Gisteren, 17 december 2016, verscheen in de avonduitgave van de Asahi Shinbun het volgende artikel over het overlijden dit jaar van de voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Japanse Nakomelingen (JIN), Hideko E. Erentreich.
Pionier die naar haar roots zocht
Hideko, dat is de naam die haar vader haar gaf toen ze klein was.
Haar vader, een militair met burgerfunctie tijdens de Japanse bezetting van Indonesië en haar moeder, die daar in een restaurant werkte, raakten tijdens de oorlog verliefd op elkaar, en Hideko werd in Oost Java geboren. Maar, haar vader moest na de Japanse capitulatie naar Japan vertrekken.
Daarna brak de onafhankelijkheidsoorlog in Indonesië uit, en samen met haar moeder vertrok zij naar Nederland waar zij te maken kreeg met allerlei anti-Japanse gevoelens. De meeste mensen met een vergelijkbare achtergrond durfden zich niet te laten horen, als ‘kinderen van de vijand.’ Veel moeders verkozen ook te zwijgen over de achtergrond van hun kinderen.
Maar Hideko wist van kinds af aan van haar moeder dat zij Japans bloed had, en schaamde zich niet daarover. Toen zij 7 jaar oud was, besloot zij een brief te schrijven aan het adres dat haar vader had achtergelaten, en ontving een antwoord. Zó begon een lange briefwisseling, en uiteindelijk, in 1978, heeft zij haar vader kunnen ontmoeten.
In 1983 plaatste zij een advertentie in een krant, om op zoek te gaan naar andere Japanse nakomelingen. Dit was de eerste stap naar openbaarheid, en voor het Nederlandse publiek de ontdekking van het bestaan van de Japanse nakomelingen. Zij ontving echter brieven met kritische opmerkingen over Japanners, en iemand schreef op haar voordeur het woord ‘harakiri’.
Samen met anderen richtte zij in 191 de vereniging Japanse Nakomelingen (JIN) op. De meeste leden zoeken nog naar hun Japanse vaders. “We willen alleen onze roots bevestigen”, zei Hideko. Als voorzitter heeft zij zich ingezet voor beter begrip en samenwerking met Japanse Nakomelingen in Japan en Nederland. In 2007 kreeg zij als Japanse Nakomeling toestemming bij de herdenkingsceremonie in Den Haag een krans te leggen. Voor velen een teken van erkenning. Haar man, Han (71 jaar) vertelt: “Zij was een echte pionier.”
Hideko overleed op 4 oktober 2016 aan leukemie. Ze werd 71 jaar oud.
x
Met bijzondere dank aan Dr. Aya Ezawa van de stichting S.O.O. voor de bemiddeling en de vertaling van het artikel.
Mooi verhaal, goed zoiets te lezen. “schreef op haar voordeur het woord ‘harakiri’” Weer eens wat anders dan piemel in je mond. Ach ja.
Zei kon er ook niks aan doen er zijn meer kinderen van Japanners in Nederland.
(ik heb zelf de Japanse bezetting in Indonesië meegemaakt.)
Ben het hier volkomen mee eens. Je moet iets dergelijks in DIE TIJD ZIEN
Er is over dit onderwerp maar weinig geschreven…… en veel verzwegen.
“en veel verzwegen” Dat is in elke samenleving vaker zo met ongelukjes (of ook bewust).
Heel wat vrouwen zijn in de bezettingstijd een relatie aangegaan met een Japanner en weliswaar om voor hun kinderen, als ze die al hadden, en voor hun familie genoeg voedsel te krijgen. Dat wil niet zeggen, dat er geen relaties uit genegenheid bestonden.
Er waren dan ook heel wat echtgenoten, die na de oorlog weer terugkwamen en een ‘Japans’ kindje van hun vrouw erbij hadden. Dat was overal op de wereld zo, ook in Europa met de Duitse bezetting. Vrouwen denken in de eerste lijn aan het overleven van hun kinderen en familie. Maar ze worden er na de oorlog brutaal voor bestraft. Om welke reden dan ook, mannen begrijpen dat niet. Ze voelen zich er, schijnt het, persoonlijk door betroffen en zien niet in, door welke omstandigheden een vrouw zich gedwongen ziet, met een bezetter (de vijand!!) een relatie te beginnen.
Helaas is dit, zover ik weet, geen thema voor de kinderen uit Japanse relaties,, zoals dit bv in de Philipijnen is voor kinderen uit relaties van Amerikaanse soldaten met Philipijnse vrouwen. Daar heeft men zich vehement ingezet bij de USA voor deze vrouwen en hun kinderen. In Nederland geen thema, bovendien wel wat laat.
Anyway, een interessant artikel,
@MaudLebert; ‘een Japans kindje erbij’- De tragiek van een oorlog. Zo ook het verhaal van die vrouw in Rotterdam, die al 10 jaar dood in huis dood lag, en na vertoning van een foto in de krant, door haar ‘Japanse dochter’ werd herkend. Moeder en dochter waren al die jaren van elkaar gescheiden door familie(?) bejegening/ omstandigheden. Zij kon de (oorlogs)last niet meer verdragen en verstootte het kind. Echter, verstootte haar eigen leven om zich te ‘verschuilen’. Tot haar dood haar openbaarde ….
Dan denk ik ook(met respect) aan wijlen mijn moeder, die als 28 jarige(!) met 2 zoons, zich staande moest houden in die Japanse tijd. Samen met andere zusters, oma’s en hun kinderen in één huis wonend, zonder inkomsten(!), te midden van een vijandige inlandse gemeenschap. Tjatoeten=zwart handelen, na alles van waarde te hebben verkocht, om aan voedsel te komen. Nog herinner ik mij als kind, hoe zij op een keer met haar zusters sprak; ‘siapa njang tjeploeng?’= wie duikt er in? Wie gaat er voor de Jap werken…., was de betekenis.
Ik ben het een beetje vergeten. Staat er in Bronbeek niet een monument voor de moeder?
Naar goed Nederlands gebruik was er een protestant en een katholieke vereniging.
De Stichting Herdenking 15 Augustus heeft ooit een hunner als spreker uitgenodigd.
@j.w.hoegen, praten over dit thema is één ding, Maar de betroffen vrouwen sociaal te on- dersteunen; hun ‘oorlogs’ kinderen te erkennen, zonder dat zij zich voor toch hun eigen kinderen hoeven te schamen; en henzelf respect te bewijzen, daarvoor, dat zij heel wat familieleden de hongerdood hebben bespaard, dat is een ander ding.
Mannen zijn altijd helden, maar wat vrouwen presteren in oorlogstijden, is alles niet zo belangrijk en vlug vergeten.
Het probleem met die dappere vrouwen is dat ze niet zo macho kunnen doen als mannen. Dan vallen ze ook niet op voor de journalisten van de ramptoerismekranten. Niet alleen vergeten, helemaal door niemand geweten. Kun je ook niet vergeten.
Die foto blijft mij dwars zitten. Waar heb ik haar toch eerder gezien? Of van een foto ergens anders?
Een mooie overlijdenskaart van Hideko Elinora Gieske – Erentreichn slechts door 36 personen gezien.
http://familieberichten.nl/nl/card/Overlijden/HidekoElinora-Gieske-Erentreich/292451
In plaats van op de reacties in te gaan (hoe verleidelijk ook) kan ik als echtgenoot van Hideko beter volstaan met te verwijzen naar de website van JIN waar voor belangstellenden veel informatie te vinden is (ook over mijn boek Vertrekken uit liefde). http://www.jin-info.nl/
Wat geweldig, de man van ….. aan het woord te zien. Dat komt niet vaak voor. Met een vereniging die in deze discussies meestal beneden de horizon blijft.
Het moet echt een geweldige vrouw geweest zijn. Kinderen zijn vaak de dupe van waar zij vandaan komen of wie hun ouders zijn. Ik heb zelf de oorlog in Indonesië als kind beleefd en had een paar jaar na de oorlog geen goed gevoel of warmte voor het Japanse volk totdat ik er ging werken en het Japanse volk heb leren accepteren en respecteren. Een mooi verhaal en laten wij maar trots zijn op mensen die door het lot een lastige jeugd en leven hebben en zich er zo positief en dapper doorheen slaan. Wij moeten leren niet kortzichtig te zijn. Al die ellendige oorlogen worden veroorzaakt door een kleine groep van politieke schoften en de gewone man wordt daar voor beschuldigd
“”Al die ellendige oorlogen worden veroorzaakt door een kleine groep van politieke schoften en de gewone man wordt daar voor beschuldigd””
Ben het hier volledig mee eens. De z.g. HEREN?? roken een dikke sigaar met een goed glas wijn, en de gewone soldaat moet zijn leven wagen.
Toch een paar opmerkingen. Dat we in deze discussies ‘onder de horizon blijven’ heeft zeker te maken met het woud van stereotypen waarmee je over dit onderwerp wordt geconfronteerd. Voordat je daar doorheen bent, is de lust je doorgaans vergaan. Ook opmerkingen als ‘weer eens wat anders dan (..).Ach ja.’ zijn niet aanmoedigend. Behalve in dit verband smakeloos te noemen mist de (beoogde?) relativering doel. In Amsterdam keken we niet op van grove graffiti. We schrokken wel van de raciale aanval die op onze voordeur was getekend. Aan je etniciteit kan je niet echt iets veranderen. Wanneer het over de vrouwen op Java tijdens de bezetting gaat is het verder goed te weten dat er ca. 60.000 Indo-Europese vrouwen buiten de kampen leefden, tegenover ca. 25.000 vrouwen in de kampen in heel Indië. Grosso modo waren de Nederlandse vrouwen van de tweede categorie ‘blank’ en van de eerste ‘bruin’. Van laatstgenoemden viel elk inkomen weg. Ook veel mannen verdwenen uit hun families. Hoe meer welgesteld de vrouwen waren, hoe langer ze het konden uitzingen (door bv. sieraden te verkopen). Binnen de kampen zagen volgens Dora van Velden (De Japanse burgerkampen, pag. 342) de meesten slechts één of tweemaal per dag een Japanner in de verte bij het appél. De meeste bewakers waren afkomstig uit een armelijk boeren- of arbeidersmilieu. De geïnterneerden spraken, ook vanuit een vooroorlogs geworteld rasvooroordeel, altijd met minachting en afkeer van de Japanners (pag. 418 e.v.). Buiten de kampen kwam men daarentegen in aanraking met een veel grotere variëteit van Japanners, onder meer met de aan het leger verbonden hulpkrachten die burgerfuncties vervulden. Bij een telling van februari 1946 bleek dat aantal op Java 12.000 te zijn (plus 42.000 militairen, en 11.000 marinemensen). Als laatste opmerking: vergeten wordt vaak de rol van (doodgewone) verliefdheid tussen man en vrouw. Het lijkt er op dat men liever spreekt van lust’, of, nog liever, van ‘brute lust’.