Maar wisten we dit niet al eerder?

Kort geleden verschenen twee baanbrekende studies naar het door Nederlanders gepleegde geweld in de periode 1945-1949 in Nederlands-Indië: `Soldaat in Indonesië, 1945-1950´ van Gert Oostindie, en `De brandende kampongs van generaal Spoor´ van Remy Limpach. Joop de Jong vraagt zich af wat nu eigenlijk nieuw is aan de conclusies van deze studies.   

Nederlandse militairen bij de Kali Brantas, Soerabaja, 1948 (NA)

Nederlandse militairen bij de Kali Brantas, Soerabaja, 1948 (NA)

Door Joop de Jong

Heeft Nederland de dekolonisatie van Indonesië ooit verwerkt? Al sinds de Excessennota in 1969 woeden er met de regelmaat van de klok in de media en de publieke opinie debatten, niet over de dekolonisatie als zodanig, maar over de oorlogsmisdrijven die Nederlandse militairen tussen 1945 en 1950 bedreven. Deze zich zelf repeterende discussies leverden zelden iets nieuws op.[i] Wel was er de laatste jaren een breed appèl tot nieuw onderzoek. De respons in de media op Soldaat in Indonesië van Gert Oostindie en De brandende kampongs van generaal Spoor van Remy Limpach was dan ook overweldigend. Alle aandacht concentreerde zich op het ‘harde oordeel’ van beide auteurs dat het Nederlandse leger ‘structureel geweld’ had toegepast. Maar wat voegen beide auteurs toe aan onze kennis? Er is immers in volstrekt contrast tot wat sommige critici beweren[ii], in de loop der jaren over het onderwerp heel wat afgeschreven.

Historische flash back

Het startpunt van alle discussies vormt uiteraard de regeringsnota uit 1969. De Excessennota meldde enerzijds dat het gros van de troepen zich correct had gedragen en dat er geen sprake was van systematisch excessief geweld, maar maakte anderzijds een duidelijke uitzondering voor het optreden van de inlichtingendiensten en van de speciale eenheden, met name in Zuid-Celebes. De stelling dat het extreem geweld een beperkt karakter had gedragen, zou decennia later grote verontwaardiging wekken, maar werd in feite al in 1970 krachtig ondergraven.  

Van Doorn en Hendrix, zelf veteranen, publiceerden toen een briljante studie waarin zij concludeerden dat excessen op ruime schaal waren voorgekomen.[iii] Hun baanbrekende studie werd gevolgd door uitvoerige case studies over Zuid-Celebes (W. IJzereef), over Rawa Gedeh (Scholtens), over het optreden van het Korps Speciale Troepen (J.A. de Moor), over de verwerking door de veteranen (Scagliola), over het Indonesisch geweld (H. Th. Bussemaker) en het Brits geweld (R. Macmillan). Deze onderzoeksresultaten vonden hun weg in breed opgezette dekolonisatiestudies, zoals die van L. de Jong, H.W. van den Doel, J.J.P. de Jong en De Moor. Het debat werd daarmee een zaak van historici, niet van regering en parlement en zo hoort dat ook, verklaarde premier Lubbers tijdens een van de vele verhitte excessendiscussies.[iv]

De studies

De media bleken echter over een nogal zwak geheugen te beschikken. Toen na 2008 het excessendebat als gevolg van geruchtmakende processen en foto’s weer oplaaide, was er geen enkele referentie aan al het historisch spitwerk. Wel liep men te hoop tegen de lang en breed achterhaalde Excessennota, die als een van boven opgelegde staatscanon werd gezien. De nota, zo luidde de kritiek, zette de excessen als incidenteel neer. Zij moest worden overgedaan. Oostindie en Limpach, met op de achtergrond de hen steunende instituten[v], springen hierop alert in door het massageweld uitgebreid in kaart te brengen; zij het op verschillende wijze.

Oostindie stortte zich allereerst op de uitgebreide veteranenliteratuur. Hij en zijn team raadpleegden daartoe zo’n 650 egodocumenten. Het resulteerde in een rijke bloemlezing, gecentreerd rond thema’s die het handelen, denken en voelen van de militairen in de periode 1945-1950 weergeven, waaronder de geweldsexcessen. Parallel daaraan werd een database aangelegd met alle relevante informatie over dit extreme geweld. Het is een originele, volstrekt nieuwe bijdrage aan onze kennis.

Limpachs bijdrage ziet er heel anders uit. Zijn grote verdienste is dat hij (Andere Tijden attendeerde er ook al op[vi]) alle gefragmenteerde, reeds gepubliceerd materiaal samenvat en van een nieuwe analyse tracht te voorzien. Het leidt tot een gedetailleerde inventarisatie van de eerste golf van geweld (eind 1945 tot eind 1946) en mondt uit in een door archiefonderzoek nader aangevulde schets van een aantal reeds in de Excessennota vermelde cases zoals de Zuid-Celebes-affaire en Rawa Gedeh. Een apart chapiter vormt de uiterst gewelddadige Indonesische Revolutie, de ‘Bersiap periode’, met zijn tienduizenden Nederlandse slachtoffers, een onderwerp waarover in het debat tot dusverre een volstrekt stilzwijgen heerste. Limpach durft – en dat is te prijzen –het taboe te doorbreken. Het is niet de enige verrassing. Ook het massale geweld van Britse zijde wordt fundamenteel en op heldere wijze aan de orde gesteld.

Maar dan beginnen de problemen. Over de volgende, o zo cruciale periode tot eind 1949 is stukken minder gepubliceerd. Ook de archieven blijken, zoals sommigen al voorspelden, betrekkelijk weinig materiaal op te leveren. Dat heeft zijn gevolgen. Limpach probeert het weliswaar op te lossen door de verschillende vormen van geweld te rubriceren en vervolgens via enige voorbeelden (door veteranen aangedragen cases) te adstrueren. Maar van een werkelijke inventarisatie en analyse is geen sprake; het biedt hoogstens een route voor toekomstig onderzoek. Waarom putte hij niet uit de door Oostindie gebruikte veteranenliteratuur? Het is doodzonde; het maakt dit part van zijn studie hybride en stelt zijn conclusies op losse schroeven.

De auteur maakt het enigszins goed via een uitstekende schets van de werking van het juridisch apparaat, waarbij hij rijkelijk put uit de in de nota van 1969 vermelde 141 gevallen van extreem geweld en met name uit het tot dusverre onderbenutte archief Van Rij-Stam. Het leeuwendeel van de gewelddaden werd overigens ‘getutupt’, met een mantel van geheimhouding bedekt.

Limpach constateert bij alle strijdende partijen een algehele dispositie tot buitensporig geweld. Maar vervolgens slaat hij de plank mis wanneer hij de verantwoordelijkheid voor het gehanteerde buitensporig geweld in kaart probeert te brengen. Van Doorn en Hendrix hebben het nog over enerzijds hogere commandanten die wegkeken en tolereerden, anderzijds over eenheden die zeer zelfstandig opereerden en alles onder de pet hielden. De Moor rept over Spoor die zijn hearts and minds-beleid zag stuklopen en zijn troepen voortdurend kapittelde, en laat tevens zien hoe men herhaaldelijk een strafrechtelijk onderzoek instelde om daarna toch niet tot vervolging over te gaan. Kortom, nogal tegenstrijdige tendensen.

Limpach gaat echter een stap verder. De hogere autoriteiten in Batavia, klinkt het, wisten wel degelijk van het massageweld op laag niveau, maar gedoogden het en gaven daarmee toestemming, zo niet lokten ze het uit. Het is een stelling die in enkele gevallen, zoals Zuid-Celebes, opgaat, maar die hij – ook Oostindie bekritiseert hem daarom – bij een elementair gebrek aan (bovendien vaak tegenstrijdige) cases niet kan waarmaken.

Achtergronden

Limpachs boek is vooral een optelsom van gepleegde wandaden. Over wat er precies in de directe militaire omgeving aan de hand was (zo blijven de faits et gestes van de tegenstander doorgaans onzichtbaar) krijgen we weinig te horen. Pas aan het slot van Limpachs inventarisatie komt de vraag aan de orde waar de lezer al die tijd reikhalzend naar heeft uitgekeken: onder welke omstandigheden kwamen de extreme gewelddaden precies tot stand? Bij zulk onvolledig materiaal is het lastig conclusies te trekken, maar moed kan Limpach niet worden ontzegd. Hij constateert bij alle strijdende partijen een algehele dispositie tot buitensporig geweld. De oorzaken waren aan Nederlandse kant vooral te vinden in uiterst zelfstandig optreden van de militaire eenheden, vage orders, doelstellingen en strategie die voortdurend botsten met een geringe troepensterkte, een demoniserend vijandbeeld en een vooral in 1949 zeer laag moreel.

Oostindie vindt dat van systematisch, van bovenaf verordonneerd geweld geen sprake was. Het komt in de kern neer op het conceptuele kader dat Van Doorn en Hendrix al in 1970 ontwikkelden, waaraan hij in hun algemeenheid nogal aanvechtbare waarnemingen als slechte commandanten, een gebrekkige discipline en opleiding toevoegt. Opvallend is wel dat hij niet het thema incorporeert dat bij Van Doorn en Hendrix een centrale plaats inneemt: dat van guerrilla en contraguerrilla. En dat is bijzonder vreemd. De Indonesische revolutie vormde immers het centrale probleem waarom alles draaide. Het gekke is dat Limpach in sommige passages de interactie met de revolutionaire tegenstander als bepalend ziet en dan er een zeker begrip voor op kan brengen om vervolgens weer elders blind te varen op een sterke dispositie tot extreem geweld, voortspruitend uit de betrokken legers zelf.

Structureel geweld

De conclusie van Van Doorn en Hendrix dat het extreem geweld op ruime schaal plaatsvond, wordt – dat is duidelijk – door beide auteurs volstrekt onderschreven. Op twee punten verschillen zij echter van mening. Terwijl Oostindie vindt dat van systematisch, van bovenaf verordonneerd geweld geen sprake was, maakten bepaalde eenheden zich daaraan volgens Limpach wel degelijk schuldig. Beide auteurs zijn het er echter weer roerend over eens dat het leger zich als totaliteit aan structureel extreem geweld bezondigde; zij het dat slechts een minderheid zich misdroeg.

Dit klinkt rijkelijk schizofreen. Maar bij Oostindie is de verklaring vrij simpel. Hij wil alleen maar zeggen dat dat geweld niet incidenteel, maar frequent en massaal was. Dat hij slechts 710 cases kon turven, vindt hij verrassend weinig. Het moeten er, zegt hij verontwaardigd, veel meer zijn geweest: 1000’en zo niet 10.000’en cases. Er was sprake van onderrapportage! Bij Limpach heeft ‘structureel’ echter een diepere betekenis. ‘Structureel‘ betekent, legt hij uit, dat een verschijnsel zich steeds weer voordoet en niet toevallig is, maar een diepere oorzaak heeft.

Die diepere oorzaken schetste ik hierboven al. Het lost één vraag niet op. Waarom ging, als die diepere oorzaken voor het gehele leger golden, alleen een minderheid in de fout? ‘Structureel’ is even suggestief als nietszeggend. Van Doorn en Hendrix gebruikten die term niet. Zij spraken over een ‘geweldsfuik’ en trachtten vooral de ‘context’ te schetsen waaronder massageweld bij bepaalde eenheden, in bepaalde periodes en onder bepaalde ‘condities’ mogelijk werd. Een verstandige benadering, omdat die omstandigheden per fase van het militair conflict en per locatie nogal uiteenliepen.

Slot

Limpach fulmineert tot slot over het volstrekt kansloze beleid van generaal Spoor waaraan Nederlandse militairen werden opgeofferd. Met deze stelling verlaat hij het excessendebat en raakt hij aan het gevoerde dekolonisatiebeleid. Over de grote lijnen van het politieke en militaire dekolonisatiebeleid is de laatste decennia een stroom van onderzoek gepubliceerd dat in het boek zelf grotendeels wordt genegeerd. De lezer krijgt nergens te horen wat er precies aan de hand was, op enkele glossen na. Zowel de bredere militaire als de politiek-diplomatieke context blijft onhelder.

De bekende, maar inmiddels in de historiografie zwaar aangevochten zwart-wit-patronen van een Nederland uit op koloniaal gezagsherstel, verschijnen weer.[vii] Vrijwel niets over de pogingen om tot een diplomatieke oplossing te komen en de cruciale rol die het leger daarbij speelde. Zonder militaire factor zouden akkoorden zoals Linggadjati en de RTC[viii] onmogelijk zijn geweest. De TNI was in vrijwel de gehele periode 1945-1950 rabiaat tegen een diplomatieke oplossing en wilde maar één ding: de Nederlanders gewapenderhand uit Indonesië verdrijven. De RTC werd pas mogelijk nadat het leger in 1949 een patstelling met de TNI had bevochten en de TNI concludeerde dat alleen een diplomatieke oplossing soelaas bracht.

Uit beide studies wordt één ding duidelijk. We hebben te maken met onvoltooid onderzoek. Limpach en Oostindie hebben weliswaar hun gebreken, maar bieden een constructieve stepping stone voor verdere research. De regering sprak op 2 december jl. haar bereidheid uit om dit financieel te steunen. Dat onderzoek zou echter dan wel, zoals Oostindië voorstelt, in de richting moeten koersen van insurgency and counterinsurgency; net als bij andere internationale dekolonisatiestudies. Het Nederlands en Indonesisch militair beleid, de uitwerking in het veld en de interactie tussen beide dienen het uitgangspunt te zijn en niet een uitsluitende fixatie op oorlogsmisdrijven (de weg die Limpach wil blijven bewandelen). Deze sluit, dat is wel duidelijk, een bredere blik op en analyse van het gevoerde beleid uit.

De Indonesische kant van de medaille, te starten met de Indonesische Revolutie (de Bersiap), zal bij dergelijk onderzoek speciale aandacht moeten krijgen. Het excuus van geen toegang tot de Indonesische archieven geldt niet. Historici als Cribb en Frederick hebben al laten zien dat de Nederlandse archieven het nodige materiaal bevatten.

x

 

 

Joop de Jong is historicus. Hij schreef twee uitvoerige boeken over de dekolonisatie die hij recentelijk samenvatte in ‘De terugtocht.Nederland en de dekolonisatie van Indonesië’ (Amsterdam, 2015).

Dit artikel verscheen eerder in Internationale Spectator: Clingendael Magazine voor Internationale Betrekkingen. December 2016.

[i] Zie ‘Tussen trauma en verwerking’, in: J.J.P. de Jong, De terugtocht. Nederland en de dekolonisatie van Indonesië, Amsterdam, 2015.
[ii] Zie Anne Lot Hoek in: NRC-Handelsblad, 16 september 2016; en Beatrice de Graaf in: NRC-Handelsblad, 7 oktober 2016.
[iii] J.A.A. van Doorn & W.J. Hendrix, Ontsporing van geweld, Rotterdam, 1970 (tweede druk: Dieren, 1983).
[iv] Antwoord van minister-president Lubbers op 7 juni 1988 op vragen van de kamerleden Beckers-de Bruin en Lanckhorst. HTK 1987-1988, nr. 604.
[v] Het Nederlands Instituut voor Militaire Geschiedenis en het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde.
[vi] Andere Tijden, 4 oktober 2016.
[vii] Voor een schets van de discussie tussen traditionalisten en revisionisten, zie onder meer het voorwoord in J.J.P. de Jong, Avondschot. Hoe Nederland zich terugtrok uit zijn Aziatisch imperium, Amsterdam, 2011.
[viii] RTC = Ronde Tafel Conferentie.

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

63 reacties op Maar wisten we dit niet al eerder?

  1. Kristiyanto zegt:

    Ik herlees op dit moment ‘De kus’ van Jan Wolkers, het boek dateert uit 1977 en speelt in 1970. Hoofdpersoon Bob gaat met een groepsreis naar Indonesië en motiveert die groepsreis met de opmerking: “als ik alleen ga gaan ze (de grenscontrole) misschien kijken of ik wat op mijn kerfstok heb. Bij een groepsreis letten ze hopelijk minder op.” Verder staan er veel opmerkingen van ‘Bob’ in die wijzen op regelrechte oorlogsmisdaden, al wordt dat woord niet gebruikt.

    • Ælle zegt:

      Jan Wolkers volgens de critici:

      – Een stuk smerigheid
      – Hij hoort in een inrichting
      – Machtig brok ruige literatuur
      – Eenvoudige, moeiteloze schrijver
      – Hij schrijft slecht Nederlands
      – Brutale schrijver
      – Alcoholistische borreltafelachtige praat
      – Boek uit luie stoel geschreven
      – Boek met uiterst doorzichtige structuur
      – Zelden overschreeuwende taal
      – Brutale circusartiest
      – Hij gebruikt woorden die pubers in toiletten schrijven
      – Hij hoort niet in de literaire wereld

      Bron: Scholieren.com

  2. Jan A. Somers zegt:

    “Joop de Jong vraagt zich af wat nu eigenlijk nieuw is aan de conclusies van deze studies. ” Gelukkig is dit stukje afkomstig van J.J.P de Jong.   Anders zou het circuit van complotten weer zijn gestart.

  3. Henk Harcksen zegt:

    ter aanvulling van het notenapparaat over het boek van J.Th.Bussemaker over het Indonesisch geweld: dat boek draagt de titel: Bersiap! Opstand in het paradijs • De Bersiap-periode op Java en Sumatra 1945-1946, en zijn initialen zijn H.Th. Bussemaker.

    • Jan A. Somers zegt:

      “Opstand in het paradijs” Een stukje zelfplagiaat uit de titel van zijn dissertatie (2001): Paradise in peril.

      • Wal Suparmo zegt:

        Ik heb by mij een boek van Dr H.Th Busemaker getiteld BERSIAP! OPSTAND IN HET PARADIJS.
        De Bersiap- periode op Java en Sumatra 1945-1949.
        Ook met de illustratie MERDEKAH! MERDEKAH! MERDEKAH!
        Wat natuurlijk fout is .En Opstand in Paradijs is geschreven door de Amerikaanse SURABAYA SUE, KETUT TANTRI.Als REVOLT IN PARADISE. In het Indoesisch vertaald ala REVOLUSI DI NUSADAMAI( Land of Peace).

  4. Dominicus van den Bergh zegt:

    Opmerkelijk is altijd weer dat achteraf (is een koe in zijn kont kijken) zulke discussies altijd weer ontaarden in welles nietes. In het kort blijven de feiten dat eerst een privéonderneming aldaar de lakens uitdeelde en daar was geweld voor nodig en na faillissement (als gevolg van corruptie) werd de onderdrukking, waar geweld voor nodig was overgenomen door de staat. Niet meer en niet minder. In 1945 wist men nog steeds niet van ophouden en stuurde niet het Leger des Heils naar Indië maar gewapende troepen om de onafhankelijkheidstrijd neer te slaan. Punt aan de lijn. Om aan dit neerslaan een gradatie te hangen is niet alleen zinloos maar verliest daarmee de ware aard uit het oog.

  5. Dank,ik denk ook namens velen voor de uiteenzetting van Joop de Jong,ik ben het helemaal methem eens.

    Ik heb het allemaal meegemaakt .Onderzoekers spreken over Indonesia,maar de strijd heeft alleen gespeeld in een heel klein gebied in Indonesia. Wate ook voor onze jeugd veel interessanter en relevant is, hoe en waarom is die oorlog ontstaan . Joty ter Kulve

    ..

    • Jan A. Somers zegt:

      “heel klein gebied ” Java en een stuk Sumatra. De rest van Indië, meer dan de helft, maakte zich op voor de al vóór de bezetting aangekondigde rijksconferentie, dat werd uiteindelijk de RTC. In dat gebied deed het bestuur wat het moest doen: besturen. En het dagelijks leven kon zich weer herstellen van de oorlog. Waarom kon datzelfde niet in het gebied van de RI?

      • Wal Suparmo zegt:

        De Republik Indonesia of beter gezegt REPUBLIK YOGYA, bestond toen alleen maar uit 4 ex resiedenties op Java dat is op Midden en Oost Java en de Yogya en Solo Sultanaat.Plus de geurilja gebieden in West Java en West Sumatra.Dus misschien hoogsten 10% van de toen Nederlands Indie.Dat zelf met veel moeite door Generaal SPOOR veroverd was maar die opeens zijn troepen moest terug trekken voor de RT( en nooit door de Hollandse Minister Presiden geraadpleegt dat Holland de koloniale oorlog niet meer kan doorzetten).Ook nog terwijl de presiden van de Republik Yogya en zijn regering al gevangen is .Egenlijk bestond deze regiem niet meer( NON EXISTENT anymore), alhoewel Sukarno,Mr Syafrudin Prawira Negara een vomacht heeft gegeven om in Bukittiinggi de republik door tezetten.DIT HEEFT HET LEVEN VAN DE JONGE EN GEZONDE SPOOR van 47 jaar zijn leven gekost.Frappant is dat de BFO landen(90 %) opgericht door VAN MOOK, Onderleiding van ANAK AGUNG GDE AGUNG de Minister van Buitelande zaken van NEGARA OOST INDONESIA, op eens de Republik Yogya ging steunen op de RCT conferentie.

    • Surya Atmadja zegt:

      Joty ter Kulve zegt:
      21 december 2016 om 12:36 pm
      Onderzoekers spreken over Indonesia,maar de strijd heeft alleen gespeeld in een heel klein gebied in Indonesia.
      ===============================
      Ik dacht dat de gebieden / volkeren in N.O.I de Republik Indonesia steunden .
      Zoals Sumatra , Java , Bali, Noord en Zuid Molukken , Sulawesi en Borneo .

      Hoe de verhoudingen zijn op andere kleine Sunda eilanden (Timor,Lombok ,Flores ,Sumbawa etc ) weet ik niet.
      Van Irian Barat is bekend dat daar naast de grote versnipperde stammen nog velen in de stenen tijdperk leven, behalve de kustbewoners.

      Tijdens de Sumpah Pemuda van 1928( 1 land-1volk-1 taal=Indonesia) waren er 2 putera daerah die door de Sultan van Tidore of Ternate gestuurd werden om in de delegatie van Jong Ambon aanwezig te zijn in Batavia.

      • Jan A. Somers zegt:

        “dat de gebieden / volkeren in N.O.I de Republik Indonesia steunden” Mevrouw Ter Kulve had het over de gebieden die strijd leverden. Dat waren inderdaad slechts de genoemde gebieden op Java en Sumatra. De andere door mij genoemde gebieden wilden ook onafhankelijkheid, maar dan langs de juiste weg van onderhandelen. En in de tussentijd wisten de bestuurders die gebieden onder effectieve controle te houden. Zoals het bestuurders betaamt.
        “Frappant is dat de BFO landen(90 %) opgericht door VAN MOOK, Onderleiding van ANAK AGUNG GDE AGUNG de Minister van Buitelande zaken van NEGARA OOST INDONESIA, op eens de Republik Yogya ging steunen op de RCT conferentie.” Zo frappant is dat nou ook weer niet. Op de RTC ging het over de overdracht van de soevereiniteit aan de RIS!!!! Niet aan de RI!!! En de BFO voelde zich onderdeel van de RIS, waar ook de RI deel van uitmaakte. En op 27 december 1949 is de soevereiniteit niet overgedragen aan de RI, maar aan de RIS.
        De situatie na de eerste politionele actie is door mij beschreven als: Op 17 januari 1948 werd het akkoord van Renville ondertekend, feitelijk een bevestiging van Linggadjati! Er was duidelijk sprake van een Amerikaans-Nederlandse overeenstemming waarbij de Republiek afstand moest doen van de net door de Nederlanders veroverde gebieden. Feitelijk veranderde er echter niets, in de Republiek liep de oppositie te hoop tegen Sjarifoeddin en bracht begin februari het kabinet ten val. In Nederland was men niet bereid tot meer concessies. In het kader van de Bijeenkomst Federaal Overleg (BFO), die nu door de republikeinen werd geboycot, richtten de diverse net bezette regio’s zoals Oost-Sumatra, Madoera, Palembang, West- en Oost-Java zich op een eigen plaats binnen de Verenigde Staten van Indonesië. Uit vertegenwoordigers van die deelgebieden werd een Voorlopige Federale Raad gevormd, allen Indonesiërs onder leiding van Prof. Hoesein Djajadiningrat. Op grond van voorstellen van die Raad werd op 9 maart 1948 de Raad van Departementshoofden omgevormd tot een Voorlopige Federale Regering.

      • RLMertens zegt:

        @JASomers; ‘BFO etc. …de Republiek steunde’ – In mei 1948 organiseerde BFO met de Republiek, zonder Nederland(!) te Bandoeng een conferentie. Uitkomst; in de overgangsfase een directorium bestaande uit 3 Indonesiërs en 1(!) Nederlandse vertegenwoordiger. Beel begreep dat de Republiek het voor het zeggen kreeg en manipuleerde de situatie om ‘een 2e actie’ door te drukken. Zonder(!) kennisgeving aan het BFO startte de opmars tijdens het kerst reces(!) van de VN. Pesthaard Djokja moest verdwijnen….het leidde tenslotte tot het einde van Indië! Toen na de overdracht de RIS/BFO werd opgeheven werd Nederland/vMook voor de 2e keer voor spot gezet.
        Hoe een stel jonge Inlandse politici de gevestigde Nederlandse orde voor het wereldforum te schande maakte. Vandaar de Nw. Guinea kwestie , die tot……1962 stand hield. En dit dus voor de 3e keer….

  6. cwoldringh zegt:

    Een gedegen kritiek! U vraagt zich af: “Het lost één vraag niet op. Waarom ging, als die diepere oorzaken voor het gehele leger golden, alleen een minderheid in de fout? ” Maar ik vraag me af wat is die minderheid? Als je alleen maar toekeek, behoor je dan tot de meerderheid?

    We weten niet alles nog. De “sweap” van Karanganyar op 19 oktober 1947, wordt beschreven door S. Lapré. Maar de artelleriebeschieting van twee kampongs daarbij, schijnt alleen bij de Indonesiërs bekend te zijn. Zie mijn blog: http://woldringh-naarden.blogspot.nl/2016/12/the-cannonade-of-candi-indonesia-on.html

  7. Wal Suparmo zegt:

    De Hollandse historicus J.A.DE MOOR die een boek heeft geschreven over GENERAAL SPOOR, heeft geschreven dat het laatste vliegtuig een GLEN MARTYIN M585 om 20.00 uur van Andir opgestegen is op 7 Maart 1942, naar Australia op opdracht van de waarnemend Commandant van de KNIL Vliegdienst kol E.T KENGEN met 5 passagiers en de vrouw van gezagvoerder Luit. A.D.WOLF. De naam van generaal mayoor L.H.VAN OYEN komt niet voor.Omdat hij al lang naar Austrtalie is gevlucht onder het mom van luchtbijstand te vragen of vliegtuigen te kopen in Australie. Volgens de lezer van JAVAPOST of INDISCH4EVER, is dit niet waar want van Oyen is op het nippertje met dit vliegtuig naar Australie gegaan.

  8. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    Met alle respect voor J.J.P. de Jong, maar hij gaat wel wat gemakkelijk voorbij aan de recentelijke beslissing van Haagse Rechtbank om voor een onderzoek naar de oorlogsmisdaden in Ned. Indie/Indonesie niet een Nederlandse historicus van naam te benoemen maar een internationaal gerenommeerde wetenschapper als de Australier Robert Cribb, een veelzijdig kenner bij uitstek van de Indische/Indonesische werkelijkheid
    De beslissing van de Rechtbank tekent wel de geloofwaardigheid van de Nederlandse historici die het wat Ned.-Indie en vooral de Bersiapperiode betreft het schromelijkk hebben laten liggen. Een duidelijke historische visie op het gebeuren ontbreekt

    Dat hij een Engelse wetenschapper van een verkeerde naam voorziet mag een detail zijn maar dat hij een rij van vooraanstaande buitenlandse wetenschappers, die de Indische/Indonesische werkelijkheid uitgebreid en ook in detail bestudeerd hebben, buiten beschouwing laat, vind ik wel een gotspé te vergelijken met vloeken in de kerk.

    Wil hij iets van dekolonisatie begrijpen dan dient hij wetenschappers , die iets met onze dekolonisatie van doen hebben/hadden toch wel te vermelden zzoals Benedict Anderson, Robert Cribb, Wiliam H. Frederick , Audry R. Kahin en Francis Palmos.
    Maar de grootste fout is wel dat hij geen Indonesische historici noemt zoals Suhhario Padmodiwiryo die met zijn boek Student Soldiers: A Memoir of the Battle that Sparked Indonesia’s National …
    wel zijn ogen kan openen. Helaas ik deze man kort geleden overleden.

    • Surya Atmadja zegt:

      Suhhario Padmodiwiryo die met zijn boek Student Soldiers: A Memoir of the Battle that Sparked Indonesia’s National …
      ==================
      Dat is toch dezelfde Meneer die door een jonge Nederlandse fotografe werd geinterviewd ?

      • Wal Suparmo zegt:

        Ik heb het boek zelf nog niet gelezen,Deze LEERLINGEN van de Middelbare School( SMP/SMA, Die de TP( Tentara Pelajar) en TRIP( Tentara Republik Indoneia Pellajar) vormen. Waren pas 15- 18 jaar oud inclusief mijn broer van 15 jaar en L.B MOERDANI(later generaal) die allemaal Hollands spreken en prefereren eventueel door de KL of HOLLANDSE TOTOK soldaten gevangen genomen dan door de KNIL soldaten die uit wrede Ambonesen/tTimoresen en Menadonesen bestaat.

      • van den Broek van een andere generatie zegt:

        Die meneer is wel omstreden. Hij wordt wel een Indonesische papagaai ic Beo genoemd , die mythes verspreid.

    • Erik Becking zegt:

      Meneer Peter van den Broek van een andere generatie, wat zou u ervan vinden als de heer Abdul Wahid, Department of History van de Universitas Gadjah Mada – Yogyakarta, gevraagd zou worden om zich met het onderzoek naar de dekolonisatie van Indonesië te bemoeien? Hij zou veel van de Bersiap afweten en probeert deze periode in de Indonesische geschiedenisboeken te krijgen.

      • Surya Atmadja zegt:

        Erik Becking zegt:
        28 december 2016 om 8:06 pm
        Hij zou veel van de Bersiap afweten en probeert deze periode in de Indonesische geschiedenisboeken te krijgen.
        ============================
        Ha ha ha ha .
        Nee toch, kijk maar naar zijn eerste publikatie over de bersiap tijd , toen hij bezig was om zijn disertatie(?) in Nederland te schrijven.
        Daar moet ik er om lachen , ondanks dat ik een ongeschoolde grappenmaker ben .

      • Wal Suparmo zegt:

        History word gemaakt door de WINNAAR.De jonge generatie van historici in Indonesia op Univesteiten die geen Hollands verstaan om de oude schriften niet persoonlijk kunnen lezen.Moet men in acht nemen.Zelf mijn correctie op de ZO BELANRIJKE tijdstip van de PROKLAMASI is dan nog in de Japanse KALENDER( Showa) en JAPANSE TIJD( Tokyo) tijd dat is 10.00 uur gebeurt, En dus 08.00 Jawa tijd.Dus niet 10.00 (WIB) dat nu na 70 jaar nog steeds door de Indonesishe regering word gevolgd en niet voor correcte vatbaar olp advies nadn de historici.. MINDER BELANGRIJK IS Een ander geval , Een history professor van de Brawijaya Universieit die heeft geschreven dat tijdens de Ned.Indie regering, op publieke plaatsen een bekendmaking heeft geplaats, met de woorden: ” VERBODEN VOOR IN HONDEN EN INLANDERS”. Wat hij zeer waarschijnlijk gehoort heeft dat de Engelse regering in Hongkong zulke plakaaten heeft geplaats als ” PROHIBITTED FOR DOGS AND CHINESE”:. Ook het verbod van de Ned Indie regering dat den INLANDER niet in eerste klasse mogen rijden van treinen.What about bupatis, wedanas, en b.v Inlandense doktoren enz.?.:.

      • Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

        Van mij mogen ook Rhesus-aapjes in het onderzoek deelnemen, bijvoorbeeld bij what-if experimenten: Wat zou er gebeurt zijn Als Nederland de datum van 17 Augustus 1945 als ontstaan van Indonesië had erkend. Maar die formele erkenning van 17 Augustus is nog (verre) toekomst.
        In eerste instantie gaat het er niet om of dhr Abdul Wahid gevraagd zou worden maar Wat dient er van en Hoe dient de dekolonisatie worden onderzocht.

        Als ik zo het verhaal van dhr J.J.P. de Jong lees in Internationale Spectator, iets anders dan de toenmalige kwaliteitskrant NRC , hou ik mijn hart vast. Dat niet alleen , als ik de reacties van b.v.b. Mevr. Ter Kulve of Dhr Somers lees, daarbij de titel van het blog aanhalend “Maar wisten we dat al niet eerder” dan worden alleen de bekende koeien uit de winterstal gehaald, de mythes opgepoetst en van een nieuw laagje vernis voorzien.

        Met andere woorden l’histoire se repète, Ook na bijna 70 jaar zijn we nog geen stap dichter bij de waarheid, d.w.z. een verantwoorde beschrijving van de feiten, laat staan van een analyse. Alhoewel dhr Pondaag en Limpach (buitenlanders dus) tegen alle klippen op wel een bijdrage hebben geleverd om enig inzicht in het gebeuren te verwerven.

      • Wal Suparmo zegt:

        Ik kan een paar ” BETROUWBARE” experts in de history aanbevelen die in juist niet TEGEWOORDIGE decenten vande unversiteiten zijn.

  9. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    citaat…….De TNI was in vrijwel de gehele periode 1945-1950 rabiaat tegen een diplomatieke oplossing en wilde maar één ding: de Nederlanders gewapenderhand uit Indonesië verdrijven.

    ja hallo…..dhr J.J.P. de Jong dient eerst het Nederlandse straatje schoon te vegen.
    De kwalijke rol van Helfrich (Marine) mbt tot de zaak Huijer en van Oyen (KNIL) in het begin van de dekolonisatie dwz 1945 is nooit duidelijk uitgezocht. Helfrich verklaarde zelfs tijdens een bijeenkomst met Gen. Christison, Brits Legercommandant dat hij bereid was de 300.000 Nederlanders in Ned.-Indie op te offeren om het Nederlands Imperium dwz Ned.-Indie te redden . Dat is dezelfde man die vòòr de oorlog rücksichtlos opdracht gaf aan Karel Doorman om tegen de Japanse overmacht te vechten. Wat Gen. van Oyen betreft, het viel zelfs de Britten zijn racistisch gedrag op.

  10. Surya Atmadja zegt:

    Wal Suparmo zegt:
    21 december 2016 om 8:40 pm
    De Republik Indonesia of beter gezegt REPUBLIK YOGYA, bestond toen alleen maar uit 4 ex resiedenties op Java dat is op Midden en Oost Java en de Yogya en Solo Sultanaat.
    ============================
    Ma’af Pak.
    Republik Indonesia van 17-08-1945 heeft een gebied van af Sabang tot Merauke.
    De oude gebied van Nederlands Oost Indie.
    Conform de toen geldige (internationale) overeenkomst.

    https://beb45aktif.wordpress.com/2014/05/25/sekilas-tentang-wilayah-negara-indonesia/

    • Wal Suparmo zegt:

      Ik praat hier over HISTORY en niet over politik.En de historische situatie is dat De Republik Indonesia die eenzijdg geproklemeerd is en tot nu toe niet door hholland is edrkent.Bestaat DE JURE uit het oude Nederland Indie.Maar DE FACTO en waar de REPUBLKEINEN hun macht kan uitvoren is alleen maar beperkt to de REPUBLIK YOGYA. De rest is weer onder kontrole van de Nederlanders .

      • Surya Atmadja zegt:

        Wal Suparmo zegt:
        22 december 2016 om 4:06 am
        Ik praat hier over HISTORY en niet over politik.
        =============================
        Ik ook .
        Rep.Indonesia van 17-08-1945 is geproklameerd door Sukarno/Hatta , als de 2 gekozen vertegenwoordigers van de Indonesische BPUPKI en de PUPKI.
        Gebaseerd op de oude Sumpah Pemuda , met eigen Grondwet (UUD 1945) , Staatsfolosofie (PancaSila) .

        Het klopt ook :
        1.dat Nederland in het begin niet mee wil werken , maar de facto Java, Sumatra,Madura erkende als het gebied van R.I (zie Linggardjati).
        Later verbroken door de Agresi Militer 1 en 2.
        2.Dat NL door Renville akkoord bepaalde voordelen kregen (gebiedsuitbreiding) en uiteindelijk de “soevereiniteit overdroeg aan de RIS ( dus niet aan R.I) .

        In feite erkent Nederland de REpublik Indonesia NOG STEEDS NIET ( zie de mening van kritische Indonesiers zoals Batara Hutagalung en vele anderen).
        Ik behoorde tot de jongere generatie , en behoorlijk cynisch .

        Bovenstaande zaken is toch bij bijna alle Indonesiers bekend van mijn generatie of iets ouders bekend ?
        Niet alleen heb ik op school gehad (ben van 1948) , maar ook door “familie affiniteit”met de perjuangan .

      • Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

        “De rest onder controlle van de Nederlanders” .
        Als dat zo is, heeft dhr Supramo wel een eens een rondgang gemaakt langs de graven van de meer dan 5.000 in Ned.-indie gestorven Ned. soldaten of de monumenten van gestorven soldaten in Nederland bezocht .Is hem dan niet opgevallen dat in zijn zgn rustige gebieden veel Nederlandse militairen zijn gesneuveld?
        Heeft dhr Westerling in Zuid-Celbes de orde hersteld, als er volgens deze Heer al orde was?
        Misschien is dhr Suparmo zich ervan bewust dat zijn verhaaltjes al 70 jaar tot vervelends toe worden herhaald maar dat hij alleen tot de conclusie kan komen dat er chaos was. Dat is zijn s historisch besef!

        Laat dhr Suparmo, als Nederlandse vertegenwoordiger omdat hij het zo goed weet te verwoorden en het morele gelijk aan zijn kant heeft dan naar Indonesische regering gaan en vragen medewerking verlenen om onderzoek te doen naar de Bersiapperiode. weliswaar een periode waarin hij dezelfde regering niet erkent. Misschien kan hij als man van verschillende culturen ook het antwoord geven? In de hele discussie over het hernieuwd onderzoek is helemaal niet bekend of de Indonesische regering daadwerkelijk mee wil werken, maar als Nederlandse heb je het morele gelijk aan je kant en ga je daar gewoon van uit. Als ik dhr Suparmo kan volgens gaan we gewoon de volgende 70 jaar op dezelfde voet verder, l’historie se repète. Ik wens hem een voorspoedig 2017.

      • Jan A. Somers zegt:

        “van de meer dan 5.000 in Ned.-indie gestorven Ned. soldaten ” Gesneuveld: KL+KNIL+KM 2526 militairen.

  11. RLMertens zegt:

    Joop de Jong; ‘vraagt zich af wat nu werkelijk nieuws is etc.’ _ Hij, die ooit in in 2011 in de Volkskrant verkondigde ‘dat Nederland het nog zo gek niet had gedaan. Onze regering steeds een consequent beleid van geleidelijke dekolonisatie had gevoerd, dat nog behoorlijk(!) een succes was ook! Den Haag/Batavia de inlandse bevolking toen wilden behoeden tegen vileine(!) nationalistische leiders. Dat de 1e politionele actie door toedoen van de USA gebeurde, omdat deze geen kredieten meer beschikbaar stelde etc’. Een ‘revisionistische’ kijk van een ambtenaar/historicus op dat verleden. Geen kwaad woord over het beleid. Niets over structurele wan/oorlogsmisdaden etc. Die staan nl. nergens in de ambtelijke notities. Laat staan, de samenhang met het gevoerde beleid.
    En dat doet Limpach wel! En vermeld daarbij nog ‘man en paard’.
    Over oa Hakom, een door gen.Spoor opgenomen troep met gespuis, die in de bersiap periode nog roofde en molesteerde. Vandaar haar benaming Hare Majesteit Ongeregelde troepen!
    Zijn onderzoek onder de titel; de brandende kampongs van gen.Spoor! Met gegevens die nb. ‘onder handbereik’ in het Militair historisch instituut zijn opgeborgen/opgeslagen. Of is het verborgen? Wat ik mij nu wel afvraag; of de Joop de Jong daar ooit wel is geweest?

  12. j.w.hoegen zegt:

    Cees Fasseur heeft voor zijn nota bronnenonderzoek gedaan en duizenden jongens die in Indie gevochten hadden geintervieuwd.
    Nu bijna iedereen dood is komen twee jongens na selectief onderzoek ons vertellen dat wij de integriteit van Cees ter discussie moeten stellen.

    • Surya Atmadja zegt:

      j.w.hoegen zegt:
      22 december 2016 om 10:45 am
      Nu bijna iedereen dood is komen twee jongens na selectief onderzoek ons vertellen dat wij de integriteit van Cees ter discussie moeten stellen.
      ===================================
      De geschiedenis zal ons of onze nakomelingen leren wie in het verleden gelogen hebben.

    • RLMertens zegt:

      @jwhoegen; Cees Fasseur etc…..duizenden jongens etc.’ – Duizenden jongens geïnterviewd? Geen enkele! Excessen nota 1969; ‘haastige rondgang’ in de archieven naar gegevens omtrent excessen in Indonesië begaan door Nederlandse militairen in de periode 1945-1950. Samen met 15 bijlagen, een krantenonderzoek van de Rijks Voorlichtingsdienst. De Coördinatiegroep Indonesië olv. mr.JH>Korthals Altes en haar secretaris mr.drs. C.Fasseur, ambtenaar ministerie van Justitie. – ‘twee jongens etc.’- Welke jongens?

  13. Surya Atmadja zegt:

    Jan A. Somers zegt:
    22 december 2016 om 11:57 am
    “dat de gebieden / volkeren in N.O.I de Republik Indonesia steunden” Mevrouw Ter Kulve had het over de gebieden die strijd leverden.
    ========================
    Dat doe ik ook.
    En dat was Java , Sumatra ( van atjeh tot lampung- Noord tot Zuid Sumatra ) , Bali, Celebes , Noord en Zuid Molukken ( Negara Indonesia Timur) , Borneo ( hoeveel % pro Indonesia/en of pro Belanda, dat kan men reconstrueren).

    VWB :
    1.Renville akkoord, klopt wat pak Jan schreef, is in feite een goede zet van NL , betere positie dan de door Nederland verbroken Linggardjati ovk.Door de Agresi militer 1 operaties te beginnen.
    Vandaar dat de TNI en de Merdeka atau Mati groep/Menteng groep bijna inopstand kwamen (zie Rengasdengklok affaire.
    Dat Sjahrir daar door zijn positie kwijt raakte ondanks de steun van Sukarno/Hatta.
    Kan gewoon gereconstrueerd worden en na gelezen in ederlandse bronnen.
    Mooier kan ik niet maken.

    2. Het klopt ook dat de soevereiniteit aan de RIS werd overgedragen, vandaar dat kritische Indonesiers beweren dat Nederland tot HEDEN de R.I van 1945 nooit had willen erkennen.
    Bang voor de juridische gevolgen .
    Oorlogsschade , meer dan 100.000 gedode Indonesiers ( Nederlandse cijfers ) .

    • Jan A. Somers zegt:

      “hoeveel % pro Indonesia/en of pro Belanda, dat kan men reconstrueren).” Ik mik uit mijn dikke duim: 100% pro Indonesia merdeka.. Maar het grootste deel van die 100% was niet met bersiap en strijd bezig. Wel met rustig overleg. Een paar weken geleden: Nederland en België hebben een verdrag gesloten over overdracht van stukken grondgebied. Zonder een schot te lossen.
      “Dat Sjahrir daar door zijn positie kwijt raakte ondanks de steun van Sukarno/Hatta.” Dat gold ook voor Van Mook. Beiden hadden samen al het voorbereidende werk voor de soevereiniteitsoverdracht rond gekregen. Stank voor dank. Hun werk is op 27 december (zonder dankzegging, zelfs niet genoemd!) overgenomen.
      “R.I van 1945 nooit had willen erkennen.” Dat kon Nederland niet eens. Nederland had zich te voegen naar de bepalingen van de Japanse capitulatie, een volkenrechtelijk verdrag! Teruggave door Japan van de bezette gebieden, en terugkeer naar de vooroorlogse status quo.
      “In feite erkent Nederland de REpublik Indonesia NOG STEEDS NIET” Uiteraard. Het verdrag is gesloten met de RIS (die allen voor akkoord hebben getekend, incl. de deelstaat RI). Daarmee is de RIS op voordracht van Nederland lid van de VN geworden, onder de naam RIS. Nu een bevriende natie.

  14. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    Ik heb tegen café-sluitingstijd ook wel eens moeite om me behoorlijk uit te drukken, bij wijze van spreken lul ik dan wel eens uit mijn dronken nek, maar wat dhr J.J.P. de Jong meent te beweren is wel grensverleggend, ook in de bar.

    Dhr J.J.P. de Jong haalt een Brit aan waarvan hij de naam ook nog verkeerd schrijft. Aangezien ik het boek van R. McMillan heb doorgebladerd “The British occupation of Indonesia 1945-1946. Britain, the Netherlands and the Indonesian revolution (London and New York 2005)” werd mijn aandacht gewekt.

    Dhr J.J.P. de Jong heeft het over verschillende schrijvers en ik herhaal een paar met vermelding van het jaartal van publicatie van hun meest belangwekkende boek:
    – veteranen (Scagliola 2002),
    – Indonesisch geweld (H. Th. Bussemaker 2005)
    – Brits geweld (R. Macmillan 2005 )
    – Rawa Gedeh (Scholtens 2007 ),
    Volgens dhr. Dhr J.J.P. de Jong zeggen vonden o.a. deze onderzoeksresultaten hun weg in breed opgezette dekolonisatiestudies, zoals die van L. de Jong 1984 e.v., H.W. van den Doel 1970

    Dhr de Jong mag zich als gerenomeerd diplomaat/historicus toch wel afvragen in de International Spectator, toch iets anders dan de voormalige kwaliteitskrant NRC, hoe die 4 bovengenoemde boeken uit 2002-2007 met TERUGWERKENDE kracht hun weg vonden in breedopgezette dekolonisatiestudies 1970-1984.

    Afgezien van deze belabberde denkconstructie is de rest van het artikel van een zodanige kwaliteit i.c. oppervlakkig, platvloers, arrogant, eigendunk of woorden van gelijke strekking dat ik er weinig woorden aan vuil wil maken. De integriteit van dhr Cees Fasseur en die van de jonge fotografe staan vergeleken met die van bovenstaande schrijver buiten enige discussie en twijfel verheven.

    • RLMertens zegt:

      @PetervandenBroek; ‘gerenommeerd diplomaat’ – Diplomaat? Werkzaam(geweest?) bij
      Buitenlandse zaken. Ooit militair geweest in Nw.Guinea. Uit zijn Diplomatie of strijd;
      ‘De Indonesische revolutie ontwikkelde zich toen van een vrij burgerlijke rebellie (!) al gauw naar een revolutionaire explosie’ Dus vanaf het burgerlijke Boedi Utomo (!),PNI …
      In 1945/46; ‘dat ons militaire optreden(!) er wel toe heeft geleid dat duizenden Nederlanders op tijd(!) uit de Japanse kampen(!) werden bevrijd(!)’.

  15. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    Dhr JJP de de regeringsnota van 1969. Jong poneert:….Het startpunt van alle discussies vormt uiteraard de regeringsnota uit 1969. De Excessennota meldde enerzijds dat het gros van de troepen….

    Uiteraard de regeringsnota van 1969, die van bijna 47 jaar geleden waar we nu van Dr,Limpach een definitief antwoord krijgen. Maar heeft dhr JJP de Jong zich enigermate afgevraagd wat er dan vòòr deze periode is gebeurd. Als er wordt beweerd dat het geweld van de Bersiapperiode de opmaat is van het geweld in het verder verloop van de dekolonisatie, mag dhr de Jong zich dan niet afvragen om de Bersiapperiode en in het bijzonder de slachtoffers als uitgangspunt te nemen. Lijkt mij toch logisch als je wilt achterhalen wat de oorzaken zijn van het Nederlands militair geweld. maar nee hoor, dhr de Jong loopt rustig verder met de Indische oogkleppen op en een bord van Djatihout voor zijn kop.

    Dan gaat hij verder:…..De stelling dat het extreem geweld een beperkt karakter had gedragen, zou decennia later grote verontwaardiging wekken, maar werd in feite al in 1970 krachtig ondergraven……..Als dat zo is, waarom heeft Nederland 47 jaar erover gedaan mbv een buitenstaander J. Ponjaard, om dat te begrijpen, inclusief ene JJP de Jong? Zelfs J. Ponjaard heeft meer begrepen heeft dan 10 Heren de Jong bijelkaar. De titel van dit topic zegt het al “wisten we dit niet eerder” Dhr de Jong zeker niet en wellicht nooit niet. Dan heeft hij het ook nog eens over het zwakke geheugen van anderen….. Dat getuigt toch wel van overmoed van dhr JJP de Jong om dat te zeggen.

  16. RLMertens zegt:

    ‘Wat voegde het toe aan onze kennis?’, aldus J.de Jong over de boeken van Oostindie en Limpach. – Gen.Spoor, die allerlei kritische soldaten brieven onder ogen kreeg, schoof ze in de regel resoluut ter zijde. Hij hield zich niet bezig met beschuldigen….maar met het achterhalen van de identiteit van die lastige schrijvers en ..de mogelijkheid stafrechtelijk tegen hem op te treden(!)
    Res.kapt. KL- Ko Zweeres werd tot in Holland achtervolgd. De intimidatie was immens. Oud premier Drees sr. kreeg te horen over die gebrekkige bescherming van klokkenluiders en liet in de 2e kamer horen ‘dat het niet zomaar kon’. Maar keek weg, want er gebeurde niets! Dus tot in de regering wist men wat er daar in Indië gebeurde!
    Aangaande Z-Celebes; proc.-gen.Felderhof legitimeerde dit bloedbad als een noodrecht gegronde militaire actie; hoe kampong bewoners werden neergeschoten toen zij bij de arrestaties probeerden te vluchten. Mensen die niet vluchtten werden uit voorzorg (!) onder vuur genomen.
    Van Mook reageerde wel verontwaardigd op de geruchten, maar vond het politieke doel dat hij wilde bereiken belangrijker en keek weg. Brrr, schreef hij in de kantlijn van de rapporten over geweld! Over zulke zaken lees men niet in al ‘die uitputtende studies van historicus Joop de Jong’.
    Alles in te zien/te vinden in het Nationaal Archief in Den Haag. Wellicht dat de Jong aan zijn ‘stepping stone’ kan beginnen; Hoe Nederland zich werkelijk terug trok! Uit zijn imperium, zoals ook Romme het noemde.

  17. peterflohr zegt:

    Dit is op Blog Peter Flohr herblogden reageerde:
    Niet alleen is het onderstaande stuk (herblog van Java post) interessant maar ook de reacties hierop.

  18. Surya Atmadja zegt:

    Wal Suparmo zegt:
    28 december 2016 om 11:46 pm
    Ook het verbod van de Ned Indie regering dat den INLANDER niet in eerste klasse mogen rijden van treinen.What about bupatis, wedanas, en b.v Inlandense doktoren enz.?.
    =============
    Ik denk niet dat de Ned.Ind. regering het heeft verordonneerd .
    Wel kan een sociteit/zwembad als particulier bedrijf bepaalde beleid invoeren.

    Er zijn betrouwbare Indonesische en Nederlandse getuigen die het bestaan van zulke borden hadden gezien.
    Over de toegang tot 1ste klas coupe is gewoon duidelijk, mijn oude heer reisde ook 1ste klas , als zoon van een wedana . Toen onze opa nog leefde, hij was jong gestorven.
    Wat societeit betreft, had hij , en zijn oudere broers voor zover ik weet nooit gedaan .

    • Wal Suparmo zegt:

      Wat die histoirische docent van Universitas Airlangga heeft geschreven is niet dat de bekendmaking in particuliere zwembaden geplaats zijn maar op verschillende publieke plaatsen de zelfs de SOCITEIT.Terwijl een jonger broer van mijn vader, een staf employe van de BPM. in verschijdene plaatsen in de sociteit ging dansen met NONI-NONI Belanda.Niemand heeft hem ooit toegang geweigert.

      • Surya Atmadja zegt:

        Wal Suparmo zegt:
        29 december 2016 om 10:29 am
        Terwijl een jonger broer van mijn vader, een staf employe van de BPM. in verschijdene plaatsen in de sociteit ging dansen met NONI-NONI Belanda.Niemand heeft hem ooit toegang geweigert.
        =====================
        En toch las ik de getuigenis van een Nederlandse vrouw , over het uit zetten van een “inlandse” meneer uit de Simpangclub .(de Simpangclub in Sby) .
        Bleek dat die meneer een KMA officier officier is .
        Even door google translate laten vertalen.
        “Cerita mengenai kekhasan Simpang Club sebagai white men’s territory yang tidak boleh diinjak oleh orang Bumiputra ditampilkan secara dramatis oleh Elien Utrecht dengan latar belakang kejadian tahun 1940. Elien bersama keluarganya pada waktu itu merupakan salah satu pengunjung tetap Simpang Club. Pada suatu saat ketika mereka sedang asyik mendengarkan pertunjukan musik tiba-tiba ibu Elien melihat seseorang yang ia kenal masuk ruang besar tersebut, sehingga secara reflek ia langsung berucap: “O, itu Alkadri”. Mereka sebenarnya tidak mengenal secara pribadi orang tersebut, tetapi hampir semua masyarakat yang pernah tinggal di kota Malang pada waktu itu, di mana Elien dan keluarganya pernah tinggal, pasti mengenal Alkadri. Ia adalah putra Sultan Pontianak dan perwira KNIL lulusan Breda. Sebagai putra seorang sultan yang memiliki posisi strategis di sebuah kota kecil, Malang, sosoknya tidak asing bagi warga kota setempat. Ketika mendengar kata-kata ibu Elien yang mengucapkan sebuah nama non-Eropa, paman Elien bereaksi dengan mengatakan bahwa menurut peraturan Simpang Club sebagai seorang non-kulit putih, Alkadri tidak diperbolehkan masuk. Paman Elien yang pada waktu itu menjabat sebagai sekretaris Simpang Club kemudian mengambil tindakan drastis dengan mengusir Alkadri untuk keluar dari ruangan tersebut (Utrecht, 2006: 34). Apa yang dilakukan oleh Paman Elien adalah tindakan rasial yang dilindungi oleh undang-undang kolonial.

        ============================
        Korte Amsterdamse B3 vertaling.
        Getuigenis van Ellen Utrecht , mat familie vaste bezoekers van Simpangclub 1940
        Zag iemand/een inlander binnen komen, zeide Ellen , dat is toch Alkadri , zoon van de Sultan van Pontianak , officier KNIL uit Breda .
        Een oom van Ellen, de secretaris van Simpangclub ( white men’s territory )reageerde (hij hoorde een niet Nederlands klinkende naam) mag Alkadri volgens de regels als niet blanke niet binnenkomen.

      • Wal Suparmo zegt:

        En toch heef SULTAN HAMID II, zeker een Europese/Arabische uiterlijk.!

    • Jan A. Somers zegt:

      Best wel leuk al die Indische mythen en legenden. De Indische geschiedenis is een aaneenschakeling van prachtige verhalen. Wat zijn wij toch een rijk volk!

      • Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

        citaat…….. “de strijd heeft alleen gespeeld in een heel klein gebied in Indonesia” …..

        Als bovenstaand uitspraak waar is wat deed dhr. Westerling dan in Zuid-Celebes? Zeker vakantie houden in een rustig gebied.
        In de Top-10 van Oorlogsmisdaden in Indonesië staat Zuid-Celebes op n° 1. Ik lees toevallig dat artikel van J. de Moor en dan kan ik me best indenken hoe Dhr. Westerling daar vakanti/huis hield.
        In de Top-10 staat op plaats 4 met stip Gendang (Borneo), zeker ook een vakantie-oord en daar is ook niks gebeurd!

        Mevr. ter Kulve en dhr Somers hebben enigszins gelijk. Op Java was er wel strijd: Bondowo, Rawagede , Tjilatjap, Solo, Malang, Tjiamis, Peniwen, Soetodjajan. Ik hoop dat dhr Limpach deze plaatsen in zijn dissertatie heeft verwerkt. Het rijtje namen leest wel als een aan eenschakeling van prachtige verhalen.

      • Jan A. Somers zegt:

        Nederlandsch-Indië was een heel groot gebied, Europa van Ierland tot de Oeral. De gebieden waar strijd werd geleverd waren in relatie daarmee inderdaad klein. Net als dat stukje Zuid Celebes. En in al die gebieden buiten de RI was men al druk bezig met overleg over de onafhankelijkheid van de RIS.

      • RLMertens zegt:

        JASomers; ‘druk bezig met overleg etc’ – Zeer tegen de zin van de republiek. Wat uiteindelijk ook in 1950 is uitgekomen/beslist; één Republiek …. en in 1962; van Sabang tot Merauke! Alle inspanningen ten spijt. En dat alles ten koste van zovele slachtoffers.

      • Jan A. Somers zegt:

        Maar in dat gebied wel met wederzijds schone handen. Het was de koninklijke weg! Inderdaad van Sabang tot Merauke. En dat is toch wel een beetje (veel) meer dan de RI.

      • RLMertens zegt:

        @JASomers; ‘het was de koninklijke weg’- Koninklijk??

      • Jan A. Somers zegt:

        “Koninklijk??” Nee, ik had geschreven de koninklijke weg. Maar ja, u hoeft niet alles te weten van onze taal. Een mooi beschrijving vind u in ‘Onze Taal’: De koninklijke weg gaan gaat terug op de Bijbel. In het vierde boek van het Oude Testament, Numeri, hoofdstuk 20, vraagt Mozes aan de koning van Edom of de Israëlieten door diens land mogen trekken: “Laat ons toch door uw land trekken. Wij zullen niet door akkers en wijngaarden trekken en wij zullen geen welwater drinken; de koninklijke weg zullen wij gaan, zonder naar rechts of naar links af te wijken, totdat wij uw gebied zullen zijn doorgetrokken.” Oftewel: we zullen niet afwijken van de hoofdweg en ons voorbeeldig gedragen.

      • RLMertens zegt:

        @JASomers; ‘en ons voorbeeldig gedragen’ – Hadden wij dat maar gedaan.
        De Republiek week niet af van de hoofdweg; van Sabang tot Merauke.

  19. Surya Atmadja zegt:

    Peter van den Broek van een andere generatie zegt:
    29 december 2016 om 7:39 pm
    Op Java was er wel strijd:
    ==========================================
    In Oost, Java , Midden en in het bijzonder West Java.
    In Sukabumi e.o werd een klein deel van de ex Waffen SS ingezet , waar Westerling ook actief was als “particuliere” bewaker van plantages.
    Er waren 548 ex SS soldaten ingezet (en verspreidt, mss omdat het te snel opvalt) afkomstig uit 34. SS-Freiwilligen-Grenadier-Division Landstorm Nederland.

  20. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    Wat de Waffen SS (A) met Westerling (B) heeft te maken, lijkt mij meer een vorm van post-koloniale propaganda, een veronderstelling tot feit verheven, die nadere toetsing behoeft. Of is A dan B?.
    Om bovenstaande omong-kosong verhaaltjes te vermijden is onderzoek broodnodig.

    De vragen die blijven zijn:
    1: Wie waren er verantwoordelijk voor het feit dat er voormalig Nederlandse SS’ers in dienst konden/moesten treden bij de KNIL en wie zorgde er voor dat ze ondanks het feit dat ze herkend werden konden blijven?
    N.B. SSers zijn te herkennen aan de bloedgroep die onder hun oksel was getatoeëerd. Veelal werd later deze tatoeage verwijderd maar er bleef wel een lelijk litteken heel herkenbaar achter.

    2: Hoeveel voormalig Nederlandse SS’ers namen er uiteindelijk dienst bij de KNIL?
    Daar zijn toch cijfers over? Die mannen waren vrijwillig in vreemde krijgsdienst (SS) gegaan en hadden eigenlijk hun Nederlanderschap verloren, ondanks dat werden ze onder de wapenen geroepen en naar Indie gedeporteerd.

    3: Waren de voormalig Nederlandse SS’ers verantwoordelijk voor de oorlogsmisdaden die tegen de plaatselijke bevolking werden gepleegd?
    Dhr Limpach heeft een kleine 10.000 gevallen van extreem geweld onderzocht en deze gegevens in een database gestopt . We weten ook welke militaire eenheden deze gewelddadigheden pleegden en ik ga ervan uit dat er gegevens te vinden zijn bij welke eenheden die ex-Waffen-SSers waren geplaatst. Dan is best en snel te achterhalen (Look up functie) welk percentage van de Waffen-SS bij hoeveel gevallen van extreem geweld betrokken waren.
    Daarvoor zijn hun superieuren wel verantwoordelijk. We gaan toch niet alles afschuiven op die arme soldaten= veteranen?

  21. Surya Atmadja zegt:

    Over de Waffen SS soldaten in Indonesia.
    Eigenlijk in Sukabumi (West Java ) in gezet.
    Volgens Indonesische bronnen ( dus moet wel onderzoeken of het zo was) werd het vermeld door een Nederlandse inlichtingen officier Brine van Houten??? ( aantal 548) .
    Een deel deed dienst onder kpt W.

    Een andere (kleine grp) waren het Duitsers uit NOI , zie
    http://forum.axishistory.com/viewtopic.php?t=189851
    Of het waar was , dat weet ik niet , geef alleen maar door.
    Dat kunnen de Nederlanders zelf onderzoeken .

  22. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    citaat :…..Of het waar was , dat weet ik niet , geef alleen maar door.. Dat kunnen de Nederlanders zelf onderzoeken ……..

    Dat gezeik heb ik al eerder gehoord. Dhr A.s. is een doorgeefluIk, maar dat had ik al begrepen. Ik dien dus de Omong Kosong duimzuig-verhalen van dhr Atmadja zelf te verifiëren. Hoezo is dhr A.s. Indolent? Kom nou dhr. A.S., gedraagt U zich eens volwassen.

    Ik ga maar naar de W.C. om naar mijn eigen gezeik te luisteren.

  23. Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

    On topic.
    Wat mij meer verontrust is de handelswijze van de veteranenlobby, die jarenlang beweerde dat die oorlogsmisdaden Excessen waren en na het verschijnen van het boek van Limpach er niet meer onderuit kan, dat een klein deel van hen (representatief?) daar volkomen fout is bezig geweest .

    Het Veteranenplatform heeft te kennen gegeven dat het NAUW bij het onderzoek betrokken wil worden. OOK zouden veteranen als klankbord kunnen fungeren en documenten, foto’s en ander materiaal kunnen aandragen, aldus voorzitter Hein Scheffer.
    Het veteranenplatform gaat ervan uit dat het onderzoek zal, bijdragen aan de juiste beeldvorming over wat er destijds tijdens de gehele dekolonisatie is gebeurd, gezien vanuit alle perspectieven van waarden, normen en opvattingen van die tijd.

    Ik vraag me gaf wat die betrokkenheid van de veteranenlobby dient in te houden aangezien deze lobby jarenlang informatie heeft achtergehouden. Is het Veteranenplatform de aangewezen instantie om aan te geven wat en hoe dient worden onderzocht?
    En dat voor een JUISTE beeldvorming van WIE en voor WIE en uit welk perspectief van waarden, normen en opvattingen van DIE TIJD spreken we dan?
    Daarbij dient wel rekening worden gehouden dat Nederland toentertijd net een Duitse bezetting met alle oorlogsmisdaden van dien (Jodenvervolging, Putten etc.) achter de rug had en met deze ervaring richting Ned. Indie koerste om daar een opstand/revolutie van een geknecht/gebaboed volk te onderdrukken.

    In de hele discussie mis ik de stem van Indisch Platform als spreekbuis van Indische Nederlanders in de breedste zin des woord.
    Wil het IP ook nauw bij het onderzoek betrokken worden? Dan zouden Indische Nederlanders/Veteranen als klankbord kunnen fungeren en documenten, foto’s en ander materiaal kunnen aandragen.
    Het Indisch/Veteranen Platform mag er toch van uitgaan dat het onderzoek zal, bijdragen aan de juiste beeldvorming over wat er destijds tijdens de gehele dekolonisatie is gebeurd, gezien vanuit ALLE perspectieven van waarden, normen en opvattingen van die tijd. Alhoewel, Nederland zat toch aan de verkeerde kant van de Geschiedenis?

    Als Indische Nederlanders vertegenwoordigt in het Indisch Platform, niet betrokken willen worden zal de Geschiedenis zich herhalen en komt het in 2025 tot een proces van het Comité Geschiedkundig Eerherstel Nederlands Indie tegen de Staat der Nederlanden over Deel “Het Koninkrijk der Nederlanden in de koloniale oorlog (zie ook Ralph Boekholt)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s