Moed, beleid en trouw

Door Bert Immerzeel

Deze week werd door de Koning aan majoor Gijs Tuinman de hoogste Nederlandse dapperheidsonderscheiding, de Militaire Willems-Orde, toegekend. Het was voor het eerst sinds vijf jaar dat iemand ‘voor daden van moed, beleid en trouw’ werd geridderd. Gelukkig gebeurt dit nog maar zelden. Hoe minder oorlog, des te minder gelegenheid om dapper te zijn.

Ooit was dat anders. De Militaire Willems-Orde, ingesteld in 1815 door Koning Willem I, werd vroeger heel vaak toegekend. Tot 1940, zo lezen we op de website van het Ministerie van Defensie, maar liefst 5866 keer. Ná de Tweede Wereldoorlog nog ongeveer 200 keer.

KNIL-officieren in Atjeh, 1874.

KNIL-officieren in Atjeh, 1874.

Atjeh

De meeste toekenningen hadden te maken met de late Napoleontische tijd en de strijd tegen de Belgen in 1830, en onze koloniale oorlogen in Indië. Meer dan de helft van alle onderscheidingen is gebaseerd op activiteiten in Indië, waarbij het overgrote deel op de 19e eeuwse ‘pacificaties’. De strijd in Atjeh alleen al heeft een duizendtal toekenningen opgeleverd.  

Dat laatste lijkt bijzonder. Is de verovering van Sumatra niet in ons geheugen opgeslagen als die van een superieur Nederlands leger tegenover arme onbewapende drommels? Zoiets als de Italianen tegenover de Abessijnen, als u dat nog iets zegt? Of komt het, omdat we de laatste tijd steeds geconfronteerd worden met die paar foto´s van slachtpartijen uit deze oorlog, gebruikt ter vervanging van niet-bestaande foto´s van Rawagedeh en Zuid-Celebes?
Ons blikveld lijkt te zijn vernauwd. We zijn blijkbaar vergeten dat we heel hard moesten strijden om Atjeh eronder te krijgen, en dat bij die strijd heel veel dapperheid nodig was, wát dat ook mocht inhouden.

Niet aangeleerd

Wat ís dat eigenlijk, dapperheid? En hoe dapper moet je zijn om een MWO te mogen ontvangen? Omdat ik meer wilde weten, kwam ik terecht bij het deel van de website van Defensie dat beheerd wordt door het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH). Sinds kort bevindt zich hier een databank dapperheidsonderscheidingen, “waar voor het eerst vrijwel alle namen van dragers van Nederlandse dapperheidsonderscheidingen tussen 1815 en 2000 (zijn) samengebracht.”

Majoor Tuinman wordt geridderd door de Koning, 4 december 2014.

Majoor Tuinman wordt geridderd door de Koning, 4 december 2014.

Het is een indrukwekkend geheel. We zijn (of waren) een dapper volkje. Vele tienduizenden werden in het verleden zó dapper bevonden dat ze werden gelauwerd. Over dapperheid in het algemeen vermeldt de site: “Dapperheid kan niet worden aangeleerd. Vaak is dapper gedrag pas zichtbaar in een onverwachte, levensbedreigende situatie waarin iemand boven zichzelf en anderen uitstijgt. Een persoon krijgt een dapperheidsonderscheiding dan ook op basis van handelen. Daarnaast speelt zo’n onderscheiding een belangrijke rol in de maatschappij: dapper gedrag is immers een voorbeeld voor anderen.”

Daar moeten we het voorlopig mee doen. Dapperheid overkomt je, zo lijkt het. Het is er, of het is er niet. Ook de toekenning van de MWO aan Gijs Tuinman leert ons niet veel meer, behalve dan dat hij in alles beter was dan zijn kameraden. Outstanding.

Steeds moeilijker

De website van het NIHM vermeldt per onderscheiding  wél in drie woorden de gebeurtenis, maar geeft verder helaas geen toelichting. Zo blijven we in het duister als we bijvoorbeeld willen weten waarom scheepskok Proost tijdens het beleg van Palembang in 1821 bijzonder dapper was. Bij een andere onderscheiding was het Kapittel zeer openhartig. Mangkoe Adie Ningrat kreeg in 1833 de MWO “omdat hij de derde vorst op Madoera en broer van de sultan was.”

In verband met gebeurtenissen en activiteiten in Indië in de Tweede Wereldoorlog werden 38 MWO’s uitgereikt, in verband met de Politionele Acties nog 26. Schamele aantallen, als je ze vergelijkt met die van de voorafgaande periode. Misschien werd het wel steeds moeilijker om dapper te zijn.

De activiteiten van de personen waar het om gaat (naast Koningin Wilhelmina kreeg slechts één vrouw de onderscheiding) zijn echter allen met een scherp oog beoordeeld. En van allen werd geconcludeerd dat zij, binnen de context waarin zij opereerden, zeer bijzonder waren. Hun onderscheiding heeft daarmee hopelijk de voorbeeldrol gespeeld die de overheid voor ogen had.

Alhoewel de MWO sinds 1940 ook is opengesteld voor burgers, is het toch vooral een militaire onderscheiding gebleven. Een onderscheiding die slechts wordt verleend op grond van activiteiten in oorlogstijd. Laten we om die reden alleen al hopen, dat in de toekomst nog maar zeer, zeer weinigen zullen worden gelauwerd. Vrede zij met u.

x
x

BIJLAGE:

De Militaire Willems-Orde kent vier klassen: het ridder grootkruis, commandeur, ridder 3e klasse en ridder 4e klasse. De meeste onderscheidingen betreffen de laatste, die van ridder 4e klasse. Bij herhaling van dapperheid kan een gedecoreerde opklimmen naar een hogere klasse. De klasse die wordt toegekend hangt ook soms samen met de belangrijkheid van het ambt. Zo werd Koningin Wilhelmina het ridder groothuis toegekend. Ook buitenlanders kunnen de Militaire Willems-Orde ontvangen.

De na-oorlogse onderscheidingen m.b.t. Nederlands-Indië (de datum verwijst naar de datum van de toekenning):

1941-1945 – Strijd tegen Japan

Ridder der 3de klasse der Militaire Willems-Orde – Officier

Karel Willem Frederik Marie Doorman – Schout-bij-nacht – 05-jun-1942
Jacob Pieter van Helsdingen – Kapitein-Vlieger-waarnemer der Militaire Luchtvaart KNIL – 14-jul-1948

Ridder der 4de klasse der Militaire Willems-Orde – Ridder

het Korps Mariniers – 04-12-1946
de Marine Luchtvaartdienst – 09-04-1942
het Wapen der Militaire Luchtvaart KNIL – 16-03-1942
ir. Dirk Lucas Asjes – res. Kolonel-Vlieger-Waarnemer Wapen der Militaire Luchtvaart – 31-07-1950
Willem Carel van den Berg – Luitenant-Kolonel Infanterie KNIL – 27-12-1948
Thomas Howell Binford – Kapitein-Luitenant ter zee Amerikaanse Marine – 06-08-1942
Gerardus Meinardus Bruggink – Sergeant-vlieger Militaire Luchtvaart KNIL – 14-07-1948
Hugo Victor Benjamin Burgerhout – Luitenant ter zee-Vlieger Eerste klasse Kon. Marine Reserve – 11-12-1950
Antonie Jacobus Bussemaker – Luitenant ter zee Eerste klasse – 08-01-1942
Jan Marie Lodewijk Ignatius Chömpff – Luitenant ter zee Eerste klasse – 16-04-1942
Johan Davijt – Eerste Luitenant Infanterie KNIL – 27-01-1948
August Gerard Deibel – Eerste Luitenant-vlieger-waarnemer Militaire Luchtvaart KNIL – 14-07-1948
Johannes van Duist – gewezen Hoofd Luchtbeschermingsdienst te Tarakan – 19-02-1942
Jan Cornelis Adriaan Faber – Kapitein der Infanterie KNIL – 25-08-1947
Hendrikus Abraham Waldemar Goossens – Luitenant ter zee Eerste klasse – 08-12-1944
Irot ‧ Sergeant der Infanterie van het KNIL – 28-02-1947
Reinier Emil Jessurun – Tijdelijk luitenant-kolonel-waarnemer der Militaire Luchtvaart van het KNIL – 16-10-1948
Johannes Adrianus de Jong – Eerste luitenant Infanterie KNIL – 07-10-1947
Mauretz Christaan Kokkelink – Militie-sergeant KNIL – 12-04-1945
ir. Albert Gerbens Koops Dekker – res. Eerste Luitenant Infanterie KNIL – 03-06-1950
Eugene Edouard Bernard Lacombie – Kapitein-luitenant ter zee – 28-05-1949
Reinder Gebbienus de Lange – Kapitein Generale Staf KNIL – 03-06-1950
Willem Marie van Moppes – Officier van de Marine Stoomvaartdienst Tweede klasse – 19-11-1942
Johannes van Oort – Landstormsoldaat Eerste klasse Infanterie KNIL – 2-05-1949
Frits Jan Willem den Ouden – Eerste luitenant-vlieger Militaire Luchtvaart van het KNIL – 12-02-1942
Roelof Theodorus Overakker – Generaal-majoor Infanterie KNIL – 25-06-1951
Edward Parker ‧ Luitenant ter zee Eerste klasse Amerikaanse Marine – 08-10-1942
Andrias Antonius Marinus van Rest – Kapitein-vlieger Militaire Luchtvaart KNIL – 12-02-1942
Albert Rooks – Kapitein ter zee Amerikaanse Marine – 20-02-1948
Gerard Frederik Rijnders – Luitenant ter zee-vlieger der eerste klasse – 29-01-1948
Jan Frederik Scheffer – Vaandrig-vlieger-waarnemer der Militaire Luchtvaart KNIL – 14-07-1948
Phillipus Bernardus Marie van Straelen – Kapitein ter zee – 27-06-1947
Nico Leonard Willem van Straten – Luitenant-kolonel der Infanterie KNIL – 29-10-1942
Julius Tahya – Sergeant der eerste klasse der Infanterie KNIL – 21-09-1942
Tajib/Tojib – Korporaal-ziekenverpleger KNIL – 27-01-1948
Nicolaas Franciscus Bernardus de Vet – Matroos Eerste klasse – 19-11-1942
Marinus Vooren – Kolonel der Infanterie KNIL – 27-01-1948
Harry Frederik Voss – Sergeant der Infanterie KNIL – 08-08-1950
Simon de Waal – Generaal-majoor der Infanterie KNIL – 27-12-1948
Carel Adrianus Johannes van Well Groeneveld – Luitenant ter zee der Eerste klasse – 15-01-1942
Adriaan Zijlmans – Kapitein der Infanterie KNIL – 13-05-1948

1945-1950 – Strijd in Nederlands-Indië

het Regiment Van Heutsz – 23-06-1972
Gerard Bakker – res.-Tweede Luitenant Wapen der Infanterie Kon. Landmacht – 22-06-1948
Koert Bavinck – res.-Eerste Luitenant Wapen der Infanterie Kon. Landmacht – 22-06-1948
Halbe Brandsma – tijdl. Korporaal Mariniers – 17-07-1947
Wilhelminus Jacobus de Bruin – dienstpl. Soldaat Wapen der Infanterie Kon. Landmacht – 04-11-1948
Joost Dourlein – Kapitein Mariniers – 03-10-1951
Willem Epke – tijdl. res.-eerste Luitenant ‧ Wapen der Infanterie vd Kon. Landmacht – 04-01-1949
Giovanni Narcis Hakkenberg – Korporaal Mariniers – 06-03-1951
Albert Hoeben – Korporaal Mariniers – 28-05-1947
Johannes Jacobus Marinus Hulspas – Soldaat der eerste klasse oorlogsvrijwilliger Wapen der Infanterie Kon. Landmacht – 24-11-1950
Kemis Bin Panoe – Korporaal Infanterie KNIL – 25-07-947
Cornelis Knulst ‧ tijdelijk Majoor Wapen der Infanterie Kon.Landmacht – 13-05-1947
Jan de Koster – Korporaal der Mariniers – 06-01-1950
Sjoerd Albert Lapré – Eerste luitenant Infanterie KNIL – 07-01-1950
Cornelis Gerardus Lems – tijdl. Majoor Mariniers – 28-02-1949
Johan Kroese Meijer – Kolonel der Infanterie KNIL – 11-06-1948
mr. Frans Paul Willem van Nouhuys – ass.-Resident Zuid-Kedoe – 07-01-1950
Cornelis Plaatzer – tijdl. Sergeant Oorlogsvrijwilliger-parachutist Wapen der Infanterie – Kon. Landmacht – 07-01-1950
Adrianus van Santen – Luitenant-kolonel Infanterie KNIL – 30-11-1949
Pieter Scholten – Res.-generaal-majoor Infanterie KNIL – 29-12-1950
Gijsbertus Johannes Schusler – Res.-eerste luitenant Wapen der Infanterie Kon. Landmacht – 24-08-1950
Leo Marie Snijders – Res.-eerste Luitenant Alg. Dienst Kon. Landmacht – 17-02-1951
Tivadar Emile Spier – Kapitein Wapen der Infanterie Kon. Landmacht – 14-05-1955
Tolo ‧ Sergeant der Artillerie KNIL – 16-09-1948
Johan Hendrik Christoffel Ulrici – Kapitein Wapen der Infanterie Kon. Landmacht – 03-10-1953
Antonius Franciscus van Velsen – Kapitein Mariniers – 17-07-1947
Jacob de Waard – tijdl. Sergeant-majoor Mariniers – 22-08-1949

Bron:
http://www.geni.com/projects/Ridders-Militaire-Willems-Orde-sinds-1940/4900

Dit bericht werd geplaatst in 6. Onderzoek, Aanspraken en Verwerking en getagged met , . Maak dit favoriet permalink.

55 reacties op Moed, beleid en trouw

  1. Jan Ridderbos zegt:

    Dank voor je informatieve artikel over de MWO.

    Het valt buiten de opzet van jouw website, maar het zou interessant zijn om het kleine aantal dragers uit WO II nogeens te beschrijven. Ik weet van een, die hier in Assen sneuvelde, en totaal vergeten is.

    Mvrgr.,

    Jan

    • P L van Till zegt:

      Welke Ridder sneuvelde in Assen? In Wikipedia zijn een aantal na-oorlogse Ridders beschreven 🙂

      • Wal Suparmo zegt:

        Het MOET alleen de Hollandse regering zijn,die het pertinent( ngotot) will hebben dat Atjeh met zijn inorme wiet productie, en zijn fanatieke Mohahammadaanser bevolking ,een onderdeel blijft van Ned.Indie.

  2. Ed Vos zegt:

    Alhoewel de MWO sinds 1940 ook is opengesteld voor burgers, is het toch vooral een militaire onderscheiding gebleven. Een onderscheiding die slechts wordt verleend op grond van activiteiten in oorlogstijd. Laten we om die reden alleen al hopen, dat in de toekomst nog maar zeer, zeer weinigen zullen worden gelauwerd. Vrede zij met u. —

    Nou, ik zie in de Baltische Staten, Oekraine, en het Midden-Oosten al enige lichtpuntjes. Zal wel te maken hebben met de komst van de Wijzen uit het Oosten of met Kerstmis

    • Ed Vos zegt:

      Overigens: die Atjehers hadden zich nooit als een deel van Nederlands-indie gevoeld en beschouwd en later ook geen deel van Indonesië ( Padri-oorlog, Imam Bonjol, Teukoe Oemar De Jihad was totaal.

      Ik weet niet welke warme gevoelens de Belgen (de Zuidelijke Nederlanden) hadden voor de Noordelijke?

      Ja die oorlogen kostten veel geld, heel veel geld. Dus op naar Java,

  3. Henk ANTHONIJSZ zegt:

    Bert,
    De onderscheiding MWO is verdeeld in 4 klassen.
    Waarvoor deze verdeling?

  4. H.A.Naberman zegt:

    Ook hier geen melding van Van Helsdingen……..

    • Wal Suparmo zegt:

      LAASTE OPDRACHT VAN GENERAAL MAYOOR J.J.PESMAN.
      Op dat oogenblik was de commandant van de MLD generaal majoor L.H.van Ooyen reeds naar Australie gevlucht en plaats vervanger is Kolonel E.T.Kengen.
      Generaal majoor J.J.Plesman schrijft in zijn rapport van 15-07-1947:
      ” Hier is sprake van een buitengewwoon staaltje van moed, beleid en trouw dat vertoont is door kapitein J.P. van Helsdingen ( van de 2 VLG V )die benoemd is tor Ridder 3e klasse van de WMO( posthuum).Eerder had hij reeds een onderscheiding het het Vliegkrruis en benoeming tot de 4e kallse MWO.( vide HONDERD JAAR KNIL IN NED .INDIE daar kapt.P.ven Meel). Van Heldingen is een Indo.

      • H.A.Naberman zegt:

        Juist, Doorman en hij zijn de enigen in heel het Koninkrijk die de MWO 3e klasse kregen voor verrichtingen in de Tweede Wereldoorlog, postuum. Helaas wordt van Helsdingen zelden genoemd….zulks in tegenstelling tot Doorman.

      • Wal Suparmo zegt:

        Niets voorniets heb ik er bij geschreven dat J.P.van Helsdingen een Indo is en Doorman een totok en daarom niet genoemd? Ik ben zelf geen Indo, want mijn overgrootvader van moederskant ,was alleen maar een Belanda totok die een koetsier was van Koningen Emma di met de Goudenkoetst meegekomen was die zij aan de Koning van Surakarta( SUSUHUNAN IX) als cadeau had gegeven.En als jongenman MOEST hij gaan trouwen met een van de vele dochters, of prinsesjes ( GRA). Dit heb alleen maar geweten van de Stamboom( Serat Kekancen) dat aan mij werdt gepresenteerd door een paar bedienden van de Kraton( Palelis).Als ik met dat briefje naar de bank gaat en geld kan innen dan betekend het wat voor mij .Maar helaas is het niet zo.Toen ik vroeg hoeveel ik moest betalen, waren zij boos weggelopen.Schande van mij.Yaofya?

      • Jan A. Somers zegt:

        “was de commandant van de MLD generaal majoor L.H.van Ooyen reeds naar Australie gevlucht ” Dat is wel een beetje kort door de bocht. Van Mook, een realist, zag de bui al hangen en stuurde al in een vroeg stadium een grote groep kwartiermakers naar Australie. Hoge bestuursambtenaren, hoge militairen, Javasche Bank, maar ook besturen van grote ondernemingen.

      • Wal Suparmo zegt:

        Ik bedoel IND0 of TOTOK, belanrijker is dat men goed leeft( geen andere mensen benadelen).Ja toch?

  5. Wal Suparmo zegt:

    De MWO bestaat al 194 jaar.

  6. Wal Suparmo zegt:

    Vervolg van , ben ik een Indo? Mijn grootmoeder is getrouwd met een ene Belanda totok namelijk een Arnhemse fouselier die na zijn pensioen Administrateur was van een koffie en kakao onderneming in NGLEREP bij Ungaran( die tot nu toe nog bestaat).

  7. Indisch4ever zegt:

    Wal Suparmo.
    Als de grootvader van je moeder een belanda totok was, dan is je moeder indo-europeaan en jij zelf ook. Als je wilt kun je je indo noemen.

    Verder…. over van Helsdingen: http://nl.wikipedia.org/wiki/Jacob_Pieter_van_Helsdingen

  8. Ælle zegt:

    Sorry moet zijn: de aanblik, niet het aanblik. Te laat afgekeken op http://www.welklidwoord.nl/aanblik

  9. eppeson marawasin zegt:

    @/…/ over bijgeloof@

    — Dag Talitha, ik ga verder onder het topic ‘Java Café’ …

    e.m.

  10. Wal Suparmo zegt:

    Maar als een commandant van de troepen ,in dit geval de MLD , dan is het werkelijk te erg .Ik geloof niet dat dit door van Mook was dat op dat ogeblik zeker de macht niet had als hoofd van de Dept. van Ekomische zalken.(?). De reden om naar Australia te gaan is gecamoufleerd om meer lucht steun van Australie te krijgen.

    • Jan A. Somers zegt:

      Van Mook was Luitenant Gouverneur-Generaal. Als u daar een complottheorie van wilt maken, lijkt me dat best leuk. Kunnen we met z’n allen weer reageren.

      • Wal Suparmo zegt:

        Even de geschiedenenis boekje nakijken.Van Mook werdt Leut.GG pas in 1945.Dus na WWII.

      • Mas Rob zegt:

        Op de website “Parlement en Politiek”, een initiatief van het Parlementair Documentatie Centrum van de Universiteit Leiden is het CV van Huib van Mook te vinden. Onder het kopje Hoofdfuncties en Beroepen’ is het volgende te vinden:
        ————————————————
        – controleur te Semarang (Ned.-Indië), van 1918 tot 1921
        – raadsman in agrarische aangelegenheden van de sultan van Djokjakarta, van 1921 tot 1925
        – studieverlof te Nederland, van 1925 tot 1927
        – assistent-resident van politie te Batavia, van 1928 tot 1929
        – ambtenaar (rang: referendaris), Bureau voor Bestuurshervorming te Batavia, van 1929 tot 1933
        – lid Volksraad van Nederlands-Indië, van 15 juni 1931 tot 1934
        – hoofdambtenaar Bureau voor Economische Zaken te Buitenzorg (Ned.-Indië), van 1933 tot augustus 1937
        – directeur departement van Economische Zaken te Buitenzorg (Ned.-Indië), van 31 augustus 1937 tot november 1941
        – luitenant-Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië, van 1 januari 1942 tot 21 mei 1942 (benoemd bij Gouvernementsbesluit van 29 december 1941; verbleef in Australië)
        – minister van Koloniën, van 21 mei 1942 tot 23 februari 1945 (reeds op 20 november 1941 benoemd, maar die benoeming werd weer ingetrokken)
        – luitenant-Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië, van 14 september 1944 tot 3 november 1948 (verbleef in 1944-1945 in Australië)
        – hoogleraar politieke wetenschappen, University of California te Berkeley (VS), van juli 1949 tot juli 1951
        ————————————————

        Een indrukwekkende lijst! Van Mook blijkt twee keer Luitenant-Gouverneur-Generaal geweest: een paar maanden in 1942 en vanaf 14 september 1944.
        .http://www.parlement.com/id/vg09lljdp9x3/h_j_huib_van_mook

      • Jan A. Somers zegt:

        “Van Mook blijkt twee keer Luitenant-Gouverneur-Generaal geweest” Er was, geloof ik, een staatsrechtelijk probleem geweest of een Luitenant Gouverneur-Generaal minister kon zijn.

  11. Peter van den Broek zegt:

    Oktober 1945 van Mook kon Minister van Kolonien worden in het kabinet Gerbrandy (opvolger van Welter) maar de oorlogsdreiging liep zo hoog op dat GG van Starkenborgh aan Gerbrandy seinde dat hij Van Mook onmogelijk naar Londen kon laten gaan . Nadat Nederland Japan de oorlog verklaarde benoemde Van Starkenborgh Van Mook tot . LtGG en zo werd van Mook Lt-GG. Gerbrandy eb Wilhelmina stemden in en zo werd Van Mook op 19 December ontslagen als Minister en op1 Januari benoemd tot Lt-GG (zie biografie Van Mook blz 160)

  12. Peter van den Broek zegt:

    @ dhr J.A. Somers……..De Ned. gezant in Tokyo de Generaal Pabst kon de Nederlandse oorlogsverklaring pas op 10 december overhandigen aan de Japanse onderminister van Buitenlandse zaken – de Minister had in eerste instantie geweigerd hem te ontvangen omdat hij vond dat Japan in oorlog was met de VS en Engeland en niet met Nederland (of Ned. Indie) Dr L. de Jong deel 11a 2e helft p. 732.
    Dus van een Nederlandse oorlogsverklaring was wel degelijk sprake

    • Jan A. Somers zegt:

      Vreemd, dat aan een Japans verhaal meer gewicht wordt toegekend dan aan een volkenrechtelijk Nederlandse correcte tekst. Laat maar lekker zitten. Heel lang geleden.

    • Ed Vos zegt:

      Nederland verklaarde zich in staat van oorlog, maar dat is geen (actieve) oorlogsverklaring
      http://gerard45.bloggertje.nl/note/12750/de-overhaaste-nederlandse-oorlogsverklaring-aan-japan.html

      Ik begrijp het wel : woorden, woorden, woorden.

      • Mas Rob zegt:

        Ja. Nederland verklaarde zich in staat van oorlog. Het was allemaal wat snel en weinig gecoördineerd, maar het is de vraag of het de loop van de oorlog heeft beïnvloed. Volgens Lou de Jong hadden de Japanners Nederland de oorlog niet verklaard op 7 december om: ‘bij de Indonesiërs in het gevlij te komen: jegens hen moest de indruk gewekt worden dat de verschrikkingen van de oorlog louter en alleen te wijten waren aan het beleid van de Nederlandse regering welke Japan de oorlog had verklaard en welker strijdkrachten samen met de Britse en Amerikaanse opereerde tegen de Japanse.”

        Om er in een voetnoot nog aan toe te voegen: ‘Een Japanse verklaring van die strekking werd op 12 januari ’42, daags nadat de Japanners op het grondgebied waren geland, door de Japanse regering gepubliceerd.’

        Zou Japan hebben afgezien van een bezetting van Indië als er geen oorlogsverklaring was geweest? Op Gerard de Boer’s blog wordt Lilian Sluijter, secretaris van de ‘Stichting Vervolgingsslachtoffers Jappenkampen 1942-1945’, geciteerd: “door die oorlogsverklaring werd Nederland actief betrokken bij het Aziatische deel van de Tweede Wereldoorlog en kon Japan vrijelijk aanvallen.” Ik denk dat dit niet terecht is. Japan had immers Amerika ook aangevallen zonder oorlogsverklaring vooraf, dus veel scrupules zou ik het Japanse oorlogskabinet in deze niet toedichten.

        Nederlands-Indië was voor de Japanse oorlogsinspanning uiterst belangrijk. Japan was afhankelijk van de Indische olie. Ik denk dat het naïef is om te veronderstellen dat Japan de Nederlandse kolonie met rust had gelaten. Een Japanse militaire bezetting zou er denk ik hoe dan ook zijn gekomen: óf door oorlog, óf door een vrijwillige overgave zonder oorlog.

      • Jan A. Somers zegt:

        De Indische inlichtingendienst was beter dan de Amerikaanse en Britse. Zo wisten zij eerder van de Japanse aanval op 7 december, alleen de datum was niet bekend. maar dat beslisten de Japanners zelf ook pas de dag ervoor. De Amerikanen deden daar wat lacherlijk over. De doelen in Indië waren bekend uit de aangehouden Japanse ‘vissers’boten in de periode daarvoor.
        Indië was economisch het belangrijkste doel voor Japan (olie, kolen, rubber, tin, rijst), allen zaten Amerika en Engeland daarbij in de weg. Vooral de Amerikaanse Pacificvloot. De Japanse onderhandelingsdelegaties waren heel groot, voor een groot deel militairen. Dezen zwermden ‘toeristisch’ uit over bepaalde plaatsen op Java. Daar kon niet tegen worden opgetreden, het waren tenslotte diplomaten. Maar vaak wel vergezeld van ambtenaren BB als gids, Sinologen en Japanologen.
        Zelfs na de capitulatie hield Japan rekening met innige betrekkingen met een onafhankelijk Indonesië voor de herbouw van Japan. Daar moest Maeda rekening mee houden.

      • Ed Vos zegt:

        Naar aanleiding van de bijdragen van Mas Rob en Jan Somers zou ik toch de vraag willen stellen over de expansiedrift van Japan.

        1. Wie waren Japans grootste vijanden? Aan Aziatische zijde denk ik aan China en Rusland vanwege Mantsjoerije, en aan Westerse zijde, De USA en Groot-Brittanie.

        2. Wat hield die Japanse expansiedrift eigenlijk in: ook het veroveren van Nederlands-Indie?

        Indië was economisch het belangrijkste doel voor Japan (olie, kolen, rubber, tin, rijst), allen zaten Amerika en Engeland daarbij in de weg. (Somers).

        De volgende vraag die bij mij opkomt is: Wat deden Amerika en Engeland daar in Zuid-oost Azie? Hadden zij een oogje op Indie, en waarom?

        De Japanse onderhandelingsdelegaties waren heel groot, voor een groot deel militairen. Dezen zwermden ‘toeristisch’ uit over bepaalde plaatsen op Java. Daar kon niet tegen worden opgetreden, het waren tenslotte diplomaten. Maar vaak wel vergezeld van ambtenaren BB als gids, Sinologen en Japanologen.

        Hieruit blijkt dat Japan als handelspartner en “vriend” van Nederland, in eerste instantie helemaal niet uit was op verovering van Indie, maar het hen slechts te doen was om zich te verzekeren van olie etc: in hun strijd tegen China, Rusland en vervolgens de geallieerden.

        Ik zou ook haast zeggen dat de USA haar invloedssfeer in het Verre Oosten wilde uitbreiden, (de angst voor China en Rusland). Immers wat deden zij daar in Zuid-Oost Azie, ver van huis.
        Helaas voor hen zaten de Japanners hen — op de een of andere wijze — daarbij in de weg.
        Daarnaast had de USA (samen met de Britten) zelf een oogje op Indie.

        De geschiedenis is bekend. Nederland liet zich meesleuren in de handelsblokkade tegen Japan (zoals het zich anno 204 zich laat meetrekken in de blokkade van Rusland).

        Het wachten was slechts op een “false flag”.

      • Ed Vos zegt:

        Het wachten was slechts op een “false flag”.

        sorry : het wachten was slechts op de Japanse aanval op Pearl Harbor.

      • Mas Rob zegt:

        In antwoord op Ed Vos:

        Na de eerste wereldoorlog probeerden de grote koloniale mogendheden – zij hadden hun rijkjes al bij elkaar geknokt – in Azië zoveel mogelijk de naoorlogse status quo (geregeld door internationale verdragen) te handhaven. Hoewel Japan functioneerde binnen het internationale systeem was er van het begin af aan een spanningsveld. Immers, het grondstofarme en relatief kleine Japan voelde zich kwetsbaar. Net zoals Duitsland in de negentiende eeuw wilde Japan graag een eigen imperium in de vorm van invloed en bezittingen.

        Door de economische crisis van begin jaren dertig kwam het vrije internationale handelsverkeer onder druk: veel landen kozen voor protectionistische maatregelen. Hierdoor werd de kwetsbaarheid van Japan nog groter. Maar de internationale situatie was niet de enige reden waarom Japan koos voor een expansiepolitiek. Het kwam ook voort uit nationalisme en militarisme; uit een agressieve ideologie wier aanhangers met bewondering keken naar de verrichtingen van Nazi-Duitsland.

        Het was onvermijdelijk dat de gevoerde Japanse expansiepolitiek zou gaan botsen met het belang van de koloniale mogendheden om de Aziatische status quo te handhaven. In 1937 trok Japan China binnen, het eigenlijke begin van de oorlog in Azië. Daarna volgde in 1940 expansie zuidwaarts in Indochina die, na de Duitse invasie van de SU, resulteerde in een complete bezetting. Let wel: dit was allemaal ruim VOOR Pearl Harbor. De Japanse expansie in Zuidoost-Azië was de reden voor de sancties van de westerse mogendheden.

        De Japanse expansie was dus geen gevolg van de sancties, het was andersom: de opgelegde restricties op de handel waren het antwoord van de koloniale mogendheden op de oorlogshandelingen van Japan. Dat Japan na Pearl Harbor ook Nederlands-Indië zou bezetten lag in de lijn van de sinds het midden van de jaren 30 gevoerde agressieve expansiepolitiek. De bezetting was onderdeel van het Japanse oorlogsplan. Dat Japan Indië met rust zou laten als er geen Nederlandse oorlogsverklaring zou zijn geweest is buitengewoon onwaarschijnlijk.

      • Ed Vos zegt:

        @Mas Rob zegt:
        12 december 2014 om 11:43 am

        Dank voor je uitgebreide antwoord, maar met je slotregel kom je toch in de knoop met Cees Fasseur.
        http://www.telegraaf.nl/binnenland/23160562/___Olie_kon_oorlog_uitstellen___.html

        Maar goed, de Nederlandse neutraliteitspolitiek tav de oorlog in Europa werkte ook niet, Duitsland MOEST Nederland wel binnenvallen, bang dat zij was dat de Britten via een achterdeur (b.v.b. Rotterdam) naar het Ruhrgebied zouden opstomen.

        Overigens – gelet op de autonome status van Nederlands-Indie – wie bevond zich in staat van oorlog c.q. verklaarde de oorlog aan Japan. de regering in Batavia, of de gevluchte asielzoekende regering in London? Was het gehele koninkrijk der Nederlanden in staat van oorlog tegen de Japan?. Indien je op internet kijkt lees je alleen maar over Nederlandse oorlogsverklaringen

        Niet dat het antwoord iets uitmaakt voor de loop der geschiedenis, maar je weet maar nooit voor de naweën.

      • Mas Rob zegt:

        Die uitspraak van Fasseur vind ik een van zijn mindere. Fasseur gebruikt een dubbel misschien om te beargumenteren dat Japan Indië niet zou bezetten. Ook de argumentatie is bijzonder zwak. Duitse nederlagen in de SU zouden voor hetzelfde geld JUIST hebben gezorgd voor een bezetting.

        De oorlogsverklaring is uitgebreid beschreven in De Jong’s magnus opus. Nu geen tijd om het na te kijken.

      • Jan A. Somers zegt:

        Ik heb net, op een verkeerde plaats, het verloop van de economische onderhandelingen in Indië kort geschetst.
        Amerika had niks in ZOAzië te zoeken en deed dat ook niet. Zij zaten in Pearl Harbor. Maar zij hadden ook economische verwikkelingen met Japan. Engeland had koloniën met rubber en tin. Frankrijk had koloniën met veel rijst.

      • Mas Rob zegt:

        Ja, Jan.

        Een kleine toevoeging: de VS was nog aanwezig in de Filipijnen. Hoewel vaak werd gezegd dat de Filipijnen het meest westelijke land van Latijns-Amerika is, behoort het wel tot Zuidoost-Azië.

      • Jan A. Somers zegt:

        Goede correctie, was het vergeten. Maar volgens mij hadden ze daar nauwelijks profijt van en al gauw opgeheven als kolonie. De Filippijnen waren pas op 1898 door Spanje aan de VS overgedragen, ik weet niet waarom,. Wel won Nederland in 1928 een geschil over het eiland Mapia, waar de VS niet moeilijk over deden.

      • Jan A. Somers zegt:

        ” woorden, woorden, woorden.” nee hoor, Ook Japan heeft volgens mij geen oorlog verklaard. Oorlogsverklaring kan niet volgens het Volkenrecht. Als ik steken voel in mijn buik zeg ik tegen mijn meisje: ik heb buikpijn. Ik zeg niet: jij hebt mij gestoken. Zou overigens wel kunnen, maar in dit geval heel onwaarschijnlijk.

      • Mas Rob zegt:

        Japan verliet de Volkenbond in 1933 over Mantsjoerije en ik vraag me af of Japan zich daarna nog gebonden achtte aan het internationale recht.

        De tekst van de Japanse oorlogsverklaring is in elk geval er mee in conflict. “We hereby declare War on the United States of America and the British Empire. The men and officers of Our Army and Navy shall do their utmost in prosecuting the war. Our public servants of various departments shall perform faithfully and diligently their respective duties; the entire nation with a united will shall mobilize their total strength so that nothing will miscarry in the attainment of Our war aims (…} The situation being such as it is, Our Empire, for its existence and self-defense has no other recourse but to appeal to arms and to crush every obstacle in its path.” http://tmcdaniel.palmerseminary.edu/Rescript-English.pdf

      • Jan A. Somers zegt:

        “of Japan zich daarna nog gebonden achtte aan het internationale recht. ” Dat je je moet houden aan geldend volkenrecht staat los van welk lidmaatschap dan ook. Amerika was ook geen lid van de Volkenbond. En Zwitserland is ook geen lid van de VN, maar verdient er goed aan. Het werkt wel andersom, volgens de ballotage wordt je pas toegelaten tot de VN als je je houdt aan het geldend volkenrecht. Het grootste probleem blijft altijd dat de volkerenorganisatie geen zwaardmacht heeft voor handhaving.

      • Jan A. Somers zegt:

        “Naar aanleiding van de bijdragen van Mas Rob en Jan Somers zou ik toch de vraag willen stellen over de expansiedrift van Japan.” Drie pagina’s in mijn boek! Ik kan die wel kopiëren, maar dan krijg ik ruzie met ons opperhoofd. Ik weet niet of dat boek bij de KB al is gedigitaliseerd.

  13. Peter van den Broek zegt:

    Volkenrecht. Art. l van het #Haagsch Verdrag van 18 Oct. 1907 gegeven de opening der vijandelijkheden toch luidt: De verdragsluitende Mogendheden (waartoe ook Japan krachtens zijn ondertekening van het Verdrag behoort) erkennen, dat de vijandelijkheden tussen haar niet moeten beginnen zonder voorafgaande en ondubbelzinnige waarschuwing, die den vorm hetzij ener met redenen omklede oorlogsverklaring, hetzij van een ultimatum met voorwaardelijke oorlogsverklaring moet hebben.

    Daarna was er sprake van de #Volkenbond aansluitend het #Kellogg-Briand-pact die de beginselen van de oorlogsvoerende partijen en met name het proces van vredesonderhandelingen regelen.

    Dus in het Volkenrecht cq Den Haag 1907 is wel degelijk de #Oorlogsverklaring geregeld.

    N.B. 1898 de kolonien Cuba en de Filipijnen komen in opstand tegen de Spanjaarden. Spanje onderdrukt deze opstand en de VS intervenieert. Hierna wordt Cuba onafhankelijke en Filipijnen komen onder bewind van de VS.

    De Japanse veroveringsdrift heeft lange wortels.
    niet te vergeten 1854 Perry opent Japan
    v.a. 1868 begin van de Meji-periode, Keizer Mutsohito (Industrialisatie naar Engels voorbeeld, modern leger naar Duits voorbeeld, modern onderwijs naar Engels voorbeeld, reorganisatie van het Staatssysteem naar het voorbeeld van Bismarck) ) gaat de modernisering van Japan hand in hand met het imperialisme:
    1894-1895 Japans-Chines oorlog (Japan krijgt Formosa en invloed in Korea)
    1904-1905 Russisch-Japanse Oorlog. Japan is het eerste Aziatische staat die een Europese Staat verslaat (Japan krijgt Port-Arthur en zodoende via de Trans-Siberische spoorlijn toegang tot een ijsvrije haven in Azie, tevens krijgt Japan een voorkeurspositie in Mantsjoerije, Japan annexeert Korea)
    1919 Japan neemt eilanden in de Pacific van Duitsland over.Dit geeft dus wrijving met de VS
    Japan krijgt mandaat over Duitse gebieden in China ( bvb Shantoeng) China probeert dit te verhinderen door de oorlog te verklaren aan Japan. Na de oorlog wordt Shantoeng toegewezen aan Japan.
    1931 Japan opent de aanval op Mantsjoerije en opent daarna de aanval op China.

    De aanvalsdrift van Japan houdt niet op en draagt vruchten af, veel gebieden worden verovert dnawel door de internationale gemeenschap aan japan overgedragen, Japan wordt helemaal niet gehinderd door het Internationaal recht in tegendeel.

    • Jan A. Somers zegt:

      Ik dacht dat het verdrag van Den Haag van 1907 al heel lang onder in de stapel van nieuwere afspraken ligt te verstoffen.
      “Japan wordt helemaal niet gehinderd door het Internationaal recht” Dat is eigen aan het volkenrecht. Er is geen handhaving. Zie Poetin!

  14. eppeson marawasin zegt:

    @De strijd in Atjeh alleen al heeft een duizendtal toekenningen opgeleverd.@

    — Een mooi voorbeeld is het verhaal van de West-Afrikaanse korporaal Jan Kooi. Per Koninklijk Besluit van 2 maart 1878 no. 29 werd Jan Kooi benoemd tot RMWO4* voor “Atjeh 1877”.

    *Ridder der Militaire Willems-Orde 4e Klasse

    BRON: https://nl.wikipedia.org/wiki/Orang_Blanda_Itam

    e.m.

  15. eppeson marawasin zegt:

    @We zijn blijkbaar vergeten dat we heel hard moesten strijden om Atjeh eronder te krijgen, en dat bij die strijd heel veel dapperheid nodig was, wát dat ook mocht inhouden.@

    https://nl.wikipedia.org/wiki/Atjehoorlog

    e.m.

Plaats een reactie