Bekijk het koloniale verleden eindelijk eens van de andere kant

De geschiedschrijving van het Nederlandse koloniale verleden was tot nog toe te beperkt in haar perspectief, schrijft Anne-Lot Hoek.

Indonesië eerde zijn nationale held I Gusti Ngurah Rai door hem in 1975 op het 50.000 roepia-biljet te plaatsen.

Door Anne-Lot Hoek

De beeldenstorm die recent in Nederland dreigde, deed ook de discussie over J.P. Coen weer oplaaien. Die gaat nog vooral over Nederland, terwijl de optekening van het koloniale verleden moet worden verruimd naar de nasleep van de imperiale inmenging wereldwijd.

De Indonesische kunstenaar Iswanto Hartono ontstak drie jaar geleden de lont in een langzaam opbrandend, van een uit kaarsvet gehouwen beeld van VOC-man Jan Pieterszoon Coen in de Oude Kerk in Amsterdam. In 2020, het jaar waarin Indonesië op 17 augustus haar 75-jarige onafhankelijkheid viert, wankelt zijn standbeeld in Hoorn op zijn grondvesten. Coen liet in 1621 ongeveer 15.000 mensen op de Molukse Banda-eilanden doden. Na een lange geschiedenis van discussie rond het standbeeld bleek het ‘kritische’ bordje dat er in 2012 naast was geplaatst om de geschiedenis van twee kanten te belichten, onlangs niet meer afdoende voor de luid klinkende stemmen van de nazaten van het koloniale verleden. In juni was slechts een cordon van ME’ers in staat te voorkomen dat de oprukkende demonstranten het beeld ont-sokkelden, zoals dat in andere landen met koloniale hoofdrolspelers veelvuldig gebeurde. Naar goed Hollands gebruik werd er een toezegging gedaan om over de toekomst van het beeld door te gaan polderen.

Wat opvalt is dat de maatschappelijke discussies over koloniale helden en schurken veelal rond de provinciale dorpspomp blijven hangen. De gesprekken over hoe de Nederlandse inmenging in de wereld die wereld, en ook onszelf, veranderde komen moeizaam op gang. Zo weet de Leidse emeritus-hoogleraar Piet Emmer de bijna-beeldenstorm in Trouw aan „beroerd” geschiedenisonderwijs: kolonialisme wordt niet in zijn tijd begrepen. Een VN-rapporteur wees er aan de andere kant juist op dat er in het onderwijs meer begrip voor het racisme moet worden gekweekt, vanuit de ongelijkheid die is voortgekomen uit dat kolonialisme. Dat gebrek is niet los te zien van de optekening van het koloniale verleden dat er onvoldoende in slaagde om de blik te verruimen naar de beleving aan de andere kant van de oceaan.

Minder eurocentrisch

Al sinds de jaren dertig zijn er vooruitstrevende historici en andere academici die een kritischer en minder eurocentrisch beeld van de Nederlandse geschiedenis neerzetten. De recente toevoeging van de Surinaamse schrijver Anton de Kom aan de Canon is er mede een gevolg van. Toch is het stempel op het nationale narratief vooral gedrukt door historici die niet veel op hebben met niet-geschreven bronnen en postkoloniale kritiek, die zeggen geen morele uitspraken over het verleden te willen doen omdat alles in zijn tijd moet worden bezien.

Zo bekeek de Leidse hoogleraar H.L. Wesseling het imperialisme in structurele zin: het ging om de wetmatigheid van het historische verloop, de moraliteit was irrelevant. Maar onder het mantra van niet willen ‘moraliseren’ zat wel degelijk een moraal: de nadruk ligt op het inleven in de machtsvestiging door Nederland en het belang voor Nederland en de bijbehorende tijdsomstandigheden, terwijl de beleving in voormalige koloniën onderbelicht blijft.

Dat werd ook duidelijk bij het verschijnen van de biografie van J.P. Coen in 2015, van Jur van Goor. Tijdens een uitzending van het geschiedenisprogramma OVT op Radio 1 werd de biografie besproken met de auteur zelf en met historicus Wim Manuhutu en schrijver Ewald Vanvugt. Gevraagd naar de controverses rondom Coen liet Van Goor blijken diens misdaden vooral als een bedrijfsongeval te zien: het kwam op de Banda-eilanden tot „een clash” die door beide partijen „niet bedoeld” was. Coen dacht immers een akkoord te hebben bereikt, maar er ontstond steeds weer gedoe. Ook historicus Gert Oostindie had het optreden eerder besproken in het licht van Coen die „zo min mogelijk collateral damage” wilde maken op de route naar succes.

Controverse over Coen ook in Indonesië

Ansichtkaart van het Coen-standbeeld in Hoorn, 1906.

Maar door inleving in Coen en een accent op zijn doelstellingen wordt de beleving aan de andere kant op een achterstand gezet. Vanvught vond juist dat de beeldvorming over Coen breder getrokken moest worden: hij was niet alleen verantwoordelijk voor de moorden op Banda, maar ook voor de slavenhandel en mensenroof in Azië. Manuhutu legde de link naar Indonesië zelf en vertelde dat Coen vanuit het Indonesisch nationalisme bezien een verpersoonlijking van het kolonialisme was en dat het standbeeld van Coen in Jakarta in 1942 door de Japanners omver was gehaald. De controverse rondom Coen speelde zich niet alleen in Nederland af, aldus Manuhutu, maar ook in voormalig Nederlands-Indië en in Indonesië.

Dat was een belangrijke opmerking. Wat ‘Coen’ en zijn nasleep betekenden in andere delen van de wereld, en hoe er dáár op is gereflecteerd en gereageerd, is in Nederland maar weinig bekend geraakt. Dat bleek ook toen verschillende opiniemakers recent stelden dat Nederland geen last heeft van institutioneel racisme, omdat racisme hier nooit in de wet is verankerd zoals in Zuid-Afrika. Maar in Nederlands-Indië was er racistische wetgeving, onderscheid tussen bevolkingsgroepen was in de wet opgenomen. Het laat zien hoe de imperiale inmenging in de wereld zelfs wordt vergeten of als iets wordt gezien dat losstond van Nederland.

De Indonesische nationalist Soetan Sjahrir schreef in 1934 Indonesische overpeinzingen, een intellectuele aanklacht tegen de koloniale staat en een pleidooi voor een betere maatschappij. Sjahrir legde de Nederlandse dubbele moraal ten aanzien van de koloniën feilloos bloot. Hij las in ballingschap In de schaduwen van morgen van de historicus Johan Huizinga, die een inktzwart Europa schetste waar het totalitarisme tot het morele verval van de westerse beschaving leidde. De in 1933 aan de macht gekomen Hitler bouwde kampen zoals Dachau om politieke opponenten op te sluiten, maar Huizinga liet de opsluiting of verbanning van vele nationalisten, waaronder ook Soekarno in concentratiekampen zoals Boven-Digoel in Nieuw-Guinea achterwege. Huizinga was eenzijdig in het neerzetten van zijn tijd: hij had kritiek op Duitsland, maar accepteerde volgens Sjahrir wel „de gummiknuppel, de rotanstok, de zweep, concentratiekamp, interneringen” ter verdediging van zijn eigen rechtsorde, en zag de rechtspositie van miljoenen Indonesiërs over het hoofd. Ten onrechte belandde Sjahrir in de Nederlandse geschiedschrijving in de vergetelheid en kreeg zijn boek nooit de status die het verdient.

Indonesische beleving onderbelicht

Ook de Indonesische beleving van de onafhankelijkheidsoorlog van 1945-1949 in dat land is sterk onderbelicht in Nederland. Hier staat deze oorlog vooral in het teken van de discussie rond het Nederlands militaire optreden, wat gezien het gruwelijke karakter van die oorlog een belangrijk onderwerp is. Maar veel minder aandacht is er besteed aan de beleving van die oorlog door Indonesiërs zelf, het verzet dat er is gepleegd, de ervaringen van slachtoffers en ook de onderlinge strijd die er heeft plaatsgevonden. Het viel me tijdens mijn onderzoek op het eiland Bali op dat Nederland maar een geringe rol van betekenis heeft in de jaarlijkse herdenking van de zogenaamde Puputan Margarana, een slag tussen de Balinese strijdtroepen en het Nederlandse leger waarbij verzetsheld I Gusti Ngurah Rai gedood werd. De strijd die is geleverd staat voor hen centraal.

Toch was de nasleep van de koloniale geschiedenis aanzienlijk. Zo bezocht ik een dorp waar tijdens de onafhankelijkheidsoorlog veel Chinezen woonden, ze hadden destijds Nederlandse militaire bescherming gezocht voor de aanvallen door vrijheidsstrijders. De Chinezen werden net als Indische Nederlanders en veel Indonesische ambtenaren en adel gezien als onderdeel van het koloniale systeem. In 1965, toen er naar schatting een miljoen Indonesiërs op verdenking van communisme werden vermoord onder het regime van president Soeharto, was het dorp opnieuw doelwit. De stigmatisering van Chinezen, die zijn oorsprong in het koloniale systeem vindt, speelde daarbij een rol, en is nog altijd actueel in Indonesië.

Koloniale tijd werkt door

De VOC-genoten van Coen streken ook elders in de wereld neer: in zuidelijk Afrika bijvoorbeeld. Voor het optreden van de VOC daar is maar weinig oog in het Nederlandse debat, terwijl dat daar heel anders is. Zo werd mij als student-stagiair in Namibië – dat tot 1990 werd gekoloniseerd door buurland Zuid-Afrika – door het zwarte gastgezin waarin ik verbleef gevraagd of ik wel wist wie Jan van Riebeeck was, VOC-man en de stichter van De Kaap. Ik kende de naam Van Riebeeck wel, maar moest mij toch beroepen op de Lonely Planet. De gastheer, die als guerrillastrijder aan de grens met Angola tegen het Zuid-Afrikaanse leger had gevochten, nam me mee naar de erebegraafplaats voor vrijheidsstrijders in de hoofdstad Windhoek. Voor hem was het belangrijk om mij als Nederlander deelgenoot te maken van een geschiedenis die ik als student geschiedenis in Nederland niet meekreeg. In een post-apartheid land werd ik stevig met de vestiging van ideeën over Europese superioriteit en de nasleep daarvan in andere delen van de wereld geconfronteerd.

Deze ideeën hadden ook een weerslag op de Nederlandse maatschappij, zoals hoogleraar Gloria Wekker dat al langer verkondigt. Het zijn vooral de meer traditionele historici die deze ‘doorwerking’ als postkoloniaal geneuzel zien, beaamde slavernijhistoricus Leo Balai desgevraagd. „Dat is geweest, zo denken ze, maar het werkt door.” Balai ervaart dat nog vrijwel dagelijks. „Door de slavernijgeschiedenis behoor je tot een volk waarop andere mensen in eerste instantie neerkijken.” De weerstand tegen postkoloniale kritiek wordt vaak onderbouwd met een gebrek aan wetenschappelijk bewijs, maar er worden ook niet wetenschappelijke argumenten opgevoerd om die doorwerking te ontkrachten. Zo beweerde Piet Emmer een paar jaar geleden in De Telegraaf, en het werd herhaald op tv, dat een jonge generatie met een Caribische achtergrond naar een slavernijverleden wees als men in werkelijkheid „lui” was of „te weinig opleiding” had.

Iswanto Hartono benadrukte met zijn beeld van Coen dat Nederland ten aanzien van het koloniale verleden op het eigen culturele perspectief focust, en voorbijgaat aan de ervaring van de ander. Zo is vaak betoogd dat de afschaffing van de slavernij werd ingeluid door Europeanen, maar historicus Karwan Fatah-Black liet in zijn Keti Koti-lezing vorige maand zien hoe zeer het tijdperk van de afschaffingen onder invloed stond van het zwarte verzet tegen de slavernij zelf. Alleen door het verleggen van het perspectief kunnen we tot een verruiming van de koloniale geschiedenis komen.

 

Dit artikel verscheen eerder in het NRC, 8 augustus 2020.

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

30 reacties op Bekijk het koloniale verleden eindelijk eens van de andere kant

  1. Roger Thomas zegt:

    De discussie over de standbeelden van historische figuren uit de koloniale tijd neemt vreemde vormen aan. Als historicus heb ik geleerd voorzichtig te oordelen over ons verleden. Voorkom een moreel oordeel over een ver verleden. In de tijd van Coen ging het er heel anders aan toe dan nu. Daarmee geef je geen moreel oordeel, je kunt het kolonialisme wel afwijzen maar daarmee begrijp je het verleden nog onvoldoende.
    In Amsterdam heeft men jaren geleden wijzigingen aangebracht aan het Van Heutz in de Apollostraat in Amsterdam Zuid. Alle teksten met de naam van Van Heutz zijn verwijderd. Het heet nu het Indisch-Indonesische Monument.
    Beter zou het zijn om de naam Van Heutz gewoon op het monument te laten staan of terug te plaatsen. Het Van Heutz monument werd gebouwd als symbool van de verovering van Atjeh 1870-1903, na het einde van de Atjeh Oorlog. Waarom wordt het verhaal van de Atjeh Oorlog met de vele doden aan de Indonesische en aan bij het KNIL niet belicht.De oorlog duurde 30 jaar. De historicus die lokale overheid advies gaf heeft de grote fout gemaakt om het hele verhaal van Van Heutz en de Atjeh oorlog te verzwijgen. Zelfs de naam van Van Heutz is verwijderd, dit lijkt op geschiedvervalsing.
    Koloniale rijken van Nederland, Engeland en Frankrijk zijn opgebouwd met vele langdurige oorlogen. De VOC heeft een verleden van handel drijven en oorlogvoeren tegelijk. Vertel niet alleen het mooie verhaal maar ook de schaduwzijden van de koloniale tijd.
    Zet bij onze omstreden zeehelden en generaals uit het Nederlandse koloniale verleden van een historische uitleg waarin het echte verhaal verteld wordt.Zo vertel geschiedenis aan een toekomstige generatie. De geschiedenis is vaak pijnlijk en er zijn niet alleen helden maar ook vele slachtoffers. Dat verhaal moet nu toch echt verteld worden. Dat doe je niet met het verwijderen op beschadigen van historische beelden.

    Roger Thomas,
    historicus Moderne Geschiedenis van Zuidoost-Azie

    • Frank Bikker zegt:

      Volledig met u eens. Zo’n naamsverandering is verkrachting van een zienswijze die destijds bestond. Wel moet er info van beide kanten bij vermeld worden.
      En wat het geschiedonderwijs betreft. Ik durf rustig te stellen dat dit overal ontzettend hard achteruit gekacheld is. Vroeger mocht het misschien etnocentrisch zijn, maar nu weet men vaak helemaal niets!

  2. Benedict Janssen zegt:

    Historica Anne-Lot Hoek (volgens haar eigen website een ‘research journalist’, en verbonden aan de Commissie voor het Onafhankelijkheidsonderzoek) mag wat mij betreft iets meer aan research doen. Neem bijvoorbeeld het zinnetje: “…Hitler bouwde kampen zoals Dachau om politieke opponenten op te sluiten.., maar Huizinga liet de opsluiting of verbanning van vele nationalisten, waaronder ook Soekarno in concentratiekampen zoals Boven-Digoel in Nieuw-Guinea,…”.

    Prof. H. Van den Doel heeft in zijn standaardwerk ‘Het Rijk van Insulinde’ (1994) op blz. 224 gemotiveerd uiteengezet dat Boven-Digoel (BD) gèèn concentratiekamp was, maar een interneringsoord, waar de balling met zijn gezin woonde. In totaal hebben er circa 1400 personen voor korte of langere tijd gewoond. De sterftecijfers verschilden niet veel van de gewone mortaliteit in de tropen, zo schreef Prof. Fasseur in 1995 (‘De weg naar het paradijs’, 269).
    Om BD in één adem te noemen met Hitlers Dachau (dodental circa 41.500) lijkt mij niet erg fijnzinnig, en in ieder geval feitelijk onhoudbaar.

    Soekarno heeft bovendien nooit in Boven-Digoel gezeten. Eerst ging hij naar Flores, waar hij met vrouw en kinderen zat in een “ruim, vrijstaand huis met een flinke tuin rondom”, inclusief kamers voor bedienden, aldus zijn biograaf Dr. Giebels. Van het gouvernement ontving hij Fl. 150 gulden per maand als toelage (Giebels, 208). Hij schreef er oa een dozijn toneelstukken, die ook werden opgevoerd. Daarna zat hij in Benkoelen, in het voormalig paleis van de Britse Gouverneur Raffles, en had toestemming om reizen te mogen maken. Ook hier kreeg hij een toelage van fl.150 per maand. (De Jong, 11a, 384).

    Het beleid van Batavia vanaf 1926 om politieke ‘lastpakken’ te verbannen – zonder tussenkomst van een rechter – naar o.a. het moerassige (malaria-rijke!) oord van Boven-Digoel is zonder meer laakbaar.
    Dat rechtvaardigt nog niet om – in kennelijke postkoloniale verontwaardiging – de lezers van de NRC voor te houden dat ‘Soekarno in concentratiekampen als Boven-Digoel’ is gestopt (nota bene in één zin met Dachau).

    • RLMertens zegt:

      @BenedictJanssen; ‘in één zin met Dachau etc.’- In een dampend malaria gebied een kamp voor geïnterneerden oprichten waar men vanzelf na de ondergaande koortsen in een apathie/ gekte terecht kwam en tot zelf moord overging. Waardoor de regering ten aanzien van dit probleem steeds haar handen in onschuld kan wassen. Enkelen van hen verzamelden dan de medicijnen en namen ze in ééns in. Zo naam hun bestaan, dat inderdaad zonder uitzicht was- na een diepe bewusteloosheid- een rustig einde. Aldus IFM.Salim die daar 15 jaar (!) , zonder enig proces vooraf, verbleef!

  3. Jan A. Somers zegt:

    Ach ja heren Roger Thomas, Frank Bikker, Benedict Janssen, er is nou eenmaal een club mensen die het anders wil zien. En dan is het in eens ook anders. Stalinlaan is ons al voorgegaan, Vrijheidslaan. Zonder ons te vertellen hoe het ons zou zijn vergaan zonder Stalin. En een standbeeld van Coen zou niet misstaan in Jakarta. Het onderwijs wordt er niet beter van, Maar onderwijzen is ook een vak.

    • RLMertens zegt:

      @JASomers; ‘die het anders wil zien etc.’- Hoe anders dan de waarheid; het was Nederland’s beleid; geen zelfbeschikkingsrecht= geen merdeka(!) waardoor(!) de bersiap ellende over ons heen kwam! Nederland ‘lokte de bersiap uit’ om militair hard toe te slaan.
      ( zoals het altijd in het verleden met die zgn. pacificaties is gegaan)
      Ons beleid van af 5 mei ’45( terwijl koffie/suiker nog op de bon was); alle gelden aan te wenden om militaire wapentuig aan te kopen. En manschappen aan te werven om Indië ‘te bevrijden’! Via propaganda het hele volk te misleiden; met orde en rust. Dat is de waarheid over Indië!

  4. J.Michiel Alma zegt:

    Geschiedenis onderwijs : Anne Lot-Hoek moest de naam Van Riebeeck opzoeken !! Kennelijk nooit van gehoord ,
    groet , Michiel Alma

  5. K.A. van der Hucht zegt:

    Al tientallen jaren wordt Jan Pieterszoon Coen verweten bij de verovering in 1621 van het eiland Groot Banda (Lontor) van de Banda Eilanden door de VOC ongeveer 15.000 slachtoffers op zijn geweten te hebben. Dit aantal wordt steeds weer door activisten en zelfs historici klakkeloos van elkaar overgenomen. Ook in NRC Weekend van 8-9 augustus 2020, door historica Ann-Lot Hoek, in een overigens zeer lezenswaardig artikel. Zij noemt weliswaar de gedegen recente biografie van Coen door de Utrechtse historicus J. van Goor (2015); maar heeft zij die ook gelezen? Op pagina 462 noemt Van Goor een inwoner aantal van Groot Banda destijds van tussen de 4.500 en 5.000 Bandanezen. 47 orang kaja’s (hoofden) werden wegens samenzwering tegen de VOC ter dood veroordeeld en geëxecuteerd. De verdere bevolking van Groot Banda, die weigerde zich te schikken naar het nootmuskaat-monopolie-streven van de VOC, werd grotendeels uitgehongerd. Een schandvlek in de geschiedenis van de VOC, zeker. Maar waarom moet het aantal slachtoffers nog steeds met een factor drie overdreven worden?

    • Jan A. Somers zegt:

      Het aantal slachtoffers was voor mijn dissertatie niet van belang. Ik heb me eenvoudig gehouden aan de opgave van Mac Leod (1927), 2500 mensen van de honger omgekomen, 300 ontsnapt. 789 personen werden naar Batavia gedeporteerd, zo’n 1000 zielen overleefden, voornamelijk gevlucht naar Poelau Ai en Poelau Roen, onder Engelse bescherming. 45 Orang Kaja werden berecht en geëxecuteerd. Het gaat hier om het eiland Lontor, ongeveer 10 bij 2 = 20 km2. In een gedachtenexperiment heb ik dit eiland vergeleken met het Nederlandse Waddeneiland Vlieland. Twee keer zo groot, 40,2 km2, met een bevolking van 1107 mensen (bevolkingsregister 1995). Het agrarisch gebruik van Lontor zal intensiever zijn geweest dan op Vlieland, met een daaraan gekoppelde grotere bevolking. 4000 mensen? Vast niet meer, er moest toch ook nog ruimte overblijven voor de nootmuskaatplantages. Van Goor komt voor Lontor op 4500-5000 inwoners. Hij noemt als aantal slachtoffers van de militaire actie 50-100; aantal slachtoffers onder de naar de bergen gevluchte inwoners (honger en vooral ziekte) 2500. Maar ja, wat Indische geschiedenis betreft viert de nulleninflatie hoogtij.

  6. Peter van den Broek zegt:

    Als Nederlands-Indie wordt vergeleken met Nazi-Duitsland dan steekt de algemene verontwaardiging in Nederland de kop op, een gevoelige snaar is geraakt. Maar als de expert Anton Mussert zegt dat Nederlands-Indie een fascistische (en politie) staat was, dan zijn er geldige argumenten om die deze vergelijking te maken.

    Anne-Lot Hoek haalt niet voor niets Dachau als Konzentrationslager (KZ) aan, zij kent de geschiedenis van de KZ
    Die frühen KZs ähnelten zum Teil Gefängnissen, zumeist bestanden sie aber in improvisierten Folterstätten in Scheunen, Kneipen, Kellern oder anderen Liegenschaften, die von der SA „übernommen“ worden waren. Hier wurden POLITISCHE GEGNER des Regimes AUSSERHALB des normalenRECHTSSYSTEM in „Schutzhaft“ genommen und misshandelt.
    Adolf Hitler bouwde na zijn machtsovername in 1933 Dachau als één van de KZ.

    Van der Doel zegt wel dat Boven-Digoel geen concentratiekamp maar een interneringsoord was omdat de geïnterneerden niet achter prikkeldraad gevangen gehouden waren en in hun eigen onderhoud moesten voorzien.
    Waarom er geen prikkeldraad nodig was geeft hijzelf aan op blz 223 :
    “Boven-Digoel is één van de meest afgelegen en onbuigzame plaatsen in de Indische archipel: een terrein dat maar liefst 455 kilometer stroomopwaarts aan de rivier de Digoel in het binnenland van Nieuw-Guinea ligt en omringd werd door vijandige Papoeastammen en een vrijwel ondoordringbaar oerwoud”.
    Chalid Salim, een onvrijwillige inwoner van Boven-Digoel , beschrijft in gruwelijke details, hoe een krokodil af en toe een bewoner greep en met het slachtoffer spartelend tussen zijn kaken de rivier overzwom, om aan de overkant van de rivier onder water te verdwijnen. Hun lichamen werden nooit gevonden, want ‘meestal laten de krokodillen hun prooi eerst in holen of onder zware houtmassa’s onder water ontbinden alvorens die te verslinden.’

    Boven-Digoel was in alle opzichten de perfecte gevangenis. Alleen, het was geen gevangenis. De juridische definitie daarvan is: een plek waar veroordeelde misdadigers hun straf uitzitten. Maar de geïnterneerden van Boven-Digoel hadden geen enkele wet overtreden.

    Dan wordt dat argument van Van der Doel het gebrek aan prikkeldraad wel een gelegenheidsargument, ongeacht het respect dat ik voor de man heb,

    https://decorrespondent.nl/8020/hoe-nederland-zijn-strafkamp-in-nieuw-guinea-trachtte-te-vermommen/3214246561460-d2195119

    Wat het geschiedenisonderwijs in Nederland betreft. Ikzelf heb behoorlijk geschiedenis onderwijs genoten op het CLD in Rijswijk/Delft waarbij bijzondere aandacht werd geschonken aan het Nationaal-Socialisme . Ik heb wat recente examenvragen Geschiedenis van het Atheneum bekeken en daar is niets mis mee.

    • Frank bikker zegt:

      Het gaat om het feit dat geschiedenis een keuzevak is.

    • Jan A. Somers zegt:

      Soekarno was voor het laatst verbannen naar Benkoelen.. Met zijn gezin. Met zijn baan als onderwijzer, zonder prikkeldraad. Eerst op Flores. Zonder prikkeldraad. Boeroe was ook een bekend verbanningsoord, zonder prikkeldraad. Verbanning betekent niet meer of minder, dan een verplicht verblijf op één plaats.
      Hadden geen enkele wet overtreden. Dat is in Nederland ook zo bij bestuurlijke ophouing.

  7. Peter van den Broek zegt:

    correctie: Adolf Hitler bouwde na zijn machtsovername in 1933 Dachau als één van de eerste KZ nieuwe stijl. Dit mag niet verwart worden met KZ als Vernichtungslager. Dat gebeurde pas in een latere fase.

  8. Robert Fermin. zegt:

    Godje, Godje, paginaas vol met oude geschiedenis van uitbuiterij enz, enz In deze vroegere eeuwen wreven de eigenaars van Heren Huizen in Amsterdam hun handen van al de buit door schepen naar Europa gebracht met dure spijsen etc, etc,, Holland, Amerika en andere landen rond de Wereld maken zich gek van lust tot vergoeding van eeuwen terug. Vergeet niet dat nu Covid 19 het toneel gordijn opent voor een tijd van strijdlustige mensen die zonder kijk op geschiedis alles gaan verwoesten, blijf gezond van lichaam en geest beste vrienden.

  9. Robert Fermin. zegt:

    Sorry voor de misspelling van het woord geschiedenis.

  10. RLMertens zegt:

    @BenedictJanssen; ‘in één zin met Dachau etc.’- In een dampend malaria gebied een kamp voor geïnterneerden oprichten waar men vanzelf na de ondergaande koortsen in een apathie/ gekte terecht kwam en tot zelf moord overging. Waardoor de regering ten aanzien van dit probleem steeds haar handen in onschuld kan wassen. Enkelen van hen verzamelden dan de medicijnen en namen ze in ééns in. Zo naam hun bestaan, dat inderdaad zonder uitzicht was- na een diepe bewusteloosheid- een rustig einde. Aldus IFM.Salim die daar 15 jaar (!) , zonder enig proces vooraf, verbleef!

  11. Benedict Janssen zegt:

    Natuurlijk was Boven-Digoel (BD) een slechte plek en was verbanning daar naar toe een slechte zaak – zie mijn eerste reactie hierboven. Dat staat – lijkt mij – niet ter discussie.

    De bewering van Hoek dat Soekarno in BD heeft gezeten is echter onzin, net zoals haar suggestie dat dat oord te vergelijken zou zijn met Dachau. De coryfeeën Fasseur en Van den Doel hebben al uitgelegd dat een vergelijking met een concentratiekamp niet opgaat – zie de door mij aangegeven vindplaatsen in literatuur.
    Wie het toch graag anders wilt zien als beide professoren, adviseer ik nogmaals om bijvoorbeeld de sterftecijfers te vergelijken, en nog even door te lezen.

    Hier allereerst nog een stukje citaat (t.a.p.- blz 269) van Fasseur: ‘ De gezondheidstoestand in Boven-Digoel kon dan ook als ‘tamelijk gunstig’ worden omschreven. Daarmee wordt uiteraard niet afgedongen op de geestelijke kwellingen die deze geïnterneerden, opgeborgen in het onmetelijke oerbos en in het onzekere of zij ooit nog eens naar huis zouden mogen terugkeren, ondergingen. In zijn ‘Indonesische Overpeinzingen’ heeft Sutan Sjahrir ons daarvan op indringende wijze verslag gedaan. Het zou echter een belachelijke simplificatie zijn de gezondheidstoestand in Boven-Digoel op één lijn te willen stellen met die in Japanse kampen, zeker in het laatste jaar van de oorlog’.

    Kortom, een vergelijking tussen BD met de Japanse kampen acht Fasseur ‘een belachelijke simplificatie’. Dat lijkt mij á fortiori het geval voor Dachau (‘Arbeit macht frei’). Voor wie nog niet overtuigd is: lees eens iets over Dachau, over de medische experimenten, de dodenmars, de dwangarbeid. Kijk eens (op de wikipediapagina) naar de filmopnames, gemaakt na de bevrijding door de Amerikanen. En stel u dan opnieuw de vraag of een vergelijking tussen Dachau en BD erg realistisch is.

    • Peter van den Broek zegt:

      Ik vergelijk geen sterftecijfers en dat doet Annelot Hoek ook niet. Zij schrijft: “De in 1933 aan de macht gekomen Hitler bouwde kampen zoals Dachau om politieke opponenten op te sluiten. Zij vergelijkt Boven-Digoel met juist Dachau uit de begintijd. De argumenten van dhr Janssen zijn één-dimensionaal en niet-gedefinieerd, want wat moet ik me bijvoorbeeld voorstellen bij de gezondheidstoestand van Boven-Digoel , was Fasseur soms huisdokter van die club?. Trouwens ik maak toch ook geen vergelijking tussen Boven-Digoel en de sterftecijfers in d Japanse kampen in het laatste jaar van de oorlog. Als dhr. Janssen de sterftecijfers van Dachau (1933-1935) kan vergelijken met die van Boven-Digoel of de Japanse interneringskampen in het eerste jaar van de oorlog zijn we een stap verder in de discussie.

      De pijn bij Nederlanders zit hem als een vergelijking wordt gemaakt tussen het Nederlandse en Nazi-optreden in dit geval Dachau, maar Dachau was niet alleen een vernietigingkamp, althans als ik de geschiedenis van Dachau nalees. De tweede wereldoorlog, het goed en kwaad van die periode is wel de maatstaf waarop wij onszelf als Nederlanders op afrekenen, oftewel de slechte Duitsers tegenover de goede Nederlanders. Daarbij maakt ook dhr Janssen natuurlijk gebruik van louter Nederlandse bronnen maar het topic gaat juist over het verleden eindelijk eens te bezien van een andere kant. Ik ben het net zoals de geachte heer Mertens eens om het boek I. F. M. Salim, een overlevingsexpert bij uitstek, in de discussie te betrekken: ” Vijftien Jaar Boven-Digoel, Concentratiekamp in Nieuw-Guinea: Bakermat van de Indonesische Onafhankelijkheid”. De tekst spreekt al boekdelen: 15 (vijftien) jaar Boven-Doegoel, als louter administratieve verplaatsing. De meeste mensen zaten in Dachau veel korter.

      Anne-Lot Hoek stipt ook de Puputan Margarana aan, de jaarlijkse herdenking op Bali van de slag tussen de Balinese strijdtroepen en het Nederlandse leger waarbij verzetsheld I Gusti Ngurah Rai gedood werd, ik dacht dat het vliegveld op Bali naar hem is vernoemd. Nederland schenkt in haar geschiedenis weinig aandacht aan dit gebeuren, maar misschien heeft Remy Limpach in zijn boek wel iets over veranderde kampongs gemeld.

      Zo zijn er meer zwarte gaten in Ons collectief geheugen.

      • Jan A. Somers zegt:

        In Digoel was er een gezondheidspost annex ziekenhuisje. Ook kwamen daar af en toe een dominee en priester voor geestelijke verzorging bij mensen die daar belangstelling voor hadden. Althans door mijn vader gebracht. Maar ook dat zal wel foute boel zijn.

    • RLMertens zegt:

      @BenedictJanssen; ‘vergelijking tussen Dachau En Digoel etc.’- Lot Hoek maakte geen vergelijking, maar een constatering dat ook in Indië (zelfs in Suriname; de Joden Savannekamp) een concentratie kamp(= een internering van/voor staatsgevaarlijke(!) lieden/elementen) aanwezig was! Naar Digoel werden de gevangenen geketend(!) getransporteerd! Zelfs een vrouwelijke Indonesische overkwam het! *- Als in Z-Afrika was racisme in Indië in de wet verankerd; art.163 van de Indische Staatsregeling; Europeanen- Vreemde Oosterlingen- Inlanders. * Indië werd fascistisch( = geen democratie) geregeerd. Met een gg. als een autoriteit voorzien van exorbitante rechten! Hij kon bv. mensen zonder proces opsluiten, verbannen etc.! ( voor ons als bezetters een waarlijk tempo doeloe; met baboes en djongossen etc.) note; ik maak ook geen vergelijking van Tjarda met Adolf !

      • Jan A. Somers zegt:

        ” in de wet verankerd; art.163 van de Indische Staatsregeling; Europeanen- Vreemde Oosterlingen- Inlanders.” Zowel de verkeerde volgorde als niet begrijpend gelezen.
        ” Zelfs een vrouwelijke Indonesische overkwam het!” Wat weet u toch weinig van Digoel. Daar konden (zoals normaal bij verbanning) de verbannen personen hun GEZIN meenemen., dus normaliter ook vrouwen aanwezig. En over aantallen gesproken: Op het hoogtepunt, na de communistische rellen in 1927, waren er ongeveer 1300 mannen, vrouwen en kinderen, in afwachting van hun proces. In 1930 waren er nog 442 mannen en 2 vrouwen. Latere aantallen heb ik niet in mijn hoofd zitten, maar u schijnt er toch al alles van af te weten.
        “Naar Digoel werden de gevangenen geketend(!) getransporteerd!” Dat waren dus niet de verbannen personen, dat waren zoals u weet geen gevangenen. (Soekarno verhuisde als banneling, geen gevangene, met zijn gezin van Flores naar Benkoelen). De geketenden die u noemt waren voor zware vergrijpen veroordeelde (strafrecht, geen exorbitante rechten) gevangenen die ingezet werden bij o.a. onderzoekexpedities op Nieuw-Guinee, o.a.bij mijn vader aan boord. Met hun inzet konden zij strafvermindering, zelfs volledige strafbeëindiging, verdienen. Er waren er zelfs bij met een militaire(!) onderscheiding vanwege moedig gedrag. Deze kettingberen kon je ook inhuren voor arbeid op bijvoorbeeld een cultuuronderneming, ook met strafvermindering. Mijn tante Jans Kloppenburg-Versteegh heeft bij hun veel kennis verzameld voor haar onderzoek naar geneeskundige kruiden en planten. U weet dat geneeskundige eigenschappen vaak dezelfde zijn als vergiften, in lage doses. En die lui wisten alles van anderen ombrengen met kruidenmengsels, daar waren ze voor veroordeeld! (koloniale verleden eindelijk eens van de andere kant!!!) Voor mijn hartfalen slik ik zowel van cumarine en dioxine afgeleide medicijnen. Waarvan de cardioloog zegt: in leven zien te blijven met je pillen.

      • RLMertens zegt:

        @JASomers; ‘verkeerde volgorde etc.’- Welke volgorde? De Inlanders hadden de laagste sociale/maatschappelijke positie? Of is u dat niet begrijpend opgevallen? * ‘gezinnen meenemen etc.’- Er waren 15 mannen, die vergezeld waren van vrouw en kinderen. Deze verlieten na enkele jaren, vanwege het uitzichtloze bestaan hun mannen! Al bij aanvang werden de meeste gevangenen aangetast door malaria, dysenterie en beri beri (honger oedeem). De onverzoenlijken(!) werden apart naar tanah tingi(boven Digoel), een erger malaria oord, verbannen! Een lid van de Raad van Indië WP.Hillen bezocht het kamp en ondervroeg de gevangenen. Van de 412 van 610 ondervraagden waren zij op ondeugdelijke gronden vast gezet! Hij pleitte ook voor vrijheidsinstelling, wat de onkosten ten goede zou komen! Sjahrir; ‘het is bijna ongelofelijk maar het is een feit dat al die gedeporteerden gemarteld worden zonder dat degenen die hen kwellen en martelen zich bewust van zijn. Omdat zij zij zich van dat (geestelijk) lijden zich maar ook niets van aantrekken cq. er geen notie van hebben’. Pater Vertenten, die ook langs kwam schreef in de kranten; ‘De ethische richting als moordenares op Nederlands Nieuw Guinea’! -Salim verbleef 15 jaar in Boven Digoel! – Over begrijpend lezen gesproken

  12. Maud Lebert zegt:

    Wat Soekarno’s oponthoud betreft . Volgens Benedict Jansen ‘ging hij met vrouw en kinderen’, ‘ging’, daar zegt de Hr Somers het beter, want het was een’verbanning’, maar ook de Hr. Somers schrijft ‘met zijn gezin’. Zoveel mij bekend is, had Soekarno pas met zijn derde vrouw kinderen en toen was hij al president. ‘Benkoelen in het voormalig paleis van de Britse gouverneur Raffles’ .Nou, nou, nou, ik ben er geweest en het was maar een heel eenvoudig huisje en ook geen ‘flinke tuin’ erom heen zoals het schijnt in Flores, en dat zou een paleis zijn geweest. Arme gouverneur.
    In dat huisje staat ook Soekarno’s fiets, met wie hij zijn latere tweede vrouw ging opzoeken, zoals zijn tante zei, die daar oppasste. Over ‘kinderen’ of ‘gezin’ was geen sprake. Hij was er met zijn eerste vrouw, die ook met hem meeging naar Flores.

    • Jan A. Somers zegt:

      Sorry, inderdaad met zijn vrouw. Benkoelen was inderdaad eenvoudig. Maar ja, tenslotte moest hij de huur in zijn ballingsoord zelf betalen van zijn salaris als onderwijzer. Volgens de wilde verhalen is er in Benkoelen heel wat geliefd.
      “die ook met hem meeging naar Flores.’ Moet in de tijdlijn volgens mij zijn: was gegaan.

    • Benedict Janssen zegt:

      @MaudLebert: Soekarno leefde in Benkoelen met met zijn vrouw Inggit en hun twee geadopteerde dochters, Omi en Kartika, met daarbij nog Riwu, een jonge bediende die (ook) meegekomen was uit Flores. Goed dat u corrigeert over dat ‘paleis’ – toch staat dat er echt zo bij Loe de Jong (zie de door mij aangegeven vindplaats). Ik las nog (bij Jaquet, die daar bij Soekarno over de vloer kwam) dat het huis van Soekarno smaakvol was ingericht, en verreweg de grootste bibliotheek had van heel Benkoelen en omstreken.

  13. Peter van den Broek zegt:

    In Auschwitz was er ook een gezondheidspost maar werd door de Duitsers weinig gebruik van gemaakt, er was ook een soort huisorkest. Het is er alleen maar om de schijn van perverse normaliteit op te houden.

    En welke Indonesiers, hadden zoveel interesse voor een dominee of pater, een imam was meer op zijn plaats. Het van god vergeten oord Boven-Digoel had geen zielenherders nodig.

    Verdachte Indonesiers werden door het Gouvernement voor onbepaalde tijd “administratief verplaatst”, vergelijkbaar met vrijheidsberoving, maar dat woord bestond blijkbaar niet in Nederlands-Indie, althans niet in de Indische Staatsinrichting.

    Na het uitbreken van de oorlog werden talloze Boven-Digoelers per vliegtuig naar Australië “administratief verplaatst”. Ik kan mij niet herinneren dat in de Indische wetgeving staat, dat onderdanen tegen hun wil in naar het Buitenland kunnen worden verplaatst.

    Aangezien zij in Australië, blijkbaar een normaal land, de status van “geïnterneerden” hadden werden zij in krijgsgevangenkampen geplaatst omringd door prikkeldraad en mitrailleurs . Wellicht kunnen die coryfeeen van historici dit goedpraten.

    Nadat de Geallieerden Nieuw-Guinea bevrijdden wilde Van Mook de gevangen Indonesiers in Australie “administratief terugplaatsen” naar Boven-Digoel. Ik weet niet of hij als Minister van Koloniën of ltnt-GG daarvoor de bevoegdheid had maar in de oorlog kon zo’n man zich van alles veroorloven. Dit was zelfs voor Australië te gortig en verbood deze verplaatsing. De al genoemde Salim wendde zich tot de Australische regering met een verzoek tot vrijlating en dat werd ingewilligd als hij zich meldde als Australische reservist. Zodoende verloor hij automatisch het Nederlands onderdaanschap, maar was nu wel een vrij burger.

    • Jan A. Somers zegt:

      “een imam was meer op zijn plaats.” Maar als de Indonesische samenleving in Indië daar niet voor zorgde, kwam er natuurlijk niets. Geestelijke verzorging is geen overheidstaak.
      Digoel op zichzelf is geen plaats, maar een onderafdeling der Molukken, onder een gezaghebber BB met standplaats Tanah-Merah. Die onderafdeling bestaat uit het bovenstroomgebied van de Digoel. Mijn vader, gestationeerd op Ambon, kwam daar regelmatig voor personen/goederenverkeer en transport/bevoorrading van onderzoeksexpedities en t.b.v. missie en zending.. Daar was de rivier Digoel goed voor, het binnenland was alleen over water bereikbaar, net als alle andere dorpen in dat gebied. In de dorpen Tanah-Merah en Tanah-Tinggi waren ook de kampen van de bannelingen.
      “In Auschwitz was er ook een gezondheidspost ” Slaat nergens op. In Zuid-Nieuw-Guinea waren de paters van het Heilig Hart in Tilburg actief (niet protestante zendelingen zoals ik abusievelijk schreef, die werkten op Noord-Nieuw-Guinea). Ik herinner me nog de paters Vertenten en Geurtjens die af en toe bij ons in Soerabaja logeerde als ze bij hun bazen in Batavia op bezoek gingen. Natuurlijk waren ze daar om zieltjes te winnen, maar ze waren gelukkiger met een nieuw ziekenhuisje met een Doktor Djawa en een mantri-verpleger, en een nieuw schooltje. Zo’n ziekenhuisje was er al in Tanah-Merah en Tanah-Tinggi, daar konden de kampbewoners gewoon gebruik van maken. Niks Auschwitz. En ook van het kerkje. Van pater Geurtjens zijn zijn boeken over de sociologie van dat gebied nog steeds gangbaar. Van pater Vertenten is er in het Tropenmuseum in Amsterdam nog een opstelling van de attributen in zijn studeerkamer.

      • RLMertens zegt:

        @JAsomers; ‘paters van het Heilig Hart etc.’- Pater Vertenten schreef in de Javapost;
        ‘die ethische richting als moordenares op Nieuw Guinea’! Op 23/10-1923 interpelleerde ir.Cramer in de 2e kamer in Nederland; Nederland directe schuld droeg van het grootse leed hetwelk zijns inziens aan honderden onschuldige geïnterneerden was berokkend. Ook medeverantwoordelijk voor de sterfgevallen onder gedeporteerden. Boven Digoel moet met spoed worden opgeheven!’ -En dan te bedenken dat het kamp pas bij de Japanse inval 1942(!) min of meer werd opgeheven! 20(!) Jaar een Nederlandse concentratie! Hoezo ethische politiek? .

Laat een reactie achter op Maud Lebert Reactie annuleren

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s