Lali Djiwo: Vergeet Uw Ziel

Het moet een van de meest romantische oorden van Nederlands-Indië zijn geweest, een plek die symbool stond voor mystiek en afkeer van Europees materialisme. Tjalie Robinson schreef ooit: “Cultuur is voor mij niet drie muren vol met standaardwerken, maar de berghut Lalidjiwo”. Wat was er zo bijzonder aan Lalidjiwo?

Door Bert Immerzeel

Het pad naar Lalidjiwo

In Oost-Java, ten zuidwesten van Soerabaja, ligt een bergrug die wordt gedomineerd door de vulkanen Welirang en Ardjoeno. We weten niet precies wanneer, maar het moet zo rond 1870 zijn geweest dat enkele stedelingen uit Soerabaja voor het eerst aandacht kregen voor deze streek. Zoals de bewoners van Batavia in verband met de warmte hun toevlucht zochten tot het hoger gelegen Buitenzorg, zo zochten de Soerabajanen de berglucht in de dorpjes Prigen en Tretes. Eén van de eerste Europeanen die hier een landhuis lieten bouwen was de Schot Duncan de Clonie MacLennan. Gefortuneerd door de handel – hij werkte bij het handelshuis Fraser Eaton – kocht hij hier uitgestrekte landerijen en liet deze beplanten met verschillende gewassen. Aanvankelijk woonde MacLennan hier slechts tijdens de warmste maanden van het jaar, later, toen hij zijn werkzaamheden had beëindigd, permanent, samen met zijn vrouw Anna Kovacic, een Oostenrijkse danseres.

MacLennan was niet alleen een goed handelsman, hij was ook een verwoed jager. Om dichter bij zijn jachtgebied te kunnen overnachten, liet hij hoog boven Tretes, op de flanken van de Ardjoeno, op 2500 meter hoogte een pondok (jachthut) bouwen die ook door anderen kon worden gebruikt. Geïnspireerd door de natuurlijke omgeving gaf hij het de naam Lali Djiwo: “vergeet uw ziel”.   
Al spoedig zou het oord bekendheid krijgen omdat steeds meer Soerabajanen zich in Prigen en Tretes vestigden. Niet alleen werd het bezocht door deze nieuwe inwoners, maar er kwamen ook dagjesmensen uit Soerabaja op af. En allen roemden de prachtige omgeving.
In 1903 meldde een reisgids van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij:

“We gaan te paard naar Lalidjiwa, een klein landhuis op ongeveer vier uur gaans, en van daaruit te voet (drie uur klimmen) naar de krater. De afdaling neemt natuurlijk minder tijd in beslag, zodat we nog voor zonsondergang terug kunnen zijn in het hotel In Prigen. Meer genoegen van de reis kan echter worden verkregen, als we er meer tijd voor uittrekken. In dat geval gaan we eerst naar Lalidjiwa en blijven daar overnachten tot drie uur ´s morgens, om verder naar boven te klimmen bij het licht van de maan of van fakkels om op de top de zonsondergang te kunnen zien. Na een paar uur rust keren we dan weer terug naar Lalidjiwa, en, indien noodzakelijk, in de middag naar Prigen.”

Toerisme

Waren Prigen en Tretes aanvankelijk lastig te bereiken, vanaf het begin van de 20e eeuw kwam hierin verandering. Steeds meer Soerabajanen konden een auto aanschaffen en zo in een uurtje op hun weekendverblijf arriveren. Een nieuwe weg, eind jaren ´20, zou de bereikbaarheid van de plaatsjes nog vergroten. De Indische Courant schreef in 1928: “Steeds meer Indische families, die hun carriere achter de rug hadden en in Holland kind nog kraai hadden, gingen er rentenieren. Voor weduwen met wat geld of een klein pensioentje werd Prigen een lievelingsoord. In het laatste tiental jaren zijn de dorpen `ontdekt´: particulieren bouwen er hun villaatjes, waarin zij de weekenden doorbrengen. Langs de hoofdweg is thans bijna geen stukje grond meer te krijgen en zelfs op vele heuveltjes in de omtrek worden kleine paleisjes in moderne stijl opgetrokken.” Het leefklimaat was er zó aangenaam en de omgeving zó geschikt voor uitstapjes, dat al snel sprake was van een lokale toeristische industrie: hotels, bungalowverhuur, paardenverhuur en gidsen. De dagbladen spraken van `verrukkelijke´ bergoorden en pleitten voor nog betere ontsluiting van het gebied.

Lalidjiwo

Ook Lalidjiwo werd steeds drukker bezocht. De eigenaar van de pondok was reeds lang overleden, zijn weduwe en erfgename was echter tot haar dood in 1929 in Prigen blijven wonen. Korte tijd later verschenen nog een oproep in de Oostenrijkse pers om de erfgenamen te achterhalen. Het ging om vele miljoenen, zo werd gezegd. Waarschijnlijk was sprake van overdrijving. Hoe het ook zij, van de uitslag in de media geen spoor. De pondok was mogelijk al bij het leven van mevrouw De Clonie MacLennan-Kovacic verkocht aan de overheid, want sinds lang woonde hier een boswachter die tevens optrad als herbergier.
Wilde men in de pondok overnachten, dan moest men wél van te voren even bellen.
Een praktische handleiding gaf de Indische Courant:

“Van Tretes kan men gemakkelijk Lalidjiwo bereiken, waar de sleutel tot de toppen van de Welirang en de Ardjoeno wordt gevonden.
De kosten zijn voor hen, die geen paard nemen, gering. Een draagkoelie, die een gewicht tot 25 kg. kan meevoeren, is voldoende voor de nodzakelijk barang: de dekens, water en enkele kleinigheden. Meer dan veertig cent behoeft hem niet te worden betaald, wanneer hij zijn hapje rijst meekrijgt. Gecombineerd logies op Lalidjiwo zal niet meer van de beurs vorderen dan fl 1,-.
Men neme als uitrusting mede een warme verschoning, droge gespijkerde stevige schoenen, zorge voor veldflesschen met slappe thee of leidingwater, verder aan te vullen met gekookt water. Wil men zelf koken, wat nuttig en genoeglijk is, dan worden een goede snelkoker en pannen meegevoerd, benevens rijst, cornedbeef, wat uien enz.”

Verval

Bezoekers van Lalidjiwo

Lalidjiwo werd ook steeds bekender omdat velen van de bezoekers hun fototoestel meenamen en de hut fotografeerden. De populariteit had echter ook zijn negatieve kanten. Toen er plannen uitlekten om een autoweg aan te leggen naar de pondok, in 1932, reageerde een lezer van De Indische Courant zeer verbolgen:

“Ieder, die dit werkelijk verrukkelijke plekje kent, en de indrukken van de natuur kan ondergaan, zal het met me eens zijn, dat Lalidjiwo geen Lalidjiwo meer is, zoodra men er per auto kan komen. De naam van dit plekje, het heerlijkste, dat ik op m’n bergtochten nog gezien heb, zegt niets aan hen, die het niet kennen. Wie er wèl geweest is, als natuurliefhebber, weet wat deze naam zegt, en dat er geen betere naam mogelijk is. Zou dit plekje nog `Vergeten Ziel´ kunnen heeten, als de zwaar-stille atmosfeer, juist het karakteristieke ervan, verdreven werd door autogetoeter? `Het eenzaam bergoord zal dan uit zijn isolement zijn verlost´ schrijft uw correspondent. Neen, de eenige waarde van dat bergoord, zijn isolement, zal verdwenen zijn, en daarmee ook alles, wat dat plekje zoo aantrekkelijk maakt.”

De weg is er niet gekomen, gelukkig. Of pondok Lalidjiwo nog bestaat valt te betwijfelen. In 1960 schreef Hein Buitenweg in de Moesson: “ Ik vraag mij af of de hut met de dichterlijke naam er nóg staat, omgeven door ijlstammige tjemara´s waardoor ik éénmaal de nachtwind hoorde suizen en of de rozen in de voortuin er nog even verrukkelijk geuren als toen”. Prachtige taal, maar het artikel doet vermoeden dat Buitenweg er nooit is geweest. Het is voor een groot gedeelte gebaseerd op beschrijvingen van anderen. Enkele jaren later noemde ook Tjalie Robinson de pondok, als symbool voor Aziatische levenswijsheid. Ook híj is er stellig niet geweest.

Wie er wél is geweest, de laatste jaren, laat zich moeilijk raden. Op Google Earth vinden we legio foto´s van de watervallen in Tretes, van de top van de Welirang en de Ardjoena, en zelfs van een dichtbijgelegen huttenkampje van plaatselijke zwavelwinners, maar niet van Lalidjiwo. Dit kan twee dingen betekenen: ofwel het gebouwtje heeft geen enkele openbare functie meer en is nog in gebruik door de overheid, ofwel het bestaat niet meer.
De foto´s tonen wél dat er nog steeds sprake is van toeristische interesse. In Tretes zijn meerdere hotels gebouwd, en er wordt veel gewandeld in de omgeving. We mogen dan ook slechts hopen, dat dit artikel voor de lezers van de Java Post aanleiding zal zijn af te reizen naar Tretes, en daar dan, met of zonder `draagkoelie´, de tocht te ondernemen naar Lalidjiwo. We wachten in spanning op hun verslag.

x

Nawoord
In 2020 ontvingen we een bericht van de Indonesische lezer Irfan Rabbaniy van Kocil Adventures. Hij vertelde in 2017 met enkele vrienden naar de Ardjoeno te zijn gelopen. Op de plaats waar Lali Djiwo had gestaan maakten ze een foto (zie hieronder). Van de pondok was geen spoor meer te ondekken…

Lalidjiwo

Indonesische jongeren op de plaats waar de pondok eens heeft gestaan. (2017) Irfan Rabbaniy geheel rechts.

Lalidjiwo

De directeur van de HBS in Soerabaja (te paard) met zijn echtgenote (in draagstoel) op Lalidjiwo

Op weg naar Lalidjiwo

Groep bezoekers Lalidjiwo

Onderweg naar de top van de Ardjoeno

Lalidjiwo

Lali Djiwo

Lalidjiwo

Dit bericht werd geplaatst in 1. Het vooroorlogse Nederlands-Indië en getagged met , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

27 reacties op Lali Djiwo: Vergeet Uw Ziel

  1. Gijs Beynen zegt:

    Zoeken op het Internet resulteert in ettelijke treffers voor “Pondok Lalijiwo” en “Guning Arjuna-Lalijiwa Reserve.”

    • buitenzorg zegt:

      Dank voor de update. Deze sites verwijzen echter alle naar het Lalidjiwo Plateau, en niet naar de pondok van dit artikel.
      De site: http://www.indonesiatraveling.com/java/java-nature/east-java-nature/1641-arjuno-lalijiwo-nature-reserve.html maakt weliswaar melding van een pondok, maar even verderop in de tekst wordt duidelijk dat dit niet Lali Djiwo is maar het nabijgelegen kampje van zwavelwinners. Het heeft de naam Pondok Welirang, en ligt op 2400 meter hoogte (Op een andere site wordt 1500 meter genoemd). LaliDjiwo lag/ligt op 2524 meter hoogte.
      Deze ´pondok´ bestaat uit hutjes van de zwavelwinners die deze plaats (ook wel genaamd Pos Kokopan) gebruiken als tussenstop voor het vervoer van de brokken zwavel gewonnen op de top van de Welirang. De toeristen kamperen hier doorgaans in hun eigen tentjes.
      Op Google Earth vinden we wel enkele foto´s van Pondok Welirang, echter niet van Lali Djiwo.
      Tenslotte: Pondok Welirang kan worden bereikt met terreinwagens.

      • Jan A. Somers zegt:

        Vanuit ons huis in Poedjon kon je bij helder weer nog net de gele (=zwavel) top van de Welirang zien. Pujon ligt aan de andere kant van het bergmassief dan Tretes/Prigèn. De Ardjoeno zelf ziet er vanuit Poedjon/Malang heel anders uit dan vanuit Tretes, meer een echte, afzonderlijke vulkaan. Regelmatig kwamen venters brokken zwavel verkopen. Ik weet niet meer waar dat voor werd gebruikt. Misschien gemengd met kalk gips maken? Volgens zeggen was die zwavel ook ‘bloedzuiverend’, in de drinkbak van de hond.

  2. Aennelies Douqué zegt:

    Inderdaad was TRETES een heerlijk oord voor weekenden. Mijn vader die in Soerabaja werkte mocht daar in een huisje van de zaak logeren.
    ALs kind van 10 jaar heb daar ook geweldige mooie souvenirs en paard rijden was er ook een bezigheid.
    We liepen dikwijls naar de warme bronnen van de vulkanen om daar zelfs even een warm bad te nemen.
    Ik heb meerderen foto’s maar weet niet hoe ik die hier kan laten zien.

    Aennelies Douqué

  3. j.w.hoegen. zegt:

    ik heb wel foto’s van sawiran en klakah.
    j.w.hoegen.

  4. H.A. Naberman zegt:

    Helaas…ik was in 1956 een paar keer enkel in Tretes. Maar al dat andere moois ken ik niet!
    Mooie foto’s!

  5. I.Stoltenborgh-Indorf. zegt:

    In 1938-39 woonde ik in Soerabaja. Was toen c.a. 9 jaar oud. Nu, dik een halve eeuw later, herinner ik mij: Met mijn ouders ging ik op vakantie meestal naar Lawang. Onderweg moesten we met de auto een stijle helling nemen. Steeds naar een versnelling terugschakelend pufte de aauto omhoog. Bij te warm gelopen motors bracht water uit de langslopende slokan uitkomst. Handelsbekwame katjongkjes leverden blikken koelwater. – Bovenaan de helling was een T-kruising. Rechtsaf ging je naar Tretes en linksaf verder naar Lawang. Net op deze T-kruising woonde een oude dame, “Tante Mientje Luycke Rosskott” Mijn vader was aan haar “geparenteerd”. Het grote huis keek uit op die helling. Achter dit gróót huis lag een zwembad. Dat hoorde niet bij het huis maar wij mochten er zwemmen.
    Dit huis heette Lali Djiwo!!! In 1988 op voetsporen reis door Indonesie stond op deze plek een schoen fabriek.
    Ik heb nog nooit iemand gevonden die dit huis kende. Is er iemand onder u die het kent?

    • Jan A. Somers zegt:

      Die blikken koelwater trokken weer een stukje van mijn geheugen open. Ja, dat hoorde bij ons leven, niet belangrijk, maar toch…..Je hoeft nu die helling niet meer te nemen. Volgens mij moest je bij Pandaan of Sukorejo rechtsaf naar Tretes, maar dat weet ik nu niet zeker meer. Het wegenplan is nu anders dan ‘toen’.

    • buitenzorg zegt:

      Volgens het adresboek van Nederlands-Indië woonden slechts enkele Luycke Roskotts op Java: in Bandoeng (een bekende ingenieur die tijdens de oorlog en bersiap een bijzondere rol heeft gespeeld en later uiteindelijk leraar werd in Apeldoorn) en in Soerabaja (een arts genaamd E.R.A. Luyke Roskott, gehuwd met mw. H. van Marle). Mogelijk dat de “H” hier staat voor Hermina (tante Mientje)?
      Roskotts zonder “Luyke” waren er meerdere in Indië.

  6. Francis de Clonie Mac Lennan zegt:

    Prachtig om dit verhaal te lezen, de foto,s welke bij ons in de gang hangen op internet te zien.
    Ben alleen bang dat het verhaal niet helemaal klopt, het echtpaar de Clonie Mac Lennan zijn naar mijn weten niet kinderloos gebleven 🙂
    In 2002 zijn we, mijn vrouw, zoon (Ardjoeno) en ik bijna bij Lali Djiwo geweest, de klim was voor onze zoon van net 1 jaar te veel. We hopen ooit nog eens daar te komen.

    • buitenzorg zegt:

      Beste Francis,
      Het Nieuws van den Dag voor Nederands-Indië meldde op 29 maart 1929 dat het echtpaar “waarschijnlijk” kinderloos was gebleven.
      Goed te horen dat er nog nazaten zijn. Leuk dat jullie zoon Ardjoeno heet!
      Mogen we weten wat de familieband precies is?
      Wel jammer dat jullie er nét niet zijn gekomen. Weten we nog steeds niet of de pondok nog bestaat…
      Tenslotte: hebben jullie nog materiaal wat een aanvulling zou kunnen zijn op het artikel?

  7. In Oktober 2010 heb ik voor het eerst na vertrek uit Surabaya in 1954, Tretes weer bezocht. Via de hoofdweg van Surabaya richting Waru kom je op de driesprong waar vroeger melkerij Kasri stond. Je ging dan rechtsaf naar boven. Het is allemaal heel erg veranderd, vroeger was er slechts èèn weg, maar nu is er halverwege een tweesprong waarvan de linker weg welke een bocht naar links maakt voor het verkeer naar boven is bestemd, en de rechter weg welke in Tretes zelf begint aan de andere zijde van het dorp, voor het verkeer naar beneden. Tretes is zelf helemaal veranderd, o.a. het welbekende Budda beeld in de bocht is verdwenen, het zwembad Van Vlooten is niet meer zichtbaar van buitenaf.. Half over het zwembad is een reusachtig gebouw met pilaren verrezen met een soort loopbrug over het zwembad. Het zwembadje bij de waterval Kake Bodo is verdwenen. Overal zijn grote gebouwen en er is een groot parkeerplein en ook een straatpasar. De vacantie bungalowtjes van vroeger zijn vervangen door nieuwbouw huizen, niets is meer herkenbaar. De “koelwater-katjongs” met zwaaiende emmers zij er nog steeds bij de kruizing naar Tretes.

  8. eva spook zegt:

    Via mijn moeder deze site gezien. In de late jaren 80 hebben mijn ouders uitgebreid gespit in de stamboom van de Clonie MacLennan. Is jammer dat er nergens vermeld is dat Duncan een x-aantal keer getrouwd is geweest en diverse nazaten heeft. Mijn oma haar meisjesnaam was :”De Clonie MacLennan” haar opa was een zoon van Duncan.

    • buitenzorg zegt:

      Beste Eva,
      De familiegeschiedenis van de Clonie MacLennans is niet het centrale onderwerp van dit artikel. Wél de berghut. Dit neemt niet weg dat ik voor het schrijven via het internet op zoek ben gegaan naar nazaten van Clonie MacLennan, in de hoop dat de familie meer informatie zou hebben of misschien nog andere foto´s (o.a. van de eigenaar van de hut). De enige nazaat die ik vond heeft me niet kunnen of willen helpen.

  9. Wim Bluemers Ruurlo zegt:

    Ik begrijp nu waarom men ons het land heeft uitgeknikkerd. Beschamend deze foto’s, mevrouw in de draagstoel en mijnheer met zijn dikke gat op een klein paardje. Beschamend! Maar oh wat een prachtig land……..

    • Ed Vos zegt:

      Hr. Wim Bluemers Ruurlo. De Indonesiers wilden ons niet het land uitknikkeren (niet allemaal), zo voelde het niet aan. De koelie wilde zelf tuan worden.

      De pemuda waren bezig met een afrekening met alles wat fout was geweest in hun ogen, dus ook desahoofden, politieagenten en ambtenaren die met de Japanse bezetter hadden samengewerkt. In feite waren er onder de slachtoffers maar een klein gedeelte Indo’s/Nederlanders, veel meer Indonesiers. Dat is nu het verneukeratieve als bepaalde groepen personen de geschiedenis van Indonesie gaan vertellen, ze laten altijd de Indonesiers uit het verhaal, behalve als die djongos, baboe, sopir of kokki waren.
      Als je naar hen luistert is het net of zij de geschiedenis van Nederlant vertellen met alleen maar Brabanders er in. Dat kan toch niet.

    • Jan A. Somers zegt:

      Vergeet de datum van die draagstoel niet! Dat is ver verleden tijd. Wie uit de huidige Indische gemeenschap heeft zich ooit laten verplaatsen in zo’n draagstoel? En daarom eruit geknikkerd? Geen verleden tijd is, dat in Nederland, nu, sommige mensen zich in dikke auto’s laten rondrijden door een chauffeur. Dat is toch hetzelfde, maar wel vandaag de dag! Zij worden er niet uitgeknikkerd.

      • Surya Atmadja zegt:

        “Wie uit de huidige Indische gemeenschap heeft zich ooit laten verplaatsen in zo’n draagstoel?
        ===========================================
        Niet veel denk ik .
        In die tijd heb je nog weinig off the road wegen, geen moderne vervoermiddel zoals speciale motorfietsen.
        Men kan alleen zelf lopen ( in passende kleding), laten vervoeren door een paard te gebruiken of met een draagstoel.

        Zelfs mensen die gaan jagen gaan ook lopen combineren met draagstoel( tandu) , dat vertelde mijn vader over zijn oudste broer , een “Inlandse” djaksa .

      • Ed Vos zegt:

        Zelfs tot Zwarte Sinterklaas (1957) woonden daar Nederlanders alsof er niets gebeurd was en hun oude leventje van voor de oorlog weer oppakten. Inmiddels waren de personen die in dat land geen toekomst zagen ge-emigreerd. De (arbeids)verhoudingen lagen immers anders.
        De grote baas Soekarno voelde zich in zijn plannetjes door de Nederlandse politiek gedwarsboomd, en als door een wesp gestoken reageerde hij aldus totdat hij zijn zin uiteindelijk kreeg. De Nederlanders waren weer welkom, maar inmiddels vetrouwden men de oude baas zijn geestelijke gesteldheid (met zijn escapades met vrouwen en het communisme) al lang niet meer

      • Ed Vos zegt:

        Ter aanvulling van het hierboven door mij gestelde een link naar Zwarte Sinterklaas
        http://www.geschiedenis24.nl/andere-tijden/afleveringen/2007-2008/Zwarte-Sinterklaas.html

        Wat de haat jegens de Nederlanders betrof, dat viel wel mee: liever wantrouwen. De WNI ‘ers werden sowieso gewantrouwd.
        De Indonesiers twijfelden nogal eens aan hun loyaliteit jegens de Republiek:
        zij werden als een vijfde-colonne beschouwd, een “bevolkingsgroep” via welke Nederland invloed zou kunnen uitoefenen op de situatie aldaar.

    • Ælle zegt:

      U begrijpt helemaal niets. Er worden nog steeds van die dwergponys gebruikt in de bergen. In Borneo werd een orangutan gebruikt als prostituee. Informeer hierover bij Michelle Desilets en Lone Dröscher Nielsen. Op 28 juli vorig jaar schreef Amy Blyth het volgende: As we journeyed through Java, Bali, Lombok and the Gili Islands, we couldn’t help but notice all the starving, neglected cats and dogs roaming the streets along with the weary horses made to relentlessly pull tourists along in carts or carry them up mountains. In Jakarta we were also heartbroken to see a monkey chained up and forced to perform tricks while a child begged passersby for money. Beschamend deze foto’s?

  10. Anki Tan zegt:

    wat was het geweldig om dit artikel over de pondok Lalie djiwo (dat is wat er op het huisje staat, met een ‘e’ dus). Ik vond een foto van mijn vader zonder verdere toelichting en nu weet ik toch iets meer erover. Ik heb een link naar het artikel gemaakt. Kijk maar eens op de site over mijn vader: Tan Kian Hong.

  11. antjemuller zegt:

    Excuses voor de vergissing (ik ben er helaas nog nooit geweest) maar mijn vader is niet in Batavia of Soerabaja geboren, maar in Semarang (1920) [zie mijn eerdere reactie].

  12. Irfan zegt:

    Holla, that’s really good article. Sorry, I can’t speak in dutch, so I comment in English. How poor I am that found this article recently, after about 8 years since this article published. I’m Irfan, from Mojokerto City, East Java, Indonesia. 4 years ago, in 2016, I went to there, in Arjuno-Welirang Mountain, I camped in Lali Djiwo, but that time, me and 4 my friends call it with “Lembah Kidang”. Before we went down, we captured photo, and you know what? The Angle of our photo is almost same with the one of photo’s angle in your article. But unfortunately, “Lali Djiwo” hut was gone. If you want to see, I can share it to you. Just talk to me on email. Thank you 🙂

  13. Paul Batenburg zegt:

    is dit hotel in 1947 het militaire rusthuis OASE geweest? Mijn vader zaliger noemt het in een brief aan zijn ouders. Hij geniet daar (19-11-1947) van een vakantie. Bestaan er nog foto’s van in de periode dat de KNIL militairen het hotel bezocht hebben?

Plaats een reactie