed. Voor het eerst werd men zich ook bewust van de nadelen van deze voertuigen, verscherpt door de toename van het verkeer. Het aantal ongelukken met paarden nam hand over hand toe, en uitwerpselen op het wegdek werd minder natuurlijk gevonden als voorheen.  

Het kon dan ook niet uitblijven dat een nieuw voertuig zijn intrede deed, een voertuig schoner en gemakkelijker te onderhouden dan een span paarden, maar goedkoper dan een auto. Een hybride voertuig zouden we tegenwoordig zeggen.
Ergens rond 1930 verscheen het in het straatbeeld van Java: de demmo, genoemd naar het Soerabaiasche bedrijf dat het produceerde, Demmo N.V..
Het was een voorwiel aangedreven driewieler met een uit Duitsland geimporteerde luchtgekoelde tweetaktmotor. Het karretje kon zowel voor passagiers- als voor vrachtvervoer worden gebruikt.´De tijd gaat snel, gebruikt hem wel´, adverteerde het bedrijf.

Samenwerking met het I.E.V.

opening nieuwe bedrijfspand Demmo N.V.

Ondanks het feit dat het ding nogal wat herrie maakte, bleek het een groot succes.
Op 11 juni 1932 betrok de firma Demmo een nieuw pand aan de Darmokali 7 in Soerabaja om de productie op te kunnen voeren. Een heuglijke gebeurtenis die werd bijgewoond door de burgemeester van Soerabaja, de heer Bussemaker. In zijn toespraak bracht de burgervader naar voren ´dat het probleem van de gevaarlijke dogcarbomen en de onhygiëische gevolgen van zoveel duizenden paarden binnen afzienbare tijd zou zijn opgelost´. De directeur van de fabriek, de heer Kanis, benadrukte het belang van de werkgelegenheid, niet alleen voor de leveranciers en de werknemers van de nieuwe fabriek, maar ook – en vooral –  voor de exploitanten van de demmos, waarschijnlijk veelal ontslagen cultuur-employé´s die met een klein kapitaal nu een behoorlijk inkomen zouden kunnen verwerven.

In een verslag van de opening in het blad De Motor werd verder gemeld dat Demmo N.V. nauw samenwerkte met het Indo-Europeesch Verbond (I.E.V.) om personeelsleden te werven onder de Indische jongens. Curieus hierbij was de toevoeging dat Demmo N.V. en het I.E.V. het publiek opriepen vooral in de rijtuigen van Indo´s plaats te nemen. Soms bleek dit publiek namelijk de voorkeur te geven aan een ritje met een Inlander, ´omdat men deze Inlander met iets minder betalen tevreden kan stellen´.

Atax

de Atax

Het succes van de demmo was zó groot dat nog in hetzelfde jaar 1932 in alle grote steden van Java demmo´s rondreden. Echter niet alleen demmo´s. Het handelshuis Borsumij (Borneo Sumatra Maatschappij) importeerde volledig afgemonteerde voertuigen, gelijkende op demmo´s , van de Raleigh fabrieken uit Engeland. Deze zogenaamde Atax had echter in afwijking van de demmo een achterwielaandrijving en een geruislozer viertaktmotor.
Maar hier bleef het niet bij. De Indische Courant verbaasde zich over de snelle ontwikkelingen:

´Wat ons trof was de snelle wijze, waarop deze voertuigjes verbeterd werden en zich aan de gestelde eisen van het verkeer aanpasten. (…)
Een nieuwe motor werd geïmporteerd, die heel wat minder geraas maakte, terwijl binnenkort wederom een nieuw type demmo in gebruik zal worden genomen van de bekende Duitsche Merkur-fabrieken, die nog meer het principe van den auto nadert.
Ook hoorden wij van plannen, om Ford-demmo’s te exploiteren, die weer „stukken beter” zouden zijn, dan de andere wagens — en ook goedkoper.
Een stadgenoot, die het voornemen heeft, enige tientallen demmo’s in exploitatie te brengen, deelde ons mee, dat de verbeteringen van deze soort wagentjes elkaar zó snel opvolgen, dat hij aarzelde te kiezen.
Ofschoon er in den aanvang vele pessimisten waren, die beweerden, dat het ´met de demmo’s toch niets zou worden´ geloven wij, dat dit mechanisch vervoer het paard tenslotte geheel van de straten zal verdringen.´

Inmiddels weten we, dat het zó ver niet is gekomen. De oorlogsdreiging, enkele jaren later, had nadelige gevolgen voor de aanvoer van de voertuigen en onderdelen. De ontwikkeling van de demmo´s en ataxen en hoe ze ook verder mochten heten, stond stil. In de jaren ´50 zou de relatieve prijsdaling van de gewone auto´s het nut van het doorontwikkelen van deze voertuigen overbodig maken. De moderne taxi deed zijn intrede. Helemaal verdwenen zijn de ´demmo´s´ echter niet. Wie door het hedendaagse Java rondreist ziet nog steeds varianten van de demmo, meestal aangeduid als ´bemo´s´, de becak motor.

x

Dit bericht werd geplaatst in 1. Het vooroorlogse Nederlands-Indië en getagged met , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

8 reacties op Van paardenkracht naar pk

  1. koppieop zegt:

    In demmo’s heb ik met genoegen vele ritjes gemaakt. Zij waren van mijn leeftijd en heetten in mijn taalgebruik gewoon tuf-tufs. Hun geschiedenis kende ik niet, en ook de rest van het artikel vond ik leuk om te lezen-
    Federico Bär

  2. petbar zegt:

    Ha ha, de demmo bestaat nog steeds. In Jakarta heten die dingen bajajs en ze zijn een populair vervoermiddel. De rode zijn de oude 2takters, made in India, de blauwe zijn de 4takters, die veel stiller en schoner zijn. In Bandung zie je ze gek genoeg niet, Misschien, omdat als je daar naar het Noorden rijdt vele wegen nogal klimmend zijn. Dat is het domein van de ojeks, de motorfiets taxi’s.

  3. Surya Atmadja zegt:

    De nieuwe bajaj is stiller omdat het electrisch aangedreven is ( of heb ik het verkeerd ?) .
    Het is comfortabel en groter dan de oude(rode). Rook diesel spuwende bemo, vaak zonder schockbreker en vele gaten in de bemovloer .
    De regering wilde de oude laten verdwijnen en vervangen door de blauwe.
    De oude bemo kan gebruikt worden als inruiler , eigenaren van de oude bajaj kan ook subsidie(zachte lening) krijgen.
    Vorig jaar en afgelopen zomer heb ik die blauwe bajaj geprobeerd in Jakarta .

    In Bogor heb je nog oude bemo’s.

  4. petbar zegt:

    Ja, Pak Surya, u hebt het echt verkeerd.
    De nieuwe bajaj is niet electrisch aangedreven ( misschien de volgende over 20 jaar wel ), maar voorzien van een 4takt motor ipv. een 2takt motor waar de oude rode bajaj van was voorzien. Vandaar ook dat typerende knettergeluid. De oude bajaj heeft ook geen dieselmotor, maar zoals ik reeds zei een 2takt motor. Ze rijden nog steeds in Jakarta. Motoren zijn mijn vak, dus ik weet waarover ik het heb.
    Ik begrijp niet zo goed waarom u reageert met twee aperte onjuistheden. Schrijf liever over zaken waar u wel verstand van heb!
    De term bemo wordt nu meer gebruikt voor 3wielig vrachtwagentje gebouwd op het chassis van een bajaj of voor een minibusje, ook angkot genoemd. Angkots zijn in Bandung weer erg populair. Mijn ervaring stamt uit West-Java, het kan zijn dat die karretjes elders op Java weer anders genoemd worden..

    • Surya Atmadja zegt:

      Pak Petbar ,
      dat is ook de reden waarom ik “of ik heb het verkeerd ” had geschreven..
      In de afgelopen 2 jaren ging ik in Jakarta vaak de oude rode bajaj gebruikt , voor korte afstanden ,eigenlijk is het een loopafstand , in centrum van jakarta .
      Zonder tawar (pingelen) .
      Met de taxi is het zelfs nog goedkoper.
      En sinds de invoering van de blauwe al een paar keren gereden .
      Over motoren heb ik geen verstand, omdat het veel lawaai en stinkende rook gaf is het voor mij als leek een “diesel” motor. Mss gebruikt men gas als brandstof.
      In Bandung heb ik geen bemo of bajaj gezien , niet bij de grote jalan protokol zoals Juanda (Dago) , Martadinata(Riau). Waarschijnlijk in de randgebieden .
      In de tig keren dat ik in Bandung langskwam heb ik een paar keren de angkot geprobeerd .
      Van BIP naar Dago Atas , eigenlijk Simpang Dago .
      In ieder geval bedankt voor je correctie.

  5. Surya Atmadja zegt:

    De bemo van becak (ber)motor die ik kende heeft een kleine snoet ( Japanse makelij) , is weer anders dan de latere bemo met een dikkere ronde snoet met met meer vervoerscapaciteit.
    Ik woonde tot begin 1968 in centrum van Djakarta . De eerste kennismaking met de opvolger( dikke ronde snoet) was op Bali , ik dacht in de buurt van 1995 .
    We hadden toen zo’n bemo gehuurd van Sanur naar Den Pasar.
    In Bogor had ik een keertje zo’n dikke bemo gehuurd omdat toen weinig taxi te vinden zijn , een afstand van af Jln Pajajaran (plantentuin)naar Bukit Bogor Raya .

    Een angkot (angkutan kota) was in het begin een soort oplet ( ook opelet genoemd) , ik dacht gebaseerd op Mitsubihsi 300 / diesel . Dat zijn bijna onverwoestbare wagens , die nu ook tussen diverse kota/steden dienst doen ( vandaar de naam/afkorting) angkot(angkutan kota of antar kota).
    In Jakarta rijden die angkots alleen bepaalde trajecten , vaak in de periferie van Jakarta(anders dan in de stad Bandung ).
    Ook onderhoudt het diensten tussen de steden, zoals van Jakarta via de oude weg via Jatinegara(Meester Cornelis) via Depok/Cibinong) naar Bogor. Of van af Bogor naar Bandung via Puncak , of van Bogor naar Sukabumi via Ciawi.
    De bemo bestaat naast angkot ook op Bali .
    Betor(beca motor) op Noord Sumatra is een andere voertuig is in feite een motor(fiets) met een zijspan.
    Uitgezonderd die Balinese en Bogor (2000?) avontuur heb ik mijn kennismaking met de bajaj pas hernieuwd ongeveer 2 jaar geleden.

  6. Wal Suparmo zegt:

    Als de motor van de demmo ook al geproduceert is door de FIRMA in DARMOKALI dan betekend het dat in 1932, Indonesia al een MOBNAS( mobil nasional) heeft. Want van 3 wieler tot 4 wieler is geen probleem.Blangrijk is de zelfgenouwde motor.

  7. buitenzorg zegt:

    Zeker weten doe ik het niet, maar ik denk toch dat de motor – evenals andere onderdelen – steeds werd geimporteerd uit Duitsland. Eigenlijk was meer sprake van assemblage.

Plaats een reactie