`Till we meet again´

Directeur G.A.J. Koert

Directeur G.A.J. Koert

Van het project Foto zoekt familie vertellen niet alleen de albums die kunnen worden teruggegeven een verhaal. Ook albums die – bij gebrek aan erfgenamen –  in de kluizen van het Tropenmuseum zullen blijven liggen, verdienen aandacht. Als voorbeeld moge dienen album 1159, het afscheidsgeschenk van de directeur van een kweekschool in Bandoeng.

Gerardus Albertus Johannes Koert werd op 27 november 1876 in Leiden geboren als zoon van Adam Koert (oud 32 jaren, wachtmeester) en Teuntje Ruis (huisvrouw). Op 14 mei 1902 huwde hij met Helena Gerarda Johanna van Ramshorst. Volgens de huwelijksakte was hij op dat moment onderwijzer en had zijn dienstplicht achter de rug. Helena, een jaar jonger dan haar man, was zonder beroep. Als getuigen traden op twee oudere broers van Koert, een vriend en een broer van Helena.

Koert blijft in het onderwijs. In 1907, aldus een bericht in de pers, haalde hij nog zijn akte lichamelijke opvoeding. Weer een jaar later, in 1908, scheept Koert zich in voor een reis naar Indië. Opmerkelijk is het dat zijn echtgenote nergens meer wordt vermeld. Ofwel het paar is gescheiden, ofwel, en dat lijkt aannemelijker, Helena is inmiddels (in het kraambed?) overleden. Van kinderen geen spoor. Mogelijk is Koert naar Indië vertrokken om te vergeten en een nieuwe start te maken.   

Zijn eerste aanstelling kreeg hij bij de Europeesche lagere school in Sabang. Een jaar later verhuist hij naar Banjoemas, Midden-Java. Na mogelijk nog enkele andere tussenstops werd hij in 1921 benoemd tot directeur van de hogere kweekschool voor Inlandse onderwijzers in Poerworedjo.

Het Inlandsch onderwijs

Wat weten we van het onderwijs voor de lokale (niet-blanke) bevolking? De Indische Courant van 4 september 1926 meldt hierover:

“Het onderwijsinstituut van de laagste orde is de dessa- of volksschool; ze bestaat uit drie klassen, waarvan de twee eerste om de beurt onderricht ontvangen en de derde klas gedurende den vollen leertijd. Het leerplan omvat slechts de drie hoofdvakken: lezen, schrijven en rekenen tot duizend. De leerkrachten genieten een bezoldiging van f 17.50 tot f 40.— per maand. De graad van hun ontwikkeling kan men zo enigszins daarnaar bepalen. De oprichting van het schoolgebouw en het jaarlijks onderhoud komen ten laste van een of meer dessa’s; ook de inventaris wordt door de bevolking betaald. De leerkrachten echter worden door het gouvernement bezoldigd. Het aantal dessascholen op Java mag men veilig op ongeveer twaalfduizend stellen, welk aantal jaarlijks toeneemt. Op elke 4 of 5 dezer schooltjes is een vervolgschool met twee klassen, waar het dessakind wat meer kan leren.

Op hoger niveau staat het onderwijs op de Inlandse scholen der zgn. tweede klas. Het leerplan van een 2de klas Inlandse school is dat van het gewone lager onderwijs; de leerkrachten hebben een alleszins behoorlijke opleiding gehad op de Normaalschool en genieten dan ook een veel beter inkomen. Een volledige Inlandse school der tweede klas heeft vijf leerjaren, enkele hebben er zes. De dessa- en de tweede klasse-scholen zijn de inrichtingen van volksonderwijs, dat uitsluitend in de landstaal wordt gegeven. De leerlingen bezoeken die gratis of tegen betaling van schoolgeld, dat varieert van 5 cent tot anderhalven gulden per maand. Het schooltoezicht wordt uitgeoefend door Inlandse hoofdopzieners en opzieners, onder leiding van Europese inspecteurs.

Hoofdgebouw H.K.S. Bandoeng

Hoofdgebouw H.K.S. Bandoeng

Naast deze Inlandse scholen heeft men die, waar zogenaamd Westers onderwijs gegeven wordt, en wel de meer algemeen bekende Hollands-lnlandse scholen; de voertaal is het Nederlands. Aan het hoofd staat een Europese leerkracht; het overige personeel bestaat uit Inlandse onderwijzers, die afkomstig zijn van de Hogere (Inlandsche) Kweekschool. Om het onderwijs in het Hollands op een hoger peil te brengen, schijnt men het voornemen te koesteren aan alle H.l.S- en een tweede Europese leerkracht te plaatsen, hetgeen op enige dezer scholen reeds is gebeurd. De afkomelingen van een HIS kunnen op een Mulo-school worden toegelaten, wat hun de gelegenheid biedt later middelbaar en zelfs hoger onderwijs te genieten.”

Met andere woorden: de directie van een H.I.S. kon zowel zuiver blank zijn als Indo-Europees, de leraren waren vrijwel altijd Inlands.
De Beknopte Encyclopaedie van Nederlandsch Oost-Indië (1921) zegt het over de opleiding van deze onderwijzers:

“De enige in Indië bestaande gelegenheid tot opleiding van Europese onderwijzers zijn de normaalcursus te Batavia en de normaalscholen te Batavia, Semarang en Soerabaja. In 1915 is een proef genomen met de opleiding van Indische jongelieden behorende tot de Europeanen en met hen gelijkgestelden, aan de Rijks- en bijzondere kweekscholen in Nederland. Voor opleiding van Inlands personeel heeft men de Hogere Kweekschool te Poerworedjo, en de kweekscholen voor Inlandse onderwijzers te Bandoeng, Djokjakarta, Probolinggo, oengaran, Fort de Kock, Amboina en Makassar, Normaalcursussen en Normaalscholen op een aantal plaatsen, een kweekschool en twee normaalscholen voor de opleiding van Inlandse onderwijzeressen, en voor Chinees personeel een Hollands-Chinese Kweekschool te Poerworedjo.”

Hieruit mogen we dus concluderen dat het Indo-Europese schoolpersoneel werd opgeleid in Nederland, en het Inlands personeel in Indië, vooral aan de Hogere Kweekscholen. Dit alles volgens de indeling ten tijde van de samenstelling van dit foto-album, eind jaren ´20.

Het afscheid van de H.K.S.

Keren we terug nu naar de eigenaar van het album, de blanke Nederlander Gerard Koert. In 1921 huwt hij voor de tweede keer, nu met Gezina Das, een onderwijzeres, even oud als hijzelf. Een jaar later geniet het paar Europees verlof. Na terugkeer in Indië wordt Koert benoemd als directeur aan de Hogere Kweekschool (H.K.S.) voor inlandse onderwijzers in Bandoeng.

Tot zijn pensionering, op 49-jarige leeftijd, bleef hij in betrekking bij deze H.K.S.. Het Nieuws van den Dag voor Nederlands-Indie van 11 november 1925 spreekt van “een ontslag, op verzoek, wegens volbrachte diensttijd, uit ´s Lands dienst, met ingang van 4 februari 1926.”

Het foto-album dat voor ons ligt, markeert deze bijzondere datum. Het werd Koert geschonken door de Inlandse leerlingen van de H.K.S., als blijk van waardering en ter afscheid. De foto´s zijn zeer bijzonder. Ze tonen ons onder meer de schoolpopulatie met alle leerlingen (ca. 60) en het docentenkorps, sportwedstrijden (de HKS Bandoeng was heel goed in atletiek) en excursies. En dat alles met gecalligrafeerde onderschriften. Bijzonder ook de foto´s van het echtpaar Koert en een foto van studenten met onderschrift “Aanzien doet gedenken.” Eén van de tekstbordjes is door de belichting niet te lezen; het ander luidt: “Till we meet again.”

Het echtpaar Koert (midden) en leerlingen H.K.S. Bandoeng

Het echtpaar Koert (midden) en leerlingen H.K.S. Bandoeng

Orkest H.K.S. Bandoeng

Orkest H.K.S. Bandoeng

De directeur van de H.K.S. te Bandoeng G.A.J. Koert en zijn echtgenote G.Koert-Das

De directeur van de H.K.S. te Bandoeng G.A.J. Koert en zijn echtgenote G.Koert-Das

"Till we meet again"

“Till we meet again”

Koert vertrekt definitief. Mevrouw Koert-Das, op dat moment werkzaam aan de Christelijke Europese lagere school in Bandoeng, zegt haar werk eveneens op. Het paar reist terug naar Nederland.

Voor zover bekend zijn ze niet teruggekeerd naar Indië. Koert overleed op 5 juni 1950 in Den Haag, zijn echtgenote in 1959 in haar geboorteplaats Baarn. Uit naspeuringen is niet gebleken dat dit echtpaar kinderen heeft gehad. Bedacht moet worden dat mevrouw Koert-Das ten tijde van haar huwelijk al 43 jaar oud was.
Bijzonder is wel, dat het paar in 1926 niet alleen afscheid heeft genomen van Indië, maar evenmin het album heeft meegenomen. Ongeveer twintig jaar later is het album hun nagereisd naar Nederland, maar belandde daar in het depot van het museum. Naar alle waarschijnlijkheid heeft het daar ook zijn laatste bestemming gevonden.

x
Nawoord: Het album is – mede dank zij dit artikel – uiteindelijk tóch terechtgekomen bij een familielid. Een nicht van het gezin, mevrouw Tonny Winkler-Koert, besprak het album en haar eigen jeugd in het radioprogramma OVT: http://www.vpro.nl/lees/gids/dagtips/2014/6/zondag.html

Dit bericht werd geplaatst in 1. Het vooroorlogse Nederlands-Indië en getagged met , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

30 reacties op `Till we meet again´

  1. Ik vind het zo lief van jou dat je aandacht hebt besteed aan deze mensen Bert.
    De foto’s zijn erg mooi vind ik en jammer dat er geen familie is waar dit album naar toe kon.

  2. Harry de Wild zegt:

    Ongelofelijk, er ligt een deel van de geschiedenis van de Nederlanders in Indie in het depot van het museum.

    • Ed Vos zegt:

      Los van het verhaal over Gerardus Albertus Johannes Koert kan ik bij oppervlakkige beschouwing slechts opmaken dat de Nederlandes zeer selectief waren in het geven van onderwijs aan de inheemse bevolking. Die zouden wellicht ongewild toegang krijgen tot bronnen over de Nederlandse (Vaderlandse) geschiedenis.

      Op de desa scholen werd slechts zeer elementair onderwijs onderwijs (lezen, schrijven en rekenen tot duizend.) gegeven aan mensen die vaak analfabeet waren..
      Geen wonder dus dat het Nederlands, in tegensteling tot in de Franse, Spaanse, Portugeze en Britse kolonieen, niet de algemene voertaal werd onder de inheemse bevolking van zo’n 70/80 miljoen, en de inheemsen hun eigen taal (bahasa Daerah) in ere hielden.
      .
      Van de andere kant, kan ik het ook begrijpen waarom men, komende uit een gegoede Hollands-Indisch gezin , vaak niet de behoefte had om Maleis (de voertaal in het hoger onderwijs was Nederlands) te leren, behalve dan in het willekeurig achterelkaar rijgen van her en der opgevangen of in het Nederlands inlassen van “indische woordjes” (Javaans, Maleis).

      Een en ander resulterend in een gevoel van gebrek/gemis bij oprechte indo’s wie het ook niet toegestaan was om Maleis te spreken.
      Maar het is nog steeds niet te laat om de taal van uw inlandse (Indonesische) voorouders/familieleden — “till we meet again” — te leren en op de beheersing daarvan (hoe minimaal ook) trots te zijn.

      • Surya Atmadja zegt:

        Er is toch een groot verschil tussen Maleis en Bahasa Melayu.
        Het is ook logisch dat goed gestudeerde Nederlanders( Totok en Indo) het Maleis niet “kennen”of gebruiken .Dat hebben ze niet geleerd of hoogstens op straat opgepikt.
        Daarom werd het thuis ook verboden .
        De toekomstige Indologen cq toekomstige Europese BB-ers hadden de Bahasa Melayu in hun lespakket.
        Ook kregen toekomstige leraren van de H.I.K of H.K.S bahasa Melayu in hun les pakket.
        Zie de rol van de Hollandse Van Ophuijsen die de spelling van Ophuysen samen met hulp 2 West Sumatraanse leraren hadden samengesteld.
        http://en.wikipedia.org/wiki/Van_Ophuijsen_Spelling_System

        De 2de klasse school is bekend onder de naam Ongko Loro school.
        De sekolah desa , plus schakelschool (?) werd ook sekolah djongkok genoemd.

        In het verhaal mis ik de H.I.K Gunung Sahari Batavia.
        2 dochters van Rd Kandoeroean S.Atmadja waren op school geweest bij de HIK Gunung Sahari , voordat ze H.I.S leraressen werden.
        Is het dezelfde school als de H.K.S ( ?)
        Later werd het de U.P.I met de lokasi bij Villa Isola .
        http://www.upi.edu/en/

      • buitenzorg zegt:

        Ik denk dat de H.I.K. Gunung Sahari (Hollandsch Inlandsche Kweekschool) in het artikel mogelijk wordt aangeduid als “Normaalschool”.

        De schakelschool heb ik uit het stukje gelaten, omdat het een weinig voorkomende vorm van onderwijs was: aanvullend onderwijs voor de leerlingen die na de 2e klasse school mogelijk meer in hun mars hadden.

      • Jan A. Somers zegt:

        “Geen wonder dus dat het Nederlands, in tegensteling tot in de Franse, Spaanse, Portugeze en Britse kolonieen, niet de algemene voertaal werd onder de inheemse bevolking van zo’n 70/80 miljoen”. Waarom zou je alle mensen, die verder nooit met Nederlanders in aanraking zouden komen het leven moeilijk maken met nog een vreemde taal? Binnen het indirect bestuur hadden ze alleen contacten met hun eigen hoofden. Boeken, ook van de wereldliteratuur, werden via de Balai Poestaka (Kantoor voor Volkslectuur) in meerdere talen vertaald. De Nederlandse bestuursambtenaren spraken behalve Maleis ook nog andere inheemse talen. Opwaardering van het 2e klas onderwijs is wel overwogen, o.a. door Van Heutsz in 1907, maar daar kon binnen de begroting geen geld voor worden gevonden.
        “Die zouden wellicht ongewild toegang krijgen tot bronnen over de Nederlandse (Vaderlandse) geschiedenis.” Een mythe? Vanaf het onderwijs van een graadje hoger werd wel Nederlands gegeven. Ook aardrijkskunde waarin men zag dat Nederland eigenlijk niets voorstelde. Ook geschiedenis met de 80-jarige oorlog als Nederlandse merdeka!

      • Ed Vos zegt:

        @Pak Jan,
        “Die zouden wellicht ongewild toegang krijgen tot bronnen over de Nederlandse (Vaderlandse) geschiedenis.” Een mythe?
        ——————–

        Misschien wel, misschien niet. (wij beiden komen toch uit een land van verhalenvertellers, waar feit en fictie doorelkaar lopen, en waar fictie vaak als enorme waarheden en worden gepresenteerd :-). (Ach ja, als we maar lol hebben)

        Volgens een confrater op dit forum – die van it’s my home it’s my country —
        blijkbaar niet 😉
        zie hier een uitspraak:
        ” Bijna 60-70 jr geleden waren hoogstens nog niet eens 4-5% van de “Inlanders”die een scholing konden permitteren.”.
        Zelf vind ik dat ook minnetjes.

        Overigens, heb ik een dringende behoefte om naar die Surabaya-show te gaan en wat actuelere foto’s van u te maken. 😉 🙂

  3. Ed Vos zegt:

    Ik vind het verhaal achter deze foto zo interessant met name de inrichting van het onderwijs in Indie.

  4. P. Vermaes zegt:

    Smile the while you kissed me sad adieu…….till we meet again!
    Een evergreen uit de jaren twintig, te beluisteren op YouTube: http://youtu.be/CNNgSAbzJKA

  5. Surya Atmadja zegt:

    .
    ” Het leerplan van een 2de klas Inlandse school is dat van het gewone lager onderwijs; de leerkrachten hebben een alleszins behoorlijke opleiding gehad op de Normaalschool “.
    ———————————————————————————————————————
    Als ik dat lees , is er toch een verschil(?) tussen leraren van de 2de klasse school en de leraren van de 1ste klasse school(H.I.S) .
    Mijn moeder (Made in indonesia 1915) had eerst MULO B gedaan voordat ze naar de H.I.K Gunung Sahari ging .
    In 1936 gaf ze les bij een Gouvernement H.I.S in West Java.

  6. Surya Atmadja zegt:

    Jan A. Somers zegt:
    19 april 2013 om 5:13 pm
    Waarom zou je alle mensen, die verder nooit met Nederlanders in aanraking zouden komen het leven moeilijk maken met nog een vreemde taal?
    —————————————————————————————————————

    Het leren beheersen van een vreemde taal (hoeft niet per se Nederlands te zijn) is de mensen een kans te geven hun horizon te verruimen.
    Het direct of indirect verbieden, belemmeren etc is n.m.m een koloniale trek om de gekoloniseerden dom te houden .

    • P. Vermaes zegt:

      @Surya Atmadja: Ik dacht dat alle etnische groeperingen in Nederlands Indië hun eigen onderwijs mochten organiseren. Onder de Chinese groep gingen de slimste kinderen van het gezin naar Chinese scholen. De Indonesiërs hadden ook hun eigen scholen en pesantrens. Er waren in Indië meer rijke en steenrijke Indonesiërs dan rijke Nederlanders (Indo’s waren meest paupers) en die Indonesiërs stuurden hun kinderen naar universiteiten in Egypte en soms naar Nederland. Er zaten altijd meer Indonesische studenten in Egypte dan in Indië geboren Nederlandse studenten in Nederland. Indonesische studenten kozen voor cultuur Nederlandse voor techniek (12 % van de TH-Delftstudenten kwam uit Indië).

      • Surya Atmadja zegt:

        In het begin (vlak na de invoering van ethische politiek) kunnen kinderen van rijke Inlanders ( Haji etc) en Vreemde Oosterlingen (Chinese en Arabische handelaren) niet automatisch naar een Hollandse school.
        De oprichting van de HCS was geboren uit de “angst” van de Nederlanders dat Keizerrijk China te veel macht kreeg op hun onderdanen .
        DE “Arabieren”gingen ook naar de Holl.Arabische School, niet zo populair.
        De H.I.S is in principe toegankelijk voor de zgn “elite” van de Inlanders .
        Ik had een artikel gelezen dat Rd Roro xxxx die later de 2de firstlady van Indonesia ooit in een H.I.S was , omdat haar vader toen een Assistent Wedana was .De HIS werd als sekolah “elit” genoemd.
        Toen mijn tante. de oudste zus van mijn moeder naar de Van Deventer school wilde, moet ze ondanks haar ” geschiktheid” ( Nederlands taalkennis-vader en grootvader leraar bij HIS /HIK) eerst met een aanbevelingsbrief komen van een iemand Regent(?) .
        Van mijn vaderszijde hadden ze gelukt omdat mijn opa een Inlandse BB-er was.
        Ze hebben als basis allemaal ELS plus voorgezet onderwijs.
        Het in dienst zijn bij de Inlandse BB is een extra om in een Nederlandse school (HIS-ELS en verder) toegelaten te worden.
        Uiteraard met voldoende kennis van Ned. taal (geen onvoldoende) en het kunnen betalen (extra drempel).

  7. P. Vermaes zegt:

    @Buitenzorg [Het aantal dessascholen op Java mag men veilig op ongeveer twaalfduizend stellen, welk aantal jaarlijks toeneemt.] Als men dit aantal zet tegen het totaal aan bestuursambtenaren van Hindia Belanda (ergens las ik dat het totaal nooit hoger was dan 10.000 met een keer), dan had het departement van onderwijs niet stil gezeten.

    • buitenzorg zegt:

      Ze hadden niet stilgezeten, nee. Maar aan de andere kant: het financieringsmodel (de dessa betaalde) maakte ook dat dit soort onderwijs eigenlijk nauwelijks kosten met zich meebracht voor de overheid.

      De hier toegevoegde citaten waren slechts bedoeld om het artikel over het foto-album een beetje inhoud te geven. Natuurlijk heeft het onderwijs recht op wat meer onderbouwde artikelen. Hoop daar ooit aan toe te komen.

      • Jan A. Somers zegt:

        Ook in Nederland wordt een deel van het onderwijs bekostigd door de gemeente, niet door de rijksoverheid. Een enkel voorbeeld voor het middelbaar onderwijs: naast de gemeentelijke HBS en de bijzondere HBS was er ook de R(ijks)HBS, waar ik op heb gezeten. Het lager onderwijs was ook verdeeld in Algemeen, en bijzonder. Dit is overigens een beetje kort door de bocht hoor, de werkelijkheid (schoolstrijd) was veel ingewikkelder!

    • Surya Atmadja zegt:

      Interessant om 2 boeken te lezen.
      1.Weg tot het Westen van Kees Groeneboer uitgave KITLV ( ik dacht ook op het net te lezen).

      2.Het Nederlandsch in Nederlands Indie van Dr Nieuwenhuis .
      Uit beide boeken en ervaringen verteld uit mijn naaste omgeving kan ik alleen maar concluderen dat de Nederlanders de Inlanders dom hadden gehouden.

      • Jan A. Somers zegt:

        Hoe hebben die domme Inlanders eigenlijk het bestuur over kunnen nemen van die hooggeleerde Nederlanders?

  8. Ed Vos zegt:

    Jan A. Somers zegt:

    20 april 2013 om 11:32 am
    Hoe hebben die domme Inlanders eigenlijk het bestuur over kunnen nemen van die hooggeleerde Nederlanders?
    ———————

    Volgens mij hadden ze sedert de tijd van Sriwijaja en Majapahit daarin al ervaring mee..
    Daarnaast: Onderzoek alles en behoud het goede (van de Nederlanders)

    • Jan A. Somers zegt:

      “sedert de tijd van Sriwijaja en Majapahit daarin al ervaring mee.” Ik dacht dat ze in die tijd ook niet zo vriendelijk met elkaar omgingen. Zou Suharto die erfenis hebben verzilverd? Ook voor Indonesië (net als voor Indië) geldt dat die goeie ouwe tijd niet altijd even goed was.

      • Surya Atmadja zegt:

        Dat denk ik niet.
        Juist door de oude Javaanse Majapahit gedachte (Sumpah Palapa van MahaPatih Gajah Mada) werd Nusantara min of meer “verenigd”.
        Zelfs tot een deel van Nieuw Guinea .
        De jonge nationalisten (1928) hadden die Javaanse gedachte verbeterd , door Sumpah Pemuda.
        De Groot Javaanse gedachte werd verruild door Groot Indonesia gedachte , Indonesia Raya.

  9. bo keller zegt:

    Volgens mij, hadden de leerlingen in Indië al een leeftijd achterstand voor een hogere school
    buiten de Archipel.
    In Ned. Indië waren 7 klassen ,in Nederland waren er maar 6 voor de lagere scholen. Zou dat
    komen doordat de kepala batok wat harder van structuur door ’t blootstaan ad. ”koperen ploert”.
    siBo

  10. Surya Atmadja zegt:

    Jan A. Somers zegt:
    20 april 2013 om 11:32 am

    Hoe hebben die domme Inlanders eigenlijk het bestuur over kunnen nemen van die hooggeleerde Nederlanders?
    —————————————————————————————-
    Er zijn 2 mogelijkheden.
    1.Ze weren beschaafd gemaakt door de blanke toeans
    Zie Daar werd wat groots verricht Van Mr Van Helsdingen( Ja wel , de ex voorzitter van de Volksraad ) .Denk aan de “ethische politiek “.
    Ook zo’n fopspeen, werd alleen gesteund door een kleine grp “progressieve” Nederlanders .
    2.Ze zijn al verder dan de ingedutte toeans die nog denken dat ze “superieur” waren.
    Weet niet of de zgn uitspraak van een G.G ,” dat ze daar iets meer dan 300 jaren de baas kunnen spelen en het nog 300 jaren zal lukken ”
    Als je de asal-usul van de eerste lichting nationalisten leiders goed bekijkt, waren ze kinderen van Inlandse hoofden en grootten , met vaak goede Nederlandse opleiding en vorming.
    Mijn stelling , ze zijn gewoon beter dan de toeans , want toen had je nog geen “positieve discriminatie” zoals we in Nederland jaren 80-90 kennen.
    Voor andere Indo’s die niet in Nld wonen, kinderen van migranten( vaak gekleurd) kregen baantjes aangeboden door de Nld regering , ondanks dat ze mss niet aan bepaalde eisen voldoen.

    • Ed Vos zegt:

      @Surya Atmadja zegt:
      20 april 2013 om 2:03 pm

      Welke positie/standpunt nam de Indo-Europese groep in deze Volksraad door de jaren heen? Associatie-gedachte? Cooperatie-gedachte met de Nederlanders?
      Immers die blijft in uw betoog buiten beeld. De linkse radicaal EF Douwes-Dekker met zijn Indische partij was inmiddels van het politieke schouwtoneel verdwenen, en wat er overbleef waren me dunkt IEV aanhangers die zoveel mogeljk probeerden de rijkdom die de Nederlanders vergaarden naar zich toe te trekken.

  11. Surya Atmadja zegt:

    Ed Vos zegt:
    20 april 2013 om 11:38 am
    Volgens mij hadden ze sedert de tijd van Sriwijaja en Majapahit daarin al ervaring mee..
    Daarnaast: Onderzoek alles en behoud het goede (van de Nederlanders).
    ————————————————————————————————————————
    Dat is niet eerlijk (wink).
    Ik ga hier ook niet inwrijven dat toen de voorouders van de Nederlanders nog een zwervende bestaan hielden, waren op West Java al(kleine) koninkrijken, de Sundanese Hindu koninkrijken.
    Zie de Dewamarwan dynastie omstreeks 1ste of 2de eeuw N.C.

    Volgens nieuwe opgravingen hadden de Sundanezen al een “beschaving”die ouder (kan) zijn dan de Egyptische. 4delen.
    http://www.youtube.com/watch?v=rScbqjKQJ7Y eerste deel

    Of het zo is ?

  12. Rob Cassuto zegt:

    Ik vermeld nog de OSVIA’s, opleidingsscholen voor Inlandse ambtenaren, o.a. in Magelang, Probolinggo en de MOSVIA, Middelbare Opleiding voor Inlandse Ambtenaren te Bandung, waarvan mijn grootvader Ies Cassuto directeeur was tot 1934.

  13. weli Meinindartato zegt:

    Saya sangat tertarik dengan tulisan-tulisan ini. Namun, sayangnya saya tidak berbahasa belanda. Ini sejarah tentang indonesia zaman dulu yang perlu juga dibaca oleh orang seperti saya yang tidak bisa menggunakan bahasa belanda. Adakah orang yang mau membantu kami memahaminya?
    Terima kasih.
    Sampai kita bertemu lagi

Plaats een reactie