We schrijven december 1947. Terwijl op Java de strijd nog aan alle kanten woedt, wordt in Djokja een jongetje het Militair Hospitaal binnengedragen. Een geval van oorlogje spelen. Ibra en Jusuf hadden hun spel wat ál te letterlijk opgevat, het was uit de hand gelopen, en, Ibra, de jongen van de foto, had Jusuf met zijn houten geweer een klap gegeven. De laatste sloeg zijn vriend terug, misschien harder dan hij bedoelde. Ibra bloedt. De schaafwonden zijn niet zo erg, maar hij moet nu vier tanden missen. Oorlogsfotograaf Hugo Wilmar ziet er een mooi plaatje in en vereeuwigt het slachtoffer.
De Dienst Leger Contacten zorgt later voor het bijschrift. Niet bekend met de geschiedenis van het voorval, wordt plichtmatig genoteerd: ‘republikeinse soldaat met gezicht in verband’. Volgende!Soortgelijke verwarring ontstond ook ooit bij het Nederlandse leger. “Het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) rekruteerde in de Tweede Wereldoorlog extreem jonge kindsoldaten op Java. De jongste claimt zeven jaar oud te zijn geweest toen hij aan de slag ging op de kazerne”, kopte De Telegraaf in december 2015 naar aanleiding van de uitspraak van een meneer die verklaarde als kind gerekruteerd te zijn geweest en nu achterstallig salaris hoopte te ontvangen. “Schande!”, spraken Kamerleden van PVV en SP, “Dát moet worden uitgezocht!” In de media werd onze hele koloniale geschiedenis overhoop gehaald. De vraag of kinderen onder de 16 werden gerekruteerd, werd vervolgens voorgelegd aan het NIOD. Het zal u misschien niet verbazen: nooit meer iets van gehoord. Misverstand.
Gebrek aan kennis
Wat deze geschiedenissen met elkaar verbindt, is het feit dat ze beide snel aanleiding geven tot verkeerde conclusies. En al helemaal, als de achtergrondkennis ontbreekt.
Generaliserend kunnen we stellen dat de eerste generatie Indische Nederlanders is overleden of te moe om nog te schrijven. De tweede generatie houdt zich alleen bezig met de verwerking van oorlogsleed, en de derde en vierde generatie weet van niets. De wetenschappers werken vanuit een ivoren toren en publiceren alleen in het Engels, en de journalisten brengen alleen nieuws als ze denken dat het verkoopt.
Al met al een ideale voedingsbodem voor speculaties, geklets in de ruimte en onnodige maatschappelijke onrust. Kraait één haan in de kampong, dan kukelen de andere hem na. En ja, natuurlijk, dit alles mogelijk gemaakt door de sociale media. Op Facebook kies je je eigen vrienden op basis van hun profiel. Hoe meer gelijkgestemde berichten je iedere dag langs ziet komen, des te meer geloof je in je eigen gelijk. Ook al is het onzin, ook al is het ‘fake’.
Pas op voor de mythe!
Schrijver Geert Mak zei hierover kort geleden bij de ontvangst van de oeuvreprijs van het Prins Bernard Cultuurfonds dat steeds meer mensen enkel en alleen nog in hun eigen waarheid leven, “een zelfgeschapen wereld waarin je eindeloos kunt doorsudderen, zolang je leeft.” Hij meent dat de cultuur, in welke vorm ook, permanent illusies moet openkrabben, moet rebelleren en vragen moet stellen, twijfel moet zaaien, om de ogen permanent open te houden voor de werkelijkheid. “Want als we die uit het oog verliezen, neemt de mythe die plaats in, met alle gevolgen van dien.”
De geschiedenis van Nederlands-Indië glijdt weg in de tijd, maar komt tegelijkertijd door het internet steeds dichterbij. Laten we bij de discussies die het oproept proberen niet al te grote emoties te tonen, en de waan van de dag de waan van de dag te laten zijn. Eerst alles wat we lezen kritisch benaderen, en dán pas oordelen.
Tenslotte, de foto waarmee ik dit stukje begon is nog niet opgemerkt door de media. Ik verzoek u dat zo te laten. Het laatste wat ik zou willen, is dat ook híer de verkeerde conclusie wordt getrokken. “Koloniaal bezettingsleger martelt Indonesische kindsoldaten”, zou zó maar als kop kunnen worden gebruikt. Ik bedoel maar.
Laten we hopen dat het Indonesische jongetje ‘Ibra’ nog in leven is en van een goede gezondheid geniet. Zou kunnen, toch?
x
Wat mij opvalt is ,
dat de Nederlanders graag zichzelf zien als hufters ,
indien het over hun koloniaal verleden gaat .
Wij zijn alleen in staat tot kwaad .
Het waren buitenlandse hoogleraren die mij zeiden ,
jullie moeten trots zijn op hoe jullie het deden .
Inderdaad,het lijkt nu wel of Nederland zich schaamt om trots te zijn,zelfs voor de trots op zijn normen en waarden.
Ja, dat zichzelf zien als hufters etc. ligt daaraan dat men zelf nooit in Indie is geweest maar het meer heeft van horen zeggen. Door onwetendheid waant men zich aan de juiste kant wanneer men links gedachtengoed incorporeert in een hedendaagse visie.
De veelgehoorde kreet van “kolonialisme is verkeert” wordt bekeken door een moderne bril, waarbij men niet verstandelijk kan begrijpen hoe Nederlanders (en ook andere nationaliteiten) gedurende een periode van meer dan 350 jaar – jawel ook terdege een positieve – invloed hebben uitgeoefend op de omgeving waarin ze zich hebben verwezenlijkt. Want wat is daar niet veel opgebouwd door de Blandah zonder welke de gewone bevolking daartoe in staat zou zijn geweest ? “U heeft ons goed geregeerd, maar U heeft ons geregeerd” was een uitspraak van Indonesische zijde nadat de onafhankelijkheid een feit was geworden. De Blandah heeft Insulinde voorbereid op een stap in de moderne tijd en daar mogen we best wel trots op zijn. Onze eigen pogingen tot realisatie van een voorbedacht plan m.b.t. Indonesie hebben door velerlei gebeurtenissen niet tot rijping kunnen komen. De Blandah moest eruit, men was bevreesd voor hem, had hij immers de potentie tot het scheppen van een supranationale staat in Zuidoost-Azie en dat was nu immers de doorn in het oog van Amerika en Engeland.
@SanderBreitstein; ‘…een super nationale staat in ZO Azië etc.’- In gedachten zie ik de filmbeelden van 31 aug.1941 waarbij de GG Tjarda een parade op het Koningsplein, Batavia afneemt; strak marcherende Knil ‘ers met tanks en over vliegende jagers en daarbij het stoere commentaar; Indië is paraat; te land-, zee en in de lucht! Nog maar enkele maanden later; ging de burgemeester met een witte vlag de intocht van het Japanse leger tegemoet. -Zoals schrijver Mak hierboven aangeeft; ‘een zelf geschapen wereld waarin je eindeloos kunt doorsudderen; Hollands vlag je bent glorie etc.’ Een mythe die u nog steeds koestert?
@SanderBreitstein; ‘krom praten etc.’ – Ik tracht juist krom praten recht te praten. Maar ja, zo’n super nationale boodschap is aan u niet besteed, zie ik.
@JWHoegen; ‘zichzelf zien als hufters etc.’ – Wie? U zelf? Gelukkig maar, dat u dan die buitenlandse hoogleraren heb ontmoet.
R.L. Mertens,
U hoeft niet noodzakelijkerwijs te gaan reageren op mijn post, ik heb daar overigens ook geen enkele boodschap aan. U behoort tot de categorie “alles wat recht is krom praten” en al het Nederlandse “naar de verdoemenis helpen”. U zoudt het woord “KNIL” eigenlijk helemaal niet in de mond mogen nemen, gezien Uw vijfde colonne-mentaliteit. Bah !
In een oorlog is de waarheid het eerste wat sneuvelt.
En wat nu Nederlandse humanitaire normen en waarden zijn waren dat niet in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw.
Deze soldaad heeft nog eem Japanse rangteken op zin linkerborst.Dus voor de oprichting van de TNI.
Het citaat van J.W. Hoegen kan toch in eerste instantie in de categorie Faction en in laatste instantie in de categorie Fake-news geplaatst worden: ..Het waren buitenlandse hoogleraren die mij zeiden :……..jullie moeten trots zijn op hoe jullie het deden ……
Welke buitenlandse Hoogleraren waren dat dan?: Robert Cribb, Benedict Anderson of W.H. Fredericks om een paar namen te noemen?
.
Ik heb nog herinneringen als jongeman, periode 1940-1948. Mijn vader werkte bij de Dept van Justice in Batavia. Hij had een goevernement’s opleiding gehad en werd Gezaghebber in Banjermasin, Borneo, Leok, Celebes etc.. Maar wat belangrijk was het feit dat hij een bibiliotheek had van wetboeken die hij raadpleegde als Gezaghebber. De wetboeken waren gericht op het beheren van de Indonesische bevolking. De boeken waren een verzameling van de gewoonten(adat) in de verschillende delen van Indonesia gedurende koloniale tijd en worden nu nog geraadpleegt.
“een verzameling van de gewoonten(adat) in de verschillende delen van Indonesia ” Ja, die waren nodig voor de IS. art. 163 (3): Aan de bepalingen voor Inlanders zijn (…) onderworpen, allen die behooren tot de inheemsche bevolking van Nederlandsch-Indië, en niet tot eene andere bevolkingsgroep (…). Geen fake news! Zo waren er ook verzamelingen voor Vreemde Oosterlingen, art. 163 ( 4). Al deze artikelen konden niet worden ingeroepen door personen die onderworpen waren aan de bepalingen voor Europeanen. Een prachtig pluriform artikel dat tot heel veel wilde interpretaties heeft geleid zoals discriminatie. Van Vollenhoven noemde dit een ‘janboel’. Voer voor advocaten. Terwijl het doelde op ‘ieder het zijne’. In de ARP werd dit ‘soevereiniteit in eigen kring’ genoemd.