Wie bracht het verkoelende drankje? Die vraag moet schrijver Kester Freriks zich blijven stellen als hij goede herinneringen ophaalt aan Indië, reageren de historici Thomas Smits, Klaas Stutje en Suze Zijlstra.

Groepsfoto van de mannelijke en vrouwelijke arbeiders van de rubberplantage Balang Seragam in Deli, Oost-Sumatra, 1880 (NA)
Door Thomas Smits, Klaas Stutje en Suze Zijlstra
In zijn stuk ‘Tempo doeloe – ook een mooie tijd’ betoogt schrijver en NRC-medewerker Kester Freriks dat de koloniale geschiedenis tegenwoordig alleen nog ‘veroordelend’ beschreven wordt: „Nederlands-Indië wordt gestigmatiseerd, met terugwerkende kracht. Nederland in Indonesië: dat was fout.” Hij stelt dat het inmiddels ‘verboden’ is om te zeggen dat iemand een gelukkig leven heeft geleefd in de kolonie. Historici worden er wel vaker van beschuldigd een feestje te verpesten, maar iemand persoonlijke herinneringen verbieden zou wel heel gemeen zijn. Is het echt zo erg? Het lijkt erop dat Freriks een aantal dingen – geschiedschrijving, collectieve en persoonlijke herinnering – door elkaar haalt.
Freriks stelt dat er naast „vier eeuwen bitter leed” ook sprake was van „jubelend geluk”. Daarin heeft hij natuurlijk helemaal gelijk. In elke historische periode, hoe donker ook, is er óók sprake van geluk: mensen worden verliefd en baby’s worden geboren. Als historici hebben we de taak alle gebeurtenissen, mooie én minder mooie, te contextualiseren. In dit geval vond dat alles plaats binnen een gewelddadig systeem van koloniale onderdrukking.
Die context is, ook als we ons een beeld proberen te vormen van ‘koloniaal geluk’, van groot belang. Het valt immers niet te ontkennen dat een deel van het geluk van de Nederlandse en Nederlands-Indische koloniale kasten samenhing met het bestaan van koloniale onderdrukking. Wie oogstten de koffie en thee? Wie bracht een verkoelend drankje op de veranda op een warme dag? De ‘goede’ tijden van de koloniale elite bestond niet slechts naast het leed van de Indonesische bevolking, maar kwam voor een belangrijk deel voort uit koloniale machtsongelijkheid: een ongelijkheid die niet gekozen was, maar actief beschermd werd met de constante dreiging van zogenaamd ‘politioneel’ militair geweld.
Wie ‘verbiedt’ je met geluk terug te denken?
Die context negeert Freriks in zijn stuk. Maar daarnaast heeft hij ook een eigenaardig beeld van de verhouding tussen collectief en particulier geheugen. Wie ‘verbiedt’ hem met enige vorm van geluk terug te denken aan Nederlands-Indië? Welke groep historici of politici tikt hem op de vingers? De boekhandels liggen juist vol met memoires over Indië. Heeft Freriks niet vooral moeite met de discrepantie tussen persoonlijke, gelukkige herinneringen en de veranderende plaats van de koloniale periode in ons collectieve geheugen?
Ons collectieve koloniale geheugen is lang bepaald door het idee van een heerlijke tempo doeloe, die zogenaamd ‘goede oude koloniale tijd’. Vreemd is dat niet: een traumatische oorlogstijd, de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd, gedwongen migratie en een koude en racistische ontvangst in Nederland hebben voor veel Indische Nederlanders de herinnering aan hun leven in Indië gekleurd en hun identiteit bepaald. Over die afschuwelijke tijd werd lang gezwegen, terwijl herinneringen aan de vooroorlogse tijd juist vaak werden verheerlijkt en overgedragen op de volgende generaties.
Maar door te kijken naar het ongelijke koloniale systeem kunnen we de complexe positie van Indische Nederlanders vóór de oorlog beter begrijpen en de ontwrichting van zo veel families in perspectief plaatsen. De geschiedenis is juist niet goed te schrijven als we het niet hebben over de structuren die vooroorlogs geluk in ieder geval gedeeltelijk bepaalden. Het erkennen van de pijn van postkoloniale migranten sluit het kritisch bestuderen van het koloniale verleden niet uit.
Een nieuwe balans
Freriks lijkt te betogen dat goede, persoonlijke herinneringen niet samen kunnen gaan met een pijnlijk collectief geheugen. Hij legt de schuld voor dit ongemak bij historici en de rest van de maatschappij. Maar wat is daarin de plek van degene die koste wat kost aan het idyllische beeld van Indië willen vasthouden?
In de laatste alinea van zijn stuk schrijft hij: „De emotionele aanvaarding van het definitieve afscheid van Indië valt velen zwaar, nog steeds. Het dwingt mensen ertoe hun paradijselijke én nachtmerrieachtige herinneringen opnieuw te ijken.” Hier zijn we het helemaal met hem eens. We moeten een nieuwe balans vinden tussen geschiedschrijving, collectief geheugen en persoonlijke herinnering: Vergangenheitsbewältigung noemen de Duitsers dat. Het is jammer dat het grootste deel van Freriks’ stuk in schril contrast staat met deze genuanceerde en humane laatste overpeinzing.
Dit artikel verscheen eerder in het NRC, 8 oktober 2018
Thomas Smits (Radboud Universiteit, Universiteit Utrecht), Klaas Stutje (Universiteit van Amsterdam, IISG) en Suze Zijlstra (Universiteit Leiden) zijn historici en medeoprichters van het geschiedenisblog Overdemuur.org
In de eerste helft van 1945 constateerden de Australische militairen , bij het overnemen van het gezag van de Japanners , dat de plaatselijke bevolkingen op de diverse eilanden grote feesten organiseerden vanwege de terugkomst van de Nederlanders .
Dit kwam voor buiten Java/Sumatra. Daar begonnen NICA en KNIL al in 1944 hun werk. Richting koninkrijksconferentie>RTC, Daar werd in de wandeling al snel de benaming Indonesia gebruikt. Daar vergaderde NICA met de plaatselijke besturen onder het rood/wit. Daar veranderde de naam Gouvernements Marine al snel in Federale Marine. Daar ging men normaal met elkaar om. En toen de plaatselijke politie niet op kon tegen infiltraties vanuit Java werd KNIL om hulp gevraagd.
Dit kwam voor buiten Java/Sumatra. Daar begonnen NICA en KNIL al in 1944 hun werk. Richting koninkrijksconferentie>RTC, Daar werd in de wandeling al snel de benaming Indonesia gebruikt. Daar vergaderde NICA met de plaatselijke besturen onder het rood/wit. Daar veranderde de naam
Gouvernements Marine al snel in Federale Marine. Daar ging men normaal met elkaar om. En toen de plaatselijke politie niet op kon tegen infiltraties vanuit Java werd KNIL om hulp gevraagd.
Sorry, fout getikt door mij.
Genuanceerd beeld in juiste context geplaatst
Dit is op spinhof herblogd.
Holland is toch groot gworden en opbouwsd door 350 jaar kolonisatie.Deze mensen op de foto worden messchien niet betaald en dan wel erg minim per dag. Dat is 2,5 CENT( benggol) volgens Minister Colijn).Indien niet betaald krijgen ze 2 maal eten perdag en accomodatie.Zo als Cornelis Chastelein met 300 slaven uit Makassar ,Bali en Lombok enz, die alleen maar een gubugje/saung( klein huisje) krijgt met een paar vier kante meter grond om er van televen en verder de ONDERNEMING van de Baas moet bewerken
Mijnheer Suparmo, heette 2,5 cent ‘benggol’? In mijn herinnering heette het ‘gobang’.Wat is nu juist? Bedankt! vr. groeten
Het zelfde.Hangt van de streek af.
Van de Nederlandse welvaart kwam nooit meer dan 8% van de overzeese gebiedsdelen .
Grootste gedeelte van de Europese handel , met name tussen Oostzee en Middellandse zee .
@JW.Hoegen; ‘nooit meer dan 8% etc.’- Oh ja? Vandaar dat Nederland, berooid uit het nazi tijdperk, zelfs een leger van meer dan 200.000 man,aangevuld met lucht- en zeemacht naar ons Indië zond….om toch die 8% inkomsten weer veilig te stellen?
U hoeft de feiten niet uit te zoeken , hoor .
@jwhoegen; ‘feiten niet uitzoeken etc.’- Indië, de kurk waarop Nederland drijft!
In 1938 bedroegen de bijdragen uit Indië 14% van ons bnp . De gemiddelde europiaan verdiende 45 x het loon van de gemiddelde Indonesiër (1930 volkstellingen)
Wat en kort geheugen en valse trotst!Weer velakkerij dat zelf een minister ooit heeft gezegt: “INDIE VERLOREN RAMSPOEDGEBOREN”.Ned.Indie was de wereldgrootse exporteur in bos,mijn,landbouw producten DIE EEN PPAAR NEGENS IN DE WERELD GEPLANT KAN WORDEND, zoals,ijzerhout, DEK tabak,tengkawang.Gewone producten FOELIE KINA,COPRA.NOODMUSKAAT,RUBBER,KOFFIE, THEE enz..Wat met de Spamjaarden en Potugesen gevochten waren.Dus niet 8% maar we 80%.Een beetje geschiedenis leren icl. zelfs de vaderlandse, BOENG
Daarbij vergeet men ook nog de zeer grote groep van Europese militairen, die dit rijk hebben veroverd en er naderhand totaal geen profijt van hebben getrokken. Integendeel de verliezen onder deze groep waren meestal afgrijselijk hoog, niet alleen door oorlogshandelingen maar ook door de vele ziekten.
Mensen die jarenlang op ziekelijke manier alles wat recht is krom willen praten bereikt men niet door hen met de neus op de feiten te drukken. Ze zijn willens en wetens ‘Oostindisch doof’.
Het is net als in de politiek van groen-links, alles moet kapot omdat het niet in hun straatje past,
er zit een chauvinistisch luchtje aan, het licht schijnt te zeer op die (totok-) mensen, welke toendertijd alles er voor over hebben gehad het land op te bouwen.
Er wordt de lezer eenvoudigweg een andere ideologie verkondigt !
Ook nu nog ken ik Indonesische vrienden die de zaak anders zien als wordt gepropagandeerd op de scholen en als algemeen gangbaar wordt opgevat. Dat geklets over ‘onderdrukker’, ‘uitbuiter’
en slechte ‘kolonisator’ moet maar eens naar het rijk der fabelen worden verwezen !
Wel, J. Verstappen…. “Alles moet kapot” is niet een doelstelling van GL.
Als je dat denkt zit er iets mis met je realiteitsgevoel.
U bent het met mij eens dat “alles moet kapot” slechts alleen bedoeld wordt met betrekking tot het Totok-element, want dat is hier op JP veelvuldig te vernemen.
Wanneer U deze mening voor ogen hebt zou er misschien iets met Uw eigen realiteits-gevoel mankeren ?
@Ook nu nog ken ik Indonesische vrienden die de zaak anders zien @
Of Nederlanders met een bruin kleurtje?
Vervelend voor U dat er ook andersdenkende Indonesiers rondlopen ?
Een ieder mag anders denken. Als we elkaar maar niet in de weg lopen.
Ik had van Kester Freriks wel een groter denkraam verwacht, (zie Olivier B. Bommel), gezien zijn vorige boek “Echo’s van Indie”(2015) waarin hij “met Indonesische ogen” naar het verleden kijkt.
Helaas, hij laat zich wel van zijn meest eenzijdige, Neerlandocentrisch en provinciale kant zien. Hij neemt niet voor niets Tempo Doeloe als boektitel en tijdspanne. Daardoor veegt hij gemakshalve of is het vergeetachtigheid van een revisionist wel een belangrijk deel van de gemeenschappelijke Indonesische en Nederlandse Geschiedenis onder het voetkleed, waardoor hij toch het predikaat opgespeld krijgt als “Witte” post-koloniaal Ned.-Indisch verleden goed te praten
De door hem “vergeten” geschiedenis gaat vooral over de gewelddadige periode van de Java-oorlog (1825- 1830) en de Atjeh-oorlog (1873-1896). Beide waren dan ook volksoorlogen waarin de tegenstanders, de inlandse bevolking een guerrilla voerden. Dergelijke oorlogen probeerde Nederland zoveel mogelijk te voorkomen door een ‘imponeerstrategie’ toe te passen. Met veel machtsvertoon trok het koloniale leger KNIL dan op naar een vermoedelijk machtscentrum zoals een vorstelijk paleis of hoofdstad, dat het strategisch aangrijpingspunt vormde. Had dit gezagscentrum werkelijk betekenis, dan was deze strategie vaak succesvol. Ware dit niet het geval dan kwam het vaak tot een guerrilla. In deze contraguerrilla-strategieën waren in theorie de ‘verzetsstrijders’ het doelwit. Maar omdat zij niet van de bevolking te scheiden waren, was in de praktijk ook de bevolking het ‘strategisch aangrijpingspunt’.
Voor de volledigheid geef ik mijn tijdlijn in concreto aan:
1825-1830
de Javaoorlog, waaraan de naam Dipodenegro onlosmakelijk verbonden is, was een volks- en guerrilla oorlog. Naar schatting 200.000 Javanen stierven door geweld, door honger en ziekte veroorzaakt door de oorlog. Aan Nederlandse zijde sneuvelden 8.000 Europese en 7.000 inheemse militairen.
1830-1873 Expedities: periode van Imponeren en Expanderen
3 Bali-expedities (1846,1848 en 1849),
twee expedities naar Zuid-Celebes (1859-1860),
een expeditie op Borneo (1850-1854)
een expeditie tegen het sultanaat Banjermasin (1859-1863)
1873-1896
Atjeh-oorlog waaraan de namen verbonden zijn van de onwaarschijnlijke gelegenheidsduo de orientalist Christiaan Snouck Hurgronje en de troepenofficier Johannes van Heutsz. De “HUMANE” militaire aanpak die Van Heutsz voorstond, leidde in Nederland zelfs tot een theoretische exercitie om de koloniale militaire ethiek in lijn te brengen met het internationale oorlogsrecht dat op de vredesconferenties in Den Haag (1899 en 1907) vorm had gekregen. Op deze conferenties was uitdrukkelijk bepaald dat het internationale oorlogsrecht geen betrekking had op oorlogen met ‘onbeschaafden’ dwz de inlanders in de koloniën.
In Atjeh werd ook de bevolking hard geraakt. Van 1899 tot 1909, de jaren dat Van Heutsz eerst de scepter zwaaide over Atjeh en vervolgens vanaf 1904 als gouverneur- generaal over heel Nederlands-Indië, werden volgens de officiële Nederlandse gegevens in totaal 21.685 Atjehers (inclusief vrouwen en kinderen) gedood.
1904-1914
Van Heutsz begon in 1904 met de daadwerkelijke vestiging van het Nederlandse gezag in de rest van de buitengewesten. Hiervoor beschikte hij over een koloniaal leger van inmiddels 38.000 man, van wie driekwart inheemse militairen.
Na Jambi (1901) volgden vanaf 1904 Zuidoost-Borneo (1904-1906), Zuid- en Midden-Celebes (1905- 1907), Seram (1905), Bali (1906), Sumba (1906- 1907), Sumbawa (1908) en Flores (1907-1911).
1906 Bali werd berucht om de puputan (rituele zelfdood) als antwoord op het machtsvertoon van zware houwitsers en verdragend zwaar scheepsgeschut. Naar schatting 1.100 Balinezen vonden de dood.
De Atjeh- en Java-oorlog uitgezonderd lieten meer dan 50.000 Indonesiers het leven.
Daarbij vergeleken was Tempo Doeloe best een mooie tijd.
Citaat: ……….Het ‘appèl aan betamelijkheid’, …….is nu juist niet tijdloos ………Wat vroeger betamelijk was, is dat tegenwoordig niet meer en omgekeerd. Dat is geen dooddoener, maar een onmisbare gids voor wie een geschiedenisboek wil openslaan………
Met zo’n gids (betamelijkheid!!!!) die door het bos niet de bomen ziet, zou ik ook de weg kwijtraken in de geschiedenis. Laat dhr Ben Janssen eens van Denkraam veranderen, geeft een heel brede en diepgaande kijk op de geschiedenis.
De hr. Van den Broek heeft slechts de grootste conflicten genoemd. Er zijn er veel meer geweest. Wat dat betreft verwijs ik naar het boek “Koloniale oorlogen in Indonesië “ door Piet Hagen. Daar vindt u ze allemaal op pagina 885 e.v.
Het kan zijn dat met alle koloniale oorlogen in Indie er minder slachtoffers aan beide kanten waren dan de tegenwoordige Silent Genocide die Indonesia voert in West-Papua tussen 1962 en heden.
Ik heb het enkel over koloniale oorlogen waar Nederland in Indonesië bij betrokken was.
Wat ik jammer vind is dat dit boek geschreven is vanuit één perspectief, en wel de Indonesische. Zie https://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/49441/in-indonesie-was-altijd-oorlog.html , waarin Hagen deze eenzijdige invalshoek uitdrukkelijk naar voren brengt. Ik had liever gezien dat hij had geschreven vanuit een neutraal, objectief perspectief – dan had je een evenwichtig verslag gekregen. Dat is nu niet het geval.
@ Ben. Maar daar geeft de hr. Piet Hagen juist toch antwoord op in de door jou aangehaalde link! Hij heeft toch die oorlogen beschreven tussen de latere Indonesiërs en de Nederlanders. Hij beschrijft de tactieken van de oorlogvoerenden. En ja, dat was niet zo fraai gezien door een hedendaagse bril en door de zienswijze van de laatsten op de “inlanders” en hun technische overwicht. Geschiedenis geeft altijd een oordeel en verklaring van anno nu over het verleden en dat verschuift naarmate de tijd vordert. Dus objectief……..denk van niet.
“(zie Olivier B. Bommel)” Misschien als u in de spiegel,kijkt ook Hocus P. Pas of Prof. Prlwytzkofski (die wist ook alles). U mag zelf kiezen.
Ben in 1942 geboren in Purworedjo en vertrokken naar Holland in 1953.
Periode in het Japans kamp herinner ik me niet behalve wat ik gehoord heb van mijn ouders/ooms/neven/tantes. Na de bezetting opgegroeid in verschillende steden in Java en Sulawesi daar mijn vader als KNIL militair moest dienen in die steden.
Wat ik mij dan herinner zijn de volgende:
1. Als kind veel lol met knikkeren met totoks en Indonesiers die altijd mijn Hollandse knikkers wilden winnen want die waren mooier dan de blimbings.
2. Lekker zwemmen in Tretes, Dago en andere zwembaden met andere vrienden.
3. Lekker eten van de straat als mijn moeder te lui was om te koken en onze kook baboe daar niet was omdat zij tijdelijk terugging naar haar verwanten.
4. Heel grote knockpartij tegen de opgejutte Indonesische jongeren In Bandung die mijn wandel van school naar huis moeilijk maakten (15-20 tegen een!). Zij hebben hun woord gehouden om ons niet meer lastig te vallen als zij zouden verliezen (want ze hadden verloren).
5. Veel vliegeren want mijn vader kon heel goed glastouw maken van fijn gestampt speciaal soort glas.
6. Wij hadden 5 baboes van wie ik nog mooie fotos heb. Die waren heel blij om geld te maken en mochten bij ons in de gallerij slaapkamers wonen.
7. Herinnerde dat mijn vader vaak in zijn jeep weg reed met brengun op zijn schoot omdat hij hoorde van geweer luiden dat zijn Indonesische soldaten die trouw waren aan Holland, weer aan het vechten waren met soldaten van Soekarno…kwam pas na een week of zo weer terug vies en vuil.
8. In 1952 werd het gevaarlijk en werd ik naar school gebracht door een Menadoneze soldaat die de chauffeur was van mijn vader, met brengun in zijn schoot…gelukkig niets gebeurd.
9. Uiteindelijk vertrokken naar Holland in january 1953 waar ik op school als “pinda chinees” werd beschouwd totdat ik er genoeg van had en het getreiter eindigde door de grootste treiteraar een flink pakslaag te geven…daarna was alles weer goed.
Wat ik mij afvraag (alleen gebaseerd op mijn korte ervaringen in Java),:
1. Wat zou Indonesie zijn zonder de periode van Hollandse invloed, daarmee bedoeld infra struktuur, opleiding in school, werkvoorziening voor baboes en katjongs enz.??
2. Van wat ik toen zag, waren de meeste Indonesiers niet in staat om hun leven te verbeteren zonder hulp van de “kolonialisten”, of het zou langer geduurd hebben. Aan die andere kant, als mensen gelukkig zijn met hun leven en omstandigheden, moet je ze alleen laten en niet dwingen om anders te leven.
Jammer dat er zoveel nare dingen zijn gebeurd maar dat is toch verleden tijd, probeer het voor iedereen beter te maken.
@robertmacare; ‘wat zou Indonesië zijn, zonder etc.’ – Zie Japan zonder ‘koloniale overheersing. Wat zou Nederland zijn zonder Franse overheersing?Tijdens Japanse bezetting gingen alle katjongs en gendohs naar school. De Indonesiërs werden zichzelf bewust/er; ambtenaren, politie, militairen; het was een complete Inlandse maatschappij. Zonder blanken! etc. * Opleiding; Toen wij in 1950 Indonesië verlieten waren er maar 5 % alfabeten, de rest van ca.70 miljoen was analfabeet! * Indonesië nu, geldt als een Aziatische ‘economische tijger’ met 8-10% jaarlijkse groei! Dat de democratisch/sociale gehalte nog niet zover is, klopt. Maar het is in aantocht. Het kan niet anders.-Toen wij in 1950 in Nederland/Amsterdam kwamen was het volk verdeeld in 2 groepen; de hogere stand en het ‘klootjesvolk’. De gebouwen, nu veelal kantoren, op de grachten werden nog bewoond! De hoofdingang- stoep op-was bestemde voor het herenvolk. De bedienden/ het klootjesvolk gingen door de souterrain ingang!
De meest gewone/etage woningen hadden toen geen badkamers(!) Alleen de woningen aan de Apollo laan, Vrijheidslaan/ deftig Zuid hadden badkamers. Baden ging toen gepaard met je zelf wassen in een grote teil in de keuken(!), die met warm/koud water moest worden gevuld. Warm water dmv. koken, want niet iedereen had een geiser.
Of baden in een badhuis( Marnixstraat, Albert Cuyp ea.) voor f 0,25 per 15 minuten!
Mijn vader weigerde toen 1952 elke woning zonder badkamer, tot er één vrij kwam in wat toen Nw.West werd genoemd nl. een zijstraat van de Hoofdweg. * Wat zou van Nederland geworden zijn, zonder Indië?….
Goed toch van die vieze ‘Hollanders. Met een leger van 40.000 man een eilandenrijk ter grootte van heel Europa bezetten en onderdrukken! Een leger bovendien bestaande uit een meerderheid van onderdrukte inlanders (met kleine i). En nog leuk ook: De Stichting Nationaal Comité Handhaving Rijkseenheid, 1945-1952, maakte propaganda met een gebroken bloemenkrans. Met als reactie: Velpon lijmt alles. Niks dat verkrampte gedoe van nu.
@JASomers; ‘niks dat verkrampte gedoe van nu’- Verkrampte gedoe van nu? Echte badkamer? Of toch liever een badhuis?
“Of toch liever een badhuis?”Als werkstudent had ik geen geld voor een (zeldzame) kamer met badkamer. Geen probleem toch, hup naar het badhuis. Was nog leuk ook. Samen galmend met z’n allen zingen: Blonde Mientje heeft een hart van prikkeldraad. Nadien kon het nog goedkoper: lid worden van een studenten volleybalclub, gratis, incl. gratis douchen. Met dezelfde liederen. Toch wel wat anders dan verkrampt! Elke tijd heeft zo zijn/haar dingen. Doe je toch niet moeilijk over? En je had geen baboe nodig om de mandibak dagelijks te vullen.
“Toen wij in 1950 Indonesië verlieten waren er maar 5 % alfabeten,”
Ambtelijk apparaat in 1938: Europeanen 19,6 %, Indonesiërs 78,0%, Gelijkgestelde Indonesiërs 1,1%, Chinezen 1,0%, Gelijkgestelde Chinezen 0,2%, andere Vreemde Oosterlingen 0,0%.
Eerste klasse schoolbevolking (1939) bij het Westers lager onderwijs: Europeanen 6.206, Indonesiërs 14.078, Vr. Oosterlingen 4.004.
Voor het eerst ingeschreven studenten hoger onderwijs (1931?):
Europeanen 57, Indonesiërs 128, Vr. Oosterlingen 82.
Mee eens, maar we leven vandaag in een tijd van een vorm van arrogantie. All het heden is beter. Maar hoe kan het ook anders. Wat hebben de mensen van vandaag nu voor ervaring. Ze zijn van de wieg tot het graf verzorgd en weten niets beter. Daarbij kan en mag er ongeremd gezegd worden wat ze in gedachten hebben. Holle vaten ——-!
Ik kan alleen maar zeggen dat ik niet anders dan mooie, heerlijke herinneringen heb aan mijn eerste en enige jaren in Indonesie, het land waar ik geboren ben en 19 jaren heb gewoond. Nooit weer terug geweest, want ik wil mijn herinneringen niet bederven. Indonesie is natuurlijk veranderd, maar ik geniet nu van het land waar ik nu al voor meer dan 50 jaar woon: California, USA. Ik zeg altijd dat ik hier in een paradijs woon. Anders mooi dan Indonesie, maar ik ben gelukkig!
Joyce Vodegel-Looye’
Over California kan ik het met je eens zijn. Met Indonesie tijdens de japstijd en de bersiap beslist niet. De periode van voor de oorlog, daar was ik te jong voor, maar mijn ouders waren toen gelukkig.
@JoyceVodegel; ‘nooit meer terug geweest etc.’ – In 1980, na 1950, voor het eerst. Daarna 16x getoerd over de gehele archipel muv. Borneo en Nw.Guinea. -Al dopperend op een sloep met buitenboord motor; pokpok (nav.geluid) genaamd, in de baai van BandaNeira (Zuid Molukken), met uitzicht op de Goenoeng Api; terwijl de zon dalend was; Het mooiste land op aarde! En ik zong in mijn gedachten, zoals ooit op de lagere school in Soerabaja; ik heb u lief mijn zonneland!
note; heb ook bezocht; USA (Cal, Florida, Hawaii, NY) en andere landen.
Violence is woven throughout human history. Romans build roads, aqueducts and sewer system (toilet) but were brutal. Pharaohs, (BTW: Egypt did have a female Pharaoh and the Roman Catholics did have a female Pope), were “conquerors” like the Romans and Aztec who were brutal too, yet look at their magnificent buildings and cities, in our age the spread of Islam was and still is brutal/bloody, (Mohammad led the slaughter of Jews and boasted that he enjoyed the smell of blood in the air) factions of Islam were conquerors in true sense destroying age old (historical) items, destroyed what “they” deemed as an abomination to Islam. Islam may have had their contributions to the world in the past, however as of now it is destruction what we have seen so far. The historical figure “Herod the Great” was a ruthless ruler who build great structures, he is only one of many rulers who were ruthless and benevolent. We have to accept the “Good” & the “Bad”,
Nothing is perfect on this earth ! We all do have on one shoulder an angle and on the other the devil, we all do have a good and a bad/dark side, we do have our own skeletons (so have I, to my chagrin) in the closet we do not wish to acknowledge, but I submit it is part and parcel of being human. Life is not a continuous party, it has it time of joy and it time of tears. The Bible says, “There is a time to sow, there is a time to reap. There is a time to laugh, there is a time to weep. There is a time to live, there is a time to die.”
One plants a seed in the ground in due time a stalk, bush or tree will grow. The seed is no more, it has been destroyed. A baby grows to be an adult, gone is the baby, it is destroyed. This maybe a simplification but do hope one gets the gist of it. I do not ignore what the Dutch did in the olden days on the islands, the Dutch did murdered many natives. However, the Dutch did transformed the country into a power house of export of rice, sugar, spices. oil, etc., etc., in addition the Dutch build cities, railroads, telephone, radio, schools, etc. or did all those things just sprout out of the ground like mushrooms? Today’s Indonesia (former Dutch East Indies) is rife with corruption, cost of living has sky rocketed, air pollution and traffic congestions are the norm. However, the hinterlands do still display the grandeur of the archipelago, just as the Dutch and the US country side shows it grandeur.
In Jakarta, apartment building owners are installing pumping stations to pump ground water to supply their tenants with water, this maybe illegal but is happening and it is happening all over Jakarta. A web search will confirm this.The government is unable to meet the city’s demand for potable water. Jakarta endures flooding every moesson due to insufficient and dilapidated sewage system, polluted rivers drain their waters into the Java sea.
What is Bandoeng (use the old name) today ? during the “colonial days” it was called “Paris of West Java”, because of beautifully kept streets lined with the fiery Flamboyant or the more subdued Golden Rain, the many exquisite parks, the majestic buildings (Techniese Hoge School, hotels Preanger and Savoy Homan, etc.). And what is Bandung (Indonesian spelling) today ? air pollution, traffic congestion, over crowding, ugly malls, etc.
I used to live in Bandoeng before, during the Japanese occupation and the Bersiap** My family (mother, younger brother and I) had to flee our home in the dead of night because of the Indonesian “freedom fighters” (pemudaas) were attempting to infiltrate our neighborhood (Zorgvliet Laan) and kill the inhabitants who living there. We had to run for our lives under thread of small arms fire (if the pemudaas had mortars we would have been history) in the darkness to the hospital St. Borromeus only with the clothes on our backs. The hospital was surrounded with nine feet high bareb razor wire fence, we had to squeeze past two huge razor wire horses*. Was able to find a room, an empty medical examination room, for my mother and younger brother, mother sleept on the blankets covered padded examination table, younger brother and I slept on blankets on the floor. I worked at the hospital while waiting for the schools to re-start (the Japanese had closed all European schools) and knew the hospital’s layout. Our sleep was several times interrupted by the barking of the 50 caliber machine gun. The above described incident happend during the night of Saturday-Sunday. We would hear the continuous barking of the 50 caliber the next day.
Previously the Indonesians had demanded Borromeus hospital be surrendered to them, this was denied. The hospital was protected by a Gurkha contingency who build the barbed wire defense, the Gurkhas did prove there mettle the next day in spades. That next day was Sunday and I was attending mass at the hospital’s chapel, when in the middle of the service all hell broke loose, the pemudaas led a full scale assault on the hospital. Exiting the chapel through the main doors would have been suicide, we crawled to safety through a side door to the hospital. This kid had to see what was going on by peeking over a window ledge to utter dismay of others. My guardian angel was about to give me a swift kick in the behind, I am sure. The Gurkhas were later assisted by a unit of armed Japanese soldiers who showed no mercy and killed pemudaas on sight. The irony of it all, the Japanese our enemy now our savior. During the assault the air was pregnant with the odor of cordite and took awhile to clear, the sound of the 50 caliber machine gun was domineering during this episode. The assault was thwarted and all lives at the hospital were saved. Many were later transported to safer places, my family staid behind because I worked in the operating room of the hospital and have seen my share of victims of pemudaas activities.
Bandoeng’s beauty was challenged by the war and the Bersiap debacle, however she continued to show her beauty contemptuously and proudly. Unfortunately, so I have been told, Bandoeng’s beauty is no more, it is now tarnished by smog, traffic congestion and squalor, the gorgeous Christelijk Lyceum buildings are gone but not forgotten till all her students have gone to greener pastures. A non descriptive building, most likely another mall will be erected in due time. When I was a student for a short time indeed (all of 1948 classes 1&2, first half of 1949, 3rd class, left for Holland late 1949) at the Christelijk Lyceum they were my best years of my salad rears for sure. We students were eager to learn, looking to our future with glee and were gloriously optimistic.
Bandoeng was to become the “hoofd stad” (Capital City) of the Dutch East Indies, not only because of the beautiful climate, but too for its beauty of the city and surrounds too. This plan was revoked by WWII. Only the future will determine whether or not her beauty and grandeur will be once more. May she rise like a Phoenix more beautiful than ever, this maybe a pipe dream considering what is currently happening to Bandoeng. But I wish to dream. And so it goes.
In closing, only those who have lived in Bandoeng can appreciate my ranting about her, my Lady of old.
*a structure two crossed wooden beams separated by several beams then surrounded with barbed wire.
**the period when Indonesian “freedom fighters” rampaged through Java slaughtering innocent civilians, including babies, the invalid and the elderly, when women at any age were gang raped before being slaughter often in front of the males present at that time. I do use the word “slaughter” because I have seen the results of the pemudaas rampage ! The pemudaas were mostly a gang of Indonesian youths. Russia and France had their revolution, was the “Bersiap” the Indonesian revolution ?
BTW: Not realizing at that specific time, I did witness the beginning of the Bersiap in Bandoeng. Picture this, I was sitting on the retaining wall of the front yard of Borromeus Hospital, the front yard looks out on a three way intersection (Dago weg & THS Blvd ?), left kitty corner (links schuins tegenover) of the hospital was a house occupied (saving grace!) by a Japanese officer and soldiers. My soletude was brutally interrupted by a loud screaming mob, I got up to get a better view down the street and thought OMG ,”What is going on ?”. A running screaming mob was running up the Dago weg approaching the hospital armed with spears and clubs. A Japanese officer with his Samurai in hand came out of the house, walked to the middle of the street and barked orders, Japanese soldiers appeared, going into the street they formed two rows, the front row knelled and the second row stood up straight, shouldering their rifles, all the while the officer was calling commands, one more command and the soldiers opened fire point blank repeatedly into the mob till they disappeared.
In retrospect, how ironic, the Japanese who were our enemy are now our protectors/saviors, had they not been there every one in Borromeus and I would have been killed. After the mob had disappeared, the Japanese officer and his soldiers nonchalantly walked back into the house as if they had returned form a leisurely walk through a park. I stood perplexed, “What happend?”, I was 15 then. Told the nurses what I just witnessed, they brushed it off, they appeared not interested. A traumatic period followed in my life. And the rest is history. I am 89 now and Iive by myself (have laid to rest one son and my wife of 56yrs) in Wenatchee, WA the US of A, patiently waiting for the boatman to pick me up to ferry me across the river to my loved ones, the boatman has been ignoring me. I do have a suspicion that I have to pay for the sins of my youth and stay a bit longer in the oven. The Lord wants me “well done” (stick a fork in me) before He will let the boatman pick me up. And so it goes.
Dear HEs, it seems to me that you have not been back to Bandoeng/Bandung for a long time. No use ranting about the Lady of old, because Bandung is still beautiful. When in Indonesia I always pay Bandung a short visit. I was there again last year (2017) and I stayed a week in Hotel Savoy Homan, which is the same as of old .I was at the Technische Hogeschool which is perfectly looked after. There are still (well-kept) beautiful parks
‘air pollution’? ‘traffic congestion’? never experienced it. ‘majestic buildings’? which ones? All buildings of historical interest that the Dutch have built are being renovated, even those that are too far away to be a tourist attraction. And the renovations are not done to attract tourists.
I took many photographs of buildings for people who have lived in Bandung before WWII. Everything they wanted to remember is still there.
Possibly your school was taken down for whatever reason. But a city that is living chances. Bandung is not a museum.
I have seen beautiful houses that were build for week-end purposes by people from Jakarta, just as in old days! Streets are well-kept. So you can cherish your memories without flaws.
Still it is always better to see things by yourself than rely on stories from whatever references, because the negative is always more interesting. So next time when I go to Indonesia again, perhaps I can take some pictures for you. Just tell me what you want as a remembrance.
Best wishes!
Dear Maud,
Thank you for your response. It is heart warming indeed to read about the existing beauty of Bandoeng. I have been told, by several people, one of them Chinese-Indonesian from Bandoeng pertaining current conditions in Bandoeng, true the areas frequented by tourists are well kept but the Dago weg around the area of Borromeus and were the Lyceum was located have many ramshackle shops, traffic is a nightmare and the city has air pollution. I can appreciate these stories because the city’s current population is a million plus increasing traffic and its side affects therefore are not unusual, I do wish I was able to travel, my current health situation is preventing me to do so, Would I be able to look at the city like a tourist and not draw a comparison with the Bandoeng of yore ? The city has changed and so have !. I have seen pictures of several areas of Bandoeng on the internet and it does not appeal to me. Guess beauty is in the eye of the beholder. The picture at night of Djalan Braga entrance did look nice.
I do like to take you up on your offer to snap some pictures for me next time you find your self in Bandoeng. A shot or two would suffice, Zorgvliet Laan, were we used to live, is the first street past the hospital (Borromeus) going north to the right, the house is on the corner of Zorgvliet Laan and Pahud de Montagnes (first street left of Zorgvliet Laan.), it is a three way intersection. A foto of the street and the corner house is greatly appreciated and if possible at all the swimming pool Tjiamplas. Sorry do not know the new street names.
BTW, heard stories of todays Holland through my brother who still lives in Soesterberg and others who vacationed in Holland, in 2012 I did visited Holland to see firsthand what modern Holland is like and stayed with my brother, we made several trips, Maastricht was one and saw how dilapidated the house was where I used to live in, right around the corner of the Vriethof. I am more than happy to be living in the States. I would not trade the US for Holland nor Indonesia. It is what I like to say, “What ever floats your/my boat”. One needs to make up a balance sheet to get an overview of the pro’s and con’s before making any decision. We lived in Holland from 1949 till November 1956, subsequently arrived in the US on December 3rd, 1956 and never looked back.
Thanks again for your response. Looking forward your photos.
Groeten.
Dear HEs, I think our exchange about Bandung toen en nu and your impression about the Netherlands when you were there and were disappointed about its looks is not appropriate for this site, but rather belongs either to ‘Java Cafe’. or you can ask Bert Immerzeel for my e-maill adress if you would like to continue the issue. I intend to go to Indonesia next year (I go there every 2 years)and when I am in Bandung I wil make those pictures of the places you would like to remember. But then I shall have to know the adress I have to send these pictures to. Have you already tried googlestreet view? Again, I do not agree with your chinese-indonesian friend, about air polution, etc. as I have experienced nothing of the sort. It has nothing to do with ‘ the eye of the beholder’ as I am very realistic.. I see what I see, bad or good.
By the way do you still know Dutch to write and read? I have to problem writing in englisch, but it would be easier communicating in Dutch.
greetings and have a good day. Maud
A rare study of the Bersiap period in Bandung: Bersiap in Bandoeng. Bandung in the early revolution, 1945-1946. A study in the Social History of the Indonesian Revolution.
Smail,John R,W.
Interessant boek van John R.W. Smail, want het geeft de situatie in Bandoeng van September 1945-Maart 1946 aan: let wel van dag tot dag. geen gezeur over Orde en Chaos. Het boek zal ik eens snel met het boek van Mary van Delden vergelijken “De Republikeinse kampen in Nederlands Indie” dat ook over Bandoeng gaat.
Nu ken ik ook een boek dat over Semarang gaat in de beginperiode van de Bersiap. Wat eigenlijk ontbreekt is een boek wat van dag tot dag (Sept 1945- Maart 1946) de situatie in Soerabaja beschrijft, vanuit een meerzijdig perspectief. . Meelhuijsen heeft wel wat aardigs over Soerabaja geschreven, maar hij verzinkt in de details.
“maar hij verzinkt in de details.” Een revolutie is chaos, het zijn de details die verschillen van de ene revolutie naar de andere ( ook belangrijk voor vergelijkend onderzoek). Die details zijn essentieel bij een analyse van de gebeurtenissen. Een prachtige verzameling ‘mijn eigen kleine oorlog’. Bij mijn redactioneel overleg voor mijn boek kwam Meelhuijsen uiteraard ook ter sprake, moeilijke uitgave, wat hadden ze het moeilijk met hem gehad. Chaos, maar compleet!! Het was dan ook geen roman, alhoewel er bevrijding was als happy end. Bij het schrijven voor Moesson was de redacteur verrast door mijn uitgangspunt: opgeschreven chaos is chaos, als het goed is. De verzameling details bij Meelhuijsen is enig in zijn soort. Hij verzinkt niet in details, dat bent u zelf! U vraagt steeds naar Engelse en Indonesische bronnen, nou, voor u zou Meelhuijsen het paradijs kunnen zijn. Daardoor is het voor velen onleesbaar, die willen alleen hapklare brokken zoals u. Ook is Meelhuijsen als boek op de plank veel prettiger dan in digitale vorm. Bladeren is veel directer dan muisschuiven. Overigens dacht ik dat u zo langzamerhand alles over Soerabaja al weet, behalve op Kembang Kuning de weg naar die graven blindelings lopen. Dan zou u het ook nog begrijpen.
P.S. U mist een beschrijving van dag tot dag, nou, dan is Meelhuijsen toch net iets voor u, met de chaos dat het niet alleen op elke dag anders was, maar ook verschillend van plaats tot plaats, van strijdgroep tot strijdgroep, Soerabaja is een grote stad als u dat nog niet weet. En uw einddatum maart 1946 is helemaal niet nodig. Na de bevrijding van Soerabaja omstreeks half december was er geen bersiap meer. De stad kwam gewoon weer tot leven. Half januari business as usual. Niks om over te schrijven. Met de Indonesische politie die weer deed wat die moest doen. En schepen met mariniers die de haven binnen werden geloodst door sleepboten met 100% Indonesische bemanning en aangemeerd door 100% Indonesische havenarbeiders. En een uitgaansleven. Niet leuk toch om een boek over te schrijven? Je kunt het alleen maar meegemaakt hebben zoals ik. Maar ja, die prietpraat van mij hé! Ik verheug mij al op uw boek, wetenschappelijke analyses, geen details, niemand die u kan controleren.
HES,
Also lived in Bandung from 1948 till 1953 on the Halmaheira straat 30. Was born in Purworedjo in 1942 after japanese invasion.
My KNIL father took a lot of pictures before and after the war including my near drowning in Centrum swimmingpool, Tjihamplas and Dago swimmingpools. Eating sate’ along the shores of Lake Pengalengan etc.
If you are interested in some of these pictures, I will be happy to email them to you.
You can contact me by email robertmacare@gmail.com
I live in Star, Idaho…escapee from what once used to be a really great place to live, laguna Hills California.
Looking forward to your response.
Greetings!
U bet ya ! Robert. Will do and hope we can have a civil echange of thoughts ! Henri. Harry during my Christelijk Lyceum years and Eric at UCLA.MC. Enjoy keeping folks confused.
Agree to disagree !!!
Dear Maud,
Het schrijven in het Nederlands gaat stroef voor mij. Alle talen zijn een levend wezen, nieuwe woorden en zin bouw. B.V. wat is het woord voor vreemdeling, ik herinner een woord (klank) maar weet de spelling niet. Nederlandse woorden die vreemd zijn for mij, zoek ik op online.
Mijn email address is smarang@hotmail.com, stads naam is misspelled omdat iemand heeft het eerder dan ik.
Voor dat ik een gesprek begin zeg, “laten wij accord gaan dat wij agree to disagree”
“Koloniaal geluk is niet los te zien van koloniaal leed” Dat is toch elk huwelijk: in goede en kwade tijden. For better, for worse.
Dat is toch in elk huwlijk? Echter is het bij een ‘huwlijk’ van een koloniale macht met een gekoloniseerde bevolkiing sprake van een gedwongen huwlijk. En dat is eerder ‘for worse’