Echo´s van Indië

RECENSIE/ De onafhankelijkheid van Indonesië in verhalen en herinneringen

Door Peter van Zonneveld

Als het om Indië gaat, is iedereen het nog altijd van harte met elkaar oneens. Vooral de discussie over periode 1945-1950 lijkt nog mank te gaan aan historisch onderzoek, aan feiten. In zijn Echo’s van Indië wil Kester Freriks echter laten zien wat deze periode voor de betrokkenen heeft betekend, hoezeer hun leven is bepaald door de gebeurtenissen van toen. Zijn boek is een verrassende mengeling van gesprekken met vertegenwoordigers van uiteenlopende groeperingen, eigen ervaringen en impressies. Uit al deze verhalen en herinneringen ontstaat geleidelijk aan een caleidoscopisch beeld van de relatie tussen Nederland en Indonesië.

Reenactment Strijd om Soerabaja

Reenactment Strijd om Soerabaja

Zo geeft Freriks de notities weer van een vrouw, die eind 1939 van plan was naar Indië te gaan. Ze volgde een cursus van de Stoomvaart Maatschappij Nederland, en wat ze daar vernam werd opgetekend in een schoolschrift, waaruit Freriks uitbundig citeert. Waar moest je allemaal aan denken? Wat nam je mee aan kleding, schoeisel, keukenspullen en anderszins? De bespreking van gewoonten en gebruiken aldaar roept een koloniale wereld op, waar Freriks zich over verbaast. Zijn conclusie dat de blanken van toen zich op geen enkele manier aanpasten, deel ik niet. Wat bedoelt hij daarmee? Alle praktische tips zijn immers gericht op het leven in de tropen?  

Er komen veel Indonesiërs aan het woord. Freriks is er in geslaagd om te praten met hoogbejaarden die nog actief aan de vrijheidsstrijd hebben deelgenomen, als militair dan wel als pemoeda (guerrilla-vrijheidsstrijder). Hun kritiek op het Nederlandse bewind en het militaire optreden is niet mals. Samen met een voormalige pemoeda bezoekt hij de plek waar Soekarno, terzijde gestaan door Hatta, op 17 augustus 1945 zijn Proklamasi (onafhankelijkheidsverklaring) voorlas. Beide Indonesische leiders zijn daar nu in drie meter hoge standbeelden vereeuwigd.

Indonesisch perspectief

Tussen de bedrijven door schetst Freriks een beeld van de koloniale geschiedenis, vooral gezien vanuit Indonesisch perspectief: de harde onderdrukking van opstanden in het verleden, de opkomst van de nationalistische beweging, het proces tegen Soekarno. De Japanse bezetting toonde de Indonesiërs dat de blanken niet almachtig waren. Vele vrijheidsstrijders kregen in de Japanse tijd een militaire training, die hen later goed van pas kwam. Soekarno en Hatta werkten met de Japanners samen, Soetan Sjahrir, de eerste premier, deed dat niet.

Ondertussen verbleven naar schatting zo’n honderdduizend burgers in de Japanse kampen. Dat liet onuitwisbare sporen na, ook bij de kinderen. Een jongen die zes was toen hij het kamp inging, vertelt zijn ervaringen van toen. Zijn vader was toen in Birma (‘Elke nacht kwam de krijgsgevangenschap rondspoken in het hoofd van mijn vader.’) Wie handel dreef met de Indonesiërs buiten de omheining, werd zwaar gestraft. Naarmate de oorlog langer duurde, werd het voedsel schaarser, braken ziekten uit waar geen medicijnen voor waren. Het sterftecijfer was hoog. Sommige jongens moesten dienst doen als lijkenwacht.

Na de oorlog was er het onbegrip in Nederland, met zijn hongerwinter en verzetsheroïek. In totaal zijn er tussen 1946 en 1968 – dus na het Nieuw-Guinea-conflict – zo’n driehonderdduizend mensen naar Nederland gekomen.

Voor velen was de bersiap, de periode tussen oktober 1945 en maart 1946, het ergst. Ongeorganiseerde bendes van pemoeda’s zwierven door de straten. Ze maakten vele slachtoffers, vooral onder de Indo-Europeanen. Maar ook Chinezen en Molukkers werden afgeslacht. Men schat dat in totaal zo’n twintigduizend mensen het leven lieten in een orgie van geweld. Iedereen die verdacht werd van Hollandse sympathieën, kon vermoord worden. Bescherming was er niet. De Japanners, die na de capitulatie de opdracht hadden gekregen om de mensen in de kampen te beschermen, deden dat ook, maar hielden zich verder meestal afzijdig. En de Britse troepen, die eerder dan de Nederlandse op Java waren geland, wilden hun handen daar ook niet aan branden – uitzonderingen daargelaten.

Jongens uit Zeeland

Bij Freriks komen ook de dienstplichtigen aan het woord. Jonge jongens uit Zeeland, uitgestuurd naar een land dat zij niet kenden. Ze zouden rust en orde moeten brengen, maar kwamen in een onafhankelijkheidsstrijd terecht. Wreedheden werden met wreedheden vergolden, en achteraf voelden ze zich verraden. Na de onthullingen van Hueting begon men in hun omgeving kritische vragen te stellen. En elk jaar gedenken zij de dood van een gesneuvelde kameraad. In totaal zijn er bijna zesduizend Nederlandse militairen omgekomen, tegenover naar schatting honderdduizend Indonesiërs, zowel van het reguliere Indonesische leger, de TNI, als van de pemoeda’s.

Dan zijn er nog de ervaringen van de Chinese bevolkingsgroep, die het ook vaak moest ontgelden, tot op de dag van vandaag. Ook hun geschiedenis en hun lotgevallen worden geschetst in gesprekken met mensen die het hebben meegemaakt. Dit geldt evenzeer voor de Molukkers: van de gedwongen demobilisatie (‘Voor een kind is het onverdraaglijk zijn vader elke dag te zien als een gebroken man’) tot de Drentse treinkaping aan toe. Zo komen in dit kleurrijke boek tientallen personen met een uiteenlopende achtergrond aan het woord, allemaal met hun eigen verhaal.

Zulke getuigenissen kenden we natuurlijk al, maar Kester Freriks probeert zich dus ook in de Indonesische visie op het drama te verplaatsen. Dat is het bijzondere aan dit boek. Wat ik jammer vind, is dat hij misschien ook daardoor soms te afwijzend over het koloniale verleden schrijft, vanuit de opvattingen van nu. De schaamte overheerst. Hier zouden meer nuances op hun plaats zijn geweest. Maar verder mag Echo’s van Indië als evocatie van onze band met dat land in de tropen, als sfeertekening en door de stem die hij geeft aan al die indringende verhalen zeer geslaagd heten.

x
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in NRC Handelsblad, 14 augustus 2015

Kester Freriks, Echo´s van Indië.
Atheneum, Amsterdam, 2015.
ISBN: 9789025307264
Prijs: € 21,50

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

30 reacties op Echo´s van Indië

  1. Jan A. Somers zegt:

    “Jonge jongens uit Zeeland, uitgestuurd naar een land dat zij niet kenden. ” Mijn vader was zo iemand, maar dan begin jaren twintig. Een tante van me, getrouwd met iemand van de Gouvernements Marine, ving in Batavia deze baren op bij haar thuis, wat wel, en wat niet te doen. De rest deden de collega’s, en de Indonesische schepelingen die echt niet op hun mondje waren gevallen. Mijn toekomstige moeder is daar aan mijn toekomstige vader gekomen. In de jaren vijftig gingen Indische kennissen (Nederlandse officieren) naar Indonesië voor de militaire missies aldaar. Hun totokvrouwen werden door hun Indische schoonmoeder uitgebreid voorbereid op het leven daar. Wat wel, en wat niet!

  2. Surya Atmadja zegt:

    Quote:
    De bespreking van gewoonten en gebruiken aldaar roept een koloniale wereld op, waar Freriks zich over verbaast. Zijn conclusie dat de blanken van toen zich op geen enkele manier aanpasten, deel ik niet. Wat bedoelt hij daarmee? Alle praktische tips zijn immers gericht op het leven in de tropen?
    ===============================================================
    Kan kloppen , dat ze niet hoeven aanpassen *.
    In ieder geval bij de Inlandse of sommige Indische gewoonten.
    Er zijn veel boeken geschreven /receptenboeken geschreven.
    En hoe een Europese blanke njonja moet gedragen, in het bijzonder tegen de inlanders.

    De praktijk is dat de migrerende grote Njonja besar in een relatief luxe gespreide bed/huishouding terechtkwam compleet met djongos, baboe(verschillende soorten), kebon, supir etc.
    Ooit een blanke Njonja zien koken (achter de fornuis) voor de collega’s van haar man of als dewedono of regent op bezoek kwamen ?
    Daar heb je een batterij baboes en djongos voor.
    *Hangt van de functie en detacheringsplaats van echtgenoot kunnen de omstandigheden anders zijn .
    Of men aan de Europese normen blijven vasthouden of niet.
    Kleding, etiquette etc.

    Die heb ik gezien/ervaren al we op bezoek waren bij de oudste zus van mijn moeder (Sundanese en haar Sundanese echtgenoot , rechter).
    Ze was lerares en schoolhoofd (?) van Indonesische meisjesschool.
    Waar ze naast Indonesische ook Europese etiquette leren.

    De vrouw van Jean met de Pet , of een gewone serdadu/soldaat zal natuurlijk andere woon en sociaal leven hebben.

  3. Ælle zegt:

    Recentie Peter van Zonneveld begint wel positief als hij schrijft “Als het om Indië gaat, is iedereen het nog altijd van harte met elkaar oneens”.
    Ik denk eerder dat men, niet iedereen dus, fundamenteel of hartgrondig met elkaar oneens is, maar niet van harte. BTW, ik waardeer dit soort artikelen wel. Leidt tot nieuwe inzichten. Heb onderwijl op de boekenplanken twee boeken terug ‘ontdekt’ van Lin Scholte en een krantenknipsel erbij van recensent Willem Brandt. Hij schrijft onder Dramatiek,
    Met één been levend in de Indonesische wereld, staan ze met de andere voet in die der zowel door Japanners als door de Indonesische opstandelingen toenmaals als vijanden beschouwde ‘blanda’s’. Ze worden te midden van het gewoel in armoede en doodsgevaar voortgedreven en door iedereeen verdacht van spionage of sabotage. Een zeer aan te bevelen autobiografie van een soldatenkind, verwerkt in een roman.

    ‘Bibi Koetis voor altijd’ (4de druk,wil ik opnieuw gaan lezen, alsook ‘anak kompenie’) is een van de mooiste authentieke literaire documenten die de z.g. Indische letteren ons tot dusver hebben opgeleverd. WB

    Ten geleide
    “Toen ik klein was sprak ik Koetis nooit anders aan dan met ‘bibi’ ervoor, dat ‘tante’ betekent.” L.S.

  4. joty ter kulve zegt:

    Een realistisch verhaal, misschien is de tijd gekomen, dat er ruimte komt on ons verhaal, ons ”verloren Land” uit een ander perspectief te leren kennen. Bijv het perspectief van de Indonesiërs zelf. Ik herinner mij dat toen ik terug was in 2003 in Indonesië en mijn verhaal vertelde op een conferentie in Jakarta, georganiseerd door de Minister van Cultuur na afloop een indonesische student mij wilde spreken. Waheed vertelde mij dat tijdens de politionële acties, zijn vader die vocht in het leger van de Republiek tussen de gevechten door even thuis was gekomen. Hij ging vissen en terwijl hij aan het vissen was, werd hij van achter dood geschoten door twee Nederlandse militairen. Iemand had hem verraden. Joty ter Kulve

  5. Surya Atmadja zegt:

    Ten geleide
    “Toen ik klein was sprak ik Koetis nooit anders aan dan met ‘bibi’ ervoor, dat ‘tante’ betekent.” L.S.
    ====================================================================
    Bibi betekent naast tante in het Sundanees ook soms als aanduiding van je kinderverzorgster .
    Mijn kinderverzorgster heeft mij tot mijn 19de min of meer verzorgd, voordat ik meeging met mijn vader die gedetacheerd werd in Amsterdam (1967).
    Tot einde Lagere School zorgt mijn BI Osih (afkorting van bi-bi ) voor mij .
    Later toen ik in SMP kwam (begin middelbare school) was zij nog steeds actief aan het mee bemoeien . Uiteraard in mijn SMA tijd moet ik alles zelf doen, behalve klaar gewassen/gestreken kleding , schoenpoetsen etc.Die staan op de juiste tijd/plek klaar.
    Die werd onder haar toezicht door de andere(jonge) bediendes gedaan.
    “Mijn” Bi Osih was dan de 1ste huispersoneel die de sleutels van het huis(hoofdgebouw) in beheer heeft.

  6. Ron Geenen zegt:

    Even een kleine zijsprong, want het vertrekken naar een ander land in de jaren 60 is voor de Indische vrouw makkelijker geweest dan voor de Europese. Ik kwam een paar weken geleden in kontakt met een Indo uit Holland en met vakantie hier. Zijn ouders en 4 broers met Indos meisjes getrouwd, wonen allemaal in CA. Ik vroeg hem waarom hij in Nederland was gebleven. “Mijn Nederlandse vrouw wilde niet” Ik heb toen bij diverse kumpulans aan de Indos gevraagd en de meesten zijden dat ze met een Indische zijn getrouwd. En inderdaad, de familieleden die in Nederland zijn gebleven, zijn ook vaak met Europese dames getrouwd. In mijn familie is het idem dito.

  7. RLMertens zegt:

    ‘Echo’s van Indië’ Voor hen, de volwassenen uit Indië, die dus in die maatschappij hebben geleefd, is het na de Japanse inval/bezetting en de de ‘politionele oorlog’ met een overdracht als een nachtmerrie geweest. Zij die in de geest van ‘wij Nederlanders'( met de handen in de zij en borst vooruit), die het voor het zeggen hadden, door toedoen van de Jap, naar het peil van de inlander gebracht! De toean/njonja’s besar, achter een krobah (lastwagen), bewaakt door heiho’s( Inlandse hulp soldaten) onder leiding van zo’n kleine Japanner( ‘scheve ogen en kromme benen’, zoals ze voordien door die Belanda’s werden aangeduid), op weg naar hun kamp. Gadeslagen door inlanders, sommigen met open mond van verbazing; hoe is het mogelijk! Jaren later vertelde men mij een Indonesiër dit voorval wederom ( die ik als buitenkamper/ kind eveneens heb meegemaakt) nog met dezelfde emoties van verbazing als voorheen. Daarna 15 Aug. 1945 de bevrijding! Men stoof de kampen uit; ‘Wij hebben de oorlog tenslotte toch gewonnen’ klonk het. Het gevoel van ‘wij Nederlander; Nederland zal herrijzen’ kwam weer boven drijven. 17 Aug.1945; Merdeka! ‘Wat een klucht. Met minachting werd naar dit gedoe gekeken. Sommigen trokken per betjak (fietskar) naar ‘hun kantoren’, alsof er niets was gebeurd, en gelasten het aanwezige Indonesische personeel te vertrekken(!) Straks als ons leger arriveert is het zo gedaan met dat Republiekje. En het leger kwam. Er werd zowaar een ‘politionele oorlog gevoerd’ voor orde en rust. De Indo’s (en al die pro Nederlandse Inheemsen) werd ingefluisterd dat hun bestaansrecht(!) van deze oorlog afhing. Zonder Nederland geen tempo doeloe meer; geen voorrechten, de gelijke van een inlander(!) etc. Een wrede( over en weer) oorlog volgde en wat niemand had vermoed/verwacht; een Nederlandse nederlaag en… vertrek. Ik hoor nog de volwassenen met elkaar praten; ‘wat nu’? Het eens zo trotse Vaderlandse gedachte/gemeengoed lag in duigen. Voor de Indische gemeenschap 1949/1950; ‘een gevecht’ om het Nederlanderschap; paspoorten,bewijzen ed. In Holland aangekomen; een onverschillig ontvangst, want zij hier begrepen al lang dat, (door de ‘openbare’media) Indië verloren ging en ‘verwelkomden die bruine gasten’ met enig reserve( woningnood etc.) Toen ik ooit, op de middelbare school jr.’50, het over de ‘bersiap’ had, zei een mede leerling mij; ‘en wat had jij dan eigenlijk verwacht….na 300 jaar kolonie’.(Mijn echo’tje van Indië)

    • appie b. broek zegt:

      Meneer Mertens, denk toch om uw hart. Al die ‘gal’ waar u de lezers van dit blog telkens weer op trakteert is toch helemaal niet goed voor een Indo op leeftijd. Ook al heeft hij een Nederlands pensioen!

      • van Santen zegt:

        Ja, meneer Mertens is duidelijk vooringenomen anti-Blandah en alles wat met Nederland van doen heeft. Maar je hebt er hier nog meer tussen zitten. Voor mijn part laat die mensen gal spuwen, ze worden er per slot van rekening toch niet beter van.

      • Indisch4ever zegt:

        Mijnheer Mertens is niet anti-belanda. Maar wel anti-Nederlands kolonialisme.
        Heel gezond op zich. Op de manier waarop verschil ik van mening met de heer Mertens.

      • RLMertens zegt:

        @appiebbroek. ‘al die gal etc’? Ik schetste slechts de geschiedenis, die mij is overkomen. Door toen om mij heen te kijken en het verleden( van mijn ouders ea.) te raadplegen. Herinner mij nog heel goed hoe wij in 1950 in Noordwijk a/zee in lege (zomer) hotels werden ondergebracht. Meewarig/ onverschillig(?) door de bevolking werden bejegend. Op de lagere school bij de Koninginnen dag bij het zingen van het Wilhelmus, als enige opstond en door mijn mede bankzitter toen werd gevraagd; ‘wat heeft dat nou te betekenen? Ga zitten, joh’. Toen ook merkte ik ; hoe Vaderlands gedrild wij toen in Indië werden/ gevormd. Mijn vader overkwam het, dat hij (met ons) naar Leiden gingen om winterkleding te kopen en bij het verlaten van het station voor Soekarno werd uitgemaakt; ‘ga terug naar je land’.Dus zeker niet tot een Nederlander werd gerekend/aangekeken. Heel Nederland bleek/ geleek anti Indië te zijn. Vandaar mi. dat wij en ook die terug kerende KL’ers ‘dichtsloegen’ om maar iets over Indië/Indonesië te praten/noemen. Terwijl in de periode daarvoor ’45- ’49( ook in Indië!) nog met ‘slaande trom over ons Indië werd gebrald’- zie dr.L.de Jong. De afgang in Indië was zelfs in Holland te merken. De afvaart uit Batavia/Djakarta was zeker niet een zaak van uitzwaaien, eerder een droevige vaarwel. @ vSanten. Ik vooringenomen anti Belanda? Ik ben een Belanda. En ben het met die andere Belanda’s van toen (vRandwijk, Wertheim, deKadt ea) eens, die toen al het beleid hebben gewaarschuwd/veroordeeld voor de ellende die te verwachten was. En het werd een debacle.Dus nu net doen of alles zo is gegaan omdat het niet anders kon? Is een leugen! Liever de naakte waarheid dan geschied vervalsing!
        @I4E ‘anti Nederlands kolonialisme’. Een kolonie is een (buitenlandse) nederzetting. Een handelspost in den vreemde. Indië was bezet gebied door Nederland.(over eufemisme gesproken) Overzeese gebiedsdeel! Wij (Indische) Nederlanders waren de bezetters. Niets anders. Wij hadden het beter dan al die anderen.(Inheemsen). Indo’s ‘ietsje’ minder dan Tottoks. Maar overigens een prima bestaan in Tempo Belanda. Die ‘andere kant van die maatschappij’- waar wij Indo’s van afstammen!- eens nader onder ogen te zien, kan toch niet kwaad bedoelt zijn? Of wel? Of toch gal voor menigeen?

      • Jan A. Somers zegt:

        “De afvaart uit Batavia/Djakarta was zeker niet een zaak van uitzwaaien, eerder een droevige vaarwel.” Mijn afvaart was geweldig. De avond ervoor een prachtig lichtende zee. De hele ochtend wel met bagage sjouwen. Wat hadden die mensen toch nog veel bij zich, ruimbagage. Er was een orkest dat het Wilhelmus speelde. Op dat moment was er een akelige mevrouw voor wie we hutkoffers moesten omwisselen (terwijl je zelf niets had). Mijn eerste dienstweigering! Ik ging een nieuwe toekomst tegemoet, spannend.

  8. R.Meijer zegt:

    Waar ik mij kapot aan kan ergeren, is het onuitputtelijke oprakelen van de oorlogsmisdaden die door de Nederlanders zouden zijn begaan in de pers. Wat keer op keer direct erna wordt doodgezwegen, zijn de Indische oorlogsmisdaden in de Bersiap-perioden en de onafhankelijkheidstrijd. Nederland heeft de portemonnee getrokken tegenover de weduwen van Rawagedeh en Sulawesi, maar het komt in het woordenboek van Indonesie niet voor hetzelfde te doen tegenover hun Nederlandse slachtoffers. Daarom moet de Nederlandse overheid dan ook stoppen met de betalingen aan de Indonesische slachtoffers. Het steeds weer oprakelen rijdt steeds weer oude wonden open.

    • Ælle zegt:

      Beste R.Meijer,
      U kunt wat mij betreft uw zegje hierboven weer herhalen bij de laatste topic van de Javapost: De Juridisch Afgedwongen Excuses, met een correctie dat u bedoelt Indonesische ipv Indische oorlogsmisdaden, en eventueel rijt zonder d (werkwoord is rijten).
      Bvb dank.

      Ælle

    • appie b. broek zegt:

      Dat de ‘bersiap’ wordt ‘doodgezwegen kunt u toch moeilijk de Indonesiërs kwalijk nemen gezien de bepalingen van de bij de Ronde Tafel Conferentie gesloten overeenkomst inzake ‘amnestie’. Nee, het zijn onze eigen ‘doorluchtige’ politici, wetenschappers en rechtsgeleerden die niets liever doen dan ‘oude koeien uit de sloot halen’ om zodoende de ‘anti-koloniale weldoener’ uit te kunnen hangen. Ik wil hier verder geen namen noemen, maar in de instituten die zich met de ‘Indische’ geschiedenis bezig houden zitten nogal wat van deze lieden. Het zijn de nazaten van de door dhr.Mertens goedgekeurde ‘belanda’s’, zoals Wertheim en De Kat! Niets van aantrekken, dus!

  9. RLMertens zegt:

    Echo’s van Indië, is de titel van dit hoofdstuk. Regeren is vooruit zien! Welnu, onze toenmalige regering stortte ons in een ‘politionele oorlog’ met alle ellende van dien. Over en weer; wraak- en weder wraak, waarbij duizenden (onschuldige burger) slachtoffers vielen. Met als resultaat het einde van Indië.
    En een ‘open zenuw’ voor hen, die het hebben overleefd. Hen wederom toespreken/influisteren met leugens over toen, is een ergere schande. Is geschied vervalsing! En dat terwijl onze hedendaagse regering reeds zijn spijt betuigd heeft; ‘wij stonden aan de verkeerde kant van de geschiedenis’. Zij, die dit reeds toen hadden voorzien, hadden een betere vooruitziende blik!
    Het gelijk van het verleden!
    Hen te eren is wat ik slechts beoog.

    • van Santen zegt:

      Ja, het weer wil maar niet beter worden ! Vandaag is het koud, morgen mischien nog kouder, wie weet ! Ik geloof dat ik maar eens aan de bel ga trekken bij de Indonesische regering .

      • RLMertens zegt:

        @vSanten/RMeijer.’ morgen misschien kouder/ ergeren? etc.’ Nederlands Dagblad 20-08-2015 Gert Oostindie; ‘Erger dan gedacht in Nederlands Indië’: Nederlandse militairen begingen niet duizenden, maar enkele tienduizenden oorlogsmisdaden tijdens de koloniale oorlog in Nederlands-Indië(!). Het blijft een schatting, benadrukt Oostindie, maar als je 700 gevallen op 1400 soldaten doorvertaalt naar 220.000 soldaten (Knil 45000 ?) die Nederland in die jaren naar de opstandige kolonie stuurde, ontstaat een ‘onthutsend’beeld. Ik vrees dat je met vele slagen om de arm, eerder in termen van enkele tienduizenden(!) dan duizenden gevallen zou moeten denken. Oostindie onderzocht persoonlijke getuigenissen van ongeveer 1400 soldaten; dagboeken, brieven memoires en biografische schetsen-
        Hij bevestigd daarmee de conclusies van onderzoeker Remy Limpach, die binnenkort promoveert aan de universiteit van Bern. Limpach baseert zich op Nederlandse overheidsarchieven.(!)

  10. appie b. broek zegt:

    Aansluitend op de kritiek van dhr. Mertens op de Nederlandse regering en het idee dat ‘wij’ aan de ‘verkeerde’ kant van de geschiedenis staan, heb ik de moeite genomen een bericht uit de Haagsche Courant van 6.4.1949 over te typen:

    “Een Amerikaanse vlieger-kolonel over Indonesië’
    Republikeinse leiders beroven hun eigen volk.

    ‘Ik weet niet wat er met uw regering aan de hand is, maar zij schijnt weinig belang te hechten aan het bestrijden van de communistische Republikeinse propaganda, die in Amerika ten behoeve van Indonesië wordt gevoerd’. Dit zei gistermorgen de 52-jarige kolonel Hubert F.Julian, de bekendste Amerikaanse neger-piloot, bijgenaamd ‘The Black Eagle, die voor een korte vakantie in ons land vertoefde.

    De ‘Zwarte Adelaar’ bracht in het begin van dit jaar een bezoek aan Indonesië, waar hij sprak met Republikeinse leiders, met zakenlieden en met eenvoudige inlanders.

    ‘Wat ik zag deed mijn hart bloeden’, vertelde hij.’Te denken dat wij in Amerika ons een rad voor de ogen laten draaien door communistische voorlichting en dikke tranen huilen over het gedrag van de schandelijke Nederlanders, terwijl ik met mijn eigen ogen zag, dat de Republikeinse regering niet in staat en niet van zins was iets te doen aan de jammerlijke omstandigheden waaronder de bevolking van de republiek leefde.’

    In een gesprek met de Republikeinse minister van Gezondheid, dr.Leimena, antwoordde deze op de vraag van kolonel Julian, waarom hij het aanbod van het Nederlandse Rode Kruis om medicamenten te sturen, had geweigerd, dat dit in opdracht van de regering was gebeurd, omdat deze geen propaganda voor de vijand wilde maken..

    Met honderden eenvoudige mensen uit het volk sprak kol.Julian en geen van hen wenste de Republiek terug.

    ‘Maar hoe komt het dan dat in de V.S. zo’n aanzienlijk deel van het publiek de zijde van de Republiek heeft gekozen?’

    ‘Omdat’, zo zegt kol.Julian, de Nederlanders tegenover de geraffineerde propaganda van de Republikeinen practisch niets heeft gesteld.

    De Republikeinse propaganda steunt op twee firma’s, die belang hebben bij de Republikeinse heerschappij hebben, omdat zij zakelijke contacten hebben afgesloten. Het enorme kapitaal van de Fox-maatschappij zorgt voor een overvloed van kostbaar propagandamateriaal op communistische leest geschoeid en daartegenover stelt de Nederlandse regering een minium aan voorlichting.’

    ‘Ik ben’, zo besloot Julian, ‘tot de overtuiging gekomen, dat de Republikeinse leiders niets anders hebben gedaan, en nog doen, dan hun eigen volk uitbuiten en beroven’.

    Toy zover dit bericht uit de Haagsche Courant, waarbij nog opgemerkt dient te worden dat de Nederlandse overheid wel degelijk een persoffensief heeft trachten te organiseren, maar dat het vliegtuig met daarin 13 Amerikaanse journalisten die een tour door Indonesië hadden gemaakt en tot dezelfde bevindingen als kol.Julian waren gekomen, door sabotage bij een vliegtuigongeluk bij Bombay, om het leven zouden komen. Ook dit wordt, net als de ‘Bersiap’, stil gehouden!

    Het ‘past’ immers niet in het ‘plaatje’ van de ‘communistische’ propaganda waarin het slechts over de door ‘Nederlandse’ militairen gepleegde ‘oorlogsmisdaden’ moet gaan!

    • van Santen zegt:

      Ja, die dingen zijn ook mij ter ore gekomen ! Vooral ook dat gedoe van Australische kant.
      Grote invloed had daar de vakbond (the Union), meestal op communistische leest geschoeid. Werken ho maar ! Om de zoveel tijd weer opnieuw een staking. Ze hebben niets anders gedaan als Nederlanders tegenwerken. Ze wilden geen Nederlandse schepen laden en lossen en verleenden geen assistentie bij het binnenvaren in de havens van Nederlandse schepen. Ik weet nog goed dat op een gegeven moment de vleigtuigdrager Karel Doorman binnenkwam (Freemantle ?) en verzocht om assistentie in vorm van sleepboten. Van Australische kant gebeurde niks en hoopte men zo dat the Dutchies zich te pletter zouden varen tegen de walkant. Wat heb ik kunnen genieten van die prachtige stukjes bravour van de kant van de Kon.-Marine, toen ze in staat bleek zonder hulp van de Australiers het grote schip zelf aan de wal af te meren en naderhand vrolijk fluitend een detachement bemanning van boord liet gaan. Er zijn meen ik naderhand in de pubs (Flying Angle/Stella Maris ?) toch nog wel de nodige knokpartijtjes geweest.

      • Bill Zitman zegt:

        @ de “Karel Doorman” in Fremantle Australie.
        Als ooggetuige en mijn eigen belevenissen kan ik hierover meepraten.
        In ’56, terwijl vanuit Indonesia even in NL om examen af te leggen, werd ik voor dienstplicht gegrepen, waar ik niet van onderuit kon komen. Na mijn opleiding in de Kon. Luchtmacht, eerst in Nijmegen en vervolgens in Eindhoven (toen de 2e tactische vliegbasis) werd ik in ’58 ‘uitgepikt’ (met meerdere ex-Indische jongens) naar Den Helder overgeplaatst te worden om een carrière in de Kon. Marine te vervolgen. Eerst dacht ik er wel over, maar toen ik uitvond dat ze jongens met tropen ervaring voor Nieuw Guinea nodig hadden, weigerde ik om er mee door te gaan. Ze waren toen bezig met preparaties om eventuele oorlog over Nieuw Guinea te voeren (de Karel Doorman inbegrepen) en na de catastrofe en mijn eigen belevenissen van de koloniale oorlog op Jave, zag ik er alleen maar een herhaling komen van wat daar gebeurt was.
        Omdat ik alreeds bijgeschreven had waren er moeilijkheden, maar toen ik aantoonde dat mijn ouders nog in Jakarta woonden, lieten ze me op “uitzondering gronden” gaan. Omdat ik toen Indonesie (nu als ex militair) niet meer binnen kon komen, ben ik drie dagen na mijn demobilisatie in ’58 naar West Australie geëmigreerd (waar ik thans nog woon).
        Twee jaar later in ’60, was de aankomst van de Karel Doorman weliswaar hier in Fremantle door de vakbonden ‘geboycot’, door geen sleepboten en pilots (loodsen) beschikbaar te stellen om het vliegtuigmoederschip en de 47B destroyers, de “Groningen” en de “Limburg”, de haven binnen te loodsen.
        Het was een pracht gezicht om te zien hoe de Avenger vliegtuigen (in blokken), met hun propellers op volle toeren, de Doorman de haven binnen ‘zoog’ en hoe ze instrumenteel waren in het rond draaien van het schip.
        Ook toen ontmoette ik weer twee vrienden waar ik mee in de Luchtmacht gezeten had en heb ze voor een paar dagen (kort verlof) mee naar huis kunnen nemen.

    • RLMertens zegt:

      @appieb.broek; Na mei 1945 was de slogan; Indië bevrijden;’op tegen Japan’. Al gauw was; ‘orde en rust’; Gerbrandy; de Scheuring van het Rijk: Nederlandse soldaten, die slechts één ideaal kenden, bevrijding brengen aan geterroriseerde volken, hun roeping vervullen. Ze werden op vele plaatsen door de van de Republiek verloste bevolking als bevrijders begroet! De schatting van het getal slachtoffers van het Republikeins regiem, volgens de gouverneur van Oost Java telde alleen voor de 6 mnd.van 1947 op 2000.000 (!). Berichtgeving vanuit Batavia werd door van Mook( LVD) ‘bewaakt’,vooral toen de Wereldpers zich massaal bij, vooral Soekarno, melde- zie Wolthuis scriptie Voorlichtingsdienst 1945-1950 en Joh. Fabricius; Hoe ik Indië terug vond.Die zichzelf als Britse journalist moest introduceren om in Indië binnen te komen. Zo argwanend werden journalisten door het gouvernement bejegend. Toen ‘de koude oorlog’ zich aandiende werd het nieuws roer omgegooid; het Communistisch gevaar in Indië was opeens waar Nederland zich als behoeder voor de Westelijke waarden/ democratie aan diende. Bevriende/gepaaide USA journalisten werden uitgenodigd om zich in Indië op de hoogte te stellen van het gevaar, waar voor Nederland ten strijde trok. Toen de journalisten terug vlogen om hun nieuws te publiceren, verongelukte hun vliegtuig( door in noodweer tegen een berg aan te vliegen) in Bombay, waarbij allen omkwamen. Uiteraard werd in het Nederlandse kamp over sabotage gesproken. Hun artikelen bleken, na hun dood, toch beschikbaar te zijn; Laatste getuigenis; Ene Charles Gratke schrijft bv. dat de Darul Islam volgens Mohamedanen, in wezen een Communistische beweging is, die de Islam als dekmantel gebruikt. Ene WHNewton schrijft dat de Amerikaanse waarnemers, die de VN hier vertegenwoordigen, zien dat hun rapporten aan de VN of aan de VS ‘samengevat of verdraaid’ worden(?) ten bate van de Republiek. ‘De Indonesiërs zijn gewoonweg nog niet klaar’, aldus NatA.Barrows etc. Dan komt er nog een ‘Zwarte Adelaar’ over vliegen voor zijn visie in the middle of The Hague; de Haagse Courant van 6-4-1949, toen de Nederlandse troepenmacht na de 2e actie dec.1948, de zwaarste verliezen leden, voordat op 3-8-1949 de wapen stilstand intrad. Zowaar een getuigenis van oom Tom( uit de Negerhut van) die in het land van de voormalige slavenhandelaars zijn sympathie uit voor hun ‘kolonisatie arbeid’. Of het wat teweeg heeft gebracht? Jawel, 70 jaar na dato.

      • Surya Atmadja zegt:

        Ene Charles Gratke schrijft bv. dat de Darul Islam volgens Mohamedanen, in wezen een Communistische beweging is, die de Islam als dekmantel gebruikt.
        ===========================================================
        Ik denk niet dat een gewone D.I – er of T.I.I- er (Tentara Islam Indonesia) weten wat Komunisme is .
        Het zijn vaak eenvoudige praktisch ongeschoolde boeren en santri’s(pesantren gangers) .
        De santri’s en ulama’s van de Masjumi , de Barisan Sabillilah,Hizbullah zijn de doodsvijanden!! van de PKI.
        Toen vele Moslims en hun leiders vermoord werden in de PKI opstand in 1948 Solo, Madiun etc.

        De oude haat en nog openstaande rekeningen werd in 1965 (kudeta G.30 S ) alsnog vereffend .

      • Jan A. Somers zegt:

        Heerlijk hè al die nullen. Zonder register. Wat waren die Nederlanders toch slecht! En ik ben niet door Nederlandse militairen bevrijd. Ik heb nog net naar de registers van de bij mijn bevrijding gesneuvelde Brits-(Indische) militairen gekeken op de Engelse registers. Zij mogen in Nederland en Indonesië niet bestaan en kunnen daarom ook niet worden herdacht. Zo gaan wij met onze bevrijders om.

      • RLMertens zegt:

        @Somers. ‘we werden misleid…… En wat betreft de Brits (Indiërs), hun rol is niet genoeg gewaardeerd. Zij verloren zovele levens. Voor wat?

      • Jan A. Somers zegt:

        Voor wat? Rare vraag. Voor mijn bevrijding! Kijk eens op de site van de Commonwealth War Graves Commission. Daar worden ze wel geëerd! Met een certificaat. Zelfs met vermelding van hun ouders. In Nederland bestaan ze niet. Zelfs vanuit de Indische gemeenschap worden ze niet herdacht. Ik zie ze in mijn hersenfilm nog langs onze cellen komen met getrokken kukri. Er gebeurde ook het een en ander dat niet helemaal halal was. Maar ja, nette oorlogen bestaan niet. En ik was vrij! Ik kan dat niet vaak genoeg herhalen. Vrij!

  11. van den Broek zegt:

    De twee laatste reacties zijn wel leuk, hebben meer een anekdotisch karakter, een neger-piloot die ook wat te melden heeft maar niets wat politiek of historisch hout snijdt en het afmeren van een schip mbv vliegtuigen (zal de belastingbetaler wel leuk vinden) , maar daar blijft het bij. Dhr van Santen haalt de krenten uit de pap en vergeet!!!! te vermelden dat de “Karel Doorman” bij de terugreis het huzarenstukje probeerde te herhalen , zonder sleepboten uit de haven van Rio de Janeiro varen. Helaas stond er wat wind en het schip kon een overstekend communistische havenkraan niet ontwijken. Die donderde langzaam tegen een loods. Later zei men in Marinekringen dat het de schuld van de loods was.

    De gebeurtenis in Freemantle is maar een gedeelte van de volle waarheid. Die reis van Hr.Ms. Karel Doorman R81 met smaldeel 5, voor ingewijden een vliegkampschip soms ook vliegdekschip genoemd heeft toch een veel belangrijk, historisch karakter als je er wat dieper in de archieven wil duiken. Daarbij is met meegenomen dat ik een Marineverleden heb.
    Ten eerste nam de Militaire top niet het risico de schepen door het Suezkanaal te leiden, Egypte was net zoals Indonesië , lid van de club van niet-gebonden landen (Gamal Abdel Nasser U weet wel ) kon het kanaal blokkeren. De schepen waren gedwongen de grote omweg rond de Kaap de Goede Hoop te nemen.
    Op het programma stond ook een bezoek van het smaldeel aan Japan (Yokohama). Ook daar protesteerden de vakbonden, ik neem aan ook communistisch van snit. De Japanse regering besloot het bezoek af te zeggen, deze regering stond waarschijnlijk ook onder communistìsche invloed. De schepen maakten alhoewel Japan in zicht was, rechtsomkeer.

    Daarna wilde de marinecommandant van NNG nog het smaldeel ten Zuiden van NNG laten varen, dus in de voortuin van Sukarno maar dat vond de Marinetop in NL geen goed idee, wel de jagers maar niet de R81. Het verbod om de Karel Doorman niet ten Zuiden van NNG laten varen is wellicht ingegeven door de angst voor onderzeeboten en bommenwerpers met Russische bemanning en bewapening onder de vlag van Indonesië.

    Al met al heeft het vlagvertoon van de Karel Doorman en haar schepen niet de politieke doelen bereikt.
    a) goodwill kweken bij de bondgenoten werd niet bereikt
    b) de militaire steun aan NNG was onvoldoende , dmv de 12 vliegtuigen die de Karel Doorman afleverde
    c) Sukarno schrik aanjagen (hij verbrak de diplomatieke banden met Nederland)

    Bij de Janmaten staat wel het bezoek aan Valparaiso (Chile) en Rio de Janeiro (Brazilie) in het geheugen gegrift. De schepen werden uitgeleid gedaan door een vloot van kleine boten met damesgezelschap. Een Sail Amsterdam avant la lettre.

  12. van den Broek zegt:

    Ik vergeet te vermelden: ik was geen ooggetuige

  13. Surya Atmadja zegt:

    Ik las iets over Karel Doorman.
    Sommige Indonesiers waren toen redelijk nieuwsgierig wat er zal gebeuren als de TU 16 Badger v.d Auri gelukt was om Karel Doorman te treffen.

    http://oemarbc.blogspot.nl/2009/06/stealth-from-southern-hemisphere.html

  14. van den Broek zegt:

    Wat ik mis in de besprekingen is het verhaal in het boek over de Grand Parade, een kunstwerk die de verbeelding uitdrukt van het hedendaagse Indonesië, geregisseerd door de Indonesische kunstenaar Jompet Kuswidananto afkomstig uit Yogyakarta. Het kunstwerk verschaft de toeschouwer inzicht in de onderlinge verhoudingen tussen het zogenaamde moederland en de voormalige kolonie. het is de rode draad die door het boek loopt maar misschien is dat te nadrukkelijk Indonesisch, te veel 17 Augustus, dus dat kom niet ter sprake: “kami bangsa Indonesia”

Plaats een reactie