Zeepost 2013/10

Vragen en oproepen van lezers

Op zoek naar documenten over de verpleging in Nederlands-Indië

In verband met een wetenschappelijk artikel over de geschiedenis van de verpleging in Nederlands Indië ben ik op zoek naar ervaringen van (oud-) verplegers of verpleegsters, liefst in de vorm van brieven of dagboeken.

N. Stokvis-Cohen Stuart met leerling-verpleegkundigen in de verloskamer

N. Stokvis-Cohen Stuart met leerling-verpleegkundigen in de verloskamer

Voor 1900 waren er geen gediplomeerde verpleegsters/verplegers in Indië. Ziekenhuizen waren in die tijd niet populair, noch bij de Europeanen noch bij de inheemse bevolking. De combinatie van slechte hygiëne en onbetrouwbaar, ondeskundig personeel bezorgde de gouvernementsziekenhuizen een slechte naam. Een Europese arts schreef het volgende over de verpleging: het ‘waren gewone baboes “niet eens van ’t fijnste soort”. Ze hadden hun eigen “onfrissche plunje” aan met daarover als dienstkleding een wit schort. Lezen en schrijven konden ze niet; ze kenden alleen de cijfers van 0 tot 9 en waren daardoor in staat de thermometer af te lezen en de temperatuur te noteren. De voorschriften voor voeding en medicijnen moesten ze maar onthouden. Op de mannenzaal was het iets beter omdat de oppassers ten minste meestal lezen en schrijven konden.’ Bovendien leefde onder de inlandse bevolking het beeld dat in het stadsverband altijd alleen maar  ‘gepotongd’, letterlijk gesneden, in dit verband geopereerd, werd.  Logisch dus dat men zich liever thuis liet verplegen.  

Dankzij de ontwikkelingen in de westerse geneeskunde m.n. op het gebied van de scepsis werd een ziekenhuis een plaats waar patiënten beter konden worden. Daarmee ontstond de behoefte aan deskundig verplegend personeel. Vanaf 1900 kwamen er verpleegsters uit Nederland, zoals Johanna Kuyper, de dochter van de toenmalige premier Abraham Kuyper, en haar vriendin Cornélie Rutgers, de dochter van Professor F.L. Rutgers; twee jonge vrouwen uit de Gereformeerde elite. Maar hun aantal was lang niet groot genoeg om in de ontstane behoefte te voorzien en dus werden inheemse jongens en meisjes opgeleid tot mantri. Bij de opleiding vervulden Europese verpleegsters een belangrijke rol: zij moesten de leerlingen het echte verpleegwerk leren en toezicht op hun handelen houden. Naast de zending waren de Semarangse artsen N.F. Lim (en zijn vrouw W.A. Lim-Bergsma) en N. Stokvis-Cohen Stuart belangrijk bij het opzetten van een verpleegopleiding voor inheemse studenten. Op bijgaande foto is mevrouw Stokvis afgebeeld in een verloskamer met om haar heen de leerling-verpleegsters.

Hopelijk levert deze oproep enkele bruikbare reacties op van de lezers van Javapost. Alvast mijn hartelijke dank voor uw reacties,

Liesbeth Hesselink
eq.hesselink@hetnet.nl

x

Dit bericht werd geplaatst in Zeepost en getagged met , . Maak dit favoriet permalink.

12 reacties op Zeepost 2013/10

  1. H. Themmen-van Rosmalen zegt:

    Mw Hesselink, ik weet niets over de verpleging in ons vroegere Ned.Indië, maar ik ben benieuwd of U die Zuster Hesselink bent die bij Dr Stibbe assisistente was. Hij had in 1946 een praktijk bij het 3e Evacuatiecentrum van het Leger des Heils, Javastraat 14 (?) te Bandoeng. Zr Wiersema, Leger des Heils, werkte daar ook en ik vervulde “hand- en spandiensten”, manusje van alles. Mijn moeder,mijn zusje Truus en ik woonden daar tijdelijk na evacuatie uit Semarang. Indien U deze Zr Hesslink bent, dan ben ik samen met u en de Heer de Man naar een vioolconcert geweest in Bandoeng. Kan even niet op de naam van deze beroemde violist komen. U was alles wat ik toen wilde zijn en niet was: knap, aardig, lief en verpleegster! Alhoewel, aardig was ik wel. Ik wacht met spanning op antwoord!
    Henny van Rosmalen (toen).

  2. Jan A. Somers zegt:

    Ikzelf, en mijn zus en broer zijn in Soerabaja in de CBZ geboren. Daar weet ik natuurlijk niets van af, maar we zijn in leven gebleven. Van mijn ouders geen slechte zaken gehoord. Omstreeks 1936 heb ik daar twee weken gelegen voor longklachten. Ik dacht er vriendelijk verpleegd te zijn geweest. Ik lag wel met uitzicht op een gang naar het mortuarium. Mijn opmerking tegen mijn moeder: “De doden gaan hier heen en weer.”
    In november/december 1945 ben ik in Soerabaja tegen het einde van de bersiap als corveeër van het Rode Kruis betrokken geweest bij het opruimen van de rotzooi in het Leger des Heils Ziekenhuis en het Roomskatholiek Ziekenhuis aan de Reinierszboulevard. Daarna ambulancechauffeur. Er was een groep steurtjes in opleiding voor verpleegkundige. Volgens mij ging het daar heel goed. Sommige mensen die je had opgehaald zag je een paar dagen later terug, wandelen in gips en verband. Had je eer van je werk. Volgens mij gingen in het Katholieke ziekenhuis meer mensen dood, maar daar moesten we dan ook de slechtste patiënten heenbrengen.

  3. Maeijke A. Dalhuijsen. zegt:

    Van November 1951 tot Februari 1956 Heb ik als leerlingverpleegster gewerkt in het Cikini ziekenhuis en daar ook mijn A-diploma gehaald. Het is in Nederland geldig. Ik heb dus een Indonesisch en Nederlands diploma. Voor de oorlog heette het Kon. Emma ziekenhuis. Ik ben daar ook in Nov. 1932 geboren.

  4. Surya Atmadja zegt:

    Mijn tante Rd K.S Atmadja (“Made in Indonesia” omstreeks 1929)was leerling proedpro( vroedvrouw) bij Boedi Kemuljaan Djakarta .
    Ben daar ook geboren zoals misschien vele Blanda of Indo Belanda.

    In 1940(!) : Waren er 182 verpleegkundigen met Europese certificaten.
    Met Indonesische certificaten 1452.
    Buiten de militaire verpleegkundigen .
    Bron CBS Nederlands Indiie

  5. Robert Fermin zegt:

    Er waren drie jongens en een meisje in onze familie allemaal in Indie geboren. sorry geen puntjes voor her woord Indie op mijn “keyboard”. Ik was de laatste en in Soekaboemie, nu Sukabumi in 1936 geboren. Op 77 jaar kan ik niet vragen hoe mijn bevalling ging in die jaren. Mijn Zusje stierf wel in een ziekenhuis op Gedoeng Halang (Buitenzorg) aan dyphterietus toen het eerst als griep was aangekondigd. Ik zelf had het geluk nog in het laatste nog niet door Japanse soldaten overgenomen ziekenhuis in Soekaboemie, nu Sukabumi, te zijn opgenomen voor een darmbreuk ( hernia). Ik was pas 6 jaar oud en voelde me als of ik in een andere wereld terecht was gekomen. De chirurg was een Chinesche arts en de operatie duurde anderhalf uur waar mijn moeder uit een raam keek waar de Japanse vlag in de verte wapperde. Zij werd er kil van met zovele emoties van de dag. Ik kwam op een zaal te liggen met 40 bedden , ik aan het ene einde en een jong meisje helemaal aan het andere einde Twee bezette bedden uit veertig. Om je nog eens eenzaam te voelen waar gedurende de nacht de oppas mijn chocolade reep stal. Vaak denk ik er over dat zo heel lang geleden ik nog dat voorrecht had in een land nu zo ver weg met herinneringen van een tijd die zo heel anders zou zijn uitgevallen zonder de oorlog.

  6. Dieuke Talsma - Wendelaar Bonga zegt:

    Vijf van mijn broers and zusjes zijn In Soerakarta (Solo),geboren en wel in het Zendings Ziekenhuis op Djebres. Ik zelf heb toen ik 13 jaar oud was een blinde darm operatie gehad in dat ziekenhuis. De verzorging was prima en zo heeft mijn moeder er ook altijd over gedacht. Er waren Indonesche verpleegsters en vescheidene Nederlandse zusters en Hoofd verpleegsters
    Onze dokter was Dr. Verhagen Ook was er een oog arts Dr. Van Leersum. De meesten van de bevolking werden vrij behandeld. Het was een heel groot Ziekenhuis, Altijd vol patienten.

  7. Surya Atmadja zegt:

    Ik denk dat er verschillen zijn waar je verpleegd ben , in welke stad ( Djakarta-Bandung) of in welke klasse ?
    De CBZ van Djakarta was toen in het volksmond ook bekend als “rumah djagal” ( slachthuis ) , hoe verzinnen ze dat ?
    De jongere zuster van mijn oma van moederszijde was toen ook hoofdverpleegkundige , een Inlandse .
    Mijn vader was ooit verpleegd geweest bij de CBZ ( VIP ruimte ?).
    Ook bij Tjikini ziekenhuis , de oude huis van de schilder Raden Saleh.

    • liesbeth hesselink zegt:

      Hartelijk dank voor uw reacties. Blijkbaar werden in de periode tussen 1930 en 1950 veel (indo-)Europeanen in het ziekenhuis geboren en niet thuis. Jammer voor Mw Themmen, maar die zr Hesselink was ik zeker niet; ik ben eind 1943 geboren.
      Misschien was het mijn tante; zij was in 1946 als verpleegster op Java. Helaas is ze twee jaar geleden overleden – ze was toen over de 90 -, dus ik kan het haar niet meer vragen.

  8. P.Broertjes zegt:

    Mijn vader5, oom en tante zijn geborebn in Solo, In een stuk van mijn oom kom ik een dokter van Leersum tegen die werkte in het zendingshospitaal in Solo. Mij oom had een gat in zijn hoofd na een val op een koffie en thee -onderneming in Lawu. Hij werd door Dr van Leersum behandeld en kreeg een tetanus injectie en een glaasje cognac(hij was toen 12 jaar oud). Wellicht heeft u wat aan deze informatie. Mogelijk dat ik nog meer informatie tegen kom

  9. Hans Klamer zegt:

    Mijn oma, Anna Hahn-Geijsen (Geysen), heeft zowel voor als na de oorlog in Indië gewerkt. Eerst als (plaatsvervangend) verpleegster 1e klas in de krankzinnigenzorg. Na de oorlog als hoofdzuster bij verschillende instellingen. Halverwege jaren vijftig is zijn terug naar Nederland gegaan. Van haar afscheid bij de instellingen heb ik groepsfoto’s – helaas zonder namen van het personeel dat op de foto staat, wel van de instelling zelf.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s