Interview met oud-sergeant Fokke Dijkstra van 3-9 RI
Oud-sergeant en Indië-veteraan Fokke Dijkstra (87) was inlichtingenman van bataljon 3-9 RI, dat volgens hem valselijk beschuldigd is van moord op 433 inwoners van Rawagede in het gebied van Krawang. Hij was een verklaard tegenstander van grof geweld. In Krawang slaagde hij er dankzij zijn taalgevoel in nauw samen te werken met de loerahs (dorpshoofden), de assistant wedana (districthoofd) en inheemse medewerkers om overvallen van rampokkers op kampongs en desa’s te voorkomen en mensenlevens te sparen.
Door Dick Schaap
Krawang, niet ver van zee, is de rijstschuur van Java. “Dankzij de sublieme irrigatiewerken kan er driemaal per jaar worden geoogst. Er wordt de beste rijst van Indonesië verbouwd. Die rijkdom trok rampokkers aan, maar na de eerste politionele actie ook leden van het republikeinse leger”, vertelt Fokke Dijkstra. Met een ontroerend briefje in het Nederlands vraagt de in Tjimahi schoolgaande zoon van de loerah van Tandjong Poera op 7 september 1948 hem daarom toch vooral te letten op zijn ouders. ‘In Tjimahi is het rustig, maar ik word onrustig als ik aan Tandjong Poera denk. Ik ben bang dat rampokkers mijn ouders zullen doden. Mijn vader heeft alleen een karabijn, die ook nog een beetje kapot is. Mijn ouders en ik betuigen u onze trouw en eerbied, omdat u met uw jongens Tandjong Poera goed in het oog houdt’, aldus de zoon van de loerah.
“In Tandjong Poera ben ik in 1994 terug geweest. In 1948 werd ik als sergeant van de inlichtingendienst toegevoegd aan een detachement van ongeveer twintig man 3-9 RI in Tandjong Poera. De bevolking was daar helemaal op onze hand. Het ligt 30 kilometer van Rawagede, dat was de uiterste grens van ons patrouillegebied. In 1994 ben ik niet in Rawagede geweest, want van het ‘pamflet van Wamel’ met de beschuldigingen aan het adres van 3-9 RI hadden wij toen nog geen weet. In 1948 moest je daar lopend naartoe. Met een auto kon je daar niet komen”, zegt Dijkstra.
“Een week voor de actie op 9 december 1947 in Rawagede moest 3-9 RI met een kleine afdeling van de ondersteuningscompagnie deelnemen aan een actie van het KNIL en het Korps Speciale Troepen. Ik was daar niet bij betrokken.
In de Javabode las ik daarna dat tijdens die actie zeven kampongs waren afgebrand en circa 150 tegenstanders waren gesneuveld. ‘Zo hoeft het voor mij niet’, schreef ik toen in mijn dagboek. Wij vonden dat een niet te controleren bericht, maar begrepen dat de burgers in Batavia zoiets graag lazen en de krant moest ook verkocht worden.”
Eerste dienstplichtigen
Het bataljon 3-9 RI onder commando van luitenantkolonel R. Boer bestond uit de eerste dienstplichtigen van lichting 1945. Het was een onderdeel van de C-divisie 7 december en zette na de overtocht met ss Tegelberg op 28 oktober 1946 voet aan wal in Tandjong Priok. Vrij spoedig werd het ter aflossing van een Brits-Indische brigade en de OVW’ers van de U-Brigade rond Tangerang gelegerd. Er werd een KNIL-onderdeel aan het bataljon toegevoegd om het bataljon voor de bewaking van dit gebied op te leiden. Door intensief patrouilleren en zuiveringsacties slaagden de dienstplichtigen erin de rust in dit gebied te handhaven.
Tijdens de eerste politionele actie op 21 juli 1947 werd het bataljon ingedeeld bij de Gevechtsgroep Noord. Door het toevoegen van drie pelotons werd een ‘treindetachement’ gevormd, dat per spoor snel doorstootte naar republikeins gebied. De Gevechtsgroep Noord werd daarna opgesplitst in vier gevechtsgroepen voor het innemen van Krawang, Tjilamaja, Tjikampek en Tjikalong. 3-9 RI nam de beveiliging van de waterwerken bij Walahar over en werd rond Tjikampek gelegerd. Het had de handen vol aan het handhaven van de rust op West-Java. Dat gold ook voor de infiltraties uit zee door de TNI (Tentara Nasional Indonesia), het Indonesische leger en de ALRI, de republikeinse marine.
Een onrustig gebied
Rawagede ligt in een moerassig gebied. “Rawah is moeras en Gedeh groot in het Maleis”, zegt Dijkstra. “Het was zoals gezegd destijds alleen te voet bereikbaar. De bewoners van de omliggende desa’s en kampongs hadden last van Rawagede.” Dijkstra hoorde van zijn Indonesische medewerkers dat bendes en rampokkers er in en uit liepen, onderling vochten en de bevolking van de kampongs en desa’s beroofden.
“Rawagede vormde de uiterste grens van ons patrouillegebied. Van de oudassistent wedana van dit gebied hoorde ik dat ook in zijn tijd Rawagede een beruchte kampong was waar zich altijd veel rampokkers ophielden.”
Na de aandacht voor Rawagede in 1947 en de excessennota in 1970 volgde in 1994 het ‘pamflet van Wamel’. Hierin zou een veteraan van de C-compagnie van 3-9 RI uit wroeging zijn hart hebben gelucht over een moord op 433 inwoners van Rawagede op 9 december 1947. Het pamflet was ondertekend met Parsival, de verlosser uit de opera Parsival van Richard Wagner. “Een oud-administrateur van de C-compagnie is daarna naar Wamel in Gelderland geweest om dit te controleren. Het bleek dat er een man was geweest die een paar schooljongens tegen een beloning had gevraagd een aantal pamfletten in het dorp rond te brengen”, aldus Dijkstra. “Op de passagierslijst van de Waterman, waarmee wij op 5 november 1949 eindelijk na 3,5 jaar tropendienst uit Indonesië in Rotterdam terugkwamen, komt geen militair met bestemming Wamel voor. Niemand van 3-9 wist wie of wat Parsival was. Ook de officieren niet, bleek bij navraag. Later bleek dat een bij de staatsgreep van Soeharto in 1965 naar Hamburg uitgeweken Indonesische journalist voorzitter was van het Comité Ereschulden Rawagede. Hij kon de schrijver van het pamflet zijn en wist mogelijk wie Parsival was. Dit comité eiste een miljard gulden als schadevergoeding voor 431 of 433 slachtoffers van Rawagede. Het pamflet werd daarna door ons als ‘onzin’ aan de kant geschoven”, aldus Dijkstra.
Bezoeken aan Rawagede
Toen Dijkstra het pamflet had gelezen, heeft hij om zijn geheugen op te frissen zijn dagboek opengeslagen. “Ik bleek toen met circa dertig man van de ondersteuningscompagnie inderdaad op 9 december 1947 op weg te zijn geweest naar Rawagede, maar daar door hevig tegenvuur nooit te zijn aangekomen.
Merkwaardig genoeg was mij dat ontschoten, omdat ik in 1948 met instemming van de oud-assistent wedana van ons gebied met een man of vijftien van de ondersteuningscompagnie en een tiental kampongbewoners naar Rawagede ben geweest om genoegdoening en vergoeding te eisen voor een nachtelijke overval op kampongs door een bende uit Rawagede die geiten, kippen en huisraad hadden gestolen en huizen in brand had gestoken”, vertelt hij.
“Met hulp van de oud-assistent wedana en met medewerking van de politiecommissaris Berretty uit Krawang hebben we toen een actiecomité opgericht en zijn we erin geslaagd hout voor huizen en geld voor het kopen van kippen en geiten bijeen te brengen. We wilden dat er een eind kwam aan die roofpartijen vanuit Rawagede. Op het huis van de loerah van Rawagede wapperde toen de roodwitte vlag van de republiek Indonesia. Wat moest die man anders, hij zat daar ver van Nederlandse troepen. Hij kon alleen maar huilen met de wolven in het bos”, aldus Dijkstra. Hij heeft toen kunnen verhinderen dat de mannen uit de getroffen kampongs het huis van de loerah van Rawagede in brand staken. “Ze hebben toen als genoegdoening alleen wat kippen meegenomen. Merkwaardig genoeg is er toen met geen woord gerept over de actie van 9 december 1947. Trouwens, als ik toen had geweten dat wij ervan werden verdacht in ’47 een bloedbad te hebben aangericht, zou ik niet met zo’n kleine groep naar Rawagede zijn gegaan om genoegdoening voor de nachtelijke overval op de kampongs te eisen. Laat staan dat we wisten dat volgens het rapport van 12 januari 1948 van de Commissie Goede Diensten van de VN de imam van Rawagede ons verantwoordelijk had gesteld voor 433 doden en wij zelf niet anders wisten dan 150 doden die indertijd in de Javabode of de Nieuwsgier waren genoemd. Nog een geluk dat er volgens beide partijen geen vrouwen, kinderen en bejaarden tijdens dat gevecht zijn verwond of gedood.”
Vuur op linkerflank

Medewerkers van sergeant Fokke Dijkstra voor het vergaren van informatie en de bescherming van kampongs.
Op 9 december 1947 vertrokken er volgens Dijkstra één groep van de ondersteuningscompagnie van 3-9 RI en twee van de C-compagnie van 3-9 RI – samen ongeveer negentig man onder commando van majoor Van Wijnen van de staf van de 2e Infanterie Brigade – ’s morgens om zes uur te voet naar Rawagede. “Majoor Van Wijnen heeft alleen deze actie van 3-9 RI geleid en verdween daarna weer uit ons beeld”, zegt Dijkstra. Eén groep zou de kampong via de rechterflank naderen, de andere groep via het centrum en Dijkstra zou via de linkerflank in actie komen. De bewapening van de drie groepen bestond uit geweren, stenguns en twee brenguns.
De groep Dijkstra had organiek een 2 inch mortier ter beschikking. “Omstreeks tien uur stuitten wij op hevige tegenstand. Er was wel degelijk sprake van een concentratie van bendeleden die zich in de omgeving van Rawagede schuilhielden om ons te beletten de kampong te bereiken”, aldus Dijkstra. Met gericht mortiervuur heeft zijn groep deze aanval kunnen afslaan. “Het heeft er wel toe geleid dat wij te laat aankwamen en niet als linkerflank hebben kunnen deelnemen aan deze actie voor het normaliseren van de levensomstandigheden in dit gebied van Krawang. De actie was toen al afgelast. Voor ons was de actie van 9 december ’47 daarom maar een betrekkelijk kleine actie. Tegen vijven waren we weer terug in ons bivak. Van de cijfers in het VN-rapport begrijp ik daarom niets. Wij zijn die dag niet in Rawagede geweest”, aldus Dijkstra.
“De leider van de rechterflank heeft ook een dagboek bijgehouden. Geen tegenstand in de kampong. De mannen van de derde groep trokken in een linie door het centrum. Geen mens te zien. Ze trokken zich ook in linie terug en werden toen van alle kanten beschoten. Vast staat wel, en dat wordt ook bevestigd in het rapport van de Commissie van Goede Diensten, dat circa twintig bendeleden zijn gedood die zich in een vijver onder water hadden verstopt en door een rietje ademhaalden”, zegt Dijkstra. “Het door de imam van Rawagede genoemde aantal doden is niet reëel, omdat het in de korte tijd die de actie in 1947 heeft geduurd eenvoudig niet mogelijk was zoveel mensen gevangen te nemen en te doden. Daar hadden we niet eens genoeg patronen voor. We moesten bovendien voldoende patronen reserveren voor de lange weg te voet terug naar ons bivak.”
x
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Checkpoint– maandblad voor veteranen, nr. 8, oktober 2012.
x
Wie moet je nou geloven? Indien het laatste bericht juist is dan is men wel snel overgegaan met betaling. Na deze laatste ontwikkeling en e.v.t. over Westerling is er doodse stilte.
En wat de ‘betaling’ betreft, waarom zo’n groot bedrag uitbetalen aan aan paar individuele arme oude vrouwen ? ! Die worden in zo’n gemeenschap direct gechanteerd en gedwongen het geld weg te geven. Het was beter geweest om ze een maandelijks pensioen te geven tot hun dood en de rest van het geld te besteden aan een project waar de hele locale gemeenschap wat aan heeft !
Niemand weet wat er precies gebeurd is na 65 jaar! Ik krijg het bittere gevoel van een soort van ‘natrappen’ ter bate van eigen glorie en bekentheid van journalist en advocaat !
En,…. ALS, er dan toch sprake is van een morele ‘wiedergutmachung’, dan had dat geld beter
verstandiger besteed kunnen worden !
En wat ‘Westerling’ betreft, hij geeft toe dat hij mensen heeft laten fusilleren, maar zegt in zijn intervieuw van 40 jaar geleden: ‘Er is een verschil tussen oorlogsmisdaden en noodzakelijke maatregelen’!
In die periode was er sprake van ‘noodzakelijke maatregelen’, en hij opdracht om deze maatregelen te nemen. !
De tweede helft van zijn uitspraak wordt nergens geciteerd !
‘De Pers’ heeft het alleen over: ‘Westerling gaf zijn oorlogsmisdaden toe’ !
Dit relaas lijkt eens te meer te bewijzen dat de nog steeds voortdurende discussie rond de gebeurtenissen in de periode 1945-1950 in Indië/Indonesië door tegenstrijdigheden wordt beheerst. Mocht het beoogde historisch onderzoek naar de acties en gewelddadigheden rondom de souvereniniteitsoverdracht aan Indonesië ooit van de grond komen, dan is het te hopen dat men daarbij ook bronnen als het bovenstaande zal betrekken. Misschien zal daaruit de conclusie getrokken moeten worden dat de in het verleden geproduceerde “feiten” in de loop der tijd verminkt of tenminste verkleurd zijn.
De bronnen als het bovenstaande zullen nooit in een (alweer?) onderzoek betrokken worden!!!!!!!!!!!!!!!!!
J R Mellema, ik ben het volkomen met je eens.
Het hele “verhaal” van begin tot eind getuigt alleen maar van onkunde, onbegrip van de toenmalige omstandigheden, geschiedenis-vervalsing, geruchten, achterklap en “mea culpa” gezwets, met een totaal verkeerde besteding van “smartegeld”.. En dat na 70 jaar ! Oorlog verandert (bijna alle-) mensen in beesten. Laat de zaken toch eens met rust, er zijn vreselijke dingen gebeurd, zoals sinds de tijden van Jengis Kahn en nog daarvoor en nog tot op heden daarná.. Let the dead past bury it’s dead. en probeer herhaling te voorkomen.waar dan ook ter wereld.
jawel, eindelijk eens een bericht van een ooggetuige, iemand die het gebeuren van dichtbij heeft meegemaakt ! Eindelijk eens geen voortdurend anti-Nederlands gezwets van die twee (waarvan de een slechts een vijf op de HBS voor het taalvak Nederlands had en de andere als moslim ook wel met christelijke indo’s wil praten) ! Een belachelijke schande voor hedendaagse Nederlandse rechtskringen en historici (voorop die juffrouw uit de juristenwereld die zich gedwongen voelt telkens weer opnieuw naar Indonesia te reizen om de zoveelste ‘vermeende’ Nederlandse oorlogsmisdaad aan de kaak te stellen). Een duidelijk gevoel van misplaatst medelijden, niet gegrond op feiten en welhaast een belediging te noemen voor degenen die aan eigen kant zélf het slachtoffer zijn geworden. Bepaalde Indonesische kringen zullen beslist nog wel jaren plezier beleven aan die stupiditeiten van de Hollanders daar in dat koude kikkerlandje aan de Noordzee.
In het Check Point nummer van oktober 2012 staan nog meer Mythes. Tijdens de z.g. “bersiap-periode in Bandoeng”zou op de pasar (markt) in Bandoeng mensenvlees zijn verkocht van vermoorde Nederlanders.!! Hoe komt men er toch op?
Ik heb die periode persoonlijk meegemaakt. Een neef van me is vlakbij het huis neergeschoten. Dood! Japanners- onze toenmalige bezetter- hebben ons leven gered. Hadden ze dat niet gedaan dan heb ik dit niet kunnen schrijven
Ik schrik er van om nu-bijna 70 jaren na die tijd-onzinnige verhalen tegen te komen.
Je moet niet alles geloven wat je leest en vooral niet als het over de koloniale oorlog in Indie gaat. Bvb die foto’s van executies die plotseling en op het juiste moment door iemand in de vuilnisbak worden gevonden. Zulke toevalligheden komen alleen in sprookjes voor.
En dan dat ooggetuigenverslag van zgn sgt Fokke Dijkstra van 3-9 RI, zo te lezen was hij de barmhartige samaritaan in hoogst eigen persoon en deed een soort ontwikkelingswerk in Indie. Maar kunnen bovenstaande schrijvers en vooral Hankypanky niet begrijpend lezen want er zijn toch wel een paar kritische aantekeningen te maken om het verhaal niet alleen volledig maar ook waarheidsgetrouw te maken.
In 1969 verscheen de excessennota en kwam Rawagede al voor. Waar was Sgt Fokke Dijkstra om het tegendeel van de excessen bij Rawagede te bewijzen. Hij was zeker steeds bezig de barmhartige samaritaan uit te hangen. Of was zijn betrouwbaarheid in het geding.
Een paar jaar geleden wa er een proces tussen de Nederlandse Staat en Rawagede. Maar waar was Sgt Fokke Dijkstra om de verhalen van de slachtoffers als leugenachtig te bestempelen. Dijkstra had zeker andere dingen te doen. De Staat werd veroordeeld schadevergoeidng te betalen aan de nabestaanden van Rawagede.
En NU komt Dijkstra, na een pensioengerechtigde tijdsduur eindelijk uit de doos, een soort verlate outing. Wat is de waarde van zijn verhaal en door wie wordt het gesteund?? Het riekt mij teveel naar manipulatie.
En Hankypanky op welke feiten baseert U eigenlijk U opvattingen die in Uw straatje passen. Ik had een 6 voor Nederlands op het eindexamen Atheneum. Wat had U voor begrijpend Nederlands.
Pardon ? Ik ken U helemaal niet, meneer/mevrouw van den Broek. Het spijt me.
Als ik uw e mail adres mag hebben kan ik precies vertellen waarom er in 1969 niet door mij gereageerd werd over Rawah Gedeh, want daarover was toe niets bekend. en werd in de uitzending ook niet genoemd. R.G. kwam pas in 1994/.95 in beeld met een pamflet
Voor die tijd was er niets over bekend. fhdijkstra@home.nl
Mijn broer werd na de tweede wereldoorlog op 21 jarige leeftijd verplicht naar Indië
gestuurd. om de bevolking aldaar te beschermen tegen de vijand. Let wel, dat die jongens opdrachten moesten uitvoeren die door hogerhand bevolen werden.. Weigeren was daar niet bij. Als een vijand met een geweer op hem afkwam,dan was het,hij of ik. Die jongemannen hebben gedaan waarvoor ze gestuurd waren, de vijand verslaan.
De bevolking waren blij met de Nederlandse bescherming troepen. Maar als er rottigheid was, dan werd dat veroorzaakt door de hoge ome’s die met hun gedrag graag provoceerde door de bevolking en vooral de vrouwen te kleineren. Daardoor kwamen er veel schermutselingen en tegen strijd van de bevolking tegen de Nederlanders.
@Dijkstra; ‘de bevolking was blij etc.etc’ Dat was wat de regering de jongens ( het Ned.publiek) wijs maakte. Vandaag in de Trouw hoe de voorlichting van de pers toen in Indië/Indon. gemanipuleerd werd. Onderzoek door Zweers (mi.ook een Indië ganger)
Zie ook; Rob Wolthuis; Voorlichtingsbeleid mbt.Ned.-Indië 1945-1950 zie scriptie: robwolthuis@hotmail.com , mei 2008. http://thesis.eur.nl/thesis/index/407862481 Hoe de voorlichting DGM; Ieder ambt./militair zich to.de pers etc.moest gedragen/de vragen te beantwoorden. Over misleiding gesproken!
De Indonesische bevolking van Soerabaja was inderdaad blij dat de Brits-Indische militairen een einde hadden gemaakt aan de bersiap daar. De gevluchte mensen kwamen weer terug, alle winkels en pasars gingen weer open, de stad kwam weer tot leven. Van onze mobiele poliklinieken buiten de demarcatielijn werd druk gebruik gemaakt. Dat waren plekken onder gezag van de RI die daar ook verantwoordelijk was voor de volksgezondheid maar niets deed. Wij mochten daar eigenlijk niet komen, maar deden dat toch waarbij we vertrouwden op de op onze auto’s geschilderde rode kruizen. Na de eerste politionele actie kwam in de bezette gebieden het normale leven weer op gang met de daarbij horende werkgelegenheid. De sabotage-incidenten kwamen niet vanuit de bevolking.
citaat: “Ieder ambt./militair zich to.de pers etc.moest gedragen/de vragen te beantwoorden. Over misleiding gesproken!” Dat is normaal, gebeurt zowel bij de overheid als in het bedrijfsleven. Klokkenluiders zijn nergens populair. In militaire dienst val je onder het dienstgeheim. In de jaren vijftig (koude oorlog) was mijn functie daar bijzonder bij betrokken, ook mijn vrouw (burger!) is bij ons trouwen gescreend. Als militair mocht je ook niet geabonneerd zijn op sommige kranten/tijschriften. Voor mijn cursus Russisch aan de TH werd ons aangeraden (i.v.m. je carrière) niet zelf boeken in Amsterdam (uitgeverij Prometheus??) te kopen maar anoniem via de docent. Ik lees hier nog in een van die boeken: Staatsuitgeverij voor woordenboeken in vreemde en nationale talen, Moskou, W-71, Leninprospect, 15. Niet verder vertellen hoor. Maak ik geen promotie meer.
Het verhaal van dhr. Dijkstra staat enigszins haaks op de correspondentie tussen generaal Spoor en procureur-generaal Felderhof waaruit opgemaakt mag worden dat Spoor in ieder geval over ‘echte’ informatie over dat gebeuren beschikte. Beiden kwamen overigens tot de conclusie dat de ze de zaak maar moesten laten rusten.
Adoe meneer/mevrouw Hanky Panky. wat gebeurt er nou. Of U geeft als goed opgevoede indo geen antwoord. Of U geeft op een welgemanierde wijze antwoord maar u moet natuurlijk niet op zo’n kinderachtige manier een reactie geven dat U mij niet ken. Ik ken bvb de Heer Somers niet persoonlijk , ik waardeer ten zeerste zijn inbreng in de discussie en ik zal hem als welopgevoede Indo ten allen tijden dus van repliek dienen. Bij een ander onderwerp geeft U toch ook op Uw geheel eigendraadse wijze antwoord, alhoewel de zin Uwer reactie mij totaal ontgaat
Maar Uw reactie lijkt mij niet alleen misplaatst maar ik vind het ook hogelijk ongemanierd. Om enigszins duidelijkheid te hebben over uw woordgebruik : Wat verstaat u eigenlijk onder Hormat wat zo’n drijvend begrip is van uw generatie, zoal U deze term bezigt.
Natuurlijk ben ik nog steeds benieuwd op uw reactie aangaande bovenstaande.
Geachte meneer/mevrouw van den Broek,
wanneer U een reactie van mij ‘kinderachtig’, ‘misplaatst’ en bovendien ‘hogelijk onbeleefd’ gaat vinden, ontneemt U mij al bij voorbaat de lust tot reageren !
Neen het mij a.u.b. niet kwalijk, maar ik zie verder geen enkele reden mijn woordgebruik enigszins meer voor U te moeten gaan verduidelijken. Ik weet niet wat U heeft met Uw
“Indo’s”. Alsof hier op het forum alleen maar “Indo’s” recht van spreken hebben m.b.t. Indie ?!
Hankypanky zegt:
5 november 2012 om 3:33 am
Alsof hier op het forum alleen maar “Indo’s” recht van spreken hebben m.b.t. Indie ?!
—————————————————————————————————————-
Gelukkig maar.
Anders voel ik me als volboed( wat heet) Indonesier een vreemde eend tussen al die Indo , Totok en oud Indiegangers.
Krijg ik geen schrijfverbod .
Het rapport rammelt van alle kanten of het is niet volledig neergezet. Neem nu de genoegdoening – vergoedingen ,dat geeist werd in 1948 en alleen maar kippen in beslag genomen. Van wie?
Dat noemen wij rampokken !(diefstal)
Dan in 1947 ( dec.) hevige tegenstand en sloeg deze aanval af. Wie viel wie aan?
In linie door de kampong,geen mens te zien en bij terugtrekken toen van alle kanten beschoten.
Wie heeft ervaring om door een ”rietje” adem te halen,en hoe vlug vind je zo’n ”rietje”.
Heel goed; niet kunnen deelnemen a/h.normaliseren v/d levensomstandigheden in dit gebied van Krawang.
Mhg siBo
Een kennis van mij vertelde dat ze in die rietjes urineerden en dan kwam de ademhaler snel boven water.
Persoonlijk verwijs ik deze verhalen naar het dikke duimen werk. achter een krat bier.
Mvg siBo
Maar wel verschrikkelijk mooie verhalen. En ik denk pas nadat de krat leeg is.
Van die rietjes was waarheid, het waren stelen van een waterplant die ongever 60 cm boven het water uitstak middendoor was een gaatje net als bij de bambu tussen twee knopen.
Tja, eerst rietjes nu stelen van een waterplant,straks mss bambu /papaja etc. en dat allemaal gedurende het gevecht (echte kogeltjes) een vijver opzoeken en dan de onderwater-truc. De tegenpartij op een rij ,krat bier erbij met gerichtte waterstralen uit de ”beddebuks”–spaart dure kogels- – de onderduikers opsporen, die hoestend/proestend bovenkomend en het eerste wat ze dan zagen was nmi ” Hollands Glorie” al dan niet in vaardighouding . Groetjes siBo
Aan deze kant van het scherm zit er nu eentje hoestend en proestend te proberen de jiutse teosten te raken. FF ’n keer lachuh op een serieuze site. Ik neem er nog zo’n groene pisang ambon 😉 op meneer Keller. Mari Bersulang!!!
e.m.
Het is gewoon een kwestie van begrip hebben waarom het gedaan werd, door wie en wanneer.
Dat het aantal doden in Rawagedeh niet klopt, verbaasd mij niet. Dit soort gebeurtenissen wordt immers altijd gebruikt om de tegenstander ‘zwart’ te maken en is het aan historici om de ware toedracht uit te zoeken. in dit geval is dat extra moeilijk omdat het cijfer van het aantal doden gebaseerd was op en onderzoek van de Commissie voor Goede Diensten, een V.N.-commissie die een bemiddelende rol tussen Nederland en Indonesie moest spelen. Nu had deze commissie verschillende afdelingen met politieke en militaire waarnemers n natuurlijk een secretariaat. Nu bleek bij de ‘raid’ op Djocja, december 1948, uit gevonden correspondentie tussen met name M.Hatta en de secretaris van de CGD, de Brit Templeton, dat deze commissie bepaald niet ‘neutraal’ was en dat Templeton later in dienst is getreden van de Indonesiërs.
In de brochure ‘Laatste Getuigenis’ over het bezoek van 15 Amerikaanse journalisten aan het toenmalige Indonesië, lezen we o.a.(pag.9, artikel S.Burton Heath)
“Jonge Amerikaanse en Australische officieren, aangewezen als militaire waarnemers voor de Verenigde Naties, zijn er van overtuigd dat hun feitelijke rapporten werden verdraaid, voordat ze naar Washington, Canberra en Lake Success werden doorgegeven. Zij zeggen dat het doelloos is anti-Republikeinse of pro-Nederlandse rapporten in te sturen.”
Van de in totaal 15 Amerikaanse journalisten die deze reis hebben gemaakt zijn er 13 op de terug weg bij een vliegtuigongeluk om het leven gekomen. Vandaar de titel van deze brochure!
Over dit ‘ongeluk’ verscheen in 2001 het boek ‘De crash van de Franeker’ aut. Louis Zweers, waaruit men op kan maken dat hier sabotage in het ‘spel’ heeft gezeten omdat de Amerikaanse journalisten een heel ander ‘beeld’ hadden gekregen van de situatie in Indië’ als hen, en de wereldopinie, tot dan toe werd voorgesteld.
“Amerikaanse waarnemers, die de Verenigde Naties hier vertegenwoordigen, verklaren dat zij niet in staat zijn objectieve rapporten betreffende de situatie in Indonesië te zenden, noch aan de Verenigde Naties, noch aan de regering der Verenigde Staten.
in plaats hiervan worden hun rapporten ‘samengevat of verdraaid ten bate van de Republikeinse zaak, zeggen zij.” (pag.21 artikel William H.Newton)
Het weer over de ‘brug’ komen met een ‘schip met geld’ is dan ook weer het zoveelste bewijs dat het ‘spook’ van de ‘domheid’ ook hier weer heeft toegeslagen. En dat hetzelfde gaat gebeuren in zake de affaire ‘Zuid-Celebes’ lijkt mij dan ook hoogst waarschijnlijk.
Is er geen artikel die de huidige problemen , zoals H.I.v en kanker belicht, waar teveel geld nuttig aan besteed kan worden ?
Sorry, maar ik begrijp uw vraag niet.
Er zijn wel méér vragen die niet begrepen worden.
Wie kent mijn zwager Gerard Smudde (12-02-1925) uit Oldenzaal? Hij was gelegerd op Java van 1945 tot 1947. Bataljon 3-9 RI.
Robert Wigbers
Mijn broer (1-4-1925 ) Cor Hofker uit Amsterdam was daar ook gelegerd in die tijd.
Ik heb nog een kleine foto waar 14 jongens in uniform op staan uit 1946.
Hallo Mathilde,
Heb je berichtje gelezen over de foto. Ben zelf bezig naar de zoektocht naar mijn vader Wolter van Dijk (2-10-1925) hij was hospik bij de 3 9 van de 7 dec divisie. Misschien staat hij op de foto. Kun je mij deze mailen?
Vr. Gr.
Hallo Robert,
Ik ben bezig naar een zoektocht naar het Indie verleden van mijn vader. Mijn vader was dienstplichtig hospik bij de 3 9 van de 7 dec divisie en zat ook op Java. Zijn naam is Wolter van Dijk en is helaas in 1996 overleden. Ben op zoek naar dienstmaten die hem gekend hebben of foto’s of andere info hebben.