In een hier eerder gepubliceerd artikel, over de kosten van het levensonderhoud in Batavia, moest de auteur Theo Stevens gissen over de herkomst van een door hem bestudeerd kasboek. Uiteindelijk noemde hij de eigenaren – om ze maar een naam te geven – ‘de heer en vrouw Vermeulen’. Hij hoopte echter dat de werkelijke eigenaren ooit zouden worden gevonden. Java Post ging op zoek, en vond.
Door Bert Immerzeel
Was het in 1993 bijna ondoenlijk om dit soort vragen te beantwoorden, tegenwoordig kunnen we veel meer. Niet dat het gemakkelijk is, het vergt enig inzicht en uithoudingsvermogen, maar het kán. Delpher, de digitale krantenbak van de Koninklijke Bibliotheek, geeft ons die mogelijkheid.
Welke aanwijzingen gaf Stevens ons? Het kasboek was in bezit van een familie waarvan de man waarschijnlijk werkte bij het Departement van Marine te Batavia. Het paar huwde in september 1903, in juli 1904 kwam er een zoon Jan, en in november 1906 een dochter Marietje. Dat is het wel zo´n beetje. En o ja, er werd waarschijnlijk enkele malen verhuisd, en een paard en wagen aangeschaft, en weer verkocht.
Huwelijken en geboorten vonden niet altijd hun weg naar de kranten, maar hier konden we wel eens geluk hebben, omdat we weten dat het gezin een abonnement op één-, en later zelfs op twee kranten had. Een paar uur dwalen door vergeeld krantenpapier was voldoende om me op het spoor te zetten…
Het kasboek heeft toebehoord aan Willem Henri Broekhuysen en Maria Ella Hendrina Hondius van Herwerden.
Broekhuysen en Hondius van Herwerden
Willem Henri Broekhuysen werd geboren op 9 januari 1873 in Ridderkerk (Zh.), uit het huwelijk van Gerardus Johannes Broekhuysen en Margje Everdina Brandenburg. Waarschijnlijk krijgt hij eerst een opleiding aan de Zeevaartschool In Nederland, en wordt daarna toegevoegd aan het Gouvernement in Batavia. Vanaf 1893 is hij 2e stuurman, en vaart op onder andere de Havik en de Sinkawang. In 1897 wordt hij benoemd tot 1e stuurman der Gouvernementsmarine. In 1902 krijgt hij zijn eerste buitenlandse verlof en verblijft dan een half jaar in Nederland. Om gedurende deze tijd niet de zorg te hoeven dragen over dit rijtuig, en mogelijk financieel wat beter te zijn voorbereid, verkoopt hij voor zijn vertrek een Bendy, merk Mylord, met bijbehorend Sandelwoodpaard. “Te bevragen bij den heer W.H. Broekhuijsen, Gang Secretarie.”
De details van hun eerste ontmoeting zijn ons niet bekend, maar mogelijk hebben Willem Broekhuysen en zijn aanstaande Maria Hondius van Herwerden elkaar voor het eerst in Nederland ontmoet.
Maria Ella Hendrina Hondius van Herwerden werd geboren op 1 Augustus 1878 in Batavia, uit het huwelijk van Pieter Frederick Hondius van Herwerden (1842-1908) en Hillegonda Otten. Net als Willem, werkte ook Maria´s vader bij de Gouvernementsmarine. Bij het ingaan van zijn pensionering is hij referendaris op het kantoor van het Departement in Batavia. Daarna verricht hij nog een aantal andere administratieve functies.
In 1902 was Maria (voor studie? familiebezoek?) naar Nederland gezonden. Misschien kenden ze elkaar al uit Batavia, we weten het niet, zeker is, dat Maria en Willem in november 1902 gezamenlijk terugreizen. Mogelijk delen ze zelfs de kajuit, want op de opgave van de passagiers in de kranten staat de naam van Maria, zeer ongebruikelijk, direct achter die van Willem.
In december van dat jaar arriveert het stel in Batavia. We weten niet waar ze hebben gewoond. Mogelijk op het vorige adres van Willem, aan de Gang Secretarie. Terwijl voorbereidingen worden getroffen voor het huwelijk, gaat Willem weer aan de slag bij de Marine, een baan aan vaste wal dit keer. Niet zoals we veronderstelden op het Departement van Marine, maar als docent aan de Koningin Wilhelminaschool.
De data
Op het punt van de maand waarin het huwelijk plaatsvond, evenals die van de geboorten, kunnen we het artikel van Stevens enigszins verbeteren. De werkelijke data van deze gebeurtenissen: Het huwelijk werd voltrokken op 15 augustus 1903, ´s morgens vroeg, zonder receptie. Naar de reden van de koelheid der annonce kunnen we slechts gissen.
De eerste zoon, Jan Gerard, werd geboren op 12 juli 1904. In hetzelfde Bataviaasch Nieuwsblad ontdekken we verder de melding van de geboorte van het eerste meisje, Maria, op 26 oktober 1906. Mogelijk kort voor deze geboorte was het gezin verhuisd van een woning aan Kebon Sirih naar een andere woning aan dezelfde laan, nr. 56.
Buiten de reikwijdte van het kasboek vinden we nog een melding van een derde kind en daarmee tweede dochter: Wilhelmina Henriëtte. Op 15 november 1910 bedanken de ouders in het Bataviaasch Nieuwsblad degenen die bij de geboorte van hun dochtertje belangstelling hebben betoond.
Droef nieuws
Willem heeft het kasboek bijgehouden tot juli 1908, het jaar waarin zijn schoonvader overleed. We weten niet of hij daarna nog aan een nieuw kasboek is begonnen, of dat hij de kosten en baten van zijn leven voldoende op orde had gebracht. Op 20 februari 1911 las Batavia in Het Nieuws van den Dag het droeve bericht:
“Hedenmorgen is alhier overleden de heer W.H. Broekhuijsen, vroeger gezagvoerder der Gouvernements-Marine, daarna leraar aan de Zeevaartkundige afdeling der Koningin Wilhelmina school, welke laatste betrekking hij sinds 15 Mei 1909 bekleedde. Een ongeneeslijk ingewandslijden kluisterde hem reeds sinds maanden aan het ziekbed; wel trad nu en dan een kleine periode van beterschap in, maar de vrolijke, opgewekte, levenslustige man van vroeger, goed kameraad, opgaande in zijn vak, kon toch niemand meer in hem herkennen.
In de nog jeugdige leeftijd van 38 jaar is hij weggerukt uit zijn gezin en uit de werkkring, waaraan hij zich zo geheel wijdde, en waarvan hij zoveel verwachtingen had.”
Tenslotte nog enkele snippers informatie. De weduwe Broekhuysen-Hondius van Herwerden overleed in 1959 in Den Haag. Zoon Jan trad in de voetsporen van zijn vader. Ook híj ging naar zee en klom op tot de rang van kapitein.
Rond 1990 overleden – in Nederland – alle drie kinderen uit het gezin Broekhuysen-Hondius van Herwerden: Maria in 1989, Jan in 1991 en de jongste, Wil, in 1992. Gelukkig was hun een langer leven beschoren dan hun vader.
Rondkomen is belangrijk, leven echter zo veel méér.
x
Mooi historisch onderzoek – gefeliciteerd!
Helemaal mee eens. Puik staaltje: ‘zoekt en gij zult vinden’ . . .
“”Elementary my dear Watson”” 🙂
Leuk zo’n zoektocht. Aanvullend, zoon Jan Gerard (Batavia 12.7.1904, Middelburg 17.11.1992) was achtereenvolgens luitenant-ter-zee 3e klasse (18.8.1926), luitenant-ter-zee 1e klasse (28.8.1936) en kapitein-ter-zee (1.2.1951-16.7.1954), commandant van de kanonneerboot Hr.Ms. ‘Flores’ (20-2-1940-7.1.1941) en commandant van het Brits-nederlandse (marine)kamp ‘Helder’ te St.Osyth (GB)(10-1944-5.1945).
Beste Arie,
Dank je! Zoon Jan Gerard overleed overigens op 17 november 1991, volgens Provinciale Zeeuwse Courant.
Ik weet niet over welke gegevens jij beschikt, maar weet je ook iets van de andere twee kinderen?
Typefout mijnerzijds. Nee, ik weet niets van de 2 andere kinderen.
Afgezien van stamboomgegevens vind ik het altijd leuk om uit zo’n kasboek te enigszins te kunnen herleiden hoe deze mensen leefden in deze tijd. Jammer dat daar in het artikeltje niets over wordt vermeld.
Is het eerdere artikel niet voldoende dan?
https://javapost.nl/2017/11/14/de-kosten-van-het-levensonderhoud-in-batavia/
Waar ik me bij lezing van het artikel van Stevens over verwonderde, is dat het echtpaar direct na de geboorte van Jan in 1904 overging tot het aangaan van een levensverzekering. De premie daarvan was namelijk zéér hoog: ongeveer 9% van het tractement van meneer op het moment van aangaan van het contract. Nu kennen we de condities van de verzekering niet (stond hij op naam van mevrouw?de zoon?), maar we mogen nu, achteraf, vaststellen dat het nog niet zo´n slechte keuze was. Na de dood van Broekhuysen, ruim 6 jaar later, kreeg zijn weduwe waarschijnlijk een weduwepensioen van de Gouvernementsmarine, en een eenmalige aanvullende uitkering op basis van de verzekeringspolis.
“tot het aangaan van een levensverzekering.” Het opgegeven tractement was waarschijnlijk netto, ik weet dus niet of er een pensioenpremie is afgetrokken. Bestond het ambtenarenpensioen toen al? Zo niet, dan is dit wellicht de vervangende lijfrente, de premie is in dit geval dan ook niet hoog. Een pensioenpremie is vandaag de dag zo’n 7% werknemer + 15% werkgever. En mag van het bruto salaris worden afgetrokken bij de berekening van de Inkomstenbelasting. Het is ‘uitgesteld loon’, over de uitkering moet dan wel Inkomstenbelasting worden betaald.
Ik citeer: “De ambtenaren werden op verzoek van de Indische regering door het Ministerie van Koloniën, later het Commissariaat voor Indische Zaken uitgezonden naar Nederlands-Indië. Ze werden vervolgens door het Indisch bestuur, meestal door de gouverneur-generaal, aangesteld in een bepaald functie, bevorderd, overgeplaatst en ontslagen. De personeelsadministratie hiervan werd in Batavia (Jakarta) bijgehouden.
Omdat de pensioenvoorziening in Nederland geregeld was, bleek het noodzakelijk om in Nederland eveneens gegevens over Indische ambtenaren vast te leggen. Deze gegevens werden bijgehouden op kaarten op basis van informatie verstrekt door het Indisch bestuur in Batavia.” (http://tinyurl.com/ya3f89z8)
De door mij vermelde premies golden in ‘mijn’ tijd, met een pensioen gebaseerd op eindloon. Tegenwoordig zijn de meeste pensioenen gebaseerd op middelloon, ik weet niet welke premies daarbij horen.
“De ambtenaren werden op verzoek van de Indische regering (…) uitgezonden naar Nederlands-Indië.” En werden daar Indisch ambtenaar, met alle oorlogse salarisproblemen. Zo ook mijn vader. Bij eindexamen op de Zeevaartschool in Vlissingen geworven voor de Gouvernements Marine. Gelukkig was hun pensioenovereenkomst wel in Nederland gesloten, en werden hun premies naar Nederland gesluisd. Met uitkeringen via SAIP.
““De ambtenaren werden op verzoek van de Indische regering (…) uitgezonden naar Nederlands-Indië. Ze werden vervolgens door het Indisch bestuur,” Indisch ambtenaar. Met alle problemen met hun oorlogse salarissen. Zo werd mijn vader op de Zeevaartschool in Vlissingen geworven voor de Gouvernements Marine. Gelukkig was hun pensioenvoorziening een Nederlandse arbeidsovereenkomst, de premies werden dan ook naar Nederland gesluisd. Met uitkering via SAIP.
Aan de Kebon Sirih laan is volgens hem,ex Buitenlandse Minister BOT geboren Niet verwarren met de eerste VOC GG, PIETER BOTH.
Heel hartelijk dank. Buitengewoon interessant. Heb in de late veertiger jaren in Batavia gewoond. Bracht de oorlog als kleuter door in Bandung.
Via de digitale Almanak van Nederlandsch-Indië kan ook een zeer grote hoeveelheid gegevens worden teruggevonden o.a. met een kopie van de Burgerlijke Stand met gegevens over geboorte, huwelijk en overlijden en ook bedrijfsgegevens, werkzame personen en overplaatsingen (jaargangen vanaf 1815 tot 1942)
Maar a) zijn die BS-data absoluut niet compleet en b) moet je weten hoe te zoeken. Simpel gezegd, de Almanak van jaar-X heeft de gegevens van jaar X-1. En zelfs dan kan het nog voorkomen dat gegevens van X-1 niet in jaar-X, maar pas in de Almanak van X+1 terug te vinden zijn. Verder kun je ook eens kijken bij http://www.roosjeroos.nl, de Indische Genealogische Vereniging (www.igv.nl) of het Indisch Familiearchief (http://www.indischfamiliearchief.nl) en dan zal ik ongetwijfeld nog de nodige bronnen vergeten zijn.
De vermeende Vermeulen en zijn “wijfje”, af door een zijdeur; Broekhuysen en Hondius van Herwerden komen op.
Al komt geen van deze familienamen mij bekend voor, ik heb dit resultaat van ‘Buitenzorgelijke’ journalistiek met genoegen gelezen, dank!
Wat bijzonder en leuk, daarnaast en wat heb je je een moeite getroost, waarvoor dank. Weer een stukje geschiedenis.
Verstuurd vanaf mijn iPhone
>