Vandaag is het precies 73 jaar geleden dat een internationaal vlootverband onder leiding van schout-bij-nacht Karel Doorman het onderspit dolf tijdens de Slag op de Javazee. De kern van deze vloot werd gevormd door het Nederlandse eskader in Nederlands-Indië.
Nederland verloor bij deze slag de kruisers Hr. Ms.De Ruyter en Hr. Ms. Java en de jager Hr. Ms. Kortenaer en ruim 900 opvarenden, onder wie Karel Doorman zelf. De totale slag kostte 2300 marinemannen het leven.
Eén van de Nederlandse marinemannen die aan boord van Hr.Ms.De Ruyter het leven lieten was de 21-jarige Amsterdammer Jaap Kooijman.
Het verhaal van Jaap, naar de herinneringen van zijn jongere zuster:
x
x
De film van regisseur Niek Koppen uit 1995 zou maar gauw op TV moeten worden vertoond.
De slag in de Javazee.
http://www.beeldengeluid.nl/media/9215/de-slag-de-javazee
Als kind was Niek Koppen gefascineerd door de foto van een marine-officier op zijn moeders bureau. Hij wist van haar verdriet, al vertelde zijn moeder weinig over deze man, haar eerste echtgenoot, die in de oorlog was omgekomen tijdens de slag in de Javazee. In een ruim twee uur durende documentaire ontrafelt Koppen de legendarische zeeslag aan de hand van gesprekken met een groot aantal overlevenden. Het resultaat is een minitieus verslag van een paar dramatische dagen, die bij alle betrokkenen diepe sporen hebben nagelaten.
http://www.filmkrant.nl/av/org/filmkran/archief/fk162/koppen.html
MOED, BELEID en TROUW…..tot in den dood!!!
Dat is het opschrift van het verhaal dat ik indertijd over mijn Oom Naas CHÖMPFF heb geschreven.
LTZ 1 Jan Marie Lodewijk Ingnatius ( Naas) CHÖMPFF, was Commandant van Hr. Ms. torpedobootjager “PietHein”. ; hij was tvs C. van de 1ste Jagersgroep van de KM;
VOORTS MAAKTE HIJ DEEL UIT VAN DE ALLIED STRIKING FORCE !!!
Bij het afscheid van zijn echtgenote en kinderen – op de verjaardag van zij jongste zoon Tommie op 30 dec. 1941 – gaf Oom Naas zijn gouden huwelijksring en zijn gouden vulpen, aan zijn vrouw Connie!. Die dag was de laatste dag zij elkaar nog zouden zien.
Tussen 19/20 feb. 1942 brak er een verbittert en hevig zeegevecht uit in de zeestraat Badoeng
ten noorden v. Bali en Lombok., met een Japans Marine (neven) Eskader, wat uiteindelijk
leidde tot de eervolle ondergang van Hr.Ms.torpedojager “Piet Hein”.
Vele van deze moedige bemanningsleden verloren daarbij hun leven; ook mijn Oom Naas LTZ 1
verloor daar zijn leven. Hij ligt nu begraven op het Ereveld “Kembang Koening” in Soerabaja.
Voor zijn moedige gedrag werd o.a. hij ,,postuum op 16 april 1942 onder no. 6/5488 door Hr. Ms.
Koningin Wilhelmina benoemd tot Ridder in de Militaire Willemsorder der 4de klasse.
(Moed, Beleid en Trouw….tot in den dood)!!
Het doet mij daarom altijd veel pijn, als bij de herdenking van de Slag van de Java Zee, nauwelijks
Hr.Ms. torpedojager “Piet Hein” wordt vernoemd, ondanks dit schip behoorde tot dezelfde
Allied Striking Force en gewikkeld was in een voorgevecht met een Japans Vlooteskader/neveneskader dat tot de Japanse hoofdvloot behoorde.
Ik hoop daarom, dat in de komende herdenkingen van de Slag in de Java Zee ook dat
Hr. Ms. “Piet Hein” wordt vermeld.; ook de marineschepen, die kort daarna in de straat Soenda
ten onder gingen. dienen m.i. daarbij steeds te worden betrokken.
Jacques Z. Brijl. luitenant-Kolonel b.d., drg. “Bronzen Leeuw”
“zeegevecht uit in de zeestraat Badoeng” Hier werd de Tromp zwaar beschadigd. Voer naar Soerabaja voor reparatie en wist tijdens de slag in de Javazee te ontkomen naar Australië.
Dit is het verhaal van mijn broer, die op de Hogere Zeevaartschool in Den Helder in de jaren zestig inwonend student was bij oom Ko, een jongere broer van mijn vader.
“Een jongere broer van mijn vader (oom Ko), was korporaal konstabel op het fortuinlijke schip De Tromp. Een konstabel is een van de artilleristen op een schip die de kanonnen van het schip bedient. Hr.Ms. Tromp een lichte kruiser heeft, evenals haar iets jongere zusterschip Hr.Ms. Jacob van Heemskerck de gehele oorlog overleefd en is, volgens haar opvarenden een fortuinlijk schip geweest. De Japanners dachten er anders over.
Niet minder dan vijfmaal maakten zij in commuique’s bekend dit Nederlandse oorlogsschip tot zinken te hebben gebracht.
Wel liep de Tromp in de nacht van 20 februari 1942 aanmerkelijke schade op tijdens de Slag in straat Badoeng, waarbij ook tien opvarenden sneuvelden en dertig gewond waren.Zij kreeg daarna de order om zo spoedig mogelijk in Australie te gaan repareren en vertrok dientengevolge op 23 februari uit Soerabaja.Toen de Japanners enkele dagen later in de Java-zee met het geallieerd eskader onder Schout bij-nacht Doorman afrekenden, maakte de Tromp daar dus geen deel meer van uit.Men mag wel aannemen dat door deze bestiering van het lot de Nederlands kruiser de dans ontsprongen is.
Na in Sydney hersteld te zijn heeft de Tromp vervolgens tot het eind van de oorlog in het verre oosten aan de strijd ter zee kunnen deelnemen.
Eerst in de wateren rond Australie, konvooidiensten, daarna werd het schip ingedeeld bij de Britse “Eastern Fleet”en tenslotte bij de 7de Amerikaanse vloot in de Z.W. Pacific. De Tromp kreeg hierdoor gelegenheid op te treden bij verschillende acties in haar zo vertrouwde Indische wateren en zou ook de eerste Nederlandse oorlogsbodem zijn, die na de capitulatie van Japan weer op de rede van Tandjong Priok verscheen.”
Mijn neef P. Den Dekker was stoker aan boord van Hr.Ms. “Piet Hein’ Hij kon zwemmend de kust bereiken en overleefde de catastrofe…..
Zijn jongere broer B. Den Dekker was aan boord van Hr.Ms. Tromp. De Tromp was na de oorlog het eerste marineschip dat terugkeerde naar Nederlands Indie….
Het heeft (te) lang geduurd, maar inmiddels staat op Kembang Kuning een tweede monument ter nagedachtenis aan de vele marinemannen die óók niet uit de strijd terugkeerden.
Dat heb ik (dacht ik) al in 1997 gezien. Of ik vergis me, en was het het monument voor de onbekende zeeman. Dat staat vóór het monument voor de slag in de Javazee.
De wet is niet moeilijk om het te omzijlen. Wat anders: Mag een Islamiet die niet in Holland is getrouwt , met meer dan een vrouw, zich niet in Holland vestigen?
Met alle respect voor uw oom Naas maar de slagen in straat Badoeng ( 19-20 febr.), de slag in de Java zee( 27-02 ) en de slag in de baai van Bantam ( 28-02 ) waren nu eenmaal 3 verschillende slagen, hoewel ze door een aantal historici als één geheel worden beschouwd. Maar inderdaad ik deel uw mening dat ze beter als één geheel kunnen worden herdacht. Er is nog een vierde slag te vermelden, eigenlijk geen slag maar een verrarssingsaanval van vier oude Amerikaande torpedobootjagers op de Japanse transportvloot afgemeerd voor de rede van Balikpapan op 23-01.
De laatste bmanning van DE RUYTER is stoker/olieman BOENANDIR een Javaan die gestorven is op 85 yarige leeftiid 8 November 2013 in Surabaya.
http://www.imexbo.nl/slag-in-de-javazee-1.html
http://www.imexbo.nl/slag-javazee-2-von.html
Mevrouw Aelle: dank voor uw verwijzing naar imexbo. Op die site is Hans Boers zo vrienelijk geweest een artikel te plaatsen dat ik hem zond ivm de Slag in de Javazee. De indirecte, maar ook heel emotionele indirecte relatie van mijn vader met de “Java”. Misschien heeft u in een verloren moment wel zin om dat stukje uit zijn memores te lezen; in dat geval kunt u het vinden langs deze weg:
http://www.imexbo.nl/bob-baer-s-verhaal.html.
Vriendelijke groet,
Dick Bär
Sorry, ik wil er nog even bijzeggen dat wat ik nu toevallig zie: Wat ik u zou willen laten lezen, eindigt bij het hoofdstuk “Oorlog en Bezetting”. Dat is toen, onbedoeld, mede gepubliceerd, want waar het ons om gaat zijn de belevenissen van mijn vader op de “Java” en zijn overdenking over De Slag.
Met enorme trots kan je met deze geschiedenis verhalen meeleven en de gevoelens van familie en vrienden waarderen, het is daarom erg belangrijk de oorlogsgraven waar maar ook in eere te houden.
De eerste overwinning van een schermutzeling( gevecht) van het Jap.Leger is PEARL HARBOR, de tweede is de JAVA ZEE OORLOG, en de derde is overwinning van Malaya en Singapore.Zo diende dachten de Jappen dat zij do oorlog al hebben gewonnen.
Uw volgorde is verkeerd.
7 Dec. ’41 laffe luchtaanval op Pearl Harbour.
10 Dec. ’41 de Britse slagschepen Prince of Wales en Repulse tot zinken gebracht door luchtaanvallen, geen Britse luchtdekking.
1-15 Febr. ’42 een numeriek sterker Brits/Indiaas leger verslagen door de jap.
27 februari 1942 Slag in de Java zee, de geallieerden hadden nog geen benul van de kracht van het japanse superwapen de long lance torpedo. De Amerikanen werden zich er pas 11/2 jaar later van bewust, tevens van de fouten in hun eigen torpedo’s, te diep lopend en niet functionerend magnetische detonators. Toen kwamen er ook vliegtuigen die de zero’s de baas waren.
Peter Barneveld Binkhuijsen: De volgorde die u noemt is correct, maar naar aanleiding van wat u schrijft, nl::
….. de geallieerden hadden nog geen benul van de kracht van het japanse superwapen de long lance torpedo…..
wil ik u graag een paragraaf laten lezen uit wat mijn vader in zijn memoires vertelt over zijn reis als dienstplichtig marinier op de “Java”, in het kader van herhalingsoefeningen, dat was in september 1939:
:
” Verhoging van de vuursnelheid werd door voortdurend oefenen goeddeels bereikt. Toch bleef onze marine zich zeer bewust van de eigen beperkingen en zwakte ten opzichte van de potentiële vijand. Met die kanonnen zouden onze schepen het toch maar moeten opnemen tegen 20cm of nog zwaarder geschut (de “Java” had 7,5 cm kanonnen), plus torpedos die bovendien een veel groter bereik hadden. In een open gevecht zouden wij zodoende al onder vuur komen te liggen terwijl de vijand voor ons nog onbereikbaar zou zijn. Wij zouden het daarom altijd moeten zoeken in de “verrassing”, dus vooral in nachtgevechten. Daarop moest terdege getraind worden.
Vriendeljke groet,
Dick Bär
Zie ook: Johan P. Nater, Koers 300, Vaart 25, De Slag in de Javazee. ISBN 90 228 1832 2.
De titel van adelborsten heeft niets te maken met lichaamsdelen. Het zijn gewoon jonkers of jongemannen, oorspronkelijk van adel in de 16de eeuw, die krijgsdienst verrichten en ervoor worden opgeleid. Men spreekt ook van edelknapen.
Admiraal is afgeleid van het Arabische amir al-bahr – commandant van de zee.
Michiel de Ruyter die vroeger in de 70s op een briefje van honderd gulden prijkte was luitenant -admiraal-generaal. Bestaat nu niet meer.
Ben nog steeds blij met javapost.nl. Bedankt allemaal voor jullie bijdrage in reacties.
Selamat malam!
Ælle zegt:
28 februari 2015 om 12:04 am
De titel van adelborsten heeft niets te maken met lichaamsdelen.
========================================
Froeher dacht ik gelijk aan de borsten van de adel. ( wink).
De jongste broer van mijn vader was ooit adelborst geweest bij de K.I.M Den Helder geweest, lichting 1950-1951 .
Had ooit een droom gehad om naar de A.A.L Surabaya te gaan, maar mag niet van mijn oude heer , ook was mijn oom toen nog instructeur niet zo happy.
Buiten het feit of ik geschikt ben , wie zegt dat dat ik geschikt ben.
Hij was afgezwaaid als Rear Admiral ? of Laksma ( Laksamana Muda ) .
The common grades for “Laksamana” title are:
Laksamana Pertama (lit. “First Admiral”, a one-star rank, Rear Admiral or Commodore)
Laksamana Muda (lit. “Young Admiral”, “Rear Admiral”, a two-star rank)
Laksamana Madya (lit. “Middle Admiral”, “Vice Admiral”, a three-star rank)
Laksamana (“Admiral”, a four-star rank)
http://www.maritiemdigitaal.nl/index.cfm?event=search.getdetail&id=103000177
http://boostdam.tripod.com/KIM/KIM1950-2000a.html
S.A., uw oom is dus Schout-bij-nacht (**) geworden, net als de baas van James Bond, Si M. Wel interessant, hoor.
Gedurende de tijd dat WW2 begon in Europa woonden wij in Soerabaja op de Indragiristraat tussen de Djambistraat en de Tjisedanestraat. De Indragiristraat is, tussen twee haakjes, op somige kaarten verkeerd aangegeven als Imogiristraat. Dit was een nieuw gedeelte van de Darmo buurt en er waren grote stukken die nog onbebouwd waren en de heel wijde Indragiristraat kwam tot een scherp eind ongeveer 400 meter ten weste van ons huis. Nadat Nederland door Duitsland bezet was begon het gouvernement een Opleidings Instituut voor Adelborsten der KM te bouwen op de zuidoosterlijke hoek van de Djambistraat en de Bogowontostraat. Wij konden er recht tegenaan kijken omdat er een onbebouwd veldje was tussen ons huis en de Djambistraat.
Het Opleidings Institute kwam vlug uit de grond – zoiets van 3 of 4 maanden – en werd meteen gevuld met (toekomstige) adelborsten. Zij moeten heel hard gewerkt hebben want wij zagen ze nooit anders dan wanneer ze af en toe foetbal speelden op een groot open veld aan de noordelijke kant van de Bogowontostraat, tegenover het Opleidings Instituut. Het gouvernement heeft later ook 2 schuilkelders gebouwd op dit veld om de adelborsten en de mensen die er vlak bij woonden te beschermen van Japanse lucht aanvallen. De schuilkelders waren een eind van elkaar en ze waren niet wat je een kelder kon noemen. Het was zoiets als een bovengrondse mijn-schacht, minstens 30 meters lang gebouwd van dik en sterk hout en daarna bedekt met een heuvel van aarde. En grass er op zodat ze moeilijk te zien waren. Er was een opening in beide einden met een dubbele wending, links en meteen weer links, om zeker te maken dat shrapnel (Dutch ?) niet naar binnen kon komen. Goed ook, want een keer waren een paar adelborsten veel te laat en een Japans vliegtuig heeft ze bijna gekregen met een fusillade, tat-tat-tat-tat, in het hout van de eerste wending.
De gebouwen van het Opleidings Institute waren modern prachtig en het Japanners moeten het geweeten hebben want binnen een uur nadat ze Soerabaja binnen marcheerden via de Reinierszboulevard was het helemaal vol van onderofficieren.
Dit gedeelte van de Darmo buurt is de Darmo Wijk Interneerings Kamp geworden maar ons huis en het Opleidings Instituut zijn er buiten gehouden.
Gedeelde herinnering!
Van een verblijf van zes of zeven maanden in het Soerabaja van 1940 kan mijn geheugen niet veel beschrijven, maar twee beelden staan duidelijk vóór mij, dank zij een paar foto’s: van ons huis in die rivierenbuurt, Oganstraat 11, en van mijzelf in welpenuniform, met een saluut aan “Akela, wij doen ons best”. Deze laatste aansporing is mij, ook zonder die Akela, bijgebleven…
Over shrapnel gesproken, genoemd naar Henry Shrapnel, uitvinder van de shrapnel shell: de term schrapnel (granaatkartets) wordt tegenwoordig ook breder gebruikt voor de rafelige metalen fragmenten die door een explosie (bijvoorbeeld bij sloopwerkzaamheden) weggeslingerd kunnen worden.
#mediaviewer/File:Ming_Dynasty_fragmentation_bomb.jpg)
Dit is de echte shrapnel, http://nl.wikipedia.org/wiki/Schrapnel#mediaviewer/File:Brisanzgranate_1_db.jpg
De Chinezen waren ’t eerst:
Wat ’t ook is, het is een duivelse uitvinding! Kijk maar, Leo. http://home.online.no/~la6rha/hvilke_erfaring_har_jeg.htm
Klopt! “Wapens worden door de duivel geladen” is bij mijn weten geen gezegde in het Nederlands, maar wel in het Spaans (las armas las carga el diablo).
Ik vind het welsprekend, vooral na wat een vriend van mij, wapeninstructeur, is overkomen. Zijn “absolute zekerheid” dat in de houder van het pistool geen patroon zat toen hij het overhandigde, bleek voor zijn dienstplichtge leerling fataal……
2300 zeelieden (900 Nederlanders?) werden dus opgeofferd aan wat Helfrich wilde; een voorspelbare ondergang ( zie de Japanse materiële overmacht/luchtmacht) van deze vloot.
Hoe is het passelijk om zoiets tragisch te herdenken? (mi. zeker niet met; ‘ik val aan volg mij’!)
Ik herinner me ook een verhaal met foto, gepubliceerd in en dagblad, over een Indische verpleger die het verdomde om van boord te gaan ( de Ruyter?) en de gewonden alleen te laten. Zijn daad is later in Nederland geëerd, met naamgeving voor een KM patrouille bood. Op de bijgaande foto van de plechtigheid toen; zijn zusters met hun bejaarde ( in Javaanse kledij) moeder.
” ‘ik val aan volg mij’!)” Hoort bij de mythen en legenden. In de linie voer De Ruyter voorop, gevolgd door de Exeter. De Exeter werd getroffen en zwenkte bakboord uit. De daarop volgende schepen in de linie dachten dat dit de bedoeling was en volgden de Exeter. Op de De Ruyter werd toen het vlaggensein ‘mij volgen'(o,i.d.) gehesen. De Exeter kon vervolgens Soerabaja bereiken om de doden te begraven. Zie mijn verhaaltje hierover in Javapost. Een van de meest indrukwekkende ervaringen in mijn leven. Hoe of mensen met hun dode kameraden moeten omgaan! Geweldig!
Ik heb 6 maanden in Holland gewoont met een Indonesisch paspoort.Mijn visa verlenging was geweigert maar een Marocaan met zijn 2 vrouwen die 2 hoog woonde bij mijn Tante, kan wil een visa verlenging krijgen en nu woont hij permanent in Holland.De reden was dat hij WEL belasting betaald. En ik niet.
Een reactie op Wal Suparmo.
In Nederland zijn huwelijken tussen een man en meerdere vrouwen verboden.
Maar het komt voor dat gemeenten polygame huwelijken die in het buitenland zijn erkend, toch inschrijven. Daardoor kan het volgens Blok gebeuren dat bij veelwijverij onrechtmatig kinderbijslag wordt uitgekeerd.
Veelwijverij past volgens Hirsch Ballin niet in de Nederlandse rechtsorde. Op basis van een binnenkort te verschijnen vergelijkend onderzoek van de Universiteit Utrecht zal hij bekijken of justitie meer mogelijkheden moet krijgen om polygamie te vervolgen als een in Nederland wonende buitenlander zich daaraan schuldig heeft gemaakt.
Bovenstaande paragrafen stonden jaren geleden in de kranten.
Antropoloog Martijn de Koning zegt dat veel moslims het gevoel hebben dat de Nederlandse overheid met twee maten meet. “Dat moslims minder mogen dan niet-moslims. Zo worden moslims die zich uitlaten over niet-moslims eerder opgepakt dan mensen die hun mening uiten over moslims.”
Is polygamie geoorloofd? Waar zijn de rechtgeleerden om hierop te teageren?
@Somers; ‘all ships follow me’ was het sein. Anthony van Kampen maakte ervan; ‘Ik val aan volg mij’ met bijbehorende schets van een vastberaden zeebonk, waarmee niet te spotten viel. Hoe zoiets tragisch opgeblazen wordt om het nationale eigenwaarde na 1945, vooral in Indië, op te vijzelen.
@Suparmo/AnonyMouse; veelwijverij bij de Marine?
RLMertens, Neen, niet bij de marine, zegt Suparmo, maar bij een Marokkaan die 2 hoog woonde bij zijn Tante. Veelwijverij is Nederlands voor polygynie,
De Mudawana is de Marokkaanse familiewet, die in 2004 op initiatief van koning Mohammed VI voor het laatst werd herzien. In Marokko is polygynie toegestaan, maar polyandrie niet. Sinds de invoering van de nieuwe Mudawana (familiewet) van 2003/2004 kan een man alleen met een tweede vrouw trouwen onder de volgende voorwaarden:
a. er is een uitzonderlijke en objectieve rechtvaardiging voor de polygynie
b. de eerste vrouw stemt ermee in
c. de man heeft voldoende financiële middelen
De term polygynie is afkomstig van de Griekse woorden poly en gune dat veel vrouwen betekent. De Nederlandse term luidt veelwijverij. Het houdt in dat één man met meer dan één vrouw getrouwd is.
Polygynie is een specifieke vorm van polygamie. Bij polygamie kan zowel één man of één vrouw met meerdere partners getrouwd zijn.
“Anthony van Kampen maakte ervan” OK! Maar Van Kampen was een romanschrijver. En mogelijk kon hij het vlaggensein niet lezen. Daar staat hij niet alleen in. En iedereen praat hem na.
“Daardoor kan het volgens Blok gebeuren dat bij veelwijverij onrechtmatig kinderbijslag wordt uitgekeerd.” dit staat volgens mij los van veelwijverij. Het hebben van kinderen (in Nederland) geeft volgens mij recht op kinderbijslag. In dit geval mogelijk bij de moeder.
De Maroccaan waar ik het over heb is 37 jaar met een 2 vrouwen van 35 en 18 jaar.En staat geregistreerd als zijnde zijn dochter. Maar als men in een gebouw met die personen woont dan zal men anders concluderen.
Is polygamie geoorloofd? Waar zijn de rechtsgeleerden om hierop te reageren? Waar de rechtspraak tekort schiet, begint het geweld.
Namens Hugo Grotius,1625
Het is heel gemakkelijk. Bij het in ondertrouw gaan worden de gegevens in de basisadministratie van beiden nagetrokken. Als een van beiden gehuwd blijkt te zijn, gaat het feest niet door.
@ koppieop 17 juli 2015 om 2:01 am
Trainen op nachtgevechten wordt bemoeilijkt als in internationaal verband (ABDA-command) gevaren dient te worden en welhaast onmogelijk als de communicatiemiddelen niet op elkaar zijn afgestemd.
Ik herinner me dat onze schepen in de Slag in de Javazee I snachts tot zinken werden gebracht, dan helpen de vlaggenseinen “All ships follow me” toch maar weinig.
“dan helpen de vlaggenseinen “All ships follow me” toch maar weinig.” Ik dacht dat het vlaggensein omstreeks 17.30 is gegeven. In ieder geval is rond 18.00 met de handlamp geseind: All ships follow me. De radioverbinding was door de zware trillingen van het geschutsvuur beschadigd. Dat sein was nodig omdat de Exeter, zwaar beschadigd, de kiellinie verliet waarop de volgende schepen dachten dat er een koerswijziging was.
@koppieop om 2:01
Ik doe het uit mijn hoofd: Trainen op nachtgevechten kan wel maar als dat in Internationaal vlootverband dient te gaan, ABDA-Command, en waarbij de communicatiesystemen niet op elkaar aansluiten, wordt vechten wel bemoeilijkt. U dient niet te vergeten dat de slag in de Javazee I vooral een nachtgevecht was waarbij onze schepen tot zinken werden gebracht. Dan heb je aan het VLAGbevel “All ships follow me” in het donker wel echt weinig.
@van den Broek: Daar ben ik het mee eens. Maar de interne communicatie van de eskaders ging in het donker – en met onderzeeboten – toch ook radiografisch?
Overigens was mijn inzending eigenlijk bedoeld als commentaar op wat Peter Barneveld Binkhuijsen op 16 juli 10.05 am schreef:
…..27 februari 1942 Slag in de Java zee, de geallieerden hadden nog geen benul van de kracht van het japanse superwapen de long lance torpedo. De Amerikanen werden zich er pas 11/2 jaar later van bewust, tevens van de fouten in hun eigen torpedo’s, te diep lopend en niet functionerend magnetische detonators…..
Die achterstand was ruim twee jaar eerder wel degelijk bekend! .-..
Waarde Dick,
Blijkbaar had uw vader een goed inzicht in de kwaliteiten van de Japanse long lance type 93 torpedo, maar toch in het algemeen hadden de geallieerden in de eerste 11/2 jaar van de oorlog geen benul van de kwaliteiten van de japanse torpedo.
Zie ook battle of Savo Island waarbij de kruisers Vincennes en Quincy in no time door Japanse torpedo’s tot zinken werden gebracht.
Hieronder een stukje uit Google:
In the early surface battles of 1942–43, Japanese destroyers and cruisers were able to launch their torpedoes from about 20 km (11 nmi; 12 mi) at the unsuspecting Allied warships attempting to close to gun range. The Allied warships expected that, if torpedoes were used, they would be fired from not more than 10 km (5.4 nmi; 6.2 mi), their own typical torpedo range. The many torpedo hits suffered by Allied warships in such engagements led their officers to believe torpedoes had been fired by undetected Japanese submarines operating in concert with the surface warships. On rare occasions stray very long-range Type 93s struck ships much further range than their intended targets, leading the Allies on occasion to suspect their ships had been mined. The capabilities of the Type 93 went mostly unrecognized by the Allies until examples were captured intact in 1943.
Nederland verloor bij deze slag de kruisers Hr. Ms.De Ruyter en Hr. Ms. Java en de jager Hr. Ms. Kortenaer en ruim 900 opvarenden, onder wie Karel Doorman zelf. De totale slag kostte 2300 marinemannen het leven.
Ik heb 876 gesneuvelden geteld met 133, 210 of 233 overlevenden. 2300 Is dus 1424 teveel.
De aantallen 133, 120 of 233 waar men niet overeenkwam zijn betreffende de KD, eerstgenoemde 2 kruisers hadden de volgende aantallen 109, 21; de Kortenaar 103, 90 of … 113 overlevenden. Waarom kon men vroeger eigenlijk niet goed tellen? Was er een reden voor?
Ik was betrokken bij de begrafenis van de gesneuvelden van de Exeter. Daar was (dacht ik) één Nederlander bij. Zie Javapost, De werkelijkheid was ver weg
Geplaatst op 9 juni 2011 door buitenzorg
Peter: Dank voor uw interessante commentaar. Laten we de reden van die achterstand maar zoeken in de bezuinigingsdrift in de crisisjaren, de beschamende tijd van de “gebroken geweertjes”. Beschamend, vooral voor een zeevarende natie met een rijke maritieme historie en uitgestrekte koloniën in Oost- en West-Indië. –
Met alle respect hoor, maar is bovenstaande beknoptheid niet wat al tekort door de bocht.
Volgens mijn beleving worden zaken door elkaar gehaald. Om te beginnen kon een gulden maar één keer worden uitgegeven en dan moest-ie toch echt eerst binnenkomen.
Bezuinigingsdrift in crisisjaren lijkt mij dan ook meer dan logisch. Zelfs vandaag de dag nog. ‘n Kwestie van prioriteiten stellen lijkt mij, waarbij het uit de aard der zaak niet iedereen naar den zin kan worden gemaakt.
Geldverspilling was trouwens één van de redenen voor Johan van Oldenbarnevelt om de oprichting van de VOC te bewerkstelligen.
A propos, aangezien Nederlands-Indië sedert 1912 een rechtspersoon was en dus financieel zelfstandig, had het een eigen begroting van inkomsten en uitgaven.
e.m.
Eppeson, maar die begrotingen moesten door Den Haag worden goedgekeurd, dus niet financieel zelfstandig. Het was de grote grief van de Indische Nederlanders, en natuurlijk ook van de Indonesiërs, dat er voor WW II nooit stappen tot enige autonomie laat staan onafhankelijkheid zijn gezet. De volksraad was nooit meer dan een adviesorgaan waarvan de adviezen door Den Haag moesten worden goedgekeurd, vandaar dat mijn grootvader Ir. WF. Staargaard er na enkele jaren al de brui aan gaf.
“moesten door Den Haag worden goedgekeurd, dus niet financieel zelfstandig” Uiteraard, de begrotingen van de gebiedsdelen moesten binnen het Koninkrijk op elkaar zijn afgestemd, vooral m.b.t. tot tekorten en staatsschuld, i.v.m. de garantiestellingen. Als de Volksraad de Indische begroting had goedgekeurd, was het meestal in orde. Denk er steeds om dat in de jaren dertig de Indische Staatsregeling zich steeds verder ontwikkelde. Dat geld ook voor de Volksraad waarvan men altijd kijkt naar het oorspronkelijke reglement uit 1918. In dat jaar had Nederland nog niet eens algemeen kiesrecht en al helemaal geen vrouwenkiesrecht. In 1925 veranderde het advies geven in mederegelend. Meestal kijkt men ook voor de I.S. naar de oorspronkelijke versie uit 1925, maar daarna zijn er grote ontwikkelingen geweest. Bij de Europese/Indische bevolking was daar altijd weinig belangstelling voor (net als nu in Nederland) maar vooral afkeer vanwege de Indonesische meerderheid. Binnen de EU hebben we ook afspraken m.b.t. tot begrotingstekort (max. 3%) en staatsschuld (max, 60%). En binnen de Eurogroep het toezicht via de ECB op de nationale centrale banken. Zo heeft Nederland al lang geen zelfstandig financieel beleid meer.
Jan A. Somers zegt:
20 juli 2015 om 11:50 am
Bij de Europese/Indische bevolking was daar altijd weinig belangstelling voor (net als nu in Nederland) maar vooral afkeer vanwege de Indonesische meerderheid.
======================================================
Logisch.
Die ongeveer 200-300.000 Nederlanders( inclusief de Indo’s) zullen het nooit redden als elke Inlander stemrecht krijgen ( 50 of 60 miljoen ?) .
Zelfs op de arbeidsmarkt kunnen ze nier concurreren als ze geen bevoorrechte posties kregen van de Nederlands(Indische) regering.
Hoezo democratie ?
Zelfs zonder stemrecht voor alle Inlanders hadden zij een meerderheid. Vergeleken met de huidige tijd was het natuurlijk nog geen echte democratie, maar in Nederland was het niet veel beter. Een probleem was dat een aantal Indonesische partijen weigerde mee te werken aan de verkiezingen naar het voorbeeld van Gandhi in India, of als gevolg van een radicale opstelling zoals van de Communistische partij. Hierdoor heeft de Volksraad nooit de betekenis gekregen van een volwaardig democratisch instrument. Terecht wijst de Commissie Visman er in 1941 wel op dat de Volksraad nationalisten een platform bood voor het uitdragen van politieke ideeën zonder daarvoor in persoon te kunnen worden aangesproken. Belangrijk was dat mensen van verschillend etnisch origine met elkaar in contact kwamen in een gezamenlijk perspectief van leden van een Nederlandse-Indische-Indonesische samenleving. Opmerkelijk was ook dat bij stemmingen de scheidingslijn veelal werd aangegeven tussen behoudende en vooruitstrevende groeperingen en nauwelijks tussen etnische groepen. En in de discussies deden de Indonesische groeperingen ongeremd mee. Dat werd niet altijd leuk gevonden door Europese en Indische ambtenaren op de publieke tribune.
De appreciatie voor het optreden van de leden van de Volksraad in de beginperiode was wisselend. Op 25 mei 1918 schreef Van Limburg Stirum aan minister Pleijte: ‘De eerste vergadering van den V.R. is bevredigend verlopen’, op 7 juni 1918 ‘er wordt hard gewerkt en niet teveel onzin gedebiteerd.’ Op 15 juni 1918: ‘de verhouding tusschen Eur. en Inl. leden laat niets te wensen over’. Maar op 22 juni 1918: ‘Het peil is aan den lagen kant (…) De Inlanders zijn sympathieker dan de gekozen Europeanen’. Maar ook: ‘Geen der Bataviasche bladen heeft aan die [installatie]rede van 18 Mei een bespreking gewijd’. Het gedrag van de hoge ambtenaren op de tribune achtte Van Limburg Stirum in zijn brief van 22 juni 1918 aan minister Pleijte beneden alle peil. ‘(…) uitroepen van verontwaardiging waartoe de redevoeringen in den V.R. den hoogen ambtenaren op de tribune aanleiding geven (…) exclamatiën van even zoovele hoofdambtenaren van goeden naam’: ‘Ze moesten ze alle 39 de zaal uittrappen’, of ‘De vent moest oneervol ontslagen worden’ en ‘Hoe is ’t mogelijk dat zooiets geduld wordt.’ Maar dat was dan ook 1918!