Namen de Nederlanders wraak?

Een Nederlandse patrouille liep in juli 1949 in een hinderlaag bij een Indonesisch dorp. Een dag later werd het dorp platgebrand. Wat gebeurde er in Prambon Wetan?

Door Marjolein van Pagee en Gijsbert van Es

Twee keer drie mannen. Een bloedige geschiedenis verbindt hen, met bij elkaar ruim zeventig doden. Het ene drietal, dat woont op Oost-Java, kent het andere, Nederlandse, drietal niet. Over hun gedeelde verleden is nog lang niet alles bekend.

Alleen de Nederlandse kant van het verhaal is doorgedrongen tot de ‘vaderlandse’ geschiedschrijving. Bij veteranen van het Korps Mariniers is het zelfs een begrip: de patrouille-Teeken.

Nederlandse militairen op Java

Nederlandse militairen op Java

Op 22 juli 1949 neemt de Nederlandse marinier Leen Teeken het commando over van de militaire post Rengel op Oost-Java. Om zijn gezag te vestigen, gaat hij de volgende dag meteen op inspectietocht in dit onrustige gebied, op zoek naar strijders van het guerrillaleger TNI dat vecht voor een onafhankelijk Indonesië.

Nederlandse militairen van de Landmacht hadden eerder het dorp Prambon Wetan met mortieren bestookt, waarbij burgers om het leven waren gekomen. In juni was het dorpshoofd gedood, toen hij een granaat naar een Nederlandse patrouille probeerde te gooien.  

Oud-marinier Ben Reurling (88) stond eind juli 1949 onder commando van Teeken. Ruim 65 jaar later noemt hij het „een grote fout” dat Teeken onvoorbereid en te licht bewapend erop uittrok met tien mariniers en een Chinese collaborateur. Reurling herinnert zich de onheilspellende stilte van een uitgestorven dorp. Vrijwel direct daarna werd vanuit een hinderlaag een spervuur van kogels op de Nederlandse patrouille gelost. Bij een hevig gevecht kwamen Teeken en drie andere mariniers om het leven. De ook door kogels gedode Chinese spion werd met messen in stukken gehakt.

Ben Reurling

Ben Reurling

„Ik neem het Teeken erg kwalijk; het is zijn schuld dat die jongens dood zijn”, zegt oud-marinier Reurling. Zelf was hij door kogels in borst en arm geraakt. Samen met zes medestrijders werd hij krijgsgevangen gemaakt. Eén van hen stierf in gevangschap aan malaria. Pas twee maanden later zouden de mariniers weer uitgeleverd worden. Aan Reurlings familie in Nederland werd aanvankelijk doorgegeven dat ook hij gesneuveld was. De rouwadvertentie was al in de krant verschenen toen bekend werd dat hij toch nog in leven was.

Reurling en andere Nederlandse en Indonesische ooggetuigen vertelden hun verhaal onlangs aan de Nederlandse fotografe Marjolein van Pagee. Zij maakte hiervan een fotoreportage en een radioverslag dat zondagavond wordt uitgezonden. De citaten in dit stuk zijn aan haar onderzoek ontleend.

Sinds 2010 werkt Van Pagee aan een project, waarbij zij zowel Nederlandse als Indonesische veteranen opspoort. Het valt haar op dat de Nederlandse geschiedschrijving over de jaren 1945-1949 nog altijd vrijwel geheel uitgaat van Nederlandse geschreven en gesproken bronnen. „De lokale verhalen van Indonesische zijde zijn amper tot het Nederlandse historisch onderzoek doorgedrongen.”

Aan Nederlandse zijde sprak Van Pagee met ambulancechauffeur Dies Bom (87). Hij heeft enkele dagen na het vuurgevecht lijken van omgekomen mariniers geborgen, die dorpsbewoners in de rivier hadden gegooid. „De stank was onverdraaglijk”, zegt hij. Achteraf verbaast hij zich erover hoe hij dat met blote handen deed, zonder handschoenen of andere bescherming.

Monument

Op Oost-Java heeft het dorp Prambon Wetan een monument gewijd aan het geweld in 1949. Wie navraag doet naar de achtergrond van dit gedenkteken komt al snel in contact met drie ooggetuigen.

Soecipto

Soecipto

Soecipto (78) vertelt hoe hij als 12-jarige al door TNI-strijders was ingewijd in de omgang met een vuurwapen. „We schoten met z’n allen tegelijk, zodat de Nederlanders zouden denken dat we een machinegeweer hadden”, vertelt hij, over de strijd op 23 juli.

Kusnan (80) noemt details die overeenkomen met de Nederlandse lezing: „Ik weet dat het een patrouille van twaalf man was. Sommigen hebben we gedood, anderen hebben we gevangengenomen.”

Lilik (72), zoon van het dorpshoofd dat in juni door Nederlands vuur was omgekomen, vertelt: „Ik schuilde onder het bed. Niet ver van mij hoorde ik een enorme explosie. Het bleek de granaat te zijn die mijn vader het leven kostte.”

Hij legt een schrift op tafel, een vijftien pagina’s tellend logboek over geweld in en nabij het dorp tussen december 1948 en juli 1949, dat de dorpssecretaris heeft bijgehouden. De ‘zwartste bladzijden’ gaan over 24 juli, dus een dag na de bloedig geëindigde Nederlandse inspectietocht. Toen zijn 64 dorpsbewoners gedood en 56 huizen in brand gestoken. In het schrift staan alle namen en huizen minutieus opgesomd.

Wraaklust

Fotograaf Marjolein van Pagee legde de dodenlijst uit het schrift van de dorpssecretaris voor aan Nederlandse mariniers die in 1949 ter plekke waren. Oud-luitenant Carel van Lookeren Campagne (89) is één van hen. Hij arriveerde enkele dagen na de kennelijke geweldsexplosie in het gebied en nam deel aan een zoektocht naar de niet teruggekeerde patrouille onder leiding van commandant Teeken.

Heeft Van Lookeren ooit iets gehoord over een Nederlandse vergeldingsactie? Nee, antwoordt hij. Wel herinnert hij zich dat de wraaklust onder de manschappen groot was. Hij zegt dat hij met grote moeite hun emoties onder controle kon houden, onder andere door „keihard godverdomme” tegen hen te roepen. Ex-krijgsgevangene Reurling, die eerst vol ongeloof op de wraakactie reageert, zegt uiteindelijk: „Als dit waar is, dan schaam ik mij kapot.”

x

Een versie van dit artikel verscheen op zaterdag 4 april 2015 in NRC Handelsblad.

Dit bericht werd geplaatst in 3. Bersiap en Merdeka, 1945-1949 en getagged met , . Maak dit favoriet permalink.

205 reacties op Namen de Nederlanders wraak?

  1. glemmens1940 zegt:

    Wraak is in elke oorlog een mindel voor een reactie- dat zie je toch in elke oorlog?? Maar Soekarno en zijn kronies hebben die oorlog toch zelf begonnen? Men schijnt hier op deze web site geen medelijden te hebben voor de vrouwen en kinderen die de vreselijke kampjaren hadden doorbracht en toen even een kopje kleiner werden gemaakt door Soekarnos kronies, zoals zij die het Goebeng transport (het eerste transport in September 1945) vanuit onze gevangenis – Banjoe-Biroe dat hebben ondervonden!

    Wij zijn door toedoen van mijn 10 jaar oudere zus tot December 1945 in Banjoe-Biroe gebleven en zodoende lven wij dan nog.

    Slamat,

    Gerard Lemmens

    • Jan A. Somers zegt:

      ” tot December 1945 in Banjoe-Biroe gebleven en zodoende lven wij dan nog” Mijn zus is eind september 1945 met een RAPWI-transport uit Lampersari naar Soerabaja gekomen, waar mijn moeder en ik toen verbleven. Het is haar niet meegevallen. Mijn broer is verstandig in Tjimahi gebleven.

  2. Ron Geenen zegt:

    Hier is een deel van mijn artikel, geplaatst op mijn website: In tegenstelling tot de reactie op de Padangse Olo-moorden waren de Britten buiten zichzelf van woede toen er op 2 november twee Britse matrozen en twee dagen later de Britse majoor Anderson van de generale staf met zijn partner de Britse Red-Cross Female Officer, miss Allingham tijdens een van hun excursies werden vermist. Tien dagen later werden de stoffelijke overschotten en hun jeep in ondiepe graven aan het Emma haven strand waar zij vermoord werden, gevonden. De vondst was het resultaat van recherchewerk van de Nederlands-Indische politie, die ook de daders wist te lokaliseren. Op 9 en 10 december 1945 werd een aantal kampongs in de omgeving van Emma haven van waaruit de acties zouden zijn ondernomen en waar de daders zich zouden hebben verscholen, als represaille door de boze Britten met man en muis volledig in de as gelegd.

  3. Roger zegt:

    Wat ik liever meer uitgediept had willen zien was de Indonesische kant van het verhaal over de hinderlaag, We lezen namelijk dat de TNI kinderen van 12 gebruikte voor oorlogshandelingen en dan vraag ik mij af, droegen deze kinderen uniformen of waren ze als burger gekleed? Helaas vervalt van Pagee weer in een sentimenteel verhaal over een wraakactie door de Nederlanders uitgevoerd, terwijl de hinderlaag hierin toch iets zwaarder mag wegen, deze valt namelijk onder oorlogsmisdaden van Indonesische kant en we zouden de Indonesische kant van het verhaal lezen, maar we lezen nu gewoon weer een komende rechtzaak van haar grote vriendin Zegveld en die andere ‘stumper’ Max.

  4. hansvschaik zegt:

    Prima dat JP dit onder de aandacht brengt

    • Jan A. Somers zegt:

      Ik had het al gelezen in de NRC, maar voordat ik het kon doorsturen naar Javapost en I4E was Buitenzorg me al voor geweest.

  5. Welk nut heeft het om te trachten de handelingen tijdens de politionele acties uit te leggen? De actries en de reacties zijn een guerilla-oorlog eigen en beide zijden hebben daarvoor hun uitleg.

    Jean Andries Schell de Nijs

  6. Jan A. Somers zegt:

    Actie is reactie. Maar hoe of je het ook bekijkt, de reactie is misschien wel disproportioneel. Wat ik niet weet is het volgende: 1.De hinderlaag was in juli 1949 gelegd op een moment dat er een wapenstilstand van kracht was. Op 7 mei 1949 was er het Van Roijen/Roem akkoord. Op 22 juni waren de deelnemers aan de RTC aangewezen. Men was in afwachting van het begin van de RTC. Indonesische schending van de wapenstilstand? 2. Ik heb nooit de moeite genomen te zoeken naar de patrouillerapporten van dit incident, maar misschien weet iemand meer. Er was volgens mij hier een demarcatielijn. Ik heb wel eens gehoord dat dit incident is gebeurd aan de Nederlandse kant van die demarcatielijn. De hinderlaag was dus op de Nederlandse kant. Er wordt gezegd dat het geen ‘wilde’ milities waren, maar militairen van de TNI, het reguliere Indonesische leger. Samenvattend: Vreemd dat tijdens een wapenstilstand, in afwachting van de soevereiniteitsoverdracht, het Indonesische leger in actie komt aan de Nederlandse kant van de demarcatielijn.
    Het is niet zo opmerkelijk dat dit incident nooit is verdoezeld. Dat kon ook niet, de militairen moesten verschoten patronen verantwoorden, dat zal waarschijnlijk gebeurd zijn in een patrouillerapport. Maar nogmaals, ik heb me er nooit in verdiept.

    • masrob zegt:

      Jan, de officiële wapenstilstand, aangekondigd op 1 augustus, ging voor Java pas in op 11 augustus 1949. Maar zelfs erna waren er nog incidentele gevechten tussen Nederlandse troepen en nationalistische strijdgroepen.

      • masrob zegt:

        Dus: in mei werd er weliswaar een akkoord gesloten over een wapenstilstand, maar tussen akkoord en de datum van ingang lagen een paar maanden.

      • Jan A. Somers zegt:

        Dat zijn details waar ik weinig of niets van af weet. Maar de demarcatielijnen bestonden allang, ook op (Oost)Java. Mijn vraag was dan eigenlijk ook: Aan welke kant van de demarcatielijn was de hinderlaag? Over die demarcatielijnen: Mijn zus was in die tijd (na de 2e politionele actie) bij de MILVA in Soerabaja. Ze kon gewoon(!) met de trein naar Malang (aan de Nederlandse kant van de demarcatielijn), daar heeft ze het graf van mijn Opa bezocht. Maar ze kon niet door naar Poedjon om naar mijn Oma te zoeken en ons huis te bezoeken. Bij het begin van Poedjon, op de hoek naar de Tjoban Rondoh, was de check-point in de demarcatielijn. De Indonesische militairen daar vertelden haar dat het ook geen zin had verder te gaan. Poedjon was totaal platgebrand (door de Indonesiërs!) en alle inwoners waren weg. Voor de volledigheid, Poedjon was eigenlijk de naam van de streek, het dorpje zelf heette Ngroto.

      • masrob zegt:

        Wat bedoel je precies met de demarcatielijnen, Jan? Nu ben ik geen expert, maar ik had de indruk dat de TNI bij het begin van de tweede politionele actie zich niet meer gebonden voelde aan de bij de Renville overeenkomst vastgestelde demarcatielijnen. De Siliwangi divisie keerde zo bijvoorbeeld terug naar haar oorspronkelijke operatiegebied West-Java. Ten tijde van de Van Roijen-Roem overeenkomst was de situatie bijzonder overzichtelijk. Nederlandse en TNI legeronderdelen waren beide actief in dezelfde gebieden. Het was een hele opgave om in het kader van de onderhandelingen over het bestand patrouillegebieden toe te wijzen aan de verschillende legeronderdelen. Toewijzing had ook betrekking op het civiele bestuur.

        Incidenten bleven niet uit. In de woorden van Burgers:
        “Intussen kwam de afbakening en toewijzing van patrouillegebieden slechts moeizaam op gang, onder meer omdat de plaatselijke TNI-commandanten nog niet over de daarvoor opgestelde richtlijnen beschikten. Wel vertoonden Republikeinse militairen zich
        nu op tal van plaatsen die naar Nederlandse mening ten tijde van het staakthet-vuren
        in Nederlandse handen geweest waren. Van Nederlandse kant
        beschouwde men dit als ongeoorloofde pogingen tot gebiedsuitbreiding, maar
        van Republikeinse kant stelde men telkens dat die militairen daar ongezien al
        voor die tijd aanwezig geweest waren.” (Burgers, Garoeda en de ooievaar, pp. 650-651)

        Het meest in het oog springende incident was de Bloedbruiloft van Tjilatjap van begin augustus 1949 waarbij Nederlandse militairen het vuur openden op een bruiloftsfeest. 26 bruiloftsgasten kwamen om en 33 raakten gewond.

      • Jan A. Somers zegt:

        “Wat bedoel je precies met de demarcatielijnen, Jan?” Ja, demarcatielijnen zijn vaak niet alleen onduidelijk, partijen ter plaatse willen vaak niet anders. Wantrouwen over en weer. Maar dat is nu net het probleem dat er nooit rust in de tent komt. Mijn eigen ervaring met een demarcatielijn rond Soerabaja, ca. april/mei 1946 was niet opwindend. Met onze mobiele polikliniek passeerde je de laatste marinierspost, dat was alles. In het republikeinse gebied kwam je geen TNI o.i.d. tegen. Terwijl je in de verte toch wel af en toe schieten hoorde. Mijn zus, bij de MILVA in Soerabaja, heeft nog staan overleggen bij de demarcatielijn tussen Malang en Poedjon, na de 2e politionele actie. Zij kon daar niet verder, maar heeft wel een babbel met die TNI gemaakt. Aan Nederlandse kant waren geen militairen. Sorry, maar meer weet ik niet. Het enige wat ik weet is ook van horen zeggen. Maar er zijn beiderzijds wel doden bij gevallen.

  7. Surya Atmadja zegt:

    “Nederlandse militairen van de Landmacht hadden eerder het dorp Prambon Wetan met mortieren bestookt, waarbij burgers om het leven waren gekomen.”
    ===============================================================
    Dus eerst hadden de KL jongens burgerdoelen met mortieren bestookt.
    Toen werden de Javanen ( burgers ook) kwaad geworden.
    Gaan wraak k(?) nemen.
    En toen er slachtoffers vielen van de Mariniers ( elite soldaten), zijn de Nederlanders weer kwaad.

    • masrob zegt:

      Beide zijden maakten zich schuldig aan bestandsschendingen. In oorlogsomstandigheden is het moeilijk te bepalen wie nu ‘eerst’ wat deed en wraak lokt wraak uit.

  8. appie b. broek zegt:

    Zou dat schrift, logboek, zeker aan een nader onderzoek onderwerpen. Niet alleen op handschrift, gebruikte inkt, maar zeker ook ouderdom en herkomst van het papier!

    • masrob zegt:

      Laten we eens, for argument’s sake, er van uitgaan dat het schriftje inderdaad stamt uit de tweede helft van de jaren veertig en alleszins authentiek te noemen is, wat vindt u dan van wat is voorgevallen, meneer Broek?

      • appie b. broek zegt:

        Wat is voorgevallen, daar heb ik verder geen oordeel over. ik was er niet bij en heb er niets van mee gemaakt. Wel heb ik een oordeel over de manier waarop men met ‘de geschiedenis’ omgaat en met ‘onbetrouwbaar’ en ‘fraudeleus’ zou willen betitelen. Er zijn m.i. nogal wat personen en instanties die hier denken een ‘slaatje’ uit te slaan. Het ‘verhaal’ van die mevrouw van Pagee is in het geheel niet ‘nieuw’. In 1996, dat wordt volgend jaar dus 20 jaar geleden, verscheen het boek ‘De patrouille Teeken’. Waarom wordt dit boek niet genoemd in het artikel over de ‘zoektocht’ van mevrouw P.?

        We kunnen natuurlijk wel raden wat de volgende stap zal zijn; een schadevergoeding voor de nabestaanden, en hun advocaten natuurlijk!
        Mevrouw P. is inmiddels weer naar Indonesië afgereisd en zal ons ongetwijfeld ‘verblijden’ met een nieuw ‘exces’, en ‘getuigenissen’ van overlevenden.

        En wie weet zijn daar ook schoolschriften met keurig bijgehouden lijsten van verwoeste huizen en slachtoffers.

  9. RLMertens zegt:

    Wat mij intrigeert is; dat er zovele nakomelingen; 2e (oa.Graa Boomsma en 3e generatie ( Marjolein v.P) van Indiëgangers(veteranen) zo met passie de geschiedenis van hun vaders/opa’s nagaan. Doet me denken aan de uitspraak indertijd; ‘ Beginnen al te ontkennen. Zelfs al weten ze niets dan nog weten ze dat er iets is, wat ze niet willen weten’.

  10. Surya Atmadja zegt:

    Jan A. Somers zegt:
    6 april 2015 om 12:02 pm
    Dat zijn details waar ik weinig of niets van af weet. Maar de demarcatielijnen bestonden allang, ook op (Oost)Java. Mijn vraag was dan eigenlijk ook: Aan welke kant van de demarcatielijn was de hinderlaag?
    ================================================================
    In Batavia heb je in Cikini-Menteng (in de Centrum) ook een demarcatielijn , iedereen kan langslopen en rijden.Totdat je per ongeluk op de verkeerde plaats komt , en je wordt of door de pemuda’s of door de Sekutu(gealieerden en ex KNIL)
    Vooral de Indo’s en Ambonezen waren triggerhappy volgens de Britten jonge mannen met lang haar (pemuda uiterlijk) werden aangehouden , en als ze embleem hebben van BKR of laskar moeten ze inslikken (katanya).
    Zie ook het verhaal van Oom Bert (Java Post).

    Dat er wraak genomen kan worden van beide kanten is mijn inziens ondanks het foute boel was , ook een beetje menselijk , niemand is volmaakt.
    Van gereguleerde KL-ers of elite soldaten(Mariniers) verwacht ik (ook menselijk) een beetje terughoudendheid.

  11. Surya Atmadja zegt:

    “Het meest in het oog springende incident was de Bloedbruiloft van Tjilatjap van begin augustus 1949 waarbij Nederlandse militairen het vuur openden op een bruiloftsfeest. 26 bruiloftsgasten kwamen om en 33 raakten gewond ”
    ====================================================================
    Alweer ?.
    Zou het toegevoegd kunnen worden aan de lange lijst van “excessen” ?
    Een bruiloffeest in Indonesia is toch duidelijk te herkennen ????????

    • masrob zegt:

      Nu wil ik het Nederlandse optreden niet verdedigen – verre van dat – maar het ‘duidelijk herkennen’ van een bruiloftsfeest is achteraf makkelijk. Het vervelende is dat de oorlog de kenmerken van een guerrilla strijd had aangenomen: Overal en altijd konden Nederlandse troepen in een hinderlaag lopen. Spanning en nervositeit, maar ook demoralisatie en onzekerheid over het verloop van de oorlog kunnen makkelijk het beoordelingsvermogen van de Nederlandse troepen hebben ondermijnd.

  12. Surya Atmadja zegt:

    masrob zegt:
    7 april 2015 om 10:34 am
    Nu wil ik het Nederlandse optreden niet verdedigen – verre van dat – maar het ‘duidelijk herkennen’ van een bruiloftsfeest is achteraf makkelijk.
    ===========================================================
    Het is begrijpelijk en dus menselijk dat een Nederlandse* patrouille /soldaten die in een stress situatie (of niet berekend zijn op hun taak, of slechte ervaring hadden ) een beetje trigger happy zijn .

    Ik ken de taferelen bij bruiloften in de kampungs , met veel muziek , iedereen goed gekleed met umbul umbul etc .
    Toen en zelfs nu met het verschil zonder dangdut muziek of koplo/lampersari.
    Ook als ze in een processie lopen.

    Dat er . 26 bruiloftsgasten gedood waren om en 33 gewond raakten is een bewijs dat men of gestrest is, trigger happy of blind en doof zijn . OF ….. ?
    Je moet toch kunnen zien en horen ?
    Zo te zien er werd behoorlijk geschoten (di-berondong).
    Hoop maar dat er geen kinderen /oude mensen en vrouwen zijn.

    Het is een andere verhaal als een brencarrier van de KL de machine geweer leegschoten op bewegende schaduwen in de “struiken” toen ze s’nachts langsrijden .
    En de volgende ochtend de eigenaar / dorpelingen hun vee (karbouw of geiten) dood vonden .
    Dat is een fout van de soldaten, en het is begrijpelijk dat ze vanuit hun brencarrier hebben geschoten , je kan niet verwachten dat ze in het donker naar de struiken liepen en werda roepen.
    Kan nog afgedaan worden met Foutje, bedankt.

    *Kan ook bij de TNI** of Britten(Indiers) gebeuren.
    Je loop patrouille langs de sawah en de net vriendelijk zwaaiende Javanen/boeren halen plotseling hun wapen te voorschijn en tat ta tat tat, Kees en Piet – Jantje werd slachtoffer.

    ** Gebeurde ook bij de Darul Islam in West Java.
    Of bijde Amerikanen in Vietnam.

    • durk de haan zegt:

      wie heeft dit bericht geschreven? volgens my was myn vader by dit incident betrokken, weet er niet zoveel van nl. kom dit nu tegen en openbaart dingen, heb er kippenvel van, kan er niet meer over te weten komen. maar wil dat wel!
      gr durk de haan sneek

      • buitenzorg zegt:

        Dat zijn Marjolein van Pagee en Gijsbert van Es.
        Zie bovenaan het artikel

      • durk de haan zegt:

        wil graag meer weten over drama van tjilatjap. myn vader was daar by betrokken.

      • Peter van den Broek De Andere Generatie zegt:

        @ dhr Durk de Haan

        Bij mijn analyse van de gebeurtenissen in Prambon Wetan was ik ook nieuwsgierig naar de gebeurtenissen van Tjilatjap, die vonden ook na de 2de politionele actie plaats. Opmerkelijk hierbij is alhoewel een officieel bestand in werking zou treden , Nederlands militairen toch excessief gewelddadig optraden. Ook hier mag de vraag gesteld worden of de Nederlanders wraak namen.

        Zie daarvoor de link https://museumbronbeekblog.nl/?tag=tjilatjap
        Bloedbad in Goenoeng Simping bij Tjilatjap in 1949

        Het gebeuren en de nasleep worden ook beschreven in de Excessennota uit 1969 en door Rémy Limpach in zijn boek De brandende kampongs van Generaal Spoor.
        Museum Bronbeek beschikt over een afschrift van het politie-onderzoek naar de fatale schietpartij. Dit onderzoek bestaat uit de processen-verbaal van het Korps Militaire Politie (KMP), de Gewestelijke Recherche van de Daerah Politie en medische rapporten.

        Opvallend is dat niet alleen het patrouilleverslag maar ook de buitenlandse rapportages van de onafhankelijke Commissie van Goede Diensten CGD, die in die tijd bestandsschendingen rapporteerde aan de Veiligheidsraad van de VN , onvermeld blijven. Die kunnen een heel andere kijk op de gebeurtenissen geven.

        Wel mogen de omstandigheden van na de 2de politionele acties in beschouwing worden genomen. Daarbij dient aangetekend te worden dat betrokken soldaten onder zeer moeilijke omstandigheden meer dan 2 jaar hun dienstplicht vervulden in Nederlands Indie. Achter het optreden van de commandant van de missie maar ook van zijn superieuren mogen grote vraagtekens geplaatst worden.

  13. masrob zegt:

    De ‘bloedbruiloft’ is uitvoerig beschreven in de excessennota (1969):

    [CITAAT]
    Samenvatting van het voorgevallene te Goenoeng Simping in de avond van 1 augustus 1949

    In de avond van 1 augustus 1949 ontving de dienstdoende Inlichtingenofficier te Tjilatjap, een (reserve) Ie luitenant van de Koninklijke Landmacht, van een informant bericht dat in de desa
    Goenoeng Simping in het huis van een zekere Somodihardjo omstreeks vijftig leden van de T.N.I. aanwezig zouden zijn, in uniform en gedeeltelijk bewapend. Hierop heeft de luitenant besloten
    met een patrouille een onderzoek in te stellen.

    Omstreeks 20.00 uur is de luitenant uitgerukt, eerst op twee trucks en daarna te voet verder. Na achterlating van de beide chauffeurs en twee soldaten als dekking bestond zijn patrouille, hem zelf en de informant die als gids optrad meegerekend, uit vijftien man. Voordat hij uittrok had de luitenant nog de wedono van Tjilatjap ingelicht. Deze was, naar later zou blijken, niet op de hoogte dat een assistent-wedono Somodihardjo had toegestaan een feest te geven ter gelegenheid van het huwelijk van een familielid onder voorwaarde dat de avondklok in acht zou worden genomen d.w.Z. dat het feest om 19.00 uur beëindigd zou zijn. Die laatste voorwaarde zou echter niet aan Somodihardjo zijn doorgegeven.

    Bij het huis in kwestie aangekomen trof men een menigte aanvan enkele honderden personen, mannen, vrouwen en kinderen die op een open, schaars verlichte, voorgalerij naar een wajangvoorstelling met gamelanmuziek keken. Op deze situatie had de luitenant niet gerekend. Hij liet het erf omsingelen en ging, na fluisterend aan de dichtstbijzijnde militair het bevel te hebben
    gegeven niet te schieten, met getrokken revolver alleen op verkenning uit. Het bevel om niet te schieten is echter door de militair die het ontvangen had niet doorgegeven: hij dacht dat de anderen reeds door de luitenant waren ingelicht.

    Toen de luitenant op het erf stond, aan de buitenkant van de door het publiek gevormde kring, viel er een schot. Hierop hebben enkele Nederlandse militairen o.a. met een bren vuur afgegeven. Dit vuur duurde maar kort doordat de luitenant, die zich op de grond had laten vallen, dadelijk bevel gaf met vuren op te houden. Volgens opgave van het plaatselijk bestuur kwamen door deze schietpartij veertien mannen, elf vrouwen en een kind om het leven, terwijl 33 personen werden gewond.

    Over de vraag wie het eerste schot gelost had, liepen de verklaringen, ook die van de Indonesische getuigen, uiteen. Twee Indonesiërs verklaarden gezien te hebben dat de militair op het erf (de luitenant) zijn hand, waarin hij een pistool vasthield, had opgeheven en met dat wapen had gevuurd. Een Indonesiër die bij de luitenant stond verklaarde daarentegen dat de luitenant niet had geschoten. Verscheidene andere Indonesiërs beweerden dat zij hadden horen roepen: “Ssiet”, al dan niet gevolgd door een schot. Volgens de luitenant zelf zou het schot van achter het huis zijn gekomen, hij hoorde de kogel langs hem heen fluiten. Een andere Nederlandse militair meende eveneens dat het schot van de achterzijde van het huis kwam.

    De ontkenning van de luitenant dat hij zou hebben geschoten of daartoe het bevel heeft gegeven klinkt niet onaannemelijk. In de eerste plaats zou onder de gegeven omstandigheden een dergelijke daad voor hem met een poging tot zelfmoord hebben gelijk gestaan. Het woord “schiet” is in de tweede plaats geen in het leger gebruikelijk vuur bevel. Dat bij latere controle in het
    pistool van de luitenant geen kruitsporen zijn aangetroffen kan, voor zover aangenomen mag worden dat het pistool voordien niet gereinigd werd, mede een aanwijzing zijn dat door hem niet is
    geschoten.

    Na een vluchtige doorzoeking van het huis, waarbij niets bijzonders werd aangetroffen, is de luitenant vervolgens met zijn patrouille naar de trucks afgemarcheerd. In Tjilatjap heeft hij het gebeurde terstond aan zijn bataljonscommandant gerapporteerd, die daarop een patrouille heeft uitgestuurd om medische en andere hulp te bieden. De gewonden zijn die nacht nog opgenomen in het hospitaal.

    Het bestuur bezocht de volgende ochtend huis aan huis de naaste familieleden van de slachtoffers en overhandigde een geldsbedrag voor de begrafeniskosten; tevens werd voor elke dode 4 meter lijkwade ter beschikking gesteld. Op grond van de Algemene Oorlogsongevallenregeling is aan de nabestaande een kleine ondersteuning gegeven.
    [EINDE CITAAT]

    Verplaats je in de Nederlandse soldaten: zij hadden informatie ontvangen over de aanwezigheid van een vijandige troepenmacht van 50 man. Ter plaatse aangekomen is er een menigte aanwezig bij een wayang-voorstelling in het kader van een huwelijk. De soldaten weten niet of er gewapende vijanden zich bevinden tussen de gasten. Het is donker. Dan klinkt er een schot.

    Achteraf is het makkelijk vast stellen dat er inderdaad geen sprake was van een hinderlaag. De soldaten hadden de luxe van dat oordeel niet. Zoals ik al eerder schreef: spanning en nervositeit, maar ook demoralisatie en onzekerheid over het verloop van de oorlog kunnen makkelijk het beoordelingsvermogen van de Nederlandse troepen hebben ondermijnd.

    • Jan A. Somers zegt:

      Ja, zenuwen. De vrouwenkampen in Batavia in november 1945 werden ’s nachts bewaakt door KNILlers. De lichten van een aankomende auto gaf vreemde schaduwen op een pisangboom, iedereen begon te schieten!
      Tijdens een ambulancerit in de Chinese wijk in Soerabaja liep ik samen met de Sikh-chauffeur in een donker gangetje naar een adres te zoeken. Ik scheen met de lamp, de chauffeur had zijn sten bij zich. In de lichtbundel verscheen een beeld van een man met een zwaaiend zwaard. De chauffeur meteen een riedel met zijn sten. Iedereen wakker natuurlijk, de een nog zenuwachtiger dan de ander.
      Kort na het einde van de bersiap in Soerabaja moesten we al vaak met de ambulance ’s nachts uitrukken. Er werd nog druk gepatrouilleerd, er was een avondklok. Als je door een patrouille werd aangehouden moest je direct vol op de rem trappen. Als je niet zo snel stopte werd er direct geschoten. Die militairen waren net zo zenuwachtig als wij. Maar ja, het was schiet jij of schiet ik. Daar kon je niet naar vragen.

      • Surya Atmadja zegt:

        Jan A. Somers zegt:
        7 april 2015 om 4:38 pm
        Ja, zenuwen. De vrouwenkampen in Batavia in november 1945 werden ‘s nachts bewaakt door KNILlers. De lichten van een aankomende auto gaf vreemde schaduwen op een pisangboom, iedereen begon te schieten!
        ==================================================
        Het is iets anders waar honderden mensen die iets aan het vieren zijn , met BREN te beschieten.
        Zoals mijn voorbeeld , dat de schutter van een bren carrier zijn hele magazijn leegschoot op verdachte beweging / geluiden in het donker.
        Gelukkig waren het vee, karbouw of geiten .

        Logisch gedacht zal de ploppers/TNI/pemuda’s al lang weggelopen waren toen ze het geluid van de brencarrier hoorden, al van mijlenver te horen .
        Tenminste met wat ik gehoord heb, de dorpelingen gaan de pemuda’s waarschuwen met tong tong , en gescheeuw Belanda/Lhondo/Walanda ( hangt af van de streek) .

    • Surya Atmadja zegt:

      Hierop hebben enkele Nederlandse militairen o.a. met een BREN vuur afgegeven.
      ===========================================================
      Foutje, bedankt.
      Je kan ook zeggen, ssiet of ssst of schiet scheelt niet veel.

      En als men 50 man TNI of desnoods Plopper/rampokkers vergelijk met honderden aanwezigen, wajang golek voorstelling , kinderen, vrouwen etc met bren begint te schieten zal een domme Javaan ook begrijpen dat er iets behoorlijk mis was gegaan .

      Dan ga je de actie afblazen, toch ??
      Daar hoeft je geen professor te zijn om dat te denken en te doen.

      • masrob zegt:

        De wijsheid achteraf.

        Nogmaals, verplaats je in soldaten die in een vijandige omgeving zich omringt voelen door de onzichtbare (guerilla) vijand. Het was inderdaad een foute inschatting, maar wel verklaarbaar in het licht van het type oorlogsvoering en de spanning bij de soldaten. Het incident van de bloedbruiloft is radicaal anders dan de moedwillige wraakacties waarbij dorpelingen bewust werden omgebracht en huizen in brand gestoken.

        “Schiet” is overigens geen woord dat in het Nederlandse leger gebruikt wordt om het vuur te openen, heb ik me laten vertellen..

    • Ælle zegt:

      Op 1 augustus 1949 vond het ‘Drama van Tjilatjap’ plaats. Een patrouille ging op weg om bij Goenoeng Simping eventuele Indonesische strijders op te sporen. De Nederlanders omsingelden een huis waar een huwelijkfeest (plaatsvond). Zonder aanwijzingen dat er vijandelijke militairen in het huis aanwezig waren, loste een Nederlandse militair door een misverstand een schot. Hierop begonnen ook andere militairen te schieten. Dit schietincident kostte 14 mannen, 11 vrouwen en een kind het leven.

      Een abstract uit Historisch Nieuwsblad. Op nummer vijf van de top tien oorlogsmisdaden
      in Indonesië door Wendy Dalinga.

      • Peter van den Broek zegt:

        Wel even de tijdlijn in de gaten houden: 1 Augustus 1949 !! een paar maanden daarvoor was het Van Royen-Roem akkoord afgesloten, een staakt het vuren afgesproken en 10 Augustus zou officieel een wapenstilstand in werking treden. de VN zou toezien dat het akkoord zou worden gerespecteerd en bestandsschendingen gerapporteerd. En dan besluiten een paar volledig losgeslagen militairen op eigen houtje een bruiloft uit te moorden. Het geeft alleen maar aan dat de Nederlandse politieke top haar militairen niet in de hand had, maar ook dat de militaire top eigen prioriteiten had of haar ondergeschikten niet in de hand had.

        Dat niet alleen, de militaire top gaat in dezelfde periode onderhandelen over de vrijlating van die overgebleven mariniers van de Teekenpatrouille. We hebben het wel over onderhandelingen die 5 maanden vòòr de souvereiniteitsoverdracht plaatsvinden. Noodzakelijk of zinloos?

  14. Bij het station van Tjilatjap/Cilacap staat een (oorlogs)monument.
    Weet iemand ter gelegenheid waarvan?
    Bij voorbaat dank.

  15. Peter van den Broek zegt:

    Mag ik even on topic gaan, als het de Heren belieft:

    Normaliter schenk ik weinig aandacht aan de Militaire Krijgskunst in Ned. Indie van 1945-1949, maar in dit artikel kwam niet alleen de Mariniersbrigade ter sprake, ik draag de KM een warm hart toe maar wordt ook een botsing tussen een Nederlands krijgsmachtonderdeel en die van de Republikeinen TNI beschreven, lijkt mij wel interessant.

    Het valt de schrijfster van het artikel Mevr. Marjolein Pagee op dat de Nederlandse geschiedschrijving over de jaren 1945-1949 nog altijd vrijwel geheel uitgaat van Nederlandse geschreven en gesproken bronnen. „De lokale verhalen van Indonesische zijde zijn amper tot het Nederlandse historisch onderzoek doorgedrongen.” Ik was benieuwd hoe zij dat zou uitwerken in het verhaal over Prambon Wetan.

    Ik heb wat tijd besteed om me in te lezen in de materie en door handig gebruik te maken van sleutelwoorden bij Google heb ik wat feiten naar boven gehaald. Al lezend kwamen veel vragen bovendrijven die ik gewoontegetrouw veelal zelf wilde beantwoorden maar een gedeelte bleef onbeantwoord, misschien kwam dat ook omdat ik als leek de gegevens anders heb geordend en dan kom iknatuurlijk tot andere, soms domme vragen.

    Stap 1 ik heb de gegevens maar op datum geordend en
    Stap 2 ik heb gekeken of er sprake is van een bronvermelding zodoende kan ik het gegevens aannemelijk maken.

    STAP 1
    A) Eerder: Nederlandse militairen van de Landmacht hadden eerder het dorp Prambon Wetan met mortieren bestookt, waarbij burgers om het leven waren gekomen.

    B) Juni was het dorpshoofd van Prambon Wetyan gedood, toen hij een granaat naar een Nederlandse patrouille probeerde te gooien

    C1) 23 Juni 1949 Een patrouille ,Amphibat, Inco “S” ter sterkte van elf mariniers en een Chinese collaborateur onder commando van luitenant der mariniers L.M. Teeken vertrok van de post Rengel om naar kampong Pramton Wetan te gaan. Daar zou de groep om 12.15 uur door een truck worden opgehaald. Toen het voertuig op de afgesproken tijd arriveerde, was de patrouille niet aanwezig.

    C2) De T.N.I. was vanaf het begin op de hoogte geweest van het vertrek en de route van de patrouille Teeken en luitenant Teko Notosubroto (TNI) gaf bevel om zich te bewapenen, de kampongs ten westen van Prambon Wetan te ontruimen en alles klaar te maken voor een bersiap-aanval. De verrader van de patrouille Teekens was hoogstwaarschijnlijk de tolk, de Chinees Teng Tjing Tik, geweest.

    D) 24 juli 1949
    De dorpssecretaris heeft een schrift, een vijftien pagina’s tellend logboek over geweld in en nabij het dorp tussen december 1948 en juli 1949 bijgehouden. De ‘zwartste bladzijden’ gaan over 24 juli, dus een dag na de bloedig geëindigde Nederlandse inspectietocht. Toen zijn 64 dorpsbewoners gedood en 56 huizen in brand gestoken. In het schrift staan alle namen en huizen minutieus opgesomd.

    E) Op 26 juli werden in de kali Solo bij de grote brug van Babat de aangespoelde lijken gevonden van luitenant Teeken, korporaals der mariniers H. Bosma en H. Roepers, alsmede van marinier C.R. van Straten.van Wat de gedode Chinese spion betreft, deze werd met messen in stukken gehakt

    F) Vermist werden korporaal der mariniers F.J. Cordes en zes andere mariniers. Zij bleken door de TNI krijgsgevangen te zijn gemaakt. Van hen overleed korporaal Cordes op 4 september in een republikeins ziekenhuis te Djatirogo. Hij werd dezelfde dag met militaire eer van de TNI te Djatirogo begraven.

    G) De zes anderen werden later na moeizame onderhandelingen op 14 Oktober (dus bijna 3 maanden later) geruild tegen krijgsgevangen genomen Indonesiers.

    STAP 2
    Ad A en B
    deze gegevens zijn zoals de geachte Heer Somers al zegt wel in de archieven van de KL terug te vinden want er zal wat munitie verschoten zijn en dan dient voor elk afgeschoten mortier, kogel etc verantwoording in de vorm van een rapport afgelegdt te worden, daar komt nog bij dat er slachtoffers gevallen zijn.

    Ad C1+ E + F + G
    W, Hornman heeft in 1996 een boek uitgegeven over “De patrouille Teeken”, en men vindt het verhaal ook op http://www.nederlandsekrijgsmacht.nl

    ad C2 ik kom hier later op terug

    Ad D) het logboek van de secretaris van Prambon Wetan neem ik zonder voorbehoud als vaststaand feit aan.

    DE KERNVRAAG
    Alle feiten kunnen worden achterhaald behalve het verhaal van de TNI. In het dorp Prambon Wetan heeft een TNI-gevechtsgroep een Nederlandse eliteeenheid, Mariniers nog wel, in een hinderlaag gelokt en daarbij zelfs 6 krijgsgevangen gemaakt. Deze zes zijn na moeizaam onderhandelen uitgewisseld voor Indonesische krijgsgevangen. Ik kan mij voorstellen dat die onderhandelingen toch wel op hoog niveau zijn gevoerd want het ging tenslotte om een elite-eenheid. Daar zullen wel hoge officieren van beide zijden betrokken zijn en daar zullen wel verslagen van de onderhandelingen in d archieven te vinden zijn.

    Dat deze TNI-bronnen nergens in het NRC-krantenartikel zijn vermeld vind ik wel opmerkelijk want die konden het verhaal van de dorpssecretaris staven. Het verslag van de luitenant Teko Notosubroto (TNI) moet toch wel ergens terug te vinden zijn, danwel ooggetuigen van de TNI_eenheid te achterhalen..

    Dat niet alleen, de TNI had bij de onderhandelen over de krijgsgevangen de sterkste kaarten, Niet alleen had zij 6 Mariniers als krijgsgevangen, maar ook kende zij de Nedrlandse excessen van 24 Juli 1949 in het dorp Prambon Wetan. Dat zal toch wel bij de onderhandelen ter sprake gekomen zijn, veronderstel ik. Het resultaat van die onderhandelingen was die krijgsgevangenuitwisseling, maar waarom weten we niks over die Excessen in Prambon Wetan. Zowel van TNI als Nederlandse zijde wordt er met geen woorden in verslagen over gerept..

    Mijn vraag is wat voor koehandel werd daar bedreven…??? Wel weet ik dat bij de Soevereiniteitsoverdracht de amnestie-verordening plotseling op tafel kwam. Ik wil niet zeggen dat er een verband is tussen die twee maar ik wil het wel even vermelden.

    Zoals Mevr. Pagee. in het krantenartikel zegt: De lokale verhalen van Indonesische (ook gedocumenteerd) zijde zijn amper tot het Nederlandse historisch onderzoek doorgedrongen en als leek zie ik die ook hier niet. HORSETRADING……..

    • Bill Zitman zegt:

      @ Peter van den Broek.
      Mijn complimenten om dit zo mooi op een rijtje te krijgen!
      De reden dat er weinig officiële verhalen van Indonesische militaire kant zijn doorgedrongen, zoals Marjolein van Pagee in haar artikel had bevestigt, zou hier kunnen liggen.
      Net zoals NL , heeft Indonesie ook veel militaire documenten achter slot en grendel tot een bepaalde datum, waarna ze ‘openbaar’ verklaart zullen (zouden kunnen) worden.
      Dit maakt het ook moeilijk voor hun eigen historica om goed inzicht op hun eigen militair verleden te verkrijgen (met diverse situaties van na de overdracht en onder Indonesisch bewind inbegrepen). Zodoende maakt het uitwisselen van informatie op historisch gebied, wat nodig is om de gebeurtenissen van die tijd accuraat en voor goed in historie vast te leggen, het een beetje moeilijk voor beide zijden.
      Ook, onder andere reacties had ik alreeds vermeld dat in de tijd van de soevereiniteitsoverdracht de kranten onder strikt toezicht stonden en zich aan censuur moesten onderwerpen. Dus ook op verhalen, zogenaamd geschreven in niet bestaande kranten (krant berichten) – m.a.w. op “wankelijk verslag” van anderen te bouwen – zou niet in de gedachten van waardige onderzoekers opkomen.

      “Horsetrading” zeer zeker!
      Beide kanten hadden zoveel te verantwoorden dat ze het schijnbaar beter vonden om grote en langdurige doofpotten te schapen, waarbij dan ook de bescherming van daders van illegaal geweld tot stand is gekomen.

      Desondanks dat ik van het “militaire gedrag” van beide kanten en van persoonlijke ervaring mee kan praten, heb ik een neutrale positie volgehouden en mij daar nooit verder in verdiept en ga van de veronderstelling uit ;- ‘dat we niet te veel in dit verleden moeten leven en alleen de wetenschap daarvan moeten gebruiken om in de toekomst niet de zelfde fouten te maken’ – alhoewel deze theorie in de huidige wereld niet als van veel waarde wordt beschouwd – we schijnen niets geleerd te hebben!

      Maar als Marjolein van Pagee gedurende haar onderzoek in “de militaire history van de Indonesische kant” met zoveel struikelblokken te kampen had, zoals ik verleden jaar bij het ANRI (archief) met het eenvoudig (niet political sensitief) onderzoek van opvarenden van VOC schepen 350 jaar geleden ( http://www.vochistory.org.au ), begrijp ik het wel als ze niet ver(der) gekomen was.
      Vandaar dat ze, jammer genoeg, veel op persoonlijke verhalen moet vertrouwen om een redelijk besef te krijgen van de gebeurtenissen van toen. Deze persoonlijke “recollecties” van beide kanten zijn natuurlijk soms een beetje rubberig en vaak op emoties gebaseerd.

      • Jan A. Somers zegt:

        “achter slot en grendel tot een bepaalde datum,” Dat is voor daarvoor aangewezen documenten gebeurd om militair/politiek strategische redenen, maar al heel lang geleden. Er is nu volop te vinden. Maar je moet wel zoeken, en dat is in de huidige tijd van hapklare brokken niet zo gangbaar meer. In mijn militaire diensttijd had ik achter mij een kast met opschrift Geheim. Zal nu wel op een vuilstort liggen. Ik zal nog eens kijken in het nieuwe Militair Museum.
        ” in de tijd van de soevereiniteitsoverdracht de kranten onder strikt toezicht stonden” Ik dacht niet dat de Nederlandse kranten (m.u.v. de Waarheid misschien) dat zo maar deden. In Nederland, gewoon in de PZC (de NRC had ik pas vanaf 1950), heb ik de onderhandelingen en de strijd om de soevereiniteitsoverdracht (1948-1950) goed kunnen volgen. Alleen: er was helemaal geen belangstelling voor. Dan gaat de krant maar weer verder met het andere nieuws, de krant moet toch ook overleven?
        “bij het ANRI (archief) met het eenvoudig (niet political sensitief) onderzoek van opvarenden van VOC schepen 350 jaar geleden” Ik ken het ANRI niet. Wat ik wel weet is dat men in Nederland zo’n 25 jaar geleden druk bezig was alle monsterrollen van de VOC te digitaliseren. Ik heb dat bijvoorbeeld van de Kamer Middelburg gezien in de sociale werkplaats in Delft, tegenover mijn huis. Verder was voor mijn dissertatie en daaropvolgende boek alles te bestuderen in het NA en de KB. En beeldmateriaal bij het KITLV. Ik ben geen archiefmuis, maar als je ergens naar vroeg waren ze allang blij dat iemand belangstelling had. Met als bijzonderheid dat honderden meters VOC-archief wel zijn geïnventariseerd, maar nog nooit ontsloten. Als er geen belangstelling is, bijvoorbeeld van promovendi, hebben ze in die archieven wel wat anders te doen. De wereld is groter dan onze geschiedenis overzee. Ik had er overigens geen belangstelling voor, maar ik heb mij laten vertellen dat van de Britsche acties tijdens de bersiap de rapporten in Engelse archieven zijn te bestuderen. Wel moeilijk zoeken. (maar de eenvoudige dingen zijn al uitgevonden!).

      • Surya Atmadja zegt:

        Vandaar dat ze, jammer genoeg, veel op persoonlijke verhalen moet vertrouwen om een redelijk besef te krijgen van de gebeurtenissen van toen.
        =======================================================
        In ieder geval is het een aanzet tot nader onderzoek.
        Over de ANRI in JKT , daar wil ik ook klein “onderzoek” doen naar mijn silsilah /stamboom van mijn ouders .

      • Bill Zitman zegt:

        @ Jan A Somers
        @ Met ‘achter slot en grendel’ bedoel ik deze rapporten en dossiers, die in DenHaag liggen http://www.gahetna.nl/collectie/archief/ead/xml/eadid/2.10.37.02
        (“openbaarheid beperkt tot 1 januari 2026”)
        Indonesië heeft ook veel van hun eigen militaire rapporten die geheim verklaard zijn.
        Daarin zouden dan ook dossiers van voorlopende verdedigings forces, de BKR (Badan Keamanan Rakjat), TKR (Tentara Keamanan Rakjat) en TKR (Tentara Republik Indonesia) opgesloten zijn, maar voornamelijk zijn het TNI (Tentara Nasional Indonesia) rapporten vanaf 1947 met uitzondering van deze die onder de naam ABRI (Ankatan Bersenjata Republik Indonesia) vallen.
        Maar ook van de volgende organisatie is informatie terug gehouden;-

        @ Met “Nederlandse kranten” bedoelde ik Nederlandstalige kranten in Indonesia gedurende de koloniale oorlog b.v. (waar ik zelf over mee kan praten is) de Java-Bode die onder toezicht van het (toen nog) NL bewind in Indonesia heel voorzichtig moest zijn met de veracity van hun artikelen.

        @ Wat het ANRI archief betreft en ons (worldwide) onderzoek van opvarenden van VOC schepen (een beetje off topic maar toch in verband met “onderzoek”- ik zal vlug zijn).
        In onze ervaring vinden wij (die voor onze ‘West Australian history” naar nazaten van VOC schipbreukelingen onder de Aborinals aan het zoeken zijn) dat nu de Nederlandse archieven te kort komen om aanvulling te doen. Daarentegen heeft ANRI onder leiding van Henk Niemeijer recent veel materiaal opgedoken wat ons wel te pas komt.
        Maar iets waar de hele historische wereld voor jaren al naar aan het zoeken was, werd een paar weken geleden door een van onze leden in Capetown ZA ontdekt.
        https://www.facebook.com/media/set/?set=a.698138343629042.1073741854.125823890860493&type=3

        @ Van Engelse ‘ex soldaat’ emigranten zijn er hier ook verhalen over de ‘bersiap’ en schijnbaar komen deze wel redelijk overeen met gegevens in hun archief in Engeland die volgens hun wel in het ‘openbaar’ bezichtigd kunnen worden.

        @ In het algemeen – om even op het woord ‘voorloper’ terug te komen – deze ‘ploppers’ waar ze het in NL over hebben is een verbasterarisatie van ‘pelopor’ , wat dan weer een verbasterarisatie van het NL woord ‘voorloper’ (porloper) is.
        De Barisan Pelopor organisatie was al sinds 1926 in verzet en ‘Merdeka’, wat ook weer van het NL woord ‘Mardijker’ (vrijgelaten slaaf) komt.
        Daarvolgens is ‘Mardijker’ weer een corruptie van ‘Maharddhika’ (Sanskriet)

      • Bill Zitman zegt:

        Sorry, ik had moeilijkheden met de link van een voorbeeld van het terughouden van Pelopor informatie. Je kunt dit ook googelen
        File:Charil Anwar Pelopor Angkatan ’45 p 48.jpg

      • Bill Zitman zegt:

        Sorry again – mijn conversatie met Jan A Somers is onderbroken want mijn (zo goed als volledig) antwoord is in “Je reactie is in verwachting van moderatie ” geplaatst.
        Ik heb daar niets ‘contraversial’ in vermeld, zo even afwachten…….

      • Jan A. Somers zegt:

        “(“openbaarheid beperkt tot 1 januari 2026″)” Houd er wel rekening mee dat embargo’s in het NA en de afd. Militaire geschiedenis niet gelijk hoeven te zijn. En er is de kans dat militaire archiefstukken nooit naar het NA zijn opgestuurd. De Archiefwet wordt in Nederland vaak vergeten! Waar zijn overigens de Indonesische (militaire) rapporten uit de bersiaptijd te vinden?
        Ik vind het vreemd dat u de monsterrrollen van de VOC niet hebt kunnen vinden. Volgens mij is die digitalisering afgerond. Maar misschien nog niet opgenomen in de bestanden van het NA?

  16. H.J. Legemaate zegt:

    t.a.v. Henk Anthonijsz:
    Op het monument staat niets ingegraveerd. Mogelijk is een gedenksteen verwijderd. Het lijkt mij eerder een overblijfsel uit Nederlandse of Japanse tijd. Het wordt niet goed onderhouden – wat wèl in Indonesië – maar waarom dan niet verwijderd als het niets met merdeka-toestanden te maken heeft. Ik heb er in 1999 een leuk plaatje aan overgehouden. Zojuist nog even de huidige situatie te Cilacap via Google Earth bekeken om er zeker van te zijn dat het Cilacap betreft. Betul betul Cilacap.

  17. Surya Atmadja zegt:

    masrob zegt:
    8 april 2015 om 12:03 pm
    De wijsheid achteraf.
    Nogmaals, verplaats je in soldaten die in een vijandige omgeving zich omringt voelen door de onzichtbare (guerilla) vijand.
    =====================================================
    Voor de goede orde , ik kan me behoorlijk inleven hoe “angstig of onzeker” die jonge soldaten waren, ze willen graag naar hun moeder of verloofde terug gaan.

    Het gaat mij om dat die officier ( een luitenant ?) zo’n stomme beslissing nam , je gaat toch terug trekken ?
    50 vermoede TNI-ers tussen honderden feestgangers ga je niet aanpakken .
    Je zou zelfs verkenners sturen om zekerheid te hebben of die 50 mannen daar zijn en of het niet gevaarlijk was voor de omstanders , je kan het niet meer als collateral damage (foutje bedankt) .
    Het feit dat hij een reservist is , zal geen invloed moeten zijn bij zijn beslissing.
    Zelfs ik, een ongeschoolde Javaanse grappenmaker(wink) zet al vraagtekens bij.

  18. Peter van den Broek zegt:

    @dhr Atmadja,. Misschien kunt U mij helpen. Ik ben bij mijn Googelen naar de gebeurtenissen bij Prambon Wetan in 1949 wat tegen gekomen maar de zoekadressen waren vaak in het Bahasa indonesia geschreven. Ik heb dat met Google Translateur vertaald , maar dit instrument vertaalt maar de helft goed en dan weet ik niet welke helft goed is. Ik heb bij het googelen gebruik gemaakt van de volgend sleutelwoorden patrouille TeekenPrambon Wetan 1949/ TNI Prambon Wetan 1949 in verschillende volgorden want de uitkomst van een gezoek hangt af van d volgorde der sleutelbegrippen. Ook hangt het af of je google.nl of google.com gebruikt.

    Het lijkt mij wel belangrijk om TNI/Indonesische bronnen te gebruiken want nu hangt het verhaal van Mevr. Pagee af van een schriftje en ooggetuigenverslagen dat lijkt me wel wat weinig voor een gebeurtenis waarbij 6 mariniers krijgsgevangen werden gemaakt. Verder vind ik het verbazingwekkend dat Mevr. Pagee helemaal niet rept over de moeilijkheden om achter die TNI/Indonesische bronnen te komen of heeft ze helemaal geen moeite gedaan om er achterheen te gaan ??

    Ik wil graag weten hoe de gebeurtenissen over Prambon Wetan in 1949 beschreven zijn in de pers in Indonesie in samenhang met de Nederlandse krijgsgevangen?…. Dit lijkt me niet top secret!!!!!!
    Welke informatie heeft de TNI over het bloedbad in het dorp in haar archieven bewaard?
    Hoe zijn de onderhandelingen over de krijgsgevangen verlopen, wie deden de onderhandelingen en waarom heeft dat 3 maanden geduurd?
    Hoe kwam het bloedbad van Prambon Wetan tijdens de onderhandelingen over de krijgsgevangen ter sprake….er is toch een samenhang?

    Ik dank U bij voorbaat voor Uw moeite…

    • Surya Atmadja zegt:

      Peter van den Broek zegt:
      8 april 2015 om 3:18 pm
      Verder vind ik het verbazingwekkend dat Mevr. Pagee helemaal niet rept over de moeilijkheden om achter die TNI/Indonesische bronnen te komen of heeft ze helemaal geen moeite gedaan om er achterheen te gaan ??
      ============================================
      Mss had ze al geprobeerd ?
      Maar geen toegang gekregen , ondanks dat ze vriendelijk zijn , moet je vaak de juiste personen benaderen en vaak moet je op de juiste deur kloppen.

      Op klompen door de dessa :
      De gevangenenruil zal ergens opgetekend zijn , het was een goede ruil geweest , 6 Nederlanders tegen 2600 Indonesiers ( klopt het ?) .De ruil krijgt zijn beslag in bijzijn van de autoriteiten van de Verenigde Naties.

      Of het waar is ????
      Men kan het vragen bij de Pusat Sejarah KODAM V Brawijaya ( Militaire Komando van Oost Java) of Pusat Sejarah TNI in Jakarta.
      http://www.kodam5-brawijaya.mil.id/
      http://www.sejarahtni.org/
      .

  19. Surya Atmadja zegt:

    @ Peter,
    ik heb google indonesia genomen, niks te vinden.
    Alleen een artikel die een vertaling is van wat Marjolein schreef.
    http://www.roodebrugsoerabaia.com/2015/04/fotografer-mengungkap-aksi-balas-dendam.html

    Een Nederlandse site
    http://www.nederlandsekrijgsmacht.nl/index.php/historie-nl-leger/9-uncategorised/379-johan-keetelaar

  20. van den Broek zegt:

    En ik geloof dat de ooievaar de kinderen brengen!
    Come on heer Atmadja, doe even wat moeite om wat info over die aanval op dat dorp te vinden. U voegt niks toe,.

  21. JanAnton Burger zegt:

    Op 26 mei 1988 (!) verscheen een paginagroot artikel in een dagblad (vermoedelijk de Zwolsche Courant) een artikel van de hand van Hildebrand B. Bijleveld met als kop “Verdringen, dat gaat niet”. Het is een interview met een der leden van de Patrouille-Teeken, de heer Theunis de Boer uit Stiens, over die beruchte 23 juli 1949, . Diezelfde heer De Boer komt ook uitvoerig aan het woord in “Op klompen door de dessa: Indiëgangers vertellen”, van auteur Hylke Speerstra. Een boek dat begin dit jaar verscheen. Nu wordt in het interview van 1988 gerept van een bezoek dat de heer De Boer die zomer zal gaan brengen aan Indonesië, waarbij hij voormalige tegenstanders zal ontmoeten… Daar zijn mensen bij die hem gevangen genomen en bewaakt hebben, De Boer is lange tijd gevangen gehouden. In Speerstra’s boek wordt beschreven dat dit bezoek inderdaad heeft plaatsgevonden, waarbij De Boer niet enkel vergezeld is van zijn echtgenote maar ook door een tweede lid van genoemde patrouille en diens vrouw. Op uitnodiging van de voormalige tegenstanders reizen zij naar Indonesië. Ook de andere voormalige leden van de patrouille zijn uitgenodigd. Zou dit allemaal hebben plaatsgevonden als er nog even een rekening vereffend moest worden? Javanen zijn zeer hoffelijk, maar ik neem niet aan dat zij een eventuele vergeldingsactie van dergelijke omvang onbesproken zouden hebben gelaten. En bij terugkeer zouden De Boer en Podt zeker derden op de hoogte hebben gesteld van wat er op 24 juli is aangericht. Mevrouw Van Pagee zal best integer te werk zijn gegaan, maar een primeur zie ik hier niet.
    Luitenant Teeken tenslotte heeft naar mij nu blijkt noodlottige besluiten genomen die onnodig het leven hebben gekost van Nederlanders én Indonesiërs. Hij was 23. En bovendien mijn neef wiens gruwelijke einde altijd verborgen is gehouden tot zijn ouders beiden waren overleden. Toen pas drong de rest van het verhaal tot de overige familie door.

  22. Ælle zegt:

    De patrouille Teeken; Het Boek; De Samenvatting (Extra Grote letters voorzien v Hardcover uitgegeven door Uitgeverij Iris Berghem) ISBN10 9052514275 & ISBN13 9789052514277
    Auteur: Wim Hornman
    ~ Op 23 juli ging luitenant Teeken van de Nederlandse mariniers met elf man en een informant ’s morgens om zeven uur op patrouille. Het was 1949 en de mariniers hadden net de post Rengel in Nederlands-indie overgenomen. Nog geen tien minuten later wist de Eerste Luitenant van de Indonesische TNI, Teko Notosubroto, dat de patrouille in aantocht was. Onmiddelijk legde Teko een hinderlaag en niet veel later verrasten zijn soldaten en enkele honderden kampongbewoners de patrouilli van luitenant Teeken. De luitenant en vier van zijn mannen werden gedood, zes mariniers werden gevangen genomen en tegen de zin van de hysterische en bloeddorstige dessabewoners afgevoerd. Pas na lange onderhandelingen werden de mariniers vrijgelaten. Tot op de dag van heden is de patrouille Teeken de enige patrouille van de mariniers die ooit in een hinderlaag is gelopen. ~

    Recensie
    Pas na vier jaar guerrilla-oorlog (1945-’49) tussen Nederlandse troepen en Indonesische onafhankelijkheidsstrijders erkende Nederland dat zijn koloniale bewind ten einde was. Kort daarvoor, op 23 juli 1949, liep een patrouille van elf in Oost-Java gelegerde mariniers in een hinderlaag: 6 sneuvelden, 5 werden krijgsgevangen: de zwaarste klap voor dit elitekorps in deze koloniale oorlog. Op basis van interviews en archiefonderzoek, zowel aan Nederlandse als Indonesische zijde, schreef Hornman, auteur van veelgezen ‘militaire’ romans, hierover een ‘feitenroman’, met fictieve elementen, dialoog en gedachtenspinsels, alles nauwgezet binnen het kader van de feiten (met exacte namen van betrokkenen), waarbij de hoofdstukken afwisselend de Nederlandse en de Indonesische optiek kiezen. Het is een leesbaar, spannend verslag, met ietwat ouderwetse heroïek, en niet geheel geslaagd in het verbeelden van de ‘andere’ kant. Helaas ontbreken kaarten en foto’s. Omslag: foto militaire begrafenis, normale druk.
    (Biblion recensie, Dr. H.A. Poeze.)

    Bron: Bol.com (= van Albert Heyn)

  23. Peter van den Broek zegt:

    Patrouille Teeken
    Waarom Luitenant L.M.Teeken die noodlottig beslissing om op patrouille te gaan, heeft genomen, is wel verbazingwekkend nu wij weten (zie mijn tijdlijn (A)) dat eerst de KL het dorp met mortieren had beschoten en (tijdlijn B) het dorpshoofd in juni werd gedood toen hij probeerde een granaat naar een patrouille te gooien. Hij had net als de KL doodrustig op veilige afstand met mortieren kunnen gaan werpen naar Prambon Wetan. Maar dat is goedkoop achteraf praten.

    Het boek “patrouille Teeken” geeft aan dat een Marinier in het heetst van het gevecht in Prambon Wetan een granaat wilde gooien maar juist op dat moment in de arm werd geschoten. 3 mariniers vonden bij het ontploffen van de eigen granaat de dood.
    Ik kan me de reactie van Oud-marinier Reurlings best begrijpen, maar wil een nuance maken
    Luitenant Teeken vocht zich tegen een overmacht letterlijk en figuurlijk tot de dood, toen anderen zich al hadden overgegeven. dat moet men hem wel nageven. Zijn stoffelijke resten en die van de andere gedode mariniers werden in de kalie gedonderd. Hij is in Oktober 1949 met militaire eer begraven (zie foto Mariniersmuseum). De luitenant Teeken heeft postuum een lintje gekregen en er is over zijn patrouille een boek verschenen. Tevens staat zijn naam op een monument in Zwolle voor hen die na 1945 in de strijd in Ned.Indie zijn gevallen.

    Hij laat een vrouw achter, die hem met de handschoen trouwde.

  24. Ælle zegt:

    Zwart-witfoto, een reproductie van originele afdruk van het graf
    van luitenant der mariniers L.M. Teeken op een militaire begraafplaats in Nederlands-Indië, met daarachter vier mariniers in kaki tenue. Luitenant Teeken sneuvelde tijdens een patrouille, de zogenaamde ‘Patrouille Teeken’, op 23 juli 1949 in Oost-Java.
    afmetingen: hoogte 17.5 cm ; breedte 12.5 cm
    http://www.maritiemdigitaal.nl/index.cfm?event=search.getdetail&id=107040078
    Hij was pas 23 jaar oud!

    • Ælle zegt:

      Sorry, hij was amper 23 jaar oud, dwz. geb. 14-11-1926, Overl. 22-7-1949

      • JanAnton Burger zegt:

        Dan was hij dus 22 jaar!

      • Ælle zegt:

        Korte video naar aanleiding van onderzoeksreis naar Prambon Wetan, Oost-Java. Copyright © Marjolein van Pagee
        Gepubliceerd Augustus 2017

      • Ælle zegt:

        TEEKEN en Roepers (Hendrik) stierven op dezelfde dag volgens de gegevens op 22 juli 1949. Mijn vraag is WAAROM staat er bij hun OGS-persoonsgegevens dat ze in Kuruma
        stierven? Kuruma ligt namelijk in UGANDA.
        Wat schuilt hierachter?

      • Ælle zegt:

        Sorry again! Typo, KARUMA, niet Kuruma.

      • Peter van den Broek zegt:

        De bovenstaande video staat op de web site van Marjon van Pagee :https://historibersama.com/prambon-wetan/?lang=nl

        Wat voor nieuwe gegevens heeft deze video voor mij als goedbedoelde leek?

        Duidelijk is dat alle inwoners van Prambon Wetan bij de hinderlaag op de patrouille Teeken betrokken zijn.
        Een gedeelte van de inwoners van Prambon vlucht na de overval op de patrouille Teeken naar de ander kant van de rivier, een ander deel blijft merkwaardigerwijze in Prambon Wetan achter. Deze bewoners zijn toch medeverantwoordelijk voor de hinderlaag op de patrouille Teeken, waarbij 4 Mariniers en de Chinese gids werden gedood?

        Soecipto, één ooggetuige van de gebeurtenissen in Prambon Wetan van 1949 toont een KOPIE van dat beruchte schriftje met de 64 slachtoffers, dat de toenmalige dorpssecretaris opstelde. Waar is het origineel van het schriftje, als bewijs voor de oorlogsmisdaad gebleven?

        Ik blijf dan wel met vele vragen zitten!!!!
        1.Marjon van Pagee had toch kunnen navragen waarom een groot aantal dorpelingen (minstens 64) in het dorp bleven ondanks dat deze wisten dat de Mariniers navraag zouden doen naar de verdwijning van de patrouille Teeken, het hardhandig optreden van de mariniers was toch ook bij hun bekend?

        2.Marjon van Pagee laat na de rol van de TN toe te lichten, het Indonesisch leger dat toch de hinderlaag tegen de patrouille Teeken organiseerde. Deze liet de dorpsbewoners onbeschermd achter. Dat niet alleen, de TNI gebruikt de gevangengenomen Mariniers als gijzelaars, die in het najaar van 1949 tegen Indonesische militairen wordt uitgeruild, wetende dat in December 1949 de soevereiniteitsoverdracht plaatsvindt, het nut van die onderhandelingen is dan minimaal. Bij de onderhandelen zeggen de Indonesische militairen geleid door ltnt-kolonel Sudirman niks over de moordpartij op de bewoners van Prambon Wetan. Is Van Pagee lang genoeg in Indonesië geweest om dit element uit te diepen?

        3.Teven vermeldt Van Pagee niet dat de hinderlaag een bestandsschending was, die
        gemeld diende te worden bij de VN (CGD?). Heeft zij deze bron geraadpleegd?

        Al met al blijven vele vragen over, die de geschiedkundige onderzoeker Marjon van Pagee mag beantwoorden.

    • Peter van den Broek zegt:

      Luitenant Teeken ligt begraven op het Nederlands ereveld Kembang Kuning te Surabaya: De begraafplaats wordt ook wel het Marine-ereveld genoemd mede vanwege het centraal op het ereveld geplaatste Karel Doormanmonument.

      • Jan A. Somers zegt:

        “wordt ook wel het Marine-ereveld genoemd” Ik heb ze niet geteld, maar ik dacht dat het aantal daar begraven bersiap-slachtoffers groter was.

    • Jan A, Somers zegt:

      Ik heb zo’n idee dat Mw. Marjolein van Pagee en Hr. Gijsbert van Es verhalen hebben gemaakt, geheel in stijl met Javapost. Geen historische wetenschap. Maar u kunt hun natuurlijk rechtstreeks vragen stellen, met waarschijnlijk antwoorden die wat minder interessant zijn voor de ijverige lezertjes.

      • Peter van den Broek zegt:

        De stijl van Javapost dwz Buitenzorg is gebaseerd op het nauwkeurig vaststellen van de feiten. Het verschil met de zgn “historische wetenschap” heeft dan meer te maken hebben met het laatste als het betere pissebedden-kijken te benoemen, veronderstellingen als historisch feiten verkopen wordt tegenwoordig ook als fake news bestempeld.

        Wat mijn opmerking over Kembang Kuning als marine-ereveld betreft , heb ik deze term letterlijk van de web site van de Oorlogsgravenstichting overgenomen. Daargelaten dat op Kembang Kuning geen Marinemensen zijn begraven direct betrokken bij de Slag in de Javazee. Die 915 Marinemensen hebben hun zeemansgraf gevonden in de Javazee.

      • Peter van den Broek zegt:

        Ik heb nog wat vergeten en dat ben ik wel verschuldigd aan Marjon van Pagee.

        Ik heb wel een antwoord gekregen, maar dat geeft geen uitsluitsel op mijn vragen. Dat had ik niet verwacht, maar haar antwoord geeft wel richting aan mijn onderzoek.

        Feit blijft overeind staan dat er wel 64 Indonesische slachtoffers in Prambon Wetan zijn gevallen, de daders liggen letterlijk en figuurlijk op het kerkhof. Mijn doel is en blijft en dat wordt aan het eind van de documentaire goed verwoord dat wij tot verzoening, reconciliatie komen met ons gezamenlijke, Indische als het Indonesisch, verleden.

      • Jan A, Somers zegt:

        “op het nauwkeurig vaststellen van de feiten.” Nou, behalve de verhalen van de hand van onze kepala kampong valt dat best tegen. Ik heb u meerdere malen gecorrigeerd op niet-nauwkeurigheid, maar daar zwijgt u verder over. Heb ik geen probleem mee, dit is Javapost en geen wetenschappelijk colloquium.

      • Jan A, Somers zegt:

        “heb ik deze term letterlijk van de web site van de Oorlogsgravenstichting overgenomen.” Letterlijk: In totaal liggen hier meer dan 5.000 slachtoffers begraven. Kembang Kuning wordt ook wel het marine-ereveld genoemd. Als u goed leest staat er: OOK WEL! En met meer dan 5000 (burger)graven lijkt Marine-ereveld eerder een koosnaampje. Afgezien dat er niet alleen bij de slag in de Javazee slachtoffers zijn gevallen. Zie bijvoorbeeld de graven van slachtoffers van de slag in Straat Bali. Waarbij ik me blijf verbazen over die naam. Volgens mij was dit Straat Badoeng, maar ja, ik ben niet zo wetenschappelijk. En al helemaal geen marineofficier. Daarom buig ik mijn hoofd in nederigheid.

      • Peter van den Broek zegt:

        Correctie van Indisch-Europees Verbond in Indo-Europees Verbond IEV vind ik wel vermakelijk want toen legde ik wel de huidige maatstaf (Indisch) aan op een begrip van vòòr de oorlog (Indo-Europeaan). Met zulk soort correcties valt het best mee, het zijn weliswaar formele maar geen materiële verschillen.

        Rechtzetting: De oorlogsgravenstichting heeft het op haar web site over “Verzamelgraf Straat Badoeng”. Waar staat dan Straat Bali anders dan op sommige kruisen? ik ken wel de Balistraat in Amsterdam!!

        Parbleu, de WAARSCHIJNLIJKE (veronderstelling) antwoorden dwz “wie zijn de werkelijke daders van het incident Prambon Wetan lijken mij toch interessant voor de ijverige lezertjes (verkleinwoord) van JAVAPOST.NL (mijn veronderstelling).

      • Jan A, Somers zegt:

        “Waar staat dan Straat Bali anders dan op sommige kruisen?” Op een van mijn foto’s staat op zeven graven: Verzamelgraf Straat Bali. En volgens mij heeft daar geen zeeslag plaatsgevonden. Plus nog enkele graven met namen van de slachtoffers, ook met Straat Bali..
        “de Balistraat in Amsterdam” Goh dat had ik niet van u verwacht, humor!

  25. Peter van den Broek zegt:

    Ik voorzie dat niemand met gegevens uit Indonesische bronnen over de gebeurtenissen komt , daarom zal ik zelf opschrijven waartoe ik via hardop doordenkend ben gekomen, dit alles gezien vanuit de optiek van de Indonesiers

    1) Nederlandse militairen van de Landmacht hadden eerder het dorp Prambon Wetan met mortieren bestookt, waarbij burgers om het leven waren gekomen.

    2) In Juni was het dorpshoofd van Prambon Wetyan gedood toen hij een granaat naar een Nederlandse patrouille probeerde te gooien

    3)De TNI-luitenant Teko Notosubroto vernam van de verrader hoogstwaarschijnlijk de Chineese tolk Teng Tjing Tik dat de patrouille Teeken bij het dorp Prambon Wetan op 22 Juli langs zou gaan. Hij riep zijn mannen en de bereidwillige bewoners van op zich te bewapenen en liet het dorp volledig ontruimen.

    4)De patrouille Teekens betrad het totaal verlaten dorp en viel in de valstrik . De TNI nam 7 al dan niet gwonde Mariniers gevangen . De lijken van 4 Mariniers, inclusief Luitenant Teeken werden in de kali gedonderd . Het gedode lichaam van de Chineese tolk Teng Tjing Tik werd in stukken gesneden.

    5)Volgens het schriftje van de dorpssecretaris en ooggetuigen werden de volgende dag, 23 Juli , 64 dorpsbewoners gedood en 56 huizen in brand gestoken.

    6)De TNI onderhandelde met de Nederlanders over de vrijlatingvan de 7 mariniers. Eén Marinier, de korporaal Cordes Stierf op 4 september in een republikeins ziekenhuis te Djatirogo. Hij werd dezelfde dag met militaire eer van de TNI te Djatirogo begraven

    G) De zes anderen werden later na moeizame onderhandelingen op 14 Oktober 1949 (dus bijna 3 maanden later) geruild tegen 2.670 (naar ik mij vagelijk herinner) krijgsgevangen genomen Indonesiers.

    H) Op 27 december 1949 wordt de overeenkomst getekend waarbij Nederland de soevereiniteit overdraagt aan Indonesie.

    ad 3) Uit het voorgaande trek ik de conclusie dat de Indonesiers op dat moment meer aanleiding tot wraak hadden. Het NRC-Artikel had ook kunnen heten: Namen de Indonesiers wraak??? een bijna Bild-Zeutungleus

    Als ik de indonesische Tijdlijn nalees dan kom ik op enkele ongerijmheden voor wat betreft het optreden van de Luitenant TNI Teko Notosubroto en de handelwijze van Indonesische zijde bij de krijgsgevangenen onderhandelingen. Ik kom daar later op terug. Interessant voorlopig is wel de bronvermeldingen bij de aangegeven nummers!!!!!!

    • Jan A. Somers zegt:

      “de verrader” Interessant dat dit soort figuren in Indonesische kwesties een verrader wordt genoemd. In Nederland heet dit gewoon een informant. Of een kroongetuige.

    • Bambang Indrajay zegt:

      Interest about this history….couse I am a son of Lieutenant TNI Teko Notosoebroto.
      Please I wanna know about my father history
      by : bambangindrajaya@yahoo.com

      • Peter van den Broek van een andere generatie zegt:

        Dear mr. Bambang Indrajay,

        Your father did his duty as officer of the TNI , to fight against the Dutch colonial regime, this is justified and above any discussion.

        Important is his story about what happened at Prambon Wetan. For a better understanding it is important that also Indonesian sources can be heard

  26. Surya Atmadja zegt:

    Inleiding van de topic :
    1.Een Nederlandse patrouille liep in juli 1949 in een hinderlaag bij een Indonesisch dorp. Een dag later werd het dorp platgebrand.

    2.Volgens Peter van den Broek op 9 april 2015 om 6:01 pm : (als we de Indonesische time line volgen) .
    De Mariniers werden opgewacht en uitgeschakeld op 22 juli (4)en de volgende dag op 23 Juli (5) werden 64 dorpsbewoners en 56 huizen in brand gestoken.
    =================
    Logisch gezien waren TNI-ers al lang weg met hun “buit”, of zijn ze zo dom om eventuele represailles rustig af te wachten op de plek waar de Nederlanders het eerst zullen komen zoeken ?

    Mijn vraag is hadden ze toen geen TNI-er te pakken kunnen krijgen/doden?
    Dorpbewoners zijn toch geen soldaten ?
    Als ik zo lees, dan is het duidelijk dat de Nederlanders wraak hadden genomen .
    Of lees ik het verkeerd ?
    Voor wat betreft de gedode dorpelingen (burgers !) waren ze echt schuldig (meebetrokken bij de hinderlaag) , dan heb ik een vraag als ze echt meegedaan hadden lijk mij logisch dat de schuldigen al lang weggelopen zijn, bang voor eventuele wraak van de Nederlanders. Toch ?

  27. Surya Atmadja zegt:

    Bill Zitman zegt:
    10 april 2015 om 4:11 am
    Sorry, ik had moeilijkheden met de link van een voorbeeld van het terughouden van Pelopor informatie.
    =====================================================================
    In het verleden was ook onduidelijkheid geweest over de term PELOPOR en Plopper(s).
    Sinds ongeveer 2006 heb ik geregeld bezwaren* gemaakt in diverse topic/posting in Nederlands/Insische site’s.
    Pelopor is een afgeleide leenwoord uit Nederlands van Voorloper , iemand die voor op loopt .
    In Bhs Indonesia is het afhankelijk van de zin en context , is het PE-RINTIS , iemand die me-Rintis .
    De verkenners (militair) werd ook (Pasukan Pe-RINTIS) genoemd.
    Alle Pemuda(ook Pemudi) die tot de zgn founding fathers behoren zijn in feite tot de Pelopors (of Pe-RINTIS) van de vrijheid.
    Zoals de groep Indonesische studenten in Nederland (Perhimpunan Indonesia=ex Indische Vereniging) , de Boedi Oetomo(1908), Sarikat Islam, leden van de (2de)Jeugd Congres met hun Sumpah Pemuda 1928 , en later de Angkatan 45 (vrijheidsstrijder).
    Er is groot verschil tussen Barisan Pelopor en de groep rampokende bendes van allerlei pluimge ex barisan, laskar, Peta,Heiho etc die verwijderd waren door Hatta , en de toen Kol. Abdul Harris Nasoetion van Divisi Siliwangi
    Als gevolg van ReRa (Reorganisasi-Rasionalisasi) operatie.
    Er ontstonden diverse “Barisan Sakit Hati” die tegen de gereorganiseerde/opgeschoonde TNI vechten

    Barisan Pelopor Pelopor (Suisyintai) was een Pemuda onderdeel van Jawa Hokokai.
    Japanners richten het op Augustus 1944 met bepaalde doel, de Indonesiers hebben andere agenda. Barisan Pelopor werd geleid door (Rd) Ir. Soekarno de toekomstige 1ste president, Raden Sudiro later burgemeester van Djakarta , Raden Pandji Soeroso, Raden Otto Iskandar Dinata , en Dr Boentaran .
    Na 1945 veranderde de naam in Barisan Benteng.
    Als ik me niet vergis was de later 5* Generaal A.H Nasoetion ooit een commandant van een Bataljon Pelopor .

    bezwaren* :
    Niet alleen omdat het historisch niet juist is , maar ook om persoonlijke redenen.
    Mijn familie kwam min of meer uit een “nationalistische nest “.

  28. Peter van den Broek zegt:

    Het gedrag van deTNI-Officier is opmerkelijk: hij roept de plaatselijke bevolking te wapen en hij laat het dorp ontruimen (tijdlijn 3) Dit betekent dat hij de plaatselijke bevolking betrekt bij TNI-activiteiten. De ooggetuigen Soecipo(78) en Kusman (80) geven zelfs aan dat ze hebben meegedaan en geschoten op de Nederlanders, dus ze waren als dorpsbewoners (12 en 14-jaar) niet te onderscheiden van TNI-soldaten, maar dhr Atmadja kan dat wel het beste beschrijven met de maatstaven van 65 jaar na dato.

    ONGERIJMDHEID
    Zoals dhr Atmadja aangeeft kiest de TNI-luitenant Teko Notosubroto c.s. natuurlijk met medeneming van de Nederlandse krijgsgevangen het hazenpad en laat de plaatselijke bevolking achter!!!! Hij wist of had kunnen weten dat de plaatselijke bevolking door de Nederlandse militairen als RISICOfactor werden beschouwd (zie tijdlijn 1 en 2). Ondanks dat neemt hij deze mensen niet mee, hij had moeten weten dat zij aan Nederlandse represaillemaatregelen (de methode Westerling) blootgesteld zouden kunnen worden. (Er waren toch Nederlandse militairen gedood??. Ondanks deze (doods)dreiging gaat de plaatselijke bevolking die toch tegen de Nederlanders gevochten had in alle rust terug naar hun dessa Prambon Wetan.

    Ik denk dat TNI-luitenant Teko Notosubroto hun een GARANTIE had gegeven dat de Nederlanders hen niets zou doen ondanks de bij hem bekende Excessen . Die garantie overtuigt de plaatselijke bevolking, ondanks de doodsdreiging om naar hun dorp terug te gaan alsof hun neus bloedde ondanks dat 4 Nederlandse militairen dood werden geschoten en in de kali waren gegooid, hun gedode Chinese gids in stukken was gehakt. (tijdlijn 4). De volgend dag vond het bloedbad plaats . De garantie van de TNI-luitenant was blijkbaar niks waard, ook hij had een noodlottige beslissing genomen waarvan 65 mensen de dupe werden. Dat wordt wel gemakshalve door dhr Atmadja vergeten. Dhr Atmadja had zijn vragen wel aan die ooggetuigen kunnen stellen, die waren er toch bij, hij heeft toch wel een ingang bij die Indonesiers???

    Het is een omissie dat het NRC, bij het artikel niet heeft DOORgevraagd wat die mensen, ook die meegevochten hebben, heeft bewogen om naar hun dessa teruggegaan, zij wachtten de represailles zoals dhr Atmadja zo treffend beschrijft in alle rust af.
    Ook heeft het NRC , zij pretendeert een kwaliteitskrant te zijn, NIET aan de TNI-luitenant of een TNI-getuige gevraagd wat hem bewogen heeft om deze mensen na de schietpartij weer terug naar hun dessa te sturen, waar velen de dood vonden, hij heeft toch wel wat te verantwoorden dienaangaande ? Het NRC had toch haar bronnen kunnen controleren, Crosschecken heet dat met een mooi Nederlands woord. ?

    Wat mij tot nu toe zeer irriteert is dat het NRC wel heel lichtvaardig het artikel heeft geplaatst (vele bronnen zijn niet nagetrokken danwel voetstoots aangenomen). Insbijzonders hoe de Luitenant Teekens wordt voorgesteld, hij wordt welhaast verantwoordelijk gesteld voor het bloedbad bij Prambon Wetan. De luitenant heeft zich als enig Marinier letterlijk en figuurlijk doodgevochten, de drie andere Mariniers werden door een eigen granaat gedood, dat wordt gewoon niet gemeld door de krant noch door anderen. De Chinese gids ging dood. De NRC had best de moeite kunnen nemen om het boekje Patrouille Teeken door te lezen, maar daar zijn zij kennelijk te beroerd voor. Dat de krant een dode na gaat trappen is post-ethisch maar daarvan ook een scoop wil maken vind ik wel een heel bijzondere vorm van lijkenpikkerij

    Ik ben het daarom volledig met dhr JanAnton Burger eens: Mevrouw Van Pagee zal best integer te werk zijn gegaan, maar een primeur zie ik hier niet.

    Misschien kan dat schriftje van de dorpssecretaris daarover uitleg geven want het is wel van cruxiaal belang de gebeurtenissen bij Prambon Wetan te begrijpen, danwel het is het enige schriftelijk stuk dat aangeeft dat er een bloedbad ueberhaupt heeft plaatsgevonden. Ik nodig danook Mevr. Pagee uit om het schriftje integraal op deze site aftedrukken, in het Nederlands zowel in de originele versie. Dat had het NRC ook kunnen doen.

    • Surya Atmadja zegt:

      Peter van den Broek zegt:
      10 april 2015 om 3:41 pm
      Dhr Atmadja had zijn vragen wel aan die ooggetuigen kunnen stellen, die waren er toch bij, hij heeft toch wel een ingang bij die Indonesiers???
      =======================================================
      Ik(S.A) zit op dit moment in Amsterdam, en heb geen ingang bij die(??) Indonesiers.
      Als het in West Java gebeurde , dan kan ik mss mijn oude netwerk bellen, voor een kattebelletje/goed woordje etc .De meesten (mijn generatie) zijn al meer dan 10 jr met pensioen , de oudere ooms (Marine, politie, leger, justitie etc) zijn al lang overleden.

      Ik beschouw de artikel van Marjolein/NRC als een aanzet , het is ook een vraag of de Nederlanders wraak hadden genomen voor de hinderlaag op de mariniers .
      Als een gewone lezer zeg ik, zeer waarschijnlijk !
      Gelukkig maar* , het is een bewijs dat de Nederlanders gewone mensen zijn , niet echt superieur .

      Ik lees alleen dat er tig burgers waren gedood (65 ?).
      En geen TNI, Ploppers! of andere ongewenste elementen.
      De volgende vraag is , wie heeft dit op zijn geweten of opdracht gegeven , de Mariniers , de KL ( beroeps of Tentara Susu=melksoldaten) of de KNIL.?

      * Het is NIET leuk voor de slachtoffers en families.

    • Bill Zitman zegt:

      @ “Mevrouw van Pagee zal best integer te werk zijn gegaan, maar een primeur zie ik hier niet”.
      Zover ben ik het daarmee eens – volgens mij moeten we haar wat tijd geven om met ware gebeurtenissen in detail boven water te komen – ik denk niet dat ze eenzijdig verslag uitbrengt.
      Voor diverse redenen is het voor jongere generaties amateur historians moeilijk om zich door een stapel van vroegere onderzoeken te werken, voornamelijk als deze onderzoeken gebaseerd zijn op later geschreven verslagen en boeken waarvan de onderbouw twijvelachtig is.
      Veel ‘researchers’ (professional en amateur) zijn vaak met een in het hoofd geplande uitkomst begonnen en dan de leemtes in gaan vullen om hun ‘research’ waar te maken. Als ze dan informatie tegenkomen wat niet in hun ‘research’ past, wordt dit door hun als ‘onbelangrijk’ opzij geschoven en van hun onderzoek zou je geen verder onderzoek kunnen opbouwen. Dus de huidige pyramide van voorgaand onderzoek bestaat uit een samenraapsel van voorledig en onvoorledig onderzoek, gepaard met veel questionable bronnen.
      Marjolein van Pagee neemt hier de moeite om op een onbevooroordeelde manier haar onderzoek zoveel mogenlijk van de grond op te bouwen, wat in mijn ogen aanbevolen lijkt.
      Haar conclusie hoeft onze eigen opini niet te beïnvloeden – maar we zijn oud en wijs genoeg om daar toevoegend informatie voor eigengebruik uit te halen

  29. Evert Little zegt:

    But irrespective what happened more than 70 years ago there is no one who can deny that hindsight is a great gift.

  30. Ælle zegt:

    Als trouwe Javapost.nl.-lezer wil ik alles op een rijtje hebben. Vanmorgen zocht ik aldus naar informatie over fotografe Marjolein van Pagee. Op Wiki was ze niet te vinden, dus zocht ik rustig verder.
    Wat ik met betrekking tot bovenstaand artikel, Namen de Nederlanders WRAAK?, over haar lees is het volgende: haar grootvader (Jan van Pagee) was als 20-jarige marinier naar Indonesië gestuurd. Toen ze zijn sepiakleurige (gezien als verkleurd) pasfoto zag wilde ze alles over hem te weten komen, want hij vertelde NOOIT iets. https://javapost.nl/2014/09/08/kembang-kuning-gele-bloem/kk-jan-van-pagee/
    Van Pagee schrijft op haar site: “Met dit (Kembang Kuning) project ga ik terug in de tijd van de zogenoemde politionele acties in Indonesië, over de bijna 4-jarige strijd die Nederland voerde tegen de Indonesische onafhankelijkheidsstrijders om het behoud van de ooit zo winstgevende Nederlands-Indische kolonie.
    Deze geschiedenis kwam voor mij tot leven toen ik een oud, vergeeld portret vond van mijn opa in uniform op 20-jarige leeftijd. Ik wist dat hij als militair naar Indonesië was geweest. Maar ik had geen idee wat hij daar had meegemaakt. Opa is in 2005 overleden zonder ooit iets te hebben verteld. Ik kwam erachter dat hij bij de Mariniers in Surabaya, Oost-Java had gezeten. Een aantal van zijn bataljon-genoten heb ik opgezocht, geïnterviewd en geportretteerd. Aan hen kon ik de vragen stellen die ik aan opa had willen stellen.”
    http://voordekunst.nl/vdk/project/view/2603-expositie-kembang-kuning-gele-bloem
    Hier schrijft zij het volgende: Ik ben Marjolein van Pagee en als fotograaf werk ik sinds 2010 aan het project Kembang Kuning – Gele Bloem, dit gaat over de toen zo genoemde “politionele acties” in Indonesië.

    Mijn opa Jan van Pagee werd net als zovele anderen in 1947 als dienstplichtig marinier naar Surabaya, Oost-Java gestuurd. In 2005 is hij overleden zonder ooit iets te hebben verteld.
    Ik wist er helemaal niets vanaf, maar deze geschiedenis kwam voor mij tot leven toen ik een oud vergeeld portret terugvond. Ook bleken er nog twee oude fotoboeken te zijn.
    http://voordekunst.nl/vdk/project/view/2603-expositie-kembang-kuning-gele-bloem
    Krijgen we Opa’s Indië foto’s van twee oude fotoboeken ook nog te zien, vraag ik mij af? Of zijn die irrelevant? Dan hoeft “t niet.

    Na alles overwogen te hebben, wil ik weleens weten of Van Pagee nu als fotografe haar diensten wil aanbieden of wil ze de politiek (links of rechts) ingaan. Als laatste haar ambities zijn dan moet Van Pagee verhuizen. Ik heb er als vaste lezer geen trek in om het persoonlijk geleden leed en van mijn familie verguisd te zien door iemand als Marjolein. Ze wordt bedankt. Ze kan onmogelijk terug in de tijd van de politionele acties, de Japanse bezetting, de bersiap, de VOC, enz.
    Opa Johannes van Pagee had groot gelijk. Just shut the eff UP!
    Next!

    P.S. Nederlands Indië was niet altijd zo winstgevend als men doet geloven.
    Nieuw-Guinea sleepte ons land in 1962 nogmaals een koloniale oorlog in. En wéér waren het de Verenigde Staten die Nederland tot toegeven dwongen.

  31. Bill Zitman zegt:

    “Opa Johannes van Pagee had groot gelijk. Just shut the eff UP!”
    Next??…. Ælle my dear…..ik zou niet durven!!
    Maar ik heb wel hierboven mijn gevoelens over Marjolein’s onderzoek op schrift gezet en misschien zou je daarin heil kunnen vinden.

  32. Peter van den Broek zegt:

    HET RAADSEL VAN PRAMBON WETAN

    Ik bespreek nu de gebeurtenissen uitgaande van de Nederlandse visie en van haar beschikbare feitenmateriaal en gebruik hierbij de Nederlandse tijdlijn. De aandachtige lezer zal wel hebben gemerkt dat de tijdlijn in wezen niet verandert maar dat gedeeltes volgens de Indonesische danwel Nederlandse op dat moment heersende inzichten worden “aangepast”.

    NEDERLANDSE TIJDLIJN
    A) de KL had eerder in het jaar Prambon Wetan met mortieren bestookt, waarbij burgers om het leven waren gekomen.
    B) Juni was het dorpshoofd van Prambon Wetan gedood, toen hij een granaat naar een Nederlandse patrouille probeerde te gooien
    C) 23 Juni 1949 Een patrouille ,Amphibat, Inco “S” ter sterkte van 11 Mariniers en een collaborateur de Chinees Teng Tjing Tik onder commando van luitenant der Mariniers L.M. Teeken vertrok van de post Rengel naar de kampong Pramton Wetan. Daar zou de groep om 12.15 uur door een truck worden opgehaald. Toen het voertuig op de afgesproken tijd arriveerde, was de patrouille nergens te bekennen.

    D) 24 juli 1949 in het dagboek van de dorpssecretaris een vijftien pagina’s tellend logboek over geweld in en nabij het dorp tussen december 1948 en juli 1949 werden de ‘zwartste bladzijden’ over 24 juli, dus een dag na de bloedig geëindigde Nederlandse inspectietocht, bijgehouden. Toen zijn 64 dorpsbewoners gedood en 56 huizen in brand gestoken

    E) 26 juli werden in de kali Solo bij de grote brug van Babat de aangespoelde lijken gevonden van luitenant Teeken,korporaals der Mariniers H. Bosma en H. Roepers, alsmede van Marinier C.R. van Straten. De gedode Chinese gids was met messen in stukken gehakt
    F) Vermist werden korporaal der Mariniers F.J. Cordes en zes andere Mariniers. Zij bleken later door de TNI krijgsgevangen te zijn gemaakt en gebruikt als gijzelaars. Korporaal Cordes stierf op 4 September in een Republikeins ziekenhuis te Djatirogo.
    G) De zes overgeblevenen gijzelaars werden later na moeizame onderhandelingen op 14 Oktober (dus bijna 3 maanden later) geruild tegen 2.670 Indonesische krijgsgevangen.
    H) Op 27 december 1949 wordt de overeenkomst getekend waarbij Nederland de soevereiniteit overdraagt aan Indonesie

    A+B+C zijn feiten die door archiefonderzoek bij de verschillende krijgsmachtonderdelen en in het boek”patrouille Teeken” achterhaald kunnen worden

    Mijn verhaal begint bij C) de truck die patrouille Teeken 23 Juli om 12:15 diende op te halen. De truck keert onverzichte zaken terug naar de post Rengel en meldt het verdwijnen van de. De Mariniers stellen een onderzoek in.
    Verschillende zwaarbewapende patrouilles worden op 24 Juli uitgezonden. Een patrouille gaat richting het dorp Prambon Wetan.

    HET RAADSEL VAN PRANBON WETAN.
    Hier scheiden de verhalen van de Indonesiers en Nederlanders over de gang van zaken. Het boek “patrouille Teeken” geeft aan dat na de inspectie/ondervraging in het dorp de patrouille is verder gegaan met haar zoektocht naar de vermisten. Daarentegen het logboek van de dorpssecretaris en ook de Indonesische ooggetuigen geven aan dat er iets heel anders gebeurde .

    Volgens de bewoners betreedt de onderzoekpatrouille het dorp en gaat de bewoners ondervragen. Zij willen achterhalen wat de bewoners weten van de vermiste patrouille (MIA Missing In Action) Op één of ander manier worden de Mariniers door een gebeurtenis of verhaal van de dorpsbewoners zo kwaad, welhaast mataglap, zij maken amok. De Mariniers executeren volgens het logboek 64 Dessabewoners en steken de huizen in brand.
    En hier is het cruxiale punt, het ongerijmde in het verhaal, het Raadsel van PRANBON WETAN,

    De Mariniers wisten alleen dat hun kameraden VERMIST waren en niets anders En dit is niet vergelijkbaar met de zaken uit de excessennota’s. Daar worden de Nederlandse daders opgevoerd als onder stress staande dienstplichtige soldaten die hun makkers terugvonden met allemaal afgesneden lichaamsdelen en het geslachtsdeel in de mond, ook in bovenstaande reacties wordt dit verhaalt. Als rechtvaardigingsgrond wordt genoemd: De Nationalisten martelden hun gevangenen dus wij Nederlanders mochten daarom die Nationalisten afknallen (methode Westerling) , zo wordt het moorden door Nederlandse soldaten goedgepraat. . .

    Maar hier in PRANBON WETAN is iets opmerkelijks aan de hand. De zoekpatrouille heeft helemaal geen information over de vermiste Mariniers, zo waren volledig onbekend met het lot van hun kameraden ,
    Pas 2 (TWEE) dagen later weten zij van het lot van enkele makkers maar waarom moordden de Mariniers in het dorp ????

    Als zij zouden geweten hebben dat een deel van de Mariniers gesneuveld waren en de TNI een deel van de Mariniers als gijzelaar had meegenomen , waarom moordden de Mariniers in het dorp ????. De TNI had toch bij monde van een dorpsbewoner kunnen zeggen dat als één haar van de bewoners zou worden aangeraakt., de TNI de vermiste Mariniers zou executeren, volgens mij was dit de garantie van de TNI om de dorpsbewoners, die toch bij de schietpartij betrokken waren, met een gerust hart naar het dorp terug te laten keren. Dat lijkt me toch wel een duidelijke boodschap aan de zoekpatrouille. Ondanks deze chantage executeerde de zoekpatrouille 64 bewoners.

    E) 26 juli, dus twee dagen na het bloedbad in Pranbon Wetan , werden in de kali Solo bij de grote brug van Babat de aangespoelde lijken gevonden van luitenant Teeken,korporaals der Mariniers H. Bosma en H. Roepers, alsmede van marinier C.R. van Straten. Dus na het executie in het dorp deden de Mariniers, op basis van de ingewonnen inlichtingen er twee dagen over om hun makkers in de kali te vinden. Hoe ver ligt de brug van babat van Prambon Wetan.???

    TOEN werd pas het lot van tenminste 4 Mariniers bekend. Een eenvoudige lijkschouwing had uitsluitsel kunnen geven dat minstens 3 Mariniers door een Eigen handgranaat gedood werden. Niet is mij bekend dat de Mariniers zoals de Chinese gids in stukken waren gehakt.

    Alleen het logboek van de dorpssecretaris en natuurlijk het ooggetuigenverslag van de Heren Soecipto (78) en Kusnan ((80) kunnen uitsluitsel geven wat de Mariniers bewogen hadden een slachting te veroorzaken in het dorp, in de Nederlandse bronnen is tot nu toe over Prambon Wetan niets te vinden!!!!

    VOORLOPIGE CONCLUSIE
    Voor mij is het bijna glashelder dat de zoekpatrouille, die het bewuste dorp inspecteerde niks afwist van het lot van de vermiste Mariniers , dat kan ook bij het boek Patrouille Teeken geverifieerd worden. Dus waarom is er sprake van een wraakactie????, wat hadden de Mariniers in het dorp ontdekt bij de ondervragingen???

    Ik heb de voorgaande reacties over wraak op dit blog nagelezen en daar gaat men telkens uit dat wraak een REACTIE IS OP…………..Mijn vraag is dan een reactie op WAT dan, in dit verband en wat voor concrete resultaat gaf dat. Let wel op hier staan Nederlandse militairen uit een eliteeenheid als gijzelaars op het spel waarvan het lot pas NA de wraakactie bekend was, eerst waren zij dus vermisten en na de ontdekking van de lijken worden zij onderwerp van WRAAK .

    Bovenstaande reacties over wraak, hoe theoretisch danook behoeven toch enige bijstelling, lijkt mij ??

    • Surya Atmadja zegt:

      Peter van den Broek zegt:
      12 april 2015 om 9:17 am
      HET RAADSEL VAN PRANBON WETAN.
      1.Mijn verhaal begint bij C) de truck die patrouille Teeken 23 Juli om 12:15 diende op te halen.
      2.Daarna verhaal over “ondervraging” en de vreemde afloop cq de mata gelap (??)van
      de Mariniers.
      En de gedode burgers.
      3.Bovenstaande reacties over wraak, hoe theoretisch danook behoeven toch enige bijstelling, lijkt mij ??
      ===========================================================
      Als gewone lezer , ga ik alleen van uit met de beschikbare informatie (artikel van Marjolein/NRC , en dat is DEZELFDE als wat de lezers van Java Post/NRC lezen.
      Ben eens met de punten 1-2 van Peter.
      Alleen bij nr 3 heb ik een andere mening , eerst bepaalde onduidelijkheden verklaren ,en dan pas bijstellen.

      De enige die het beter kan vertellen is de aanwezige * soldaten die echt betrokken waren bij ondervraging(dat het gebeurde is logish).
      Ook bijna logisch dat er geschreeuwd/gedreigd werd ( hotperdom dit of dat ) , en mss een paar “klapjes” werden uitgedeeld. Om de gevangen genomen desa bewoners te “motiveren” om te vertellen wie de ploppers waren en waarheen ze meegenomen werden.
      De rest is speculatie.

      Rest nog de vraag bij mij, welke soldaten* zijn betrokken ,de elite soldaten, KL beroeps, Tentara Susu , of KNIL-ers.
      Mag aannemen dat er tientallen soldaten, en (onder) officieren betrokken waren.

  33. RLMertens zegt:

    Zoals hr.Peter vd Broeke terecht aangeeft; de zinloze actie van de mariniers die hun ongenoegen/frustraties afreageren op ongewapende burgers en hun dorp! Hun daden steeds vergezeld/met vermelding van hetzelfde peloppor ritueel; afgesneden geslachtsdeel etc.van hun kameraden. Om zodoende hun daad toch te ‘rechtvaardigen’. Hr.Hueting-ex stoot troeper, vertelde mij, dat hij inderdaad hiervan ooit gehoord heeft, maar nimmer heeft waargenomen. Waarom zijn er eigenlijk geen foto’s van zo’n misdadig ritueel gemaakt? Dit zou Nederland toch toen welgevallen zijn om de wereld opinie te tonen, met wat voor barbaren zij ter maken hadden. Het is het duidelijk dat deze tactiek-zie Rawah Gedeh, zuid Celebes (zelfs erger dan wat de nazi’s deden met Putten)- in de gehele archipel werd gehanteerd. Kampongs/dessa’s werden zelfs met artillerie bestookt, wanneer men vermoedde dat het iets te maken had met enig weerstand/vuur contact uit ‘die vermoedde omgeving’. Dat Marjolein-kleindochter van een marinier- zo achter deze feiten aangaat heeft mi. te maken met de ‘geheimzinnige opstelling’van deze Indië gangers over hun daden indertijd. Want enkelen deden in de familie wel hun verhaal. Eigenlijk niet nieuws, want ook al tijdens deze ‘politionele acties’ verschenen er indertijd brieven van het front met ‘andere berichten’ dan de media doet vermoeden. Echter die overheid smoorde het met de goede intenties van ‘onze jongens over zee’.- Graa Boomsma beschreef een verhaal van zijn vader; een patrouille langs de sawah zag een tani(boer) met karbouw zijn sawah ploegen. De sergeant/ commandant gaf order de vijand/ die tani om te leggen. Geen van de (jonge) soldaten wilde deze klus doen, al vloekte de sergeant met ‘voor de krijgsraad etc.’ De sergeant gaf het voorbeeld, hoe dat te doen. Na het schot werd de vijand geïnspecteerd.De soldaten verstijfd/ keken, …een bloedende dode tani. Enkelen begonnen te huilen. Plots, een bevel tot afmars. Nagestaard door een paar starende karbouw ogen verliet de groep stil/verdwaasd het ‘strijdtoneel’.
    In het patrouille rapport; vuurcontact gehad met de vijand; waarschijnlijk één dode.

    • Ons gezelschap (4 mannen) bevond zich medio februari 1999 in de binnenlanden van Zuid-Sumatra, t.w. het stationsemplacement van Lubuklinggau. Ik werd benaderd door een Indonesiër die mij meetroonde naar zijn kamponghuisje aan de rand van het emplacement. Hij bleek een oudgediende van het KNIL en liet mij vol trots de door hem verzamelde attributen zien welke de gehele wand van de woonruimte in beslag nam. Hij bleek een van de Indonesiërs die mij toevertrouwde niet negatief terug te kijken op ‘Tempo Normal’. Overigens bleek ook hij geen achterstallig soldij te hebben ontvangen. Kennelijk had hij ook niets te vrezen van verbitterde landgenoten.

      • appie b. broek zegt:

        Mooi verhaal, hr.Legemaate!

        Doet me denken aan een ander ‘verhaal’. Van Andre Spoor, voormalig hoofdredacteur NRC-Handelsblad en zoon van de generaal;

        “Toen ik aankwam op het vliegveld van Jakarta was ik toch enigszins gestrest, want hoewel de verhouding met de meeste Nederlanders best goed was, moest generaal Spoor toch de laatste koloniale onderdrukker geweest zijn! Dus kwam ik daar aan en zei desgevraagd ietwat bedremmeld dat ik Spoor heette. De douanier keek in mijn paspoort en riep meteen: ‘Ah! Anak generaal Spoor!’ Anak betekent kind. Meteen kwamen er kerels mijn koffers pakken, ik kreeg een aparte auto die me weg bracht. Ze vonden het alleen maar prachtig! Dat was curieus….” Citaat ‘J.L.Heldring en Andre Spoor in gesprek’
        pagina 64 Uitg.Van Oorschot.

      • RLMertens zegt:

        @HJLegemaat; Dat een Indonesiche ex.Knil soldaat niet nagatief terug kijkt naar tempo normal (zijn normale Ned. tijd) kan ik mij voorstellen. Ik denk niet dat het ook geldt voor een TNI/Pemoeda veteraan.
        @a.b.broek; Over het algemeen is er waardering dat KL militairen hun Indonesië weer opzoeken- zie de vele boeken/documentaires hierover. Zij zijn niet haatdragend. Eerder trots. Ook niet tegenover de zoon van de generaal.(zij zijn tenslotte de overwinnaars)
        Maar of zij ook een zoon/nazaat van Westerling zo zullen ontvangen…..?

    • Jan A. Somers zegt:

      Waarschijnlijk had de rapporteur die karbouwenogen niet gezien. Hij dacht toen aan ziojn kleine Greetje uit de polder. Jammer, want die karbouwen kunnen zo weemoedig kijken.

  34. ellen zegt:

    Het komt weleens voor dat hard optreden tegen terrorisme juist sympathie voor de terroristen opwekt. En uiteindelijk, op de lange termijn, kan de terroristenstempel worden teruggenomen, en gaat het opeens over vrijheidsstrijders. Terreurdeskundige en historicus Beatrice de Graaf (Universiteit Utrecht) geeft een college vol historische voorbeelden van de problemen tussen terroristen/vrijheidsstrijders en bezetters.
    Over dekolonisatiegeweld en -strijders. En verdere krachten die zijn vrijgekomen (IS). Terrorisme of gerechtvaardigd verzet? Daarbij was het motto van de vrijheidsstrijder o.m.: “Het doel was het hart van de bezetter te raken, en niet de burgers.” Daarbij worden de daden van de vrijheidsstrijders door een grote meerderheid in hun eigen gebied als legitiem gezien. En later ook door de internationale opinie. De burgers zaten middenin het brute geweld. Daar wordt in deze lezing helaas niet dieper op ingegaan.

    http://www.universiteitvannederland.nl/college/hoe-worden-terroristen-regeringsleiders/

    • RLMertens zegt:

      @ellen; ‘de burgers zaten midden in het brute geweld etc.’ Dat is ook ,wat steeds wordt weggemoffeld; de politieke verantwoordelijkheden, de lieden die het beleid bepaalden waardoor excessen ontstaan. Excessen/misdaden die groot worden uitgemeten met vermelding van daders etc. Echter het beleid/ de veroorzaker valt buiten het zicht. Dat was ook wat wij aan de lijve ondervonden door/tijdens de bersiap. ‘Tijdens gezagsvacuüm’ ….Alsof uit niets moord en doodslag ontstond. Zonder een aanleiding?

  35. Peter van den Broek zegt:

    @Ellen
    Als U het artikel naleest, liet de TNI vanwege de valstrik de burgers uit het dorp Prambon Wetan wegtrekken. Eén van de Mariniers Reurling herinnert zich de onheilspellende stilte van een uitgestorven dorp. Bij de overval op de patrouille waren OOK burgers van Prambon Wetan betrokken, waaronder de toen 12-jarige Soecipto, zij schoten op de in de hinderlaag gelokte Mariniers
    Deze burgers gingen na het gevecht zonder aarzelen en met een gezicht van onschuld naar hun dorp, in de wetenschap dat een patrouille op bezoek zou komen om navraag te doen naar de verdwenen of vermiste patrouille Teeken. Dat gebeurde ook, daarover bestaat geen twijfel of is dit speculatie mijnerzijds?
    In dit geval hadden de burgers geweld gebruikt tegen de patrouille Teeken., dus de vraag is wat waren de burgers op het moment van de hinderlaag , soms een verlengstuk van de TNI, maar zeker geen onschuldige burgers!! Het vraagstuk van burgers in oorlogstijd is uitgebreid in het International Recht behandeld, erg gecompliceerd en dient van geval tot geval beoordeeld te worden.

    Ik zoek eigenlijk naar motieven van de mensen in oorlog, zoals de bevolking van Prambon Wetan, die toch wel de beschikking had over alternatief keuze na de overval op de patrouille Teeken, ze konden toch met de TNI meegaan naar een ander dorp, maar ze keerden naar Hun dorp terug in de WETENschap dat zij zich aan Represailles zouden blootstellen of de vraag naar de motieven van de Mariniers om mensen in het dorp dood te schieten , ze hadden alternatieven, ondanks dat ze wisten dat ze de levens van patrouille Teeken in de waagschaal zouden stellen.

    Ik herhaal voor alle duidelijkheid : Deze Mariniers wisten alleen dat de patrouille vermist was, misschien wel verdwaald in de rimboe . Zij wisten niet dat die patrouille in een hinderlaag was gevallen, waarbij 4 Mariniers gedood werden en de TNI 7 Mariniers als gijzelaars hadden weggevoerd naar onbekend bestemming. Dat weten wij in 2015 dat pas op 26 Juli de lijken van 4 Mariniers werden gevonden, dus ik vraag me af waarom zij ondanks die onzekerheid een wraakactie ondernamen? Hadden zij al last van Hinsight??, wisten zij al wat met de Mariniers gebeurd waren, waren zij helderzienden??

    Ik heb vele vragen gesteld maar weinig antwoorden gekregen, kritische informatie vooral van TNI-zijde en d inwoners van van Prambon Wetan ontbreekt, zij dienen hun aanklacht en dat is ook zo waar te maken.

    Wel kan ik één vraag beantwoorden: welke militairen in aanmerking komen voor de wraakactie.
    Als het Mariniers waren, dan zijn die wellicht te herkennen aan een merkteken op de linkerbovenmouw: “Netherlands Marines”, een merkteken misschien afkomstig uit de tijd (in de WOII) dat de Mariniersbrigade voor haar opleiding in de Verenigde Staten was gestationeerd. Daarnaast heeft zij ook afwijkende uniformen, wellicht uit Amerikaanse voorraden. Een en ander heb ik uit foto’s, dat kan iedereen bekijken. Er zou ook ander krijgsmachtonderdelen bij betrokken kunnen zijn. Maar dat kunnen het beste de dorpelingen vertellen, die waren ook bij de wraakactie aanwezig maar dat ben ik niet zo zeker, aangezien gedetailleerde gegevens ontbreken. Het herkenningsvermogen van de dorpelingen kan met het schrijden van de tijd minder worden.
    Is dat een duidelijke vorm van Hinsight , dat is toch die one-liner, die ondoorgrondelijke uitspraak van die ene Heer, ik geef toe, ik begrijp dat Engels niet zo goed. Het betekent zoiets als huidige inzicht toepassen op het verleden of zo.

    Ik ben mijn conclusies aan het uitschrijven en merk dat mijn gebruikte gegevens niet veel afwijken van de beschikbare gegevens op dit blog. Ik heb het verhaal wat anders gestructureerd en kom tot wat prangende vragen.
    Mijn conclusies heb ik over een paar dagen klaar, ik dien nog enkele dingen te verifiëren. Wel zal ik een duidelijk onderscheid maken tussen fact-finding en fact-checking daarbij aangeven wat sommigen beschrijven als speculatie, wat niet te verwarren is met speculatie op de beurs . Dat gaat over het kopen of verkopen van effecten om snel een winst te maken. Daarbij is de uitkomst op het moment van de handel onzeker en dat is totaal anders dan in mijn geval.

    Mijn gegevens zijn voldongen feiten en geen speculatie, in de tijdlijn vastgelegd. Ik heb daarover geen gefundeerde en gedetailleerde kritiek gehoord.

    • Bill Zitman zegt:

      Nogmaals mijn complimenten naar Peter van den Broek voor dit eleborate onderzoek.
      Zelf heb ik mij een beetje in het (te korte) namen lijstje van de vermoordde dorpelingen verdiept en het volgende genoteerd.
      Het is geschreven in de (toen) nieuwe spelling (ook wel ‘ejaan Republik’ of ‘ejaan Soewandi’ genoemd), die toen langzaam vanaf ’47 op de scholen ingevoerd werd.
      Voordien werd bijvoorbeeld het woord ‘yang’ als ‘jang’ geschreven en waar de accolades de families aanduiden, was de ‘oe’ in ‘sekluarga’ alreeds een ‘u’ geworden.
      Dit past wel in het tijdframe van ’49
      De hoofdletters van het handschrift daarentegen zijn van scholing rond de twintig/ dertiger jaren, dus van het handschrift van de dorps secretaris zouden we uit kunnen maken dat hij/zij tenminste 40 jaar oud was en als een beroeps administrateur de verandering in de spelling pas bijgeleerd had. Zeer mogenlijk en geen probleem voor mij.
      Van het invullen van de ‘e’ , de ‘l’ en andere letters, en in het dun/dik schrijven zouden we aan kunnen nemen dat de lijst met inktpot en pen (zoals we toen op school hadden) geschreven was – daar heb ik ook geen probleem mee.
      De afkortingen ‘lk’ (laki – man) en ‘pr’ (perempuan – vrouw) en ‘th’ (tahun – ter aanduiding van leeftijd) en andere karakteristieken zijn ook gelijkwaardig aan naamlijsten geschreven bij ambtenaren in die tijd.
      De golf in de hoofdlijn ‘Nama orang yang mati etc. (‘Namen van mensen gedood etc.)’ gaat helemaal naar beneden maar is meer opmerkelijk bovenaan, omdat het gefotografeerd is van de positie zoals je het leest, schuin naar voren. Dus de lijst zou niet een photocopy zijn, waarvan bij het maken het boek plat gedrukt zou zijn.
      Andere factoren, zoals (nu nog bestaande familie namen) in die buurt enz., wijzen er ook op dat deze lijst niet later verzonnen was.
      Ik ben geen qualified graphologist of handschriftkundige, maar heb wel veel met het onderzoek van oude documenten te maken en in mijn ogen was die lijst vlak na de gebeurtenis ter plaatste geschreven.
      Alhoewel, ik zou graag die onderste helft van de lijst willen zien en ook hun verhaal over de gebeurtenis in de andere 14 pagina’s willen doorlezen.

      • Surya Atmadja zegt:

        De afkortingen ‘lk’ (laki – man) en ‘pr’ (perempuan – vrouw) en ‘th’ (tahun – ter aanduiding van leeftijd) en andere karakteristieken zijn ook gelijkwaardig aan naamlijsten geschreven bij ambtenaren in die tijd.
        ============================================================
        Duidelijk een rapportage in Bhs Indonesia die gedeeltelijk nog ouderwets is.
        De “moderne” Bhs Indonesia van mijn tijd (lhr 1948) is iets anders.
        Laki=pria (p) , Perempuan=wanita(w) , lh=lhr (geboren) , mati=meninggal (mss om praktische redenen als mati geschreven etc.

    • Bill Zitman zegt:

      @ Peter van den Broek
      ‘Hindsight’ ? Niets van aantrekken!
      Het is woord wordt vaak gebruikt in context om te beschrijven dat na een gebeurtenis bepaald wordt hoe het anders zou kunnen wezen, m.a.w. ;- ‘als we/ze dit/dat gedaan hadden…….enz’.
      Dat doe je hier niet!
      Het is een groot verschil met geschiedenis te onderzoeken en accuraat vast te leggen.

      Ironical genoeg is ‘hind-sight’ ook de naam voor het (achter) vizier van een vuurwapen en zonder dit cruciale onderdeel zou het wapen waardeloos zijn en zou de schutter ook in het “wilde-weg” gaan schieten.

  36. Ælle zegt:

    Zij sneuvelden toch ook. Pas gelezen, in details.
    MARNS 3114-06-1945 Bandoeng Omdat marinier J.C.E. de Jong tijdens krijgsgevangenschap te Bandoeng betrapt werd op het luisteren naareen buitenlands zendstation op een zelfgebouwde radio-ontvanger, werd hij op 14 juni 1945 ter plaatse door de Japanners om het leven gebracht.
    MARNS 3212-02-1946Stafco / 1e Inbat (gedetacheerd bij Inco “B”)Het stootpeloton van de stafcompagnie nam deel aan gezamenlijke zuiveringsoperaties met het KNIL enBrits-Indische troepen in de omgeving van Batavia. Tijdens een actie in het gebied van Krandji-Bekassi, bij Tankoeng ten oosten van Meester Cornelis, ten einde dat gebied van Indonesische guerrillastrijders tezuiveren, bevond luitenant der mariniers A.A.M. Born zich op 12 februari 1946 met zijn ordonnans, de marinier P.J.E.F. van Leeuwen, bij kampong Doea een eind voor zijn troep. Plotseling nam een verdekt opgestelde vijandelijke mitrailleur hen onder vuur en trof hen dodelijk. Zij waren de eerste leden van deMariniersbrigade die sneuvelden. Op het monument “Nederlands Oost-Indië” te Tilburg wordt luitenant Born herdacht.
    MARNS 3328-03-1946 2e Inbat, Stafco Tijdens een patrouille bij Bringkang, ongeveer zeventien kilometer ten westen van Soerabaja, viel marinier A.Kramer op 27 maart 1946 in een snelstromende kali. Door de sterke stroom werd hij meegesleurd. Tweeandere mariniers sprongen hem te hulp, maar waren gedwongen terug te keren. De volgende dag werd het ontzielde lichaam van Kramer stroomafwaarts gevonden.
    MARNS 3428-03-19463e Inbat, StafcoMarinier G.H.L. Lonussen was om 23.50 uur voor de hondewacht van 28 maart 1946 als schildwacht op postgezet op de Rotterdamkade in de haven Tandjong Perak te Soerabaja. Toen de korporaal van aflossing om 03.30 uur een ronde maakte, was Lonussen niet op zijn post. Hij was nergens te vinden. Toen omstreeks13.00 uur Lonussen nog steeds onvindbaar was, werd langs de kade gedregd. Om 15.00 uur werd zijnstoffelijk overschot uit het water gehaald. Bij sectie bleek Lonussen aan het hoofd verwond te zijn. Op welke wijze hij te water was geraakt, is onbekend gebleven.
    MARNS 3502-04-1946MobatTijdens een val van een GMC-truck tijdens een patrouille op 15 maart 1946 liep marinier A.C. Scheringa eenernstig letsel op. Hij overleed als gevolg daarvan op 2 april 1946 in het Marinehospitaal te Soerabaja.
    MARNS 3602-04-19462e Inbat, Inco “E”Op dinsdag 2 april 1946 waren enige mariniers in stelling bij Domas, 18 kilometer ten westen van Soerabaja.Door een noodlottige explosie van een handgranaat werd korporaal der mariniers H. Molenaar gedood enmarinier J. van Manen zwaar gewond. Van Manen overleed de volgende dag in het Marinehospitaal teSoerabaja.
    MARNS 3713-04-19461e Inbat, Inco “A” / StafcoTijdens een patrouille in de kampong Modjohtengah, 12 kilometer ten noorden van Krian, liep de marinierW. van den Aarssen van de compagnie “A” op 13 april 1946 op een landmijn. Marinier-ziekenverpleger J. Muldervan de stafcompagnie snelde te hulp, maar liep eveneens op een mijn. Beiden waren vrijwel op slag dood. Mulder wordt herdacht op het Indië-monument te Groningen.
    MARNS 3816-04-19461e Inbat, Inco “A”Tijdens een mijnenpatrouille langs de Mengantiweg bij Sidowoengoe werd marinier W.J.J. Kromwijk op 16 april 1946 vanuit een hinderlaag door vijandelijk vuur dodelijk getroffen.
    Page 663
    MARNS 3919-04-19463e Inbat, Inco “I”Tijdens een patrouille in de Soerabaja-sector sneuvelde op 19 april 1946 de marinier J.L. van Beek doorvijandelijk mitrailleurvuur nabij Goenoengsari. Vanwege het hevige spervuur kon zijn stoffelijk overschotpas enige tijd later worden geborgen.
    MARNS 4030-04-19462e Inbat, Inco “E”Op 30 april 1946 stond korporaal der mariniers N.G. Klaver op een borstwering van zijn post in de sectorGedangan, ten zuiden van Soerabaja, toen hij door een vijandelijke kogel werd getroffen en op slag doodwas.
    MARNS 4102-05-19461e Inbat, Inco “B”Tijdens een patrouille brachten de mariniers L.J. Pieren en L. Nievelstein op 2 mei 1946 nabij kampong Kemendoeng, 23 kilometer ten westen van Soerabaja, een mitrailleur in stelling. Terwijl zij daarmee bezigwaren, werden zij plotseling van zeer korte afstand onder vijandelijk vuur van de TRI56 genomen. Beidenwaren op slag dood.
    MARNS 4204-05-1946TankcoDoor een ongeval bij het laden van een stuk geschut tijdens een actie, werd korporaal der mariniers P.J.J. vanBezoijen ernstig verwond. Hij overleed als gevolg daarvan op 4 mei 1946 in het Marinehospitaal in Soerabaja. Zijn naam is aangebracht op het Monument “Nederlands Oost-Indië” te Tilburg.
    MARNS 4310-05-19461e Inbat, StafcoTijdens het uitzetten van een “anti-personeelsmijn” in de omgeving van Bringkang viel op 10 mei 1946 dehelm van de vooroverbuigende korporaal der mariniers G.W.J. Uiterwijk op de struikeldraad van de mijn. Deze explodeerde, waardoor Uiterwijk en de naast hem staande marinier J.L.H. Willems op slag werden gedood,terwijl korporaal der mariniers J. de Gier ernstig werd gewond. Tijdens vervoer naar het Marinehospitaal teSoerabaja overleed De Gier. Op het monument “Nederlands Oost-Indië” in Tilburg wordt Uiterwijk herdacht. MARNS 4411-05-19462e Inbat, Inco “F”Een patrouille langs het Mengetankanaal in de Gedangan-sector werd op 11 mei 1946 beschoten doorsluipschutters. Marinier P.J. Vos werd door een kogel getroffen en was op slag dood.
    MARNS 4513-05-19462e Inbat, Inco “E”Marinier M.H. Klunder raakte op 11 mei 1946 ten gevolge van vijandelijk vuur ernstig verwond tijdens eenpatrouille ten zuidwesten van Soerabaja, in de nabijheid van Genting. In het Marinehospitaal te Soerabajaoverleed hij twee dagen later aan zijn verwonding.
    MARNS 4617-05-19462e Inbat, Inco “E” / VDMB57Tijdens een patrouille in de Gedangan-sector sneuvelden bij Betro marinier W. Vliek en ESD58 J.J. Frederik door vijandelijk vuur op 17 mei 1946.MARNS 4722-05-19461e Inbat, Inco “A”Tijdens een patrouille tussen Waroengoenoeng en Driaredja op 22 mei 1946 kwam de sergeant der mariniersC.G. Gielen door vijandelijk vuur om het leven.
    MARNS 4828-05-19461e Inbat / Mobat / StafcoTijdens een patrouillerit met een truck in de omgeving van Bringkang, tussen Boboh en Kademan, kwamdoor een noodlottig ongeval met een handgranaat de marinier D.F. Eijlers van het Mobat om het leven.Marinier J. Kramer van het stootpeloton van de Stafco werd door het ongeval zwaar gewond en overleedtijdens zijn vervoer naar Soerabaja
    .MARNS 4929-05-19462e Inbat, staf De bataljonscommandant en zijn opvolger, luitenant ter zee R. Hofstra 59, reden met een jeep bij Betro op een mijn. De bataljonscommandant werd daarbij zwaar gewond, terwijl de zeeofficier op slag werd gedood.
    Page 764
    MARNS 5029-05-19461e Inbat, Inco “C”Bij zonsopkomst van 29 mei 1946 doorzocht een patrouille de kampong Kemendoeng, ten westen vanSoerabaja. Daarbij werd de marinier H. Bemmelen van der Plaat door vijandelijk vuur getroffen. Hij werd metspoed naar het Marinehospitaal in Soerabaja overgebracht, doch overleed daar aan het einde van dedagwacht.
    MARNS 5104-06-19462e Inbat, Inco “F”Op 4 juni 1946 kwam een patrouille die vanuit Kletek was vertrokken, plotseling bij de kampongSameiboeloe in de Gedangan-sector zwaar onder vuur te liggen. De waarnemer vroeg artilleriesteun aan,maar gaf per abuis zijn eigen positie op. Voordat hij dat kon herstellen, werd de patrouille door eigen vuurbeschoten. Kapitein W.H. Dirks en marinier P.J. Houtepen verloren hierbij het leven. Naar Houtepen werd op 21 maart 1962 een ondiepwatermijnenveger vernoemd.
    MARNS 5205-06-19462e Inbat, Inco “E”Tijdens een patrouille in de omgeving van Kletek werd marinier H. Rebergen op 5 juni 1946 door een vijandelijke kogel getroffen. Hij overleed vrijwel onmiddellijk.
    MARNS 5312-06-19463e Inbat, Inco “I”Op 12 juni 1946 bevond het pionierspeloton van sergeant der mariniers J.F. van der Sluysveer zich op de weg Waroengoenoeng-Driaredja. Op een gegeven moment werd de groep van deoverzijde van de kali Soerabaja door vijandelijke schutters onder vuur genomen. De sergeant gaf bevel stelling te nemen achter een dijk die langs de kali liep. Toen de groep zich naar de overzijde van de wegbegaf, werd Van der Sluijsveer door vijandelijk vuur getroffen. Hij overleed dezelfde dag in hetMarinehospitaal te Soerabaja.
    MARNS 5412-06-19462e Inbat, Inco “E”Tijdens een patrouille in de omgeving van Soerabaja werd marinier C.J.L. van Steen nabij kampong Kragandodelijk getroffen door een vijandelijke geweerkogel. Op een plaquette in Breda wordt Van Steen herdacht.
    MARNS 5521-06-19463e Inbat, Inco “L”Uit de Grissee-sector terugkomend met een mitrailleurgroep kwam marinier G. Franx door een ongeval meteen handvuurwapen op 21 juni 1946 om het leven.
    MARNS 5626-06-19462e Inbat, Inco “E”Tijdens een patrouille in de omgeving van Sidoporno, ten zuiden van Soerabaja, werd marinier G. van denKruisweg op 26 juni 1946 door vijandelijk vuur ernstig gewond. Hij werd overgebracht naar Soerabaja, waarhij nog dezelfde dag in het Marinehospitaal aan zijn verwondingen overleed.
    MARNS 5706-07-1946 2e Inbat, Inco “G”Tijdens een patrouille van het 1e infanteriepeloton nabij Sambirono-Wetan, in de omgeving van Soerabaja,werd op 6 juli 1946 de marinier L.A. van Vuren bij kampong Samirono dodelijk getroffen door eenvijandelijke mitrailleurkogel.
    MARNS 5811-07-19462e Inbat, Inco “E”Korporaal der mariniers R.P. de Leeuw en marinier H.J.L. Camps zaten op 11 juli op hun post in de Gedangan-sector met enkele andere mariniers van hun infanterie-peloton te praten, toen zij werden verrast door eenvoltreffer van vijandelijke artillerie. Beiden kregen daardoor zoveel letsel dat zij kort erna overleden.
    MARNS 5914-07-19461e Inbat, Inco “A”Tijdens een patrouilletocht op 13 juli 1946 werd sergeant der mariniers F.H. van Wijlick op een kilometer tenzuidwesten Driaredja door een vijandelijke kogel zwaar gewond. Hij werd met spoed overgebracht naar hetMarinehospitaal in Soerabaja, maar overleed daar de volgende dag.
    MARNS 6015-07-19463e Inbat, Inco “I”Tijdens een patrouille van het 2e infanteriepeloton zagen de mariniers op 15 juli 1946 bij kampong Wadoengasih nabij Driaredja een aantal in groen geklede figuren die op ca 75 meter het vuur op henopenden. Marinier J.J. van Wunnik werd door een kogel gedood.
    MARNS 6119-07-1946Genbat / MedcoOp 19 juli 1946 reed een truck van het Geniebataljon, terugkerend van het front met gewonde Indonesische guerrillastrijders, ten noorden van Soerabaja bij Oedjong op een mijn. Het voertuig sloeg over de kop.Mariniers M. Cornelissen en H. Offerman werden daarbij zwaar gewond. Beiden werden naar hetMarinehospitaal overgebracht, waar zij dezelfde dag aan hun verwondingen overleden.
    MARNS 6221-07-19461e Inbat, Inco “A” Adjudant onderofficier der mariniers A. Pronk, korporaal der mariniers J. Boers en marinier P. in ‘t Velt kwamen nabijDriaredja op 21 juli 1946 om het leven toen een vijandelijke mijn die zij onschadelijk wilden maken,plotseling explodeerde.
    MARNS 6321-07-1946Arbat / batt. “A”Bij een poging om op 21 juli 1946 in de buurt van Driaredja een vijandelijke mijn onschadelijk te maken,explodeerde deze. De mariniers Th. de Boer en S. Kootstra werden vrijwel direct door scherfwerking gedood.
    MARNS 6422-07-19463e Inbat, Inco “K”Op 22 juli 1946 overleden luitenant der mariniers J.M. Wout en sergeant der mariniers J.H.M. Boonen aanverwondingen die zij tijdens een patrouille bij kampong Botokan in de Gedangan-sector als gevolg vanvijandelijk mitrailleurvuur hadden opgelopen.
    MARNS 6523-07-19463e Inbat, Inco “I”Tijdens een patrouille nabij Betro in de omgeving van Gedangan liep de korporaal der mariniers A.A.H. vanDartel op een booby-trap. Hij overleed aan zijn verwondingen tijdens het vervoer naar het Marinehospitaal.
    MARNS 6627-07-19462e Inbat, Inco “E”Tijdens een patrouille in de kampong Koewoeng nabij Soerabaja werd de luitenant der mariniers J.S.M. van derVossen op 27 juli 1946 door vijandelijk vuur getroffen. Hij sneuvelde vrijwel onmiddellijk.
    MARNS 6728-07-19463e Inbat, Stafco (gedetacheerd bij Inco “K”)Bij een patrouille in de buurt van Karangnongko, ten zuidwesten van Gedangan, werd plotseling vijandelijkmortiervuur ontvangen, terwijl de patrouille bovendien vanuit bomen en sawahs met snipervuur werdbestookt. Daarbij raakte de luitenant der mariniers K.H.G. Nijssen zwaar gewond. Hij werd met spoed naar hetMarinehospitaal te Soerabaja overgebracht, doch overleed daar dezelfde dag. Op het monument “Nederlands-Indië” te Venlo wordt Nijssen herdacht.
    MARNS 6819-08-19461e inbat, Inco “A”Tijdens de operatie Quantico sneuvelden in kampong Banjoe Oerip, op achttien kilometer ten noord-westen van Krian, op 19 augustus 1946 te 14.00 uur de mariniers G.A. Amptmeijer en K.F. Smits doorvijandelijk vuur.
    MARNS 6923-08-19462e Inbat, Inco “F”Tijdens het patrouilleren werd marinier W.G.J. Zeevenhoven op 23 augustus 1946 bij kampong Pagerwodjo-Lor, nabij Sidoardjo, getroffen door een geweerkogel van een sluipschutter. Hij was op slag dood. Op het monument “Nederlands-Indië” te Venlo wordt Zeevenhoven herdacht.
    MARNS 7005-09-19462e Inbat, inco “F”Tijdens een patrouille op 5 september 1946 door kampong Keboansikep in de omgeving van Soerabajaverdween de vooroplopende marinier W.A.M. Winkelman opeens in het struikgewas. Toen de patrouille opdie plek was aangekomen, zag een marinier een figuur in gebukte houding door het struikgewas kruipen. Inde veronderstelling met een Indonesische guerrillastrijder te maken te hebben, vuurde hij onmiddellijk. Hetbleek Winkelman te zijn, die kort daarop aan de schotverwonding overleed.
    Page 9
    66 MARNS 7114-09-19463e Inbat, inco “K”Op 14 september 1946 sneuvelde de luitenant der mariniers J.M. Hombergen ten gevolge van vijandelijk vuur bijKebanagoeng / Wilajoet ten zuiden van Soekodono in de Gedangan-sector.
    MARNS 7217-09-1946VDMBDoordat op 17 september 1946 een truck van de veiligheidsdienst tijdens een patrouille bij Kedamean, in deomgeving van Soerabaja, op een mijn reed, kwam de bij de veiligheidsdienst geplaatste militie-matroos H.L. deCeuninck van Capelle om het leven.
    MARNS 73 ..-09-1946 VDMBIn september 1946 sneuvelde op Oost-Java de inheemse employé van speciale diensten M.D. Noedin. Exactedatum, locatie en toedracht zijn onbekend.MARNS 7428-09-19462e Inbat, StafcoBij de geniebrug nabij Kletek reed een GMC-truck van het Medisch Peloton op 27 september 1946 de kaliin. Daarbij werd de sergeant-majoor der mariniers J. Ekkel zwaar gewond. Hij overleed de volgende dag in hetMarinehospitaal te Soerabaja.MARNS 7511-10-19461e Inbat, Inco “A”Tijdens een patrouille met het mitrailleurpeloton nabij kampong Sidokerto in de Gedangan-sector werd op11 oktober 1946 de korporaal der mariniers H.F. van der Horst door een vijandelijke kogel getroffen. Hijoverleed tijdens het transport naar Gedangan.
    MARNS 7612-10-19461e Inbat, Inco “I”Door een ongelukkige samenloop van omstandigheden explodeerde op 12 oktober 1946 in de Darmowijkte Soerabaja een gevonden vijandelijke 37 mm antitankgranaat, waarvan men veronderstelde dat dieonschadelijk was. Marinier J. Swarts werd hierdoor op slag gedood. Op het Indië-monument te Groningen wordt Swarts herdacht.
    MARNS 7703-11-19463e Inbat, Inco “K”Vier mariniers gingen op 3 november 1946 vanuit Ploemboengan op stap om in de kampongSawohtjangkring eieren en vruchten te gaan kopen. Zij keerden daarvan niet terug. Toen men dezelfdemiddag een onderzoek instelde, bleek dat de vier in handen waren gevallen van de TNI. Mariniers J.A.C.Baarda en G. Deutekom waren gedood, terwijl marinier S. Groot zwaar gewond gevangen was genomen endezelfde dag in het republikeinse hospitaal te Malang aan zijn verwondingen overleed. De marinierVredenbregt werd krijgsgevangen gemaakt, doch later uitgewisseld.
    MARNS 7806-11-19463e Inbat, Inco “KDe korporaal der mariniers W. Brunott sneuvelde tijdens het patrouilleren te Soekodono, nabij Soerabaja op 6november 1946 als gevolg van vijandelijk artillerievuur.MARNS 7908-11-19462e Inbat, Inco “C”Marinier A. Janssen werd op 8 november 1946 tijdens een patrouille in de kampong Detejiro vermist. Hijbleek op die dag gesneuveld te zijn zonder dat de andere leden van de patrouille dat hadden bemerkt. Zijnstoffelijke resten werden zes dagen later door Indonesiërs gevonden. Zij brachten de Mariniersbrigadedaarvan op de hoogte.
    MARNS 8025-11-1946VDMBTen gevolge van vijandelijk vuur nabij Sawahan, ten zuidoosten van Gedangan, sneuvelde op 25 november1946 employee speciale diensten H.T. Eestermans.
    MARNS 8126-11-19463e Inbat, Inco “I”Te Sawahan in de Gedangan-sector werd de korporaal der mariniers G.P.L. Hopstaken van hetmitrailleurpeloton op 26 november 1946 door vijandelijk mortiervuur ernstig gewond. Hij werd naar het Marinehospitaal te Soerabaja overgebracht. Daar overleed hij aan zijn verwondingen.
    MARNS 8220-01-19473e Inbat, Inco “K”Op 20 januari 1947 werd een patrouille tussen Karangnongko en Soekodono in de Gedangan-sectorplotseling door vijandelijk mortiervuur beschoten. Marinier W. van Wermeskerken zocht dekking in eengreppel waarin een bom was verborgen. De bom explodeerde, zodat Van Wermeskerken zwaar gewondraakte. Hij werd met spoed naar het Marinehospitaal te Soerabaja vervoerd, doch overleed daar aan zijn verwondingen.
    MARNS 8324-01-19473e Inbat, Inco “I”Tijdens een zuiveringsactie van het mitrailleurpeloton te Boedoeran in de Gedangan-sector werd dekorporaal der mariniers A.J. van Lunsen op 22 januari 1947 door een sluipschutter neergeschoten. Na ter plaatsebehandeld te zijn door een ziekenverpleger, werd hij naar de noodziekenboeg in Gedangan vervoerd.Vervolgens werd hij per ambulance naar het Marinehospitaal te Soerabaja overgebracht. Daar overleed hijop 24 januari aan zijn verwondingen.
    MARNS 8424-01-1947Arbat, batt “A”Tijdens het afgeven van artillerievuur bij een actie in de Gedangan-sector, nabij Ngemboeng enKemendoeng, raakte door een ongeval de luitenant der mariniers K.Chr. Prins levensgevaarlijk gewond. Hij overleed dezelfde dag in het Marinehospitaal te Soerabaja.
    MARNS 8525-01-19473e Inbat, Inco “I”Op zaterdag 25 januari 1947 had sergeant der mariniers F. Steens de leiding bij het opruimen van mijnen enbommen op de weg naar Boedoeran in de omgeving van kampong Seroeni. Hier werd een vliegtuigbom onder de spoorrails ontdekt, waarvan de draad die aan het ontstekingsmechanisme was verbonden over deweg was gespannen. Sergeant Steens waarschuwde zijn ondergeschikten van de draad af te blijven en liep naarde bom. Hij was kennelijk van plan de bom met zijn bajonet te onderzoeken. Terwijl hij hurkte,explodeerde deze door onbekende oorzaak. Steens werd op slag gedood.
    MARNS 8605-02-19472e InbatOp woensdag 5 februari 1947 werd om 20.15 uur de post Halte Prambon, gelegen circa zes kilometer tenzuiden van Krian, door vijandelijke artillerie onder vuur genomen. Een der eerste salvo’s sloeg midden in depost, terwijl een granaat door de muur van een huis binnendrong en in een der kamers ontplofte. Marinier C.van der Pijl die in deze kamer lag te slapen, werd daardoor zwaar gewond. Medische hulp mocht niet meerbaten. Hij overleed om 22.00 uur.
    MARNS 8706-03-1947Ten gevolge van een mijnexplosie tijdens een patrouille van een peloton van de Mariniersbrigade evenbuiten Soerabaja, werd de bij het peloton ingedeelde korporaal-ziekenverpleger T. Ferouge zwaar gewond. Hijoverleed als gevolg daarvan op 6 maart 1947 in het Marinehospitaal te Soerabaja.
    MARNS 8817-03-1947Verka / 2e Inbat, Inco “E”Tijdens de actie ‘Ideaal’ was de reserve luitenant der mariniers C.H. Kranenburg, die van de cavalerie bij deMariniersbrigade was gedetacheerd, als commandant van het 1e peloton pantserwagens van deverkenningsafdeling, op 17 juli 1947 op weg van Modjosari naar de sluizen te Milrip, ten oosten vanModjokerto, om deze te bezetten. Op een gegeven moment naderde een motor met zijspan, bemand metALRI60 manschappen. Zij maakten de indruk zich te pletter te willen rijden tegen de voorste pantserwagen.Luitenant Kranenburg beschoot hen vanuit de toren met zijn tommy-gun. De motorfiets vloog de weg af envatte vlam. Toen de luitenant zich echter iets te ver uit de toren verhief doorboorde een vijandelijke kogelzijn helm. Hij was op slag dood.
    MARNS 8918-03-1947Verka / 2e Inbat, Inco “E” Op 18 maart 1947 werden bij Lengkong, ten noordoosten van Modjokerto, sergeant der mariniers A.G. Dekkervan het 2e Inbat en korporaal der mariniers G. Bolleman van de Verka door kogels dodelijk getroffen. Marinier J.van der Holt van het 2e Inbat werd levensgevaarlijk gewond en met spoed naar Soerabaja overgebracht. Devolgende dag overleed hij aan zijn verwondingen. Op herdenkingsmonumenten in Beverwijk en in Terneuzen zijn de namen te vinden van respectievelijk Dekker enBolleman. De naam Van der Holt is opgenomen in het Indië-monument te Groningen.
    MARNS 9022-03-1947GenbatAls gevolg van het exploderen van een vijandelijke vliegtuigbom nabij Krian kwam de korporaal der mariniersC.L. Geerts van het Geniebataljon op 22 maart 1947 om het leven.
    MARNS 9126-03-19473e Inbat, Inco “I” / BrigstafcoOp 25 maart 1947 vertrokken vanuit Pandanaroem infanteriecompagnie “I” en een detachement van deveiligheidsdienst van de Mariniersbrigade met de opdracht Trawas en Patjet te bezetten. De actie werd‘Operatie Klimmer’ genoemd. Op 26 maart bij Trawas aangekomen, werden achter een huis twee verdachteIndonesiërs ontdekt. Toen die de mariniers zagen aankomen, trokken zij zich terug in de sawahs. Zijwerden door de mariniers onder vuur genomen, waarop zij dekking zochten achter een sawahdijkje enterugvuurden. Korporaal der mariniers W.H. Peters van de compagnie “I” en marinier J.L. van Oorschot van deStafcompagnie werden daarbij dodelijk getroffen. Op een plaquette in Nijmegen wordt Peters herdacht.
    MARNS 9216-06-1947ZwacoOp 16 juni 1947 reed een jeep, bestuurd door de luitenant der mariniers J.A.G. van Groesen van de ZwareWapens Compagnie, op de weg van Soerabaja naar Sidoardjo op twee landmijnen. De jeep werd enigemeters weggeslingerd. Luitenant Van Groessen raakte daarbij levensgevaarlijk gewond. Van de drie meerijdersraakten er twee zwaar- en één lichtgewond. Allen werden door een ambulance van de Medische Compagnievan de Marbrig naar het Marinehospitaal vervoerd. Daar overleed luitenant Van Groesen aan zijnverwondingen. Op het monument “Nederlands-Indië” te Venlo wordt luitenant Van Groesen herdacht. MARNS 9321-07-1947 Brigstafco / VDMBTijdens de Eerste Politionele Actie werd na de landing bij Probolinggo sergeant der mariniers J. van Waateringe,die zich op een M-2 truck bevond, door een vijandelijke kogel getroffen. Kort daarna overleed hij als gevolgvan zijn verwonding.
    MARNS 9421-07-19473e Inbat, Inco “K”Tijdens de Eerste Politionele Actie betrok korporaal der mariniers Tj. Nauta op 21 juli 1947 een dubbelpost ophet kruispunt gelegen aan de kali Porong twee kilometer ten noorden van Gempol. Even later arriveerdeeen truck met ammunitie voor de tanks. Toen deze truck keerde om naar Gempol terug te rijden, reed hetvoertuig op een vliegtuigbom. De chauffeur, marinier H.A.M. Caris en de korporaal die vlak achter de truckstond, werden bij de explosie ernstig verwond. Ter plaatse werd eerste hulp verleend en vervolgens werdende gewonden naar het Marinehospitaal te Soerabaja overgebracht. Nauta overleed na enige uren, Caris devolgende dag. In Broeksterwoude is een straat naar Nauta genoemd.
    MARNS 9525-07-19472e Inbat, Inco “F”Op 25 juli 1947 sneuvelde ten gevolge van vijandelijk vuur de commandant van het 3e peloton, luitenant dermariniers F.J. van Iersel, te Ardjasa, acht kilometer ten oosten van Sitoebondo.
    MARNS 9627-07-19473e Inbat, Inco “L”Op 27 juli 1947 werd de sergeant der mariniers/ziekenverpleger L.H. Buntinx bij het hulp bieden aan een aantalgewonde mariniers tijdens een gevecht tussen Singosari en Modjosari bij Ardjosari door vijandelijk vuurgetroffen. Hij overleed als gevolg daarvan tijdens zijn vervoer naar Soerabaja.
    MARNS 9728-07-1947Mobat, Inco “C”Tijdens een patrouille in de nabijheid van Klakah viel marinier H. Hogenkamp op 28 juli 1947 in eensnelstromende kali en verdronk, omdat hij te zwaar bepakt was om zich zwemmend in veiligheid te kunnenbrengen.
    MARNS 9830-07-19473e Inbat, Inco “L”Tijdens de Eerste Politionele Actie op patrouille vanuit Lawang naar Blimbing sneuvelde mitrailleurschuttermarinier J.A. Jansen nabij Singosari op 30 juli 1947 ten gevolge van hevig vijandelijk vuur vanuit Ardjosari.
    MARNS 9930-07-1947TankcoTijdens een patrouille nabij Bondowoso op 30 juli 1947 zat korporaal der mariniers P.A. Jägers op een rijdendetank, waar hij door onbekende oorzaak van afviel en vervolgens werd overreden. Hij raakte daarbij ernstiggewond. In het Marinehospitaal te Soerabaja overleed hij aan zijn verwondingen.
    MARNS 100 31-07-19471e Inbat, Inco “B”Tijdens een patrouille werd marinier A. ten Hove op 31 juli 1947 op de kruising Smeroeweg-Kali Glidek nabijPasirian door vijandelijk mitrailleurvuur dodelijk getroffen.
    MARNS 101 01-08-19472e Inbat, Inco “E”In de vroege morgen van 31 juli 1947 doorzocht het 2e infanterie peloton van compagnie ‘E’ hetkampongcomplex Ledokamba. Alles bleek rustig te zijn. Na het verlaten van het complex liep de korporaalder mariniers J.A.G. Nols als commandant van een automatische geweergroep voorop over een weg. Bij dekatoenaanplant aan de overzijde van de weg stond een twintigtal Javanen. Nols liep daarop af en, dichtbijgekomen werd hij plotseling door een van hen gegrepen en met een kris ernstig verwond. Omdat dekorporaal zich op dat moment tussen de Javanen en zijn eigen geweergroep bevond, konden zijn collega’sniets uitrichten. Direct daarop verdwenen de Javanen en werd Nols naar het noodhospitaal te Djembervervoerd, waar hij de volgende dag aan zijn verwondingen overleed.MARNS 102 01-08-19471e Inbat, Inco “C”Tijdens een patrouilleactie nabij de vulkaan Bromo raakte marinier Th.J. Giesen ten gevolge van vijandelijkvuur ernstig gewond. Tijdens vervoer naar Probolinggo overleed hij op 1 augustus 1947 nabij Ngadas aanzijn verwondingen.MARNS 103 03-08-19472e Inbat, Inco “F”Marinier L. van Rixtel overleed op 3 augustus 1947 te Tegalampel, vier kilometer ten noordoosten vanBondowoso, aan verwondingen die hij opliep tijdens een vuurgevecht met Indonesische guerrillastrijders.MARNS 104 05-08-19472e Inbat, Inco “E” / VDMBOp 5 augustus 1947 reed een bevoorradingspatrouille van twintig mariniers met enkele trucks op de wegvan Djember naar Amboeloe, toen zij plotseling hevig werden beschoten vanuit een hinderlaag. Korporaal dermariniers J. Bruggink sneuvelde en enkele andere mariniers raakten gewond. De patrouille maakterechtsomkeert naar Djember. Onderweg stuitten zij op inderhaast aangebrachte wegversperringen enwerden bovendien met geweervuur bestookt. Bij één van de versperringen moest een vastgelopen trucknoodgedwongen worden achtergelaten. Bij het overstappen naar een andere truck moest een woestschietende bende van circa 500 Indonesiërs op afstand worden gehouden. Daarbij raakte marinier E.G.Huijing zwaar gewond en sneuvelde employé speciale diensten Abdullah. De patrouille kon Djember bereiken,waar Huijing echter als gevolg van zijn verwondingen overleed. Huijing’s naam is opgenomen op het Indië-monument te Groningen.
    MARNS 105 05-08-19472e Inbat, Inco “F”Als gevolg van een ongeval met een jeep op de weg van Bondowoso naar Sitoebondo tijdens een patrouilleop 5 augustus 1947 kwam de marinier W.F.P.M. Simons om het leven. Ter nagedachtenis is zijn naam aangebracht op het monument “Nederlands Oost-Indië” te Tilburg.
    MARNS 106 05-08-19473e Inbat, Inco “K”Tijdens een patrouille van het 2e peloton op 5 augustus 1947 met twee amfibie-tractoren (amtracks) en tweegeweergroepen van Pamekasan naar Boengboengan op Madoera, werd korporaal der mariniers A.J. Wanders bijeen poging het touw van een trekbom door te knippen, door de scherven van de desondanks exploderendebom zwaar gewond. Hij overleed als gevolg daarvan enkele ogenblikken later.MARNS 107 14-08-1947Stafco / VDMBOp 14 augustus 1947 sneuvelde de korporaal der mariniers C. de Jager ten gevolge van vijandelijk vuur bijPasoeroean.
    MARNS 108 14-08-19471e Inbat, Inco “B”In de vroege morgen van 14 augustus 1947 verlieten mariniers de truck die hen tot op twee kilometer vanGoenoengsawoer, ten noordwesten van Pasirian, had gebracht. Zij liepen naar Goenoengsawoer en vandaarnaar het noorden. De opdracht was de kampong Soemberwodjoer te doorzoeken en daarna naar het oostenaf te buigen. De patrouille was nauwelijks op weg of de spits zag een man lopen, gewapend met handgranaten. De groep kreeg plotseling veel vuur van beide kanten en van voren. Sergeant der mariniers J.Ottevanger en marinier G.J.Mensink werden daarbij gedood.
    MARNS 109 16-08-19473e Inbat, Inco “L”Ten gevolge van vijandelijk vuur in kampong Wonoasih ten zuidwesten van Modjosari werd marinier H.Hecker op 16 augustus 1947 gedood.
    MARNS 110 19-08-19471e Inbat, Inco “A”Tijdens een patrouille nabij Tanggoel, negentien kilometer ten westen van Djember, werd de marinier D. deHaan op 19 augustus 1947 door een sniperschot zwaar gewond. Hij overleed dezelfde dag in hetveldhospitaal te Djember.
    MARNS 111 22-08-19471e Inbat, Inco “C”Tijdens patrouille in kampong Wonoasih, nabij Probolinggo, werd op 22 augustus 1947 de korporaal dermariniers A.J. van der Moesdijk ten gevolge van vijandelijk geweervuur zwaar gewond. Hij werd directovergebracht naar de ziekenboeg van de compagnie in Probolinggo, doch overleed kort na aankomst.
    MARNS 112 22-08-19472e Inbat, Inco “F”Tijdens een patrouille bij Sitoebondo verloor marinier G. Paskamp op 22 augustus 1947 het leven. Tengevolge van de kunstmatige verlichting en het heldere maanlicht waren er schaduweffecten ontstaan, zodatPaskamps eigen post meende een vijandelijke bende te ontdekken, waarop men vuur opende. Daarbij kwamPaskamp om het leven.MARNS 113 26-08-19473e Inbat, Inco “L”Tijdens een patrouille werd marinier H.W. de Wilde op 26 augustus 1947 bij Modjokerto door een vijandelijkekogel levensgevaarlijk gewond. Dezelfde dag overleed hij in het Marinehospitaal te Soerabaja.MARNS 11405-09-19471e Inbat, StafcoOp 5 september 1947 vertrok omstreeks 08.30 uur een konvooi van Djatiroto naar Djember. Om circa09.00 uur reed een masterjeep van het verbindingspeloton tussen Tanggoel en Rambipoedji op een mijn,kantelde en raakte in brand. De mariniers H.Th.M. van de Ven, M.R. Koster en A. Pul werden uit het voertuiggeslingerd en vervolgens door de vijand met slagwapens gedood. Het konvooi werd intussen onder vuurgenomen door vijandelijke mitrailleursschutters die echter konden worden verdreven. Marinier J. Put wastijdens het gevecht zwaar gewond geraakt en werd afgevoerd naar Soerabaja, waar hij op 10 oktober in hetMarinehospitaal aan zijn verwondingen overleed.
    MARNS 115 07-09-19472e Inbat / VDMBDoor een noodlottig misverstand werd tijdens het omsingelen van de kampong Soemberketempak, nabijKalisat, op 6 september 1947 de employé speciale diensten en tolk F.M. Tambuwun door eigen vuur ernstigverwond. Met spoed werd hij overgebracht naar het veldhospitaal te Djember, doch hij overleed devolgende dag aan zijn verwondingen.
    MARNS 116 11-09-19472e Inbat, StafcoTijdens een patrouille in de omgeving van Djember liep de commandant van het stootpeloton, luitenant dermariniers H.A.L. Bila, op 11 september 1947 op een mijn en werd daardoor levensgevaarlijk gewond. Hijoverleed aan zijn verwonding in het “C” hospitaal te Djember en werd begraven in Sitoebondo.
    MARNS 117 13-09-19473e Inbat, Inco “K”Marinier P.C. van Dommelen sneuvelde op 13 september 1947 ten gevolge van vijandelijk vuur in kampongGlindih in de stelling Bandegan-Koelon.
    Page 14
    71 MARNS 118 13-09-19471e Inbat, Inco “B” Ten gevolge van vijandelijk artillerievuur op de weg Klakah-Djatiroto werd de korporaal der mariniers L.J. Dorop 13 september 1947 gedood.
    MARNS 11919-09-1947Brigstafco, VDMB / Mobat, Inco “B”Doordat Indonesische guerrillastrijders op tien kilometer oostelijk van Djember een handgranaat naar eenmarinierskonvooi wierpen, werden de luitenants der mariniers N.A. Mul van de veiligheidsdienst en P.J.L. de Greeff van het motortransportbataljon op 19 september 1947 ernstig gewond. Zij overleden in hetveldhospitaal te Djember en werden begraven in Sitoebondo.
    MARNS 120 19-09-19472e Inbat, Inco “G”Op vrijdag 19 september 1947 vertrok een gemotoriseerde patrouille van 20 man in twee trucks en een jeepvan de post Amboeloe naar Baloenglor, gelegen tussen Djember en Poeger. Nabij Grenden was een stalendraad over de weg gespannen die door de chauffeur van de jeep, marinier J.M. Post, te laat werd opgemerkt.De commandant van de patrouille, luitenant der mariniers H.W.F. Bongers, werd daardoor gedood. Depatrouille werd direct beschoten met automatische wapens, geweren en karabijnen. Voordat marinier Post uitde jeep kon springen, werd hij door vijandelijke schoten geraakt en was op slag dood. Post wordt herdacht op het Indië-monument te Groningen.
    MARNS 121 22-10-19473e Inbat, Inco “I”Vanuit Loemadjang werd een patrouille uitgezonden naar de zuidkust van Oost-Java om contact op tenemen met een patrouillevaartuig van de Koninklijke Marine. Dit contact werd op 22 oktober 1947 om10.00 uur bij Poeger-koelon tot stand gebracht. Op de terugweg liep de patrouille bij Kentjong, twintigkilometer ten zuidoosten van Loemadjang, in een vijandelijke hinderlaag van waaruit met automatischewapens goed gericht vuur werd afgegeven. Al bij het eerste salvo werd marinier M.H. Smit door een kogeldodelijk getroffen.
    MARNS 122 22-10-19471e Inbat, Inco “A”Tijdens een patrouille van Loemadjang naar Daroengan liepen op 22 oktober 1947 korporaal der mariniers J.Bijdemast en marinier P.K. Stam in kampong Djarit nabij Pasirian op een mijn en werden op slag gedood.
    MARNS 123 30-10-1947Depot troepenTijdens een patrouille in de nabijheid van Bondowoso werd op 30 oktober 1947 de marinier J.J.G.M. Crousendoor een vijandelijke kogel geraakt. Hij overleed ter plaatse.
    MARNS 124 02-11-19473e Inbat, Inco “K”Op 2 november 1947 werd het 3e peloton van compagnie ‘K’ belast met de beveiliging van de trein vanDjember naar Banjoewangi. Daartoe had korporaal der mariniers J.S.A. Kop Jansen plaatsgenomen op delocomotief en de overige mariniers van het peloton in de wagons. Twintig minuten na het vertrek naderdede trein een baanverhoging bij Kalisat. Plotseling klonken er schoten en de mariniers op de treinbeantwoordden onmiddellijk het vuur. Door obstakels op de rails kantelden de locomotief en enkelewagons. Kop Jansen en het spoorwegpersoneel kwamen daarbij om het leven.
    MARNS 125 04-11-19473e Inbat, Inco “L”Tijdens een patrouille met een peloton rekruten van het Depot troepen sneuvelde marinier G.C. de Groot op4 november 1947 nabij Tjoerahmalang, een plaats ten zuidoosten van Djember, door vijandelijk vuur.
    MARNS 126 08-11-1947Mobat, StafcoOp 8 november 1947 vertrok ‘s morgens een konvooi, bestaande uit drie trucks waarin een luitenant en elfmariniers waren gezeten, van Djember via Mangli naar Amboeloe. Voorbij Mangli reed de voorste truck opeen mijn, waardoor de achterkant van het voertuig in brand vloog. Op datzelfde moment werd het konvooionder vuur genomen, ten gevolge waarvan marinier J.H. Notermans sneuvelde. Zijn stoffelijk overschot werdnaar het hospitaal te Djember overgebracht.
    MARNS 127 13-11-19473e Inbat, Inco “L”Tijdens een patrouille werd marinier A. Smits op 13 november 1947 nabij Wonoredjo, ten oosten vanDjember, door vijandelijk mitrailleurvuur getroffen, waardoor hij op slag dood was. Zijn stoffelijkoverschot werd de volgende dag in Sitoebondo begraven.
    MARNS 128 15-11-19471e Inbat, Cie “I”Tijdens een patrouille in de omgeving van Semboro, negen kilometer ten zuidoosten van Tanggoel, werd op14 november 1947 de sergeant der mariniers A. Klarenberg, tijdens het beantwoorden van vijandelijk vuur dooreen explosie van een eigen mortiergranaat verwond. Als gevolg daarvan overleed hij de volgende dag. Metmilitaire eer werd hij op de Algemene Begraafplaats in Loemadjang begraven.
    MARNS 129 21-11-1947Arbat, Bat “A”Als gevolg van een bomontploffing nabij Soerabaja op 21 november 1947 werd de marinier IJ.P. van Dijkgedood. Op het herdenkingsmonument “Nederlands Oost-Indië” te Tilburg is zijn naam opgenomen.
    MARNS 130 25-11-19471e Inbat, Inco “B”Op zaterdagmorgen 22 november 1947 reed vanuit Soerabaja een patrouille met twee jeeps naar deonderneming ‘Kamar Tengah’ bij Goetjialit, ten zuidwesten van Klakah in het Krageangebergte, om deadministrateur van de onderneming daarheen te brengen. Boven aangekomen zouden de jeeps op 25november terugrijden. Een werd bestuurd door marinier H.P. Spee. Als enige passagier zat een Indonesischechauffeur van de onderneming naast hem. Bij Poesoeng Pakel aangekomen slipte de jeep en stortte in eenravijn, waarbij Spee om het leven kwam, doch de ondernemingschauffeur slechts licht gewond raakte.
    MARNS 131 08-01-1948VDMBEmployé speciale diensten C.D. Wessels sneuvelde bij het inwinnen van inlichtingen ergens op Oost-Java op 8januari 1948. Nadere details ontbreken.
    MARNS 132 19-01-19484e Inbat, Inco “W” Bij Josowilangoen ten zuidoosten van Loemadjang raakte een GMC-truck van compagnie ‘W’ op 19 januari1948 in een hinderlaag van de TNI. Daarbij sneuvelde marinier H.J.H. Bos. Hij werd begraven op deAlgemene Begraafplaats te Loemadjang. De naam van Bos komt voor op het Indië-monument te Groningen.
    MARNS 133 21-02-19484e Inbat, Inco “W”Tijdens het patrouilleren raakte marinier R. Visbeek op 21 februari 1948 bij het doorwaden van desnelstromende kali Krai nabij Josowilangoen plotseling onder water. Nadat hij op het droge was gebracht,bleek hij niet meer te leven.
    MARNS 134 24-02-19485e InbatOp 24 februari 1948 overleed in het Marinehospitaal te Soerabaja de marinier B.T. Kors aan eenschotverwonding, opgelopen door een vuurwapenongeval tijdens een patrouille met een mitrailleurpelotonin de omgeving van Soerabaja.
    MARNS 135 14-08-19485e InbatTen gevolge van een vuurwapenongeval in een landmachtpost te Wangoenredja op West-Java, waar hij bijzijn broer op bezoek was, kwam op 14 augustus 1948 de marinier C.A.J. Laurey om het leven. Zijn naam is aangebracht op het monument “Nederland Oost-Indië” te Tilburg.
    MARNS 136 15-10-1948ATE / BrigstafcoTijdens een landingsoefening op 15 oktober 1948 op de zuidkust van Madoera viel door onbekendeoorzaak de landingsklep van de LP (Landings Ponton) open. Het vaartuig kapseisde en door de sterkestroom verdronken de zes opvarenden, onder wie sergeant-telegrafist L.E. de Haas. De sergeant wasbemanningslid van Hr.Ms. Tidore. Omdat de korvet in het Marine Etablissement in onderhoud lag en deMariniersbrigade kampte met een tekort aan verbindingspersoneel, was De Haas tijdelijk bij destafcompagnie van de brigade gedetacheerd.
    MARNS 137 12-11-1948VDMBOp 12 november 1948 werd de employé speciale diensten Kario vermist. Hij was ergens op Oost-Java eeninlichtingenopdracht aan het uitvoeren.
    MARNS 138 28-12-1948Regiment Huzaren van BoreelTijdens een nachtelijke konvooirit van Rembang naar Blora op 28 december 1948 stortte een gepantserde¾ tonner ten gevolge van een trekbomexplosie in een diepe kali bij Mantingen, dertien kilometer tennoorden van Blora. Daarbij kwamen vier bij de Mariniersbrigade gedetacheerde huzaren van het 2-2Mitrailleurpeloton om het leven.
    MARNS 139 03-01-19495e Inbat, StafcoTen gevolge van vijandelijk vuur werd de marinier C. Bil op 3 januari 1949 zwaar gewond. Hij overleeddezelfde dag in het 2e Veldhospitaal te Kertosono.
    MARNS 140 05-01-19494e Inbat, StafcoOp 5 januari 1949 kreeg marinier G. Lammers opdracht met een jeep naar Ngawi ten noordwesten vanMadioen te rijden. Onderweg nam hij echter een verkeerde weg die leidde naar een kali bij Tjepoe, eentwintigtal meters beneden de weg. De brug erover was vernield en lag in de kali. Lammers bemerkte dat telaat en stortte met de jeep naar beneden, waardoor hij vrijwel op slag dood was.
    MARNS 141 06-01-1949Detachement Marbrig / Oosthaven, Inco “M”Marinier J.L.M. Bast sneuvelde op 6 januari 1949 als gevolg van vijandelijk vuur tijdens een patrouilleactienabij kampong Tandjoengkarang (Teloekboetoeng) op Zuid-Sumatra.
    MARNS 142 06-01-19495e Inbat, Stafco (gedetacheerd bij Inco “Y”)Ten gevolge van vijandelijke acties nabij de kampong Balong-Panggang op de weg Tjermee-Mantoep,ongeveer twintig kilometer ten zuiden van Lamongan, sneuvelde marinier L. de Groot op 6 januari 1949 doormitrailleurkogels.
    MARNS 143 10-01-19495e Inbat, StafcoOp 10 januari 1949 reed de sergeant-majoor der mariniers U. Cloo met zijn jeep op de weg Bodjonegoro-Rengelbij Soko op een vliegtuigbom, terwijl de jeep vanuit een hinderlaag hevig werd beschoten. De majoorverloor daarbij het leven. Zijn naam is aangebracht op het monument “Nederlands Oost-Indië” te Tilburg.
    MARNS 144 12-01-19494e Inbat, Inco “U” Marinier L. Hagting sneuvelde op 12 januari 1949 ten gevolge van vijandelijk vuur op twee kilometer tennoordwesten van Ngimbang op de weg Babat-Ngimbang.
    MARNS 145 14-01-19495e Inbat, Inco “X”Bij het leggen van een sluitversperring om kampong Gempoltoeklojo, ten westen van Tjermee, werdmarinier G.H. Piepenbrock van de 3e mitrailleursectie op 14 januari 1949 door een kogel van een sluipschuttergetroffen. Hij was op slag dood.
    MARNS 146 15-01-19494e Inbat, Inco “U” / VDMBOp 15 januari 1949 reed een colonne van compagnie ‘U’ vanuit Babat via Ploembang in de richting vanBodjonegoro ten einde deze stad te bezetten. Ter hoogte van Rengel liep een truck op een vliegtuigbom eneen mijn. Ten gevolge van de zware explosies waren vijf doden en een zwaargewonde te betreuren. Delaatste, employé speciale diensten J. Soeitoe, overleed als gevolg van zijn verwondingen in het veldhospitaal teBabat.
    MARNS 147 17/18-01-1949 5e Inbat, StafcoBij het voorttrekken van een munitiewagentje op de weg Mantoep-Tjikoeng ten oosten van Ngimbang reedhet wagentje op 17 januari 1949 op een mijn. Door de hevige explosie was marinier J. Beima op slag dood,terwijl marinier W.Th. de Boer de volgende dag in het Marinehospitaal te Soerabaja aan zijn verwondingenoverleed.
    MARNS 148 24-01-19494e Inbat, Inco “V” / BrigstafcoOp 24 januari 1949 vertrok een geweergroep in een truck uit Ngimbang om de weg naar Tjarangbang, eenplaats nabij het meer Wadoek Pridjetan, te zuiveren en vervolgens door te rijden naar Babat om aldaargoederen op te halen. Onderweg reed de truck op een mijn die explodeerde. Ten gevolge daarvan verloormarinier T.C. Rozeboom van het 4e Inbat het leven en raakte marinier M.J. Roksnoer van de Brigstafco zwaargewond. Na dit drama ontving de groep vijandelijk vuur uit alle richtingen, maar men kon ten slotte devijanden verjagen. Roksnoer overleed dezelfde dag in Babat aan zijn verwondingen. Op de plaquette in Breda wordt Roksnoer herdacht, terwijl de naam van Rozeboom op het Indië-monument teGroningen is opgenomen.
    MARNS 149 28-01-19494e Inbat / Inco ‘’W’’Bij het uitzetten van booby-traps (“op scherp staande” handgranaten) op 28 januari 1949 te Patjitanontplofte door onbekende oorzaak een van de traps, waardoor korporaal der mariniers H.F. Duijndam enmarinier J.H. Houwen door de hevige scherfwerking werden gedood.
    MARNS 150 06-02-1949VDMB / BrigstafcoIn de ochtend van 6 februari 1949 fietste sergeant der mariniers M. Schnitzler in gezelschap van een marinier endrie burgertolken van de veiligheidsdienst op de weg Karangbinagoeng-Sidajoe. Op een geven momentstootten zij op een vijandelijke hinderlaag. Tijdens het vuurgevecht dat ontstond werden sergeant Schnitzler enemployé speciale diensten H. Runtupalit door kogels getroffen. Ongeveer een uur later – een inmiddelsgearriveerde patrouille had het vijandelijke vuur tot zwijgen gebracht – overleden zij aan hun verwondingen.
    MARNS 151 14-02-19494e Inbat / Inco ‘’W’’Een patrouille bevond zich op 14 februari 1949 in de nabijheid van Patjitan, toen deze plotseling van allekanten werd beschoten door TNI-eenheden. Daarbij werd marinier B. van Steveninck dodelijk getroffen.MARNS 152 18-02-19495e Inbat / VDMBTijdens een ontvluchtingspoging van Indonesische arrestanten uit een politiebarak in Tjermee op 18februari 1949 werd employé speciale diensten Achmad bin Salim Badjerie door een afdwalende kogel van hetbewakingspersoneel gedood.
    MARNS 153 25-02-19494e Inbat, Inco “W” / StafcoBij een patrouilleactie ten noorden van de kali Solo, in de omgeving van Ngawi, werd op 25 februari 1949een groep van ongeveer vijftien mannen langs de kali ontdekt. De groep werd door de mariniers onder vuurgenomen, waarop zij de benen nam. Toen de mariniers zich naar een verbindingsjeep van de stafcompagniebegaven, werden zij plotseling van de overzijde van de kali beschoten. Marinier G.F. Sipman raakte daarbijernstig gewond. Hij werd onmiddellijk naar het burgerziekenhuis van Ngawi vervoerd, waar hij werdgeopereerd. Het mocht niet baten. Hij overleed dezelfde dag aan zijn verwonding.
    MARNS 154 26-02-19494e Inbat, Inco “W” / MocoOp 26 februari 1949 werd, als gewoonlijk ’s morgens, rijdend met een truck de weg vanaf de post Banjoe-Oerip naar het dorp Kanten “gesweept” (van mijnen en andere explosieven ontdoen) door een patrouillebestaande uit sergeant der mariniers Hartsuiker, korporaal der mariniers Van Delft en de mariniers Dijkstra,Van Stoffelen, Van Keulen en Bosma. Als beveiliging gingen de mariniers Bens en Van Duin, twee mitrailleur-schutters van het stootpeloton, mee. De heenweg verliep zonder problemen. Op de terugweg echter, opongeveer vijf kilometer van de post Banjoe-Oerip, ontploften er voor en achter de truck enige granaten ofbommen die langs de wegkant waren aangebracht. Door deze ontploffingen kwam de truck onmiddellijk totstilstand. Voordat de inzittenden er af konden springen en dekking konden zoeken, opende de in eenhinderlaag gelegen vijand het vuur. Dit gebeurde om ongeveer 9.20 uur. M.R. Bens, G.F.J. Bosma, D.C. vanDelft en W. van Duin werden door de explosies en vijandelijke vuur gedood. Omdat er geen hulp kwamopdagen, begaf de lichtgewonde marinier Van Keulen zich vervolgens op eigen initiatief naar de postBanjoe-Oerip om deze te waarschuwen. Na ongeveer een half uur bereikte Van Keulen de ruïnes van deBPM-woningen nabij de post Banjoe-Oerip. Hierop werd vanaf de post onmiddellijk een patrouille terassistentie uitgezonden. Op de plaats van de overval aangekomen, werd de vijandelijke bende verdreven enverleende de ziekenverpleger eerste hulp aan de gewonden. De gesneuvelden en gewonden werdenvervolgens overgebracht naar Padangan.
    MARNS 155 27-02-1949Matco, Depot troepenOp 27 februari 1949 vertrok ’s morgens vroeg het dagelijkse konvooi van Toeban naar Babat. Het konvooiwerd voorafgegaan door een tank van het stootpeloton ten einde eventuele mijnen en bommenonschadelijk te maken. Onderweg werd plotseling ongeveer vier meter voor de tank een trekbom metbehulp van een lang touw tot ontploffing gebracht. Als gevolg daarvan werden de korporaals der mariniers K.Eksteen en P.C. de Wit op slag gedood en een marinier levensgevaarlijk gewond. Zij werden met een intussenuit Toeban opgehaalde ambulance naar het veldhospitaal in Babat overgebracht. De stoffelijke overschottenvan de korporaals werden op 28 februari te Soerabaja begraven.
    MARNS 156 27-02-19495e Inbat, Inco “Y”Op 27 februari 1949 trachtte een patrouille met een prauw de snelstromende kali Bengawan-Solo bijSembajat over te steken. Doordat de prauw omsloeg, raakten de mariniers te water. Marinier C. Herreijgerswerd niet meer gezien, terwijl de andere mariniers zwemmend de wal konden bereiken. Na geruime tijdzonder resultaat de kali te hebben afgezocht, werd aangenomen, dat Herreijgers naar zee afgedreven was. EenJavaanse vrouw had immers een “orang belanda” zien drijven.
    MARNS 157 03-03-1949 5e Inbat, StafcoAls commandant van een mortierpeloton vertrok de sergeant-majoor der mariniers H.J. Sanders om 03.00 uur uitNgimbang ten einde de weg naar Ploso te controleren. Onderweg ontplofte om 04.30 uur op ongeveer tweemeter rechts van de jeep waarin de majoor zat een trekbom, welke in de rechterweghelft nabij kampongBroemboeng was aangebracht. Majoor Sanders werd door de explosie op slag gedood.
    MARNS 158 15-03-1949VDMBTijdens een onderzoekingspatrouille van de veiligheidsdienst tussen Ploso en Modjokerto op 15 maart 1949sneuvelde als gevolg van vijandelijk mitrailleurvuur employé speciale diensten F.W. Reijgers.
    MARNS 159 20-03-1949ArbatOp 20 maart 1949 was marinier C. van Duuren volgens ooggetuigen aan het spelevaren met een prauw in dekali Soerabaja ter hoogte van de Wonokromobrug. Hij keerde daarvan niet terug. Later vond menstroomopwaarts een aangespoeld ontzield lichaam. Het werd geïdentificeerd als het stoffelijk overschot vanVan Duuren. Er werden geen sporen van geweld gevonden, zodat men aannam dat hij was verdronken.
    MARNS 160 02-04-19494e Inbat, Inco “U”Op 2 april 1949 vertrok uit Dander een jeep met een luitenant en drie mariniers. Zij waren op weg naarBodjonegoro. Men had nog maar tien minuten gereden, toen het voertuig werd beschoten door een bendevan ongeveer 35 man, welke aan weerskanten van de weg over een afstand van anderhalve kilometer inhinderlaag lag. Gedurende de gehele afstand werd op de jeep van links en rechts gevuurd met geweren enautomatische wapens, wat door de mariniers werd beantwoord. Marinier P.J.B. Garthoff werd door twee schoten getroffen en na aankomst te Bodjonegoro overleed hij in de ziekenboeg.
    MARNS 161 09-04-19494e Inbat, StafcoTen gevolge van een exploderende trekbom op de weg Merakoerak-Montongsekar in het Kalksteengebergtewerd marinier W.G. Govers op 7 april 1949 zwaar gewond. Via Babat werd hij naar Soerabaja vervoerd, doch overleed twee dagen later aan zijn verwondingen in het Marinehospitaal.
    MARNS 162 11-04-19492e Inbat, Inco “V”Tijdens een patrouille van het 2e infanteriepeloton, dat de opdracht had de weg tussen Babat en Soemberredjo te “sweepen”, kwam op 11 april 1949 te 21.00 uur de geweerschutter marinier G.W.H. Artsdoor een vijandelijke beschieting om het leven.
    MARNS 163 13-04-19495e Inbat, StafcoDe korporaals der mariniers Th. E. van Ommen en B. van der Pol werden op 13 april 1949 belast met het opruimen van een bom die op de spoorbaan Modjokerto-Djombang nabij kampong Balongwono wasgesignaleerd. Bij het zoeken naar de bom, die op verdekte wijze op de baan was aangebracht, liep een vande korporaals tegen het trekkoord. Door de explosie van de bom waren beide korporaals op slag dood.
    MARNS 164 20-04-19494e Inbat, Inco “U”Op 20 april 1949 werd bij de brugpost Kali Klero op de weg Toeban-Babat een mitrailleurpeloton vancompagnie “U” overrompeld door twaalf zich als wegwerkers voordoende guerrillastrijders. Marinier A.A.Buijs werd door hen gedood. Anderen werden lichtgewond. Zij konden enkele tegenstanders uitschakelenen de rest verjagen. Op het “Oost-Indië Monument” in Terneuzen wordt marinier Buijs herdacht.
    MARNS 165 08-05-19494e Inbat, Inco “V”Tijdens een meerdaagse gevechtspatrouille van Montongsekar naar Djatirogo werd in Djodjogan eenverdacht huis omsingeld. Luitenant der mariniers G.H.W. Wouters en marinier H.F. van der Horst drongen het huis aan de oostzijde binnen, terwijl een sergeant het huis aan de zuidzijde doorzocht. Na het horen van een vuurstoot uit een automatisch wapen drong de sergeant het huis verder in. Hij zag de luitenant in een kamer liggen, terwijl enkele meters verder marinier Van der Horst lag. Luitenant Wouters kwam nog even bij kennis,doch overleed enkele ogenblikken daarna. De marinier moet vrijwel op slag zijn gedood. Per draagbaarwerden de gesneuvelden naar de basis Montongsekar gebracht. Op een plaquette in Nijmegen wordt Van der Horst herdacht.
    MARNS 166 17-06-1949Amphibat, Inco “S”Naar aanleiding van een bericht van de veiligheidsdienst vertrok op 17 juni 1949 een patrouille van de postSoegio naar kampong Wonosari Koelon. Toen de patrouille zich ’s avonds in de nabijheid van de kampongop een T-kruising bevond, weifelde men welke richting de juiste was. Behalve marinier A.J. Leijnse dierechtdoor bleef lopen, liep de groep de zijweg in, maar men bemerkte al spoedig de verkeerde richting tezijn ingeslagen en keerde op zijn schreden terug. Op de kruising aangekomen, kwam Leijnse juist teruglopen.Omdat hij eerder niet gemist was, verkeerde een lid van de patrouille in de veronderstelling met een vijandvan doen te hebben. Hij opende het vuur, waardoor Leijnse ernstig werd verwond. Toen men Leijnsegenaderd was, lag hij op de grond en overleed kort daarna.
    MARNS 167 26-07 en 04-09-1949 Amphibat, Inco “S” Een patrouille ter sterkte van elf man onder commando van luitenant der mariniers L.M. Teeken vertrok op 23 juli 1949 van de post Rengel om naar kampong Pramton Wetan te gaan. Daar zou de groep om 12.15 uurdoor een truck worden opgehaald. Toen het voertuig op de afgesproken tijd arriveerde, was de patrouille niet aanwezig. Op 26 juli werden in de kali Solo bij de grote brug van Babat de aangespoelde lijken gevonden van luitenant Teeken, korporaals der mariniers H. Bosma en H. Roepers, alsmede van marinier C.R. vanStraten. Vermist werden korporaal der mariniers F.J. Cordes en zes andere mariniers. Zij bleken door de TNI krijgsgevangen te zijn gemaakt. Van hen overleed korporaal Cordes op 4 september in een republikeinsziekenhuis te Djatirogo. Hij werd dezelfde dag met militaire eer van de TNI te Djatirogo begraven. De zes anderen werden later na moeizame onderhandelingen vrijgelaten.

  37. Peter van den Broek zegt:

    Het lijstje van Aelle is interessant want het geeft aan dat er geen ander dode Mariniers vielen bij het bewuste dorp dan die van de patrouille Teeken.Dus geen aanleiding van wraak. Dat er gewonde Mariniers vielen bij schermutselingen is alleen door grondig en tijdrovend spitwerk in de Nederlandse archieven te achterhalen . Er zouden wel dode/gewonden gevallen kunnen zijn aan de kant van de KL of KNIL. Dat zou wellicht een aanleiding van wraak geweest kunnen zijn en dat vergt weer veel spitwerk in Nederlandse archieven.

    Er is edoch wel één bron die eenduidig uitsluitsel kan geven over de schermutselingen in en om Pramton Wetan en dat is het beminde schriftje over geweld in en nabij het dorp tussen december 1948 en juli 1949, dat de dorpssecretaris heeft bijgehouden. Dan kunnen deze gegevens gelijk doelgericht gecrosscheckt worden met de Nederlandse bronnen. Maar helaas slechts 1 van de 15 blz zijn openbaar.

    Aelle heeft in het laatste deel van haar reactie over het dorp Pramton Wetan maar in het artikel wordt gesproken over het dorp Prambon Wetan. Hopelijk is het alleen maar een schrijffout, maar wie heeft gelijk.

    • Bill Zitman zegt:

      @ Peter van den Broek
      – “Maar helaas slechts 1 van de 15 blz zijn openbaar”. Deze “1 blz” is niet compleet en alleen de bovenste helft is beschikbaar.
      – Het is een schrijffout en de naam is Prambon Wetan
      – PvdH 12 april 9.17am NED. TIJDLIJN –
      C) “23 Juni 1949 Een patrouille ,Amphibat, Inco “S” ter sterkte van 11 Mariniers en een collaborateur de Chinees Teng Tjing Tik onder commando van luitenant der Mariniers L.M. Teeken vertrok van de post Rengel naar de kampong Pramton Wetan. Daar zou de groep om 12.15 uur door een truck worden opgehaald. Toen het voertuig op de afgesproken tijd arriveerde, was de patrouille nergens te bekennen”
      1) “23 Juni 1949 is een schrijffout en zou 23 Juli geweest zijn.
      2) volgens mij is het woord “collaberateur” hier niet zo ten plaatste – ik denk dat hiermee een medewerker van Chinese afkomst is bedoeld.
      3) ook hier is Pramton genoemd in plaats van Prambon, maar Google confirmed dat het Prambon is

      • Bill Zitman zegt:

        Over schrijffouten gesproken – “PvdH 12 april etc”, zou PvdB moeten zijn.

      • Surya Atmadja zegt:

        Als ik google Indonesia neem, en prambon wetan en teko notosubroto plus ranggalawe intik , kom ik iets tegen over een vuurcontact van de TNI in Prambon (Rengel) met de Nederlanders op 17-6-1949 . Cease fire op 10-08-1949.
        Wel is er een soort machtsoverdracht van de Nederlanders aan de Indonesiers door Ch.O. van der Plas, en Luit.Kol. Rikkers aan de Ranggalawe brigade.
        Ranggalawe Brigade werd gevormd door laatste jaar scholieren van SMA(leeftijd 20-21 jr) , later werden ze opgeleid tot vaandrig bij de TNI .

  38. H.J.Legemaate zegt:

    Pramton Wetan = Prambon Wetan.
    Inderdaad een schrijffout welke hierboven letterlijk werd overgenomen.
    Zie Gedenkrol van de Koninklijke Marine 1939-1962. (Ook op internet te vinden.)
    Samensteller Harry Floor. Een gigantisch werk waarvoor in brede kring grote waardering bestond en bestaat.

  39. Ælle zegt:

    De trieste gebeurtenissen ’49-’62 in Oost Java tot en met Nieuw Guinea
    MARNS 168 31-07-1949 Amphibat, Inco “S”
    Op 30 juli 1949 vertrok ten 13.30 uur een truck van de post Rengel ten noordoosten van Bodjonegoro naar de nevenpost Ploempang om daar goederen op te halen. Onderweg werd geconstateerd dat de vijand een poging deed om op de weg een trekbom tot ontploffing te brengen. Nadat de truck tot stilstand was gebracht, werd deze door automatische wapens vanuit alle richtingen beschoten. Korporaal der mariniers F.Westerhuis werd al bij het eerste salvo dodelijk getroffen, terwijl drie mariniers gewond raakten. Kort daarop arriveerde een patrouille uit Ploempang die de vijand met mortiervuur verjoeg. De gewonden en het stoffelijk overschot van Westerhuis werden per ambulance naar Babat overgebracht. Op 1 augustus werd de korporaal in Soerabaja ter aarde besteld.
    MARNS 169 07-08-1949 Amphibat, Inco “S”
    Op donderdag 3 augustus 1949 gingen twee GMC-trucks van de post Montongsekar van Toeban naar Ploempang om de foeragetruck van Toeban, die in Babat had geladen maar met motorpech stond, op te halen. Tussen Toeban en post Kali Klero ontvingen de trucks vanaf de linkerzijde van de weg hevig automatisch vuur. Reeds bij de eerste vijandelijke salvo’s werd marinier T. Kruiswijk levensgevaarlijk gewond. Het vijandelijk vuur werd rijdend beantwoord teneinde zo snel mogelijk in Kali Klero te komen. Daar aangekomen werd de post Toeban gewaarschuwd, die onmiddellijk een ambulance stuurde. Kruiswijk werd 77 vervolgens naar het veldhospitaal in Babat vervoerd. In de nacht van 4 op 5 augustus werd hij naar Soerabaja overgebracht. In het Marinehospitaal overleed hij op 7 augustus om 15.10 uur.
    Op het herdenkingsmonument “Nederlands Oost-Indië” te Tilburg is zijn naam vermeld.
    MARNS 170 ..-12-1949 VD Mariniers-Oosten
    In december 1949, nog vóór de soevereiniteitsoverdracht, werden de employés speciale diensten R.M. Notosubroto alias Rijadi en Rompas in de omgeving van Modjokerto door Indonesiërs om het leven gebracht. In dezelfde maand werd employé speciale diensten J. da Costa op de Wonokromobrug te Soerabaja door onbekenden vermoord.
    MARNS 171 13-04-1950 Mariniers Oosten
    In de nacht van 12 op 13 april 1950 ontstond er voor de bioscoop Metropole op Pasar Besar in Soerabaja een hooglopende ruzie tussen marinier L. Treffers, die geëmbarkeerd was aan boord van het ss Zuiderkruis dat in Tandjong Perak lag afgemeerd, en enige Indonesiërs. Militairen van de TNI die daarvan getuige waren, maakten gebruik van hun wapens, waardoor Treffers en een bemanningslid van het ss Zuiderkruis werden gedood.
    MARNS 172 03-01-1951 CAMNG
    Op 3 januari 1951 zou een groep van 33 mariniers een meerdaagse patrouille uitvoeren om het terrein ten zuiden van het Sentanimeer te verkennen. De landmacht had een motorboot op het meer, doch die bleek defect te zijn. De overtocht werd toen gemaakt op een vlot dat door Papoea’s in elkaar was gezet. Bij het ronden van een kaap, halverwege het meer, werd het vlot door de wind en de golfslag gegrepen en sloeg om. Sergeant J. Jongsma en de mariniers P.H. Hermans, H.van der Loo en T.M. van der Sijde verdronken.
    MARNS 173 05-02-1961 CMARNSNNG / 42 Inco
    In een bivak nabij kampong Erega bij het Jamoermeer kwam op 5 februari 1961 marinier F.J. Vogt om het leven. Rondom het bivak werden ‘s avonds booby-traps gelegd die de daaropvolgende morgen weer werden opgeruimd. Toen Vogt dat ‘s morgens deed, ontplofte een handgranaat en werd hij levensgevaarlijk gewond. Hij overleed later op de dag aan zijn verwondingen. Het stoffelijk overschot werd dezelfde dag met militaire eer ter aarde besteld bij kampong Gariau aan het Jamoermeer.
    MARNS 174 16-09-1961 CMARNSNNG / 42 Inco, Verpel 2
    Tijdens een patrouille van het 2e verkenningspeloton in de omgeving van Manokwari kwam op 16
    september 1961 de marinier G.C.L.M. Duin om het leven. Hij raakte in een kali te water en werd door de sterke stroom meegesleurd. Toen hij door zijn collega’s tenslotte uit het water was gehaald, bleek hij te zijn verdronken. Het stoffelijk overschot werd de volgende dag met militaire eer ter aarde besteld op het kerkhof Pasir Putih te Manokwari en later herbegraven op Kembang Kuning te Soerabaja.
    MARNS 175 23-07-1962 CMARNSNNG / 42 Inco
    Nadat er op 21 juli 1962 een melding was binnengekomen dat zich in de omgeving van kampong Kalapa Lima, op twee kilometer ten oosten van Merauke, ongeveer dertig Indonesische para’s bevonden, werd vanuit Merauke een patrouille uitgezonden. Op 23 juli om 06.45 ontstond een kort vuurgevecht met enkele Indonesiërs die zich daarop terugtrokken.Tijdens het volgen van sporen werd plotseling van korte afstand vijandelijk vuur geopend. Marinier E.H. Piena werd daardoor ernstig gewond. Tijdens de rit met een truck naar Merauke overleed hij aan zijn verwondingen. Hij werd enkele uren later met militaire eer begraven. Zijn stoffelijk overschot werd op 7 oktober 1962 naar Nederland overgebracht.
    MARNS 175 14-08-1962 CMARNSNNG / 43 Inco, Verpel 4
    Vanuit de kampong Wey, op Misool (Radja Ampat eilanden / Nieuw-Guinea), doorzocht op 14 augustus 1962 een verkenningspeloton een verlaten Indonesische bivak. De patrouille stuitte plotseling op een groep van vijftien goed ingegraven en bewapende infiltranten. De mariniers kwamen onder hevig vuur te liggen van automatische wapens, maar konden de Indonesiërs verdrijven. Bij dit gevecht raakte marinier P.M.C.G.Mannie zwaar gewond. Hij overleed korte tijd later. Het stoffelijk overschot werd met het
    opnemingsvaartuig Hr.Ms. Luijmes van Misool overgebracht naar Sorong en aldaar met militaire eer ter aarde besteld. Op 7 oktober 1962 werd zijn stoffelijk overschot overgebracht naar zijn woonplaats in Nederland en aldaar herbegraven.

  40. Ælle zegt:

    Hier zouden wij zijn gaan wonen, maar het werd ons door Sukarno en de VS niet vergund.
    Dutch New Guinea in HD Color 1949-1962

  41. Peter van den Broek zegt:

    Het woord collaborateur (samenwerker met de vijand) voor de de Chinees Teng Tjing Tik is vanuit Nederlands oogpunt verklaarbaar, hij schijnt de patrouille Teeken verraden te hebben aan de TNI.
    Maar andersom kan het ook, dus vanuit Indonesisch oogpunt. Dan is het begrijpelijk waarom zijn gedode lichaam bij de valstrik als enige in stukken werd gesneden.
    De TNI kan uitsluitsel geven over de rol van Teng Tjing Tik.

    • Jan A. Somers zegt:

      “dus vanuit Indonesisch oogpunt. Dan is het begrijpelijk” Dat is ‘dus’ bij Indonesiërs gewoonte met mensen die zij niet aardig vinden? Ik heb velen horen zeggen dat het zo’n zachtaardig volk was.

    • JanAnton Burger zegt:

      In mijn familie – ik ben een volle neef van patrouillecommandant L.M. Teeken – ging de laatste jaren het gerucht dat ook Leen getintjangd was. Dan heeft dit bericht notabene nog iets van een ‘opluchting’…..

  42. Peter van den Broek zegt:

    Nu begrijp ik uit welke keuken het woord getjing-tjangt vandaan komt. Dat heeft toch met in stukjes hakken te maken ?

    • Jan A. Somers zegt:

      Als klein jongetje plaagden we de pianolerares met tjing-tjang babi op de piano. Ik zie nog steeds haar gezicht voor me.

    • Surya Atmadja zegt:

      Peter van den Broek zegt:
      15 april 2015 om 5:25 pm
      Nu begrijp ik uit welke keuken het woord getjing-tjangt vandaan komt. Dat heeft toch met in stukjes hakken te maken ?
      =========================================================
      Ja en Nee.

      Daging tjingtjang /cincang , is gehakte vlees ( runder, kip, varkens, vis etc)
      Het doorboren van een menselijke lichaam of onthoofden (d.m.v batjok , gebruik van golong, parang, klewang )is meer in de richting van mutilasi*/mutilatie
      Het verminken ” offensive mutilation” werd vaak gedaan tijdens een “frenzied state of mind” (dezelfde toestand als “mata gelap” ?)
      Berucht was de lijken in een sumur(waterput) te gooien.

      *Volgens KBBI ( Kamus Besar Bahasa Indonesia=Indonesische Van Dale) :
      mutilasi( kennelijk een leenwoord) :proses atau tindakan memotong-motong (biasa-nya) tubuh manusia atau hewan. ( vrij vertaald : een daad om het lichaam van een mens of dier in delen te snijden).

      • Jan A. Somers zegt:

        “Berucht was de lijken in een sumur(waterput) te gooien.” Ja, maar in Soerabaja waren er niet zoveel waterputten. En dan nog op het achtererf. Ik snap daarom heel goed dat ze bij afwezigheid van die putten, maar de Kali Mas gebruikten. En voor mijn Oma in Poedjon mogelijk de Kali Kontoh.

  43. H.J. Legemaate zegt:

    Bij het scheiden van de dag schiet me een paar woorden te binnen: potong leher.
    Ook tegenwoordig ‘ín’.

  44. van den Broek zegt:

    In het radio-interview met Marjolein van Pagee van 5 April komt de ambulancechauffeur Dies Bom aan het woord. Hij zei dat de ogen van de Luitenant Teeken waren uitgestoken. de Chinees Tjeng was daarentegen in stukken gehakt. Heeft dat soms te maken met bepaalde begrafenisrituelen in Oost-Java? In Europa worden de ogen gesloten van de dode en de Grieken deden een muntstuk onder de tong van de dode om die aan De veerman Charon te geven voor de oversteek van de rivier Styx naar de Hades of onderwereld

    • Ælle zegt:

      Hij, Dies Bom, zei dat de ogen van de Luitenant Teeken waren uitgestoken. Een laffe demonstratie en subtiele bedreiging van EXTREME HAAT. Dat weten we dan ook weer!

  45. van den Broek zegt:

    In hetzelfde interview heeft Mevr. Van Pagee over een Indonesische Divisie, de naam kon ik niet verstaan, , waarvan in haar archieven het bloedbad van Prambon Wetan wordt gesignaleerd.

    Opmerkelijk is dat in het NRC-krantenartikel niets over wordt vermeld.

    • Surya Atmadja zegt:

      van den Broek zegt:
      16 april 2015 om 11:04 pm
      In hetzelfde interview heeft Mevr. Van Pagee over een Indonesische Divisie,
      ——————————————————————
      Het is de Ranggalawe Brigade/Divisie ( zie Surya Atmadja zegt:
      14 april 2015 om 11:15 pm)
      Het boek was een uitgave van een speciale groep(panitia) ik dacht dat ik de naam van Teko Notosoebroto las .
      https://openlibrary.org/books/OL2702931M/Pengabdian_selama_perang_kemerdekaan_bersama_Brigade_Ronggolawe
      http://siralawe.blogspot.nl/2012/01/divisi-ronggolawe.html
      *Minister President Sjahrir en Lord Killearn hadden in 1946 afspraken gemaakt dat de TNI meehielp voor de beveiliging van gevangenen( RAPWI) .
      Werd gezien als de facto erkenning van R.I . door de geallieerden.

      * zie de rol van “kompi” /pasukan T van de Ranggalawe brigade die later opgeleid werden tot vaandrig

      Jaman Kemerdekaan


      Zoals Marjolein van Pagee terecht opmerkte , de jonge(re) generatie Indonesiers beginnen ook hun geschiedenis te (her)ontdekken of herschrijven.
      Het moet elkaar aanvullen.
      De klacht van Indonesische historici (o.a van de Gajah Mada universiteit) tijdens een “seminar/bijeenkomst) was dat de Indonesische geschiedenis te vaak beinvloed werd door de koloniale geschiedenis (dus Nederlandse versie)

  46. Peter van den Broek zegt:

    Daar heeft dhr Somers wel gelijk in. Er wordt hier wel gepraat over indonesisch bronnen maar er wordt weinig echt getoond, de Indonesische divisie Ranggalawe heeft iets over Prambon vermeld maar niemand weet wat precies.
    Daarentegen worden over de Nederlandse bronnen doorgezaagd bvb, de veteraan Frans Groenee werd bevolen naar Rengel te gaan de eerste dag nadat de patrouille Teeken verdwenen was. Hij kwam daar aan en moest wachten en werd daarna teruggestuurd. Niemand weet waarom. Het is niet duidelijk wat er direct na het verdwijnen van de patrouille Teeken en het vinden van de lijken precies is gebeurd. Ook op de radio wordt een theorema opgebouwd over de wraak maar de wraak kan pas ontstaan wanneer zekerheid is over het lot van de Mariniers . Dan wordt wel heel gemakkelijk over het hoofd gezien dat de TNI de gevangen genomen mariniers als vergeldingsmaatregel konden doden na de wraakactie. Wat de bedoelingen van de TNI zouden zijn, kan misschien gevonden worden in de verslagen van de Ranggalawe divisie, maar misschien waren de soldaten niet zulke goede documentalisten

    Ook vertederend is het verhaal van dhr Soecipto (78) door Mevr. Marjolein van Pagee zo schattig kind-soldaat wordt genoemd, hij was toen 12/13 jaar oud.

    Over de rol van Mevr. Marjolein Pagee kom ik later op terug.

    • Surya Atmadja zegt:

      Peter van den Broek zegt:
      17 april 2015 om 3:14 pm
      Ook op de radio wordt een theorema opgebouwd over de wraak maar de wraak kan pas ontstaan wanneer zekerheid is over het lot van de Mariniers …en verder
      ============================================================
      Logisch geredeneerd .
      En toch heb ik liever dat men wraak had genomen dan was het begrijpelijk en menselijk
      Dan heeft het tenminste een bepaalde doel, hoe fout het ook was.

      Anders kom de vraag waarom doet men zulke dingen ??

  47. Ælle zegt:

    Pro censu
    Wat zegt het Burgerlijk Wetboek?
    Iedere getuigenis moet met reden van wetenschap bekleed zijn. Bijzondere meningen of gissingen, bij redenering opgemaakt, zijn geen getuigenissen.
    Het is niet genoeg dat men iets door anderen is medegedeeld. – – – – moet zelf gezien, gehoord of ondervonden hebben – – – – hoe hij het weet.
    Doet me denken aan overjarig verhaal (uit Australië) van iemand die geldig bewijs voor echtscheiding (door overspel) nodig had en dat haar advocaat een foto maakte bij het raam van de blote echtgenoot met die andere vrouw. Hahaha
    Ik weet niet of het wettelijk Down Under nog steeds zo gesteld voor een geldige reden voor echtscheiding.
    Een grappige link is de volgende: http://divorcesupport.about.com/od/isdivorcethesolution/a/Three-Major-Causes-Of-Divorce.htm

    • Jan A. Somers zegt:

      Eén bewijs is geen bewijs! Nu zijn echte bronnen meestal onleesbaar saai. Gelukkig zijn er prachtige verhalen. Als niet waar, is toch leuk.

    • Ron Geenen zegt:

      De link is niet alleen grappig,want het heeft kernen van echte waarheden.
      Ik kan dat rustig stellen, want wij hebben al 48 huwelijks jaren achter de rug.

    • Bill Zitman zegt:

      Ælle, in mijn ‘previous life’ was ik instrumental in het veranderen van de Australische ‘divorce law’ en over de voorgaande wet (met zijn ‘sappige’ verhalen) kan ik boeken schrijven! Maar in 1975 waren wij successful om deze wet te veranderen.

      • Ælle zegt:

        Bill Zitman, mijn verhaal komt rechtstreeks van desbetreffende door man bedrogen vrouw af. Jammer genoeg allebei Indo. Wij zijn geen overspelig volk of vergis ik me? Ik ben dankbaar dat mijn ouders elkaar wel trouw zijn geweest. Goed voorbeeld doet goed volgen. Example is better than precept.

      • Bill Zitman zegt:

        Ælle, we zitten hier wel een beetje ‘off topic’, tenzij het “wraak nemen” ook in de slaapkamer doorging! Een beetje te persoonlijk om hier te plaatsen, maar ik zal je via Bert iets doorsturen.

  48. Peter van den Broek zegt:

    Ik ben hier niet bezig met een proces, ik ben geen aanklager in een proces, dat doet iemand anders wel.

    Wat gebeurde er in Prambon Wetan? Dat is de vraag die aan het begin van het artikel wordt gesteld en die ik probeer te beantwoorden van het moment dat het dorp met mortieren bestookt werd tot aan de vrijlating van de Mariniers. Er zijn wat gegevens beschikbaar, zo hier en daar. Ik heb er wat structuur ingebracht en maak er een verhaal van . Ik probeer zo goed als kwaad als het kan de bronnen te achterhalen. Ik krijg wat antwoorden op mijn vragen. Maar toch blijven er essentiele vragen onbeantwoord wat er precies in Prambon gebeurde . Dat gaan in de volgende reactie mijn conclusies over.

    Maar mijn verhaal gaat ook over de Indische geschiedschrijving over de jaren 1945-1949 nog altijd vrijwel geheel uitgaat van Nederlandse geschreven en gesproken bronnen. „De lokale verhalen van Indonesische en Indische zijde zijn amper tot het Nederlandse historisch onderzoek doorgedrongen.”

    Ik wil toch wel tot een conclusie komen en dat gaat over de patrouille Teeken. Dhr. Reurlings noemt het een „een grote fout” dat Teeken onvoorbereid en te licht bewapend erop uittrok met tien mariniers en een Chinese collaborateur. en zegt verder „Ik neem het Teeken erg kwalijk; het is zijn schuld dat die jongens dood zijn”.
    Dhr Reurlings vergeet “gemakshalve” dat de patrouille bij voorbaat verraden was door de naar men aanneemt de Chinese gids, hun lot stond van te voren vast. Geen haan kraaide er naar. Toen de patrouille het verlaten dorp naderde, werd zij opgewacht door een overmacht van TNI-soldaten, ook 12-jarigen, en zelfs de dessa-bevolking was erbij betrokken.
    3 Mariniers sneuvelden in het gevecht omdat degene die op het moment de granaat wierp in zijn arm werd geschoten. De Mariniers kwamen door hun eigen granaat om. De 4de Marinier ging in het TNI-ziekenhuis dood Schuld of verantwoordelijkheid van Luitenant Teeken? laat iemand dat maar zeggen. Luitenant Teeken vocht zich dood, alhoewel de andere Mariniers zich overgaven. Dat is misschien wel de “juiste” beslissing van de Luitenant geweest.
    Daarom is de aanduiding van dhr Reurling over “foute” beslissing” misplaatst. Ik verwacht van een oud-Marinier, na al die jaren, een andere beoordeling van de situatie. Als de kwalificatie van dhr Eurlings geen vorm van Hindsight is dan mag een bepaalde Heer wel evidente voorbeelden van Hindsight noemen in dit kader.

    Dat een kwaliteitskrant als de NRC ruimte geeft om vuil te spuiten kan op rekening geschreven worden van een paar publiciteitsgeile en op sensatie beluste journalisten. Ze hadden dat gedeelte ook achterwege kunnen laten. De krant moet toch morgen verkocht worden. Dit is wel mijn klacht aan de krant.

    • RLMertens zegt:

      PvdBroek. As een kwaliteitskrant als NRC ruimte geeft…..aan ene kleindochter van een marinier. Die nieuwsgierig de gangen/ervaringen van haar ‘zwijgzame’ grootvader nagaat. Indertijd voor ‘orde en rust’ naar Indië werd gezonden, zoals zij op school is onderwezen.(?) Ter plekke de voormalige vijand/en ontmoet en navraagt etc.
      Is dat publiciteitsgeile en op sensatie beluste journalistiek?
      Wel eens de journalistieke kwaliteiten uit de jaren 1945-1950 gelezen/gezien( zie Persmuseum-A’dam) waardoor het ganse volk toen misleid werd!

  49. RLMertens zegt:

    Het dorp Prabon Wetan werd al eerder met mortieren bestookt, waarbij burgers gedood werden.
    Waarom werd het bestookt? Tot vrijlating van verdwenen mariniers?

    • Surya Atmadja zegt:

      RLMertens zegt:
      18 april 2015 om 11:06 pm
      Waarom werd het bestookt?
      Tot vrijlating van verdwenen mariniers?
      ================================================
      Zo bont zullen ze niet maken, neem ik aan , want ze weten niet hoe het ging met de gevangen genomen mariniers.
      Het is al maandenlang? (minuut 45.02 van de NPO interview) bestookt met mortieren , waar veel dorpelingen slachtoffers werden.
      Kennelijk was de streek een plaats waar de TNI sterk aanwezig was ( o.a de Ranggalawe Brigade I ) .
      Dus toen de mariniers Rengel overnam , gingen ze een patrouille sturen , die door TNI ( Luit. Teko Notosoebroto) en met behulp van dorpelingen (zelfs jongens) werd opgewacht.Vandaar dat de dorpelingen meededen (vrijwillig ?) tijdens de hinderlaag.
      1 Dag later (24 Juli )werd het dorp aangevallen waar 64 dorpelingen gedood werden( o.a vrouwen/kinderen) .
      Zelfs die in een kuil hadden verscholen , dat vertelde Sucipto (hij verloor familieleden), hij woont nu in Bogor.
      Te horen op 46.39 en verder.
      10.08-1949 cease fire (Indon.bron)
      19-12-1949 droeg Kapt.Schoenzetter de Tuban area over aan de republiek.
      Indon.bron

      Wel is onduidelijk welke soldaten/eenheid betrokken waren.
      Dat kan men mss vinden in de rapporten van Recomba hoofd van Oost Java CH.O v.d Plas en of Luit Kol Rikkers .
      Er zijn twee foto’s over de ceremonie waar de commandant van Ranggalawe Brigade I / Divisie 1 Brawijaya Luit.Kol Soedirman aanwezig was.
      In de interview is te horen dat er iets staat in de Ranggalawe boekje samengesteld met o.a de medewerking van Teko Notosoebroto , eerste druk 1985 !

      • RLMertens zegt:

        @Surya; ‘zo bont zullen ze niet maken etc……’ Het is nog bonter geweest dan men van dacht! En dat weten velen, die hieraan (moesten) hebben deelgenomen. Vandaar het zwijgen. Wat te denken/verwachten van artillerie vuur op kampongs/dessa’s- zie de doc. Tabé Toean, waar een ex kanonnier te horen kreeg wat zijn vuur in een dessa heeft uitgericht. Tijdens de ‘politie acties’ zijn lucht-, zee- en land- vuurkracht toegepast (tegen een vrijwel licht bewapende tegenstander) waarbij onnoemelijk veel Inlandse burgers zijn omgekomen- zie de de aantallen (nullen!) tov.ca.6000 Nederlandse. Excessief geweld- vandaar de Excessen Nota! Neen, het mocht geen oorlog heten.

  50. Ælle zegt:

    Voor AZAZEL
    Het versnijden met messen (tjingtjang) van de reeds met kogels gedode Chinees heeft ook uitleg/ (aldanniet) achtergrondinformatie nodig welke te vinden is in de volgende link (pdf). Het begint met de inleidende woorden als volgt: ~ Etnische Chinezen in het voormalige Nederlands-Indië en het huidige Indonesië waren in perioden van politieke onrust en economische instabiliteit vaak de zondebok. ~

    Klik om toegang te krijgen tot PaperTusschenhamer.pdf

    In BI wordt de zondebok de Kambing Hitam (zwarte geit) genoemd.
    Het werkwoord to scapegoat (zie ook:scapegoating) neemt nog steeds nieuwe gezichten en vormen aan. Lees/bestudeer ook het artikel onder de benaming Mimesis-The Scapegoat Model van Jean-Baptiste Dumont.

    Klik om toegang te krijgen tot Mimesis_Jean-Baptiste_Dumont.pdf

    De opmerkelijke benamingen in verschillende talen verschillen eveneens van elkaar.
    Braziliaans Portugees: bode expiatório, Chinees: 替罪羊, Europees Spaans: cabeza de turco (turkenhoofd), Frans: bouc émissaire, Duits: Sündenbock, Italiaans: capro espiatorio, Japans:
    身代わり, Koreaans: 희생양, Portugees: bode expiatório, Spaans: chivo expiatorio

  51. Ælle zegt:

    In Indonesië is een monument gewijd AAN geweld?!
    Ik lees: “Op Oost-Java heeft het dorp Prambon Wetan een monument gewijd aan het geweld in 1949.”
    In Nederland zijn ze gewijd TEGEN zinloos geweld.
    ‘Wijden aan’ komt NIET voor in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie en de spellingwoordenlijst van OpenTaal.
    Alsof geweld zinvol behoort te zijn om er een monument aan te wijden.

    • RLMertens zegt:

      @Aelle; Wijden= zegenen. Toewijden= zalven tot een geestelijke waardigheid.
      Bij een monument= ter nagedachtenis aan…het geweld in 1949.
      Zag er vele, tijdens mijn bezoeken/vacanties aan diverse delen van Indonesië. En realiseerde (met schaamte) toen al, dat er veel strijd moet zijn geweest in het (Nederlandse) verleden! En dan te denken, dat men (het politiek beleid) er toen vanuit ging om een dominion/ een Unie te stichten. Een schande! .

      • Ron Geenen zegt:

        Schaamte? Waarom? U was er toch niet bij? En daarnaast weten wij nabestaanden nog niet de helft van wat er toen van beide zeiden echt is gebeurd. Er zijn nog een paar in leven, die dat zouden kunnen vertellen, maar dat niet doen. Waarschijnlijk doordat de huidige mentaliteit en meningen van de mensen alleen maar tot onbegrip zullen lijden.
        U kunt er over debatteren, maar het fijne zal u en niemand op deze site er achter komen. Ik ga er van uit dat aan beide kanten van alles is gebeurd en niet zo.n klein beetje ook. Wraak is zoet, zegt men.

      • Jan A. Somers zegt:

        Stond er ook nog 1945 op?

      • Jan A. Somers zegt:

        “er toen vanuit ging om een dominion/ een Unie te stichten” Die is toch gesticht? Met volledige Indonesische instemming? Dat kunt u nog steeds in de Nederlandse en Indonesische rijksarchieven nagaan. Was kennelijk een goed idee.

      • RLMertens zegt:

        @Geenen. ‘u was er toch niet bij?’ Niet bij? Deze ellende (oorlog) is over mij heen gegaan! Ik weet nu, hoe en waarom. En heb geen geloof meer over wat die overheid indertijd hierover heeft beweerde oa ‘over gezagsvacuüm, politionele acties, orde en rust etc.’ Met schaamte realiseer ik mij dat er zoveel (vooral burger> 250.000!) slachtoffers zijn gevallen omwille van ( herkolonisatie en naderhand) een zgn. dominion/ unie verband. @ Somers; en wat is uiteindelijk het resultaat hiervan? En het verdere beloop in relatie met Indonesië? Met oprechte bewondering kijk ik naar Engeland met zijn voormalige koloniën/ dominions. Tot op heden; een Gemene Best! Omdat zij toen al regeerders hadden; met een vooruitziende blik. En wij….een stelletje kneuter politici. Met een goed idee?
        (waaraan sommigen nu nog geloof aan hechten, na het debacle van Indië)

      • Ron Geenen zegt:

        Ik weet niet wat u er mee bedoeld “U bent er niet bij”. Ik ben namelijk in april 1936 geboren.

      • Jan A. Somers zegt:

        ” Met oprechte bewondering kijk ik naar Engeland met zijn voormalige koloniën/ dominions.” Nou, in Zuid-Afrika, India, Pakistan en Bangladesh gaat het anders ook niet zo fris. Daar hoef je niet trots op te zijn. En in Birma worden de moslims vervolgd.
        “Somers; en wat is uiteindelijk het resultaat hiervan? ” Dat weet toch iedereen? De Verenigde Staten van Indonesië! Door alle partijen gewenst, gezien de handtekeningen. Dat ze het daarna anders gingen doen is hun zaak, daar hebben wij niets over te zeggen. En ook niet over de kwaliteit van die handtekeningen uit de RIS. Daar had ik in mijn dissertatie al een mening over gevormd.

      • RLMertens zegt:

        @Geenen; uw schreef: ‘Schaamte? Waarom? U was er niet bij. Schaamte (als Nederlander) omdat er zoveel strijd is geweest en zovele burgers hun leven verloren vanwege dat Nederlands beleid. Met een zinloos resultaat, want Indië werd Indonesia.
        Oprecht beleid tot een vergelijk had een betere uitkomst gegeven. Ik was erbij, als jongeling toen deze gebeurtenissen plaats vonden, vandaar. @ Somers. De RIS is toch een Nederlands bedenksel geweest? Een soeverein Indonesia in een Unie onder leiding van een Nederlandse vorstin. En het werd toch een flop? Engeland nam afscheid van zijn koloniën met een parade! Wat daarna plaats vond (macht/relegie strijd is niet op conto van de Britten). Ik bezocht eens India (om het met Indië te vergelijken). Onze gids was een onderwijzer. Over de Britten zei hij; I am proud, once to be British!

      • Ron Geenen zegt:

        Nogmaals schaamte? Heer Mertens, ik veronderstel dat u nog een heel klein en jong broekje was. Dus u heeft er toen beslist niets van geweten. U wist zelf niet dat u Nederlander was. Als u vindt dat u er over moet schamen, zijnde Nederlander, dan dacht ik zo, dat andere Nederlanders en/of Indos vanwege hun ervaring ook blijven denken, op een andere manier, die lijnrecht tegenover uw gedachten staan. Waar is het eind. Ik weet wat er met vader en moeder en wat er met mijn vrouw haar ouders is gebeurd, maar ik denk er niet aan of ik desondanks daarvoor moet schamen of wat anders. Ik kan er toch niets meer aan veranderen, helaas. Ik probeer alleen dat gene te weten te komen en er artikelen over te schrijven zodat mijn familie en vrienden 3de en 4de generatie dat te weten komen. Ook is er nog steeds de mogelijkheid te emigreren en van Nationaliteit te veranderen.

      • Jan A. Somers zegt:

        “De RIS is toch een Nederlands bedenksel geweest? Een soeverein Indonesia in een Unie onder leiding van een Nederlandse vorstin. En het werd toch een flop?” Daar ben ik het helemaal met u over eens! Bij onderhandelingen moet iemand met voorstellen komen. Anderen stemmen daar mee in (of niet) en zetten ook hun handtekening daaronder. En het werd inderdaad een flop, buiten Nederland om. Daar had Nederland geen probleem mee, Indonesië was een soevereine natie. Voor ons gewoon buitenland, en daar heeft Nederland heel veel van.
        “(Schermerhorn noemde het al een ‘gedrocht van een overeenkomst’) om na 4 jaar strijd nog te verwachten dat zo’n unie bestaansrecht heeft. ‘Met volledige Indonesische instemming?’ Ja zoiets schrijven/op papier zetten is een gewoonte van onze historici; ‘alles wat scheef is, recht te schrijven’!” Maar Van Mook en vele anderen vonden van niet! Inderdaad met volledige Indonesische instemming! En het was geen gewoonte van onze historici, het is door Indonesische en Nederlandse politici/diplomaten samen opgeschreven. De historici hebben alleen maar moeten kijken naar waar de handtekeningen onder stonden. En in die tijd schreven we nog ‘schoon schrift’. inderdaad scheef. Maar in de opmaak zijn het drukletters geworden, inderdaad recht. Ook in juridische zin een verdrag: recht. Volkenrecht.

      • RLMertens zegt:

        @Geenen. Ik was inderdaad een jong broekje van 11/13 jr.oud, keek toen wel eens in kranten/ tijdschriften; oa de Wapenbroeder. Mijn oom/tante uit de Republikeinse kampen door de TNI naar Nederlands gebied werden getransporteerd en discussies in de familie werden gevoerd over Djokja en het bestaansrecht van Indonesië.Dus er toch iets van geweten. Heb mij vooral later afgevraagd; waarom, waardoor, bersiap en vervolg. Tijdens mijn vakanties in Indonesië vele monumenten gezien, en dat vervulde mij met schaamte. Dat zo’n oorlog, nb. vlak na een wereldoorlog in Indië kon gebeuren. Ook in mijn familie zijn slachtoffers gevallen. Het is Nederlands beleid geweest die dit heeft veroorzaakt. Bevestigd vooral door prominente Nederlanders, die toen al tegen deze zgn. politionele acties waren.( zij werden natuurlijk niet in de Vaderlandse geschiedenis opgenomen) En het gelijk hadden/kregen. Wij hier in Nederland, als Nederlander je eigen mening mag hebben (dus ook een andere mening hebben).. Zelfs tegen de (toenmalige) regering. In de USA toch ook? (of liever niet?). De geschiedenis is niet te veranderen, inderdaad. Maar wel je mening. Meer weten/interesse? zie I4E 2011 of via google; r.l.mertens; opmerkelijke feiten aangaande indië/indonesië.

      • Ron Geenen zegt:

        Heer Mertens: Nergens heb ik geschreven dat u geen mening mag hebben. En als u er plezier in heeft om al die politieke zaken uit te zoeken, mijn zegen heeft u.
        U en velen met u zoeken blijkbaar naar feiten van boven uit. Ik bedoel wie waren de leiders en wie gaven de bevelen en wie maakten toen de wetten, enz.
        Ik daarentegen bekijkt het graag van onder af. Ik zoek de gegevens en verhalen wat en wie de familie slachtoffers zijn. En wie hebben het gedaan. En afvragen waarom heeft geen zin, het bloot leggen van des te meer. Ieder zijn meug, niet waar. Met mijn idee bereik ik een heel ander publiek en weet nu al dat mijn website in 71 landen wordt gelezen. Zelf in Japan en die zullen misschien het niet zo leuk vinden.

      • RLMertens zegt:

        @Somers. U kijkt naar geschreven geschiedenis/teksten/handtekeningen etc. Ik (probeer) daar door heen te kijken/lezen/ begrijpen en verklaren.
        Van een volkenrecht mag toch naderhand ook door de (benadeelde) betrokkene afgeweken worden?

      • RLMertens zegt:

        @Geenen. Inderdaad heb ik gezocht naar feiten ‘van boven af’. Omdat beleid( politiek van boven af) zijn weerslag/weerklank heeft/geeft aan de maatschappij/achterban. Die provocerende politiek in 1945; niet praten met de Republiek, Soekarno de collaborateur, dus geen merdeka etc. heeft de bersiap doen ontstaan waardoor ‘de buitenkampers’; Indische moeders, zonder vaders-nog in kampen, ea. geslachtofferd werden!( de Totoks zaten in bescherm-kampen). En dat in weerwil van Britse waarschuwingen.
        Nederland hoopte dat de Britten deze klus voor hen zouden klaren(zie Soerabaja revolutie). Deze weigerden en vertrokken en Nederland stortte zich in een oorlog met een zinloze einde. Want Indië werd toch Indonesië.
        ( het van onderaf bekijken geeft ‘daders en slachtoffers’; aanduiden en beschuldigingen, terwijl de werkelijke daders; de politiek buiten schot blijft en zich dus in zwijgen hult)

      • Ron Geenen zegt:

        Het van boven bekijken via de politiek, die onverschillig is en nooit schuld zal bekennen, is mij duidelijk. Daarbij aansluiten komt men nooit te weten wie (hun namen) de slachtoffers waren en wat ze in werkelijkheid hebben meegemaakt. Ik bezit ook de 3 boeken van de Jong over Indie. Voor mij totaal niets zeggende exemplaren met veel gelul in de ruimte. Wat er echt gebeurde komt men pas te weten, wanneer ik namen van de slachtoffers vindt en idem de militairen als ze nog in leven zijn. Zo heb ik o.a. veel hulp van de heer Keller, want we komen uit de zelfde omgeving van west Sumatra. Zijn informatie heeft voor mij persoonlijk veel meer waarde.
        Ik zou zo zeggen houd u bezig met de algemene politieke beschouwingen en ik ga achter de informatie om uit te vinden wat er in de omgeving van mijn familie en vrienden is gebeurd.
        Daarnaast is er in verhouding over Sumatra weinig geschreven en Java is niets te kort gekomen.

  52. Ælle zegt:

    Alles wat ergens permanent wordt opgesteld om indruk te maken op het voorbijkomend verkeer is een monument,
    Doctorandus P.

  53. van den Broek zegt:

    Burgerlijk Wetboek en Bewijs.??? iets te voorbarig lijkt mij. Zal het om een Burgelijk Proces of een Strafrechtelijk Proces gaan ? De bewijsvoering tussen die twee is toch wel heel verschillend,zo ook de procesvoering, daar kan dhr Somers misschien wel iets over zeggen.

    Bij een Burgelijk Proces is de bewijslast al ingewikkeld, wie eist die bewijst. Leest U maar het vonnis op na van de Rechtbank bij het Rawagedeproces. Ik wil niet stellen dat bovenstaande een proces is, ook niet in het woordgebruik.
    Er wordt MAAR een beschuldiging geuit, “Namen de Nederlanders Wraak?”, maar wel een zeer ernstige beschuldiging van een oorlogsmisdaad, dat lijkt me niet niks . De Krant, de NRC toch een kwaliteitsblad had wel een paar bronnen kunnen controleren, een paar kritische vragen kunnen stellen, dat lijkt mij toch de taak van een krant om niet op het niveau van een sensatieblad te belanden met de bijbehorende publieksgeile en lamlendige journalisten. Dat geldt ook voor her radioprogramma.

    Wat volledig open blijft is het motief van wraak. Hier is wel een heel theorema op gebouwd maar is niet relevant voor dit specifiek geval. De opeenvolging van de gebeurtenis klopt niet. De kop van het artikel wordt OOK hier niet waargemaakt.

    De bedoeling van het artikel was: de Indische geschiedschrijving over de jaren 1945-1949 nog altijd vrijwel geheel uitgaat van Nederlandse geschreven en gesproken bronnen. „De lokale verhalen van Indonesische en Indische zijde zijn amper tot het Nederlandse historisch onderzoek doorgedrongen.” Wat overblijft is dat schriftje en wat ongestructureerde getuigenverslagen. Wat er precies gebeurde in Prambon Wetan is is na het artikel niet duidelijk?

    Wat mij intrigeert is de opmerking van dhr Atmadja: “Wel is Onduidelijk welke soldaten/eenheid betrokken waren” en geeft aan dat dat in Nederlandse bronnen te vinden is. Voor mij was dat duidelijk want wanneer een Marinierspatrouille vermist wordt, dan gaan Mariniers de andere dag op zoek, die laten dat niet aan andere legeronderdelen over, zo was en is de wedijver tussen de krijgsmachtsonderdelen in mijn diensttijd en zeker toentertijd. Maar dhr Atmadja komt tot een andere conclusie, HIJ WEET DUS MEER DAN IK , of is het hindsight???. Hij verwijst natuurlijk naar Nederlandse bronnen, welke legereenheden??.
    Maar waarom spreekt hij de ooggetuigen uit het dorp niet erop aan, die waren er toch bij maar over dat onderdeel wordt men geen woord gerept, dat lijkt mij sterk want d dag ervoor was die patrouille Mariniers in een hinderlaag gelopen en nu komt een gewapende macht eraan waarvan men niet weet in wat voor soort uniform die mannen lopen. Ik dacht dat Nederlandse Mariniers duidelijk te herkennen zijn, Mevr. van Pagee toont een foto van een familielid in uniform waar op de linkerschouder staat Netherlands Marines, misschien was dat op het gevechtsuniform niet zo maar door het soort uniform zijn Mariniers wel te onderscheiden. Misschien kan onze specialist dhr BoKeller hier iets over zeggen, hij kan haarfijn in Bronbeek uitleggen wat in het Museum precies fout is aan de uniformen en niet alleen dat .

    Ook hier dhr Atmadja : Wie eist die Bewijst.
    Al met al, dat hele verhaal over Prambon Wetan laat veel meer vragen onbeantwoord dan dat het antwoord geeft.

    • Surya Atmadja zegt:

      van den Broek zegt:
      20 april 2015 om 10:27 am
      Maar dhr Atmadja komt tot een andere conclusie, HIJ WEET DUS MEER DAN IK ,
      ==========================================================
      Pardon, ik lees dezelfde artikel zoals anderen het gelezen hebben (Namen de Nederlanders wraak? Door Marjolein van Pagee en Gijsbert van Es).

      Met het verschil dat ik mss met andere bril kijk .
      Ik weet ook niet welke Nederlandse eenheden betrokken raken ,KL (beroeps, vrijwilligers, dienstplichtigen/Tentara Susu),KNIL of de Mariniers.
      Volgens mijn simpele logika (van een Indonesier) kan ik voorlopig concluderen dat het Nederlanders waren, en dat er 64 burgers (ouderen/vrouw/kinderen =zelfs een hele familie ) die gedood zijn , sommigen in een kuil waar ze hadden verscholen .
      De nog onbekende daders kunnen mss na meer dan 65 jaren schoonschip maken om hun verhaal alsnog te vertellen.
      De Recomba* hoofd CH.O v.d Plas van Oost Java en Luit.Kol Rikkert hadden mss ook rapporten gekregen of geschreven.

      *Van der Plas (Regeringscommissaris bestuursaangelegenheden ) en Kolonel Raden Abdoelkadir Widjojoatmodjo waren de naaste medewerkers van Van Mook.

    • Jan A. Somers zegt:

      “Burgelijk Proces of een Strafrechtelijk Proces ” Voor de volledigheid: Burgerlijk Wetboek en Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering. Het een vertelt waar het over gaat, het ander vertelt hoe of je het moet doen. Dat luistert nauw, anders moet je je huiswerk overdoen en ben je griffiekosten kwijt. Gelukkig wordt je wel gewaarschuwd door de Griffie.

  54. van den Broek zegt:

    Even terzijde; @ dhr Atmadja
    In mijn tijdlijn legde Dr van Mook in 1948 zijn functie als Luitenant-Gouveneur-Generaal neer. Het gebeuren in Prambon vond in 1949 plaats. Hoe konden zijn medewerkers rapporten dienaangaande gekregen of geschreven hebben, rekening houdend met het feit dat kol Widjojoatmodjo (Doek voor van Mook) uit loyaliteit en solidariteit gelijktijdig met van Mook zijn functie neergelegde. Of is dit logica van een Indonesier, simpel is wel zacht uitgedrukt. Ikzelf ben voor 25% Indonesier en bekijk de dingen met een dubbelfocus. Voor de rest is het commentaar giswerk of open deuren intrappen. Ik sluit niet uit dat het oordeel niet vrij is van bevooroordeeldheid. En who the hell is die Rikkert. Hij komt nog geeneens voor in de biografie over van Mook.

    • Surya Atmadja zegt:

      van den Broek zegt:
      21 april 2015 om 7:41 am
      En who the hell is die Rikkert. Hij komt nog geeneens voor in de biografie over van Mook.
      ============================================================
      De twee namen Kol.Rd A.W en V,d Plas ( hoofd Recomba Oost Java ) had ik ergens gelezen . Mijn inziens 2 belangrijke personen omdat ze ooit naaste medewerkers van Van Mook waren en veel zaken kunnen vertellen.
      Weet nog dat Kol A.W bepaalde adviezen gaf aan Van Mook over de veranderde poltieke situatie op Java.

      De naam van der Plas ( dezelfde persoon ?) en Luit Kol RikkerS ( ?) had ik gezien in een Indonesische site.Er zijn foto’s erbij.

      Jaman Kemerdekaan


      Binnenkort ga ik naar mijn kampung(Betawi) , het is niet zo ver naar Buitenzorg/Bogor waar dhr Sucipto woont.
      Als ik zijn adres en tel.nr krijg , wil ik wel op de koffie gaan bij hem.
      Mss kan ik met iemand praten die ooit verbonden was met Seskoad ( Army Staff and Command College) Bandung.
      Geen garantie dat hij wil praten ! De meeste Indonesiers kijken meer naar de toekomst.
      In ieder geval kopi tubruk en pisang goreng kan ik wel krijgen en sterke verhaaltjes vertellen over pan froeher.

      Feit is na een “bezoek” van soldaten waren er 64 dorpelingen gedood .
      Er zijn 4 mogelijkheden:
      De soldaten waren of Nederlanders (wie?), of Indonesiers (TNI ?) , of “onbekende” gewapende mannen.
      Of hebben de ooggetuigen gelogen ?
      Mijn gerechtvaardigde vraag is, als het Nederlandse soldaten zijn , waarom praten ze niet er over ?
      Let op, ik beschuldig niemand.

  55. Surya Atmadja zegt:

    Jan A. Somers zegt:
    20 april 2015 om 10:22 am

    “er toen vanuit ging om een dominion/ een Unie te stichten” Die is toch gesticht? Met volledige Indonesische instemming? Dat kunt u nog steeds in de Nederlandse en Indonesische rijksarchieven nagaan. Was kennelijk een goed idee.
    =====================================================
    GEEN goed idee geweest.
    En zeker omdat Nederland stiekem een eigen agenda had( Linggardjati, de vorming van deelstaten, koloniale oorlog etc ) .
    De Indonesiers waren duidelijk geweest, van af 1928 ( 1 land, 1 volk, 1 taal => Indonesia) en geproclameerd op 17-08-1945.

    • RLMertens zegt:

      @Somer/ @Surya. ‘een dominion/ unie; inderdaad geen goed idee geweest. Eerder een ‘bezopen idee’ (Schermerhorn noemde het al een ‘gedrocht van een overeenkomst’) om na 4 jaar strijd nog te verwachten dat zo’n unie bestaansrecht heeft. ‘Met volledige Indonesische instemming?’ Ja zoiets schrijven/op papier zetten is een gewoonte van onze historici; ‘alles wat scheef is, recht te schrijven’!

    • Jan A. Somers zegt:

      “Linggardjati, de vorming van deelstaten” Ik dacht dat de deelstaten (en het zelfbeschikkingsrecht) al waren opgenomen in Linggadjati, en dat Linggadjati was opgenomen in de akte van soevereiniteitsoverdracht. Met uitzondering dan van het externe zelfbeschikkingsrecht voor Indonesiërs. En 1928 en 1945 zitten inderdaad in de loop van de geschiedenis. Maar het eindresultaat is van 1949! Met volledige Indonesische instemming.

      • RLMertens zegt:

        @Somers; Het is toch duidelijk dat ; deelstaten en unie etc. bedenksels zijn geweest van Nederland. Door de Republiek ‘gepruimd werden’ om de overdracht te bespoedigen. Zelfs in de wandelgangen van het eindoverleg te Den Haag werd al gesuggereerd in gesprekken; ‘ach, een overeenkomst is met één pennenstreek te wijzigen’. En alzo gebeurde het. En Nederland? …..die protesteerde niet eens. Want het had Nw.Guinea uit de Linggadjati overeenkomst gehouden…….tot 1962 ( en uw familie wederom in Nederland arriveerden). Een eindresultaat met volledige Indonesische instemming. Tenslotte als souvernier anno heden, oud Nw,Guinea gangers uit frustratie met de morgenster vlag (willen) paraderen.

      • Jan A. Somers zegt:

        “Door de Republiek ‘gepruimd werden’ om de overdracht te bespoedigen. Zelfs in de wandelgangen van het eindoverleg te Den Haag werd al gesuggereerd in gesprekken; ‘ach, een overeenkomst is met één pennenstreek te wijzigen’.” De Republiek hoefde niets te pruimen, die hadden het voordeel al aan hun kant. En tijd om het zelfbeschikkingsrecht er uit te halen. En de wandelgangen spelen al helemaal geen rol in het eindresultaat, dat telt. En één pennenstreek is niet voldoende om een verdrag te wijzigen, beide partijen moeten akkoord gaan. Dat hebben we pas nog met België ondervonden na stomme uitingen van onze staatssecretaris Bleeker. Ik ben blij dat Nederland niet reageerde. Wij hadden er een punt achter gezet en gingen volop verder zonder RIS (sorry RI). En met succes. Overigens, die deelstaten waren inderdaad door Nederland voorgesteld, maar waarin Indonesië meeging. Dat heb ik tenminste uit de tekst van de akte begrepen. En die telt. Ik kan het ook niet leuker maken.

      • RLMertens zegt:

        @ Somers. Dat is nou een prove van; een politieke tekst, die de (oprechte) morele kant/intenties van de overeenkomst niet dekt/weergeeft.
        En dus tenslotte gedoemd is te verdwijnen. Dus uiteindelijk gebleken is zinloos te zijn en niet telt.
        (vandaar dat Nederland ook niet reageerde, want die had het te druk met het zelfbeschikkingsrecht (!) der Papoea’s, dat ook zinloos eindigde )

      • Jan A. Somers zegt:

        “Somers. Dat is nou een prove van; een politieke tekst, ” Sorry, ik probeerde alleen te zeggen met wat iedereen met afspraken hoort te doen: nakomen. Soms wel moeilijk, maar de makkelijke dingen zijn al uitgevonden. En lukt het echt niet, dan ga je weer met elkaar in samenspraak. Dan kom je er meestal wel uit.
        “had het te druk met het zelfbeschikkingsrecht (!) der Papoea’s, dat ook zinloos eindigde )” Ja zinloos. Nederland had nog niet gezien dat Indonesië geen zelfbeschikkingsrecht meer toeliet. Dat was namelijk in de nieuwe Indonesische grondwet opgenomen, en die was nog niet voor iedereen bekend. En verder hadden we het druk met een nieuwe toekomst. Ik in ieder geval. Was spannend! En dat is wel gelukt. Ik ben een tevreden mens.

      • RLMertens zegt:

        @Somers. U citeert de tekst van een (Nederlandse) intentie; vorming van deelstaten, die de Republiek moest inperken in zijn invloed. De Republiek die altijd uitging van Sabang tot Merauke; één Republiek. Dan is het toch logisch dat de Republiek daar een einde aan maakt. Zo simpel is het toch? Of had u (Nederland) verwacht dat daar wederom onderhandeld/besproken moest worden? Met welk resultaat? Het zelfbeschikkingsrecht, genoemd in het Atlantisch Handvest/VN, die Nederland nb. eerder verloochende!
        Voor de Papoea’s is het zelfbeschikkingsrecht (dankzij Nederland) in 1962 uiteindelijk gekomen; Ze kozen voor de Republiek!

      • Jan A. Somers zegt:

        “Dan is het toch logisch dat de Republiek daar een einde aan maakt.” Dat was voor mij niet zo vreemd. Sinds mijn dissertatie-onderzoek ken ik de kwaliteit van Indonesische handtekeningen onder volkenrechtelijke verdragen. Het is voor mij ook niet zo vreemd dat Nederland niet reageerde, we waren er van af! En er zijn nog altijd mensen die denken dat een Indonesische handtekening onder de achterstallige salarissen waarde heeft.

      • RLMertens zegt:

        @Somers. Kwaliteit van handtekeningen? Volkenrechtelijke verdragen? Rechtelijk?
        En de kwaliteit van (Nederlandse) intenties tav. de Republiek?
        We kregen een ‘koekje van eigen deeg’!

  56. van den Broek zegt:

    Als de Heren het goed vinden ga ik weer on topic

    Dhr Bo Keller bevestigt mij dat Nederlandse Mariniers in Indie andere uniformen en wapens droegen dan andere krijgsmachtonderdelen aldaar . Alhoewel de kampongbevolking dat verschil niet kon zien, had bvb Mevr. Van Pagee wel dmv foto’s van de verschillende uniformen erachter kunnen komen welke militairen volgens de ooggetuigen de kampongbevolking had uitgemoord, een soort daderconfrontatie aan de hand van Amerikaanse TV-series. Het krantenartikel noch het radiointerview geeft daarover eenduidig antwoord.

    Dan zegt dhr Bo Keller dat de getoonde foto aan het begin van de discussie is niet van een Nederlandse patrouille, zie op de achtergrond de autocolonne., maar dat is voor de kenners!

    Verder maakt dhr Bo Keller wel een heel interessante opmerking, een ervaringsdeskundige pur sang bij uitstek. We hebben het over de periode direct na de Tweede Politionele Actie. Een wapenstilstand is afgesloten en een demarcatielijn getrokken zoals eerder vermeld is.

    Ik citeer hem: “Verder moeten er buitenlandse rapportages van de Commissie van Goede Diensten bekend zijn, die bovenop de lipppen van de Nederlanders zat en er als de kippen bij was , als er maar een schot valt , laat staan een mortierbarrage” (zie mijn tijdlijn)
    Zo ook rapportages over de gebeurtenis met het dorpshoofd en natuurlijk de zaak “patrouille Teeken”, maar helemaal de gebeurtenis over Prambon Wetan. Ze zullen er wel waarnemers naar toe gestuurd hebben alleen om het feit dat een patrouille verdwenen was., een bestandsschending zou ik zeggen.
    Volgens Heer Bo Keller had de Commissie wel meegeholpen met de gevangenenruil.
    Van deze toch wel onverdachte bron wordt zowel in het krantenartikel als in het radiointerview met geen woord gerept.

    Ik ga maar verslagen van de Commissie bestuderen, want dat gegeven brengt mijn conclusies in een ander daglicht.

    Met hartelijke dank aan dhr Bo Keller voor zijn zeer nuttige bijdrage.

    • Jan A. Somers zegt:

      “dat Nederlandse Mariniers in Indie andere uniformen en wapens droegen dan andere krijgsmachtonderdelen aldaar ” Allicht, die hadden hun uitrusting uit Amerika. De eerste lichting was daar opgeleid voor deelneming aan de oorlog tegen Japan.

    • Surya Atmadja zegt:

      ““Verder moeten er buitenlandse rapportages van de Commissie van Goede Diensten bekend zijn, die bovenop de lipppen van de Nederlanders zat en er als de kippen bij was , als er maar een schot valt , laat staan een mortierbarrage”
      =============================================================
      Bij zo’n actie zal men echt doof, blind , stom zijn geweest( de “drie apen” )om geen rapportage te schrijven, desnoods met een embargo van 100 jaar.
      In 1948 bestaat al een foto van ene Majoor Marns. Th.J. Rikkers*, en de Indonesische foto toen ene letkol Rikkers ( dezelfde persoon ?) de Bojonegoro gebied overdroeg aan de TNI ( in aanwezigheid van de Ranggalawe Brigade Let.Kol Soedirman.)

      *http://www.maritiemdigitaal.nl/index.cfm?event=search.getdetail&id=120114955
      Wil men ECHT zoeken ? dan kan men mss e.e.a terug vinden.
      Toch ?

      • Jan A. Somers zegt:

        “om geen rapportage te schrijven, desnoods met een embargo van 100 jaar” Hoezo? Waar is dat te vinden? Zou in de archieven van de Veiligheidsraad zijn te vinden. Die Commissie was een orgaan van die Veiligheidsraad, niet van Nederland of Indonesië: Paul van Zeeland (België, namens Nederland), Richard Kirby (Australië, namens Indonesië) en Frank Graham (Verenigde Staten, door beide eerdergenoemden gevraagd). De besprekingen vonden op de (Amerikaanse) Renville plaats.

  57. van den Broek zegt:

    Wil men echt zoeken, dan moet men het gevondene ook foutloos weergeven en in het bovenstaande is het verband zoek en klopt e.e.a. niet.

    De Majoor Marns. Th.J. Rikkers was omstreeks 1949 commandant van het Amfibisch Bataljon van één van de na de reorganisatie overgebleven deel van de Mariniersbrigade, onder zijn commando vond het incident “patrouille Teeken” plaats. . Hij was geen Lt.Kol in Indie. Op een foto wordt ene Kolonel Rikkers in uniform der MARNS opgevoerd maar de rang zal op een vergissing berusten.
    Na Indie vertrok dhr Rikkers naar de Ned. Antillen en werd daar tijdelijk Lt. Kol. MARNS (Zie in memoriam van dhr Rikkers). In het I.M. is een kleine fout geslopen , het hoofdkwartier van de Mariniers was niet in Den Haag maar in Rotterdam.
    Iemand gebruikt letkol die niet bekend is met de afkortingen binnen de Koninklijke Marine.

  58. van den Broek zegt:

    Verslagen van de Commissie van Goede Diensten CGD of in keurig Engels “Committee of Good Offices” afgekort UNGOC of UNCI is te vinden in de archieven van de Veiligheidsraad/Verenigde Naties: zoekt en Gij zult vinden.

  59. van den Broek zegt:

    Ik had toch niets te doen en ben wat gaan rondsnuffelen op maritiemdigitaal.nl, natuurlijk stuitte ik op foto’s van de patrouille-Teeken en van Majoor Rikkens. Ook zag ik wat foto’s over de onderhandelingen en de vrijlating van de 6 mariniers. Als klap op de vuurpijl vond ik dit. Dat boek waarvan Mevr. Marjolijn van Pagee ook gehoord had!! Ik zocht wat weet ik niet en ik vond dat. Echt zoeken is goed zoeken.

    Uit Maritiem Digitaal NL

    titel Rapport en documentatie over patrouille Teeken in Nederlands-Indië, 1949, 1985
    inventarisnummer 64667
    museum Mariniersmuseum

    omschrijving Een kopie van een rapport van een voorlopig onderzoek, gehouden op 1 augustus 1949, naar de patrouille Teeken in juli 1949 in Nederlands-Indië. Daarbij zitten twee kopieën van vertalingen van twee hoofdstukken over dezelfde patrouille uit een Indonesisiche boek met de titel “Brigade Ronggolawe”, gepubliceerd in 1985.

  60. Surya Atmadja zegt:

    van den Broek zegt:
    22 april 2015 om 7:33 pm
    Daarbij zitten twee kopieën van vertalingen van twee hoofdstukken over dezelfde patrouille uit een Indonesisiche boek met de titel “Brigade Ronggolawe”, gepubliceerd in 1985.
    ================================================================
    Over Ranggalawe Brigade heb ik al geschreven op:
    (Surya Atmadja zegt: 17 april 2015 om 9:49 am en 19 april 2015 om 12:22 am)
    In de interview is te horen dat er iets staat in de Ranggalawe boekje samengesteld met o.a de medewerking van Teko Notosoebroto , eerste druk 1985 !

    Extra opmerking : En wie is Teko Notosoebroto ?
    Dezelfde TNI officier van Prambon Wetan ?.

    Afbeelding v/h boek:
    https://openlibrary.org/books/OL2702931M/Pengabdian_selama_perang_kemerdekaan_bersama_Brigade_Ronggolawe

  61. van den Broek zegt:

    En wat staat er nou in dat boek??? Of is de bijdrage van bovenstaande in de toegevoegde waarde van de discussie louter en alleen de titel en de afbeelding van het boek?

    Wie aanklaagt die bewijst, maar dat is wellicht met een Indonesische bril anders of woorden van gelijke strekking..
    Volgens dhr Luns isTeko Notosoebroto de broer van die TNI officier. Iedereen kan dat toch zelf verifiëren ?

    Sommigen lopen steeds achter de feiten aan. Als men nu eens verder leest dan de eerste bladzijde van Maritiem Digitaal.NL en foutloos citeert, dan komen we wellicht in de discussie wat verder dan louter futiele en gratuite aanklachten, zoals die van Mevr. van Pagee. !! De Nederlandse bronnen die ik kan vinden kan eenieder ook vinden als hij zijn best doet en wat initiatief toont, tenminste. Zoals alleen een beroep gedaan wordt op bronnen zoals het krantenartikel en het radiointerview is mij wat te licht voor een discussie op niveau van de Javapost. Daarom sluit ik af met mijn conclusie, alhoewel ik daar steeds minder het nut van inzie in een discussie met bovenstaande.

  62. van den Broek zegt:

    Het gaat mij er niet om aanklager en rechter te zijn, terwijl sommigen ook willen dat de beschuldigde tegen zichzelf getuigt. Het is hier geen rechtbank. Ik wil weten wat er gebeurde, ik wil iets van die oorlogsgeschiedenis begrijpen. ik was daar in eerste instantie niet in geinteresseerd, mijn belangstelling gaat meer uit naar zeeslagen, maar de omstandigheden dwingen mij over deze zaak te buigen.

    Ik heb de hele discussie teruggelezen voor mijn conclusies en dan sta ik stil bij de woorden van de zeer geachte Heer Somers, die op 5 April zei :
    Ik citeer: Samenvattend: Vreemd dat tijdens een wapenstilstand, in afwachting van de soevereiniteitsoverdracht, het Indonesische leger in actie komt aan de Nederlandse kant van de demarcatielijn. Het is niet zo opmerkelijk dat dit incident nooit is verdoezeld. Dat kon ook niet, de militairen moesten verschoten patronen verantwoorden, dat zal waarschijnlijk gebeurd zijn in een patrouillerapport. Maar nogmaals, ik heb me er nooit in verdiept.
    Ik verwacht niet anders van hem, want hij is net zoals de zeer geachte Heer Bo Keller ook een ervaringsdeskundige pur sang en die bekijken de dingen door een andere bril. Ik dien mijn tijdlijn te verschuiven naar de 2de politionele acties-

    Dan lijkt het of het Nederlandse zowel als het Indonesische leger wel erg actief waren ondanks een wapenstilstand. Het lijkt wel of zij een andere agenda hadden en zij rustig verder gingen met vechten, want waar zijn legers anders voor. Dat die mariniers gevangen werden genomen in tijden van een wapenstilstand en aan het eind van de oorlog lijkt mij niet een samenloop van omstandigheden in dit licht gezien. Dat over de vrijlating van deze mariniers tot in de maand Oktober diende te worden onderhandeld lijkt mij een overbodige zaak gezien de naderende soevereiniteitsoverdracht , dat dient toch uitgediept te worden. De politiek liep voor de voeten van de militairen maar dat deden de laatsten andersom ook.

    Nu werk ik alleen naar mijn conclusies toe

    • Jan A. Somers zegt:

      “Het lijkt wel of zij een andere agenda hadden en zij rustig verder gingen met vechten, want waar zijn legers anders voor.” Dat eerste klopt helemaal. Maar een eigen agenda hebben en die uitvoeren zijn natuurlijk twee dingen. Wat het tweede betreft. Een krijgsmacht heeft het primaat van het geweld, is de zwaardmacht van de staat, is een orgaan van de staat en is daaraan onderworpen. Mijn officierseed: Zweer trouw aan (…) en aan de wetten van het land. Het Nederlandse leger was net als alle andere staatsorganen natuurlijk druk met lobbyen, maar kon redelijk goed in bedwang worden gehouden. Niet altijd, maar kon dan snel weer het hok in worden gejaagd. Niet bij het Indonesische leger, en al helemaal niet bij de vele losse strijdgroepen. Die zorgden voor de val van kabinetten en afwijzing van afspraken. En daar heeft een krijgsmacht zich ver van te houden.
      .

      • Surya Atmadja zegt:

        De TNI is een geprofessionaliseerd “volksleger”, van het volk , met het volk en voor het volk.
        Is trouw en de beschermer van de Indonesische soevereiniteit , de eenheid van de NKRI(eenheidsstaat) , de Panca Sila , en de grondwet (UUD 1945)

        Dus als een president of regering niet deugt dan is het leger verplicht om maatregelen te nemen die door de wet gesanctioneerd is.
        (Tenminste dat denk ik .)

      • Jan A. Somers zegt:

        Ik denk soms ook een beetje ‘fout’ hoor, maar in een rechtsstaat heeft de krijgsmacht (en de politie) als zwaardmacht het primaat van geweld. Maar is als orgaan van die staat ook onderworpen aan die staat. Mijn officierseed: de wetten van het land. (zo ook de grondwet). Stel je voor dat de opperbevelhebber minister Rutte maar niks vindt (en dat zijn er velen in Nederland!) en het Binnenhof en het Torentje gaat bezetten? En militairen die lid zijn van de republikeinse partij (dat mag) moeten toch echt afblijven van onze koning, hoe of je ook over hem denkt.
        Ik heb pas nog gehoord hoeveel burgers er na 5 mei 1945 nog zijn neergeschoten door de Duitsers. Dat waren BS’ers (Binnenlandse strijdkrachten, voormalige verzetsstrijders) die wilden dat de Duitsers zich aan hun overgaven. Maar die BS’ers waren geen militairen, geen bevoegd gezag! In oorlogssituaties dus franc-tireurs. Hetzelfde ongeveer in Soerabaja, 1945. Huyer wilde dat de Japanners zich aan hem overgaven. Hij was dan wel Nederlands militair, maar op dat moment geen bevoegd gezag, dat was SEAC. Verwarring alom.

      • van den Broek zegt:

        De beide legers gingen veelal hun eigen gang:

        In mijn tijdlijn is er sprake van de KL een mortieraanval ondernam op het dorp. Daar komt nog bij dat gen. Spoor in het geheim verwikkeld was in levering van wapens aan Indonesische Nationalisten, ondanks dat er sprake was van een wapenstilstand.

        De legerleiding in Indie had zelfs gedreigd in overleg met Lovink op 16 Augustus hetzij een militair optreden (3de politionele actie) met als consequenties dat de RTC niet doorging, hetzij concentratie van het leger in bepaalde steden en abandonnering.

        Ook de TNI maakte zich schuldig aan schendingen (in Nederlandsspeak Infiltraties) van de wapenstilstand zoals de aanval van de TNI-eenheid tegen de patrouille-Teeken. Dat kan toch niet zonder goedkeuring van de top gebeurd zijn. Daarna voerde de TNI onderhandelingen over de 7 en later 6 Mariniers met het Nederlandse leger ondanks dat er een wapenstilstand gesloten was, ondanks het van Roijen-Roem akkoord en de RTC.

        De TNI was zelf sterk verdeeld. Er was een meer gematigde stroming zoals de groep-Simatupang, die achter Hatta en zijn beleid stond. Maar opperbevelhebber Sudirman en vele van zijn ondercommandanten, onderwie Sungkono, besteedden slechts lipservice aan de wapenstilstand, ze vertrouwden de Nederlanders niet, de onderhandelingen in het geheel niet, hadden geringe fiducie in hun eigen regering en wensten net als voorheen slechts een Seratus Persen Medeka. Deze tendens werd nog eens versterkt doordat de sterk lokaal georiënteerde TNI-eenheden, mede dankzij de guerrilla vrij zelfstandig opereerden.

      • koppieop zegt:

        @Hr Somers: ….. in een rechtsstaat heeft de krijgsmacht (en de politie) als zwaardmacht het primaat van geweld. Maar is als orgaan van die staat ook onderworpen aan die staat….. In zeker verband met deze gedachte wou ik graag iets toevoegen dat  ik een fascinerend voorbeeld vind, namelijk de reactie van een landspresident toen een hoofdoffcier van het leger een order van de regering, zijn civiele meerdere, had genegeerd. Geleerden zeggen dat die beslissing in militair opzicht waarschijnlijk de beste was geweest, en natuurlijk is dit een ingewikkelde zaak, maar de afloop is geweest dat de staat zijn (haar?) superioriteit heeft laten gelden. Waarschijnlijk ten overvloede, verwijs ik naar het conflict met President Truman dat de internationaal invloedrijke en populaire vijf-sterren Generaal MacArthur, opperbevelhebber in Azië, in 1951 veroorzaakte.-

        WordPress.com

        |

        van den Broek reageerde:”De beide legers gingen veelal hun eigen gang:In mijn tijdlijn is er sprake van de KL een mortieraanval ondernam op het dorp. Daar komt nog bij dat gen. Spoor in het geheim verwikkeld was in levering van wapens aan Indonesische Nationalisten, ondank” | | Reageer op deze reactie door te antwoorden boven deze lijn |

        | | | |

        | Nieuwe reactie op Java Post | |

        | | | van den Broek heeft gereageerd op Namen de Nederlanders wraak?. in antwoord op Jan A. Somers: “Het lijkt wel of zij een andere agenda hadden en zij rustig verder gingen met vechten, want waar zijn legers anders voor.” Dat eerste klopt helemaal. Maar een eigen agenda hebben en die uitvoeren zijn natuurlijk twee dingen. Wat het tweede betreft. Een krijgsmacht heeft het primaat van het geweld, is de zwaardmacht van de […] De beide legers gingen veelal hun eigen gang:In mijn tijdlijn is er sprake van de KL een mortieraanval ondernam op het dorp. Daar komt nog bij dat gen. Spoor in het geheim verwikkeld was in levering van wapens aan Indonesische Nationalisten, ondanks dat er sprake was van een wapenstilstand. De legerleiding in Indie had zelfs gedreigd in overleg met Lovink op 16 Augustus hetzij een militair optreden (3de politionele actie) met als consequenties dat de RTC niet doorging, hetzij concentratie van het leger in bepaalde steden en abandonnering.Ook de TNI maakte zich schuldig aan schendingen (in Nederlandsspeak Infiltraties) van de wapenstilstand zoals de aanval van de TNI-eenheid tegen de patrouille-Teeken. Dat kan toch niet zonder goedkeuring van de top gebeurd zijn. Daarna voerde de TNI onderhandelingen over de 7 en later 6 Mariniers met het Nederlandse leger ondanks dat er een wapenstilstand gesloten was, ondanks het van Roijen-Roem akkoord en de RTC.De TNI was zelf sterk verdeeld. Er was een meer gematigde stroming zoals de groep-Simatupang, die achter Hatta en zijn beleid stond. Maar opperbevelhebber Sudirman en vele van zijn ondercommandanten, onderwie Sungkono, besteedden slechts lipservice aan de wapenstilstand, ze vertrouwden de Nederlanders niet, de onderhandelingen in het geheel niet, hadden geringe fiducie in hun eigen regering en wensten net als voorheen slechts een Seratus Persen Medeka. Deze tendens werd nog eens versterkt doordat de sterk lokaal georiënteerde TNI-eenheden, mede dankzij de guerrilla vrij zelfstandig opereerden. | Beantwoorden |    Reacties |

        |

        |

        | Wil je minder email? Afmelden voor alle vervolgreacties of je Inschrijf Opties wijzigen. |

        |

        | |

        |

        | Bedankt voor het vliegen met WordPress.com |

        |

  63. Surya Atmadja zegt:

    van den Broek zegt:
    24 april 2015 om 7:58 am
    Het gaat mij er niet om aanklager en rechter te zijn, terwijl sommigen ook willen dat de beschuldigde tegen zichzelf getuigt. Het is hier geen rechtbank. Ik wil weten wat er gebeurde, ik wil iets van die oorlogsgeschiedenis begrijpen.
    ===============================================================
    Voor de duidelijkheid, niemand werd hier (Java Post) beschuldigd , althans niet door mij .
    Ik schreef duidelijk :
    Feit is na een “bezoek” van soldaten waren er 64 dorpelingen gedood .
    Er zijn 4 mogelijkheden:
    De soldaten waren of Nederlanders (wie?), of Indonesiers (TNI ?) , of “onbekende” gewapende mannen.
    Of hebben de ooggetuigen gelogen ?

    Om verdere speculaties te voorkomen is het logisch dat men(wij) vragen stelt aan de betrokkenen zelf ( tenminste als ze nog leven en nog niet pikun/vergeetachtig zijn ).
    Of aan Marjolein vragen , cq de Indonesische getuigen zoals o.a Sucipto (woont in Bogor).
    Mss wil hij met mij praten of verwijzen naar andere getuigen .
    Over eventuele daders kunnen we niet verwachten dat de betrokkenen wie ze ook mogen zijn om hun zonde in openbaar opbiechten .
    Daar heb ik ook begrip voor.

  64. Surya Atmadja zegt:

    van den Broek zegt:
    24 april 2015 om 7:58 am
    Ik wil weten wat er gebeurde, ik wil iets van die oorlogsgeschiedenis begrijpen.
    ===============================================================
    Ik ook,
    voor zover het mogelijk is omdat het mee te maken heeft met Nedelands Indie/Indonesia..
    Bij het zoeken van Indisch ABC (zie http://indisch4ever.nu/2015/05/02/indie-docus/#comment-181085) op zolder zag ik het boekje De patrouille Teeken.

    De schrijver schreef : Waarom dit boek ?
    De Patrouille Teeken is geen roemrijke gebeurtenis die het waard is om in het Vaandel te plaatsen , maar wel een tragedie die ook korpsgeschiedenis is en mijn inziens geopenbaard mag worden.
    (blz 5)

    Wie weet horen we meer van Marjolein van P als ze terug komt met nwe gegevens en hier gaat vertellen.

  65. van den Broek zegt:

    Ik wil de integriteit van Mevr. van Pagee niet in twijfel trekken, het is een prestatie van de eerste orde om het bloedbad van Prambon Wetan naar boven te halen. Maar om met een titel te komen “Namen de Nederlanders wraak ???? (vierdubbele vraagtekens is wel heel creatief). Dat dient gebaseerd te zijn op een schoolschriftje van een dorpssecretaris waarvan ik een integrale vertaling ten zeerste mis . Tevens zouden er verslagen van ooggetuigen zijn die veel vertellen maar NIET wat er precies gebeurde nadat de 7 Mariniers door de TNI werden gegijzeld en het moment dat de 4 lijken van de Mariniers uit de rivier werden gevist. Dit is en blijft een blinde vlek.
    De ooggetuigen schijnen helemaal niet in de dessa zijn geweest toen die 64 bewoners werden gedood. waar waren zij dan wel?De ooggetuigen zelve doen daarover geen uitspraak.
    Mevr. van Pagee haalt in het radiointerview een haar bekende militair aan die de dag NADAT de patrouille-Teeken verdween, opgeroepen werd voor een verkenningspatrouille maar dezelfde dag teruggeroepen werd. Het waarom laat zij ook hier in het midden, dus ook de waarheid.

    De patrouille Teeken was de aanleiding maar Mevr. van Pagee doet geen uitspraak over de oorzaak , de gebeurtenis zelve, van het bloedbad van Prambon Wetan.
    Zelfs de gegevens van de Indonesische divisie Ranggalawe over het bewuste dorp kan met wat gegoogle nalezen in het Mariniersmuseum, dat lijkt mij voor een nobele Rotterdamse Courant als de NRC een kleine moeite om dat gegeven na te trekken, dat is toch de functie van een serieuze krant. Helaas. de krant moet ook sensatie verkopen. Wat blijft dan over van een PRIMEUR????

    Wat ik Mevr. van Pagee wel tegenwerpt ,zij geeft het zelf toe, dat zij bij de viering van de slag om Surabaya gekleed ging als Muriel Pearson ook wel bekend onder haar Balinese naam Ketoet Tantri. Dat zal de vroegere bewoners van Surabaya luid en duidelijk in de oren klinken.
    Misschien was Mevr. van Pagee onbekend met deze in Nederlandse ogen omstreden vrouw, maar onbekendheid is geen verontschuldiging voor domheid. Zo’n verkleedpartij kan haar rol als onafhankelijk onderzoeke geen goed doen, integendeel.

    We dienen niet te vergeten dat we het hier hebben over een klacht danwel aanklacht wegens een oorlogsmisdaad waarbij 64 dessabewoners werden gedood. Dan is enige terughoudendheid harerzijds wel op zijn plaats, een Marinier waardig.

    Ik ben ook benieuwd wat Mevr. van Pagee de volgende keer ten gehore brengt. Hopelijk muziek met een partìituur.

    • Jan A. Somers zegt:

      “dat zij bij de viering van de slag om Surabaya gekleed ging als Muriel Pearson ook wel bekend onder haar Balinese naam Ketoet Tantri.” Ja dat duo met Soetomo ken ik nog wel. Het interesseerde mij eigenlijk niet zo, ik luisterde met een van vermoorde Japanners gestolen radio liever de hele wereld af. Maar de vereenzelviging van Mw. Van Pagee met K’tut Tantri tekent voor mij haar kwaliteit en bedoeling.

    • RLMertens zegt:

      @vdBroek. Ketoet Tantri, een vrouw die toen al voor de oorlog een afkeer had van het ‘kolonialisme’. Omstreden voor de Nederlanders, edoch voor de Indonesiërs een Westerling die hun lot aantrok en vol vuur ten strijde trok, zoals ene Poncke Prinsen. Ik kan mij hun/haar keuze wel voorstellen na alles wat aldaar is geschied. Benieuwd ben ik wat deze jonge fotografe van Pagee heeft doen besluiten, met zoveel passie te achterhalen wat haar grootvader daar heeft meegemaakt. Doen besluiten om zich als Ketoet te kleden/ te vereenzelvigen en juist bij de viering/helden herdenking van de slag in Soerabaja. Een statement?

  66. Surya Atmadja zegt:

    Te kleden, in een rolletje te spelen voor 1x is NIET dezelfde als te vereenzelvigen.

    • Jan A. Somers zegt:

      Je speelt je toneelrol alleen goed als je je vereenzelvigt. Het lijkt mij ook moeilijk met carnaval verkleed te gaan als Hitler of Hirohito.

      • RLMertens zegt:

        @vdBroek. Natuurlijk heb ik dat boek/ook gelezen en over haar veel gehoord. Ook van Indonesiërs. Waarom haar verkleding een naïviteit (vanuit Ned. optiek) noemen?( de Indonesiërs zouden het zeker anders zien) Ik stel ook de vraag bij; ‘statement’. Bevooroordeeld? Haar grootvader was marinier, die daar heeft gevochten; waarom, waarvoor? Die vragen zijn bij haar opgekomen. Wat zijn de antwoorden, die haar heeft doen besluiten het ter plekke te onderzoeken. Zich laten gebruiken? Een antwoord gevonden en daardoor tot deze act gekomen? Ik hoop op eveneens een reactie van mevr. Pagee. Een manke vergelijking met hen, die uit hun overtuiging een keuze hebben gemaakt tussen recht en onrecht?
        -Omkijken naar Indië; het was een onrechtmatige maatschappij. Vooral voor de Inlanders. Die gedoemd was is te verdwijnen. Dat het door strijd gebeurde is/blijft laakbaar. Een oorlog na een wereldoorlog.Vooral anno heden bij die vele toespraken over vrede etc., terwijl men toen anno mei 1945 nb. na een nazi bezetting, met misleidende toespraken kwam over ‘ons Indië’; rust en orde. etc. een heuse oorlog begon-.

      • Jan A.C. Burger zegt:

        Merkwaardig… Ik heb hier een boek voor mij liggen met de titel Opstand in het Paradijs, auteur is echter James Mossman. 1e druk 1961. Vert. van ‘Rebels in Paradise’, ook verschenen in 1961. Mocht dat zo maar, zelfde titels binnen redelijk korte tijd na elkaar?

        ===================

      • RLMertens zegt:

        @Somers. ‘je speelt je toneelrol alleen goed als je je vereenzelvigt’. Inderdaad. Ben het volledig met U eens(ditmaal). Zou mevr.Pagee dat hebben bedoelt?

  67. van den Broek zegt:

    @ R.L. Mertens . ik heb haar boek “Opstand in het Paradijs” drie jaar geleden gelezen, ik was onder de indruk, dus ik weet waarover ik spreek , heeft U haar boek ook gelezen?
    Dat Mvr. van Pagee , een Nederlandse dus een ex-koloniaal, zich gebruiken laat als Ketout Tantri verkleed te gaan, is ook haar keus, maar riekt wel naar naïviteit (zie de foto’s, Mevrouw in sarong en kabaja om het één en ander waarheidsgetrouw te maken) . Dat zij als would-be onderzoeker met een toch wel erg zwak onderbouwde “primeur” net komt uit Indonesië , dat met haar Bersiap verleden nog niet klaar is, vind ik in de opeenvolging der gebeurtenissen wel merkwaardig.

    En nu maak ik een vergelijking die mank gaat. Wat zouden de geachte lezers wel denken als een nakomeling van Lenie Riefenstahl (beroemde filmregisseur) naar Putten gaat om daar de Razzia van de Duitsers in Oktober 1944 te verfilmen en dan met een primeur komt, verkleed als het meisje met het rode haar (Nederlandse verzetsheldin?
    Volgens sommigen maakt ze een statement, volgens mij is ze bevooroordeeld, ongeloofwaardig en gemanipuleerd. Dit heeft niks met het voorgaande te maken maar ik wil het alleen maar zeggen.

  68. van den Broek zegt:

    Ik hou met niet bezig met de zieleroerselen van Mevr. van Pagee, noch met haar goede bedoelingen, ik ben geen psycholoog , deze functie nemen anderen wel over. Mijn uitgangspunt zijn de blote feiten die o.a. terug te vinden zijn in een krantenartikel en in een radio-interview. Het omineuze krantenartikel begint met

    Namen de Nederlanders wraak (uitroepteken?)

    De journaliste draagt als bewijzen aan:
    – een schriftje dat vertaald noch in extenso gepubliceerd is.
    – 3 Indonesische getuigen die gezien hun verhaal niet lijfelijk aanwezig waren bij de wraakactie,
    – 3 Nederlandse Mariniers die ten tijde van de wraakactie of in gevangenschap zaten bij het Indonsische leger de TNI, danwel pas toen de lijken van een paar Mariniers gevonden waren ten tonele verschenen, dus ook niet lijfelijk aanwezig bij de wraakactie. .

    Quod Erat Demonstrandum betekent nog altijd: Hetgeen bewezen moest worden. De journaliste maakt haar bewering niet waar, zij maakt niet aannemelijk, dat de Nederlanders wraak namen.
    QED

  69. Clementine Kors zegt:

    Ik ben een nicht van Ben Kors en zou graag on contact komen met iemand die hem gekend heeft. Is er nog iemand in leven, graag zou ik daar iets over horen. clementinekors@gmail.com
    Heel erg bedankt voor de moeite.

Geef een reactie op van den Broek Reactie annuleren