De Grote Schoonmaak

Matten kloppen

Het waren donkere, godsvruchtige jaren, zo kort na de oorlog. Heel Nederland ging weer aan de slag en er was weinig tijd voor vertier. ´s Avonds, als het harde werk was gedaan en de aardappelen stonden op tafel, werd vaak meer gezwegen dan gesproken. De regering wees op het gevaar uit het Oosten, en de dominee en pastoor vroegen om ‘verlossing van den Boze’, wat daaronder dan ook moest worden verstaan.
De fysieke omgeving hielp ook al niet erg mee, want de Nederlander, geplaagd door oorlog en geboortegolf, was nogal klein behuisd. Binnen regeerde de strakheid van de regels die werden opgelegd door het meubilair: een eettafel met evenveel stoelen als gezinsleden, een klein zithoekje met een of twee zitstoelen (voor vader om de krant te lezen, voor moeder om te breien), en een wandmeubel met een radio en een rijtje klassieke boeken met titels als God schudde de wateren en De zee roept.  

De therapie

Geen wonder, denk je dan, dat er zoiets bestond als de Grote Schoonmaak. Twee keer per jaar, in voor- en najaar, ging het hele huis op zijn kop en werd alles flink gesopt. Vooral de voorjaarsschoonmaak was belangrijk, omdat dan ook alle meubelen naar buiten werden gedragen om daar te worden afgestoft en opnieuw in de boenwas te worden gezet. Een ritueel dat meer tot doel had de geest te reinigen dan het huis. Het hielp echter wel, ik kan me herinneren dat het iedereen blij maakte. Het was als een gebed dat rust geeft aan degene die het uitspreekt, ook al heeft het geen zichtbaar effect.  
De repatrianten moeten zich aan dit ritueel met moeite hebben aangepast. De reinheidscultuur die zij met zich meebrachten was meer gericht op de noodzakelijke voorzorg voor de gevolgen van het klimaat, dan op het poetsen om het poetsen.

Licht en lucht

Gelukkig kwamen daar al snel de jaren ´60: de samenleving brak open. De spijtoptanten die geluk hadden konden meteen hun intrek nemen in een doorzonwoning in een tuinwijk, met meubilair van rotan en pitriet, en een formica keuken. Het interieur veranderde ook in ander opzicht, door de komst van de televisie. Dit onmisbare attribuut vereiste een grotere zithoek waar iedereen tegelijkertijd in de zelfde richting kon kijken. En dus kwam er een bank, en ging de eettafel van het midden van de kamer richting keuken. En verminderde hiermee het gezag van degene die aan het hoofd van die tafel had gezeten.
Al deze veranderingen gingen ten koste van de grote schoonmaak. Meer licht en lucht maakten dat deze minder belangrijk werd gevonden. De nieuwe geestelijke openheid werd ook als een soort ‘interne grote schoonmaak’ gezien. Voor het eerst kwam vuil uit het verleden aan het licht, werd over de oorlog gesproken, en werden vragen gesteld.

Boenwas of carbol

Dit alles was toen. Echter, als ik het nieuws volg de laatste tijd, of het nu gaat over het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen, over Rawagede of Westerling, dan bekruipt me steeds meer het gevoel dat alles nog niet is schoongemaakt, en dat ergens nog vuilresten zijn blijven liggen die beter eerder hadden moeten worden geruimd. Het moeizame proces van de dekolonisatie, met bersiapmoorden en politionele acties gelijk, is klaarblijkelijk nog lang niet voor iedereen afgerond. En dan heb ik het niet over initiatieven van advocaten die daar werk in zien, maar wel over tweede en derde generaties Indo´s die nog steeds vragen hebben over de – om het zo maar eens uit te drukken – rechtmatigheid van hun identiteit. Het lijkt erop dat de laatste grote schoonmaak, ergens in die jaren ´60 of ´70, misschien grondig genoeg was voor Nederland, maar zeker niet voor Nederlands-Indie.

Ik weet het: voor degenen die hier niet om vragen is het lastig om zich eraan te onttrekken. Naar de televisie kijkt immers iedereen; daarvoor hebben we vijftig jaar geleden die zithoek ingericht. Wegzappen kan, maar helpt ook niet echt. Nee, Als het nodig is dat wordt schoongemaakt – en het voorjaar is gekomen!– dan is het echter beter dat iedereen daar een handje bij helpt. En dan heb ik het niet over boenwas of carbol, maar gewoon over luisteren, en praten.

x

Dit bericht werd geplaatst in 6. Onderzoek, Aanspraken en Verwerking en getagged met , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

18 reacties op De Grote Schoonmaak

  1. m.a.huster zegt:

    Hear hear. Vooral de laatste zin 🙂

  2. Ed Vos zegt:

    Tweede en derde generaties Indo´s die nog steeds vragen hebben over de – om het zo maar eens uit te drukken – rechtmatigheid van hun identiteit.

    Het is makkelijk zeggen, maar aangezien ik verondersteld word kind van twee culturen te zijn redeneer ik maar zo:

    Als Hollander;. Een nieuwe lente een nieuw geluid.
    Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit,
    Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht
    In een oud stadje, langs de watergracht –

    Als Indonesier: Wadoeh zeg, So lang gelden al. Itu sejarah.
    Ik zet mijn Ray Ban zonnebril op, trek een Tommy Hilfiger shirt aan (bij wijze van spreken dan) en paradeer als een pauw in luchthaven Soekarno Hatta (of Ngurah Rai). Jl. Diponegoro mag ook 😉
    ..

    • Pieter Leendert Agiaat. zegt:

      Als Herman Gorter:

      Uit de SP:

      De redactie van het tijdschrift Volzin vroeg mij om een gedicht uit te zoeken dat mij geraakt heeft. Ik koos voor Mei, van Herman Gorter, een gedicht dat ik voor het eerst las op de middelbare school. Het begin van dit gedicht van Gorter komt u wellicht bekend voor.

      Een nieuwe lente en een nieuw geluid
      Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit
      Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht,
      In een oud stadje, langs de watergracht.

      Gorter beschrijft een nieuwe lentedag.

      • Eppeson Marawasin zegt:

        Van mijn generatie heeft een ieder die tussen ’60 en ’70 na de lagere school vervolgonderwijs heeft genoten “MEI” van Herman Gorter meegekregen. Ik op de MULO, een ander op de HBS. Of het gedicht heden ten dage nog op literatuurlijst van middelbare scholen voorkomt is mij niet bekend. Ik hoor mijn dochter er nooit over. Ik ben allang blij dat ze op school MAX HAVELAAR in de DVD-uitvoering voorgeschoteld krijgt. Thuis bladert ze gelukkig inmiddels uit eigener beweging door het met sellotape bijeen gehouden 11e druk pocketuitvoering van Ad.Donker/Rotterdam uit 1972. En ja, ze begint het taalgebruik mooi te vinden. Maar ik krijg haar nog niet aan MEI. Ook al zeg ik, luister eens naar wat Prof. Garmt Stuiveling van mening is”:

        (Citaat) “Gorters Mei (1889) is al bij het leven van de dichter als een klassiek werk erkend. Het is het hoogtepunt van de poëzie der Tachtigers, waarvan het alle aspecten in volmaaktheid bezit en samenvat: persoonlijk ritme, eigen beeldspraak, sterke emotie, vrije verbeelding, natuurliefde, melancholie en erotiek. Maar bovendien overtreft het epische-lyrische gedicht door z’n algemene idee het meer incidentele werk van de meeste anderen.
        Het gedicht is opgebouwd uit drie zangen, waarvan de tweede zo lang is als de beide andere samen. De eerste en derde zang spelen op aarde, in Holland, de tweede zang is een hemeltocht, vol visionaire symboliek.” (einde citaat)

        En hoe ik mij ook in allerlei theatrale bochten wring bij het declameren van de eerste vier beginregels dochterlief wil er (nog) niet aan.

        Het doet me wel deugd dat generatiegenoten het gedicht wel kennen. Zo heb ik weleens op I4E zonder bronvermelding, niet om te plagiëren maar wel heel toepasselijk de regels 33 t/m 38 voorbij zien komen:

        ‘Blauw dreef de zee, het water van de zon
        Vloot pas en frisser uit de gouden bron
        Op woll’ge golven, die zich lieten wassen
        En zalven met zijn licht, uit open plassen
        Stonden golven als witte rammen op,
        Met trossen schuim en horens op den kop.’

        Mooi toch, als je dit tot je geestelijke bagage mag rekenen. Zo kan ik het me dus heel goed voorstellen, dat met de hierbovenstaande gedachtenexercitie van Buitenzorg ‘De Grote Schoonmaak’ bij lezers de link wordt gelegd met de eerste 4 beginregels van Gorters MEI. Niet om te plagiëren, maar als meelevende uiting van associatieve internalisatie wat ooit in de middelbare schooltijd is meegegeven. Mooi toch.

        Misschien behoeft er niet eens drie keer te worden welke dichtregels mij weer te binnen schieten als ik op weg naar ‘s-Hertogensch bij Zaltbommel over de Martinus Nijhoffbrug rijd. De lezer hoeft denk niet eens het hele sonnet ‘De moeder de vrouw’ te kennen. Maar die eerste versregel ….

  3. j.w.hoegen. zegt:

    er word in nederland altijd met een politiek correcte bril het verleden onderwezen.
    svp. geen nuance of twee zijden van de medaille.
    jan willem hoegen.

  4. hansvschaik zegt:

    En dan heb ik het niet over boenwas of carbol, maar gewoon over luisteren, en praten.
    ?????

  5. Eppeson Marawasin zegt:

    Een verhaal om over na te denken. Prachtige vergelijkingen om over door te denken. Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. Dus de kleine grote schoonmaak. Alle beetjes helpen. Een goed begin is het halve werk, en dan heb ik het over De Java Post. Compliment!

  6. Ed Vos zegt:

    In veel dorpen in Indonesie, maar ook in javaans-surinaamse kring heb je een jaarlijkse ritueel zogenaamde bersih desa. Om het dorp te reinigen van boze geesten en dergelijke – en die kunnen de sfeer in dat dorp behoorlijk verpesten.
    Na de coup iin 1965 werd op Bali vele jaren later een zeer groot ritueel, eveneens een grote schoonmaak gehouden, naar aanleiding van de gebeurtenissen die toen plaatsvonden. Dit had ook te maken met het reinigen van het eiland

    Of het allemaal geholpen heeft?

    Je kunt natuurlijk net als het nu in Suriname gebeurt na 30 jaar aan alles rigoureus een einde willen maken, en bijvoorbeeld een amnestiewetje invoeren, om het land te behoeden voor onrust en om met een schone lei te beginnen. De grote schoonmaak? Maar uiteindelijk ontlopen de schuldigen hun straf niet, en zegeviert het recht Maar daar gaat wel een hele tijd overheen, en in die tussentijd wordt er weer gediscussieerd, Worden advocaten aan het werk gezet. In the long run zijn de betrokkenen al dood, en zijn het de familieleden die doorgaan met de strijd.

    Probleem nu is dat door internet, mensen gaan leven in een virtuele wereld, de wereld wordt kleiner, en velen leven zich daar zo in dat ze de realiteit vergeten en het verre verleden weer doen herleven. Dat onaf c.q. onvergelijkt gevoel. Dan wordt er niet geluisterd en gepraat, maar worden de stellingen weer ingenomen en probeert iedereen zijn gelijk te halen..

    Het was beter geweest om toen de koe bij de hoorns te vatten,,

    Wanneer ik naar buiten kijk zie ik dat de zon schijnt. Mooie dag om leuke dingen te doen.
    Ga eens weg van de computer, Weg van al die discussies. Ga lekker fotograferen, fietsen, dat lucht op. Wees creatief, bersihkan kepala!

  7. Jan A. Somers zegt:

    Vroeger namen de Nederlanders (beter gezegd Hollanders en Zeeuwen, want Nederland bestond nog niet) hun rituelen mee naar nieuwe vestigingen. In de eerste plaatselijke wetgeving van o.a. Batavia stonden bepalingen over de tijdstippen voor mattenkloppen, sluitingstijden voor de kroegen enz. Nu ook nog: In een supermarkt in Malang (niet toko Oen!) vroeg een Nederlandse toerist ons (ook toerist) waar de Verkade kaaskoekjes lagen.

  8. Surya Atmadja zegt:

    De schoonmaak woede was toch vroeger ?
    Ik woon al meer dan 40 jr in Ollanda , heb nog nooit mee gemaak dat mijn Hollandse buren hun hebben en houden in de tuin zetten en dat ze gelijk alles schoonmakten, van binnen en buiten.

    Vroeger zal anders zijn , uit noodzaak.
    Men is klein behuisd , bijna 6 maanden als het koud(er) werd ging men binnenhuis blijven, in te krappe woning , met soms meer dan 10 kinderen .
    Bijna alles pot dicht, kolendamp, etensgeur , lichaamsgeur , en die klamme bedden, dekbed , lakens etc moet na het komen van de zon wel gereinigd worden.
    Desnoods met carbol , lijkt wel een ziekenhuis.

    Tegenwoordig heb je doorzonwoning, Vinex, en andere soorten woningen met goede (turbo) afzuigkap, zelfdenkende ventilatiesystemen , goed verwarmd etc .En je hebt zelfs Swift middeltjes En koken?
    Vraag me af of men nu in hun open keuken met Siematic of Boretti apparatuur ( Gamma kan ook) nog ouderwets gerechten maken, lekker stamppot met spek , oma’s bief of sudderlappen of zuurkool met spek en worst.Heb je ook geen last meer van spruitjeslucht.
    En het huis werd minimaal 1x per week schoongehouden door de meid( pardon huishoudelijke assistente).

  9. Jan A. Somers zegt:

    citaat: “Vraag me af of men nu in hun open keuken met Siematic of Boretti apparatuur ( Gamma kan ook) nog ouderwets gerechten maken, lekker stamppot met spek , oma’s bief of sudderlappen of zuurkool met spek en worst.” Ja hoor, Greetje is heel modern, maar die gerechten zijn nog steeds standaard. En die meid (sorry): De meeste Nederlanders hebben daar geen geld voor. Wel hoor ik af en toe: Ik ben je baboe niet. Dat Zeeuwse meisje is kennelijk goed (omgekeerd) ingeburgerd!

  10. Wilma zegt:

    Slamat malam Surya, /Om Sid
    Niet zo negatief hoor, ben puur een totok met een lieve Indische vriend!
    Kan prima stamppot maken, maar toch liever de Indische keuken: Rendang, Tahu telor, Sayur,en
    Pepesan,mm
    En sate kambing met kecapsaus

  11. Wilma zegt:

    Een vraagje voor onze lezers:
    Ik heb een oud kookboekje uit NI en daar wordt het gewicht kattie vermeld.
    Weet iemand van U wat dit betekent?
    Alvast terima kashi

    • Jan A. Somers zegt:

      Kati = 617,613 gram. Was al lang uit mijn uitgedroogd geheugen verdwenen, gevonden in de onvolprezen Encyclopaedie van Nederlandsch-Indië van G.F.E.Gonggryp.

      • Wilma zegt:

        Heel erg bedankt Jan!!
        zo opgedroogd is je geheugen echt niet hoor.., misschien die van mij wel..
        Heb de encyclopaedie van Gonggryp in de boekenkast staan, maar met al die boeken!
        Even een leuk bericht: ik was vanochtend in het Haags Historisch Museum, met als workshop “topstukken””
        Wat niet was vermeld dat het thema ging over de relatie Nederlands-Indie-Den Haag, dus ik was de enige met een niet-Indische achtergrond [natuurlijk wel aangetrouwde familie]]
        maar ben er niet geboren., dus ik was verrast!
        Heb wel wat van NI: een gobeng uit 1912, een oude munt uit 1832 en twee prachtige wajangpoppen uit Batavia, en het oude kookboek.
        Jan, heb jij enig idee wat ik het beste mee kan nemen?
        Alvast terima kashi

      • Jan A. Somers zegt:

        citaat: “Jan, heb jij enig idee wat ik het beste mee kan nemen?” Waar naar toe?

    • Aelle zegt:

      Wat betekent Kattie of KATI?
      Een oud coloniaal gewichtseenheid.
      Uit een nóg ouder woordenboekje:
      1/100 pikol of ongeveer 6 hectogram (hg)
      Op Banda 5 3/4 pond
      Gewichtseenheid van 625 gram
      Van oorsprong Chinees wat stond voor 16 Taël*,
      1/100 pikol* of circa 6 ons.
      Taël =37,5 gram
      Is zowel oude gewichts- als munteenheid in China, Japan, Cambodja, Siam etc.
      Pikol is weer een ander lang verhaal.

  12. Wilma zegt:

    Aelle,
    bedankt voor je uitvoerige reactie, weer wat geleerd!Het enige wat herkenbaar voor mij was is Tael, een Chinees gewicht.

Geef een reactie op Jan A. Somers Reactie annuleren