Na onze eerdere beschouwingen van Petit Trouville en Zandvoort, is het nu de beurt aan de laatste badplaats van Batavia: Tjilintjang. De badplaats van het volk.
Door Bert Immerzeel
Over Tjilintjing schreef het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië in 1931:
“Tjilintjing is een kampong in de buurt van Batavia, waarvan de bewoners niet erg hoog staan aangeschreven. De kampong ligt vrij afgelegen, is moeilijk te bereiken en in de schaduw der klapperbomen van die uithoek gebeuren vele daden van boosheid, die zelden of nooit aan het licht komen. Het is de Apachen-wijk van Batavia.”
Tjilintjing was, zeg maar, een achterbuurt waar je maar beter weg kunt blijven. Maar toch, het was méér dan alleen een smoezelige kampong. Het was een streek vol met visvijvers en schaduwrijke paadjes, en het had een strand. Vooral aan dit strand hebben vele Indischen aangename herinneringen.
Je moest er wel wat voor doen om er te komen. Vanuit Batavia was er de mogelijkheid om met de trein naar Priok te gaan, en van daar verder met een rijtuig. Gebruikelijker was het echter om met de auto te gaan: langs Priok was het dan nog enkele kilometers over een slecht geasfalteerde weg naar het oosten, tussen de visvijvers door en langs een aanplant van kokospalmen. Voor een afvoerkanaaltje met een bruggetje boog de weg naar de kust. Weer een kilometer verder, na een afslag naar rechts, kwamen we dan bij het strand.
´Tjilintjing´ was eigenlijk niets anders het strand. Géén kleedhokjes, géén strandtenten, geen hotel. Misschien ooit hooguit een enkele waroeng. De meeste bezoekers namen hun eigen eten en drinken mee, en keerden na enkele uren strand weer met de auto terug naar de stad.
Van Tjilintjing hebben we slechts enkele foto´s. Uit vooroorlogse collecties kennen we vooral de beelden van Jan Vane, een vriendelijke maar ook wat schuchtere amateur-fotograaf die huisde in Pension Haverkamp aan de Schoolweg. Deze liet zich graag in met de jonge meisjes uit het pension die hij soms uitnodigde om samen met hem naar het strand te gaan. Op de foto´s zien we de meisjes genieten van het uitje. Vane liet zich zelf ook graag vereeuwigen.
Wat had Tjilintjing dat Zandvoort niet had? Tjilintjing bood rust, natuur en vrijheid. En, wat voor sommigen misschien ook belangrijk was: het was gratis. Dit alles woog soms makkelijk op tegen het ongerief van de reis en het gebrek aan voorzieningen.
Het lijkt er op dat Tjilintjang slechts werd bezocht door Indo-Europeanen. Een foto uit de jaren ´50 laat echter zien dat de badcultuur geheel is overgenomen door de Indonesiërs. Tot wanneer het strand is gebruikt vertelt het verhaal niet, maar waarschijnlijk ergens in de jaren ´80 of ´90 is het op de schop gegaan. Uiteindelijk trof Tjilintjing het zelfde lot als Zandvoort: de uitbreiding van de havenwerken maakte dat ´Tjilintjang´ tegenwoordig nog slechts staat voor een marginale stadswijk tussen scheepskranen en transportcontainers.
Vlak na de oorlog gingen we er vaak naar toe met “militaire begeleiding” , dat was een leuke tijd!
Later was het Zandvoort en de Jachtclub……
1946/58.
Wauw….heel lang geleden,gingen we mijn broertje en ik,daar met mijn Vader,dikwijls op Zondag,naar toe om te zwemmen……was er zo fijn en vredig
ELLY
Verder dan de visvijvers had men echt een strand en de zee; waarden gratis kon zwemmen. Iedere middag als Tobing de vracht wagen op het erf zet vragen wij of hij naar cilincing met ons wou en als mijn vader het goed vond gingen alle kinderen uit de buurt mee. Dit alles was snel voorbij toen we een aangespoelde zeeslang zagen😀😄😃
Verstuurd vanaf mijn iPhone
Een van de bekenste plaatplaatsen van Batavia, was TJIKINI die nu niet meer bestaat omdat het in een hotel is verbouwd.Waar volgens zeggen ooit het plakaat staat van : VEBODEN VOOR INLANDERDS EN HONDEN”. Maar de badplaats was van de kinderen van de bupati van Batavia POERBONEGORO di aan de Prapattan straat woonde.
Tjikini (Cikini) in Batavia (Jakarta) was en is nog steeds het ziekenhuis.
Bestaat nog steeds.
Volgens mij is het stukje strand van Petit Trouville en Zandvoort en Tjilintjing hetzelfde strand.
De kampung Tjilintjing lag/ligt wat verder oostwaarts.
Halverwege de 50-er jaren kreeg mijn vader van zijn werk (aannemer maatschappij De Kondor) op zondag 2 auto’s met chauffeur ter beschikking om naar dit strand te gaan met vrouw en 5 kinderen.
Mijn vader was de hele dag weg, hij zat in de Jachtclub bij collega’s en vrienden.
Mijn moeder bleef op het strand achter met ons kinderen en een picknickmand. Er was een wip en een paar (hoge) schommels, zelf ging ik bij de pier op jacht naar mooie vissen en kreeftjes.
Zondagmiddag gingen we weer naar huis (jl tanah Abang III no 29, voorheen: Laan de Riemer), helemaal een rood verbrande rug door de zon en het zoute zeewater.
Beste Hans,
Naarmate de geschiedenis verder weg ligt, lijkt het alles op elkaar. Om de dingen weer recht te zetten, en te scheiden, heb ik er daarom drie artikelen aan gewijd:
https://javapost.nl/2020/02/21/badplaatsen-van-batavia-petit-trouville-1888-1920/
https://javapost.nl/2020/03/03/badplaatsen-van-batavia-zandvoort-en-de-jachtclub/
https://javapost.nl/2020/04/18/badplaatsen-van-batavia-tjilintjing/
Petit Trouville ging in 1920 op de schop; het moest wijken voor de uitbreiding van de haven. Een 500 meter naar het oosten werd toen een kunstmatig strand aangelegd ten vervanging van deze badplaats. Dit was Zandvoort. Een paar jaar later werd Zandvoort verrijkt met het gebouw van de Jachtclub.
Weer een kilometer of vier naar het oosten lag het natuurstrand van Tjilintjing.
Afgaande op je verhaal: als je vader in de Jachtclub zat, en jullie gingen bij de pier op zoek naar vissen, was dit Zandvoort.
Halverwege de 50-er jaren reden we naar Tjilintjing, mijn vader ging apart met een auto met chauffeur naar de jachtclub, het was dus niet vlakbij anders was hij wel gaan lopen….
Zo is dat Bert!