Een reactie op de website Koloniale Monumenten liet de maker daarvan, Bert Immerzeel, in twijfel achter. Doet hij er wel goed aan door te gaan met zijn bestudering van gedenktekens? Een discussie over erfgoed.
Door Bert Immerzeel
Sommigen van mijn lezers weten dat ik – naast de Java Post – ook bezig ben met een onderzoek naar monumenten in Nederlands-Indië. En dan heb ik het niet over gebouwen, maar over gedenktekens: standbeelden, gedenknaalden, gedenkstenen en plaquettes. Waarom? Omdat daar nooit eerder onderzoek naar werd gedaan, en omdat de beschrijving van fotografische afbeeldingen vaak hapert als het gaat om de benaming van dergelijke monumenten. Omdat we niet meer weten waarom ze werden opgericht, en wanneer. Omdat ik nieuwsgierig ben.
Kort na de oorlog verscheen in het Indisch Militair Tijdschrift een artikelenserie over monumenten in Indië, waarin een twintigtal monumenten werd beschreven. Natuurlijk betrof dit alleen militaire monumenten. Verder werd naar mijn weten nooit ergens anders aandacht geschonken aan deze cultuurdragers. Want cultuurdragers zijn het: ze vertellen ons iets over de waarden en normen van een samenleving die niet meer bestaat. En ja, omdat de heersende klasse uit Europeanen bestond, waren de meeste monumenten reflecties van hetgeen zíj belangrijk vonden.
De meeste van deze monumenten, ik schat zo´n 75%, zijn na de onafhankelijkheid van het nieuwe Indonesië gesloopt. Waarschijnlijk omdat ze werden gezien als koloniaal. Toch bleven sommige monumenten echter bestaan, en worden zelfs gekoesterd. En kregen een nieuw leven als publiekstrekker of herinnering aan een republikeinse overwinning. Ook al was het monument eigenlijk bedoeld om juist het tegenovergestelde – de Nederlandse belangen – te benadrukken.
Samengevat: monumenten leren ons niet alleen iets over een samenleving die er niet meer is, maar ook over omwentelingen, veranderende inzichten. Reden genoeg om er eens voor te gaan zitten en alles op een rijtje te zetten.
De afgelopen jaren heb ik honderden uren zitten grasduinen in online foto-archieven en databanken als die van Delpher, met als resultaat dat ik nu een database heb van een ruime 200 monumenten uit de Nederlandse periode in Indië. Ik beperk me hier in eerste instantie tot monumenten in de openbare ruimte, buiten begraafplaatsen. Van een hondertal daarvan heb ik het onstaan vastgelegd in mijn website www.kolonialemonumenten.nl, soms door een klein verhaaltje, soms slechts door een knip-en-plakmethode met gebruik van enkele krantenartikelen uit die tijd. In alle gevallen met foto´s van het desbetreffende object. Voorlopig heb ik hierbij een indeling gemaakt in tien verschillende categorieën: bestuur, economie, Indonesisch, Koninklijk Huis, militair, ondernemers, ongelukken, religie, Tweede Wereldoorlog en wetenschap. Dit alles met de bedoeling om de komende jaren de lijst voor zover mogelijk te completeren, en daarna op zoek te gaan naar de antwoorden op de meer algemene vragen: waarom werden deze monumenten opgericht? Door wie? Met welke aanleiding? Maar ook: wat kostte het, en welke technische aspecten waren in het geding? En vervolgens: welke beelden werden afgebroken en waarom juist díe?
De actualiteit
Het zal u niet zijn ontgaan: de discussie over monumenten is actueel. De dood van George Floyd in Minnesota, USA, heeft geleid tot het ontstaan van de Black Lives Matter-beweging en een wereldwijd protest tegen alles wat als racistisch en koloniaal wordt beschouwd. Het gevolg hiervan hebben we in de media kunnen volgen: In Engeland en Amerika werden standbeelden omvergetrokken van slavenhouders, slavenhandelaren en een ‘ontdekkingsreiziger’ als Columbus. Er werd actie gevoerd voor de verwijdering van standbeelden van personen die ooit tot de grootsten van het vaderland werden gerekend, zoals Churchill, of de Amerikaanse presidenten Washington en Jefferson. Niets lijkt meer heilig. In Nederland barstte de discussie opnieuw los rond het al dan niet handhaven van het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen in Hoorn.
‘Jammer’, dacht ik, ‘dat ik nog maar halverwege ben met mijn onderzoek naar de monumenten in Indië’. ‘Jammer, omdat ik, als ik mijn project had afgerond met een publicatie, misschien een bijdrage had kunnen leveren aan de discussie, en tegelijkertijd aandacht had kunnen vragen voor het (verloren) erfgoed in Indonesië.’
Jammer. Niet meer dan dát, want ik heb niet overwogen om mijn zoektocht naar monumenten vroegtijdig te staken. Waarom zou ik?
‘Glorification’
…tot dat ik, een week geleden, opnieuw begon te twijfelen. De aanleiding was een artikel, getiteld ‘The dark history of slavery and racism in Indonesia during the Dutch colonial period’ in het tijdschrift The Conversation (‘academic rigour, journalistic flair’) van de Indonesische bodemexpert Budiman Minasny, verbonden aan de Universiteit van Sydney.
In dit artikel gaat Minasny in op de geschiedenis van de tabaksplantages op Noord-Sumatra. Hij verhaalt van de grondleggers van de tabakscultuur Jacob Nienhuys en Jacob Theodoor Cremer, en het door hen ontworpen arbeidsstelsel van contractarbeid en de ‘poenale sanctie’. Ooit werden voor deze ‘slavenhandelaren’ zelfs monumenten opgericht: voor Nienhuys een fontein, en voor Cremer een standbeeld, beide in Medan.
Deze geschiedenis, aldus Minasny, heeft te weinig bekendheid gekregen. De huidige Wikipedia-pagina´s, gewijd aan Nienhuys en Cremer, maken geen melding van het misbruik van hun arbeiders, en hun geschiedenis wordt ten onrechte geromantiseerd: Along with this beautiful fairy tale, Nienhuys is narrated as the founder of the modern city of Medan. The Dutch Colonial Monument website glorifies Cremer as the colonial with the highest ideals that brought civilization, prosperity, peace, and order.
Hier moest ik even pauzeren en het nóg een keer lezen. Het gaat dus om die laatste zin: mijn eigen www.kolonialemonumenten.nl zou dus Cremer vereren ‘als koloniaal met de hoogste idealen, die beschaving, welvaart, vrede en orde bracht?’
Ik kon me dat niet goed voorstellen, en heb mijn eigen stukjes over Nienhuys, en vooral dat van Cremer, nog een keer goed gelezen. Dat van Nienhuys bestaat uit enkele citaten uit de dagbladen van toen, ten tijde van de onthulling van de Nienhuys-fontein. Dat van Cremer is voornamelijk een kopie van een biografietje van de man, geschreven door historicus Cees Fasseur voor het Biografisch Woordenboek van Nederland. In beide gevallen richtte ik me echter voornamelijk op de aanleiding en onthulling van de desbetreffende monumenten: dátgene waar mijn website over gaat. Door de omvang van mijn project moet ik me beperken tot enkele contemporaine verslagen, een enkele keer aangevuld met iets actuelers.
Wat ik in het geval van Nienhuys en Cremer echter zeker níet heb gedaan, is hen te vereren en neer te zetten als brengers van beschaving en geluk.
Dus heb ik Minasny aangeschreven. Om hem te vertellen dat ik het met de strekking van zijn artikel eens was, maar dat zijn opmerking over mijn website niet correct was.
Zijn antwoord: ‘Ik begreep wel dat de tekst die je gebruikte gebaseerd was op krantenartikelen uit die tijd, maar het ontwerp met de vele foto´s geeft wel degelijk aan dat hier een koloniaal standpunt wordt verheerlijkt. Iedereen die je site bezoekt zal denken dat de man die de poenale sanctie heeft uitgevonden wordt verheerlijkt.’
Ik begon aan mezelf te twijfelen. Misschien had hij gelijk. Was de foto van de KNIL-militairen die ik in kop gebruik verwarrend? Of misschien de foto van het standbeeld van Cremer bij de oproep aan mijn lezers om me te helpen? Misschien had hij wel gelijk en moest ik een disclaimer gebruiken. Aan de andere kant vond ik het wel vreemd dat een academicus zo zeer afging op de plaatjes, en niet de inhoud van de artikelen op waarde wist te schatten.
Ik heb hem terug geschreven dat mijn site over monumenten ging, en niet over slavenarbeid. En dat hij zich niet moest laten afleiden door de plaatjes. En dat ik niet alleen aandacht schenk aan plantage-houders, maar ook aan andere personen.
Zijn slotwoord liet me in vertwijfeling achter: ‘Zowel de inhoud als de afbeeldingen laten zien dat je je laat leiden door koloniale gedachten. Je moet je misschien bedenken, nu overal beelden van slavendrijvers worden neergehaald, of het wel juist is dit soort monumenten te doen herleven. Bedenk dat honderdduizenden hebben geleden door de daden van dit soort mensen.
Tot zoverre onze gedachtenwisseling.
Minasny gaat dus nog een stap verder dan mij bekritiseren om mijn toon, nee, hij vindt dus dat ik mijn project moet stopzetten. Ongeacht die toon, ongeacht de afbeeldingen. Iedere aandacht voor dit soort monumenten uit de koloniale periode is contraproductief.
Nu is Budiman een bodemspecialist, en geen historicus, bedacht ik me. Maar toch, het is zíjn geschiedenis, het gaat over zíjn land. Misschien heeft hij wel een punt. Of niet?
Helaas weet ik niet wie Cremer is. Maar ja ik kom uit Jakarta.
Verstuurd vanaf mijn iPhone
Beste Bert, Het artikel in The Conversation van Minasny heb ik ook gelezen. Het was zeker informatief en duidelijk. En jouw monumentenwebsite is dat ook. Beide geven een beeld van een verleden, waarvoor velen zich voor interesseren, meer van af willen weten, maar vooral meer van willen begrijpen. Dan is het wel een voorwaarde dat dit in evenwicht en met de nodige zorgvuldigheid gebeurt. Als dat zoals nu gebeurt, dan accepteer ik tegenstrijdige visies die een beter inzicht en debat alleen maar bevorderen. Ik accepteer, dat op dit moment in de discussie de emoties soms wat fel worden, waardoor bij sommigen het beeld vertroebeld wordt. Zelf ben ik een voorstander om monumenten te behouden en beschouw ze als een aansporing om op basis van voortschrijdend inzicht en huidige verworven inzichten ons in gezamenlijkheid actief in te zetten bij het verwerken van het verleden. “Stilstand is achteruitgang”, dus we dienen in goede verstaanbaarheid en respect voor de ander actief te werken aan het duiden daarvan van.
Ik hoop nog vele afleveringen van jouw fraaie monumenten website langs te zien komen.
met hartelijke groet, Joan Snellen
Joan, dank. Ik was van plan eenzelfde soort reaktie te geven.
Een kleine aanvulling wellicht. Tegenstrijdige informatie is meestal informatie vanuit een verschillend perspektief. Het maakt een dialoog mogelijk (of ruzie :))
Thesis – Anti-thesis ….. Syn-thesis
Iets persoonlijks
Ik was jaren geleden op de herdenkingsplaats van Kanchanabury Thailand. Ik vond er het graf van een oom van moederszijde. Mijn hele wezen was vervuld van verdriet. Tranen rolden, ze waren niet te stoppen. Ik ben geboren in 1951. Dus het verdriet heb ik geërfd.
Ik heb besloten om deze plaats te blijven bezoeken totdat de tranen stoppen. Dat is ook de reden dat ik Java Post volg.
Met vriendelijke groet,
Leo.
Ik vind dat de beeldenstorm meer vragen stelt dan antwoorden levert. Zou het mogelijk zijn om een volk aan te duiden die niet in zijn verleden meedeed aan de slavernij? En bij welk tijdperk kunnen wij ophouden? De pyramiden werden gebouwd door slaven, en zijn nu een belangrijke bron van inkomen voor Egypte.
Toen ik Indonesië bezocht in 2017, was ik onder de indruk tot hoeverre dat land zijn koloniale verleden zorgvuldig bewaarde. In oud Batavia staan de oude VOC gebouwen in redelijke toestand. Het zelfde gold voor Bandung, waar ik onder de indruk was van de aandacht die gericht werd op de architecten Schoemaker en Aalbers (Het Preanger hotel – een heel vertrek) en hotel Savoy Homan (een plakkaat).
De herrie over Black Lives Matter, is maar heel indirect verbonden aan slavernij. Het gaat om politie geweld, vooral in Amerika meestal ten nadele van de zogenaamde Afro American. het omgooien van monumenten zal dat probleem beslist niet oplossen.
Het ontwapenen van de politie zal beslist ook niet helpen want in Amerika wemelt het van de wapens. De wapenhandel viert hoogtij.
Het is mogelijk dat wanneer een minder onaangenaam figuur de troon van het witte huis bekleed de wereld wat minder aandacht zal besteden aan de droevige toestanden in Amerika .
Het is duidelijk dat in de opvattingen van academici zoals Prof Minasny, de morele gedachtengang van de verleden 100 – 300 jaar uiterst slecht was vanuit het mensenrechtelijke oogpunt en dat wij nu beter weten.
Ik vraag me af of in het jaar 2120 onze over kleinkinderen met afschuw zullen kijken naar wat zich in 2020 ontplooide. Wat vroeger door slaven gedaan werd is nu arbeid voor machines. Maar ik weet ook dat nu duizenden mensen zich kapot werken in bedrijven in land A voor een dagelijks loon , dat bij vergelijking met de welvaart van de consument in land B nog steeds een vorm van slavernij is.
De beeldenstorm bereikt wat dit betreft absoluut niets. Het is absurd.
Academici hebben de luxe om in hun ivoren torens verhalen te schrijven over allerlei onderwerpen voor geleerde tijdschriften. Wat zij niet doen is in het politieke gelid te springen om de teugels van het land in handen te nemen, en de problemen inderdaad op te lossen.
“hotel Savoy Homan” Heb daar in 1997 gelogeerd, nog heel mooi!
@ hotel Savoy Homan. Heb daar 2019 gelogeerd. Nog altijd mooi!
Best to leave it as a historical moment.
Sent from my iPad
Het blijft moeilijk met die monumenten. Ik woonde een aantal jaren in Kazachstan, en zag meerdere Lenin- beelden. Sommige waren echt kunstwerken, bijvoorbeeld in Karaganda, een belangrijke stad en ooit belangrijk deel van de Gulag. Nu was Lenin niet zo’n grote schurk als Stalin, en eigenlijk vond ik het beeld mooi. Een jaar of zo geleden hoorde ik dat het was weggehaald. Misschien stond het te centraal in het midden van de stad. Ik mag hopen dat het op een andere plek is gezet en vooral niet vernietigd. Want dat lijkt toch een beetje op Stalins praktijk, die tegenstanders niet alleen liet executeren maar hen van foto’s liet verwijderen alsof zij er nooit geweest waren. Beelden zijn misschien wel een van de meest ‘beeldende’ getuigen van het denken van toen. Mijn conclusie: vooral doorgaan met dit werk, Bert Immerzeel, en met deze uitstekende website, die raakt aan veel zaken die voor de latere generaties niet meer bestaan als ze er niet meer over geschreven wordt.
Ga vooral door met het beschrijven van de monumenten: ze kunnen bijdragen aan de discussie. Die raakt wat oververhit in deze tijd, dus het is zeker van groot belang om steeds kritisch te blijven op de eigen schrijfsels. Ik houd hierdoor ook elke tekst die ik schrijf een aantal keren tegen het licht. Ik ben nl. bezig met het beschrijven van het leven van o.a. mijn grootvader, tabaksplanter voor Senembah vlakbij Medan. Eigenlijk wilde ik schrijven over de Tweede Wereldoorlog, zoekend naar de redenen waarom hij een foute keuze maakte. Maar toen ik begon, merkte ik dat ik zijn verhaal eerder moest laten beginnen, namelijk in 1910, toen hij op Sumatra arriveerde. Het onverhuld racisme daar was zo duidelijk en blijkbaar zo gewoon, dat noch hijzelf, noch zijn collega’s dat als zodanig zagen. Het boek van Jan Breman, ‘Koelies, planters en koloniale politiek’ was voor mij zeer verhelderend in dit opzicht.
Doorgaan met beschrijven en duidelijk maken wat er speelde draagt meer bij aan de kennis hierover dan monumenten omver halen en alles onderschoffelen, want dan lukt het op den duur alsof er niets is geweest.
Het is een slecht idee om het verleden te beoordelen op goed of fout. Het verleden kan zich nu eenmaal niet verdedigen. Alle discussies hierover zullen verzanden in de verschillende meningen en kunnen alleen tweespalt opleveren. Willen we alle erevelden in Indonesië opruimen vanwege de politionele acties? Alle kerken afbreken vanwege de kruistochten? De moskeeën vanwege de Taliban? De piramiden omdat ze gebouwd zijn door slaven? De lijst is eindeloos en er is geen volk wat er zich aan kan onttrekken. Alles en iedereen kan tot symbool gemaakt worden voor een of ander standpunt. Het gaat er helemaal om of we meegaan in dat symbolische stempel. Zien we Alfred Nobel als uitvinder van massavernietiging of als de insteller van een wereldwijd geaccepteerde Vredesprijs? Het is allemaal een kwestie van perceptie.
Ach, laat de prof toch maar kletsen!!
Bert.
Beste Bert, Ik zou maar gewoon doorgaan. Het is vreemd dat een academicus zich laat leiden door beelden en zich niet verdiept in de tekst geschreven in een taal zie waarschijnlijk onvoldoende beheerst. Dan laat iemand zich al snel leiden door plaatjes en beelden. Het is op zich verdrietig dat een (aanmatigende) academicus een standpunt inneemt zonder eens rustig het gesprek te zoeken. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat deze academicus vooral op zoek is naar zijn eigen gelijk. Zonder ook meer te proberen te begrijpen wat jij wilt en ook zonder te komen met inzichten die jou en anderen kan helpen.
Voorbeeld: een foto plaatsen van een geschminkte zwarte Piet wil niet zeggen dat je een racist bent of de zwarte Piet verheerlijkt. Mocht iemand schrijven dat Hitler ertoe heeft bijgedragen dat de Volkswagen werd gecreëerd wil niet zeggen dat diegene een nazie aanhanger is.
Jou vraag is nu “moet ik hier wel mee doorgaan”. Dat zou ik zeker doen, vooral als jij dat leuk vindt om te doen. En je hebt het antwoord feitelijk zelf al gegeven: doorgaan maar met de kennis van nu en de explosieve situatie waarin wij ons nu (cultureel) bevinden een bijdrage leveren in de geschiedschrijving. Je zou dan in verklarende teksten iets kunnen opnemen, je noemde zelf een disclaimer. Dat laatste kan je in meerdere talen doen op de site.
Nu ik bovenstaande nog eens lees realiseer mij het volgende. Het risico is dat er mensen zijn die je site lezen als de Donald Duck. Die laten de plaatjes het werk doen en lezen iets als dat nodig is, Ik zou mij vooral niet druk maken over Donald Duck lezers, ook niet als zij zich erop voorstaan dat ze academicus zijn en zeker niet als de academicus geen respect heeft voor anderen.
Blijf doorgaan Bert. Het word tijd dat de mensen inzien dat we in dezelfde wereld leven. Wat gebeurd in een land heeft een uitwerking over de hele wereld. We zijn een familie.
Ga door , Bert . Bij deze gehele discussie , voor mij culminerend in het neerhalen van het beeld van Columbus ,
krijg ik een gevoel van “”ontkennen van geschiedenis”” , die er nu eenmaal is . Mooi verwoord door eerdere commentaren , zoals bv. van Joan van Vollenhoven , hartelijke groet , Michiel
We hebben al eerder zoiets gehad. Rusland was voor het winnen van de oorlog heel belangrijk geweest. Heeft, dacht ik, ook de meeste slachtoffers. Vandaar dat we overal Stalinlaan tegenkwamen bij nieuwe straten. Maar toen kregen we de anticommunistenhype in Amerika. Werden het allemaal ‘Vrijheidslaan’. Om de Marshallhulp veilig te stellen?
Eigenlijk heb ik met de ‘foute’ standbeelden geen probleem. Voor mij zijn het straatbeelden, net als een kerktoren (of bent u soms anti-religie?), een fontein (slecht voor het milieu), een AH (kapitalist). En Zwarte Piet (slavernij). De geschiedenis is vol foute boel, nog afgezien van de definitie van ‘fout’. En de perceptie (van mij of de uwe?) van de geschiedenis. Ook de atoombommen, met al die burgerdoden, is geschiedenis, waar je een mening over kunt hebben.
Die standbeelden zijn geplaatst met een gemeentelijke vergunning, veelal betaald door de belastingbetaler. Of we die standbeelden dan willen weghalen beslist dan toch het gemeentebestuur en/of belastingbetaler? Niet zomaar een uit het niets opduikende groepering. Zelfs als ik het eens zou zijn met de beweegredenen van die groepering. Maar die heeft mij, en de gemeente niets gevraagd. Niet zo netjes.
@JASomers;’standbeelden etc.’- Wen eraan dat er nu ook schandbeelden zijn! Laten staan die beelden; tot schande van ons koninkrijk. Voor iedereen waar te nemen; met een toelichtingsbord; ‘te bespotten en te verheerlijken’! ( zo blijft geschiedenis levend)
” blijft geschiedenis levend” Ja, en nu zijn de gapers aan de beurt. Jammer, er waren heel mooie bij.
@JASomers; ‘gapers etc.’ – Achter de winkelruit een opschrift; die gaper is mijn uitheemse grootvader!
In 2017 bezochten wij Indonesië, en maakten onder ander een mooie tocht over de lengte van Flores van Maumere naar Labuan Bajo langs de Flores weg. Ongeveer halverwege , waar de weg langs de zuid kust liep, lag een enorme grootte kei, zowat drie meter hoog, met er op twee plakkaten . Een memoreerde een visite door Suharto op dit eiland. Het andere plakkaat memoreert, de voltooiing van deze mooie weg in Name van Koningen Wilhelmina , op 31 Augustus 1925. De typische Nederlandsche kilometerpaaltjes met een oranje top staan nog steeds langs deze weg. De weg zelf is een knap stuk bouw kunst , met zijn vele steile hellingen en scherpe bochten. Nu vind de Tour de Flores regelmatig plaats met honderden wiel rijders en enthousiaste vlaggetjes waaiende inheemsche toeschouwers. Ook een monument
Doorgaan alstublieft! Het is deel van een historie die documentatie waard is. Maar ook begrijpelijk dat men in Indonesie veel van deze koloniale monumenten stuitend vindt. En het weghalen is hun goed recht. Ik heb eventueel suggesties voor aanvullingen, kunt U me een email adres doorgeven?
@ ‘begrijpelijk dat men in Indonesie veel van deze koloniale monementen stuitend vindt. en het weghalen is hun goed recht’. U heeft het waarschijnlijk niet goed begrepen mhr. H. van Gorsel, maar in Indonesie wordt het koloniale verleden in ere gehouden omdat het een deel van hun geschiedenis is. Alles wat eens kolonial eigendom was, wordt gerestaureerd. Ik was een paar jaar geleden in de buurt van Solo onderweg en in the middle of nowhere werd een station gerestaureerd. Alles op kosten van de gemeente! Waarschijnlijk zou het nooit meer gebruikt worden en een tourist zou er zich zeker niet voor interesseren. Kijkt u eens naar de begraafplaats Peneleh in Surabaya. Jaren geleden liepen daar geiten en kippen rond, bedelaars lagen op de zerken en de was hing tussen de graven. En nu? Niets meer van dat alles. De gemeente heeft het in stand gezet! De gaten in de graven door grafrovers veroorzaakt zijn nog niet dicht, maar ik denk dat dat ook nog komt. en zo kan ik doorgaan.Ik ben er geweest en heb het met eigen ogen in heel wat steden gezien. Heb er ook fotos van.
Wat Bert doet is heel belangrijk, hij laat heel objectief geschiedenis zien, opdat het niet vergeten gaat. Lang zal hij leven!
Gaat u alstublieft verder met dit m.i. boeiende onderzoek. Laten we dit soort werk niet laten verknallen door de krankzinnige huidige volslagen onwetenschappelijke deugelarij. Het is werkelijk schandalig wat deze “wetenschapper” u schrijft. Hij heeft gewoon geen punt.
Ik bestudeer al jaren d geschiedenis van de spoorwegen in Indië. Dat doe ik met veel plezier en niets kan mij daar van af brengen. Ik hoop dat uw onderzoek ooit in een sprankelend boek zal worden gepubliceerd. Ik kijk er naar uit!
Beste Bert, ik kreeg de link naar je dilemma toegestuurd van een collega. Zoals je weet ben ik betrokken bij de website koloniaalerfgoedtevoet.nl. over koloniaal erfgoed dat in Nederland te vinden is. Heel herkenbaar wat je schrijft, maar toch anders. Wat anders is, is dat de bezetter zijn eigen glorie daden weergeeft in monumenten in de beste traditie van ‘ daar werd wat groots’ verricht in het land dat hij bezet. Dat geldt niet voor alle monumenten die je beschrijft maar wel waar het bestuur, militaire zaken en economie betreft. Neem het standbeeld om de ( Nederlandse) gesneuvelden van de Bali-expeditie te herdenken. Als je sec dat monument beschrijft zonder enige verwijzing wat daar heeft plaatsgevonden laat dat alleen de verliezen van de bezetter zien zonder iets te vermelden over het aantal Indonesiërs dat omgekomen is. Dat is een probleem. Hoe ga je dat oplossen als je dat wilt.
Ophouden met het project, zeker niet. De beschrijving van al deze monumenten laat zien hoe superieur de Nederlanders over zich zelf dachten en ook dat ze dachten ten eeuwige dage de macht te kunnen blijven uitoefenen in Indonesië. Dat vind ik heel belangrijk. Deze monumenten laten het gezicht zien van de macht en rijkdom van de bezetter op een manier die je maar moeilijk een, twee, drie uit schriftelijke bronnen haalt.
Ik denk dat je in een inleiding heel duidelijk moet maken vanuit welk perspectief deze monumenten eertijds zijn opgericht. Ook denk ik dat je zou kunnen verwijzen naar informatie over de kwalijke kanten van een man als Nienhuis. Het werd zelfs het Nederlands-Indische gouvernement te gortig hoe hij met ‘zijn’ koelies omging. Hij is dan ook verbannen naar Nederland. Hoe dan ook de gebruiker van je site zul je duidelijk moeten maken dat je weet hebt van twee kanten van het verhaal rond een monument en de context ervan.
Wat koloniaalerfgoedtevoet.nl betreft: wij zijn ons al zoekend en wandelend bewust geworden van het belang beide kanten (dat van de bezetter en de onderdrukten) te laten zien. Dat hebben we ook duidelijk verwoord in de inleiding en de verhalen. Dat is belangrijk om in het heden om te kunnen gaan met dit gezamenlijke erfgoed. Gelukkig hebben we weinig koloniale monumenten in de publieke ruimte in Nederland. (In Nederlands-Indië hebben er meer gestaan) Monumenten die je om ver kunt trekken bedoel ik dan. Daar staat tegenover dat het kolonialisme in gebouwen, huizen, landgoederen in Nederland zo omvangrijk is dat het niet uit te vlakken is. We zullen ermee moeten dealen, allemaal. Spannend om daarin je weg te vinden. Jammer overigens dat er geen (niet meer) Indonesiërs gereageerd hebben op dit dilemma.
Dank aan allen voor uw warme woorden. Niet dat ik me zo snel van mijn onderzoek af zou laten halen, maar tóch, het helpt bijzonder te weten dat anderen mij hierin steunen.
Bert Immerzeel
aka Buitenzorg
Nederland heeft maar een kort bestaan gehad als een land met geschiedenis. Meestal waren de lage landen een deel vanandere grootmogendheden, die de bevolking onderdrukte . Nederlanders zijn dus gerechtvaardigd om te verwachten dat de Fransen , de Spanjaarden, en daarvoor, de Romeinen nu afstand nemen van hun vrede gedrag. Napoleon word nog steeds beschouwd als een Franse held verdommen. En die indrukwekkende monumenten in Rome hebben vast en zeker het een en ander te danken aan Nederands bloed. Het is toch waanzinnig dat Nederlanders het in hun hoofd halen om Parijs, Madrid en Rome te bezoeken voordat de schulden van het verleden afgelost zijn.