‘Lief Indië, ik kom terug’

Onze bevrijding uit Lampersari-Sompok, Semarang, 1945

Door Renee van Alphen

De precieze datum weet ik niet meer, ik was toen 14 jaar. In ieder geval was het in augustus 1945. We zaten al 2 jaar in dit kamp. En daarvóór nog een jaar in een ander kamp. Over de toestanden daar hoef ik niet te vertellen, dat weten alle Oud-Indischgasten wel. Nee, het gaat hier om de bevrijding.

Lampersari-Sompok, keuken.

Lampersari-Sompok, keuken.

Ik had net mijn taak van die dag verricht: het leegscheppen van de open riolen, zonder enige bescherming. Met blote voeten, benen vol tropenzweren, en blote handen, schepten we de vuiligheid uit de riolen. Na afloop slenterde ik wat door het kamp, lusteloos, moe, en hongerig.
Opeens hoorde ik vliegtuiggeronk boven me. Geen Japanse vliegtuigen, dat geluid kenden we, die noemden we de koffiemolens. Nee, dit was een nieuw geluid. Verbaasd keek ik naar boven, en zag een vliegtuig, dat langzaam boven ons kamp cirkelde. De andere kampgenoten hadden het ook in de gaten, en met z’n allen keken we verbijsterd toe. Want op de romp van dat vliegtuig was niet de Japanse rode bol, maar de Nederlandse driekleur geschilderd. Toen opeens gaf dat vliegtuig ons een groet, het zwaaide heen en weer met zijn vleugels. Daarna verdween het.

Nu ik dit tik, krijg ik er nog kippenvel van.  

Iedereen die nog kon lopen, begon te juichen en te springen, maar toch nog beducht voor de Jappen die best wel eens met de ketting in de handen naar ons toe zouden kunnen rennen en gaan slaan. Maar dat gebeurde gelukkig niet. We moesten wel bij elkaar komen en de Japanse kampcommandant hield een speech dat de oorlog voorbij was en dat de geallieerde troepen zouden komen om ons te bevrijden.

Meer ruimte

Na deze gebeurtenis veranderde er van alles in het kamp. Er kwam – het belangrijkste van alles – meer eten binnen. Ik weet nog dat mijn moeder ons kinderen waarschuwde, dat we niet teveel tegelijk naar binnen mochten schrokken, want dan zouden we ziek worden. Iedere keer een paar hapjes, als we langs de bak met rijst liepen. En dat was een goede regeling, want er zijn nog mensen gestorven die te gauw en te veel aten. De vaders en zonen die in mannenkampen hadden gezeten, keerden terug. Dat wil zeggen, degenen die nog leefden, natuurlijk. Na korte tijd werden we door de Engelse troepen verhuisd naar een andere wijk, omdat de Javaanse opstandelingen, de ‘peloppors’ zoals ze genoemd werden, ons naar het leven stonden. Maar we vonden het prachtig in die nieuwe wijk, want we hadden meer bewegingsvrijheid en kregen voldoende te eten. Onze ruimte was tegelijkertijd ook beperkt, want de opstandelingen slopen vlak bij ons door het ravijn. In deze tijd werden meerderen van ons nog gevangen genomen, gemarteld en gedood.

Voor de kinderen werd een school opgericht. Gedurende de kampjaren was er helemaal geen onderwijs geweest. Het moeilijkste vond ik niet de school, maar het feit dat we schoenen moesten dragen. Dat was lastig! Jarenlang hadden we op blote voeten gelopen, en nu schoenen! Het eerste wat we dan ook deden na schooltijd, was die schoenen uitschoppen.

Naar Nederland

Vanaf 1946 kwamen de transporten naar Nederland op gang. Ikzelf vond het vreselijk dat ik weg moest. Op de laatste ochtend vóór de vrachtwagens ons kwamen ophalen, schreef ik nog op de muur: “Lief Indië, ik kom terug.”
Daar is nooit iets van terecht gekomen, maar dat kon ik toen nog niet weten.

De Douglas C-54 'Skymaster', hier boven Nederland.

De Douglas C-54 ‘Skymaster’, hier boven Nederland.

Tot slot: jaren later was er aan het Scheveningse strand een vliegtuigshow. Via een luidspreker gaf een stem inlichtingen over de toestellen die langs kwamen vliegen. Op een gegeven ogenblik zei die stem, dat we nu vliegtuigen zouden gaan zien die kort na de oorlog hadden gevlogen. Tot dit ogenblik had ik me kostelijk geamuseerd met het kijken naar al die verschillende overkomende toestellen. Maar toen naderden daar een paar van die oudere vliegtuigen, waaronder een Skymaster. Ik herkende het vliegtuig meteen.
En opeens stond ik daar weer, in dat kamp van jaren geleden, en keek naar het  zelfde vliegtuig, dat bij wijze van groet met zijn vleugels naar ons skeletmagere mensen zwaaide.
Ter plekke, ingeklemd in een zee van toeschouwers, ben ik in tranen uitgebarsten en kon een tijd lang niet meer ophouden met huilen, dikke tranen, ondanks mijn schaamte voor de omstanders.
Afscheid van Indië.

x

Dit artikel verscheen eerder in De Oud Hagenaar, 16 september 2014.

Dit bericht werd geplaatst in 2. Japanse Bezetting, 1942-1945 en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

93 reacties op ‘Lief Indië, ik kom terug’

  1. jan willem hoegen zegt:

    en wij gingen met de trein naar soerabaja , naar huis .
    toen kwam de bersiap .
    daarna wist mijn moeder zeker ,
    in indie hadden we niets te verwachten .
    naar nederland dus .

    • Jan A. Somers zegt:

      Mijn zus kwam ook via de RAPWI met de trein van Ambarawa naar Soerabaja. Ergens tussen 29 september en 2 oktober 1945. Heeft ze geweten. Bij het station al opgewacht. Afgevoerd, van hot naar her versleept, uiteindelijk in juni 1946 door bemiddeling van het Rode Kruis via Semarang vrij gekomen. Van Indonesische beschermingskampen alleen maar gelezen!

  2. H.A. Naberman zegt:

    Nou…ik was buiten het kamp in Batavia en zag ze ook tot mijn verbijstering overvliegen….maar het waren natuurlijk geen Skymasters maar B25 Mitchells.

    • Jan A. Somers zegt:

      Mevrouw Renee van Alphen is waarschijnlijk geen kenner, maar geeft niet. Het gaat om de emotie, heel herkenbaar. Bij mij draait er dan een film in mijn hoofd.

      • Mw R. van Alphen zegt:

        inderdaad, ik heb geen verstand van vliegtuigen! Dank voor de reacties.

      • Jan A. Somers zegt:

        Van vliegtuigen weet ik ook niks. Gewoon een laagvliegend groot vliegtuig, met roodwitblauw en oranje. Wiebelt een beetje met zijn vleugels. Werd niet op geschoten. Einde oorlog! Bevrijding!!!! Dat telt! Daar was je een beetje kapot van! Dat ronken van die Japanse koffiemolens was, geloof ik, vanwege de bijmenging van ‘wonderolie’. Die Djarak-aanplantingen vond je overal in de stad. Maar dat was allemaal voorbij! Wat een geweldige ervaring!

    • L.H. Cramer zegt:

      Bij dit mooie verhaal vind ik het type vliegtuig een futiliteit maar boven Soerabaja vloog er een Catalina die ook pamfletten afwierp. Overigens zouden er elders ook DC-4/Skymasters en/of B-25’s gevlogen kunnen hebben. Toen allen in gebruik bij de geallieerden.

      • Wal Suparmo zegt:

        Een Skymaster is een civiel vliegtuig en volgens de Internationale Regling van de ICAO, kan het alleen maar gebruik worden voor troepen transport indien indienst bij de miliitairen.

  3. buitenzorg zegt:

    Noot van de redactie: Ik heb me misschien te weinig verdiept in deze materie.
    Zou het geen Amerikaanse of Britse vliegtuigen geweest kunnen zijn met op Nederlandse vlag gelijkende kleuren?

  4. glemmens1940 zegt:

    Prachtig geschreven artikel Renee van Alphen! Wij zaten niet ver van jullie kamp want wij waren In Banjoe Biroe – Kamp 10!
    Ik ben enkele keren terug geweest en Indie blijft nog steeds mijn vaderland ! De mensen, de geuren, het eten en ook de zon vooral als die opkomt om 6 uur en het prachtige landschap!
    Nu woon ik alweer bijna 50 jaar in Engeland.
    Slamat,
    Gerard

    • Jan A. Somers zegt:

      Mijn zus zat in Ambarawa(?) Lampersari(?). Vel-over-been meisje van 19 jaar. Veel verhalen gehoord. Inderdaad ook afvalputten leeg halen. Maar ook met hete gamellen sjouwen, een keer de hete inhoud over haar been gekregen. Blijvende littekens!

  5. jan willem hoegen zegt:

    en nu weet ik weer ,

    naast het kamp bleken loodsen vol met onaangebroken rode kruis pakketten te zijn .
    eten en medicijnen genoeg .

  6. Nelly Grace Goldstein-Meijnema zegt:

    Ik ben geboren op 28 maart 1932 in het toen één jaar oude Elizabeth Ziekenhuis in Semarang.
    Dat laag vliegende vliegtuig gooide pamfletten uit op 24 augustus 1946; het had de rood-wit-blauwe bol op de zijkant en staart in mijn herinnering. De pamfletten lagen ook in onze voortuin van Lampersari A, maar we durfden ze niet op te rapen om ze te lezen. Op 28 januari van dat jaar was namelijk een Nederlands vliegtuig hoog over het kamp gevlogen (ik ben heel verziend, dus ik zag de kleuren van de bol) dat óók pamfletten had uitgeworpen, maar het was toen streng verboden om ze op te rapen.

  7. Inderdaad prachtig beschreven …ik krijg daar ook tranen van in de ogen.
    Maar mijn orders gingen weer terug naar Java na de camp jaren ook om de zaak van Tiedeman en van Kerchem weer op gang te zetten en dat tot 1958…. toen weer velen tranen gevallen

  8. Wal Suparmo zegt:

    De onderwijzer van mijn broer die in de 2e klasse van de Djomblang school zat, had een Mevr/Juffr WALONKER in het Sompok kamp. Het HALMAHERA kamp werd zo maar verlaten door de Japanse bewakers en de bewoners kregen 3 dagen geen eten meer.

  9. voor de ouderen die nooit weer in Indonesia zijn terug geweest , KIJK OP YOU TUBE en tpe in de stad waar jullie geboren en getogen zijn en zeker weten het komt bij U op de monitor te voorschijn , B.V city Malang of stad Malang anders Malang traffic ( verkeer) of kota Malang . mijn vader was in Jatiroto geboren dus Kota Jatiroto enz , en veel plezier

    • Ed Vos zegt:

      Toevallig is mijn vader ook in Jatiroto geboren. Overigens heb ik in het Javacafe al melding gemaakt van
      https://maps.google.com/maps/ms?gl=id&ie=UTF8&oe=UTF8&msa=0&msid=114656295144786892196.00047700511f10ec3e972&dg=feature
      Het wjst zich vanzelf wel. Sleep het oranje figuurtje naar een bepaalde locatie. De locaties die door de google-auto zijn gefotografeerd lichten blauw op. die van Jakarta en Denpasar zijn ook reeds operationeel. Helaas, die van Semarang moet nog komen – en ik hoop binnen niet afzienbare tijd. Dit was even off topic, maar interessant voor degenen die het nog niet weten.

    • Wal Suparmo zegt:

      De bekendmaking over de Japanse capitulatie was pas op een ZONDAG door 3 B-25 gestrooid boven Semarang dei van richting Oost kawamen Niemand wist over de ATOOM BOM omdar alle radio’s gezeged wsaren en wij alleen maar berichten unnen horen van de SEMARANG HOSHIOKU en DOMEI.

    • Wal Suparmo zegt:

      De DJARAK aanplant op order van de Japanners, om dat Japan zo’n 80 jaar geleden al van BIO LUBRICATION OLIE wisten. Ook het consumeren van SLAKKEN oftewel BEKETJOT dat zeer nutritie rijk was. En nu bekend als zeer duure ESCARGOT!

      • Theo Daems zegt:

        Ook ik heb, als buitenkamper slakken gegeten. We noemden ze gewoon keong. Het woord beketjot ken ik niet. En ja, ook wij, mijn moeder broer en ik moesten djarak planten (mijn vader zat in het kamp). Maar de djarakpitten gebruikte ik als toorts. Ik prikte de pitten op een dikke lidi en stak ze aan, en branden dat ze deden…….

      • Wal Suparmo zegt:

        Beketjot kan niet zo maar verglijken worden met KEONG, omdt er een speciale voorbereiding gedaan moet worden voor dat het geconsumeerd kan worden wegens de slijm van het dier.

    • Henk ANTHONIJSZ zegt:

      Toen wij ( gezin Anthonijsz) in Malang woonden ( 1930/1938) hebben we een Helmich gekend. Ik was toen een jaar of twaalf. Waar is de tijd gebleven? Ma, Pa en mijn twee broers en drie zusters zijn allen overleden. Ben de jongste, overgeblevene.

  10. ik ga komemde jan -feb naar indonesia voor 6 weken en hoop de steden Malang en Jatiroto te bezoeken. voor degenen die op you tube het nieuwe Indonesia nu zien kijk ook /naar OPENNING SHOW MISS WORL INDONESIAPART 1-4 EN ook naar Kick Andy “docter Gila ‘

    • Wal Suparmo zegt:

      In Lampersari had je ook een gekkenhuis.

      • Jan vd Steege zegt:

        Wij woonden naast het gekkenhuis op de hoofd Mangaweg. Wij woonden op nummer 44.
        De patienten liepen rond in de achtertuin in witte kleding en riepen zowel in de dag of zelfs in de nacht, il bil, il bil, il bil. Heel triest.

  11. Ingrid zegt:

    Hello, i have the same photo that my mum was there as well. Her name was Roos van Oostende.
    Her mum and sister and younger brother was in the same concentration camp.
    My mum was also 14 years old in 1942. She has a lot of bad memories and sometimes still suffer from this. I also have the book where this picture is printed.

  12. Ingrid zegt:

    I just asked my mum and she confirmed that the girl sitting on the floor in front is her.

  13. Ingrid zegt:

    Hi again, in this picture my mum was 16 years old, she was abit emotional when I showed it to her.
    Memories of her mum and sister which are no longer with us, her sister died in the camp.
    My mum is 86 years now and as she gets older bad memories are coming more often to her from the past. It’s very sad to see her get upset sometimes.

  14. M.Bruinvels zegt:

    Indeed, a very well written and moving story! I cannot remember feeling excited, but of course we were all numb with starvation. One of the Red Cross packages fell on a person (a nun) and killed her. This was ADEK and I was 10 years old.

    • Hello Marjan,
      I was in ADEK too when the airdropping took place September 4th 1945.
      A few days earlier a Liberator of the MLD, Dutch 321 squadron, operating from the Cocos Islands at that time, dropped pamphlets with a text both in Dutch and English to prepare an area of 150 by 50 meters and to mark this with the letters POW ( prisoners of war).(Since we saw while preparing the word POW also up side down we said: Mik Op Dit) This was done by the boys, amongst my brother and me by laying bricks and paint them with “kappur”. Also a small committee should be assigned to distribute the medicines and other articles. Two of those pamphlets are still in my possesion.
      On September 4th a number of Liberators started to drop large packages by parachute.
      Like you, I think we all saw one parachute failed to open and the packages fell amidst the spectators and killed a women. Very tragic to survive the camp period and than to be killed by such a mishap.
      Several days later without any announcement a Dutch Catalina showed up and dropped very low and slow flying packages from the opened blisters of the Catalina. Some of the packages damaged and the content was spread all over the place.

      Fifteen years later during my elementary pilot training one of my senior instructors, a segeant major naval pilot, when I told him on a social evening about the tragic dropping incident said to me he was piloting one of the Liberators involved in the air droppings over ADEK camp. This was the first time I heard the aircraft were Liberators. Since the Catalina aircraft were already in use before the war and we lived in Soerabaia I was familiar with that type of flying boat.

  15. Joyce Kater-Hoeke zegt:

    Met mijn moeder en 2 jongere zusjes heb ik ook in Lampersari C gevangen gezeten en ik kan me deze bevrijdingsdag ook nog herinneren (ik was 10), alsmede de pamfletten uit het vliegtuig. Wij wisten toen niet dat mijn buiten gebleven tante al bij de poort stond met een grote doos vol lekkers.
    Met 10 gülden van het Rode Kruis en op een grobak reden wij toen naar haar huis waar we ons bijna dood aten als mijn tante niet de keuken op slot had gedaan. Na 2 weken per trein naar Bandung terug want het werd steeds onveiliger en de bevolking vijandiger. Ben nu 79 en de kampjaren (1942-45) zijn niet vergeten.

    • Wal Suparmo zegt:

      Aan de Jalan Lampersari in Sompok staat een huis van de fam. Kops, familie van mijn moeder, en daarnaast woonde de fam. Van Mook. Waar ook JH. VAN MOOK was geboren, die later Luit. Gouverneur-Generaal van Ned.Indië werd.

    • koppieop zegt:

      Hallo Joyce Hoeke: Na op forums zoveel onbekende namen te lezen, is een familiaire naam een verrassing. Deze (verlate) reactie is off-topic, maar ik hoop dat “Mr Buitenzorg” hem zal plaatsen (bij voorbaat dank, beste Bert!), én dat jij dit leest, Een mailtje van jou zie ik heel graag tegemoet. Maar mocht je, om wat voor reden dan ook, geen prijs stellen op het uitwisselen van herinneringen, zal ik dat natuurlijk respecteren – no hard feelings. Hopelijk tot dan!,
      Dick Bär
      federico1931@yahoo.com.ar

  16. Alle Lampersarie-mensen, als jullie zin hebben, mail mij. Renee van Alphen

  17. Will Lakwijk zegt:

    Hallo allemaal,
    Mijn naam is Will Lakwijk. Dochter van Erna van Smaalen.
    Mijn moeder is in Tjimahy, 18-09-1930, geboren en heeft samen met haar broer, Freddie, in het kamp gezeten. Dit van 1942 tot 15-01-1946, daarna zijn ze per boot naar Surabaya vertrokken.
    Wie kan meer over mijn moeder vertellen.
    In 1948 is zij, met mij en mijn vader met de Johan van Oldenbarneveld naar Nederland vertrokken.
    Laat mij i.d.m. iets weten.
    Mvg. Will

    • buitenzorg zegt:

      Will,
      Slechts enkele flarden (misschien jou bekende) informatie:
      Je grootmoeder Arigje Cornelia Pot overleed in 1939 in het kraambed.
      Je grootvader Evert van Smaalen huwde daarna opnieuw, met Baukje de Vries. Hij was was bakker bij het KNIL, werd krijgsgevangen gemaakt, en overleed aan beri-beri op 28 december 1943 in Birma.
      Ik neem aan dat je oudste broers ook krijgsgevangen zijn geweest. Het Nederlandse Rode Kruis kan je daarover misschien meer vertellen.
      Je moeder, Erna van Smaalen (1930), werd samen met haar stiefmoeder en haar broers Ronald (1932) en Freddy (1937) geinterneerd. Eerst in Baroskamp, Tjimahi, en later Bloemenkamp Bandoeng. In 1944 ging Ronald naar het jongenskamp van het 15e Bataljon in Bandoeng; de anderen naar Lampersarikamp in Semarang.
      Uit je bericht maak ik op, dat je moeder kort na de oorlog gehuwd is met Lakwijk en dat jij nog in Indië bent geboren. Je moeder overleed in 1951.

      Bert

  18. Ben ook in Lampersari-Sompok (A) met mijn moeder en twee zusjes geinterneerd geweest. Dit was ons laatste Jappenkamp. “Woonden” in een kamer met nog 3 andere gezinnen. Een daarvan was het gezin Hermans. Mijn speelkameraad was Hans Hermans. Heb de vliegtuigen ook zien overvliegen en mee gejuigd met de mensen die met een Hollandse vlag (?) zwaaiden. Ik herinner mij het lekkers dat werd uitgegooid: KLIM melkpoeder, koekjes, chocola. Na de bevrijding ondergebracht in de wijk Tjandi en van daar per boot naar Ceylon (Kandy). Toen terug naar Nederland per “Ruys” van de KPM.

    • Wal Suparmo zegt:

      Er waren 3 internerings kampen in Semarang.Een voor jongens in BANGKONG.Dan in huizen kompleks HALMAREA/KRAKATAU en dan SOMPOK/LAMPERSARI. Veel ruilhandel werk gedaan met de kampong bewoner door de GEDEG.Toen kamp Krakatau verlaten was door de Jap en dus 3 dagen geen eten,was mijn moeder met een karoeng beras en een paar bedienden, over de tanggoel gelopen want wij woonden in Pandean Lamper Lor.

      • Surya Atmadja zegt:

        Huizencomplex Halmahera Semarang , daar heeft de moeder van mijn vriend een huis.
        Zijn jongere broer woont daar nog steeds.
        Hij kan ook veel vertellen over diverse mensen/familie uit die tijd.
        Ken je de familie Kolmus( van de Gang Kolmus) ?

        Dunia kecil dese .
        Bijna te vergelijken met Kamp Tjideng, alleen bij de hoofdstraat Laan Trivelli waren de huizen groot

      • Wal Suparmo zegt:

        Wel gang van Haastert ( een gang van Pandean Lamper).

      • Ælle zegt:

        Ini dia!
        http://www.semarang.nl/staten-register/staatnamelijst-a-g.html
        Aku dulu sering nginep di Laan Trivelli nomor empatpuluh-empat dengan keluarga keponakan bapakku. Si Om Willy dan Si Tante Non, djuga ada lima anak2. Aku selalu dimanalah suka naik pohon untuk petik buah2. Hahaha… (moerbei, kedondong, boeni, tjermé, djamboe, dll)
        Kan ik ermee voor de dag komen met mijn petjôh?

    • Nelly Goldstein-Meijnema zegt:

      Wij woonden Lampersari A no 51.Woonden aan de achterkant in een slaapkamer met 12 personen, wij, moeder en 4 dochters, kast ertussen, ernaast 2 verpleegsters en moeder met 2 dochters en een zoon van dus nog geen 10. Nu is dat huis een apotheek.
      Oudste zus met de eerste trein naar Soerabaya en Malang, kwam in een Bersiapkamp terecht en was Kerst 1946 weer bij ons. Wij uit M-Java mochten ook naar een mooi nog compleet huis op Tjandi. Om ons heen oorlog. Op een dag door militair convooi met hoge snelheid naar de rede van Semarang gebracht. Daar stapten we in bootjes en werden we naar een groot schip gebracht. Om 6 uur toen het donker was voer het westwaarts. Toen het licht was voeren we de haven van Tandjong Priok binnen. Daarna in kamp Tjideng wachten tot we met vader en broer uit kamp in Bandung herenigd werden. Dit was gedaan door het Rode Kruis. Van het luxe, gemeubileerde laatste huis kwamen we in een garage terecht en zaten en sliepen we weer op de grond zonder enig meubel. Maar we waren het zó weer gewend!!

  19. Ælle zegt:

    Itu Laan Trivelli bukan di Semarang, tetapi di Djakartè, dong. Salah wessel.

    • Surya Atmadja zegt:

      @ si Ælle
      Kan ik ermee voor de dag komen met mijn petjôh?
      ————————————————————–
      Non Ælle, dat is geen petjoh , maar gewoon bhs Melayu ( h.t.k =huis tuin keuken).
      Tierlek weet ik waar Laan Tripelli is , heb daar gewoon in de Verlengde Laan Tripelli , mijn ouders tot 2000/2001, mijn broer tot 2010 .
      Bij de even nummers, na de Tjideng brug (de ingang van Kamp Tjideng).
      Begin Laan Trivelli (Tanah Abang II ) is Jalan Tanah Abang Barat , later Jalan Abdoel Moe’is , en na de invoering van de nieuwe spelling Jalan Abdul Muis

      Ik kan hier een paar oudere “buurjongens” (noemen) zoals Bill, Hans =Laan de Riemer , Peet = Laan Trivelli , en Ron uit UsA (Tjilamaja) .

      Non, bij dese ben je goed gekeurd door de feestcommissie.

      • Ælle zegt:

        Wat is in feite de essence, ik bedoel de essentie van petjôh? Sudah al bingoeng en bisoe. De letters die ik typ zijn kleiner dan de geprinte tekst. In het paviljoen rechtsachter het grintpad woonde toen de familie Molleman, die al snel naar Holland vertrok. Moeder M. zette vantevoren allerlei etenswaren te djemoer in de zon om mee te nemen. Kroepoek en zo. Mijn nichtjes en ik waren niet erg nieuwsgierig om alles te weten te komen. Ach, masa bodo! Nu ben ik daarentegen erg belangstellend. Wat zou er op die tampah’s hebben liggen te drogen? Emping melindjo? Ikan asin? Trassi?
        Diezelfde Nonkel Will is later in Holland tijdelijk toekang waroeng keliling geweest in zijn witte bestelbus, maar hij bleef overal liever plakken/ngobrol dan verkopen. Hij was eigenlijk boekhouder geweest bij de KPM. Hij heeft daarna nooit meer zijn draai kunnen vinden. Hij kon goed op feestjes jong en oud entertainen, vooral ons heeft hij als kinderen zo laten lachen, dat we nog steeds met die grijns van oor tot oor rondlopen als we zijn naam horen noemen; Si Oom Willy, hihihihihi
        Zijn liedjes en vunzige kampoeng rijmpjes had hij stiekem op straat van de katjongs geleerd, Als jullie willen weten hoe oom Will eruit heeft gezien, kijk dan naar Dolf Brouwers aka Sjef van Oekel. Zelfs de stem was identiek samen met die kromme neus. Dág, lieve oom. Bedankt voor de mooie herinneringen.

      • Ælle zegt:

        Nu, een jaar later begrijp ik pas de verschillen; wat u bedoeld heeft met Non Ælle, dat is geen petjoh , maar gewoon bhs Melayu ( h.t.k =huis tuin keuken).
        Het is gekomen door het kleine petjoh-boekje dat ik gekocht heb. Er staat: PETJOH indisch woordenboekje, de taalschat van Indische Nederlanders.van Fred S. Loen.
        Eerlijk gezegd, heb ik nooit petjoh leren spreken, alhoewel ik er geen moeite mee zou hebben als ’t persé zou moeten. Het is alleen toch wel overbodig geworden, niet dan?

  20. Ælle zegt:

    Van sommige sprookjes heb nog een LP geërft. http://www.semarang.nl/verhaal/articles.php?lng=nl&pg=346
    Voor wie Radio Indo nog niet een begrip is. Voila! http://www.indoradio.nl/
    Ik hoop dat je hiervan opfleurt, Buitenzorg en je naam eer aandoet; Sans soucis.

  21. Koos van der Wal zegt:

    Ook ik, Koos van der Wal, heb met mijn moeder in Lampersari gezeten vanaf december 1942. Samen met mevrouw Mia van Mourik en haar zoontje Dries zaten wij in een vertrek van ongeveer
    2 bij 2 meter. Mijn moeder heeft wel vaak het een en ander geschreven maar in 1945 raakte zij blind en kon ook niet meer gewoon lopen. Een paar stokken dienden als krukken en zo maakte zij de bevrijding mee. Andere vrouwen ondersteunden haar en vertelden wat voor vliegtuig te zien was. De blindheid verdween nadat het eten weer gewoon werd en de medicijnen ook tot de beschikking van de kampbewoners kwamen. In het boek van Gon Bossevain (Vrouwenkamp op Java) worden de dames Mia en Jeanne van Mourik nog genoemd omdat zij een school oprichtten. Gek eigenlijk dat je niet los komt van de namen van plaatsen die een rol hebben gespeeld in de 2e Wereldoorlog!

  22. Ælle zegt:

    Ik las dat de 100.000 geïnterneerde burgers, mannen, vrouwen en kinderen in Nederlands Oost-Indië maakten 80% deel uit van alle geïnterneerden in heel Zuid Oost Azië.
    De Japanners beschouwden de geïnterneerden als “snippers in de wind”.
    Wat werd ermee bedoeld?

  23. Surya Atmadja zegt:

    Ælle zegt:
    Het is gekomen door het kleine petjoh-boekje dat ik gekocht heb. Er staat: PETJOH indisch woordenboekje, de taalschat van Indische Nederlanders.van Fred S. Loen.
    Eerlijk gezegd, heb ik nooit petjoh leren spreken,
    =================================================
    Ik heb 3 boeken, van Richard Cress ( standaardwerk , met uitleg ook niet echt uitgebreid) , een must have boek en van Fred Loen.
    Javindo van een Hollandse Inspecteur van Onderwijs (?) uit Semarang , niet populair

    Petjoh is volgens R.Cress en anderen Indisch Nederlands (niet dezelfde als de echte Nederlands die men bij de E.L.S of HBS kregen) met veel LEENWOORDEN uit bhs Jawa, Sunda, Arab, Chinees, Portugees etc .
    Er is ergens op internet een soort kamus petjoh, redelijk compleet, weet niet meer waar je het terug moet vinden.

    Een zich zelf respecterende Nederlander of Indo zal hun kinderen nooit toestaan om petjoh te leren of toestemmen om thuis te gebruiken.
    Ze leren het meestal van de “kampong indo’s ” ( ma’af voordat ik gevierendeeld word ) .

    • Wal Suparmo zegt:

      Eigenaardig dfat de Indo’s van de Buitengewesten RELATIEF beter Hollands spreken dan de Javaanse Indo’s.

      • Wal Suparmo zegt:

        De De Europeese afkorting van MAMMIE en PAPPIE, Is MAM en PAP.. De In.donisshe is MIE of Pie

      • Surya Atmadja zegt:

        Wal Suparmo zegt:
        1 maart 2016 om 12:27 pm
        Eigenaardig dfat de Indo’s van de Buitengewesten RELATIEF beter Hollands spreken dan de Javaanse Indo’s.
        =====================================
        De samenstelling en het aantal van de Indo gemeenschappen buiten Java is beter geregeld dan op Java .
        Daar door kunnen de kinderen redelijk naar school gaan , niet zo als op Java dat veel arme Indo’s vaak tot last van de Inlanders waren.
        Bron: De Indo Dr Th Kok 1934(?)

      • Ælle zegt:

        ‘Eene Eerezaak’


        Is Fabricius er in geslaagd de “Indo” meer of minder beschaafd en ontwikkeld, naar waarheid uit te beelden? Zijn de Indo’s in “Totok en Indo” en de heetbloedige, dolle Luitenant Hans Hartman, typen van Indo’s?’
        Zoek dat maar eerst uit, dan praten we verder!

      • Ælle zegt:

        Het boek dat als bron werd genoemd door SA is
        KOKS, J.Th. – De Indo. Amsterdam, 1931. 270 p., orig. halflinnen (Schrijver: KOKS, J.Th.) met een S
        Dissertatie. O.a. sociale tendenzen in de Indo-Europese samenleving,
        Taal: Nederlands
        Uitgever: antropologie van de rassenkruising, herkomst van de Indo-Europeaan,
        Bijzonderheden: sociale differentiatie van de Indische samenleving. Goed exemplaar
        Prijs: € 20,00 (Excl. verzendkosten)
        http://boekwinkeltjes.nl/

      • Ælle zegt:

        https://www.boekwinkeltjes.nl/b/111487216/de_Indo/
        Dit boek zal ooit een museumstuk worden wanneer de Indo’s ziijn uitgestorven.

    • Ælle zegt:

      Een ‘priceless’ anecdote verteld door een oudere vriendin, geboren in Tjepoe, Java, mag ik jullie niet onthouden. Marie was een ster in het navertellen van gebeurtenissen.
      Op een dag hoort Marie haar buurjongen tegen zijn tante zeggen: “Ister prinses geboren, Te.”, waarop zijn tante vragend antwoordt: “Jongen of meisje?”. Heel braaf beantwoordt het slimme neefje zijn tante: “Ik wéét niet, Te”.
      De ‘prinses’ zou een van de dochters van Juliana geweest kunnen zijn. Te is afkorting van Tante.

  24. Wal Suparmo zegt:

    Een parallel van Pandeanlamper en van GANG KOLMUS is GANG VAN HAASTER

  25. Wal Suparmo zegt:

    De Manngaweg van Semarang is een GEMEENTEHUIS COMPLEX zoals de DJAMBOE WEG. enz.Aan de Mangga weg woont een oom van mij, O.B.HARBRINK. Van de POLITIE. Verder is Lampesarie waar een Tante van mijn woont de fam KOPS van de NIS.

  26. Ælle zegt:

    Toen ik de Lamparsari keuken foto vol aandacht en vergroot bestudeerde ging ik verder zoeken naar foto’s en tekeningenuit die verdrietige periode. Ik kwam onder meer het getekende portret van Winnie Angenent tegen in het geheugen van Nederland.
    Een jonge vrouw met blauwe ogen en lang (blond) haar was getekend door H.H. Hendricks-Reintz Bok.
    Ik zocht verder om meer over Winnie te weten te komen. Het is mij gelukt.
    Dit is haar prachtige vervolgverhaal uit 2010:
    Dr. Winifred “Winnie” Jean Angenent Koelle, 84, of Haverford, a retired physician, died July 30 at the Quadrangle in Haverford.
    Born in Batvia on the island of Java in the Dutch East Indies, she lived in Swarthmore for 50 years and at the Quadrangle in Haverford for 10 years. Dr. Koelle was the only child of colonial officials.

    After the Japanese invasion, she and her American mother were separated from her father and interred in Japanese concentration camps. Despite exhausting forced labor, she continued studying science. Dr. Koelle was a 1948 graduate of Wellesley College in Massachusetts, where she earned a degree in chemistry. She attended the College of Physicians and Surgeons at Columbia University in New York on scholarship and earned a degree in internal medicine in 1952.

    Dr. Koelle formerly was chief of intensive care at Taylor Hospital in Ridley Park, chief of outpatient medicine at the old Philadelphia General Hospital and on the University of Pennsylvania faculty in Philadelphia. She and her husband served on the Pahlavi University faculty in Shiraz, Iran from 1969 to 1970.
    Dr. Koelle enjoyed spending time with friends at the Quadrangle, her Siamese cats, the Philadelphia Orchestra, ornithology and visits with her sons and granddaughters, including a meeting in Burgundy, France. She was the widow of Dr. George Brampton Koelle. Dr. Koelle was the daughter of the late Tilse Daniels Angenent and Dr. Pieter Hendrick Angenent.

    Survivors: Sons, William Angenent Koelle of Huntsville, Ala., Dr. Jonathan Stuart Koelle of San Diego, Calif., Dr. Peter Brampton Koelle of Swarthmore; two grandchildren.

    • Ælle zegt:

      Wat een waardevol herinneringsboekje ter herinnering aan Winnie Angenent, samen met Els Thieme, Hannie Moulijn, Nele van Houweringe, Jetje van Dugteren, Wanda Otto, Nel Sombeek en Adrie van Son.
      ~ Kamp Lampersari 26-2-1945 Een herinneringsboekje. De omslag is van gevlochten katoen met daarop geborduurd de naam: ‘Kamp Lampersari’ aan weerszijden palmbomen, daaronder een ster met de initialen W. D. H. met daaronder het jaartal 26-2-1945. In het boekje diverse tekeningen en gedichten van o.a.: Els Thieme, Hannie Moulijn, Nele van Houweringe, Jetje van Dugteren, Warda Otto, Winnie Angenent, Nel Sombeek en Adrie van Son.

      • Ælle zegt:

        Nog meer Lampersari verhalen.
        Diesmal auf Deutsch von Margo Pilz erzählt.
        http://www.k-haus.at/de/ausstellung/217/margot-pilz.html
        Zij verruilde poppenkleertjes voor een kuiken, dat een kip werd.

      • Nelly Goldstein-Meijnema zegt:

        Nele van Houweninge woonde met haar moeder, zus Lucie en broertje Geert bij ons in de achterkamer van Lampersarie 51. De moeder werd ziek en was binnen3 dagen overleden, ik dacht dysenterie. Zij trouwde, kreeg een dochter en emigreerde naar usa. Daar overleed ze aan kanker. Met Lucie had ik later nog contact, totdat ze sterf. Weet u iets over Nele in de kamptijd? Wilt u mij dan bellen? 076-751 88 45

      • Ælle zegt:

        Dit zijn de gegevens van Nele van Houweninge
        Nele Lucie Seley (van Houweninge)
        Datum van Geboorte 20 juli 1928 (66)
        Plaats van geboorte East Java, Indonesia
        Overlijden 22 september 1994 (66)
        Salt Lake City, UT, United States
        Naaste familie:
        Dochter van Joachimus (Jim) van Houweninge en Anne Sophie Alma van Houweninge
        Echtgenote van James Ewing Seley
        Zuster van Lucie Schansman en Gerard van Houweninge
        Beroep Special Education Teacher
        Dit is de link van hun moeder’s gegevens (Anne Sophie Alma van de Velde) met jeugdfoto .
        https://www.geni.com/people/Anne-van-Houweninge/6000000022245583710

      • wie weet iets meer over de andere dames ? Els Thieme, Hannie Moulijn, Jetje van Dugteren, Wanda Otto, Nel Sombeek en Adrie van Son. wij zijn naar hun geschiedenis opzoek, zij vormden samen “De Mar”een groepje padvindsters.Scouting wil graag hun geschiedenis toevoegen aan de rubriek Vrijheid Scouting.nl waar meerdere verhalen staan over scouts tijdens de oorlog in NOI.

  27. Emma Voerman-Fisser zegt:

    Mijn ouders (Lies en Alfried Fisser) hebben op Lampersari gewoond en ik ben daar opgegroeid.In 1950 ben ik in Semarang geboren.Mijn oma vertelde dat ons huis door Japanse soldaten werden geconfisqueerd en mijn moeder en mijn oma hebben ook in 1 van die kampen gezeten. In 1958 zijn we naar Nederland vertrokken. Weet iemand misschien nog waar het kamp in Lampersari stond? Bij voorbaat dank voor uw reactie.
    Mvg. Emma Voerman-Fisser

  28. milly zegt:

    Wie weet iets van de familie Pinas (moeder met 4 kinderen)in het kamp Lampersari /Manga

Geef een reactie op Nelly Goldstein-Meijnema Reactie annuleren