De oorlog nadert

Door Louis Doppert

Een groot oppervlak van Djokjakarta bestond uit wijken, waarvan de huizen waren opgetrokken uit gemetselde stenen en gevlochten bamboe. Deze zogeheten stadskampongs werden doorsneden door geasfalteerde wegen. Hierlangs stonden oude villa’s, waardoor de kampongs voor een groot deel aan het zicht werden onttrokken. In de rij bijgebouwen aan de achterzijde van ons huis bevond zich de waterput. Deze was niet overdekt.

Met behulp van een ladder tegen de muur kon ik als in vogelvlucht de kampong overzien. De huisjes waren gebouwd rondom een pleintje, waar allerlei evenementen plaatsvonden. Ik zag er hanengevechten, slamatans (rituele maaltijden), een trouwpartij opgeluisterd door een wajangvoorstelling (schimmenspel) met gamelanmuziek. Het orkest speelde gewoonlijk zonder ophouden tot drie uur in de nacht. Het geluid klom over de muur en gleed door de jalouzieën mijn slaapkamer binnen. De muziek was rustgevend als het helder klateren van een waterval. De klanken van de gamelanmuziek hebben zich sindsdien voor altijd in mijn geheugen verankerd.

Het echtpaar Doppert en zonen Bert en René, 1942.

Het echtpaar Doppert en zonen Bert en René, 1942.

Mam had zich gemeld bij de COVIM (Commissie voor Organisatie van Vrouwenarbeid In Mobilisatietijd) en kreeg een opleiding als hulpverpleegster. Na jarenlang de builen, schrammen en wonden van haar vijf kinderen verzorgd te hebben was zij een echte ervaringsdeskundige geworden. Het was geen wonder, dat zij zonder moeite met vlag en wimpel slaagde voor haar verpleegstersexamen. Zij droeg vol trots het witte uniform met COVIM-speld.
Pap werd lid van de Stadswacht. Het waren meest mannen van boven de veertig, die hiervan deel uitmaakten. Zij kregen een militair uniform en droegen als wapens een pistool of geweer. Hun taak was het assisteren van de politie bij het handhaven van de orde.   

‘In the mood’

Je zette de stoelen van de voorgalerij aan de kant, rolde het kokostapijt op, nam van Mams toilettafel de roserode bus Mimosa talkpoeder, strooide er wat van op de tegels om de vloer glad te maken en zette tenslotte een plaat op van Victor Sylvester. Met vrienden van school of uit de buurt werd zo een spontaan danspartijtje geboren. Alle soorten dansmuziek waren welkom bij de Indo-Europese jongeren. Vrijwel elk stadje had zijn amateur dansorkest of Hawaïan band. Het was een luxe, die men gewoon vond: Levende muziek op je verjaarsfeestje. Dat kwam, omdat je broer, neef of vriend deel uitmaakte van een orkestje. Als je niet beschikte over de juiste connecties dan was je aangewezen op de eigen of geleende 78-toeren platen.

Iedereen was direct razend enthousiast nadat men door de radio ‘In the Mood’ van Glenn Miller had gehoord. Nog maar een beperkt aantal platen van dit stuk had men geimporteerd. Dank zij een kennis hadden wij er één kunnen kopen. ‘In the Mood’ schalde meerdere malen per dag door het huis. Ter begeleiding van de muziek drumde ik met penhouders op Paps bureau en sloeg zo nu en dan pèng-pèng op de brievenweger, die als bekken fungeerde.
‘In the Mood’ was het laatste stuk dansmuziek, dat wij uit de Verenigde Staten ontvingen. Daarna kwam er niets meer.

8 December 1941: Zonder voorafgaande oorlogsverklaring vielen Japanse vliegtuigen de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaï aan.
Oorlog.

Dit bericht werd geplaatst in 1. Het vooroorlogse Nederlands-Indië en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

19 reacties op De oorlog nadert

  1. j.w.hoegen. zegt:

    prachtige sfeer tekening

  2. H.A.Naberman zegt:

    Mooi! Zo beleefde ik het ook, zij het dat het mijn oudste zus was die bij de Covim wat deed….
    En…..Artie Shaw was ook present op de dansavondjes…..Begin the Beguine!…….Rose Room!….mooie tijd!

  3. Jan A. Somers zegt:

    En vergeet de boogiewoogie niet. De vlootaalmoezenier in Soerabaja, Pater Bavo, had een serafine, een klein inklapbaar orgeltje, waar hij heel virtuoos een boogiewoogie op kon spelen. Heel knap als je weet dat de maat waarin zijn vingers speelden heel anders was dan de maat waarin zijn voeten de blaasbalgen bedienden. Zo’n orgeltje heb ik in Nederland nog gezien bij het Leger des Heils bij het zingen op straat.

  4. Ælle zegt:

    Mijn darah Sunda – Soendaneesch bloed raakt in beroering bij gamelan muziek. Luistert U mee? http://www.youtube.com/watch?v=jyMHo9BfQyo
    De suling (Sunda) – fluit weergeeft emoties: http://www.youtube.com/watch?v=DMMGDCebv8I

  5. peter varenhorst zegt:

    begin september 1945 kwam een bandje van de tromp bemanning,[ die in priok lag], bij ons in struiswijk de stemming opfleuren. een van de nummers die ze speelden was ” dont fence me in “, pas na enige tijd, en de juiste vertaling, begrepen we de betekenis van de tekst. maar het meeste indruk maakte toch wel de naam van de zanger: bik rosbief. we waren zo met eten bezig dat zon naam helemaal niet vreemd was. wisten wij veel wie bing crosby was

    • buitenzorg zegt:

      Don´t fence me in werd ook gespeeld in Ataka:

      Swinging Ataka

    • H.A.Naberman zegt:

      Ja, mijn neef was ook op de Tromp….wij mochten witbrood met roomboter en kaas komen eten….voor het eerst weer na de oorlog…..
      Die band heb ik niet mogen meemaken!
      Bing en the Andrews sisters….’Don’t fence me in’ is een echte klassieker! Krijg er nog kippenvel van! Memories….!

    • Arthur Olive zegt:

      Hallo Peter Varenhorst, woonde u in de Struiswijk laan in Salemba waar de opium fabriek huizen had voor de empoyees? Wij woonden daar totdat mijn vader die bij de fabriek werkte werdt opgepakt in 1943.

      • peter varenhorst zegt:

        antwoord voor si arthur
        hallo, wij woonden weliswaar aan de struiswijklaan, maar ook in het toenmalige laatste stenen gebouw, nl de gevangenis.
        op kerstavond 1944 werden we met drie [?] vrachtautos, van het kramat-kamp naar onze nieuwe bestemming gebracht. daar waren intussen een paar honderd vrouwen en kinderen uit de bandungse kampen aangekomen
        in het boek dat els michielsen-baljon over struiswijk schreef in 1997, alles is in orde [fushiban io arimasen], wordt ons leven in hotel de tralie goed beschreven
        ik denk niet dat we elkaar in de japanse tijd, in de struiswijklaan hebben gezien; jammer dan. cu peter

  6. glemmens1940 zegt:

    Prachtig geschreven verhaal – ik ben erg benieuwd naar het vervolg – na wat er na 8 December 1941 gaat gebeuren?? Sommige lezers springen al naar 1945 zie ik.

  7. Michael Breeman zegt:

    Great article, has given me some insight into how my parents would have went about daily life in Surabaya in the weeks before the war devastated their lives.

  8. Nel Muller-Koster zegt:

    Ik weet mijn leeftijd maar als ik dit alles lees, valt die leeftijd weg, hoor ik die muziek weer, de feesten, thuis en elders, heerlijk. Maar ook de tijd vlak voor de oorlog, de angst, het gevoel van mogelijk gevaar, de bedrukte gezichten. Muziek, zang en dans, luxe? Meer noodzaak als het leven niet zo makkelijk is. Ik heb ook nog eens een schriftje bijgehouden met Engelse liedjes die dan fonetisch werden neergeschreven, tja. Dank het was weer even genieten.

  9. Louis Doppert zegt:

    Mijn broers Bert en René waren dienstpliichtig. Eind februari 1942 hadden zij enkele dagen verlof. Eén verlofdag viel samen.Op die bewuste dag is de foto gemaakt. ’s Avonds zat het complete gezin, bestaande uit Pap, Mam, Bert, René, Jan, Maud en ik aan tafel. Mam en Kokkie hadden samen heerlijk gekookt. Voor een ieder hadden zij het lievelingsgerecht bereid. Het werd een geweldige rijsttafel. Hoe lekker het ook was; Het leek of men alleen maar kauwde en doorslikte wat op het bord lag. Iedereen wist, dat een moeilijke tijd zou aanbreken.
    Enkele dagen later vond de Slag op de Javazee plaats waarna de Japanners Java bezetten.
    Als door een wonder hebben wij allen het overleefd. Wij vertelden elkaar wat wij hadden meegemaakt tijdens de Japanse bezetting en de Indonesische revolutie. Door de jaren heen hielden wij hartelijke contacten met elkaar. Desondanks is het ons nooit gelukt het complete
    ‘oude gezin’ ook maar één keer onder één dak te krijgen.

    .

  10. buitenzorg zegt:

    …waarmee veel, heel veel gezegd is.

  11. Ælle zegt:

    Toen de oorlog een feit werd waren de jaren van Nederlands Indië bestempeld. Jan A. Krancher stelde samen met 24 Indo’s, Belanda’s en een Brit het boek samen.The Defining Years of the Dutch East Indies, 1942-1949: Survivors’ Accounts of Japanese Invasion and Enslavement of Europeans and the Revolution That Created Free indonesia.
    De 24 inzenders zijn de volgende personen, met hun geboortejaar en laatste woonplaats. De titels van hun verslagen ( in boekvorm) staan erbij vermeld.
    1. Andrew A. van Dijk (1929) – Sydney, Australia
    Overview of the Imprisonment Experience
    2. Frans J. Nicolaas Ponder (1921) – Deceased – Amsterdam, The Netherlands
    A Soldier in the Royal Netherlands-Indies Army
    3. William Wanrooy (1925) – Deceased 1997, Lancaster – California
    A Letter to My Grandson
    4. Arthur Stock (1922) – Deceased 1997 – Belfast, Northern Ireland
    A British Prisoner of War
    5. Anton Acherman (1925) – Los Angeles, California
    Glimpses of Camp Life
    6. Johannes van den Broek (1915) – Oceanside, California
    A Teacher Turned Soldier and Imprisoned by the Japanese
    7. William H. Maaskamp (1924)- Deceased – Glendale, California
    A Dutch Youth Tortured and Imprisoned by the Japanese, Then Pressed into Service Against Indonesian Freedom Fighters
    8. Denis Dutrieux (1923) – Deceased 1998 – Los Angeles, California
    “They Can’t Be Human Beings!”
    9. Mathilde Ponder-van Kempen (1930) – Amsterdam, The Netherlands
    A Wartime Girlhood
    10. Barend A, van Nooten (1932) – Petaluma, California
    The Mouse, Deer and the Tiger
    11.Willy Riemersma-Philippi (1929) – San Jose, California
    Imprisoned in Our Own Home
    12. Maria McFadden-Beek (1925) – Oxford, Mississippi
    Ode to My Mother
    13. Karel Hoekendijk aka Senior (1926) – Enschede, The Netherlands
    New Terror on the Way Home
    14. Hendrik B. Baptist (1928)- Deceased – Hot Springs, Arkansas
    The Protectors Abandoned Us
    15. Pieter H. Groenevelt (1937) – Guelph, Ontario, Canada
    The Bombs that Saved My Life
    16. Jan Vos (1926) – Cypress, California
    Memories of an Indo Boy
    17. Feite Posthumus (1929) – Seattle, Washington
    An Unlikely Friendship
    18. K.A. Peter van Berkum (1927) – Baltimore, Maryland
    Saved by a Stranger
    19. Rita la Fontaine-de Clercq Zubli (1930) – Nashua, New Hampshire
    Disguised as a Boy
    20. Greta Kwik – Deceased 1998 – Los Angeles, California
    The Loss of My Father
    21. Gerda Dikman-van den Broek (1935)- Deceased – Paramaribo, Surinam, S.Am.
    Innocence Denied
    22. J, Alexandra Humphrey-Spier (1926) – Oakland, California
    Never to See the Land of My Birth Again
    23. Amani J. Fliers-Hoeke (1939) – Thousand Oaks, California
    The Missing Years
    24. Joyce F. Kater-Hoeke (1935) – Kirtland, New Mexico
    Liberated, Yet Not Free

    Ik hoop dit boek ooit te mogen vinden en te lezen.

    • michel fanoy zegt:

      te bbestellen via amazon us
      gebruikt harde kaft orig uitgave 1996
      heruitgave nieuw ook beschikbaar
      vandaag ontvangen en er al in begonnen
      michel fanoy

Plaats een reactie