In het ´Nieuws van den dag voor Nederlands-Indië´ van 1937 staat een kerstverhaal dat de Java Post zijn lezers niet wil onthouden. Om geen afbreuk te doen aan de tijdgeest publiceren we het hier in oude stijl en spelling:
´Er kunnen in iemands leven in de donkere dagen voor Kerstmis, — o, heerlijk Indië, waar men die dagen niet kent! —, dingen passeeren, welke die dagen nog donkerder maken dan ze gemeenlijk vanwege de weersgesteldheid reeds zijn. Ik heb dit zoo juist ondervonden. U zult het wellicht niet aardig van me vinden, dat ik u van deze trieste ervaring deelgenoot maak, maar ik neem aan dat er voor u nog genoeg prettige dingen zijn in deze feestelijke en laatste maand van het jaar, die u het hoofd weer doen opbeuren.
Ik geef toe, dit is geen bemoedigend begin. Ik dwing u er niet toe verder te lezen. Het slot is evenmin opwekkend.
Een paar maanden geleden had ik hem ontmoet. Hij was een gepensionneerd Indisch spoorwegman, die de hoop koesterde van zijn pensioen nog enkele jaren in Holland na een leven van hard werken in de tropen rustig te kunnen genieten. Zoo wikt de mensch….
Hij was een eenzame. Hij was gescheiden van zijn vrouw, en z´n twee kinderen waren reeds getrouwd — in Indië. Toen ik hem in een van de Haagsche straten ontmoette, was hij op zoek naar kamers. Hij was teneergeslagen en ik bespeurde een zekere onrust in hem. Kamers zoeken is geen prettig werk, redeneerde ik bij mezelf en zoo verklaarde ik de neerslachtige bui, waarin ik hem na jaren voor het eerst in Holland had ontmoet.
Eenige weken geleden kwam een van mijn dameskennissen naar mij toe:
— U ontvangt geregeld Indische kranten is ’t niet ? Kunt u er nu en dan een paar missen? We hebben een Indischman op kamers en die…..
— Natuurlijk, zei ik. En prompt iedere week ging er een pak Indische kranten naar het opgegeven adres.
— En hoe gaat ’t met je Indischmannetje? vroeg ik op zekeren dag, toen ik m’n vriendin ontmoette.
— Dat gaat nogal. Eigenlijk een zielig geval. Zijn kinderen zitten in Indië en hij is van z´n vrouw gescheiden. Hij kent hier maar weinig menschen.
U begrijpt het natuurlijk al. De kranten waren bestemd voor den gepensionneerden spoorwegman, den eenzame, die hier zoo vreemd en bijna schichtig rondgekeken had na zooveel jaren van afwezigheid. Ik heb trouw de kranten laten bezorgen en nam me stellig voor hem eens te gaan opzoeken.
Maar een week later kreeg ik een telefoontje:
— U behoeft geen kranten meer te sturen……
— Is-ie vertrokken? — Nee, hij is zwaar ziek. Een dubbele long-ontsteking.
Een dag later zat ik aan zijn bed. Een huurkamer, zooals er duizenden in het Haagje zijn; het is dus niet noodig het interieur te beschrijven. Op een kastje stond een portret, een foto van z´n kinderen. Hij ademde moeilijk. Zijn toestand was al hopeloos.
— Wil ik de kinderen een telegram sturen? vroeg ik.
— Laat maar, zei hij mat.
— Heb je heelemaal geen familie meer in Holland?
Het bleef even stil.
— Wij in Indië zijn niet familieziek, bracht hij er met moeite uit.
Even later sprak ik de verpleegster; hij had een getrouwde zuster in Nijmegen, maar daar kwam hij nooit.
Hij bleef mij aankijken en schudde het hoofd. En terwijl ik hem daar in die halfduistere ongezellige kamer, bleek en lijdend zag liggen, drongen Indische beelden zich aan mij op, vol zon en levensvreugde uit de dagen waarin ik hem in Indië in zijn volle activiteit had gekend. Wij zijn niet de regisseurs van ons eigen levensspel, maar hier waren op het slot wel héél zware accenten gelegd…
Het bleef nu lang stil in de kamer. Zijn ademhaling was moeilijk. Zijn vingers trekken aan de dekens en zijn oogen zochten de wanden af.
In den nacht daarop is hij overleden. De vreemde verpleegster was er bij. Een vreemde had zijn oogen gesloten en z’n handen op het laken gekruist.
Den volgenden morgen hoorde ik de bijzonderheden. Zijn zuster, telegrafisch gewaarschuwd, was den vorigen avond overgekomen. Hij had haar niet herkend; gelukkig maar, hij heeft niet kunnen zien dat zij volkomen onverschillig, zonder een spoor van ontroering, naast zijn sterfbed had gestaan.
— ’t Was vreeselijk, zei de verpleegster. Ze verontschuldigde zich, dat ze in jaren niets van hem had gezien of gehoord, maar ’t was toch haar bloedeigen broer.
— Vroeg ze nog iets?
— Of er geld voor de begrafenis was…
Een uur later is ze weer vertrokken. Ze had een dagretourtje genomen. Op het kastje stond nog het portret van de kinderen. Ik had een gevoel of het gelaat van den doode er naar toegewend lag. In mijn herinnering leeft hij nu verder als de eenzame Indischman. Ik hoop maar dat er niet veel zóó eenzaam zijn als hij in het Haagje, dat voor de gerepatrieerden terecht de reputatie heeft van een paradijsje van gezelligheid…´
x
Wie was de schrijver van dit kerstverhaal?
Het verhaal verscheen zowel in het Nieuws van den dag voor Nederlands-Indië als in de Sumatra Post. In beide gevallen zonder vermelding van de schrijver…
Wat een ontroerend verhaal! temeer omdat ik hiervan iets herken.
Den Haag eind jaren 60, ik was een kind van 8 jaar.
Mijn oud-tante had een kamer verhuurd aan een Indischman, ik weet helaas zijn naam niet meer. We noemden hem Oom Rotan, vanwege de rotan stoeltjes op zijn kamer.
Meestal bleef hij maar binnen, maar ook vaak kon hij mooie sprookjes vertellen en riep hij de neefjes en nichtjes erbij; we luisterden ademloos naar zijn verhalen. Mijn oom, geboren in Surabaya was er dan bij en dan konden ze heerlijk kletsen over die tropentijd, maar ook over de Bersiap ellende, want dat hadden ze beiden meegemaakt, plus de Jappenkampen.
Na een tijdje ging het slecht met Oom Rotan, hij kwijnde weg en lag de hele dag in bed te fluiten met een zelfgemaakte suling, geestelijk totaal in de war.
Op een nacht is hij overleden, er waren geen familieleden op komen dagen, hoewel er contact met hen is gezocht.
Onze familie heeft gelapt zodat Oom Rotan niet in een armengraf hoefde en hij een waardig afscheid kreeg op Oud Eik en Duinen te Den Haag.
Het voelde of we een familielid verloren hadden…
Toen als kind herkende ik die triestheid niet, maar na bovenstaande te hebben gelezen maar al te goed.
Ja, zeer mooi beide verhalen. Natuurlijk des te meer voel je het gemis van het volle leven om je heen als je van daar komt. In Holland is men sterker op familie, daar men daar niet zo makkelijk bij elkaar binnenloopt soms.
Ze zeggen altijd, dat God van alles weet heeft, en dat nemen we zeker als steun aan, maar dat neemt niet weg dat we zelf ook naar anderen die op ons levenspad komen, moeten omkijken. Een hand op iemands schouder, of een briefje of een telefoontje is soms al heel veel voor iemand..
Zeer toepasselijk om dat nu gelezen te hebbben.
Ja, beide verhalen zijn mooi en droevig. Wij realiseren ons vaak niet hoe eenzaam zij zijn.
Wij zijn ook vaak zo met ons zelf bezig, alleen in de Kersttijd denken we wel eens aan anderen, vandaar dat ik beide verhalen juist nu zo toepasselijk vind.
Voor de webmaster en alle lezers:
Selamat Hari Natal dan Selamat tahun baru!
Laten we samen stilstaan en bidden voor een betere en mooie aarde,
en ook voor onze geliefden, wel of niet meer om ons heen, maar die je nooit vergeet.
Ik wens iedereen een gezond en liefdevol 2012!
Liefs van Wilma
Ik ben het met iedereen eens hier.Ja,vanaf januari weer geven om je naasten en niet alleen om jezelf is moeilijk,doch levert wel meer aan goeds op.Hoe ouder jde wordt,hoe meer je daar de realiteit v in ziet.Nu,ik wens iedereen een hele ouderwetsgezellige tijd toe.Wat waren die kerstdagen v vroeger toch gezellig.Tabe: DP Tick
DP Tick, ik zou zeggen vertel maar hoe het vroeger was!
Gaat het over Indie of Holland? uw bijdrage is zo welkom..
Oh ja, hoe heette die kerstboom in Indie?
groet van Wilma
Het is de tweede keer dat ik de Java Post per e-mail ontving. Ja die donkere dagen voor Kerst..
Wat kan ik dan verlangen naar die zon, die bergen rondom Bandung met haar lichtjes van de tukang die ’s morgens naar beneden liep naar de pasar en dan ’s avonds langzamer naar boven.. Net kleine vuurvliegjes. Ik ben denk ik in de laatste jaren van het leven en geniet van onze kinderen en kleinkinderen, die allemaal gelukkig onze deur weten te vinden. Tamu is hier altijd welkom en het is fijn! Dit jaar zijn wij mijn man, zijn zusje, en twee schoolvriendinnen van mij en een zoon van één van hen naar Java geweest. Wat hebben we genoten! Ik was 16 toen we in 1953 hier in tanah dingin aankwamen; we hebben van niemand afscheid kunnen nemen, anders werd mijn vader een kopje kleiner gemaakt. Nu zijn al die oudjes er niet meer en onze tijd breekt ook aan.
Kerst, onze kerst van toen vroeger met zingen, verhaal uit de Bijbel en de spekkoek.. wat is dat lang geleden en zal nooit meer terugkomen, we kunnen er alleen nog maar dromen..
Iedereen wil ik bij deze een Gezegend Kerstfeest en een Gezond en Voorspoedig 2012 wensen.
Selamat Hari Natal dan banyak rejeki dan kesehatan dalam tahun 2012.
Bert, ik zal je website promoten op die van mij als je dat wilt.
Maudy
Geachte mevrouw;
Het was meer een herinnering aan vroeger. Niet zozeer aan Indië. Daar ben ik nooit geweest. Wel in Indonesië. Mijn vader is wel een Indo, doch we gingen erg weinig met de Indische kant van de familie om. Ben nu 50. Toch ben ik geïnteresseerd geraakt. Dat is op zijn manier ook de moeite waard. Indië en Nederland. Allebei hadden ze een mooi plekje in mijn leven.
Nee, ik bedoel: toen ik klein was, was dat hele Kerstgebeuren erg fijn. Vol sfeer.
Mijn vader was hier al in 1947 voor ee militaire opleiding en is niet teruggegaan.
Mijn familie kwam in 1949, ging toen weer terug en kwam in ca. 1953/5 weer. De laatste kwam in ca. 1962.
Ik kwam ervoor het eerst in 2000 voor mijn onderzoek naar de vorsten van Indonesia en zou wel elk jaar erheen willen gaan. Wat voor mij sentimenteel is qua Indische beleving (ja, we gingen wel naar de Indische familie, doch spaarzaam):veel kleine dingetjes. Te veel om op te noemen.
Behoudt het goede!
Hoogachtend:
DP Tick
Meneer DP Tick,
het klinkt heel vreemd..
Het was inderdaad een herinnering, maar wel een herinnering uit mijn jeugd op Java en dat is nu Indonesia. Fijn dat u zich het Kerstgebeuren van vroeger nog herinnert omdat het vol sfeer was en dat was nu juist wat ik wilde vertellen.
Ik was 16 en de oudste in een gezin met 5 kinderen en mijn vader kreeg geen werk omdat zijn bloed niet goed was. Later bleek het dat men hier nog niet bekend was met het bloed van iemand die malaria heeft gehad. Hierdoor waren de eerste jaren voor mijn ouders erg moeilijk en ook die scheldnamen vonden we niet leuk.
Maar ook het Kerstfeest hier was anders.. koud buiten en bij de warme kachel probeerde mijn moeder het Kerstgevoel met een verhaal terug te krijgen, wat niet altijd goed lukte.. we misten zoveel; als eerste de warmte van de zon.. maar nog meer die warmte van de mensen daar in ons moederland.
Nu hebben we net Kerstfeest gevierd bij het gezin van onze jongste, een dochter waar ook haar dochter met vriend aanwezig waren. Zij heeft haar best gedaan om ons dat gevoel van menselijke warmte terug te geven; het deed ons heel goed. En nu gaan we op naar 2012 en wens u allen een Voorspoedig en vooral Gezond 2012 toe. Het is dan 59 jaar geleden dat we in Nederland kwamen.
Wilma de kerstboom in Indonesia was vaak de cemara spar. Hier geloof ik dat die boom de Lariks heet.
Lieve groet,
Maudy
Indrukwekkend en triest verhaal. Kan me de positie van die indischman zo goed voorstellen. Zo volstrekt eenzaam in een land waar je niets mee hebt. Gelukkig dat zoveel anderen het wel gered hebben in Nederland.
Rob,
ja het is een heel triest en de eenzaamheid waar veel oudere alleenstaanden in de 50-tiger jaren mee geconfronteerd worden heeft Nederland totaal niet beseft. Alleen steeds het verwijt dat onde ouders een huis kregen en zij niet; hier was oorlog geweest! En wat hebben wij dan moeten doorstaan? En om dan niet door het land waar je voor gevochten hebt niet geaccepteerd te worden is hard, kei hard! Nu de tweede generatie ook oud begint te worden, komt alles weer terug, tenminste bij mij en mijn man.
Maar de mooie herinneringen aan de Kerstviering samen met elkaar proberen we toch vast te houden. Wij doen dat bij onze jongste dochter en haar gezin en is hier ook een oudere broer (89) van mijn man die er voor uit Tegelen is over gekomen.
Fijne Kerstviering -als dit nog kan- in al die onvrede….
Beste allen,
Mijn vader is Indo, mijn moeder is Nederlands. Ja, ik ken die verhalen, en ik heb begrip voor beide.
Maar weet, dat Nederland een warm hart had voor hen die uit Indië kwamen.
Maar laten we dit vergeten en naar de positieve zaken kijken. Dit verhaal getuigt ervan. Die oude man zal zeker de warme gevoelens van de krantenlezer gevoeld hebben.
Ik wil mijn levensvisie niet opdringen, maar ik weet dat er Iemand daarboven is die ons gadeslaat en ons geeft wat we nodig hebben. Ja, laten we inderdaad onze vrije wil gebruiken om anderen bij te staan.
Afijn, voor alle mensen hier een warme Kerst en een hoopvol Nieuwjaar.
Tabe:
Donald Tick
Voor de baas en de lezers/reageerders/schrijvers heb ik voor 2012 bij Sint Franciscus geleend: vrede en alle goeds,
Ik vind het ook een mooi en toch triest verhaal. Het speelde zich wel af in 1937 en de Indisch man was gepesionneerd. Er was in die tijd ook geen instelling zoals ouderenzorg of seniorenappartementen, want anders zou hij niet eenzaam zijn gestorven. Ik wil hierbij niets afdoen aan dit mooie maar zeer triest verhaal, maar we moeten ons daar door niet laten meeslepen. Ik heb tot mijn 18 jaar in Bandoeng gewoond en op school gezeten en weet hoe fijn het daar is. In 2005 ben ik voor een aantal weken weer teruggeweest maar ik herkende bijna niets meer van hoe het er vroeger was. Mijn oude school het Chr. Lyceum stond op instorten en de straat voor ons oude huis, die er nog stond maar helemaal omheind was, was vervangen door een fly-over. De koelte die ik vroeger in de ochtend voelde op de fiets op weg naar het Chr. Lyceum was er ook niet meer. Het was zeer warm al vroeg in de ochtend en het verkeer op de Dagoweg eaasde op een vierbaansweg met aan beide zijden van de weg allemaal waroengs. Ik had het gevoel of ik in een vreemde wereld terecht was gekomem. Ik hoef er ook niet meer naar toe. Wat ik wilde zeggen is: het is niet meer zoals het vroeger was. Herinneringen zijn het en blijven. Laten we vooruit kijken en niet stilstaan bij onze gedachten van Tempo Doeloe.
Ik wens allen Gezegende Kerstdagen en een voorspoedig en gezond 2012.
Geachte meneer Bakker;
Nee, zeker niet stil bijven staan, doch ook niet vergeten.Iedere tijd heeft zijn mooie dingen,die we zeker mogen herinneren. Het is en blijft een mooi land.Doch ik vind het fijn om te ontdekken, dat Holland ook zo’n mooie deels onontdekte natuur heeft.
Een hele goede kennis (geboren in 1936)zat ook op Uw lyceum. Leo Nisnoni. Hij is nu de radja van Kupang op Timor. Hij zat van 1948-56 in Nederland en later van 1956-58 op het lyceum. Hij was in 2001 in Nederland en was erh vast nog steeds aan Nederland. Hij is 3 maanden depri geweest, toen hij weer terug op Timor was.
Ja, we moeten het zelf ontdekken de betrekkelijkheid van de aardse schoonheid.
Ja, daar gaat het Kerstverhaal nu over: de schoonheid van het innerlijke.
Nogmaals: veel hartelijks voor IEDEREEN gedurende deze 2 hele fijne dagen.
Salam hormat:
D.P. Tick/Donald
lieve allemaal,
Triest levensverhaal, geschiedenis geworden.Het zal je vader zijn, erger nog, jezelf kunnen zijn.Dergelijke situaties spelen nog heden tendage. Geef je ogen goed de kost. Zie je de vertwijfeling achter denkende en afwikkende ogen bij de keuze tussen een appel of een reep chocolade. Zie je de strakke naar binnen gerichte blik in de houding van de eenzame zoekende. Zie je de brede openende lach terug op je glimlach die jij schenkt in hun richting. Een welgemeende “goede morgen” of “kan ik u ergens mee helpen. ” Kijk je, zie je de medemens die leeg en traag en ondervoed vermagerd, niet slechts door ouderdom, maar erger, door de winkel struint op zoek naar iets betaalbaars voor die dag. Word het je dan te kwaad en durf je er iets aan te doen aan de kassa. We zijn Nu in het Nu en hebben en dragen het verleden in ons. Het maakte ons tot wat we zijn nu.Laten we door ervaring wijzer en milder in hemelsnaam voor onze senioren waar ook ter wereld, maar ook voor elk levend wezen dat recht van bestaan heeft de verantwoordelijkheid als vanzelfsprekend op ons nemen door te delen. Immers deden we dat niet voor gezin en familie. Vrienden en kennissen. Nu zien en kiezen we bewust voor helpen en delen. En daarbij beter met het milieu omgaan. Beatrix heeft eindelijk een beroep gedaan op ons aller beter ik. Ter wille van de toekomst van onze kleinkinderen en het heden nu… we gaan gehoor geven en handelen volgens de ingeving en inzichten van ons betere ik.Gezegden feestdagen en 2012. Wij zijn zelf de ommekeer en de verbetering van al dat is. Love to you all And love is all you need. he,, zei /zong John Lenon dat niet LOVE, ellen
Heeft u allen al gestemd op de Geschiedenis Online Prijs 2011? Wat mij betreft mag javapost.nl winnen! Behalve dat ik veel opsteek zet dit blog mij ook aan het denken. Over vroeger. De topic over ‘Een eenzame Indischman’ deed mij denken aan twee andere eenzame mannen die ik als jong ventje heb leren kennen. Uit een periode dat ik nog niets wist, maar wel veel vragen had. Waar ik geen antwoord op kreeg. Veel antwoorden weet ik nog steeds niet.
Een bijna kerstverhaal – December 1962 – Oom J. was soldaat geweest bij het KNIL. Dat was het leger in Indië had mijn moeder verteld. Als 11-jarige weet je niets maar wil je alles wat weten wat geheimzinnig is. Je wordt nog niet geplaagd door vooroordelen maar wel door nieuwsgierigheid. Vooral als er geheimzinnig was gedaan over een verleden wat kennelijk niet besproken mag worden. Oom J. had het zwaar gehad tijdens de oorlog in Indië en was daarom heel stil geworden. Oorlog? Was er in Indië oorlog geweest. Op school had ik alleen maar over de Duitsers gehoord. Mijn vader had het er ook altijd maar over. Mijn moeder kwam uit Indië en die keek altijd de andere kant op als Pa weer aan tafel oorlogsverhalen vertelde over de hongerwinter en over de Joden in vernietigingskampen in Duitsland.
De voorgaande maanden had ik een baantje op de dinsdagmarkt in ons stadje niet ver van Amsterdam. Elke dinsdag ging ik na schooltijd mijnheer Max helpen. Hij verkocht dames & heren ondergoed op de markt. Mijnheer Max had een marktkraam waar de grote lichtbruine kartonnen dozen naast elkaar werden gezet. Links de grotere voorraden dames hemden en onderbroeken. Rechts de mannen hemden en korte en lange onderbroeken. Aan het hoofdeinde van de dozen stak mijnheer Max een kartonnen kaart met de maat. Er werd in de dozen gegraaid. Vrouwen hielden dan een grote roze/bruine directoire omhoog keken, zwegen nadenkend en vroegen dan naar de prijs en maat. Er werd gegraaid en wel of geen zaken gedaan. Het was mijn taak om vanaf 18.00 uur het ondergoed weer netjes op te vouwen. Daarna gingen de grote dozen in een grote Amerikaanse stationcar.
Mijnheer Max was een grote man. Met grijs golvend haar wat hij voortdurend naar achteren streek waardoor het nog meer in de war zat. Als het begon te schemeren vanaf 5 uur ’s middags werd Max steeds stiller en keek dan verdrietig maar onrustig in het rond. Als de klanten weg waren rond zes uur dan hoorde ik hem zacht praten en soms snikgeluiden maken. Max liep dan onrustig achter de marktkraam op en neer. Hij had een groot wat rond en vriendelijk gezicht. Meestal droeg hij een groot lichtbruin leren jack en een lichtblauwe coltrui met een extra grijs vest en een bruine wijd zittende broek. Het vouwen en rechtleggen van het ondergoed was makkelijk, Je moest gewoon doorwerken en de doos dicht doen. Mijnheer Max begon meestal om half zeven zacht te huilen. Ik begreep nooit waarom. Uit het schemer werd er dan vaak vriendelijk en zacht naar Max geroepen. ‘Het is goed Max, het is goed’. Pas vele weken later durfde ik aan de andere kraamhouders te vragen wat er toch telkens aan de hand was met mijnheer Max. ‘Hij is de enige overlevende uit een concentratie kamp’. ‘Zijn hele familie is uitgeroeid’. Thuis gekomen vroeg ik aan mijn vader wat concentratiekampen waren. ‘Dat hoef je nog niet te weten en waarom vraag je dat? Ik verteld hem het verhaal van Mijnheer Max. ‘Je bent nog veel te jong omdat allemaal te weten en ik wil niet meer dat je dat werk bij hem doet’. Ik ben het nog wel aan mijnheer Max gaan vertellen. Die legde zijn hand op mijn schouder en keek me vriendelijk aan met zijn grote grijze ogen. Zo is het leven jongen, mensen komen en gaan. Toch waren wij beiden wat aangeslagen door het gedwongen afscheid.
Oom J. kende ik nog niet zo lang, misschien een jaar. In ons stadje waren de Indo en Molukse families op twee handen te tellen. Je had elkaar ook nodig. Want als je gepest werd vanwege je uiterlijk dan zorgde je dat er ‘wraak’ werd genomen op de ‘blanke’ daders met hulp van de andere Indo of Molukse vriendjes. Via een zusje die in gesprek was geraakt met een Indo meisje was mijn moeder er achter gekomen dat een nicht van Java op tien minuten lopen bij ons vandaan woonde. En tante B. was aldus de dochter van een broer van mijn oma. Op Java had mijn moeder nooit veel contact gehad met tante B. Zij had haar eerste echtgenoot verloren. Die was in een Japans werkkamp aan de Birma spoorweg omgekomen. Nadat de Japanners waren verslagen had zij als weduwe met twee kleine meisjes in een kamp wat bewaakt werd door de KNIL soldaten oom J. ontmoet.
Tante B. en oom J. hadden samen nog vier kinderen. Hij zal toen circa 56 jaar geweest zijn en tante was veel jonger. Bij ons thuis werd bijna nooit Indisch gegeten. Mijn vader hield niet van die luchtjes. Bij tante B. was er altijd wel iets lekkers te eten. De keuken rook heerlijk en er stonden overal pannetjes met altijd een stapel ronde diepe witte borden. ‘Loh heb je al gegeten vroeg tante B. met een tikkeltje dwingend en licht Indisch accent zoals mijn grootmoeder dat ook had. Oom J. zat na het werk meestal in een stoel bij het grote raam. Hij draaide zijn sigaretjes en keek dan weer naar buiten door het grote raam. Het huis was niet groot maar had zo’n enorm begin jaren zestig nieuwbouwhuis raam. Op de vensterbank stonden grote planten en daar zat oom J. altijd rustig achter te roken of te peinzen. Hij was niet lang. Misschien 1.65 maar had dat vierkante van een soldaat. Zijn snor was al grijs aan het worden. En de diepe groeven op zijn gezicht verraadde zijn Indisch trekken maar ook de sporen van ver verdriet. Oom J. sprak weinig en altijd met zachte stem. Na verloop van tijd ontdekte ik dat oom J. boven op de vliering sliep. Een lage donkere ruimte waar een matrasje lag met een groene leger slaapzak. Er lagen wat oude legerspullen en andere dingetjes uit Indië bij het hoofdeinde. Waarom slaapt oom J. op de vliering tante? Ach jongen, hij heeft altijd nachtmerries over de oorlog in Indië toen hij nog soldaat was. Oom J. was als 15jarige bij het KNIL gaan dienen. Zijn vader en grootvader hadden daar ook altijd gediend. Thuis vroeg ik aan mijn moeder wat er gebeurd was tijdens de oorlog in Indië. Dat vertel ik je later wel eens zij Ma. Mijn oma wilde alleen maar los laten dat zij in november 1946 alles was kwijt geraakt. Er was een opstand in Bandoeng en haar huis was in brand gestoken. Ook haar geld wat zij in de grote leren stoelen had verborgen was in vlammen opgegaan.
Oom J. werkte meestal op een grote tuinderij. Hij werkte meestal alleen in een tropische rozenkas. Een grote hoge, van ijzeren ramen gemaakte glazen schuur met verwarming buizen die door de gehele kas liepen. Behalve bedden met rozen groeiden er ook tropisch planten die soms wel 250 centimeter hoog waren. En er hingen donkerblauwe druiven. Die zijn Hollands zei oom J. en glimlachte dan. Het was vochtig warm in de kas misschien wel 35 graden. En oom J. was zichtbaar gelukkig in deze tropische warmte. Toch liet hij merken dat hij liever alleen wilde zijn. Het was zijn Javaanse territorium waar rust en vrede heerste. Oom J. wat is er gebeurd in de oorlog in Indië? Hij keek mij aan met verdrietige ogen waar echter ook hardheid en boosheid zichtbaar werden. ‘Ik moest als soldaat dingen doen waar ik het nog steeds niet mee eens ben’. Meer wilde oom J. niet kwijt. Hij draaide zich dan om en ging de rozen verzorgen. Hij sprak fluisterend tegen hen en hij zei: ik moet nu mijn jongens gaan verzorgen. De prachtige rode Baccarat rozen leken wel de vele kameraden die hij had gekend. Oom J. is niet oud geworden hij had hart problemen gekregen vanwege de nachtmerries. Ongeveer 61 jaar. Waar zou hij nu zijn?
Wat een soorten mensen lopen er rond. En ieder met een eigen verhaal.
Geachte mevrouw Maudy;
Net zoals U herinneringen aan Uw jeugd had, diie zich in Indië afspeelden, dacht ik als Indische jongen, geboren in Nederland, aan de tijd, dat ik nog jong was en mijn moeder haar best deed ook een fijn kerstfeest te maken en dat lukte haar God zij dank.
Fijn al deze verhalen te lezen.
Ik las zonet in de krant,dat Kerst tegenwoordig volledig los is gekoppeld bijna van de oorsprong:de geboorte van Jezus, de Verlosser. Nu is het vooral een sfeerfeest.Dat moet er ook zijn, maar je ziet, dat steeds meer feesten en rituelen leeg worden. Net zoals carnaval, nu een genietfeest.
Dat zie je in Indonesië ook. Rituelen van vroeger zijn tegenwoordig alleen nog maar toeristische zaken. Je ziet gewoon aan de mensen hun gezicht, dat ze er niet meer achter staan.
Ja, zo heben we allemaal onze herinneringen. Hopenlijk vormt Holland voor vele Indische mensen ook een deel van hun goede herinneringen.
Hogachtend:
DP Tick
Een triest verhaal..zoals zovelen..
Ook de niet-Indische ouderen leven vaak in dezelfde situatie.
Wat is er dan gebeurd in hun leven?