Waarom wordt op oude foto´s zo weinig gelachen?

Door Jonathan Jones

Degenen die deze vraag op Google achterlieten hebben het juist gezien: op oude foto´s wordt zelden geglimlacht. Tijdens de beginjaren van de fotografie was portretkunst het belangrijkst. In 1852, bijvoorbeeld, poseerde een meisje voor haar Daguerreotype met haar hoofd iets gedraaid, waardoor ze een zelfverzekerde uitstraling kreeg. Haar serieuze blik werd voor altijd vastgelegd.

Charles Darwin

Charles Darwin

Die ernst komt steeds terug in Victoriaanse foto´s. Charles Darwin, volgens alle verhalen een warm mens en een liefdevolle, speelse vader, lijkt in foto’s verstard en bevroren. Julia Margaret Cameron’s portret uit 1867 van de astronoom John Frederick William Herschel toont een diepe melancholieke introspectie. Zijn wilde door het licht bestreken haar geeft hem het aanzien van een tragische King Lear. Waarom werden onze voorouders, of ze nu onbekenden waren of beroemdheden, steeds zo somber als ze werden gefotografeerd?  

Het meest voor de hand liggende antwoord luidt dat dit te maken heeft met de lange belichtingstijd. Om een scherpe foto te maken moesten de geportretteerden lang stilzitten. Je hoeft echter niet lang naar de foto´s te kijken om te weten dat deze uitleg onvolledig is. In Julia Margaret Cameron’s portret van van de dichter Tennyson peinst en droomt deze, en is zijn gezicht een beschaduwd masker van een genie. Dit is niet slechts een technische gril. Het is een esthetische en emotionele keuze.

Humor

Portret van jong Europees echtpaar op Java, ca. 1870. Foto: H. Veen.

Portret van jong Europees echtpaar op Java, ca. 1870. Foto: H. Veen.

Mensen in het verleden waren niet per se somberder dan wij. Ze leefden niet in een voortdurende staat van verdriet – ook al zouden ze daartoe voldoende reden hebben gehad in een wereld met veel hogere sterftecijfers dan vandaag en een geneeskunde die wel zeer pover was naar onze huidige normen. De 19e eeuwse Britten hadden wel degelijk gevoel voor humor, zelfs voor de donkerste aspecten van hun samenleving. In het boek Three men in a boat, van Jerome K. Jerome, wordt daarvan een voorbeeld gegeven. Wanneer de verteller water drinkt uit de rivier de Theems, schertsen zijn vrienden dat hij waarschijnlijk cholera zal krijgen. Een nogal wrange grap in 1889, slechts een paar decennia nadat Londen door de cholera was geteisterd. Maar goed, Chaucer schreef The Canterbury Tales ook met humor, en dat in de eeuw van de Zwarte Dood. En Jane Austen kon grinniken in het tijdperk van de Napoleontische oorlogen.

Gelach en vrolijkheid waren niet alleen gebruikelijk in het verleden, maar zelfs meer geïnstitutionaliseerd dan tegenwoordig, van middeleeuwse carnavals waarin hele gemeenschappen zich uitleefden in losbandige komische capriolen tot Georgiaanse drukkerijen waar mensen bijeen kwamen om te kijken naar de nieuwste stripverhalen. Feesten en plezier werden niet onderdrukt, in tegendeel. De Victoriaanse Britten, uitvinders van de fotografie, waren ook de eersten die Kerstmis bedachten in zijn huidige seculiere vorm.

Dus de ernst van de geportretteerden op de 19de-eeuwse foto’s kan niet als bewijs dienen voor algemene somberheid en depressie. Het was geen samenleving in permanente wanhoop. Nee, in plaats daarvan, moet het antwoord worden gezocht in de waardering van de portretkunst zélf.

Tijdloze ernst

Jonge Indonesische vrouw, ca. 1885. Foto Kassian Céphas.

Jonge Indonesische vrouw, ca. 1885. Foto Kassian Céphas.

Personen die poseerden voor vroege foto’s, of het nu oprechte middenklassers waren die hun status lieten vastleggen of beroemdheden, ze zagen het allen als een belangrijk moment. Fotografie was nog zeldzaam. Op de foto komen gebeurde niet iedere dag. Voor velen was het zelfs een eenmalige gebeurtenis.

Poseren voor de camera, met andere woorden, leek op het poseren voor een echt schilderij. Het was goedkoper, sneller (zelfs met die trage belichtingstijden) en betekende voor sommigen die nooit de kans hadden te worden nageschilderd, om tóch te worden geportretteerd. De geportretteerden lijken het even serieus te hebben genomen als bij een geschilderde portret. Dit was geen snapshot. Het was echt bedoeld als een tijdloze afbeelding.

Olieschilderijen met een glimlach zijn eveneens zelden. Rembrandts portretten zouden er ook heel anders uitzien als daarop zou worden geglimlacht. In feite zijn ze vol van het bewustzijn van sterfte en het mysterie van het bestaan – hier viel weinig te lachen. Van de roze blik van paus Innocentius X op het schilderij van Velazquez tot Titiaans’ zeer ernstige Violante, – zeer weinig geschilderde portretten in musea dragen een glimlach.

De meest bekende uitzondering is natuurlijk de Mona Lisa – en Leonardo da Vinci had er jaren voor nodig om die glimlach ook geloofwaardig te maken. Zijn tijdgenoten stonden perplex. In de 18e eeuw werden meer glimlachende personen afgebeeld – de beeldhouwer Houdon gaf zelfs Voltaire een marmeren glimlach – dit om de sociale kant van de Verlichting te verbeelden. Maar over het algemeen achtervolgden melancholie en introspectie zowel het olieportret als de vroege fotografie.

Laboratoriumpersoneel, Buitenzorg, ca. 1915.

Laboratoriumpersoneel, Buitenzorg, ca. 1915.

Gewoon deleten

Vandaag de dag fotograferen we zó veel smileys, dat alleen al de gedachte daarin enige diepgang en poëzie te herkennen absurd is. Foto’s zeggen iets over hoe sociaal we zijn. We willen onszelf afbeelden als gelukkige sociale mensen. En dus glimlachen, lachen en dartelen we rond in een eindeloze reeks gedeelde selfies.

Een grijnzende selfie is het tegenovergestelde van een ernstig portret. Het is slechts een tijdelijke uiting van geluk. Het heeft nul diepgang en dus nul artistieke waarde. Als menselijk document is het een verontrustend wegwerpproduct. In feite is het zelfs niet tastbaar genoeg om weg te gooien – gewoon deleten.

Hoe mooi en spookachtige zijn oude foto’s in vergelijking met onze domme selfies. Die serieuze mensen van toen hadden waarschijnlijk net zo veel plezier als wij nu, zo niet meer. Maar ze voelden geen hysterische behoefte om het te bewijzen met foto’s. In plaats daarvan, als ze poseerden voor een foto dachten ze na over de tijd, de dood en het geheugen. De aanwezigheid van deze ernstige werkelijkheden maakt oude foto’s veel waardevoller dan onze onzinnig blije Instagram kiekjes.
Misschien moeten we gewoon stoppen met glimlachen.

 

Dit artikel verscheen eerder in The Guardian, 12 augustus 2015.

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

16 reacties op Waarom wordt op oude foto´s zo weinig gelachen?

  1. Willem Plink zegt:

    Misschien komen de foto’s zonder glimlach ook voort uit de geschilderde portretten. Mij is verteld dat mensen op schilderijen nooit glimlachten met wat open mond omdat in die tijd hun gebitten niet zo toonbaar waren, speciaal de wat oudere mensen.

  2. Surya Atmadja zegt:

    “Personen die poseerden voor vroege foto’s, of het nu oprechte middenklassers waren die hun status lieten vastleggen of beroemdheden, ze zagen het allen als een belangrijk moment. ”
    ==================================================================
    Dat geldt ook voor de Indonesiers.
    Heb zelf de indruk dat er 2 soorten foto albums zijn .
    Voor de buiten wereld dus vaak volgens bepaalde setting (poseren) , voor familie gebruik .
    Bij de familie albums zie je soms lachende deelnemers, alleen zijn dat de familie albums die toevallig gered hoogstens tot de generatie van mijn ouders.
    Van mijn grootvader en zijn generatie waren mooie foto’s verloren gegaan .
    Zoe o.a Met vreemde ogen Tempo doeloe -een verzonken wereld.
    Fotografische documenten uit het oude Indie 1870-1920 van Rob Nieuwenhuys.

  3. Jan A. Somers zegt:

    Een foto maken was vroeger ook een hele toestand. Tegenwoordig mag je voor een pasfoto ook niet lachen.

  4. Indisch4ever zegt:


    ca 1923, studio-opname … anders dan het normale serieuze portretteren
    Is deze stijl verwant aan de nieuwe frivole tijdsgeest van toen? Charleston, allesbedekkende kleding afdoen etc ?

    • buitenzorg zegt:

      Ik denk dat dat klopt. Een combinatie van een frivole na-oorlogse tijdgeest met veel optimisme (lang duurde dat niet, helaas) en het feit dat de fotografie in handen kwam van niet-professionals. In plaats van uitsluitend studiowerk verschoof het werkterrein naar de vrijetijdslocaties van de particulieren: de tennisbaan, soos, hun privétuinen, uitjes met de eerste aangeschafte auto etc. Vooral plaatsen waar sprake was van vertier.

    • Surya Atmadja zegt:

      Indisch4ever zegt:
      10 september 2015 om 12:39 pm
      ca 1923, studio-opname … anders dan het normale serieuze portretteren
      =============================================================
      De foto’s van froeher hebben bijna altijd bepaalde functie ( is ook relatief duur ) , een boodschap geven , als herinnering voor nageslacht etc.
      Ik zie ook oude foto’s van mijn (inlandse) ouders /familie .
      Toen ze op school waren , als leraar, tijdens een sportlessen (mijn vader) of als akela-Kepanduan=padvinderij (mijn moeder of tante ), tijdens een toneelstuk etc.
      Nooit frivole toestanden , dat was “haram” , vooral voor Moslima’s.
      Bij half officiele gebeuren( met poseren erbij) zie ik ook de foto van mijn opa, in zijn “dienst”kleding gezeten op zo’n “deftige”stoel, uiteraard met zijn zilveren ster erbij .
      Of de prive foto van zijn auto (is nu verdwenen tijdens “verhuizing” of erger nog in de prullenbak , zijn kleine eenvoudige dienstwoning met een kleine pendopo etc .

      Weekblad voor Indië, tevens damesweekblad voor Indië, Volume 3, Number 11, 8 July 1906 — Page 233
      http://colonial.library.leiden.edu/cgi-bin/ubl.exe?a=d&d=CGEIBH19060708-003-1906-0011.1.10&cl=&srpos=0&dliv=none&st=1&e=-0——-2en—-10–1———-IN-0

  5. Ron Geenen zegt:

    Toen de eerste camera’s op de markt kwamen, keek een ieder er tegenaan als een wonder. Voor zoiets belangrijk om je vast te laten leggen moesten de mensen zich echt voor gaan opdoffen. Immers dit gebeurt niet iedere dag. Het is een serieuze zaak.
    Als ik vandaag een reportage voor een makelaar moet maken voor de verkoop van een vrijstaand huis, heb ik 2 bodies, een paar lenses and flashes bij mij. Ik schiet ongeveer 150 tot 200 opnamen.
    Dan laad ik alle opnamen in mijn computer en selecteer de besten uit en edit ze zelf met special software. Vervolgens neem ik de beste 35 opnamen, plaats ze op een cd en verkoop ze aan de makelaar.
    Maw Het is geen wonder meer maar een gewoonte geworden.

  6. Kristiyanto Burger zegt:

    Ik vroeg eens aan een oude tante van me, geboren in 1893, waarom zij en haar kersverse echtgenoot zo ontzettend somber op hun trouwfoto stonden. Somber, zei ze? Welnee, maar je moest poseren en een huwelijk sluiten was een zeer serieuze aangelegenheid! “Maar”, zei ze, “we hebben best wel pret gehad hoor”. Haar oogjes twinkelden…. 🙂

  7. Robert Fermin zegt:

    Waar blijft de tijd van serieus naar half naakt met de aankomst van filmsterren met hagel witte tanden die je sexueel aankijken. Maar dan weten wij ook wel dat niets en dan ook niets het zelfde blijft. In onze eeuw van elektronika is het wat vandaag al weer oud op morgen..

    • Ron Geenen zegt:

      Waar blijft de tijd van serieus naar half naakt met de aankomst van filmsterren met hagel witte tanden die je sexueel aankijken.

      Ook dat is verleden tijd, want tegenwoordig fietsen ze naakt door de straten.

  8. hansvschaik zegt:

    Bij de eerste foto van dit verhaal staat:
    Portret van jong Europees echtpaar op Java, ca. 1970. Foto: H. Veen.
    Ik vraag me af gezien de kleding of het jaartal 1970 wel klopt.

  9. Ælle zegt:

    “I don’t trust anyone who doesn’t laugh.” /Ik vertrouw niemand die niet lacht.
    ― Maya Angelou – vriendin van Oprah Winfrey

    O, jee! Ik wist niet dat ze al was overleden. Kapotgelachen?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s