Wij vergeten liever

Op 23 augustus 1955 verscheen in het Algemeen Handelsblad het volgende artikel, onder de titel ‘Wij vergeten liever, maar er liggen er zo veel daar.’

Glenn Martin

‘Toen tien jaar geleden, op 24 Augustus 1945, die drie Glenn Martin-bommenwerpers over Semarang vlogen en boven de daar liggende kampen pamfletten uitgooiden waarop wij lazen dat Japan al tien dagen geleden had gecapituleerd, werd voor ons een tijdperk afgesloten. Het was een stuk van het leven dat gedoemd was in vergetelheid te raken, omdat er aan terugdenken betekende, teruggetrokken worden in de sfeer van geestelijke en lichamelijke ontbinding die toen ons handelen beheerste. Onze primitieve pogingen om het leven te houden en de honger te stillen, het vuil en de stank, de ziekten en de doden, we willen het alles liever vergeten. Ook de blijdschap bij de terugkeer in het vaderland is door de tijd gesleten. Een enkele keer, als wij in gezelschap van anderen, die destijds ons lot deelden, over die dagen praten, leeft die felle ontroering nog eens op. Wie zal ooit kunnen duidelijk maken wat er omging in de thuisvaarders die, zoals wij, aan de railing stonden van de voor het eerst na de oorlog weer naar Rotterdam opstomende Nieuw Amsterdam? Het is geen kleinigheid een paar duizend mannen, vrouwen en kinderen in tranen te zien. En dit alles is zo hopeloos vervaagd.

Toch is er één herinnering, die vaak weer bij mij terugkomt. Zo gaat het met de meesten: de veelheid van herinneringen is verbleekt, een enkel facet is zichtbaar gebleven en duikt weer op, als wij met opzet of bij toeval terugdenken aan ‘die tijd’. Het is het laatste voorval vóór de komst van de vliegtuigen, die het einde van de onzekerheid en de angst voor ons lot brachten.

Ik zat op de vervallen veranda voor blok één van kamp Bangkong, Semarang. Het oude klooster dat vroeger bewoond werd door vjjftig religieuzes en waar toen ruim zestienhonderd mannen (meest oudere) en jongens van boven de tien jaar waren ondergebracht.

Mijn buurman, de kleine Indische jongen met witblond haar, die zijn slaapplaats van 45 centimeter breed naast de mijne had in de kamer waar er dertig sliepen, zat naast me in de schaduw. Vóór ons zinderde de hitte op de binnenplaats en ook in de schaduw liep de transpiratie langs onze ontblote bovenlichamen. Ik was bezig mijn tropenzweer te verbinden met een vele malen gewassen gerafeld stuk katoen en hij hielp me door de vliegen weg te jagen die liever riskeerden door het verband te worden ingesloten dan vrijwillig afscheid te nemen van de grote blauwpaarse zweer.

We hadden het, geloof ik, over het nut van sawah-modder als geneesmiddel tegen tropenzweren. Voor ik er te zwak voor was geworden, had ik ook vaak in de groep van enkele honderden corveeërs gezeten, die dagelijks naar de velden gingen waar de Jap ze liet werken, soms tot ze er bij neervielen. De genezende werking van de tot een keiharde korst opdrogende modder was een geliefd onderwerp van discussie bij de tropenzweer-lijders.

We zullen het verder ook gehad hebben over de sensationele hoeveelheden voedsel die enkele dagen geleden plotseling het kamp binnen begonnen te komen. Hele varkens waren er bij en wagens vol echte groenten en vruchten. Zaken waarvan wij ons de smaak niet meer herinnerden. Ik weet nog wel dat ik de vorige dag een stuk vlees zo groot als een kindervuist in mijn soep had gevonden. “Ik heb gisteren twee scheppen suiker mèt kop gekregen zèg van de oude Schmidts. Hij ruilde het voor gedroogd djagoenghaar dat ik van het patjolveld heb meegenomen. Hij kon niets meer eten zèg en rookte alleen nog maar. Die rommel, hij rolt ze in blaadjes papier uit de zakbijbel die hij van Pa van der Steur heeft gekregen. Het smaakt beter dan de gedroogde ketellabladeren waar die ouwe Kroon zich mee doodgerookt heeft”, vertelde m’n buurman, die zo Indisch sprak dat je alleen door z’n blonde haardos wist dat hij een Hollandse jongen was.

“Schmidts hebben ze vanmorgen óók naar het lijkenkamertje gebracht”, herinnerde ik hem. Het was gewoon een feit zonder meer. Er gingen er immers vier à vijf per dag de laatste tijd? Oude mannen telden niet mee. Die vervuilden in de oude mannenkwartieren waar je de lucht kon snijden en waar de meesten van de overgeblevenen te zwak waren om van hun slaapplaatsen te komen en buiten de donkere slaapruimte wat ‘frisse’ lucht te happen.

Alleen als er weer een jongen die je gekend had, die naast je op het patjolveld had gestaan, in zo’n van bamboe gevlochten doodkist uit het kamp moest worden gedragen ging er nog iets méér in je om.

Als het doodgraverscorvee ten einde was eisten andere belangrijke kwesties je op. Dan werd de vraag óf en wanneer je in de rij zou gaan staan voor de mandikamer – er waren er nog maar drie intact in het kamp en er stond meestal geen druk op de waterleiding -, weer belangrijk. Dan piekerde ik ernstig over de kwestie hoe ik in de keukendienst kon komen.

Maar de gedachte aan Schmidts liet me toch dit keer niet direct los. Bij Schmidts lag voor mij het geval even anders. Ik kende hem nog uit het vrouwenkamp Karang Panas, voor de Jappen ons in een apart kamp stopten. Hij had toen ook al last gehad van een zware aanval van dysenterie. Ik had hem eens geholpen door zijn enige broek voor hem te wassen. Hij zat, toen ik die terugbracht als een zielig hoopje mens op de lange brits in de slaapzaal: één van die britsen die we later wegbraken omdat het beter slapen was op de grond, waar de wandluizen minder gelegenheid hadden om zich te vermenigvuldigen. Toen had hij mij verteld over zijn vrouw en zijn twee zoons. Zijn vrouw was dood. Zijn twee zoons wisten met hun familie naar Australië te komen. Schmidts had maar één wens, en dat was om nog éénmaal, samen met zijn kinderen en kleinkinderen, in Holland te zijn. “Al is het maar even, om te weten, dat alles wat achter me ligt, werkelijk is gebeurd”, had hij gezegd. Sindsdien was er, als ik hem sprak, zoiets als een vriendschapsband geweest. Schmidts was een eenzame oude man. “Misschien is het maar het beste zo”, moet ik verder tegen de jongen naast mij hebben gezegd. Je had in die tijd weinig woorden meer over voor een rouwbeklag. Zelfs niet als je toevallig weer eens wat nauwer betrokken was bij een sterfgeval.

Die middag nog kwamen de vliegtuigen over. De nachtmerrie was, zo leek het toen, voorbij.

Acht maanden later stonden we op de Nieuw Amsterdam naar de oevers van de Nieuwe Waterweg te kijken. Het was er dan toch eindelijk van gekomen. De acht maanden achter ons waren verward en voor velen vaak nog een extra-beproeving geweest. Goed, ik heb bij die thuiskomst staan grienen. Ik heb ook naar het Hollandse landschap gekeken en als een gek gewuifd. De weiden vol jong groen, de frisse voorjaarslucht, de molens, de huizen, de mensen, de witte wolken in de helderblauwe lucht, het was de openbaring van een wonder, het in vervulling gaan van een in drie jaar kampleven bijna weggesleten droom. Waren het tranen van vreugde of ook van een onbestemde smart? Ik weet het niet. Ik heb misschien gedacht aan de woorden, die werden gesproken, toen direct na de komst van de drie vliegtuigen boven kamp Bangkong een herdenkingsdienst werd georganiseerd op de galerij voor blok één. In die dienst werden de circa vierhonderd mensen herdacht, die in een bamboe-kist de kamppoort waren doorgegaan in de laatste vijftien maanden toen Kamp Bangkong alleen werd bewoond door mannen en jongens. Het waren eenvoudige woorden en ik heb ze onthouden omdat ik erbij moest denken aan de ouwe Schmidts: “Dat zij in vrede mogen rusten in de aarde van dit land Heer, want wij nemen hen mee in ons hart naar het Vaderland dat zij niet meer mochten bereiken.”

Er liggen er zoveel daar, onder acht voet zongeblakerde of door tropische regens doordrenkte aarde. Mannen vrouwen en kinderen. De oude Schmidts is maar één van hen. Maar hem alleen (en in hem allen) heb ik herdacht, toen ik mij realiseerde dat 24 Augustus 1945 voor óns de dag was waarop wij het leven weer (nog schuw in het begin) betraden. Zo zal het, neem ik aan, ook met de anderen gaan. Herdenken is geen kwestie van kransen en grote woorden, bloemrijke post-mortems. Vooral niet waar het hun betreft die zonder bloemen, zonder tranen en zonder vaderland werden begraven. Tien jaar geleden…’

 

 

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

31 reacties op Wij vergeten liever

  1. Z. Kountul zegt:

    Gelukkig merdeka voor de Indonesiër. Hebben er lang gebied op gewacht!!!!

  2. P van Geldere zegt:

    De periode dat mijn moeder blokhoofd is geweest en toen klappen op haar hoofd kreeg van de Jap.. omdat zij verantwoordelijk was voor dat blok zal ik nooit vergeten ,ik stond er bij.Een Jap. blijft voor mij een Jap.
    Ook toen ik alleen in Ambarawa was als jongen van 10.

  3. Franklin Moquette zegt:

    Onzin!
    In 1945 vlogen er geen Glenn Martin bommenwerpers meer.
    De laatste werden tijdens de slag om Java in 1942 vernietigd.
    Bedoeld zijn waarschijnlijk de B-25 Mitchell bommenwerpers van de ML-KNIL die vanuit Australië opereerden.

    • Peter zegt:

      @ Franklin Moquette: heel bijzonder dat u dat allemaal weet. Wellicht heb ik u verkeerd begrepen in uw reactie. Is dit een typisch staaltje mansplaining waarmee u – naar mijn mening – volledig uit de bocht vliegt?
      Misschien komt het omdat ik mij aangedaan voel door dit persoonlijke verhaal en het in het geheel niet van belang vind wat er nu wel of niet overvloog.

      • Franklin Moquette zegt:

        Sorry, maar ik ben een luchtvaartenthousiast en interesseer me voor de historie van de Militaire Luchtvaart van het KNIL.
        Dan schop je mij met zo’n onjuist intro behoorlijk tegen de schenen, zeker als er dan ook nog een foto van een Glenn Martin bommenwerper als enige illustratie bij geplaatst wordt.
        Waarschijnlijk bent u door mijn ‘nerd’ reactie net zo tegen de schenen geschopt. Of misschien nog wel erger… Nogmaals sorry daarvoor!
        Verhalen van kampoverlevenden en bersiap-overlevenden raken mij ook bijzonder. Dus ook ik ben door de rest van dit persoonlijke verhaal aangedaan.
        Jammer alleen van die fout in de inleiding.

      • Peter zegt:

        Fijn dat u er op terug bent gekomen, laten we het beiden achter ons laten.

    • Albert zegt:

      Als kleine jongen van zes in Bandoeng in 1945 zag ik inderdaad een B25 gewaagd rondvliegen. Het was spectaculair.

    • A. Olive zegt:

      Eigenlijk is de naam Glen Martin een naam van de aviation company in Nebraska USA. Ik geloof dat ze de B24, 26 en 29 maakten
      Wij kennen het verhaal van de B29 Elona Gay wel.
      De B25 was gemaakt door North American Aviation en is het enige Amerikaanse vliegtuig dat naar een persoon is genoemd.
      Ik werkte aan de OV-1 A&B Mohawk gedurende mijn tijd in de Army.
      De OV-1 B was een top secret recon plane en ik was nog geen Amerikaanse burger maar vanwege gebrek aan personeel gedurende de Vietnam oorlog werd het toegelaten.
      Gedurende die tijd in Fort Campbell zag ik verschillende Nazi aces die met Engelse en Amerikaanse piloten test flights maakten met de eerste Hawker Harrier V-Stol planes

    • Dat is zeker waar.Dat de Glenn Martins allang iutroeste zijn geworde.En de vliegtuigen de boven Semarang en Ambarawa kamp vlogen op een Zondag, waren B-25 Mitcellbommenwerpers.

  4. Ed Vermeulen zegt:

    Lang geleden door iemand geschreven, nog steeds een ontroerend mooi verhaal. Dank voor de (her) plaatsing. Een hartelijke groet vanuit Baarn van Ed Vermeulen

    • Bert Siap zegt:

      Nou ,nou wat een nette reactie van Franklin Moquette ! O.K foutje met dat vliegtuig ,hij gaf meteen toe dat hij wat te geagiteerd reageerde sorry en zand erover .Zo kunnen ze dus op een forum OOK met elkaar omgaan ,zonder elkaar eerst voor ikan boesoek uit te maken ! Dit goede voorbeeld zou men vaker moeten volgen en niet alleen op deze site !

      • Bart Huysman zegt:

        Heel juist mijnheer Bert Siap.
        Ik kon het niet anders lezen met het sterke, emotionele gevoel alsof het gisteren was. Hoewel ik geboren ben in 1949 in Surabaya, spierwit haar toen en nu weer, is het verhaal door overlevering ingeprent gebleven. En hoe familieleden en vrienden die nu ver in de 80 en 90 zijn dit meemaakten. En zoals mijn vader in de kampen van de Burma-lijn.

  5. Klaas van der Tempel zegt:

    Bijzonder stuk in deze tijd van herdenken van de Japanse capitulatie. Mijn vader- aan de Birma spoorweg- schreef dat het geweldig was om Britse bommenwerpers te zien die voor de verandering niet bommen gooiden maar voedsel dropten. Verder vond hij het een wonder dat hij die hel op aarde had overleefd. Het is het maar een bijna vergaan stukje papier waar dit op staat.

    • Bert Siap zegt:

      @Bart Huysman : Leuk u bent geboren in Surabaya in 1949 ,Ik ben geboren in Tegal ook in 1949 .Tegal is eigenlijk een tussen-station op de lijn Jakarta -Surabaya .Spierwit haar had en heb ik niet ,gewoon zwart haar en nog steeds zwart haar ,ondanks mijn 73 jaar .Er werd weinig tot nooit over de oorlog gesproken in mijn familie ,Alles wat ik nu weet is door Het Internet ,anders had ik nog niks geweten .Toen mijn moeder naar het verzorging -tehuis ging ,vond ik een bamboe koker met kinder tekeningen ,goed heel goed getekend en die kinderen 4x waren haar kinderen ! Ik vroeg wat wil je ermee doen ? Haar antwoord schokte mij “” Gooi maar weg !”” Ja typisch een opvatting van Indonesiers “” Wat voorbij is ,is voorbij !”” Heb het maar niet weggegooid .Voor de duidelijkheid die tekeningen zijn vervaardigd in Kamp Bangkinang ,zij is er met 4 kinderen ingegaan en ook met 4 kinderen weer uitgegaan ! haar man ,mijn vader zat 2.5 kilometer verderop in het Mannenkamp .

  6. Jean-Louis zegt:

    Voor mij , als naoorlogse, is de maand Augustus de moeilijkste maand. 6 Augustus geboortedag van mijn vader tevens de bom op Hiroshima. 15 Augustus Nakhon Nayok. 5:50 zwaar geronk van vliegtuigen. Dit keer geen bommen maar para’s het waren Rangers. De Bevrijdingsdag van mijn vader. 3 weken ziekenhuis, 3 weken jungletraining in Chonburi. Begin oktober operationeel op Oost Java. Daar verschrikkingen meegemaakt. Zijn huis gerampokt en zijn vrouw en kind verdwenen. Schoonfamilie ook weg. Het begin van een lijdensweg van mijn ouders. Mijn moeder bevrijdt door Gurhka’s uit het Jappenhotel, moeder was bleek later troostmeisje. Op 14 Augustus doe ik de vlag halfstok en de 15de vol om de bevrijding te vieren. Veel vragen van buurtbewoners of voorbijgangers over waarom ik vlag. Ik vertel het relaas het waarom ik vlag, niet alleen voor mijn vader/moeder maar voor allen die geleden hebben. Voor vele aanhoorders is het ver van zijn bed show. Zelfs mijn ex schoonvader beweerde, dat Indië niet geleden had, want wij hadden de hongerwinter. En dat kreeg ik niet uit zijn hoofd gepraat. In stilte herdenk en gedenk ik. En deze familiegeschiedenis heb ik doorgegeven aan mijn kinderen en kleinkind. Ook zij staan stil ,op 15 Augustus, bij onze geschiedenis. 5 September is mijn zoon geboren, de dag dat de overgave van Japan getekend werd aan boord van de Missouri. Dan herdenk ik in gedachte. De Nederlands Indische geschiedenis mag nooit vergeten of verloren gaan. Blijf herdenken is mijn boodschap.

    • JPF Barneveld Binkhuijsen zegt:

      De overgave van Japan was niet op 5 sept. De capitulatie was op 15 aug. na de tweede A-bom en de overgave werd getekend op 2 sept. a/b van het slagschip USS Missouri.

    • vandenbroek@libero.it 1953 zegt:

      citaat Jean-Louis ” mijn vader. 3 weken ziekenhuis, 3 weken jungletraining in Chonburi. Begin oktober operationeel op Oost Java”.

      “Begin oktober (1945) operationeel op Oost-Java” ? Bedoelt U Soerabaja? Ik zag een Engels filmpje over Soerabaja in oktober/november 1945 en er komen inlandse/Indo-Europees uitziende militairen in op KNIL gelijkende uniformen voor die een Indonesische gevangene begeleiden. Daaruit trek ik de conclusie dat Nederlands-Indische militairen bij de slag om Soerabaja aanwezig waren. Kan iemand dat bevestigen?

      • jpf Barneveld Binkhuijsen zegt:

        Ik denk dat er geen Nederlandse Knil militairen bij de slag om Soerabaya betrokken waren, hooguit een enkeling.De Nederlandse Mariniersbrigade werd in Malakka door de Britten vast gehouden, ja ja van je bondgenoten moet je het maar hebben! De slag werd uitgevochten door Britse Gurkha troepen die na het Gubeng transport en de moord op hun generaal Mallaby grootscheeps in de aanval gingen met ondersteuning van de luchtmacht en scheepgeschut.

      • vandenbroek@libero.it 1953 zegt:

        De feiten liggen toch iets genuanceerder.
        Engelse militaire bronnen geven aan dat niet alleen militairen zoals KTZ Huyer c.s, maar ook andere Nederlandse militaire eenheden betrokken waren bij gebeurtenissen in Soerabaja e.o.. Nu stuit ik op dit filmpje van het Imperial War Museum IWM met daarin KNIL-ogende militairen zie video op 3 minuten: https://www.iwm.org.uk/collections/item/object/1060030363

        correcties:
        Er was eigenlijk sprake van 2 veldslagen in Soerabaja
        1a) tussen 28 en 30 oktober 1945 werd de 49th Indian brigade (Group). van brigadier Mallaby door Indonesische Nationalisten onder de voet gelopen en welhaast in de pan gehakt. Brig. Mallaby werd daarbij door een Indonesische Nationalist vermoord.

        1b) In de ochtend van 10 november1945 startte de andere veldslag, waarbij de spits werd afgebeten door één bataljon van het Gurkha Regiment, 3/9 Gurkha Rifles, gevolgd door Brits-Indische eenheden van de 5th Indian Division van maj.gen. Mansergh. Net voor de start van deze veldslag vond de reddingsactie in de Kalisosok- of Werfstraatgevangenis plaats waarbij meer dan 3500 Nederlandse en Indo-Europeaanse gegijzelden werden bevrijd. Hierbij sneuvelde één tot nu toe onbekend gebleven Gurkha soldaat van de C-compagnie 3/9 Gurkha Rifles. Nog steeds is onduidelijk wat de precieze rol was van de enige Nederlander betrokken bij deze actie, Jack Boer.

        2) Vanuit de VS kwam de Mariniersbrigade pas 5 maanden (sic) na de Japanse capitulatie in Nederlands-Indie aan, toen was het ergste Bersiap-onheil eigenlijk al geschied. Eén bataljon van deze brigade zette zonder toestemming van de Britten op Noord-West Java voet aan wal. De Britse militairen hielden niet van zulk soort insubordinatie , na niet-geautoriseerde acties van KNIL-eenheden in Batavia maar ook optreden van Nederlandse militairen in Soerabaja zoals vlagincident, KTZ Huijer etc. hadden de Britten schoon genoeg van het eigengereide Nederlands optreden, waarvan Brits-Indische en Nepals militairen het dodelijke slachtoffer werden. Ze blokkeerden dit bataljon, dat bakzeil haalde en zich uiteindelijk inscheepte en naar Malakka vertrok.

      • Jean-Louis zegt:

        Ik heb een foto van mijn vader in een Engels uitziende uniform. De speciale groepen zg Marinevendel later ondergebracht bij de Gadja Merah . Deze groepen opereerden buiten het gezagsgebied van de Engelsen. Mijn vader zat bij zo’n speciale groep. Mijn vader vertelde niets, een ander lid van de groep wel. Mijn vader redde hem zijn leven tijdens een sabotage actie op Kin Sayok, en hij vond dat hij zijn ervaringen met mij moest delen. Op voorwaarde geen namen of plaatsen noemen. Deze man vertelde mij ook hoe een zuivering werd opgezet en uitgevoerd. Het gaat inderdaad over Soerabaja.

  7. Renée zegt:

    Mooi werk doet u nog steeds, dank voor alle bijdragen.

  8. De eerste vliegtuig met de VRIJHEID PAMFLETTEN die het over Semarang strooide op een Zondag was een Mitchel Bommenwerpen,die uit het Oosten kwam.Was een Americaans vliegtuig en geen Clenn Martin van de MLD.

  9. van Santen zegt:

    Het heeft me toch weer getroffen……..

  10. J.Michiel Alma zegt:

    Gevoelvol verhaal , dank , Michiel Alma

  11. Boudewijn van Oort zegt:

    Eenontroerend stuk proza.
    Hartelijk bedankt

  12. walter zegt:

    Als13 jarige, de eerste verandering merkte ik, toen een B29 op grote hoogte over Batavia vloog en het kanon vuur het niet kon berijken, Omstreeks dezelfde tijd spraken de buren over een atoombom. Ik klom op het dak van ons huis om te wuiven. Kort daarop meer gallieerde vliegtuigen die voedsel via parachute over een nabijzeinde kamp gooiden, Een verdwaalde in een kampong en werd niet terugegeven, Niet lang daarna patroulieerden de Sihks onze straat in Mr Cornelis. Wij buiten het kamp konden amper voedsel verkrijgen, Een groep van Indonesische mannen zochten naar wapens in ons huis, Kort daarop zijn we naar Batavia gevlucht met alles dat wij en onze buurman konden sjouwen op een ongewapende militaire truck. Een van de buren haar boyfriend ging later terug om dingen te halen. We hebben hem nooit weer gezien

  13. Peter Logger zegt:

    Mooi verhaal, ik hoop dat er steeds meer verhalen boven water komen die met de harde werkelijkheid van vroeger te maken hebben, wat mensen hebben meegemaakt. Hopelijk zullen mensen die niks hebben met wat er toen is gebeurd, hun ogen kunnen openen. Er is een hoop in de wereld, waarvan ik denk, hebben mensen dan niets geleerd?

    • R.L. Mertens zegt:

      @PeterLogger; ‘hun ogen kunnen openen etc.’ Lees dan nu de Volkskrant 18/8-’22 het verhaal over wijlen Joty ter Kulve-van Os 1927-2022( vader Hollander, Indische moeder) die na een bezoek aan haar geboorte huis villa Lingsdjatti, waar de overeenkomst werd gesloten tot inkeer kwam; ‘ging de knop om! Die de-kolonisatie had allang met mezelf moeten beginnen’. – Na de bersiap periode vertrok ze naar Nederland om te studeren. Ze aarde slecht in Nederland en vertrok na haar studie naar het buitenland. Na jaren bezocht haar moeder haar in Zwitserland. Voor het eerst zagen ze elkaar weer; ‘mijn moeder dacht dat ik me voor haar schaamde, omdat zij Indisch was. En dat was waar! Dat ik mijn moeder zo heb behandeld, daar heb ik echt buikpijn van gehad. Als ik niet kan slapen, is het het omdat ik daaraan moet denken..’- Wat het kolonialisme heeft voortgebracht. En zelfs nu nog; zie de commentaren nav. de herdenkingen!

  14. Bart Huysman zegt:

    Ik kon het niet anders lezen met het sterke, emotionele gevoel alsof het gisteren was. Hoewel ik geboren ben in 1949 in Surabaya, spierwit haar toen en nu weer, is het verhaal door overlevering ingeprent gebleven. En vrienden die nu in de 80 en 90 zijn dit meemaakten. En zoals mijn vader in de kampen van de Burma-lijn.

  15. leogerritsen zegt:

    10 jaar geleden, ik loop op de begraafplaats in Kanchanaburi, tranen stromen en blijven stromen
    ook nu weer

Geef een reactie op Peter Reactie annuleren