De twijfelachtige afhandeling van een studiebeursverzekering

De overdracht van rechten en plichten in verband met de soevereiniteitsoverdracht vond niet plaats zonder problemen. Een 92-jarige briefschrijver van de Java Post denkt er het zijne van.

Preanger Bode, 1910

Uit Californië ontving de Java Post het volgende bericht:

“Nog voor mijn 1ste verjaardag sloten mijn ouders bij de Nederlandsch-Indische Levensverzekering- en Lijfrente-Maatschappij (NILLMIJ) een studiebeurs af. Mocht ik na de middelbare school nog willen studeren, dan kwam ik in aanmerking voor een toelage.

De premies werden op tijd betaald en zelfs na de Japanse bezetting nog eens verhoogd in verband met de drie jaar verzuimde betalingen.

Mijn ouders kwamen in 1951 naar Nederland en nauwelijks terug kwam er een brief van de NILLMIJ met de mededeling dat de studiebeurs nu in Indonesische rupias zou worden betaald! Met andere worden, de beurs, altijd voldaan in keiharde guldens, was niets meer waard. De beurs werd afgekocht en we kregen er een habbekrats voor, naar ik meen minder dan 2-1/2 cent (een gobang) per gulden.

Er moeten toch honderden gedupeerden zijn geweest, maar ik heb nooit verder iets hierover vernomen. Zijn er nog gedupeerden, of hun ouders, die deze frauduleuze afhandeling van de Nillmij (nu AEGON) zelf hebben ondervonden?”

Was getekend, met “hartelijke groet uit zonnig California”, de heer J. van Leer.

De kwalificatie ´frauduleus´ is naturlijk van de briefschrijver. Want we weten niet zeker of de afhandeling van de bedoelde polis niet volgens het boekje is gegaan.

Bataviaasch Nieuwsblad, 1939

Wat we wél weten, na een kort onderzoekje, is dat de Nillmij vanaf 1910 adverteerde met de hier bedoelde studiebeursverzekering. Het heeft deze maatschappij geen windeieren gelegd. Uit het jaarverslag over 1938, waarvan verslag in de Sumatra Post:

“De productie aan nieuwe verzekeringen is in 1938 zelfs nog wat hoger geweest dan in 1937. Werd toen bruto afgesloten rond 42 miljoen gulden, tegen 33 miljoen gulden in 1936, ditmaal werd verkregen een bruto-productie van ruim 43 miljoen gulden. (…) Tegenover de bruto-vermeerdering van totaal 43.8 miljoen werd door overlijden, aanbreken van den einddatum, wijziging, afkoop en wanbetaling geboekt een vermindering van 20.4 miljoen. De nettovooruitgang bedroeg alzo 23.4 miljoen gulden; zij bracht het verzekerd bedrag onder 31 december 1938 op rond 215,5 miljoen gulden. Dit bedrag blijkt te bestaan: voor 49% uit kapitaalverzekeringen, voor 44% uit studiebeurs- en opvoedingsrenten, voor 6,5 % uit lijfrenten en weduwepensioenen en voor 0,5% uit volksverzekeringen.”

Deze laatste cursivering is van ons. In de dagbladpers vinden we geen mededelingen over  de afhandeling van nog bestaande polissen na de soevereiniteitsoverdracht.

Het is natuurlijk mogelijk dat de polishouders (ouders van de briefschrijver) schriftelijk hebben ingestemd met deze afwikkeling. Maar misschien ook niet. Daarom is het niet oninteressant te weten of er nog Java Post-lezers zijn die een (soort)gelijke polis hebben gehad en meer weten van deze materie, en ondersteunen we graag de oproep van de briefschrijver.

Iemand?

x

Het vervolg op dit artikel leest u HIER.

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

8 reacties op De twijfelachtige afhandeling van een studiebeursverzekering

  1. Coen zegt:

    Kruideniers mentaliteit , hoe kenmerkend

  2. j.w.hoegen zegt:

    Ik weet dat mijn vader zeer teleurgesteld was in de NILLMIJ .
    Hij had een studieverzekering op mij afgesloten , nooit iets uitbetaald .

  3. Peter van de Broek zegt:

    In de polisvoorwaarden staat onder welke voorwaarden , hoeveel en aan wie de verzekering wordt uitgekeerd. De waarde van de uitkering in een bepaalde valuta, bvb nederlands-indische gulden, is gebaseerd op de contant gemaakte verzekeringspremies betaald in die valuta. Ik veronderstel dat in de polisvoorwaarden niet is aangeven wat er dient te gebeuren als er sprake is van een souvereiniteitsoverdracht, dat laatste heeft ook niks met de polis te maken.
    Het punt is dat de uitkering niet in de bij afsluiting van de polis geldende valuta dwz nederlands-indische gulden plaats kan vinden. Is geen probleem want er bestaat pariteit tussen de nederlandse en nederlands-indische gulden.

    Blijft open hoe de Nillmij de polis heeft afwikkeld. Dat zij een voorstel tot afkoop in rupia deed lijkt mij raadselachtig, want het lijkt niet waarschijnlijk dat de Nillmij de verzekeringspremies heeft geinvesteerd in waardepapieren zoals obligaties luidende in Indonesische rupia’s, obligaties van een staat die niet door Nederland erkend was. Dan had de Nillmij zich medeplechtig gemaakt aan het steunen van een niet-erkend land in oorlog met Nederland (collaboratie-> verraad). Had zij dat toch gedaan, dan had de Nillmij het recht gehad de betaling in rupia te doen.

    Het gaat erom te bepalen of de Nillmij bij de afhandeling van zulke polissen “onrechtmatig” handelde, zij handelde wat in strijd is wat maatschappijlijk betaamt.Heeft zij een schriftelijke “rechtvaardigingsgrondslag” gegeven voor de uitbetaling in rupia?

    Voor een afgewogen oordeel is nodig:
    1) de polisvoorwaarden
    2) de brief van de Nillmij aan de verzekerde ter afhandeling van de polis in rupia.

  4. FFVO zegt:

    Voor zo ver ik weet heeft de NL regering zich sinds de overdracht in 1949 altijd op het standpunt gesteld dat met de staatsrechtelijke overdracht van Nederlands Indië “Alle rechten en plichten zijn overgegaan naar de Republiek Indonesië” De republiek heeft daar ook voor getekend. Maar of dat dat ook geldt voor (particuliere) Nederlandse bedrijven, weet ik niet. Zou dat nooit zijn uitgezocht?

    • Jan A. Somers zegt:

      “Alle rechten en plichten zijn overgegaan” Ja, de rechten en plichten als staat. Maar een verzekeringsmaatschappij is geen staat. Wat anders was het met de achterstallige salarissen, dat waren overheidssalarissen. De salarissen van particuliere maatschappijen zijn voor het grootste deel nabetaald.

  5. Peter van den Broek zegt:

    Een verzekeringspolis is een verbintenis tussen 2 personen, U , de verzekeringsnemer en de Niilmij. Daarbij heeft de Nederlandse Staat niks te maken.

    Kansen?

    Hangt af van:
    1) polisvoorwaarden
    2a) welke rechtsgrondslag heeft de Nillmij gebruikt om tot uitbetaling in Rupia te besluiten!!!
    2b) heeft de Nillmij daarbij onrechtmatig gehandeld, is haar iets te verwijten?
    3a) heeft verzekeringsnemer bezwaar aangetekend tegen het besluit van de Nillmij of was dat uitgesloten? Is hem nalatigheid te verwijten of is hij om de tuin geleid?
    4) ik kan mij nauwelijks indenken dat niemand in Nederland voor het gerecht is gegaan in de jaren 50 van de vorige eeuw om uitkering in Hfl te eisen? Het geld was toch bedoeld voor een studie in Nederland of wilde iemand in Nieuw-Guinea/Irian-Jaya gaan studeren??

  6. JA. Somers zegt:

    Denk er wel om, een studieverzekering is alleen maar een mooie naam voor een kapitaalverzekering.Uitkering naar keuze in één keer of periodiek. Mijn verzekeringsmaatschappij adviseerde mij de verzekering op onze naam te zetten, en niet op naam van het kind, dat mogelijk zich zou kunnen ontwikkelen tot een fuifnummer.
    Mijn ouders hebben geen problemen ondervonden. Voor mijn oudere broer en zus hadden ze voor elk eentje afgesloten. Toen ik aan de beurt kwam was de grote crisis uitgebroken, geen geld meer voor mij. De polissen waren afgesloten in Nederland bij de Schiedamsche. In Nederland na de oorlog uitbetalen was geen probleem. Ik weet niet of er drie jaarpremies moesten worden nabetaald (plus boete?) of dat er bij de uitkering werd gekort. Zelf heb ik ze voor mijn kinderen bij hun geboorte als koopsompolis afgesloten, in één keer betaald. Op onze naam, wordt nog steeds jaarlijks uitbetaald, op beider naam. (dus ook de langstlevende!).
    Problemen hebben zich (naar horen zegen) voorgedaan met buitenlandse (Australische, Amerikaanse) maatschappijen. Waren goedkoop! Geen premie betaald > geen uitkering. Ik dacht met heel sterke kleine lettertjes! Maar ik weet daar verder niets van af. Vóór de oorlog, toen TNO nog maar pas bestond, en klein was, waren de pensioenen ondergebracht bij de Nillmij. Na de oorlog (dus ook voor mij) bouwden ze een eigen pensioenfonds op. Met de Nillmij-uitkering als basis.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s