De kunst van het becakrijden

Ik moest en zou een keer op een becak rijden. Niet omdat het me zo geweldig leek, maar meer omdat ik gefascineerd was door vraag hoe groot de kans is dat je als jongen, als je wieg in een wereldstad in Zuid-Oost Azië heeft gestaan, je uiteindelijk becakrijder wordt of iets soortgelijks. Het is zoiets als kleine landbouw voor de dorpelingen, of prostitutie voor de meisjes. Laagdrempelig, want het vraagt weinig of geen investeringen, en je hebt er geen opleiding voor nodig. Dat laatste kan  iedereen die in Amsterdam een taxi neemt beamen, – maar dat terzijde.

Riksja in de foto-studio

De cijfers zijn indrukwekkend. Alleen al in Jakarta waren er in de jaren ´80 zo´n 150 duizend becaks op straat, zó veel dat het stadsbestuur het welletjes vond en besloot in te grijpen. Ze zouden voor het moderne verkeer te langzaam gaan en opstoppingen veroorzaken. Een paar jaar later waren 130 duizend van de straat gehaald, de meeste daarvan werden simpelweg in zee gedonderd. De becakrijder – alhoewel nog veel te zien in andere steden op Java – werd in Jakarta een bijzonderheid. De enige mogelijkheid die veel becakrijders nog zagen om te overleven was het bij elkaar schrapen van wat geld om terug te keren als bestuurder van een klein gemotoriseerd vervoersmiddel als de bajaj, de bemo of de ojek. Sindsdien gaat alles er sneller, maar nu ook weer niet zó veel sneller, en stinkt het verschrikkelijk. 

Oorsprong van de becak

Riksja

De oorsprong van de becak (of zoals vroeger: de betjak) ligt misschien wel in Japan. Naar verluidt werd daar rond 1870 voor het eerst gebruik gemaakt van de ´riu-riki-sja´: een karretje voor personenvervoer, voortbewogen door mensenkracht. De Britten noemden het later rickshaw, een naam die wereldwijd bekendheid zou krijgen. De riksja, beschouwd als goedkoop alternatief voor vervoer met paarden, was enkele decennia later in bijna heel Oost-Azië te vinden, zij het dat het gebruik in Nederlands-Indië voornamelijk beperkt bleef tot Noord-Sumatra. Als we nu naar de foto´s uit die tijd kijken, dan valt het moeilijk geen oog te hebben voor de raciale verschillen. Maar misschien zal dat destijds anders zijn ervaren. De scherpte van dat verschil werd enigszins weggenomen toen het rijtuig aan het begin van de vorige eeuw een fietsaandrijving kreeg. In plaats van loper werd de dienaar nu een fietser.

Een keur aan rijtuigen

Bendy

De toename van het verkeer maakte dat het aantal soorten rijtuigen snel toenam. Aanvankelijk was het echter nog vooral de paardentractie die de boventoon voerde.
Buiten de stad werd vooral gebruik gemaakt van de bendy, een licht rijtuigje voor maximaal twee personen. Het was een populair vervoermiddel bij planters die er hun landerijen mee inspecteerden. Voor passagiersvervoer, en dus met een inlandse berijder, had je onder meer de sado, de deleman en de kretek.

Sado

De sado ontleende zijn naam aan de zitting van de berijders. Het rijtuig heette aanvankelijk naar het Frans dos-à-dos: rug aan rug. Het was een klein rijtuig, bijna altijd getrokken door één paard, voor slechts twee passagiers. Deze passagiers hadden vrij uitzicht naar achteren.
De deleman was een ietsje groter, en kon maximaal vier passagiers vervoeren. Het verschil met de sado was vooral dat de passagiers in de deleman dwars op de rijrichting zaten en elkaar aankeken. Net als bij de sado moest worden ingestapt aan de achterkant; als de passagiers waren gezeten werd een klein deurtje gesloten. De kretek was een weer variant op de deleman, met een lage instap en zonder deurtjes.

Deleman

Verder werd veelvuldig gesproken van dogcarts of op zijn maleis: dokar, maar dit begrip is misleidend. In Nederland werd het gebruik van de trekhond aan banden gelegd in 1910, daarna werd het dier nog slecht door enkele beroepsgroepen als trekdier gebruikt. In Nederlands-Indië lijkt de hondenkar nauwelijks te hebben bestaan. Waren de Indische honden misschien te scharminkelig? Hoe het ook zij, de náám dogcart of dokar werd wél veel gebruikt, maar meer als aanduiding voor een paardenrijtuig in het algemeen.

Grobak

Naast het personenrijtuig was de grobak een veel gezien voertuig. De grobak, oftewel ossenkar, was echter bedoeld voor goederenvervoer. Meestal stond een tweespan ossen ervoor, maar soms werd de kar ook getrokken door paarden. Zó scherp waren de grenzen nu ook weer niet. Eigenlijk kon je in Nederlands-Indië van alles tegenkomen: een grobak met paarden ervoor en inlanders er in was misschien wel even gewoon als een deleman vol met padiplanten of alang en met een os ervoor.
Alle hier genoemde rijtuigen hadden twee wielen. Daarnaast werden echter ook vierwielige voertuigen gebruikt, zoals bijvoorbeeld de ebro.

Ongelukken

Zóveel karretjes op de weg moest natuurlijk tot problemen leiden. Het aantal ongevallen met rijtuigen was legio. In 1905 meldde de Sumatra Post:

´Een betjak, waarin een Chinees zat, verder beladen met groenten, vruchten enz., kwam gisteren op de passer in botsing met een stilstaande sado. Het sadopaard schrok en maakte een wending, met gevolg dat de betjak met alles wat er in was omkantelde. Hoewel de bestuurder van de sado geen schuld had aan het ongeval, legde hij de zweep op het paard en verdween in een zijstraat. De politie-oppasser die inmiddels toegeschoten was, kon slechts toezien hoe omstanders het voertuigje op zijn wielen hielpen en de Chinees uit zijn minder aangename positie verlosten.´

Of deze, uit 1911:

Een deleman, na een ongeluk

´Vrijdagmiddag tegen half drie speelde zich op den grote weg bij Batoe een tragisch voorval af. In een kretek, komende van Lebaksari en op weg naarMalang, zaten mevrouw Brenkman met dochter en baboe, de laatste naast de koetsier. Plotseling tuimelde de dochter uit de kar, in haar val evenwel een kussen meevoerende, waaraan ze haar leven te danken had. Onmiddellijk daarna volgde mevrouw het voorbeeld van haar dochter, sloeg achterover met haar hoofd tegen de grond en was op slag dood, vermoedelijk tengevolge van een schedelbreuk. Naar verluidt liepen de paarden naar de zin van mevrouw wat te hard, waarop ze zenuwachtig werd en een ongeluk vrezende haar dochter toeriep: „O God, mijn kind, spring er uit!”´

Het aantal ongelukken nam een dusdanige omvang aan, vooral ook door de toename van het autoverkeer, dat in de jaren ´30 besloten werd de voertuigen aan een strenge controle te onderwerpen en de berijders een soort rijbewijs te laten afnemen. Vooral dat laatste was voor heel wat koetsiers een regelrechte ramp. Na decennialang hun vrachtjes door drukke binnensteden te hebben geloodsd, moesten zij nu opeens verkeersborden gaan begrijpen!

De na-oorlogse betjak

Ergens in die drukke jaren ´30 verschenen ook de eerste betjaks in het straatbeeld van Nederlands-Indië. Merkwaardigerwijze niet, zoals inmiddels in China en India gebruikelijk was geworden, met de passagiers áchter -, maar met de passagiers vóór de berijder. Het verschil tussen de riksja en betjak was geboren.
De volgende decennia hadden wat het vervoer betreft een egaliserende werking. In oorlogstijd is bijna iedereen arm en gaat dus lopen. En paarden worden opgegeten, simpel as that.

De ´moderne´becak

Toen het weer een beetje beter ging met het land, en we schrijven nu inmiddels jaren ´50, had de auto het gewonnen van de paarden. De sado´s, delemans, kreteks en wat dies meer zij verdwenen langzaam uit het straatbeeld. De betjak bleef echter bestaan als goedkope variant van de paardenkarretjes en zou zelfs nog een glorietijd tegemoet gaan. Tot het moment dat de Jakartaanse bestuurders ingrepen omdat ze te langzaam zouden rijden.

Terima kasi, Mister

Dit alles, en natuurlijk nog veel meer, had ik overpeinsd toen ik in Ambon-stad door een jonge becakrijder werd gewenkt.
´Waar gaat u naar toe, mister? Zal ik u brengen?´
Ik twijfelde even, maar zag opeens mijn kans en antwoordde:
´Ja, graag. Alleen ík wil rijden.´
Hij begreep het niet, of wilde het niet begrijpen. Mijn drie woorden maleis waren onvoldoende om het uit te leggen.
Met zachte hand haalde ik hem echter van zijn zadel af en zette hem neer op het bankje. Ik wees op mezelf en zei: ´ik rijd´.
Zóveel onzin had hem overbluft, en hij liet het zich verder gedwee overkomen.
Heel even ging het nog bijna fout toen ik de handrem niet van zijn plaats kreeg.
Mijn jonge hulp wees me hoe het moest en daar gingen we…
God, wat was dat moeilijk! Terwijl ik nog nadacht over welk rondje ik zou rijden – het einddoel was niet anders dan het fietsen – vloog ik al bijna uit de bocht. Zo´n becak komt door zijn gewicht nogal langzaam op gang, maar als de vaart erin zit is hij bijna niet te stoppen. En het sturen is al helemaal een kunst!
De verwonderde blikken van voorbijgangers trotserend, probeerde ik het ding in evenwicht te houden. En zowaar, het ging. Gelukkig was er weinig verkeer op straat.
De jongen voelde zich er echter niet gemakkelijk bij, en begon met zijn armen te zwaaien om me te laten weten dat het lang genoeg had geduurd.
´Okee, okee, don´t worry´, liet ik hem weten terwijl ik het kleine rondje beëindigde.
´Eigenlijk moet jij mij nu betalen´, grapte ik nog, maar besefte meteen dat dat soort humor misplaatst was, en met een handvol rupiahs beëindigde ik het avontuur.
´Terima kasi, mister!´ riep ik hem nog toe, terwijl ik verder liep.
Beiden lachten we, en beiden hadden we een verhaal.

x

x

Dit bericht werd geplaatst in 1. Het vooroorlogse Nederlands-Indië en getagged met , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

15 reacties op De kunst van het becakrijden

  1. Ami Emanuel zegt:

    Een paar kleine aantekeningen/aanvullingen op dit zeer gewaardeerd artikel.

    Het was in de 70-er jaren dat de toenmalige gouverneur van Jakarta, Ali Sadijkin, de invloed van de becak in het verkeer van deze metropool een plaag vond worden en het werkterrein van de becakrijders beperkte tot enkele door hem aangewezen stadswijken.
    Deze wijken werden gescheiden door doorgaande wegen met veel verkeer van auto’s, vrachtwagens, etc. Deze doorgaande wegen mochten ook niet door becaks als oversteekplaats worden gebruikt.
    Voor de bevolking van Jakarta zette ‘Pak Ali’ toen een lokale busorganisatie op met een centraal busstation op Lapangan Banteng (v.m. Waterlooplein). Op voornoemde doorgaande wegen kon men van de becak overstappen op een verder rijdende bus.

    Bo0d de sado plaats aan 3 passagiers: 1 naast de koetsier en 2 er achter, de deleman en kretek hadden plaats voor 4.
    De indeling van deze laatste twee voertuigen was 1 naast de koetsier en 3 plaatsen achter: 1 aan linkerzijde met gezicht in rijrichting en de benen in de ruimte er voor, 2 aan de rechterzijde met gezicht haaks op de rijrichting en de benen in de middenruimte.
    Bij de kretek was de mogelijkheid om de brede lage instap als deur te gebruiken door dit naar boven op te klappen en vast te zetten als de beenruimte gevuld was met
    veelal losse artikelen als bijvoorbeeld o.a. vruchten.

    Uit ervaring mag ik stellen dat ook in de oorlogstijd 1942-’45 delemans, sado’s en kreteks een door de lokale bevolking veel gebruikt middel van transport was.

    Deze middelen van vervoer zijn langzamerhand in de laatste decennia uit het beeld van de grote stad aan het verdwijnen. Men vindt ze nog in kleinere plaatsjes op het platte land waarbij de oorspronkelijke houten wielen en spaken veelal vervangen zijn door metalen velgen met luchtbanden.
    Wel nog getrokken door paarden.

  2. Ami Emanuel zegt:

    Sorry voor mijn schrijffout: Ali Sadikin i.p.v. Sadikijn.

  3. Jan A. Somers zegt:

    Ik heb me laten vertellen dat er riksja-trekkers waren die hun milt lieten verwijderen om langer te kunnen lopen zonder pijn te krijgen. Fabeltje???

  4. Eppeson Marawasin zegt:

    Lezen, de ogen sluiten; beelden, geluiden en het is weer één en al genieten. Heerlijk zo’n onderdompeling. Het bracht ook weer een herinnering aan wijlen mijn vader terug. Hij kon namelijk zo smakelijk lachen om het liedje “Tukang Becak” van de Indo-band Jim and Eve Selection. Het ceedeetje ben ik kwijt gespeeld, maar er is nog een verstaanbare (live)-versie op You Tube.
    Met het oog op dit artikel, zeg ik op mijn beurt aan de schrijver: “Terima kasi Mister!”

  5. Wilma zegt:

    Volgens mij kun je zonder milt; mijn vriendin heeft de ziekte van Hodgin gehad[en overleefd] maar haar milt werd verwijderd.
    Natuurlijk een heel ander verhaal.
    Heel erg bedankt voor deze mooie berichten!!!!!!zxo waardevol
    Terima kashi banjak

  6. Wilma zegt:

    Eppeson M, ik ga op zoek voor de cd voor u, moet lukken, hoop u hiermee een plezier te doen.
    vriendelijke groet Wilma

    • Eppeson Marawasin zegt:

      Dag Wilma,

      Ik weet niet waaraan ik uw vriendelijkheid verdiend heb, maar ik waardeer uw sympathiek gebaar ten zeerste.

      Met dankbare groet,

      Eppeson

      • Wilma zegt:

        nog even geduld Eppeson, ik ga mijn best doen.
        Geen dank hoor.
        groetjes van Wilma en voor allen een mooi weekend.

  7. Graag wil ik u complimeteren met deze site, die ik via een link op de site van wijlen dhr
    Lionel Sluyter vond vandaag. Voor mij was dit onbekend tot vanmiddag.
    Waardevolle en hele mooie verhalen.

    Marina

  8. Wilma zegt:

    Beste Eppeson,
    tot nu toe heeft mijn zoektocht geen resultaat opgeleverd mbt de cd.
    Maar ik zoek door, bovendien is eind mei de TTF en daar zal ik kijken voor u
    groetjes van Wilma

    • Eppeson Marawasin zegt:

      Dag Wilma,

      Ik heb gisteren uw goed beschermde zending met de CD van de Jim & Eve Selection in goede staat mogen ontvangen. Hierdoor heb ik weer een tastbare en luisterrijke herinnering aan mijn vader terug. Zo zie je maar, waar het lezen van de Java Post al niet toe kan leiden.

      TERIMA KASi !!!

  9. Wilma zegt:

    Met alle plezier voor u gedaan
    met vriendelijke groet
    Wilma

  10. Vera Hager zegt:

    Ben al sinds 1958 uit Indie, maar ik kan mij de betjaks, en de sado’s nog heel goed voorstellen.
    Heb ongelukken met beiden gehad: betjak omgevallen; sado het paard op hol, en niet alleen 1 keer, maar verschillende keren. Je had de hoge sado’s en de lage werden “kretek” genoemd.
    Nou, als het paard op hol slaagt als je in een sado zit, dan ben je wel de peaneut. En de betjaks(?!). Heb daar ook een paar ongelukken mee gehad. Maar alles kwam weer goed terecht.

Plaats een reactie