Postume onderscheiding voor KNIL-militairen

Op het militair ereveld in Loenen hebben zeven geëxecuteerde KNIL-militairen postuum het Mobilisatie Oorlogskruis gekregen. Ze hoorden bij een groep van 215 militairen van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger die op 19 januari 1942 voor de kust van het Indonesische eiland Tarakan door Japanners werden geëxecuteerd.

De militairen bevolkten twee kustbatterijen op het eiland en wisten niet dat hun eenheid zich had overgegeven. Ze vochten daarom door en boorden twee Japanse mijnenvegers de grond in. De Japanners executeerden hen uit wraak, op de plek waar de mijnenvegers tot zinken waren gebracht.

Blijven vechten

Nabestaanden van de militairen kregen het eremetaal uit handen van luitenant-generaal Hans van Griensven. “De inzet van deze dappere mannen inspireert ons”, zei hij. “De gruwelijke manier waarop zij zijn omgekomen, laat ons iedere keer weer beseffen wat oorlog echt inhoudt. Dat we moeten blijven vechten voor vrede en vrijheid. Die geschiedenis krijgt vandaag ook een gezicht.”

De militairen die de onderscheiding postuum hebben gekregen zijn korporaal Harm Ebbinge, 1e luitenant Johan Willem Storm van Leeuwen, sergeant-majoor Albert Jozeph Franciscus Schreuder, onderluitenant Karel Maurits Smit, soldaat David Petrus Maes, sergeant Jacobus Willem Hendrik Johannes Jacques Carolus Maigret en sergeant Willem Berghout.

Bron
NOS, 19 januari 2019

x

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

72 reacties op Postume onderscheiding voor KNIL-militairen

  1. Wal Suparmo zegt:

    De troepen commandant van Tarakan de luitnenat kolonel S.de Waal beschikt of 3 December 19 41 een sterkte van 1200 man.De Japanse invasiemacht: Ds Staf van de 56e Infantrie groep,14de Reg.Infantrie( 3 batajons),Marine landing afd(1 bataljon) 1Afd Artelerie Reg,Iste compie Genie troepen,2 compie Tranasport Reg. Een Veld hospitaal van de 56eDivisie.
    Door kortsluiting of defect in de VELD telefoon KABEL. Wist de commandant van de KAROENGAN BATTEREI,, 1ste Luit. J.W. STORM VAN LEEUWEN t niet dat de leger commandant op 12 Januarai 1942 al capituleerde.En of 13 Januari 1942 nog 2 Japanse mijnenvegers en landingshpen in de baai van Tarakan tot zinken had gebracht .Ondangs overgave lijbehoud was toegezegt was de hele bemanning dan de batterei, bestaalde uit vele Javaanse kanoniers plus die van de PENINGKI( comandant,kapitein Bakker) BATTEREI, bij de 200 personen . Aanboord gebracht van een Jap. oorlog schip en gekneveld in de zee gegooit..Ik geloof dat dit de grootste tragedie is van de KNIL in den Tweede Wereld oorlog.

    • Jan A, Somers zegt:

      “Ondangs overgave lijbehoud was toegezegt ” Denk aan de tijdlijn, die ik niet zeker weet: Op 12 januari was de overgave waarbij aan de zich overgevende troepen lijfsbehoud was toegezegd. Had niet gehoeven, dat is volgens het oorlogsrecht normaal. Maar dat betekent ook dat oorloghandelingen, verricht na 12 januari, onrechtmatig zijn: franc-tireur! Dan ben je vogelvrij, en is executie geen oorlogsmisdaad. Inderdaad een tragedie, maar het is niet anders. Dat is in Nederland ook voorgekomen.
      De Gouvernements Marine, waar mijn vader werkte, was een burgerdienst. Maar om in oorlogstijd te kunnen worden ingezet voor oorlogshandelingen waren ze op 10 mei 1940 gemilitariseerd. Zo moesten ze bijvoorbeeld ook voorkomen dat hun schip in handen van de vijand zou vallen, een oorloghandeling. Bij de capitulatie op 8 maart 1942 werd de GM gedemilitariseerd, maar die order kwam vanwege verbindingsproblemen niet overal op tijd, of helemaal niet aan. Enkele collega’s van mijn vader hebben na 8 maart hun schip dan ook tot zinken gebracht, waren franc-tireur, en ook door de Japanners geëxecuteerd. Zijn ook gedecoreerd.

  2. drs R.B.Thomas zegt:

    Het Nederlands Indische KNIL leger was niet bedoeld om een militaire veroveringsoorlog van Japan te weerstaan. Het KNIL was voor binnenlandse orderhandhaving.
    drs R.B.Thomas Historicus Zuidoost Aziatische Geschiedenis.

    • Arie zegt:

      En wat heeft dat hiermee te maken? Niets, dus een kansloze onzinreactie.

      • Drs R.B.Thomas zegt:

        Beste Arie,
        Daarmee wil ik aangeven dat het KNIL leger geen schijn kans had tegen dit een goed georganiseerd Japans invasie leger.Het KNIL had zelfs niet de taak om de buitengrenzen van Nederlands Indie, het huidige Indonesie, tegen buitenlandse legers te verdedigen. De enorme omvang van het land maakte dat het KNIL hier niet toe in staat was.

    • Jan A, Somers zegt:

      ” niet bedoeld om ” Wel de defensiegrondslagen volledig lezen:
      1b. vervulling van den militairen plicht als lid van de Volksgemeenschap tegenover andere volken. (…) dat de neutraliteitshandhaving op Java wordt vervuld door het Leger met steun van de Vloot (…).
      8. Indien Nederlandsch-Indië ondanks het ernstig pogen om buiten den oorlog te blijven, daarin betrokken wordt, zal de aanwezige weermacht met de voorhanden middelen zoo goed mogelijk tegen elke bezetting van ons grondgebied verzetten, in afwachting van den steun, die ons mocht worden verleend.

    • Robert zegt:

      De titel Drs. betekent niet dat je de wijsheid in pacht hebt.

      • Drs R.B.Thomas zegt:

        Als historicus weet ik een en ander in historisch perspektief te plaatsen. Dat maakt de Japanse verovering van Nederlands Indie onderdeel was van een groter plan om grote delen van Zuidoost Azie te bezetten om de grondstoffen uit deze gebieden te gebruiken voor de Japanse economie. Een vorm van kolonisatie.

      • Ron Geenen zegt:

        Velen en ook ik wisten dat. Daar hoef je geen historicus voor te zijn, dacht ik.

  3. roneagle zegt:

    Sorry, wat een kul reactie. Daar gaat het toch niet om. De heer Suparmo geeft aan dat dit een van de grootste tragedies van de KNIL is. Helemaal eens. Dramatisch misverstand en mensonwaardige “straf”.

  4. Ron Geenen zegt:

    Verdiende onderscheiding, alleen wat laat.

  5. P van Geldere zegt:

    Inderdaad een van de NEDERLANDSE tradities = te laat.

    • Ron Geenen zegt:

      De Indische mensen zijn de stiefkinderen van de Nederlandse staat.

      • Neys zegt:

        ja, en het is letterlijk en figuurlijk !! waarom ? omdat wij zijn geen asiel zoekers of turken of marokkanen…..in ons bloed zit 50% hollandse bloed maar wel met verdomme knappe hersenen !!

      • Ron Geenen zegt:

        @@…..in ons bloed zit 50% hollandse bloed maar wel met verdomme knappe hersenen !!%%

        50%? Hoe heeft u dat uitgerekend. Ik vind dat maar verrekte knap, als u dat kan. Kunt u mij vertellen hoeveel Hollandse bloed ik heb. Heb naast eenmaal Nederlandse naam uit Brabant, eenmaal Belgische, 2 maal Frans, en 2 maal Portugees. Daarnaast zeker ook Sumatraans, maar van welke stam(men) is mij niet bekend. Ik wacht met belangstelling op uw antwoord.

  6. Adriaan P. Intveld zegt:

    Weet iemand waarom deze postume onderscheiding maar aan zeven militairen is toegekend en niet aan de overige militairen? Of waren die al op een eerder moment onderscheiden?

    • Robert zegt:

      De mensen in de loopgraven die het harde en vuile werk doen worden meestal vergeten en in de verdom hoek geschopt. Aleen de zg “meerderen” lijken het allemaal zelf gedaan te hebben. Meestal slaan die zg “meerderen” het eerst op de vlucht wanneer het vuur te heet wordt.

  7. Ælle zegt:

    In Historiek.net las ik precies wat ik wilde weten.

    Uit wraak voor de tot zinken gebrachte mijnenvegers besloten de Japanners de KNIL-soldaten na de verovering van Tarakan over te brengen naar een van hun schepen. Daar werden ze met bajonetten neergestoken en vervolgens geboeid overboord gegooid, op de plek waar de twee mijnenvegers tot zinken waren gebracht.

    • Ælle zegt:

      De KNIL-soldaten hebben behalve de twee Japanse mijnenvegers tot zinken gebracht, maar ook nog op de drenkelingen geschoten.
      Vandaar de wraakactie, die niet te verontschuldigen was/is.
      Dit is te lezen in het boek van Erik Schumacher:”1942: oorlog op alle fronten”.

    • Ælle zegt:

      Daar werden ze met bajonetten neergestoken en vervolgens geboeid overboord gegooid, terwijl ze aan elkaar met een touw waren vastgebonden, kwam ik op ’t laatst nog te weten.

  8. Peter van den Broek zegt:

    De slag om Tarakan vindt plaats op 11 en 12 Januari 1942. Alhoewel Tarakan een klein eiland ten Noord-Oosten van Borneo is, beschikt het over 700 oliebronnen, een olieraffinaderij en een vliegveld, zodoende is het van strategisch belang voor de Japanners .

    In de ochtend van 11 januari landt het Sakaguchi detachement op de Oostkust van Tarakan gevolgd door de 2de Kure speciale marinelandingseenheid (in totaal 6.000 man).

    De KNIL Overste De Waal moet Tarakan, een eiland dat ongeveer zo groot is als de Haarlemmermeerpolder, verdedigen met ca. dertienhonderd man aan troepen Na twee dagen van hevige gevechten besluit overste De Waal tot capitulatie van al de Nederlands troepen onder zijn commando.

    Het is de vraag of het bericht omtrent de overgave de tweehonderdvijftien KNIL-militairen die bij de meest zuidelijke kustbatterij op Tarakan zijn ingedeeld, onmiddellijk zal bereiken en de Japanse troepencommandant Sakaguchi adviseert derhalve de Japanse marinecommandant, te wachten alvorens zijn mijnenvegers opdracht te geven, de in de doorvaart naar Tarakan-stad gelegde mijnen te vegen. De marinecommandant slaat dit advies in de wind.

    De kustbatterij te Peningki-Karoengan o.l.v. eerste luitenant J. W. Storm van Leeuwen zijn van de capitulatie van hun commandant De Waal echter niet van op de hoogte, omdat de Japanners de telefoonlijnen hebben doorgesneden.
    Het gevolg is dat het KNIL-kustbatterij twee van de zes naderende Japanse mijnenvegers, de W13 en W14 in de grond boren; er wordt ook gevuurd op Japanse drenkelingen.

    De Japanse legercommandant Sakaguchi doet de toezegging dat de militairen van de betrokken kustbatterij niet gestraft zullen worden en overste De Waal weet hen persoonlijk er toe over te halen zich aan de Japanners over te geven.

    De Japanse marinecommandant daarentegen laat vervolgens de tweehonderdvijftien militairen aan zich overdragen;
    Op 18 januari moet de hele troep van het kustbatterij Peningki-Karoengan, inmiddels ondergebracht in het krijgsgevangenenkamp, aantreden, alle namen worden genoteerd.
    De daaropvolgende dag, tegen 1100 vindt een herhaling plaats. Zij moeten allen in uniform verschijnen, ook de gewonden verschijnen op het appèl. De hele troep, 215 man sterk, marcheert af. Zij worden van Japans schiepen geboeid in zee geworpen op de plek waar de twee Japanse mijnenvegers tot zinken zijn gebracht.

    Meer dan 80 Nederlanders, van alle rangen, artilleristen, genisten en infanteristen, vinden de dood. Over het aantal op deze wijze vermoorde Inheemse dwz Indonesische militairen bestaan geen gegevens.

    Het is niet de enige oorlogsmisdaad die de Japanners tegen de Nederlanders op Borneo begaan. Uit wraak voor het feit dat de Nederlanders de olie-installaties van Balikpapan in de brand steken worden in februari 1942 78 Nederlandse krijgsgevangenen vermoord.

    Op 19 januari 2012, precies 70 jaar na het drama in Tarakan, wordt in Nederland ook op initiatief van Wieteke van Dort een monument voor de slachtoffers onthuld op het ereveld in Loenen.

    • Jan A, Somers zegt:

      “dat de Nederlanders de olie-installaties van Balikpapan in de brand steken” Uit mijn ver geheugen zouden dat geen militairen zijn geweest, maar (burger???)leden van een vernielingsploeg, net als elders in Indië. Ik dacht werknemers van de BPM, die de installaties door en door kenden, voor de aanwezige militairen was dat veel te gevaarlijk. Ik begrijp dan niet dat die mensen niet gemilitariseerd waren, zoals mijn vader. Zo zijn er meer ad hoc organen geweest die (semi??)oorlogstaken uitvoerden wat ze als burger niet mochten. Direct na 10 mei 1940 werden allerlei groeperingen opgericht zoals vrouwelijke chauffeursdiensten, luchtbeschermingsdiensten enzo. De namen zijn me ontschoten, maar het was een enorme ‘drive’. Iedereen wilde in zijn vrije tijd oorlogje spelen, en Indië verdedigen, desnoods met de blote handen. Via de radio steeds de kreet: liever staande sterven dan knielend leven, De betreffende voorlichtingsofficier zat snel in Australië, had kennelijk geen zin in staande sterven. In mijn broederschol tegenover ons huis was een kazerne gevestigd. Na de capitulatie (!!) was er een groep burgers bezig geweren enzo kapot te slaan. Zelf had ik andere doelen op het oog. Er lagen grote voorraden blikconserven in het keukenmagazijn en voorraadvaten met drinkwater (de drinkwatervoorziening was afgesloten). De goedang van ons huis lag er vol mee!

      • Robert zegt:

        Geen woorden maar daden! De daden van velen van de zg.”superieuren” was in die tijd , de biezen pakken en op de vlucht slaan naar elders, o.a. Australie.

      • Jan A, Somers zegt:

        Bij General Motors te Tandjong Priok vond een aanvullende opleiding plaats tot vrachtwagenchauffeuse, er kwamen trucks beschikbaar en reeds oktober 1940 kwam het tot formeren van een reservekorps van vrachtwagenchauffeuses dat de naam ontving Vrouwen Auto Corps. Er werden khakikleurige katoenen uniformen ingevoerd, bestaande uit een werk­tenue met blouse en lange broek en een uitgaansuniform met tuniekjasje en rok. Onder het jasje werd een witte blouse gedragen en groene stropdas. Op de revers van het jasje waren emblemen geplaatst bestaande uit een autoband in grijs waarop gekruiste steeksleutels in groen. Op de bekken van de steeksleutels de letters V, A, A en C (de tweede A slechts om de beschikbare ruimte te vullen) en onder de band een lint met de tekst ‘PRO PATRIA’ (voor het vaderland). Dit embleem werd in grotere uitvoering ook op het hoofddeksel gedragen, een tropenhelm overtrokken met khakistof.
        Het Vrouwen Auto Corps groeide in 1941 uit tot een sterkte van tenminste vier- à vijfhonderd actieve leden en alhoewel het formeel niet tot de legerorganisatie behoorde verrichtte het materieel- en troepentransporten ten behoeve van het leger.

      • Jan A. Somers zegt:

        Sorry, de bron vergeten: Militair Magazijn, Armamentaria. Mijn geheugen was gelukkig nog niet heel ver weg.

  9. Ælle zegt:

    Een kort stukje kopij wat ik nog kon bemachtigen uit loedejongdigitaal.nl is: ‘Er is nog te melden uit Tarakan dat de inheemse bevolking en Chinezen huizen van Europeanen plunderden. De Japanners stelden na de bezetting een eigen politie in die evenals de bezettingstroepen alles stalen, ook wat geplunderd was door eigen bevolking, de huizen leeghaalden, ringen en horloges afnamen van burgers en militairen . .. Hoge officieren deden hieraan mee. Assistent-resident en controleur gingen na de capitulatie naar kantoor om hun werk voort te zetten. Zij werden voor een Japanse kolonel gebracht, verhoord en geïnterneerd in een huis met uitdrukkelijk verbod zich te bemoeien met de bevolking.’
    O, o, wat een tijd was dat in Tarakan.
    Sesilia, geboren in Tarakan Island in 1996, noemt ’t haar lovely hometown. Little did she know!

    • Ron Geenen zegt:

      @@De Japanners stelden na de bezetting een eigen politie in die evenals de bezettingstroepen alles stalen, ook wat geplunderd was door eigen bevolking, de huizen leeghaalden, ringen en horloges afnamen van burgers en militairen . .. Hoge officieren deden hieraan mee.@@
      Toevallig is bovenstaande bekend. Maar ik garandeer u dat die roofpartijen overal in Indonesie plaats vonden. Lees o.a. het boek “De Nakamura Schatten”. De fam. Chevalier, van moederskant, hadden het voor de oorlog erg goed. Bezaten huizen, landerijen, hotel/restaurant, garage bedrijf met import Hudson, enz. Om maar niet te spreken van de prive bezittingen, die ze achter moesten laten. Het enige dat ik bezit is een diamant in een gouden 20 kt ring van oma.
      Lees ook het verhaal op mijn web van mijn zwager Louis le Febre over de gestolen juwelen, die in 2 grote brandkasten werden gevonden in een loods van de spoorwegen in Batavia. En de gevolgen toen ze in Alkmaar aankwamen. Tijdens de oorlog 42 -45 en er na, tijdens de bersiap, was het een grote boevenbende. Vooral van hoger hand. Daar zijn heel wat hoge functionarissen uit Nederland, Engeland, Japan, Australië en Indonesie rijk aan geworden.

      • Jan A, Somers zegt:

        ff voor mezelf sprekend. Ons hebben en houden in Soerabaja en Poedjon heeft niets van de Japanners te lijden gehad. Wel hebben we in het begin van de Japanse bezetting wat huisraad en sieraden verkocht om te kunnen eten. Naderhand was dat niet meer nodig aangezien zowel ik, als mijn moeder, verdienden aan het werk voor de melkerij. Hebben de door u genoemde personen hun oorlogsschade aangemeld in Nederland, toen er de gelegenheid voor werd gegeven? “heel wat hoge functionarissen” Wie zijn dat, en hoe is dat gegaan? Voor mij is dat nieuw dat hoge functionarissen uit Nederland, Engeland, Japan, Australië en Indonesië rijk zijn geworden van onze spullen. Mij is alleen bekend dat sommige mensen hebben geprobeerd te frauderen. Vandaar dat de gemelde schade forfaitair is afgehandeld. Bij nieuwe spullen was dat schadelijk, bij oude spullen voordelig. Onze schade is pas na de oorlog ontstaan, tijdens de bersiap. Toen was alles weg.

      • Robert zegt:

        Mr. Somers heeft gelijk wat betreft Surabaya. De boerderij Dankmeyer in Wonokromo werd in stand gehouden door de Japanners en niets werd daar gestolen door niemand zonder bestraffing. Een Javaanse dief die daar op de boerderij gereedschappen probeerde te stelen werd door de Japanners onderhanden genomen(geslagen) met een hamer. In de Bersiaptijd werd de boerderij Dankmeyer met de grond gelijk gemaakt en de uiers van koeien werden met bamboo spietsen doorboord.Nooit heeft de familie Dankmeyer enige vergoeding ontvangen voor de gedane schade veroorzaakt door de stupide Javaanse menigte die alles kort en klein sloeg in de Bersiaptijd.

      • Ron Geenen zegt:

        @Mr. Somers heeft gelijk wat betreft Surabaya. @

        Wat is Surabaya in vergelijking met de rest van het eilanden rijk. Een postzegel?

      • Robert zegt:

        A great fortune is a great slavery and a great robbery. See Seneca, Ad Polybium de Consolatione.

      • Jan A, Somers zegt:

        “Een postzegel?” Wel de grootste industriestad, handelsstad, havenstad van Indië. 1930: 342.000 inwoners, wat inwoners betreft 2e stad van Indië. Nu 3 miljoen.

      • Jan A, Somers zegt:

        “De boerderij Dankmeyer in Wonokromo” Een paar km verderop (Goenoengsari) de melkerij van Ab Croin, waar ik na mijn Kenpeitaitijd tewerk werd gesteld. Daar schuin tegenover was ook een melkerij van een Chinees, waar drie Indische jongens werkten.

  10. Peter van den Broek zegt:

    De slag om Tarakan is wel van historische betekenis.

    De Japanse militairen bezetten voor het eerst Nederlands-Indische bodem. In buitenlandse publicaties lees ik voor het eerst dat de Japanners opmerkelijk genoeg op 10 januari 1942 de Nederlanders de oorlog verklaren. Maar ik dacht dat Japan al in oorlog met Nederland was althans Nederland heeft na de Japans aanval op Pearl Harbour (7 december 1945) als eerste aan de Japanners de oorlog verklaart, let wel de Japanners verklaarden eerst na het begin van de Japans aanval officieel de oorlog aan de VS, dat was niet volgens de militaire erecode.

    Ik lees het verhaal over de Nederlandse oorlogsverklaring aandachtig door. …… “De oorlogsverklaring werd namens koningin Wilhelmina en haar regering in ballingschap in Londen op 8 december 1941 om 03:00 uur p.m. in Tokio overgebracht door de Nederlandse consul in Japan Jean Charles Pabst. Als reactie kreeg Pabst te horen dat de Japanse regering de Nederlandse oorlogsverklaring naast zich neer legt met de uitdrukkelijke mededeling dat alleen Amerika en Engeland (plus enkele dominions) de vijanden waren”…..
    Japan beschouwt zich niet in staat van oorlog met Nederland ondanks dat Nederland gewapend optreedt tegen de Japanners direct na 7 December 1941.

    Wat betreft het oorlogsrecht hadden de Japanners hun handen vrij. Japan had wel de Geneefse conventies en de verdragen van Den Haag aangaande de behandeling van krijgsgevangenen en burgers ondertekend, maar deze niet geratificeerd m.a.w. deze waren niet van toepassing op de gedragingen van Japans militairen in oorlogsgebied. Een beroep erop als moralistisch oordeel is totaal niet relevant.

    Daarnaast is Tarakan i.c. Borneo van betekenis aangezien voor het eerst duidelijk wordt hoe het Japans leger , maar vooral het KNIL, ondanks het heldhaftig optreden van officieren zoals overste De Waal (MWO 4de klas) en het Nederlands Gouvernement opereert in oorlogstijd.

    • Robert zegt:

      Niet alleen officieren traden heldhaftig op. De manschappen die de kastanjes uit het vuur mochten halen waren nog meer belangrijker dan de zg “meerderen:. Houw op met het citeren van alleen officieren. Je weet niet waar je het overhebt, omdat je er zelf niet bij bent geweest.

    • Jan A, Somers zegt:

      “op 8 december 1941 om 03:00 uur p.m. in Tokio overgebracht door de Nederlandse consul in Japan Jean Charles Pabst.” Nee, dat gebeurde op 10 december:
      Op 8 december 1941, om half drie ’s nachts (plaatselijke tijd), zond de minister van Buitenlandse Zaken, mr. E.N. van Kleffens, de nodige instructie aan de gezant in Tokio, de gepensioneerde generaal-majoor J.C. Pabst, die deze op 9 december ’s avonds (plaatselijke tijd) ontving. De volgende dag werd de in het Frans gestelde brief, om 3 uur n.m. (plaatselijke tijd), overhandigd aan de Japanse minister van Buitenlandse Zaken Shigenori Togo:
      I.C. 015870/4783 bis.: “(…) In opdracht van de Koninklijke Regeering heb ik de eer Uwe Excellentie mede te delen dat, aangezien Japan vijandelijkheden heeft geopend tegen twee mogendheden waarmede Nederland nauw verbonden is, Nederland zich in oorlog beschouwt met Japan. De Regeering van Zweden heeft er in toegestemd de Nederlandse belangen in Japan te behartigen (…). Enz. J.C.Pabst.” L.J. Brugmans e.a., Nederlandsch-Indië onder Japanse bezetting, Franeker: Uitgeverij T. Wever B.V. 1961. Zie ook Zwitser: “Hoewel uit Japanse bronnen bekend was dat men in Tokio ook Nederlands-Indië in zijn aanvalsplan had opgenomen (…).”
      De Nederlandse inlichtingendiensten waren goed op de hoogte: Somers: [Tegelijkertijd vonden in Batavia militaire stafbesprekingen plaats over wederzijdse hulp en dislocatie van de krijgsmachten, de Maleise barrière: de Engelsen in Straat Malakka en de Zuidchinese Zee, de Nederlanders in de Indische wateren en de Australiërs op Timor en in de Arafoerazee. Op 29 juli werd de militaire noodtoestand afgekondigd; op 1 augustus verzekerde het Britse ministerie van buitenlandse zaken Nederland van ondersteuning bij een Japanse aanval, waarna op 15 augustus de Nederlandse regering besloot deel te nemen aan een oorlog indien Engeland of Amerika zou worden aangevallen. Op 30 november waren alle verloven ingetrokken, en tussen 2 december en 5 december vertrokken alle luchtstrijdkrachten naar hun oorlogsbestemming.] Zwitser: “Volgens de nota die de Nederlandse gezant in Tokio op 10 december aan de Japanse minister (…). Het lag dus als het ware in de logica der geallieerde bondgenootschappen en die van de As-mogendheden, dat Nederland, na de Japanse aanvallen op Britse en Amerikaanse gebieden, zich eveneens met Japan in oorlog beschouwde.” En dat laatste is geen oorlogsverklaring, maar een constatering.

  11. Daems zegt:

    Het is altijd makkelijk oordelen met de “ wijsheid “ van nu , hadden we dan maar meteen met een witte vlag moeten zwaaien
    In de context van die tijd had je als militair
    de plicht om je te verdedigen tegen een agressor ( nu ook ) kom dus niet met wat
    Boekenwijsheid geneuzel

  12. e.m. zegt:

    @Velen en ook ik wisten dat. Daar hoef je geen historicus voor te zijn, dacht ik.@
    @ Het Japanse Imperium wilde machtsuitbreiding, slaven en grondstoffen, dat weten we allemaal hier wel.@

    — Vandaar ook dat het grootschalig, gezamenlijk onderzoeksprogramma* van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV), het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) en NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust en Genocidestudies naar “Dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950” wordt gedaan door makelaars in koffie, stratenmakers op zee, een handjevol stuurlui aan wal, een paar leken en wat Indonesische wetenschappers.

    *Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst . . .

    • Ron Geenen zegt:

      @@*Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst . . @@

      En dat heeft de NL regering al ruim 70 jaren toegepast.

      • Jan A, Somers zegt:

        Ja, als je alleen maar zit te wachten, en niets doet, zit je al gauw aan die 70 jaar.

      • Ron Geenen zegt:

        Wie zegt dat er alleen maar 70 jaren gewacht werd? Mijn moeder heeft er jaren voor gevochten; op haar manier. Maar wat kan mijn moeder, een oude vrouw tegen die Haagse monsters doen. Laat ik het even duidelijk stellen: U weet geen moer af wat mijn moeder heeft geprobeerd. En het is nu aan mij om via alle bewaarde documenten dat op papier vast te leggen.

      • Jan A, Somers zegt:

        “heeft er jaren voor gevochten;” Waarom heeft zij, net als mijn va\der, net als alle andere ambtenaren, niet op de enige juiste manier wat gedaan? Vordering indienen bij de werkgever!

      • Ron Geenen zegt:

        @@Waarom heeft zij, net als mijn va\der@@

        Heer Somers: U denkt nog steeds via uw eigen straatje. Een ambtenaar is betrouwbaar en behandeld een ieder gelijk. Nee, een alleen staande vrouw, die werd met de spot behandeld. En het NL bedrijf, waar zij bij werkte werd op 1 jan. 1950 opgeheven.

    • Robert zegt:

      Ook dawet drinkers onder de klapperboom , ouwe hoeren van het Red Light District en duikers van de grachten van Amsterdam zijn grootschalig bezig met het diepzinnig onderzoek.

      • Robert zegt:

        Ook de straatvegers van de Atlantische Oceaan zijn direct betrokken bij het grootschalige onderzoek.

  13. Aransys zegt:

    Wah susah dese!!

  14. Peter van den Broek zegt:

    Het verhaal over Tarakan ken ik toen wat las over de strategie van het KNIL. Daarom heb ik als reactie op het wonderlijke verhaal van dhr Suparmo mijn reconstructie gegeven van de gebeurtenissen, uitgaande van ooggetuigen verslagen van KNIL-officieren. Met de huidige technologie is het relatief eenvoudig die gebeurtenissen te achterhalen en getrouw weer te geven, daarvoor hoef je niet lijfelijk aanwezig te zijn bij de acties in Tarakan.
    De persoonlijke en éénzijdige reactie van dhr Robert dat …ik niet weet waarover ik het heb, omdat ik er zelf niet bij ben geweest …….ontbreekt niet alleen elke logica, maar heeft ook geen enkele overeenkomst met de werkelijkheid , is DUS een (waarde) loze opmerking in zijn litanie van gratuite opmerkingen.

    Ik kan niet nalaten enige uitspraken naar voren te halen, die een opmerkelijk beeld geven van de gebeurtenissen in die tijd, het zijn uitspraken van een wetenschapper die er ook niet bij was, een KNIL-kapitein en een bestuurlijke autoriteit. Dhr Robert kan zelf achterhalen wie welke uitspraak gedaan heeft.

    1) „ … de inheemse bevolking stond lauw en onverschillig tegen deze oorlog. Hij raakte haar niet, zolang zij te eten had en haar eigendommen niet werden beschadigd; zij wist er te weinig van om zich ervoor te interesseren . . . De Indonesische bevolking is steeds voorgelicht in de zin van: „Weest allen gerust, Kandjeng Gouvernement zal voor alles en allen zorgen!” . . . In de totale oorlog moet de propaganda gericht zijn op de geestelijke weerbaarmaking van elk individu, ten einde op deze wijze te kunnen komen tot een geestelijk weerbaar geheel; met een geestelijke voogdij bereikt men dit niet!

    2) Teleurstellend moreel van inheemse infanterie moet echter beschouwd worden met inachtneming van ongunstige factoren; ten eerste na olievernieling was het eigenlijke vechtdoel vervallen en overblijvend op een onverlaatbaar eiland streden zij een kansloze strijd tegen overwegende overmacht (akkoord, maar dit was overal in de Buitengewesten het geval, ; ten tweede toegezegde hulp uit de lucht bleek onmogelijk wegens slechte weersomstandigheden. (Een eerlijker uitdrukking ware: het tekort aan vliegtuigen; Tarakan kwam er niet zo slecht af, op 10, 12 en 13 januari werden luchtaanvallen uitgevoerd op de Japanse vloot bij Tarakan. Ook vlootactie onmogelijk. (Even- als overal in de Buitengewesten,. Ten derde langdurig onafgebroken gevecht veroorzaakte fysieke in- en overspanning, terwijl de Japanners steeds verse troepen hadden . . . Ik vermijd publicatie over houding troepen en slechte behandeling van gevangenen na de capitulatie, teneinde in dit zeer ongunstige oorlogsstadium een mogelijke depressie te voorkomen.” In tegenstelling tot dit sombere geluid spraken de kranten in wat men noemde „een sober relaas”, van een grootse strijd en zware vijandelijke verliezen.

    3) De oorlogscommuniqués, uitgegeven na 8 december 1941 in Nederlands Indië, waren dusdanig in gebreke de ware toestanden te vermelden, dat zij een der oorzaken waren van de bittere kritiek op de overheid in de eerste weken na de val van Java, in talrijke Europese kringen geuit.

    • Jan A, Somers zegt:

      “waren dusdanig in gebreke de ware toestanden te vermelden,” Uiteraard, in het strafprocesrecht heet zoiets daderinformatie. Als u wel eens een cursus bij de SMID in Harderwijk hebt gevolgd zou dat aan de orde kunnen zijn geweest. In de Japanse oorlogscommuniqués was er elke maand wel een veldslag gewonnen. Als je de namen van die eilanden opzocht in je atlas, kwamen die eilanden steeds dichter bij Japan te liggen. Je wist dan genoeg.
      “Ook vlootactie onmogelijk. (Even- als overal in de Buitengewesten,” Ja, met uitzondering van de onderzeeboten (maar dat was wel een heel bijzonder onderdeel) lag de KM in Oedjoeng te wachten. Ik dacht dat de enige vlootacties in dat gebied waren uitgevoerd door die vier oude Amerikaanse four-stackers, in de nacht van 23 op 24 januari, waarbij (uit mijn geheugen) drie transportschepen en een torpedobootjager tot zinken werden gebracht. Maar onze Helfrich had alleen maar kritiek op de leiding die door zijn Amerikaanse collega aan de geallieerde vloot werd gegeven. En elders in de buitengewesten moest de GM de kastanjes uit het vuur halen.
      .

  15. Peter van den Broek zegt:

    Uitspraak 1 is van de toenmalige KNIL-kapitein bij de Generale Staf S.H. Spoor. Uitspraak 2 is van de toenmalige Gouverneur-Generaal GG Tjarda van Starkenborgh-Stachouwer. Uitspraak 3 is van de historica D. van Velden in haar gezaghebbend dissertatie.

    Spoor heeft het over de houding van de inheemse bevolking bij het begin van de oorlog en hoe die door het Gouvernement (Van Starkenborgh c.s.) werd voorgelicht. Toch niet een onbelangrijk detail!!
    De GG heeft het weliswaar over het moreel van de inheemse infanterie maar gaat niet in op de redenen. Gelooft hij echt in zijn eigen propaganda?
    De historica D. van Velden geeft aan hoe de Europese kringen dachten, maar wat waren de gedachten van inheemse bevolking op dat moment?.

    Eèn, slechts 1 reactie op het blog geeft mij een ander en interessant gezichtspunt
    Aelle citeert:…. Assistent-resident en controleur gingen na de capitulatie naar kantoor om hun werk voort te zetten. Zij werden voor een Japanse kolonel gebracht, verhoord en geïnterneerd in een huis met uitdrukkelijk verbod zich te bemoeien met de bevolking.’
O, o, wat een tijd was dat in Tarakan”……..
    Haar verhaal drukt wel de toenmalige tijdgeest uit. De kolonialen gaan na de capitulatie gewoon door met hun werk, alsof er niks veranderd was!!!!!! Die Japanner geeft aan dat een nieuw tijdperk “Azië voor de Aziaten” in Nederlands Indie begint.

    De andere reacties zijn de welbekende en en tot vervelens toe herhaalde verhalen , die sinds ik deze web site ken hoegenaamd niet zijn veranderd, ik kan die langzamerhand wel dromen. Het geeft luid en duidelijk het welbekende Nederlands-centrische standpunt aan..
    Maar daar zit ik, die het niet heeft meegemaakt, toch niet op te wachten? Dan ga ik toch bij de betere “boekenwijsheid” te rade?

    Als die generatie zo denkt en schrijft, dan is dat grootschalig onderzoeksprogramma* naar “Dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950” meer dan gerechtvaardigd en heel broodnodig.

    • Jan A, Somers zegt:

      “gaan na de capitulatie gewoon door met hun werk” In Nederland bleven de bestuursambtenaren gedurende de hele bezetting gewoon aan het werk. Het bestuur bleef bij afwezigheid van de ministers onder leiding van de bestaande secretarissen-generaal. In Soerabaja aanvankelijk ook. Eerst verdwenen de totoks en kira kira betoels, richting internering. Pas veel later werden Indo-ambtenaren vervangen door Indonesische.

      • Peter van den Broek zegt:

        Nederland is geen Nederlands Indie, daargelaten dat Duitsers Nederland bezetten en dat de Nederlandse regering in ballingschap ging. In Nederlands Indie waren er trouwens geen ministers maar directeuren van departementen.
        Het is de gebruikelijke vergelijking waar ik echt niks aan heb. Het zegt hoegenaamd niets specifiek over Nederlands Indie en over de bezetting van Borneo i.c. Tarakan.

        Voor mevr. Aelle is wellicht interessant de web site over Tarakan: http://www.mobe.nl/gedenkteken-tarakan/home/

        Onder documenten staan de authentieke verslagen van de militairen betrokken bij Tarakan:

        1. rapport van Kapt. GL Reinderhoff, stafofficier troepencommando garnizoen Tarakan in pdf formaat: rapport
        2. verslag van Dr. Tan Eng Dhong, Officier van Gezondheid op Tarakan in pdf formaat: verslag
        3. een aanvullend verslag van Dr. Tan: aanvullend verslag
        4. verslag van 1e Lieutenant JC den Hond, commandant van steunpunt 11: verslag
        5. kaarten Tarakan: kaarten
        6. Japans document voorzien van commentaar Kapt. Reinderhoff: document
        7. kort uittreksel rapportage herovering Tarakan: uittreksel
        8. bief over het verslag van Dr. Tan: brief
        9. gevechtsrapport aangaande de marine onderdelen op Tarakan: rapport
        10. verslag van res.2eLt Luchtdoelartillerie Teun Nijenhuis: verslag

        De rol van Kapt. Reindershoff op Java is verhelderend om de wanordelijke gebeurtenissen in Nederlands indie in de eerste maanden van 1942 te begrijpen.

      • Jan A. Somers zegt:

        “Nederland is geen Nederlands Indië” U heeft gelijk, daar zitten heel wat kilometers tussen, en is winter een beetje anders dan Westmoesson, maar daarmee houden al uw beweringen ook op. En Jan A. is geen Peter etc. Maar hier wel gelijkwaardig en vergelijkbaar (sorry, een marineofficier staat altijd bovenaan). Maar Indië was net zo’n gebiedsdeel als Nederland! Bezet door de Japanners (toch ook een soort Duitsers?), en een volledige regering in Australië. En in Londen een koninkrijksregering over beide gebiedsdelen. En toen Indië RIS werd bleven alle ambtenaren, voor zover niet uit zichzelf vertrokken, ook in dienst. Bij het Departement Scheepvaart werden in het begin zelfs Nederlanders als opvolgers aangesteld.

      • Peter van den Broek zegt:

        Ik wil iets weten over Tarakan, Borneo aan het begin van 1942. Misschien kan Drs. R.B. Thomas iets daarover zeggen.

        Trouwens Van Mook had geen “volledige Nederlands-Indische regering in Australië tot zijn beschikking.
        Hij wilde dat wel maar gek genoeg wees het kabinet-Gerbrandy in Londen zijn voorstel af. Het kabinet gaf wel zijn goedkeuring aan de instelling van een Nederlands-Indische Commissie voor Australië en Nieuw-Zeeland, die Van Mook instelde op 7 April 1942. Voorzitter van de commissie werd van Hoogstraten , leden werden Loekman Djajadiningrat en Smits.

        Wel werd in Londen na zijn benoeming tot Minister een Raad van Bijstand voor Nederlands-Indie in het leven geroepen. Leden van de raad werden: Soejono (later eerste Indonesische en islamitische minister van Nederland, maar zonder portefeuille) , van Hoogstraten, Loekman Djajadiningrat. N.S. Blom, J.Eggens en D. Crena de Jongh.
        bron: L.de Jong Het koninkrijk der Nederlanden……..1979a:369, 1979b:1096 en 1986:39

        Nederlands Indie hield op te bestaan als zelfstandige juridische eenheid. Wellicht interessant voor aanvragers van de Back-Pay.

      • Jan A, Somers zegt:

        Italië lijkt me een leuk land. Vaak laag water, goed jutten, veel spijkers aangespoeld. De meeste overigens krom, alleen leuk voor de verzameling.

      • Ron Geenen zegt:

        @@goed jutten, veel spijkers aangespoeld. @@
        Ben, toen ik nog in NL woonde, 11 jaren lang voor 5 a 6 weken naar de Adriatische zee op vakantie gegaan. Heb nooit spikers op het strand gezien. U zoekt toch niet spijkers op laag water?

      • Ælle zegt:

        Voor mevr. Aelle is wellicht interessant de web site over Tarakan: http://www.mobe.nl/gedenkteken-tarakan/home/

        Sudah al eerder gezien ja; maar desalniettemin bedankt, Peter.
        Ik zat helemaal in de sfeer en had intense heimwee om ´naar huis´ te gaan.
        Heimwee (deels spelling uit 1864) is het gevoel van verlangen naar huis, of algemener gezegd, naar de geborgenheid en de zekerheden van het ´bekende tempo doeloe´. De mate van heimwee kan variëren van zwak tot zeer ernstig. Wikipaedia.
        De laatste tijd (winter) nogal ernstig.
        Ik overleef het wel, hoor, Djangan takut!

      • Jan A, Somers zegt:

        “Heb nooit spijkers op het strand gezien. ” Maar onze heer Peter heeft er elke dag bij eb wel een paar beet! Wie zoekt, die vindt.

      • Jan A, Somers zegt:

        “Wellicht interessant voor aanvragers van de Back-Pay.” Ja, per 15 augustus 1945 was Indië nog steeds een gebiedsdeel van het koninkrijk. Werkgever van de Indisch ambtenaren, incl. de militairen van het KNIL. Backpay bestond toen nog niet, maar voor de achterstallige salarissen kon een vordering worden ingediend. Maar ja, niet geschoten, altijd mis!
        ‘Regering’: Dit woord was normaal gebruik. Zie bijvoorbeeld Van Mook zelf: (…) voorzag in de wederinstelling van een Indische Regering onder (…) waarin deze regering nog buiten Nederlandsch-Indië zou zijn gevestigd (…). En een Directeur van een Departement in Indië mag niet woerden vergeleken met een departementsdirecteur in Nederland. In Indië was je dan `Edeleer`, titel van een lid van de Raad van Indië.

      • Jan A, Somers zegt:

        “na zijn benoeming tot Minister”. Van iemand van uw postuur had ik wel wat meer verwacht. Vooral ook omdat Van Mook hiermee in de Londense club niet zo gelukkig was, waardoor dat ministerschap voor de ontwikkelingen niet zo relevant was.
        Na aankomst in Londen op 26 april 1942 stelde Van Mook de Nederlandse regering voor hem als luitenant-gouverneur-generaal te belasten met het Algemeen Bestuur. Minister-president Gerbrandy, bevreesd voor een te grote mate van zelfstandigheid van de naar Australië uitgeweken Indische bestuurders, aanvaarde dit voorstel niet; integendeel, op 6 mei 1942 werd het Algemeen Bestuur over Nederlands-Indië opgedragen aan de minister van koloniën waarmee de Indische regering als zodanig was opgeheven. Het was een koppeling tussen Opperbestuur en Algemeen Bestuur die Van Mook, op 25 mei benoemd tot minister van koloniën, zou typeren als een staatsrechtelijk monstrum. Om een ongewenste vermenging in de uitoefening van beide functies te voorkomen werd op 11 juni bij koninklijk besluit de Raad van Bijstand voor Nederlandsch-Indische Zaken ingesteld ter ondersteuning van het Algemeen Bestuur. Was er in formele zin geen sprake meer van een Indische regering, de vroegere kennissenkring van Van Mook, nu verenigd in de Nederlandsch-Indische Commissie, wist de weg naar ‘hun’ minister in zijn functie van Algemeen Bestuurder wel te vinden. Op 23 december 1943 werden twee regelingen met betrekking tot een toekomstig bestuur vastgesteld die voorzagen in een Indische regering onder een luitenant-gouverneur-generaal voor een buiten Nederlands-Indië gevestigde regering, belast met de terugkeer, en een tijdelijke voorziening voor een regering in Indië in afwachting van een definitieve regeling alsmede de voorgenomen staatkundige hervormingen. De onbevredigende dubbelfunctie van Opperbestuur en Algemeen Bestuur was ook fysiek onhoudbaar gezien de reisafstanden tussen Londen, Ceylon en Australië. Op 14 september 1944 werd de eerste van de hiervoor genoemde voorzieningen geëffectueerd, overigens met behoud van de dubbelfunctie: Van Mook werd naast zijn ministerschap belast met de functie van luitenant-gouverneur-generaal met Brisbane als standplaats van de voorlopige Nederlands-Indische regering. Pas op 23 februari 1945 kon hij het ministerie overdragen.
        Voor Van Mook werd het steeds duidelijker ‘dat wie zichzelf niet helpen kan, ook niet te zeer op de hulp van anderen mag rekenen.’

  16. Peter van den Broek zegt:

    On topic.

    Tarakan geeft wel aan onder welke ongunstige omstandigheden het KNIL (officieren en manschappen) het gevecht met Japanners aanging
    Het Nederlandskustbatterij beschoot de japanse mijnenvegers omdat zij niet wist en niet kon weten dat de plaatselijke KNIL-coommandant op Tarakan capituleerde. De telefoonverbinding met hun commandant was verbroken.

    Wij weten nu dat de verbindingen tussen de verschillende KNIL-eenheden op Tarakan over 1 (één) telefoonlijn liepen. De commandant had deze gebrekkige en risicovolle voorziening weliswaar vòòr de oorlog aan het hoofdkwartier gemeld maar die had er niet voor gezorgd dat er verschillende telefoonlijnen waren voor communicatie, laat staan dat zij radiotelegrafische middelen beschikbaar stelde. Toen de commandant wist dat de telefoonlijn onderbroken was, had hij ook geen reservemateriaal om de verbinding te herstellen

    Daar komt nog bij dat de Japanse spionnen wisten dat er maar 1 telefoonlijn was. Het Nederlands Gouvernement heeft pas 3 maanden vòòr de oorlog Japanners uit Tarakan gezet. Daarom was het voor de Japanners een koud kunstje de communicatie te onderbreken.

    Ondanks dat vochten het KNIL met de moed en wanhoop tegen een overmachtige en door de oorlog kundige vijand, de KNIL militairen deden wel hun plicht.

    Om dan te zeggen dat….. “Daarmee wil ik aangeven dat het KNIL leger geen schijn kans had tegen dit een goed georganiseerd Japans invasie leger.Het KNIL had zelfs niet de taak om de buitengrenzen van Nederlands Indie, het huidige Indonesië, tegen buitenlandse legers te verdedigen. De enorme omvang van het land maakte dat het KNIL hier niet toe in staat was……
    is niet alleen een hele goedkope reactie, maar doet geen recht aan de moedige inspanningen van de bij Tarakan gesneuvelde en/of gedecoreerde KNIL-militairen

    • Jan A, Somers zegt:

      “Het KNIL had zelfs niet de taak ” Klopt, zie defensienota: “Onverminderd de bevoegdheid van den Gouverneur-Generaal om (…) over Land- en Zeemacht(!!!!!) te beschikken (…) wordt (…) er van uitgegaan, dat de neutraliteitshandhaving op Java wordt vervuld door het Leger met steun van de Vloot; in gewesten buiten Java door de Vloot, die daarbij op bijzondere kwetsbare punten door het Leger wordt gesteund.” Waar was de vloot bij Balikpapan/Tarakan? Ja, vier oude Amerikaanse fourstackers.

      • Peter van den Broek zegt:

        Om op basis van de Defensiegrondslagen 1927 aan te geven waar de vloot zou zijn op Balikpapan op 10 januari 1942 is ook voor de meest geoefende glazenbollen- of pissebedkijker een te zware taak.

        Ik had toch ergens gemeld dat de Hr.Ms. ‘Prins van Oranje’ mijnen had gelegd voor de haveningang van Tarakan. In de buurt opereerde ook een onderzeeboot ‘K 10’ maar die heeft geen bijdrage kunnen leveren aan de verdediging van Tarakan.

        Iedereen weet wel hoe groot Nederlands Indie was en de vloot was nogal verspreid

        Hr. Ms. ‘De Ruyter’ (gezonken in de Javazee) kreeg een onderhoudsbeurt in Soerabaja, Hr. Ms. ‘Java’ (gezonken in de Javazee) Hr.Ms. ‘Tromp’ en vier Nederlandse jagers (gezonken in de Javazee.e.o.) escorteerden Geallieerde schepen in de Indische Oceaan. De zware Amerikaanse kruiser ‘Houston’ (gezonken in Straat Soenda) en twee Amerikaanse jagers bevonden zich bij Darwin (Australië).

        SBN Glassford met zijn Amerikaans smaldeel: de lichte kruisers ‘Boise’ en ‘Marbleliead’ en vier torpedobootjagers,na een mislukte zoekactie naar Japanse oorlogsschepen naar Timor om stookolie in te nemen. Daarna op een van de doorgangen naar de Javazee liep de USS Boise op een rif; het schip voer ter reparatie naar Tjilatjap. De USS Marblehead, de enige overgebleven kruiser, kon, doordat een van zijn turbines onklaar was, slechts op halve snelheid varen; zodoende waren het alleen de vier jagers die op de avond van de 23ste op Balikpapan afgingen. De meeste door de Amerikanen gelanceerde torpedo’s misten hun doel of ontploften niet en van de geheel onbeschermde transportschepen werden slechts vier tot zinken gebracht; hetzelfde geschiedde met één van de drie patrouillebo­ten.

        Vermeldenswaard is dat ook de Gouvernementsmarine GM in gemilitariseerde vorm haar bijdrage leverde aan de verdediging van Nederlands Indie. Vele schepoen werden door de bemanning na de capitulatie tot zinken gebracht,

      • Jan A, Somers zegt:

        “Vele schepoen werden door de bemanning na de capitulatie tot zinken gebracht,” Dat mocht nou juist niet. Na de capitulatie mogen geen oorlogshandelingen meer worden verricht, en de GM was op tijd gedemilitariseerd waardoor het weer burgers waren. Maar de gezaghebbers die toch hun schip tot zinken hebben gebracht vanwege het niet ontvangen van de demilitarisatie-order zijn geëxecuteerd. Mijn vader had het geluk dat hij met zijn beschadigde Arend in Batavia lag, en de order wel op tijd heeft gekregen, dat schip is nog vóór de capitulatie tot zinken gebracht.
        De fourstackers waren volgens mij de Edwards, de Alden, de Paul Jones, en de Ford.

      • Jan A, Somers zegt:

        “waar de vloot zou zijn op Balikpapan op 10 januari 1942 “Die vraag is ook niet relevant, volgens de defensiegrondslagen hadden ze er moeten zijn.

      • Peter van den Broek zegt:

        Wat ik eigenlijk zoek is de naam van de Japanse marinekommandant, die verantwoordelijk is voor de executie van die 215 Nederlandse militairen op Tarakan. Lijkt me wel relevant voor het topic.

        Ik heb weliswaar de naam van de Japanse Legeraanvoerder Shizuo Sakaguchi, die de Nederlandse militairen van het kustbatterij wilde sparen maar hij werd “overruled” door de Japanse marinecommandant betrokken bij de aanval, het was n.l. een gecombineerde aanval.. Het geeft de wedijver aan tussen de Japanse Land- en Zeemacht.

        Dhr Willem Remmelink heeft weliswaar over de Japans aanval geschreven, maar geen woord over de Oorlogsmisdaden, die de Japanse militairen pleegden, zie

        De aanval op Nederlands-Indië

        Vergeet niet dat de Japanners even later bij Balikpapan burgers executeerden. Balikpapan kan niet los gezien worden van de gebeurtenissen bij Tarakan.

  17. Peter van den Broek zegt:

    correctie: SBN Glassford met zijn Amerikaans smaldeel: de lichte kruisers ‘Boise’ en ‘Marbleliead’ en vier torpedobootjagersVOER na een mislukte zoekactie naar Japanse oorlogsschepen naar Timor om stookolie in te neme.

Plaats een reactie