“Voetbal is oorlog”, zei Rinus Michels ooit, en waarschijnlijk had hij gelijk. Dat zijn uitspraak echter ook letterlijk kan worden opgevat, weten degenen die aanwezig waren bij een wedstrijd tussen het Bandoengse Sidolig en Jong Ambon, op zondag 17 december 1950.
Het begon allemaal zo vredig. Als voorronde voor een Kersttoernooi had de rayonsportofficier van de Koninklijke Landmacht die dag enkele voetbalwedstrijden gepland op het terrein van Sidolig (Sport In De Open Lucht Is Gezond). De aanwezige teams waren – naast die van de thuisclub – Jong Ambon, Chung Hua, UNI en twee ploegen van de landmacht. Het toernooi vond plaats bijna een jaar na de souvereiniteitsoverdracht en stond in het teken van het naderende afscheid. De weinige nog aanwezige Nederlandse militairen zouden binnenkort vertrekken.
Toegang geweigerd
De wedstrijd tussen Sidolig en Jong Ambon was nog maar nauwelijks begonnen, toen zich bij de ingang van de club een incident voordeed. Een groepje Indonesische militairen van het APRI (Angkatan Perang Republik Indonesia) wilde naar binnen zonder te betalen. Omdat bij het toernooi entree werd geheven, werd hun de toegang geweigerd. Niemand weet precies welke woorden zijn gebruikt, maar voor men het wist was de discussie overgegaan in een handgemeen. Toen de APRI-mannen probeerden een deur te forceren kregen zij klappen van enkele KL-ers, met als gevolg dat een van hen buiten bewustzijn raakte.
De woede liep nu zo hoog op dat de Indonesiers naar een dichtbijgelegen APRI-post renden op zoek naar wapens en versterking. Toen ze terugkwamen begonnen ze meteen in het wilde weg te schieten. Vijf personen, waaronder de voetbalspelers De Bies en Croqué, werden dodelijk getroffen.
Enkele dagen later verscheen een communiqué van het Indonesische leger dat stelde dat van beide kanten was gepoogd het vuren te stoppen. Naar verluidt zou een Indonesische officier (commandant van het bataljon “L”) de mannen uiteindelijk tot rede hebben gebracht en daarmee erger hebben voorkomen. De slachtoffers konden hierop naar het Rantja Badak-ziekenhuis worden overgebracht.
Om herhaling te voorkomen werd zowel door de Indonesische als de Nederlandse legerleiding een consignatieorder uitgevaardigd. Alle militairen moesten de rest van de dag in hun kazernes blijven.
Alhoewel het aanvankelijk in de bedoeling lag een gezamenlijke persverklaring af te geven is het daar niet van gekomen. De interpretatieverschillen waren zo groot dat alleen het Indonesisch communiqué naar buiten werd gebracht. In dit bericht werden geen details vermeld over de aanleiding van het gebeurde; wel werd gesteld dat “maatregelen zouden worden genomen tegen eventuele schuldigen”. Een woordvoerder van het Nederlandse Hoge Commissariaat in Djakarta liet later uitdrukkelijk weten dat door de Nederlandse militairen geen schot was gelost.
Zinloos geweld
Maandag 20 december 1950 werden de slachtoffers begraven. Op het ereveld Pandu werd die dag een dienst gehouden voor luitenant T.F.M. van der Loos, sergeant S.A.F. de Bies, en soldaat eerste klasse H. Laisina. Elders werden begraven de burger D. Croqué en de APRI-soldaat Bahrun. Bij de plechtigheid op Pandu liet rayoncommandant Van der Hurk weten “dat het moeilijk is een gevoel van wrevel te onderdrukken bij de gedachte dat deze mensen zijn gevallen op een tijdstip dat hun militaire taak reeds lang achter hen ligt, en slechts bezig waren met de liquidatie van de laatste in Indonesie overgebleven onderdelen”.
Volgens Peter Schumacher in zijn boek Ogenblikken van genezing werden na de soevereiniteitsoverdracht nog tientallen Nederlanders vermoord, “deels het gevolg van de ontwrichting van de Indonesische maatschappij tot een verarmd land met veel criminaliteit, deels door toedoen van de moslimbeweging Darul Islam”.
Lezen we de verslagen van het gebeurde op het voetbalveld van Sidolig, dan komen we tot de conclusie dat er misschien nog een derde reden was voor deze moorden.
In de beginperiode van de onafhankelijkheid was het begrip ‘gezag’ nog multi-interpretabel. De Nederlandse militairen hadden hier mogelijk flexibeler kunnen optreden. De Indonesiers – zich natuurlijk gesterkt gevoeld door de loop van de recente gebeurtenissen – zagen zich aangetast in hun superioriteit en wisten nog onvoldoende dat gezag bestaat bij de gratie van verantwoordelijkheid. Hadden ze nu maar beseft, dat ze de wedstrijd waar het wérkelijk om ging al lang hadden gewonnen!
x
Bronnen:
De Locomotief, 19 december 1950.
Nieuwsblad voor Sumatra, 23 december 1950.
Peter Schumacher, Ogenblikken van Genezing. Van Gennep, Amsterdam, 2011. pp. 295-296.
Ik was er bij, ook bij de begrafenis.
Vr.groet
F.J.J.Berings
(sergeant Indie-veteraan)
Geachte heer Berings,
Natuurlijk ben ik blij met uw reactie, – nu zit ik echter met meerdere vragen: Was u toeschouwer van de wedstrijd? Was u in functie? Wat waren precies uw ervaringen?
Wat is uw visie op het gebeurde? Is de weergave van de gebeurtenissen in mijn artikel naar uw oordeel correct?
Heeft u misschien nog documenten/foto’s die naar deze gebeurtenis verwijzen?
Bert Immerzeel
Ik heb nog een paar foto’s van de begrafenis en van de graven, Ik ben er nog nog 2x geweest om bloemen te leggen, het laatst in 1997..Op mijn website staat onder “WO.2” bij het hoofdstuk “Militairedienst” een korte samenvatting.. De foto’s kan ik u per mail eventueel doen toekomen. Ik was er niet bij in functie, maar door mijn relatie met Theo v.d.Loos die e. en a. organiseerde vanuit zijn functie als sportofficier. Ik praat hier verder niet graag meer over, want het heeft me al een trauma bezorgd..
vr.groet
F.J.J.Berings sergeant Indieveteraan.
Beste Heer Immerzeel.
Ik was weer helemaal ondersteboven toen ik het bericht weer las.
Ik ben nu, na uw reactie nog eens goed te hebben nagelezen, dat ik mijn toezeggingen over o.a. de foto’s hierbij annuleer.
U geeft n.l. tussen de regels door toch de nederlandse militairen(de slachtoffers) de schuld, door te stellen, dat wij misschien wat flexibeler hadden kunnen optreden!
Ik verbreek hierbij alle contact met u en accepteer geen wederwoord of mail meer van u.
F.J.J.Berings
Mocht ik met mijn artikel de indruk hebben gewekt dat de Nederlandse militairen schuld droegen aan het gebeurde, dan spijt me dat. Dit was niet mijn bedoeling. Ter afsluiting van het artikel heb ik echter gezocht naar een verklaring voor de moord die verder gaat dan de simpele constatering van een ordinaire schietpartij. De overdracht van de macht ging natuurlijk niet zonder horten of stoten; niet alle betrokkenen konden zich eenvoudig voegen naar de nieuwe regels. Deze moord op het terrein van Sidolig kan in die zin misschien als exemplarisch worden gezien voor de complexiteit van het proces van veranderende machtsverhoudingen. Door te schrijven dat de Nederlandse militairen ´mogelijk´ flexibeler hadden kunnen optreden, heb ik slechts aan willen geven dat bij het uit de hand lopen van de ruzie twee partijen aanwezig waren. De moord op drie Nederlandse militairen en een burger is natuurlijk volledig toe te schrijven aan de Indonesiers. De dood van de Indonesische APRI-soldaat Bahrun is onopgehelderd.
Bert Immerzeel
Introduceer me stond een jonge onderzoeker is het maken van boek voor ongeveer een incident in sidolig 1950. Ik woonde in Indonesië en de stad Bandung
Aan de heer Berings: mag ik vragen u e-mail voor meer informatie over het incident sidolig vragen? sayapun gevraagde foto’s wanneer het incident zich voordeed.
Citaat: “Voetbal is oorlog”, zei Rinus Michels ooit
Dit vind ik bizarre onzin. Voetbal is nooit te vergelijken met oorlog, al gaat het bij het voetballen niet altijd ‘netjes” toe.
Een voetbal partij heeft een duidelijk begin tijd en hooguit een paar uur later een eindtijd.
Een oorlog is ongelofelijk veel grimmiger
Voetbal met oorlog vergelijken is hetzelfde als bij appels en peren!
Tjong, tjonge ……het mag niet waar zijn ! Dergelijke reacties daar ontbrak het nog aan ?!
U moest eens weten wat ik zie onder ‘bizarre onzin’ !!!
(meneer Immerzeel, …. U laat toch wel mijn reactie onaangetast ?!)
Als ik artikelen lees over Indonesie en er wat nonchalant wordt gespeld met namen, die makkeleijk te corrigeren zijn, zelfs als men er nooit is geweest dan gaat bij mij meteen de “argwaan schild” op ten aanzien van waarnemingen en conclusies. Hier zijn mijn opmerkingen:
Het Rangkabadak hospitaal is Rantja Badak (oude spelling). Ambonese militairen hebben nooit behoord tot het KL wel KNIL. Ondanks dat het Indonesische leger vanaf 1945 verschillende benamingen hebbeb gehad zoals TKR, TNI, ABRI kan ik me niet herinneren dat ze zich APRI noemden vooral niet in 1950 nadat in het begin van dat jaar Westerling met zijn APRA danig van zich heeft laten horen. De namen lijken te veel op elkaar. Verder moet RI=Republik Indonesia in APRI. Weinig is geschreven over de Ambonezen terwijl het SIDOLIG veld hun thuisveld is en zij dus een belangrijke controle hebben bij de toelating tot het veld. Een suggestie dat er meer flexibiliteit van de nederlandse militairen verwacht kunnen worden kan dus alleen de mensen belast met de toegangs controlle bedoeld worden. De Indonesiers die trachten gratis op het veld te komen hoeven niet perse tot de Indonesiche militairen te behoren maar gewoon een straat gang met connecties tot de Indonesische militairen. Volgens het bericht is er geen team van het Indonesische leger in het toernooi. Vecht partijen veroorzaakt door toegangs vereisten gebeuren zelfs nu nog op vele wedstrijden overal ter wereld. Dus dit toe te schrijven aan nieuwe machtsverhoudingen en regels en superioriteit gevoelens in die periode is een beetje te ver gezocht.
Beste Ben,
Dank je voor je reactie. Mijn artikelen zijn gebaseerd op informatie die ik tegenkom in verschillende papieren bronnen en het internet. Dat een enkele keer sprake zal zijn van misspellingen of onduidelijkheid, daaraan is niet te ontkomen. Dank zij de lezers kan ik dit echter – in die gevallen waarin dit mogelijk is – gemakkelijk corrigeren.
– De hier gebruikte spelling heb ik overgenomen uit een artikel van het Nieuwsblad voor Sumatra. Het betreft hier het voormalige Juliana Ziekenhuis, vanaf de onafhankelijkheid bekend onder de naam Rumah Sakit Rantja Badak.
– Dat de militairen die bij de poort stonden van Ambonese huize waren heb ik slechts uit een – indirecte – bron, en heb ik hier gewijzigd omdat dit niet vaststaat. Dank daarvoor.
– Het Indonesische leger heette in deze tijd wel degelijk APRI. De ‘R’ staat voor Republik, – dat is correct. APRA (de troepen van Westerling) is de afkorting voor Angkatan Perang Ratu Adil.
– Of Sidolig een vaste Ambonese aanhang had is mij niet bekend. Sidolig beriep zich er in die tijd op juist een neutrale (gemengde) club te zijn. Een Ambonese club was het in ieder geval niet.
– Het waren wel degelijk leden van de APRI die zich een toegang trachtten te forceren tot het terrein. Daarvoor heb ik verschillende bronnen, waaronder het communique van het leger zelf. Het APRI – zo zie ik nu – plaatste een dag later een advertentie in de lokale pers waarin medeleven werd betuigd met het omkomen van drie KL-militairen.
Tenslotte, als schrijver van het artikel heb ik de vrijheid om mijn eigen conclusies te trekken. Het is natuurlijk aan de lezer te beoordelen of hij waarde hecht aan mijn woorden.
Hierbij wil ik iedereen bedanken voor zijn of haar bijdrage. Ik voel veel emotie en misschien zijn wij nu wel uit de oorlog. Maar is de oorlog nu uit ons? Laten we voorbij de woorden, goed of fout gespeld, de strijdbijl begraven. Of laten we luisteren naar de pijn van de ander. Ik ben van de derde generatie, dus makkelijk om tegen mij te zeggen, “wat weet jij er nou van?” Maar ik voel (ook dat mijn oma in het japanse concentratie kamp heeft gezeten wat ik nooit begreep omdat alles potdicht zat, ik heb t verhaal op een andere manier gehoord, via mijn Silat leraar, omdat hij zag dat ik het nodig had, en toen eindelijk kon laten rusten). Door uit mijn slachtoffer rol te stappen kon ik iets beter luisteren en mijn begrip voor de situatie van een ander ontwikkelen. Ik ben nu een dankbaarder mens en wens dat wij allen elkaar de hand kunnen schudden. En onze naasten de goede wil tonen. Met respect en liefdevolle vriendelijkheid wens ik iedereen vrede en gezondheid. Dank u, de oudere generatie voor wat u voor ons heeft gedaan. U leeft voort in de glimlach van de kinderen van nu, bewust of onbewust. Met een dankbare glimlach, Pascal Schuyt
Het is onnodig en jammer dat er altijd mensen zijn die menen te moeten reageren omdat zij zich op de grote teen voelen getrapt en/of willen tonen dat zij en alleen zij het beter weten. Waarom niet op een normale manier wijzen op eventuele onvolkomenheden en aanvullingen geven? Persoonlijk heb ik nooit van dit tragische voetbalincident gehoord, dus ik vind het in de eerste plaats interessant dat dit artikel in de Javapost verschijnt. In de tweede plaats is het volgens mij ook niet geplaatst met de intentie om een nieuwe oorlog te starten. Ten derde zijn de omstandigheden zo curieus dat het wel vragen moet oproepen en er kan flink op los worden gespeculeerd. Als van Nederlandse kant niet is geschoten, waarom wordt dan een APRI-soldaat begraven, was (Molukse) soldaat Laisina in functie, terwijl het KNIL dan al is opgeheven en zou Jong Ambon rustig in de kleedkamer hebben gezeten, terwijl hun volksgenoot dit is overkomen? En ja, er werd nog gemoord na de overdracht en niet zo’n beetje ook. Een artikel als dit en de reacties werpen daar licht op en helpen de lacunes te vullen in de geschiedenis, waarvan wij zouden moeten leren.
LAISINA IS DOOR DIE INDONESISCHE MOORDENAARS NEERGESCHOTEN EN WAS NOG STEEDS IN ACTIEVE DIENST. ALLE NEDERLANDSE EN MULUKSE MILITAIREN WAREN ONGEWAPEND!!
FJJ BERINGS
( INDIEVETERAAN)
Op dat moment was Laisina dus waarschijnlijk (tijdelijk) ingedeeld bij de Koninklijke Landmacht. Toen hij door ‘Indonesische moordenaars’ werd gedood, werd hij een ‘Indonesisch slachtoffer’, want hij had de Indonesische nationaliteit. Uiteraard was 1950 een roerig jaar geweest. Op 23 januari van dat jaar hadden voormalige Nederlandse troepen (zich nu APRA noemende, met menig Molukker in de gelederen) in hetzelfde Bandung een slachting aangericht (onder Indonesiërs), maar de tegen de wet acterende, geestelijk vader, Raymond Westerling, wist naar het buitenland te ontkomen dank zij een door Nederlanders gesponsorde actie. En op 24 april (ja 24 april, niet 25) 1950 was op Ambon de RMS uitgeroepen, vlak nadat de uit Celebes gevluchte mr.dr. Chris Soumokil met een Nederlands vliegtuig daar was gebracht.
In dat licht bezien, lijkt het mij vragen om problemen, wanneer je dan in Bandung een voetbaltoernooi organiseert bij aanwezigheid van actieve Nederlandse en Indonesische soldaten, voormalige KNIL-militairen en met Jong Ambon – een in principe pro-Indonesische vereniging trouwens.
Ook lijkt me gezien het bovenstaande dat etiketten als ‘moordenaar’ en ‘slachtoffer’ of ‘goed’ en ‘kwaad’ in 1950 zowel aan Nederlandse als Indonesische kant kunnen worden geplakt.
Herman Keppy
(zoon van een Indië-veteraan)
Beste Herman,
Goed bedoeld, maar jij hebt alles uit de 2de hand en uit de lectuur.
Ik was er bij. Ik behoorde tot de laatse 50 Nederlandse militairen die Bandung moesten verlaten. Wij gingen prima om het de meeste TNI militairen die toen in Bandung waren gelegerd. Wij waren bezig om militair legermateriaal over te dragen aan de TNT ( Tentara Nasional Indonesia)
het indonesische leger, Een handje vol tuig vond het zo nodig om o.a. de bewuste voetbal wedstrijd te festeren en te gaan schieten op onbewapende voetballers. Ook de APRA actie heb ik meegemaakt , dat waren hoofdzakelijk opgehitste Menadonzen. Zelf ben ik nog enige uren gekidnapt door Indonesische militairen. Dat waren hele angstige uren, maar de TNI had ook verstandige officieren en aan de mannen heb ik waarschijnlijk mijn leven te danken.
Ik wil nog wel even aantekenen, dat de gerepatrieerde Ambonese families (geweldige ex militairen) hier in Nederland schandalig zijn behandeld !!
Fr.B. Indieveteraan
…..ben ik volledig met U eens !
Goed dat een dergelijke uitspraak nog eens te berde wordt gebracht !
De Nederlander in Nederland bleek een andere te zijn dan de ‘Totok’ in Indie !
Dat hebben wij allen wel ervaren.
Dat is ook wat ik bedoel met een ‘klap in het gezicht’
Goed dit te lezen van een van de laatste NMM (Nederlandse Militaire Missie) leden te horen. Ik was ook in Bandung, maar nog een teenager om dit alles bewust te ervaren maar oud genoeg om de veranderde situatie te waarnemen. Ik ben blij dat U een van de laatse redelijke nederlandse militairen behoorde belast met de overdracht van het militair materieel aan de TNI. Ik heb veel goeds gehoord van deze TNI officieren die meestal ook nederlands spraken. Een Indo kennis van ons was zelf een job aangeboden. Een van de “onredelijke” laatse nederlandse militairen was een persoon die ik tijdens die overdracht periode bij ons in de straat, de Jalan Karang Tingal, een nieuwe jeep bestemd voor overdracht, zonder enig reden zomaar in en uit de sloot ging rijden teneinde het voertuig onnodig te verslijten en dit onder het oog van verschillende TNI officieren die bij ons in de straat woonden.
Wat me ook opvalt is dat U de afkorting TNI gebruikt en niet APRI zoals in het artikel hetgeen mijn observatie bevestigd dat in die periode we de term APRI weinig gebruikten.
Ik hoop dat Bert het volgende niet al te kwalijk neemt omdat het off topic is maar na 57 jaar iemand te vinden die tot de laatse 50 nederlandse militairen te behoren wil ik de vraag stellen of hij de sergeant kent die belast was met de leiding van de NMM motor pool aan de Riouw straat. Al 57 jaar zit ik naar deze persoon te zoeken. Hij heeft me namelijk in December 1953 aan boord van de MS Oranje gesmokkeld. Ik weet zijn naam niet eens en zou graag in contact komen met hem of familieleden.
Het spijt me, maar ik ken zijn naam niet.
Hij was waarschijnlijk ook niet met ons bij de aller laatsten in Bandung te meer omdat ik dienst deed als plaatsvervangend MTO.
Vr.groet
F.J.J.Berings
( sergeant/Indieveteraan)
Ben
Ik neem het je niet kwalijk, als jij me niet meer beticht van nonchalance.
Dat was pas echt off topic, dit niet.
Geachte heer Berings,
Ik ben al blij dat u uw verhaal nu al nuanceert. Nog mooier zou het zijn als u uw ervaring bij dat voetbal eens zo gedetailleerd mogelijk zou opschrijven, zodat er een zo goed mogelijk beeld (uit de eerste hand) wordt geschapen van wat er werkelijk is gebeurd.
Wat betreft mijn informatie ‘uit tweede hand en uit lectuur’, u kunt moeilijk zeggen dat het niet klopt. En ja, de Molukse militairen zijn schandalig behandeld, maar de manier waarop de Hollandse veteranen (niet) zijn opgevangen in het vaderland, verdient evenmin een schoonheidsprijs.
En met die woorden en een groet trek ik me nu terug uit deze discussie.
Even aanvullen: Wanneer krijgen we bij de nationale Indiëherdenking de hormat aan onze bevrijders, de Brits-Indische militairen, nog in leven of gesneuveld? Met een retourtje Kanaaltunnel heb je zo een ceremonieel detachement in huis. Off topic, maar ik kan het niet laten!
Geachte Hr.Keppy,mss kan ik de heren naar dit KB nº 900200890 dd. 12 okt.1990 verwijzen, 40jaren na de souvereiniteitsoverdracht een verruiming van het Ere-teken voor Orde en vrede en wel tot 1951
Er hebben zich in de verruimde periode incidenten voorgedaan,die vergelijkbaar met die van voor de souvereiniteitsoverdracht.Nmi. in het Indisch archief moeten al deze ”incidenten” terug te vinden zijn.
Mvg siBo
Aan Bert, sorry voor de beschuldiging. Aan Berings: wat is het verschil tussen een MTO en bedrijfsleider van de Motor Pool en wanneer bent U naar nederland vertrokken? Kent U een chauffeur Paul Isaak. Hij reed vaak voor het NMM vacantie centrum in Lembang, links van de Lembang weg en een paar kilometers van Lembang dicht bij waar ze de heuvels uitgraven voor kalkwinning.
Een voetbal wedstrijd kan wel degelijk een oorlog beginnen.
In 1969 werd een voetbal wedstrijd tussen El Salvador en Honduras een katalysator om een 100 uren oorlog te beginnen. El Savador bombardeerde Honduras met vliegtuigen.
In Almere sloegen twee knapen van 15 jaar en een van 16 de lijnrechter dood !
Wah ada yang bahas Indonesia . . Bagus Bagus