x

Rouwkaart Hoexum/Van Rheeden.
Een kleine twee jaar geleden kreeg ik een mailtje van Herbert van Rheeden: of ik eens naar zijn manuscript wilde kijken en mee wilde denken over de mogelijkheid het te publiceren. Het stuk was te lang, en misschien te persoonlijk om in zijn geheel in de Java Post op te nemen. Met zijn goedvinden publiceerde ik uiteindelijk de hoofdstukken met een meer algemeen karakter.
In een drieluik over het Indisch-zijn leerden we Van Rheeden van zeer nabij kennen. Hij schetste hierin niet alleen de Indische samenleving, maar legde ook steeds op bijzonder persoonlijke wijze, als betrof het psychotherapeutische studie, het verband tussen deze samenleving en zijn eigen persoonlijke functioneren. Zijn dubbele identiteit, Indisch en Nederlands, zat hem dwars.
In de auteursinfo van de Java Post lezen we:
“Herbert van Rheeden (1937) groeide op in de paradijselijke omgeving van de koffie-en rubberplantage Kebon Silosanen. Tijdens de oorlogsjaren woonde bij familie van zijn moeder in Malang. Aan het eind van de oorlog verhuisd naar Soerabaia en daar de Bersiap beleefd. Zijn vader bleek te zijn overleden aan de Birma-spoorweg. In maart 1946 `gerepatrieerd´ naar Nederland, en daar terechtgekomen bij Hollandse pleegouders in Den Haag. In 1955 na voltooiing HBS naar de kunstacademie, in 1959 afgestudeerd. Tekenleraar tot 1976, oa. aan de academie Minerva in Groningen. Van 1976-2002 gewerkt aan het Kunsthistorisch Instituut der Universiteit van Amsterdam. In 1988 gepromoveerd op de geschiedenis van het kunstonderwijs in Nederland en Nederlands-Indië. Thans woonachtig in Rotterdam. Gehuwd met Friezin. Drie dochters, waarvan de jongste in Salatiga woont en daar een paardrijschool runt.”
Later lazen we in de Java Post nog een ander verhaal van Van Rheeden, over zijn jeugd in Silosanen. Hij noemde het ‘het verloren paradijs’ omdat het het landschap ‘schuldig’ was geworden, schuldig aan een koloniale samenleving waar hij, Van Rheeden, deel van had uitgemaakt.
Ergens op mijn computer zwerven nog andere teksten van hem rond. Ik had ze alle misschien nauwkeuriger moeten lezen, om de kunstenaar en mens Van Rheeden nog beter te leren kennen. Ik had dan ongetwijfeld nog enkele andere van zijn rake schetsen kunnen publiceren.
Had, want hij is niet meer.
Op hun rouwkaart lezen we dat Willemijn Hoexum en Herbert van Rheeden op 12 maart 2014 samen afscheid hebben genomen van het leven.
Met dank voor wat Van Rheeden met ons heeft willen delen, wensen we hun dochters sterkte bij het dragen van dit verlies. We hopen we dat Willemijn en Herbert alsnog hun paradijs hebben hervonden.
x
x
Nawoord:
De titel is overgenomen van de rouwkaart, vrij naar Rutger Kopland.
x
Dit rouwbericht leidde me naar de drie artikelen ‘Over het indisch-zijn’, die ik nog niet gelezen had. Prachtige en interessante artikelenreeks!
Ben immens benieuwd naar Van Rheedens’ boek, maar ook verdrietig dat hij en zijn vrouw niet meer wilden leven. Wat een overweldigende tekst: Wij stierven en zagen alles, zagen alles en stierven…WOW!
Vannacht, Nisan 14, is het bijna tweeduizend jaar geleden dat Jezus zijn leven gaf voor de mensheid. Hij was als mensenzoon drieëndertig jaar oud geworden.
RHEEDEN, HERBERT VAN. – Om de vorm. Een eeuw teken-, handenarbeid- en kunstnijverheidsonderwijs in Nederland.
Amsterdam, Uitgeverij SUA, 1989 Paperback
Mijn geliefde tante overleed donderdag; zij was de laatste ‘overlevende’ in het gezin van mijn opa en oma.
„Zie! De tent van God is bij de mensen, en hij zal bij hen verblijven, en zij zullen zijn volken zijn. En God zelf zal bij hen zijn. En hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” Openbaring 21: 3,4