Het idee van een Gouden Eeuw helpt bij natievorming

Het idee van een ‘gouden eeuw’ gaf de jonge Republiek een positief zelfbeeld. Niet schrappen die term, zegt Lotte Jensen. Je kunt er juist goed mee reflecteren op onze geschiedenis.

Stilleven met kalkoenpastei van Pieter Claesz (1627) (Rijksmuseum)

Door Lotte Jensen

Over de term ‘Gouden Eeuw’ barstte afgelopen week een nationale discussie los. Aanleiding was een artikel van vier medewerkers van het Amsterdam Museum, die in de Volkskrant betoogden dat de lading ervan de historische werkelijkheid onvoldoende dekt. Ze pleitten voor een nieuw narratief om het museum „meerstemmig en inclusief te maken”.

Politici buitelden over elkaar heen. Premier Rutte (VVD) vond het afschaffen van de term „onzin” en Geert Wilders liet weten „beretrots” te zijn op deze periode. Het nationale debat kwam tot een kookpunt in De Wereld Draait Door. Meer dan een miljoen kijkers zagen hoe Zihni Ozdil, oud-Tweede Kamerlid voor Groen Links, de degens kruiste met Thierry Baudet van Forum voor Democratie. De eerste pleitte voor afschaffing van de term omdat die alleen het perspectief van de elite laat zien, terwijl de laatste beargumenteerde dat we trots moeten zijn op dit tijdvak en dit moeten durven uitdragen.

De deelnemers in het debat hebben met elkaar gemeen dat ze zich de geschiedenis toe-eigenen en deze naar eigentijdse behoeften plooien. De discussie dreigt echter dusdanig te escaleren dat een genuanceerde omgang met het verleden nauwelijks meer mogelijk lijkt. Het lijkt mij zinvoller om het ontstaan en functioneren van deze term in een historisch perspectief te plaatsen. Dan blijkt dat deze op de klassieken gestoelde metafoor al eeuwen een centrale rol in het proces van Nederlandse natievorming speelt, tot op de dag van vandaag.

De term is ontstaan in de zeventiende eeuw, toen de jonge Republiek zich losmaakte van de Spaanse overheersing. Auteurs als Joost van den Vondel, P.C. Hooft en Jan Vos creëerden een positief zelfbeeld en benadrukten dat ze in een periode van ongeëvenaarde welvaart en culturele bloei leefden. Met name in 1648 kreeg dat idee een sterke impuls. Dat jaar werd de Vrede van Münster gesloten, waarmee de erkenning van de Republiek als soevereine staat een feit was. Door te verwijzen naar de opbloei van ‘een gouden tijd’ kwam een gemeenschappelijk vaderlandbeeld tot stand. Dat idee ging terug op de klassieke voorstelling van een aurea aetas, zoals beschreven door Vergilius en Ovidius. Het idee was dat de gouden tijd in de Republiek was teruggekeerd.

Vredesvieringen

Dit motief zien we volop bij latere vredesvieringen, zoals de Vrede van Rijswijk (1697), de Vrede van Aken (1748) en de Vrede van Amiens (1802). Steeds weer grepen schrijvers terug op het beeld van een gouden tijdperk als richtsnoer voor de natie, waarbij ze het herstel van de handel en welvaart bejubelden. De verheerlijking van de Gouden Eeuw nam explosief toe in het negentiende-eeuwse cultuurnationalisme. Tijdens de napoleontische overheersing (1806-1813) bloeide de idealisering ervan op, om een hoogtepunt in de jaren 1840-1880 te bereiken. In literatuur, muziek en andere media werden de helden van weleer verheerlijkt. Dat de rol van Nederland op het Europese politieke toneel al lang was uitgespeeld, werd daarmee gemaskeerd.

De Britse socioloog Anthony Smith heeft in The Antiquity of Nations (2008) laten zien dat het creëren van zo’n ‘gouden eeuw’ een vast onderdeel vormt binnen ieder proces van natievorming. Het verschaft een natie een gevoel van authenticiteit, geworteldheid, continuïteit en waardigheid. Het creëert bovendien een lotsbestemming: de bloei en voorspoed van vroeger fungeren ook als een richtsnoer voor het heden. Opkomst en bloei (en eigentijdse wederopbloei) passen geheel in dat patroon.

Succesverhalen en schaduwkanten

Terug naar DWDD. Als derde gast was Maarten Prak aanwezig, hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Hij publiceerde in 2012 de fraaie studie Gouden Eeuw. Het raadsel van de Republiek. Hij heeft oog voor zowel de succesverhalen als de schaduwkanten van de zeventiende eeuw. Oorlog en vrede, armoede en rijkdom, culturele bloei en uitbuiting; het komt allemaal voorbij. Opgewonden vroeg Matthijs van Nieuwkerk hem of hij zijn herdruk dezelfde titel mee zou geven. Ik denk het wel, zei Prak, maar voor een toelichting was helaas geen tijd meer. Verdieping of nuance past helaas niet binnen het format.

Zelf zal ik de term evenmin uit mijn boeken, colleges en lezingen schrappen, omdat deze als didactisch instrument kan dienen om studenten kritisch te laten reflecteren op het eeuwenoude proces van Nederlandse natievorming.

Dat de term een culturele constructie is, vertellen mijn collega’s en ik er altijd bij. Vanzelfsprekend staan we ook stil bij de schaduwkanten van de zeventiende eeuw, want de Gouden Eeuw is geen onschuldige metafoor. Het was een tijdvak van zowel overvloed als onbehagen, om de titel van Simon Schama’s bekende besteller over de zeventiende eeuw te citeren. Vondels bejubeling van Amsterdam als wereldmacht behandelen we ook vanuit dat perspectief. Maar hem schrappen uit de literatuurgeschiedenis doen we niet.

Twistgesprekken van politici ‒ van links of van rechts – zeggen vooral iets over onze tijd. De geschiedenis wordt gemanipuleerd, gekneed en bewerkt, opdat deze in de mal van de eigen tijd past. Dit soort identiteitspolitiek staat een genuanceerde omgang met het verleden in de weg.

 

 

Lotte Jensen is hoogleraar Nederlandse literatuur- en cultuurgeschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen, en auteur van Vieren van vrede. Het ontstaan van de Nederlandse identiteit, 1648-1815.

 

Dit artikel verscheen eerder in het NRC, 15 september 2019.

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

43 reacties op Het idee van een Gouden Eeuw helpt bij natievorming

  1. Coenraad zegt:

    Gouden Eeuw moet je zien in de context
    van die tijd en niet door de “ bril” van nu .

    • ælle zegt:

      Bloedig, wreed, onvrede, wurgcontracten, etc. ?

      Wees niet bang voor het verleden. Geloof de mensen niet als zij je vertellen dat dat onherroepelijk voorbij is./
      Origineel: Do not be afraid of the past. If people tell you that it is irrevocable, do not believe them.
      ~ Oscar Fingal O’Flahertie Wills Wilde, Iers schrijver, had ‘Nederlandse’ voorvader, Colonel de Wilde.
      Voor zijn overleden zusje Isola Francesca (9) schreef hij Requiescat, dat begint met
      Tread lightly, she is near,
      Under the snow,
      Speak gently, she can hear
      The daisies grow,

      Hij bewaarde zijn leven lang Isola’s haar in een enveloppe . . . .

  2. Z. Kountul zegt:

    Het is toch belachelijk dit af te schaffen. Want de gouden eeuw heeft Nederland groot gemaakt waar nou het koninklijk huis en die zgn. “Pareltjes “de fruiten van plukken. Geschiedenis moet niet herschreven worden

    • Frank Bikker zegt:

      Ik ben het totaal met de uitspraken van mevr. Jensen eens. Die Gouden Eeuw betreft hier een bloeiperiode van de gewesten Holland en Zeeland, maar die ook degelijk een keerzijde hadden en beiden dienen genoemd te worden. En beiden dienen in ons geschiedenisonderwijs aan de orde te komen. “ Ontkennen” of “ beretrots “ zijn termen die totaal niet passen bij een serieus debat over de Gouden Eeuw.
      Als reactie op de zienswijze van Z. Kountul zou ik willen zeggen. Naar mate men meer vragen stelt over geschiedenis kan de zienswijze daarop wel eens veranderen. Uiteraard allemaal gesteund door bijbehorende bronnen.

  3. Rahadi zegt:

    Verheerlijking van een “gouden” periode in het verre verleden heet nationalisme – wij zijn beter dan alle andere naties – en leidt altijd tot bloedige confrontaties.

    • ælle zegt:

      Geen goud, maar zwarte bladzijde.
      Nederlanders – net bevrijd uit Japanse interneringskampen -, Indo’s en minderheden zoals Molukkers, Chinezen en Timorezen waren plotseling hun leven niet zeker. Jonge Indonesische strijders zagen in de door Soekarno uitgeroepen republiek een vrijbrief om te moorden. Zij wilden voorkomen dat Nederland na de capitulatie van Japan in staat zou zijn om het koloniale gezag te herstellen. Er vielen duizenden slachtoffers.

      https://www.trouw.nl/nieuws/de-bersiap-een-vergeten-golf-van-etnisch-geweld~b015a95c/

    • ælle zegt:

      Het was voor Belanda’s niet altijd glans en glitter toen ze in Indië gingen werken en wonen. Dochter Jet, geboren in Medan, vond brieven die haar ouders schreven naar familie en bundelde ze tot een boek: getiteld ‘Lieve allemaal’..
      Lieve allemaal: op zoek naar mijn ouders
      in hun Indische jaren/ISBN9789057308321
      Zij schrijft:
      Tijdens het leeg maken van mijn ouderlijk huis, in 2001, heb ik een schat gevonden.
      Die schat bestond uit een grote verzameling brieven die mijn ouders, een zendingsartsenechtpaar, tussen 1939 en 1946 vanuit voormalig Nederlands-Indië naar hun familie in Nederland hebben gestuurd.

      Mijn ouders begonnen hun werk in Indië in Poerwakarta in 1939; in 1940 verhuisden ze naar Bandoeng. In september 1941 vertrokken ze naar Sibolangit, op Sumatra. Daar woonden ze in een huis bij het Zendingshospitaal. Vanaf mei 1944 woonden ze tijdelijk in een kamponghut in Arnhemia omdat dat moest van de Japanners. Na de dood van hun tweede zoontje in augustus 1944, woonden ze weer in Sibolangit, nu in twee kamertjes van het ziekenhuis. Een aantal weken na de capitulatie van Japan verhuisden zij vanuit het interneringskamp Aek Paminke naar Medan. Daar woonden zij met hun gezin in één kamer, tot zij naar Nederland werden gerepatrieerd. Mijn moeder vertrok met drie kinderen in juni 1946 naar Nederland. Mijn vader volgde een paar maanden later.

      http://www.jetsmalbraak.nl/

      • R Geenen zegt:

        Van mensen die in Aek Paminke hebben gezeten, werd mij verteld dat er 3 verschillende kampen waren. Deze kampen waren alle 3 ten zuiden van Medan gelegen.

      • Ælle zegt:

        Nóg een boek van een dochter, Jeanne B. Tuttle, die haar Moeder’s dagboek beschrijft
        met co-auteur Jolanthe M. T. Zelling = “Mammie’s Journal of My Childhood”.
        It gives readers a peek through bamboo fences into the lives of devoted mothers seeking to raise their children with dignity, faith, and love.

        EAN – ISBN13: 9780595372157
        Mammie’s Journal of My Childhood: Interned in Sumatra
        ISBN 0595372155 (ISBN13: 9780595372157)
        Edition LanguageEnglish

      • Henk Anthonijsz zegt:

        Ben nu 93 jaar. Wat ik mij herinner is Kalianget ( eiland Madoera). Zal toen vier/vijf jaar zijn geweest. Toen Sitobondo , Malang ( Oost Java). Bandoeng (West Java). Januarii 1957 Nederland. Waar blijft de tijd? Ben nu 93 jaar en ik vraag mij af waar al die vrienden/vriendinnen gebleven zijn. Ik mis ze wel.

  4. Lieuwe de Haas Weston Connecticut USA zegt:

    ACH<ACH wat zielig al dat gezeik over wat er 400 jaar geleden is gebeurd, de mensen waren in die tijd wreder en werd het niet besproken om actie te nemen op welke manier dan ook, laat de geschiedenis toch met rust, het is beter om meer recente dicussies te hebben over de vuile Jappen en de Moffen gedurende de oorlog!

  5. Jan A. Somers zegt:

    Vermoedelijk is het idee van verwijdering van die benaming ontstaan vanwege de onvrede met de VOC en de WIC. Maar dat ‘goud’ van die organisaties kwam niet het hele volk ten goede. Natuurlijk bracht het via werkgelegenheid welvaart met zich mee, maar het goud kwam alleen terecht bij de ‘grachtengordel’. De grote welvaart voor de bevolking kwam via de zgn. moedernegotie. Op basis van de Magnus Intercursus van 1496 tussen Engeland en de Nederlandse gewesten, mochten de Nederlanders de Engelse wateren vrij bevaren en visvangst uitoefenen. De haringvisserij, waarvan de groei tegen het einde van de twaalfde eeuw al moet zijn begonnen, als de grondslag van alle handelsactiviteiten in de noordelijke Nederlanden.
    Direct aan de visserij gekoppeld was uiteraard de handel in zout, maar er waren veel combinaties mogelijk, gezien de vraag naar retourlading welke weer elders moest worden afgezet. Zo kon in het voorjaar haring worden gebracht naar Zuid-Europa, alwaar zout geladen werd voor Nederland en het Oostzeegebied. Hiervandaan kon voor het invallen van de winter worden vertrokken met graan en hout voor Spanje en Portugal. De op het Iberische schiereiland in het najaar geproduceerde wijn kon dan, samen met zuidvruchten en specerijen, naar Dordrecht en Middelburg worden gebracht waar ook Duitse wijnen werden opgeslagen. Hiervandaan konden de wijnen in het voorjaar verder over Europa worden gedistribueerd.
    In de scheepsbouw en aanverwante bedrijvigheid, zoals het uitrusten en bemannen van schepen, de productie van touw, zeilen, tonnen, en zakken werden activiteiten ontplooid waar velen werk in vonden, die vervolgens als consument op hun beurt weer impulsen gaven aan de economie.
    Het verschil tussen de zuidelijke en de noordelijke Nederlanden met betrekking tot de basisstructuur van hun handel en nijverheid, ‘rijke handel’ tegenover massagoed, kwam ook tot uiting in de aard van hun handelsvloten. De Antwerpse vloot was klein maar bestond uit dure schepen, ingericht voor het transport van kostbare goederen. De Noord-Nederlandse handelsvloot bestond uit eenvoudige, goedkope schepen met een minimale tuigage en een kleine bemanning. Zij konden een grote lading vervoeren tegen lage kosten, waar geen buitenlander mee kon concurreren. Ook de zakenelites en hun wijze van investeren in schepen verschilden sterk. In het zuiden konden fortuinen worden gewonnen èn verloren, in het noorden dienden handel en transport tot levensonderhoud. Antwerpen kende kooplieden die rijk genoeg waren om alleen, of met twee tot drie anderen, schepen in eigendom te hebben. In het noorden waren er daarentegen tot circa 1585 nauwelijks belangrijke kooplieden en, hoewel de schepen er van een veel goedkoper type waren, was het uitreden ervan breed gespreid over vele medereders van bescheiden welstand zoals brouwers, molenaars, graan- en houtkopers en haringhandelaren. Welvaart voor de midden/onderlaag van de bevolking.

    • RLMertens zegt:

      @JASomers; ‘onvrede met de VOC en WIC etc.’- In die gouden eeuw was er ook als ‘hoogtepunten’; De bloedige handelstochten van West Europese landen naar Azië; waar oa. de VOC dmv. wurgcontracten handel werd bedreven. Bij zgn. ‘contract breuk’de inheemsen te vuur en te zwaard werden gestraft/uitgeroeid oa. op Banda. Slavenhandel in de Oost en de West welig tierde. In 1619 vervoerden Nederlanders de eerste zwarte slaven naar Noord Amerika, op de markt te Virginia verkocht. Zelfs een oranje telg graaf Johan Maurits van Nassau; de slaven baron genoemd, verdiende er zijn fortuin aan. In Brazilië bouwde hij forten en paleizen. Verzamelde fabelachtige schatten bv. een compleet meublement; stoelen, tafels, kasten en zelfs een hele vloer van Afrikaans ivoor! Nu nog te bewonderen in het slot Sanssouci in Postdam/Berlijn! – In de Oost waar JPCoen in 1619 voor de rede van Jacatra verscheen met een vloot van 16 schepen met bewapende bemanning en Japanse huurlingen, de stad onder vuur nam; de inheemse strijders gewapend met speren en spiesen waren geen partij voor het buskruit scheepsgeschut/voorladers en sloegen op de vlucht. Op de puinhopen werd een stad met een fiere Hollandse naam Batavia gesticht. Zomaar een Nederlandse stad op vreemd/bezet gebied. Een trefpunt voor geheel Azië. Op Java werden de slaven uit Bali, Molukken etc. aangevoerd. –
      – In de Indonesische geschiedenis wordt deze periode aangeduid als ; de komst der barbaren! Het is inderdaad niet zo, dat alles wat als goud blinkt ……

      • Jan A. Somers zegt:

        ” wurgcontracten ” Heeft u die wel eens bestudeerd? Zomaar wat stukjes:
        “Laus deo semper desen 7 July 1601. Den coninck van Bali sendt den conink van Hollandt zijnen groedt. U admirael Cornelis van Eemskerck is bij mij gecomen, mij een brief van U Hoocheit brengende, ende versocht aen mij dat ick toelaeten wilde, de Hollanders alhier te mogen handelen gelycke als die van Bali selfs, waer door ick haer ende alle de gheene U hoocheit sendt vergunne alhier vrij te handelen, als mijn eighen ingesetene ende also ofte sij in Hollant quamen, ende dat Bali ende Hollandt een zij.”
        “Euwigh verbondt der Vereenighde Nederlansche provintien, Syne Princelijcke Extie, dHren Bewinthebberen van de selffde landen, trafijcquerende op Oost Indien, ter eenre ende den seer maghtigen koninck van Bantam ende domliggende plaetsen ende de eilanden van Java ter andere zijde, (…). (…).
        Soo is voor eerst gecontracteert, dat de voordaghte Hoge mogende Hren Staten Generaell, sijn Princeln Extie ende de Bewinthebberen den seer mogende koninck van Bantam sijne onderdanen ende landen sullen helpen beschermen ende assisteren tegens alle geweldt, (…) die hun door de Spangiaerden ende Portugesen souden mogen aengedaen worden, (…). (…).
        Hierjegens zall den Hoo: Mo: koninck van Bantham (…) in sijn landt verleenen vrijhandelingh en sufficante woninge plaetse, daer hunne persoonen ende goederen in goede bewaringe mogen zijn ende (…).
        Sall (…) den hooghgedaghten koninck van Bantham (…) niet toelaten offte vergunnen eenige handelinge offte woonplaetse aen eenige Spangiaerden offte Portugesen offte aen [andere?] de Europische natie, (…).”
        “Accoordt, ende contract gemaeckt, by den capn Jaques lHermite de Jonge, uit den name ende van wegen d Ed. mog. heeren Staten generael der Vereenigde Nederlandsche provintiën ende Sijne princel. Extie Mauritius de Nassau etca. ter eenre, ende den doorluchtigen Widiack Rama Coninck van Jaccatra ter andere zijde, ende dat voor eeuwig.
        Eerstelijck sall den koninck voorschreven aen de ondersaten van de Hren Staten voorschreven, behoorlijcke commissie hebbende, in Jacatra verleenen vrije handelinge en suffisante woonplaetsen, (…), om dewelcke te bouwen ons sall verleenen een plaetse, geleegen in het Chinees quartier, groot vijfftigh vadem in de lenghte ende soo veell in de breedte offte grooter, in dien sulcx van noode hadden, voor welcke voorschreven plaetse sullen betalen aen den Koninck (…), waerop naer ons gelieven ende steenen huise laten bouwen, soo groot ende clein, als ons sall te passe komen, welcke huisen, persoonen ende goederen hij oock sall gehouden wesen te helpen beschermen (…). Hiertegens sullen de voordaghte Hoge Mogende HrenStaten Generael der Vereenigde Nederlanden gehouden zijn, den voorschreven coninck (…) te helpen beschermen ende assisteren tegen alle geweldt (…), die hem door Spangiaerden, Portugesen offte eenige andere vijanden zoude mogen aengedaen worden (…).”
        De rest van die 1198 contracten kunt u zelf lezen in Den Haag of Jakarta.

      • Jan A. Somers zegt:

        “waar JPCoen in 1619 voor de rede van Jacatra verscheen met een vloot van 16 schepen met bewapende bemanning en Japanse huurlingen, de stad onder vuur nam; de inheemse strijders gewapend met speren en spiesen waren geen partij voor het buskruit scheepsgeschut/voorladers en sloegen op de vlucht.”
        Geen paniek. Die schepen waren de normale handelsschepen, die zoals normaal gewapende bemanning en geschut aan boord hadden tegen piraterij. Zag er wel indrukwekkend uit. En behalve Japanners was de hele wereld vertegenwoordigd aan boord. Zie bijvoorbeeld het schilderij waarop Soesoehoenan Amangkoerat I van Mataram zijn Madoerese rivaal Prins Taroeno Djojo eigenhandig executeert.
        “de stad onder vuur nam; de inheemse strijders gewapend met speren en spiesen waren geen partij voor het buskruit scheepsgeschut/voorladers en sloegen op de vlucht.” Die stad werd niet onder vuur genomen, was ook niet nodig. De Bantamse vorst vreesde dat ook Bantam zou worden aangevallen en trok zijn krijgsvolk uit Jakatra terug. Gevolgd door de hele bevolking. Er waren dus geen inheemse strijders/burgers. Op de rede van Bantam wist Coen de gevangen Nederlanders vrij te krijgen: “De pangoran sprack seer schoon, zeyde niet anders dan vrede ende vrientschap met ons te begeeren.” Maar op 22 januari 1620 schreef Coen dat deze “nae der Mooren aert, gestadich practiserende hoe my best van cant soud mogen helpen (…) heeft de coninck van Jacatra (…) ontboden, dat hy de generael Coen soud doen ombrengen, hem belovende (…).”
        “een Nederlandse stad op vreemd/bezet gebied.” “’t geheele land van Jaccatra door ons in een rechtveerdigen oorlog met de wapens geconquesteert is; dat dierhalven geen ander heer van ’t land erkennen, dan de Ho. Moogende Heeren Staten Generael, van de vereenigde Nederlanden, sijn Princelijke Exellentie Maurits en onse Heeren Majores, nogte oock niet verstaen konnen, dat iemant anders, als Hare dienaren eenige heerschappije, gebiet, of authoriteyt daer over hebben, off forten, off bolwercken bouwen, veel min eenig groff geschut of guarnisoen daer op plante.” U leest het: conquest. In het toenmalige volkenrecht het recht om na verovering, het gebied in bezit te nemen.
        “de komst der barbaren!” Ja, de hoofdstad van de huidige Republik Indonesia!

      • RLMertens zegt:

        @JASomers; ”die 1198 contracten etc.’- Aldus, naar waarheid door de VOC opgetekend?

      • Jan A. Somers zegt:

        “Aldus, naar waarheid door de VOC opgetekend?” Kunt u zelf controleren, door beide partijen getekend. Meestal twee talen, soms ook nog Portugees, Spaans, Latijn, Javaans, of Maleis van de tolk. Het kan zijn dat de Inlandse versie in Jakarta ligt, dan is alleen de Nederlandse versie naar Nederland opgestuurd. Die Inlandse versie zal ook moeilijk leesbaar zijn, net als de Nederlandse versie. Uit de Inleiding van het Corpus Diplomaticum Neerlando-Indicum: “Wellicht was er soms ook sprake van (een van de) twee documenten waarin de artikelen in twee talen min of meer overeenstemmend waren opgesteld, maar eenzijdig getekend en daarna uitgewisseld. Het verschil tussen bijvoorbeeld een unilaterale privilegebrief en het van de andere partij afkomstige deel van een overeenkomst is dan vaak niet zichtbaar.”
        Aan de verplichting de Bewindhebbers in kennis te stellen van de gesloten verdragen werd vaak niet voldaan. Zo werd in deel III van het Corpus Diplomaticum erop gewezen dat tussen 1743 t/m 1752 in de Contractboeken in Nederland geen enkel stuk was ingeschreven; deze contracten zijn gevonden op het Landsarchief in Batavia. Van de in deel IV opgenomen 209 documenten komen er slechts 73 uit de (Amsterdamse) Contractboeken.

      • R.L.Mertens zegt:

        @JASomers; ‘ contracten tc.’- Coen beschouwde de Oosterlingen als heidenen, vijanden van de christenen en van de ware God en derhalve vijanden van de Nederlanders. Overeenkomsten moesten worden nagekomen, zo lang deze de Nederlandse belangen niet zouden schaden. Coen’s woorden; ‘daer in Indiën wat groots verricht is; dat onder meer gepaard is gegaan met het uitmoorden van dorpen, het ontvolken en verwoesten ervan. Conflicten over contracten werden meestal beslecht in het voordeel van de Nederlanders, hun vuurkracht was beslissend’, aldus Indonesische historicus Mochtar Lubis. – Multatuli ; ‘er is een roofstaat aan de Noordzee’!

      • Jan A. Somers zegt:

        “JASomers; ‘ contracten tc.’- Coen beschouwde”: Wat heeft Coen nou met die contracten te maken? De CEO van AH sluit toch ook geen contracten met gemeentebesturen over hun winkels aldaar? Ook Coen (die overigens niet zo lang GG was): Octrooi, XXXV, Item, dat die vande voorsz Compagnie sullen vermogen beoosten de Cape van bonne Esperance, mitsgaders in ende door de engte van Magellanes, met de Princen ende Potentaten verbintenissen te maecken, ende contracten op den naem van de Staten Generael vande Vereenichde Nederlanden(…).
        En hij had niets te beschouwen als heidenen enz, hij diende zich te houden aan de volkenrechtelijke uitspraak van Hugo de Groot in Mare Liberum [vrije vertaling JAS]: Deze eilanden waarover wij spreken, hebben nu, en hebben altijd gehad hun eigen koningen, hun eigen staat, hun eigen wetten, en hun eigen rechtssystemen. “Overeenkomsten moesten worden nagekomen” Ja, in Europa was men gebonden aan pacta servanda sunt. Bij de inheemse vorsten speelden andere zaken een grotere rol. Voor de vorst waren verdragsbepalingen vaak niet meer dan concessies die hij naar believen kon herroepen, zelfs indien deze concessies in bilateraal overeengekomen verdragsartikelen waren verwoord. In Westerse ogen waren dit uitingen van wispelturigheid of onbetrouwbaarheid, het was vaak echter een gevolg van fricties aan het vorstelijk hof. Zo kon een kleine interne oppositie aanleiding zijn tot belangrijke beleidswijzigingen. Ook kon de vorst zijn opvolger niet binden. Een verdrag was voor de vorst slechts een in de tijd en persoon begrensd accent in een voortgaande, en zich ontwikkelende relatie, zowel met de Compagnie als met de machtsconcurrentie in eigen gelederen. Het was een vorm van samenleven, van overleven. Voor de vorst was van belang dat hij zijn hofhouding in de hand kon houden, dat hij gesteund werd tegen vijanden en dat zijn vorstelijk gezag formeel werd erkend. Dat het verdrag ook moest worden nageleefd had hij zelf vaak niet in de hand maar dat was van latere zorg. Daartegenover zocht de zakelijk georiënteerde VOC naar continuïteit, en zag zij een contract als een overeenkomst die moest worden nagekomen.
        In zuidelijk Azië diende uiteraard rekening te worden gehouden met islamitische aspecten van de volkenrechtelijke constellatie. In vele contracten kwam dit tot uiting in de vaak voorkomende aanroeping van Allah en de op de erfgenamen overgaande bezwering tot in eeuwigheid. Terecht werd dit door de VOC opgevat als een sterkere bevestiging dan een handtekening.

      • RLMertens zegt:

        @JAsomers; ‘contracten op de naem van de Staten Generaal etc.’- Nogal wiedes. Maar Coen was toch degene, die dit de Inheemse vorsten opdrong? En dacht nou werkelijk, dat die contracten voor de vorsten duidelijk waren; inhoudelijk? Het was Coen, die dit uitbuitte en naar believen strijd/moord als maatregel/en nam, zgn. wegens contract breuk etc.- de door u aangehaalde geschriften zijn niet objectief; VOCcentrisch! Het vergoelijken van misdaden tegen de Inheemsen! – Trouwens die hele vaderlandse geschiedenis. Een witwasserij van ons verleden, wat nu door vooral jonge historici aan de kaak wordt gesteld!

      • Jan A. Somers zegt:

        Ik blijf niet begrijpen dat u steeds weer op JPC terecht komt. Die man is slechts GG geweest in 1617-1623 en 1627-1629. (uit mijn hoofd, kan een beetje fout zijn). Acht jaar GG in 204 jaar VOC en voorcompagnieën en contracten. Ik heb geen zin om naar Den Haag te gaan, maar ik dacht nooit een contract van JPC als GG te hebben gezien.
        “Maar Coen was toch degene, die dit de Inheemse vorsten opdrong?” Er was niets op te dringen. Als de VOC (of een van de voorcompagnieën) ergens een handelspost wilde vestigen ging men (niet de GG!) met de plaatselijke vorst (in die tijd waren er honderden van die vorsten, Zuid-Afrika, Voor-Indië, Ceylon, Indische Archipel. Japan, China) in onderhandeling. Aankoop/huur van grond, bouw van een vestiging, eventuele bescherming, eventuele hulp tegen vijanden van de vorst, personeel enz. Zo mogelijk een bepaald monopolie.(niets bijzonders, octrooien bestaan er nog steeds, het EPO is in Rijswijk gevestigd.).In Nederland nog dagelijkse kost: AH wil bijvoorbeeld een nieuwe winkel in Delft. AH gaat dus in gesprek met de gemeente. Moeilijk gesprek, de bewoners zijn bang voor overlast, de gemeente vraagt een hoge prijs, de bestaande winkelketens willen geen concurrentie, AH wil groter enz., geldzaken, enz. Een paar jaar geleden is zo een plan van LIDL gesneuveld, van AH toegestaan. Een paar feitjes: Bantan wilde P.Pandjang niet aan de VOC verkopen om daar een vestiging te bouwen, Bantam wilde in Jakatra geen vestiging van de VOC omdat die VOC daardoor uit het onveilige Bantam vertrok, een gemis van veel inkomsten, terwijl de vorst van Jakatra (leenman van Bantam) graag hogerop wilde met steun van de VOC. Geen hogere economie! Ik kap er maar mee. Tegen miet willen begrijpen word ik heel moe.

      • RLMertens zegt:

        @JASomers; ‘JPCoen etc.’- We hadden het toch over contracten dwz. handelscontracten, die met Inheemse telers/leveranciers ea. in de Molukken werden afgesloten. Waar Coen indertijd furore maakte etc. Door mij; wurgcontracten genoemd. En door die contracten tot bloedige treffen is gekomen! – Het u dit steeds bazelt over het gouverneurschap en daarna met onzinnige AH en Lidl verhalen/vergelijkingen, datgene waar het omgaat tracht te omzeilen cq.’ verklaren’. Coen wilde het alleenrecht hebben. De VOC verbrande zelfs jonge aanplant van kruidnagel om de kruidnagelteelt te beperken. En alleen die teelt in het machtsgebied; waar fort- en (scheeps) kanonnen toe te staan. Een monopolie op in- en export van de meest winstgevende producten!

  6. Ik het helemaal eens zijn met deze uitleg.
    Handhaaf Gouden Eeuw.

  7. ælle zegt:

    In de kalkoenpastei van Pieter Claesz zitten wel de specerijen (peper, kaneel, foelie,kruidnagel en gember) verwerkt dankzij de VOC terwijl wij nog steeds met onze ogen genieten van het schilderij.
    Ikzelf eet geen gevogelte.

  8. J.R. Beijnon zegt:

    Leuk die vogeltjes, maar even weer terug naar waar het hier om gaat. Ozdil kan makkelijk zeggen dat we onze vaderlandse geschiedenis en dus onze familiegeschiedenis moeten herschrijven, herformuleren of zelfs herijken, nu zijn familiegeschiedenis buiten het Nederlandse rijk ligt.
    Het veranderen van termen en het herschrijven van de vaderlandse geschiedenis wordt kennelijk ingegeven om minderheden naar het museum te krijgen en impliceert in mijn ogen een zielige perceptie van marketing en een afwezigheid van enig relativeringsvermogen en omgevingsbewustzijn.

    • R.L.Mertens zegt:

      JRBeijnon; ‘minderheden naar het museum etc.’- Om daar de tegen hen/voorouders gerichte ellende te aanschouwen? * ‘moeten herschrijven etc.’- Helemaal niet; gewoon de ellendige zaken bij(!)schrijven! Dat is toch wat geschied is in ons verleden.

  9. coen zegt:

    De meeste kritiek is afkomstig van”Nederlanders “van wie de roots niet in Nederland ligt , zie zwarte Piet enz .’
    Gouden Eeuw is een wezenlijk onderdeel van onze geschiedenis en dat moet en mag je niet veranderen voor kortzichtigheid .

    • R.L.Mertens zegt:

      @Coen;’onderdeel van onze geschiedenis etc.’- Maar ook de ellendige zaken. Die indertijd verdonkeremaand zijn! * zwarte Piet etc.’- Was altijd een blanke knecht geweest, die door schoorsteen kroop en cadeaus bij de kachel/ haard deponeerde. Na de jaren ’60 werd het een neger knecht. Dus …..

  10. Coen zegt:

    Behoorlijk negatief en geen flauw benul van onze geschiedenis

  11. Coen zegt:

    Gewoon accepteren wat er in die tijd is gebeurt
    zowel ten goede als ten kwade maar wel gezien in context van die tijd .
    Het is zo makkelijk oordelen met de kennis van nu .

    • R.L.Mertens zegt:

      Coen; ‘in context van die tijd etc.’- Weer zo’n dood doener. Het onderscheid tussen goed en kwaad is al sinds Bijbelse tijden! Ook in die periode waren er lieden die Coen’s handelingen verafschuwden. Laurens Reael, een intellectueel, die rechten heeft gestudeerd en ook gg.in 1616 werd. Coen toen zelfs voorbij streefde in de VOC ladder.
      Hij was begaan met de inwoners van de Molukken. Hij vond het onbillijk dat de Inheemsen niet onder elkaar mochten handelen in muskaatnoten etc. Zelfs niet in Indiase textiel, die nb. door de VOC werd geïmporteerd/verhandeld.
      Was fel tegen de VOC straf expedities zgn. hongi tochten. Zijn medestander hierin was Steven van der Haghen. die herhaaldelijk de VOC directie in Amsterdam aanschreef; over het gewetenloos optreden tegen de Molukse bevolking.- Laurens Reael; ‘mocht de welvaart van het ene niet duurzaam op de ellende van een ander zijn gevestigd’ Dus hoezo; in de context van die tijd? Ooit iets over Reael gelezen?

  12. j.w.hoegen zegt:

    Er was een oorlog gaande tegen Spanje .

    • Jan A. Somers zegt:

      En in Azië met hun bondgenoot Portugal. Krachtens de pauselijke bullen was de wereld verdeeld in (gezien vanuit Europa) het westen voor de Spanjaarden en het oosten voor de Portugezen. Met twee weeffoutjes: Brazilië voor de Portugezen (wordt nog steeds Portuges gesproken) en de scheiding tussen de Filipijnen (Spanjaarden) en de Molukken (Portugezen).

      • RLMertens zegt:

        @JASomers; ‘krachtens de pauselijke bullen etc.’- Met de zegens dat die inheemsen allemaal katholiek zouden/moeten worden!

  13. buitenzorg zegt:

    Geachte lezers, Ik heb een aantal berichten moeten verwijderen, omdat de discussie niet meer over Indië ging, maar over de US. Iets meer on topic, graag!
    Dank bij voorbaat.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s