In ons vorige artikel ´Van paardenkracht naar pk´ schreven we over de opkomst in de jaren ´30 van een nieuw voertuig in Nederlands-Indië, een door motorkracht aangedreven voertuig voor personen- en goederenvervoer: de demmo of atax.
Het pruttelding had zó veel succes, dat de uit Malang afkomstige Indische Courant in juni 1932 de verwachting uitsprak dat ´dit mechanisch vervoer het paard tenslotte geheel van de straten zal verdringen. Vooral in kleinere steden als Malang voldoen zij uitstekend.´
Het zal niet verbazen dat de koetsiers van de door paarden getrokken voertuigen, de ´dogcarts´, het daar niet mee eens waren. In oktober van hetzelfde jaar nog richtte de vereniging van Malangse dogcart koetsiers, de Sarikat Koetsier Indonesia, zich tot het gemeentebestuur van Malang met het verzoek tot inwilliging van de volgende eisen:
- In demmo’s, ataxen en dergelijke zullen niet meer personen mogen worden vervoerd dan in dogcarts, dus slechts 3 à 4.
- Autobussen zullen alleen mogen stoppen aan het eindpunt van het traject: zij zullen dus onderweg geen passagiers meer mogen opnemen.
- Dogcarts zullen overal, waar de koetsiers dat wensen, mogen parkeren; de koetsiers zullen dus niet meer gebonden zijn aan vaste standplaatsen.
- De kosten, verschuldigd voor het begraven van kadavers van paarden, zullen worden verlaagd.
- De verschuldige keurlonen voor paarden en dogcarts zullen worden afgeschaft.
- Het tonen van een tarief in de dogcarts zal niet meer verplichtend zijn.
- Het voorschrift, dat het dogcartnummer in rood op de lantaarnglazen moet staan, wordt ingetrokken.
- Evenzo het voorschrift, dat de jassen der koetsiers moeten zijn voorzien van een rode kraag.
Het redactioneel commentaar van de Sumatra Post loog er niet om:
´Gelijk men ziet, hebben de drie eerste wensen der koetsiers ten doel hun positie te versterken ten koste van het mechanisch verkeer: de verlangens nummer 4 en 5 zijn van economische aard, nummer 6 en 7 kunnen de jedu’s in „bijzondere omstandigheden” goed van pas komen, terwijl verzoek nummer 8 als van „morele” aard is te beschouwen. De koetsiers vinden het blijkbaar niet „netjes”, met een rode kraag te rijden. Bezien wij de drie eerste verlangens, dan is het duidelijk, dat hiermede een volkomen onbillijke bevoorrechting van het paardenvervoer boven het mechanisch transport wordt beoogd. De koetsiers schijnen blijkbaar nog niet te willen of kunnen inzien, dat moderne tijden het snelvervoer eisen; dat de paarden meer en meer tot het verleden zullen gaan behoren. Zij zullen zich hiernaar hebben te regelen en het motorisch vervoer zal zich niet naar hèn schikken. De verzoeken 4 en 5 zijn evenmin voor inwilliging vatbaar, daar de kosten hiervoor reeds tot een minimum zijn teruggebracht. Ook de wensen 6 en 7 zijn te dwaas, dan dat wij die nog nader zouden behoeven toe te lichten. Brutale koetsiers zouden bijvoorbeeld, als de gelegenheid gunstig is, kunnen eisen wat zij willen. Het 8ste verzoek, de rode kragen betreffende, zou gevoegelijk kunnen worden ingewilligd, doch in de praktijk is het betrekkelijke voorschrift reeds lang afgeschaft; geen enkele dogcartkoetsier rijdt hier nog met dit distinctief van zijn beroep.´
Het college van burgemeester en wethouders van Malang dacht er niet veel anders over en stelde de gemeenteraad voor, de verlangens 1 tot en met 6 van de Sarikat Koetsier Indonesia van de hand te wijzen. Als doekje voor het bloeden werd de vereniging van het verzoekschrift meegedeeld dat bij de eerstvolgende wijziging van de Wagenverhuurderij-verordening aan de laatste twee verzoeken tegemoet zou worden gekomen.
De Sumatra Post vond dat laatste eigenlijk al te ver gaan, en wilde graag het voorschrift betreffende de nummers in rood op de lantaarnglazen gehandhaafd zien. Het blad vervolgde:
´Het komt ons voor, dat wanneer de Malangse Koetsiersvereniging iets wil doen om aan de concurrentie der demmo’s enz. het hoofd te bieden, zij er bij haar leden op moet aandringen, dat de wielbanden der dogcarts tegen rubberbanden worden verwisseld, dat de voertuigen naar de eis der tijd onderhouden worden zodat men zijn kleren niet scheurt aan uitstekende spijkers en dergelijke, dat er goed gevoede en gedresseerde paarden worden gebruikt enz. enz.´
De krant besloot hierop zijn commentaar met een verzachtend slotwoord richting koetsiers: ´Een groot deel van het publiek heeft er niets op tegen, om van een dogcart gebruik te maken, mits deze in behoorlijke conditie verkeert.´
Met deze slotzin had niet alleen de krant, maar natuurlijk ook het grote publiek gesproken. Of de koetsiers het advies ter harte hebben genomen is ons niet bekend. Het pleit was echter beslecht, zó veel is duidelijk.
x
Wat had de Sumatra Post nu met een Malangse koetsiersvereniging te maken?
De krant werd ook op Java gelezen, en schreef ook over Java. Verder: omdat het voor de bladen in Indië ondoenlijk was overal correspondenten te hebben, werd regelmatig gebruik gemaakt van elkaars artikeltjes. Het gebeurde dus wel vaker dat bijv. de Sumatra Post schreef dat het Nieuws van den dag schreef dat de Locomotief schreef….etc.
In Nederland ook! In de PZC wordt ook verwezen naar de NRC enz. En omgekeerd.
De prijs van een DEMMO wordt geadbverteerd als F 1075,-