De rol van de media tijdens de opstand, eind 1945
Nederland verloor zijn kolonie door toedoen van de Japanners en Amerikanen, – een veel gehoorde uitleg van de dekolonisatie van Indonesië. De Japanners zorgden ervoor dat de bevolking zich sterk genoeg voelde om onafhankelijkheid te eisen, en de Amerikanen weerhielden de Nederlanders van een terugkeer naar de vooroorlogse situatie.
Zó simpel was het echter niet. We weten niet wat er was gebeurd als er géén Japanse bezetting zou zijn geweest, maar die onafhankelijk was er natuurlijk toch gekomen. Kolonies passen nu eenmaal niet in ons moderne westerse wereldbeeld. En het Amerikaanse standpunt, hoe belangrijk ook, was nog niet doorslaggevend in die eerste cruciale maanden na de Japanse capitulatie. Zowel Groot-Brittannië als de Verenigde Staten gingen aanvankelijk uit van een herstel van de oude situatie. Eerst later, ondere invloed van de gebeurtenissen in Indië zelf maar ook elders in de wereld, zou dat standpunt veranderen ten gunste van de Indonesische onafhankelijkheid.
In dit krachtenspel van diplomatie en militaire operaties was een belangrijke rol weggelegd voor de publieke opinie. Wat dacht de bevolking van Nederland, de Verenigde Staten en elders in de wereld eigenlijk van de gebeurtenissen? Wat wíst men eigenlijk van de situatie in Nederlands-Indië? Welke rol speelden de media?
Bevooroordeeld?
Johan Fabricius, één van de eerste Nederlandse journalisten die na de oorlog terugkeerden naar Nederlands-Indië, arriveerde in september 1945 vanuit Singapore in Batavia, en nam daar, samen met een andere Nederlandse journalist, Robert Kriek, zijn intrek in het voor de pers aangewezen Hotel des Galeries. De eerste dagen van zijn verblijf wandelt hij door Batavia en verwondert zich over – ja, eigenlijk over van alles. Er viel zó veel te schrijven!
´Gedurende de eerste dagen mochten wij voor onze berichten gebruik maken van de legerzender, op voorwaarde dat we niet te lang van stof waren: ons toen nog kleine ploegje kreeg dagelijks een paar duizend woorden toegewezen om te ver-telegraferen, die dan hoofdelijk verdeeld werden. Het was nooit genoeg, want Java werd met één slag wereldnieuws, en de Londense en New-Yorkse dagbladen en persbureau´s jammerden om méér materiaal. (…) Na verloop van tijd kregen we tot algemene opluchting onze eigen zender; dag en nacht zoemde de motor op het voorerf van Public Relations. Als gevolg van de plotselinge wereldbelangstelling voor de gebeurtenissen op Java kwamen van heinde en verre de correspondenten opdagen; op een bepaald ogenblik telde ik er niet veel minder dan vijftig.´
Fabricius, werkzaam voor de Britse BBC, krijgt het moeilijk.
´In de democratische wereldopinie, waarmee zelfs de conservatieve Times rekening moest houden, zat Nederland toen reeds op het beklaagdenbankje, en als Nederlander, nog wel op Java geboren, werd ik als bevooroordeeld beschouwd. Was ik het ook werkelijk? Vroeg ik mijzelf af.´
Om de situatie beter te begrijpen reist Fabricius naar Bandoeng en Buitenzorg. In Depok is hij getuige van de gevolgen van een enorme moordpartij op lokale bewoners; in Bekasi volgt hij een Brits vergeldingsactie. Begin december wordt hij in de gelegenheid gesteld om een kijkje te nemen op de Noord-Molukken.
´Enkele dagen voor Kerstmis stond ik weer op het vliegveld van Batavia. In Public Relations trof ik nieuwe collega´s uit alle hoeken der wereld aan: anderen dachten over vertrekken; ze hadden er nu voorlopig wel genoeg van gezien. Het leek erop alsof de onderhandelingen tussen beide partijen op een dood punt waren gekomen en daar nog lange tijd konden blijven staan.´
In het gehele verslag van deze periode, vastgelegd in zijn boek ´Hoe ik Indië terugvond´ weerklinkt de twijfel over de chaos. Fabricius erkent heel duidelijk het recht van de Indonesiërs op zelfbeschikking, hij begrijpt echter niet waarom dat gepaard moet gaan met zoveel geweld.
Een historische treinreis
Eén van de collega´s van Fabricius die op dat moment nog niet aan vertrekken dacht, was de Amerikaanse fotograaf Johnny Florea. Hij had, wat men in perstermen placht te noemen, een ´scoop´: een primeur. Als enige fotograaf werd hem gegund de Republikeinse regering te vergezellen op een reis over Java. Het was een reis die niet zonder betekenis was. Soekarno, Hatta, Shahrir en de overige leden van de voorlopige regering wilden zich van de steun verzekeren van de verschillende lokale leiders, onder wie de sultan van Djokjakarta, en planden hiervoor een tweeweekse reis vanuit Batavia naar Midden- en Oost-Java. De rondreis, per trein, stelde hen tevens in de gelegenheid om de boodschap van de revolutie uit te dragen aan het Indonesische volk.
De Britten waren niet in het plan gemengd, en leken onaangenaam verrast:
´16 December verlieten ´s avonds Soekarno, Hatta, Shahrir en leidende leden van zijn kabinet Batavia per trein van Meester Cornelis zonder de Geallieerde autoriteiten hiervan enige melding te hebben gedaan. Deze geheimhouding werd waarschijnlijk veroorzaakt door hun angst voor het feit dat iemand hun reis zou kunnen verhinderen. Het doel van de reis is een 14-daags bezoek aan Midden- en Oost-Java om onder andere de voedselsituatie te bespreken, de evacuatie van Japanners en Rapwi-geïnterneerden, de controle en het beleid van de TKR, en het benoemen van lokale leiders.´
De reis was een groot succes, niet in de minste plaats om publicitaire redenen.
De Republikeinse leiders moeten de impact van een fotografisch verslag in de internationale media vooraf goed hebben ingeschat. Florea, een LIFE-fotograaf die eerder oorlogsfoto´s had gemaakt in Europa, werd waarschijnlijk voldoende pro-Indonesisch geacht om overal vooraan te mogen staan. Omdat geen andere verslagen van de reis bekend zijn moeten we aannemen dat hij hier als enige buitenlandse correspondent aan boord van de trein stapte.
Een helder beeld van de opstand
Eind januari 1946 verscheen Florea´s verslag, onder de titel ´Revolt in Java´ in LIFE. Het redactionele commentaar loog er niet om:
´Voor de eerst keer sinds de Javanen in augustus een onafhankelijke republiek uitriepen, bereikte, door de foto´s van LIFE-fotograaf Johnny Florea, de Verenigde Staten een helder beeld van de opstand. Florea verbleef twee maanden op Java om verslag te doen. Op dit rijke eiland is duidelijk een goed-geleide enthousiast ontvangen opstand gaande, van bijna alle Javanen tegen hun Nederlandse ´masters´ en Indo-Europese ´submasters´.´
De toon was duidelijk. Ondanks het feit dat in het artikel ook melding wordt gemaakt van gruweldaden van de kant van de Indonesiërs, was de boodschap in essentie pro-Republiek:
´De overrompelende les van Johnny´s Florea´s reis door het binnenland van Java met premier Shahrir en president Soekarno was dat Java´s revolutie oprecht is en door vrijwel iedereen wordt gesteund. In stad na stad werd de trein door enorme menigten verwelkomd, soms wel 60 duizend mensen. De ontvangst verbaasde zelfs Shahrir en Soekarno, die nog niet helemaal overtuigd waren van de omvang van hun aanhang. De stemming tijdens de bijeenkomsten was niet anti-blank of anti-Nederlands, ze was slechts pro-onafhankelijkheid. Iedere stad en gehucht had zijn eigen onafhankelijkheids comité en zelfs de rijke sultans in Djokja verwelkomden de revolutionaire leiders. Alle rassen van Java, Javanezen, Madoerezen, en Soendanezen, iedereen deed mee.´
De impact
LIFE was niet zo maar een blad, het was het Amerikaanse tijdschrift dat door zijn oplage misschien wel meer dan enig ander medium op dat moment de publieke opinie kon beinvloeden. De invloed van artikelen als deze kan dan ook niet snel worden overschat.
Studies over het proces van dekolonisatie gaan doorgaans over politici en militairen, en niet over journalisten, begrijpelijk. Al was het alleen al omdat journalisten doorgaans slechts worden gezien als intermediair, als doorgeefluik van wat de ´werkelijke´ machthebbers vinden of doen. Toch doet dat vaak onvoldoende recht aan hun werk.
De schrijver Fabricius heeft steeds getwijfeld. Florea, minder belast door voorkennis, kon de werkelijkheid naar zijn hand zetten door zijn lenzen te focusen. Beiden hebben echter hun bijdrage geleverd aan het onafhankelijksproces.
Fabricius bleef schrijven en publiceren. Florea keerde terug naar de US en werd daar beroemd, niet zo zeer door zijn oorlogsfoto´s of die van de Indonesische vrijheidstrein, maar door die van Marilyn Monroe. Fotograaf: een prachtberoep.
x
Bronnen:
Nationaal Archief, toegangsnummer 2.13.132, inventarisnummer 1039, p. 26
Fabricius, J., Hoe ik Indië terugvond. Den Haag, 1947.
LIFE, 28 januari 1946.
Weer wat wijzer geworden. Mooi beknopt ‘overzichtelijke’ samenvatting van een doorslaggevende periode. Het woordje ALS ( met hoofdletters) ligt op mijn lippen bestorven. Als, als, als…. Tja Bredero zei het al. Met name geschiedenis is aan zijn motto onderhevig.
In zijn dagboek (“Het Vermoorde Land’) schrijft Jan Bouwer:
“Donderdag 20 September (1945)
Van der Plas, Gen van Straaten, kol.Abdoekadir, kol Dick Asjes en andere Nederlandsch Indische autoriteiten zijn per schip of vliegtuig gearriveerd. Er is veel belangstelling voor het Hotel des Indes, het centrum van geallieerde activiteit. De extremisten worden iedere dag brutaler…..Van wel ingelichte kringen heb ik gehoord, dat van der Plas zich zeer teleurgesteld voelt over de toestand die hij hier heeft aangetroffen. Hetgeen het beste bewijs is van de volkomen verassing voor de Nederlands-Indische autoriteiten over alles wat zich hier al die jaren heeft afgespeeld.”
De toestand die hij aantrof was onder ander van een uitgemergeld land. Zou de situatie anders zijn geweest als Japan Indie gedurende die vier jaar niet leeg geplunderd had? Het was dus een dubbele klap voor de Indonesiers: een miserabele verdedigings poging door hun koloniale regering en een gruwelijke bezetting door de Japanners. Van der Plas was eigenlijk niet goed wijs. Hij had het ergste moeten verwachten. Manilla was toch al lang geleden bevrijd?
Boudewijn
Soekarno had al eerder, in 1938, veel publieke belangstelling gehad bij zijn treinreis vanuit zijn ballingsoord Flores naar zijn nieuwe verbanning in Benkoelen.
Op 29 oktober 1945 waren Soekarno, Hatta en Sjarifoedin door de Britten naar Soerabaja gebracht om te bemiddelen in de strijd tussen de Pemoeda’s en de Gurkha’s. Dat is niet gelukt waarop de volgende dag de Britse commandant, generaal Mallaby, werd vermoord.
Het is jammer dat in het verhaal over de treinreis in december 1945 geen plaatsnamen worden genoemd. Java is vier keer Nederland! Hij is in ieder geval niet in Soerabaja geweest, die stad was al bevrijd door de Britten. Semarang ook. Bandoeng weet ik niet. Dat waren met Batavia de grootste steden van Indië. Uit die reis blijkt in ieder geval dat de Indonesische leiders zich ongestoord konden bewegen en daarbij hun aanhang organiseren. Zij hadden duidelijk publiekelijk gezag. Is dat gezag ook een grond voor (mede)verantwoordelijkheid voor de toenmalige situatie?
In 1938, tijdens zijn reis, gedeeltelijk met de trein, van zijn verbanningsoord Flores naar Benkoelen, zijn nieuwe adres, werd Soekarno ook overal met grote publieke belangstelling ontvangen.
Ik mis in het verhaal de plaatsen waar Soekarno en de zijnen in december 1945 zijn geweest. Java is vier keer Nederland! Soerabaja zal er niet bij zijn geweest, die stad was in december 1945 al door de Gurkha’s bevrijd, de bersiap was daar al voorbij. Semarang ook, Bandoeng weet ik niet. Samen met Batavia toch de vier grootste steden van Indië.
Uit de reis blijkt dat de republikeinse regering zich in die tijd vrijelijk kon bewegen. Uit de publieke belangstelling blijkt ook dat deze regering groot gezag genoot. Wat blijft er over van de bewering dat de republikeinse regering te weinig gezag had om de moordpartijen van de bersiap te beteugelen?
Gezag ?
Wat is gezag ?
Zelfs Bung Tomo had Soekarno en nog iemand anders min of meer bekritiseerd toen de nationale leiders door de Engelsen werden gevraagd om te bemiddelen in Surabaya.
Op Java , in het bijzonder West Java was Soekarno ook geen “heer en meester” , vaak werden de districten onderverdeeld door de plaatselijke “warlords”.
Vergeet ook niet dat in West Java toen de Darul Islam beweging van S.M Kartosoewirjo voor het zeggen hadden. Zelfs tot bijna 1955-1960.
Volgens het verhaal van de Amerikaan waren Soekarno ook min of meer verrast dat hij zo populair was .
Quote: “De ontvangst verbaasde zelfs Shahrir en Soekarno, die nog niet helemaal overtuigd waren van de omvang van hun aanhang.”
Over aanhang gesproken , waren de Indonesiers min of meer onderverdeeld in 2 groepen.
De intelectuelen (studenten etc) en de grote miljoenenmassa(bijna 97% van de 70 miljoen) die in het begin min of meer passief waren.
Het valt ook op dat vele vorstendommen toch de zijde van de Republiek hadden gekozen.Waarom ???
Persoonlijk vind ik het niet logisch waarom de sultans hun privileges
inleveren, uit “eigen belang”zouden ze eigenlijk de zijde van de Nederlanders moeten
kiezen . Als deelstaten in plaats van ingelijfd te worden door de republiek.
Volgens de Sundanese Arudji Kartawinata , ex PETA commandant en later BKR en de 3de divisie TKR ( de voorloper van Divisie Siliwangi) die ook meeging in de trein was de reis alleen tot Solo en Yogya .
Van oorsprong was A.K een leraar .
De reis zal waarschijnlijk of via de kuststeden (oostelijke route) plaatsvinden of via Bandung, Tasikmalaya en verder naar Yogyakarta.
West Java was de thuisfront van de latere Divisie Siliwangi.
Op de in deze discussie gestelde vraag naar de route, het volgende:
Ik zal het in LIFE afgedrukte kaartje een dezer dagen nog wel in de Java Post zetten.
Volgens dit kaartje waren de halteplaatsen van de reis:
Batavia (vertrek) – Cheribon – Poerwokerto – Djokjakarta – Soerakarta/Solo – Madioen – Kediri – Blitar – Poedjon – (van hier terug) Tegal – Pekalongan – Tegal – Batavia.
De reis ging zeer zeker verder dan Djokja en Solo, want Florea maakte foto´s in Madioen en Kediri.
Het op de foto in het artikel getoonde Taloen ligt aan de spoorlijn iets ten oosten van Blitar.
Die route lijkt mogelijk. Alleen niet Poedjon, daar ligt geen spoorlijn. Zou het Malang geweest zijn? En per auto naar Poedjon? Dat dorp (waar wij hebben gewoond) was de verzamelplaats voor Japanse militairen voor hun repatriëring.
Wat blijft er over van de bewering dat de republikeinse regering te weinig gezag had om de moordpartijen van de bersiap te beteugelen?
Misschien beschikte men niet over de communicatiemedia als wij? Alles moest geschieden via de radio en daarover beschikte niet iedereen. Wanneer we kijken naar de verwikkelingen tijdens de Arabische lente dan zaten er tussen de opstandige rebellen immers ook elementen tussen die dingen deden die niet in de haak waren. Een revolutie is immers iets anders dan een normale machtswisseling….Van Surabaya kon je wel verwachten dat een oproep tot rust wel mogelijk had kunnen zijn, maar de nationale held bung Tomo was daar actief bezig…
Radioberichten waren al in de bezettingstijd heel goed georganiseerd. In alle steden en dorpen waren op diverse hoeken van straten radiotorens neergezet die dag en nacht hun berichten rondtetterden. Zo kon je zelfs in de cryptische Japanse berichtgeving de Amerikaanse opmars goed volgen: het inrichten van nieuwe verdediging in een bepaalde plaats betekende dat die plaats was aangevallen, weer verder dan de vorige plaats die de vorige week in het nieuws was. Het probleem moet dan ook worden gezocht bij de beheerders en woordvoerders. Tijdens de bersiap in Soerabaja bijvoorbeeld Boeng Tomo, maar vergeet ook K’toet Tantri niet. Maar zelfs in de Werfstraatgevangenis konden we enigzins de situatie in de stad volgen.
Soekarno kon met al zijn gezag in Soerabaja niets uitrichten. Na de moordpartij op het Goebengtransport was hij op 29 oktober 1945 samen met Hatta en Sjarifoedin door de Britten overgevlogen naar Soerabaja om te bemiddelen. Het onderhandelingsresultaat, een wapenstistand, werd via die radiotorens bekend gemaakt. Alleen had dit geen resultaat. Uit een reportage: “(…) zaten Soekarno, Hatta en Sjarifoedin in de achtergalerij met uitzicht op de Kali Mas. Zij zagen een aantal onthoofde lichamen van Brits-Indische soldaten drijven.” De dag daarop, 30 oktober, ging generaal Mallaby met Dr. Soegiri, in een groep van zeven auto’s die door Soedirman ter beschikking waren gesteld op weg om te proberen het staakt het vuren waar te maken. Dit mislukte nadat Mallaby was vermoord. De geest was duidelijk uit de fles, zelfs het charisma van Soekarno was hier niet tegenop gewassen.
Ja precies! En alleen in sprookjes krijg je de geest weer in de fles. Wat overblijft is de keiharde realiteit nadien en in historische nabeschouwingen ook de als-dit-wel en als-dat-niet opties. Met name dat laatste blijft extra-pijnlijk voor de geestelijke en/of lichamelijke gewonden en de nazaten van de slachtoffers. Let wel, aan beide kanten!
Ja, zoals SA het al neerschrijft….
In de Nederlandse tijd was er ook al sprake van roversbenden. Niemand durfde hen aan te geven bij de autoriteiten uit angst voor represailles. Zij hadden sowieso al vrij spel.
Je kunt je dan ook afvragen in hoeverre zij zich – na Hari Kemerdekaan – in de strijd gedroegen als “loyale” aanhangers van Soekarno. Die zouden zich nauwelijks iets van hem aantrekken, en in de door hen geterroriseerde gebieden zoals gewoon hun macht blijven uitoefenen,
Dan zoals gewoonlijk tijdens revoluties. Wat was de rol van het leger? Hier TKR later TRI. Liep zij aan de leiband van het gezag (i.e. Soekarno-Hatta), of hadden verschillende legeronderdelen en generaals zo hun eigen opvattingen?
Voorts was daar de regionale verscheidenheid (+ de aanwezigheid van roversbendes). Het ene vorstendom koos voor de Nederlanders, het andere voor de Republiek (zie SA). Het kan toch ook niet zijn dat men in de regio, in de desa, een pak lurah verving door de andere omdat zijn gezicht de bewoners niet aanstond. Dat zou dan een zeer vrije opvatting van Merdeka zijn, zo maar doen wat in je hoofd opkomt, rekeningen vereffenen
Het tournee waarover in het artikel gesproken was (16 december), was duidelijk niet bedoeld om de vrijheid te vieren , maar meer om de eenheid in het land te benadrukken, want eenheid die was er niet.
Ja, voor het oog van de wereld kan men van alles organiseren, zelfs een enthousiaste menigte zwaaiend met vlaggetjes en toeteren op trompetten.
Het tournee was bedoelt om Indonesia Merdeka aan de gewone volk te introduceren.
Gezien de grote massa (nog) niet politiek bewust is was het een verrassing geweest voor Soekarno hoe enthousiast hij werd ontvangen.
Er zijn een paar vorstendommen die de zijde van de Nederlanders hadden gekozen, ook “een paar ” ex Inlandse BB-er .De grote meerderheid hadden toch de zijde van R.I gekozen, terwijl ze een onzekere toekomst tegemoet zien.
“Foute” Inlandse BB-ers werden vervangen (niet zo veel) , de meeste Kepala Desa , Lurah hadden meestal geen bemoeienis met de politiek .
“Foute plaatselijke warlords” werden vaak ontslagen of geweigerd bij de TKR , dat was ook de reden waarom sommigen “beroofd”van status en inkomen tot soms rondreizende bendes vervallen.
Bij de Darul Islam in West Java =Kartosoewirjo, Daud Beureuh- Aceh, en Kahar Muzakar
Sulawesi spelen andere rol , meer politiek en het verdelen van de koek.
Het leger is in de eerste plaats loyaal aan hun plaatselijke commandanten (vaak kinderen van de elite -Bupathi-Wedana etc ),en General Sudirman ex leraar ex PETA
commandant
Samen met ex Majoor KNIL Raden Oerip Soemohardjo – zoon van een Javaanse regent , en officieren ex KMA Bandung (zoals o.a Gen.Nasoetion-ook met een leraar
achtergond ) hadden ze de TNI opgebouwd .Zie ook de rol van Alex Kawilarang.
In die tijd heb je verschillende “belangen groepen” , waarvan Soekarno en Hatta , Syahrir de hoofdrol spelen.
In aansluiting op de reactie van Jan A. Somers van 3 maart om 11:45 am m.b.t. de bersiap periodes: in Bandung mag m.i. voor deze worden aangenomen de aanvang van het uitbreken van ongeregeldheden op uitgebreide schaal in de nacht van zaterdag 24 op zondag 25 november 1945 en als einde de actie door de Britten tot zuivering van Zuid-Bandoeng op 24 maart 1946 (lautan api).
Beschikbare lectuur o.a.
# J.R.W. Smail “Bandung in the early Revolution, 1945-1946”, Ithaca , N.Y. 1964.
# Mary C. van Delden “Bersiap in Bandoeng”, Kockengen 1989.
In het gehele verslag van deze periode, vastgelegd in zijn boek ´Hoe ik Indië terugvond´ weerklinkt de twijfel over de chaos. Fabricius erkent heel duidelijk het recht van de Indonesiërs op zelfbeschikking, hij begrijpt echter niet waarom dat gepaard moet gaan met zoveel geweld.
Wie ooit in een indonesische dessa heeft verftoefd, weet dat daar nog een feodale structuur heerst. De gemiddelde Nederlander in die tijd wist nog niet eens wat een desa was die kwam zijn eigen wijk niet eens uit.
Nou die feodale structuur trof je niet alleen in een dessa aan.
Bijgelovigheid, angst voor het onbekende, het aandikken van geruchten (gosip,).
De belangstelling voor de medemens beperkt zich slechts tot de eigen familie en aanverwanten, de eigen gemeenschap.
Op zich zijn dorpsbewoners hele aardige mensen.
Bang gemaakt door valse geruchten, dreigementen van bandieten en kwaadwillende personen, personen die niet tot die gemeenschap behoren maar slechts op eigen gewin uit zijn, raken veel van deze mensen de koers volledig kwijt hetgeen resulteert in een min of meer collectieve primitieve hondsdolheid, die zich richt, tot vreemden: de orang Belanda c.s.
Nu hoeven wij ons niet op onze borst te kloppen, want kijk maar zelf in Nederland, hoe het hier aan toe gaat wat propaganda tegen vreemdelingen betreft..
Op zich waren de Indonesiers helemaal niet tegen de orang Belanda, maar slechts voor onafhankelijkheid. Er bestond een zelfbewuste Indonesische intelligentsia die niet onderdeed voor die der Nederlanders. Maar wat hen bijzonder ergerde, en nog steeds, was die hatauine houding van men is nog niet rijp voor zelfbestuur, het meewarig neerkijken op dat primtief volk en haar gepruts. Je zou daar een minderwaardigheidscomplex en andere gevoelens van kunnen krijgen.
Dat men in de tijd van de Jap zijn zijde koos, kan hiervan de verklaring zijn. Zij konden de Indonesiers op de een of andere manier aan zich binden. Maar de eenvoudige Jap, en dat waren veel soldaten kwam zelf uit een feodale maatschappij, met maar 1 beginsel, de aanbidding van de keizer. Ofschoon “modern”, liet de Jap zich ook van haar meest primitieve zijde zien.
Let wel, ik schrijf dit niet vanuit een anti-koloniaal of een ethisch mea culpa-gevoel.
Na de Japanse overheersing, nadat de Jappen aan de Indonesiers zich ook niet van hun moderne, democratische zijde lieten zien, waren er zelfs indonesiers die al die Belanda die uit de kampen terugkeerden niet eens ongunstig gezind, er waren er zelfs die blij waren en hen begroetten.
Maar, nog steeds waren er heren politici (en niet alleen zij) die de veranderde situatie niet konden accepteren en terug wilden keren naar de situatie van voor de oorlog: koloniale- en economische overheersing.
Door bangmakerij, geruchten, opjutterij (denk aan Tomo, Ktut Tantri, zie Jan Somers) , etc, zoals boven reeds vermeld leidde dat tot angstpsychose en massahysterie, en de vriendelijke (eenvoudige) Javaan veranderde in een totaal ander mens.
Vaak hoorde ik ook verhalen van personen die die chaotische tijd hadden meegemaakt, en dat zij bespaard werden van plundering of wreedheden, omdat er toch nuchtere Javanen in hun buurt bij waren die zeiden: niet zij, dat zijn goede mensen.
Dank u voor de nuances. Helpt zaken te verduidelijken.
Sama-sama Pak Eppeson, Ik probeer alles van 2 kanten te bekijken, maar dat heeft te maken met mijn “gemengdbloedigheid”. Ik heb die tijd zelf niet meegemaakt, maar ieder heeft zo zijn zienswijze, en natuurlijk zij die die periode (WOII en later) hebben meegemaakt, of zij nou op Java zaten of op Pulau Lombok.
Dat verhaal over , laat die mensen( Nederlanders) met rust , omdat ze goed volk zijn ( vaak ex buren, bekenden of ex werkgevers etc) gebeurt overal.
Gebeurt weleens dat een ontevreden ex werknemer of iemand die ooit ruzie had met je en dat ze even langskomen om bepaalde rekeningen te vereffenen.Dat zal ook gebeuren.
De grote ellende kwam van rondtrekkende “pelopors” of bendes, van vreemden .
Bijna dezelfde proces gebeurde iets later (omstreeks 1957) , toen de Nederlanders massaal werd uitgewezen als gevolg van Irian Barat conflict.
Soms las ik de ervaringen van de Nederlanders, hoe ze bedreigd voelden , of nare dingen hadden meegemaakt .
En toch zag ik in mijn directe omgeving geen relletjes , demonstraties tegen mijn toenmalige buurtgenoten , oud klasgenoten in Jakarta . We woonden in een “Hollandse” wijk en ben op school in een Indo school ( GIKI-I.E.V).
Meneer Atmadja, ik heb weer een vraag aan u. Op I4E onder ‘het gebeurde ergens in de Indonesische archipel’ (indische dagkalendertekstjes) gaat het op 21 februari over ‘de dreigbrief aan Indo’s en Ambonezen’, ondertekend door Kromo de Wreker. Als u in de gelegenheid bent; uit welke hoek komt dit pamflet: studenten, warlord, pemoeda’s, jonge nationalisten, Soekarno aanhangers. Kunt u hier wat meer over zeggen.
Moeilijk te zeggen .
In de eerste plaats zal men(ik ook ) denken aan de tegenpartij (de nationalisten).
De “warlords” zijn bezig om hun hahje (status-functie) veilig te stellen.
De studenten/pemuda’s zou ik niet gelijk kunnen zeggen.
Soekarno aanhangers ? , een breed skala van jongeren/studenten en de nog niet politiek bewuste grote massa.
Aan de andere kant zou het ook door “derden” geschreven worden die een bepaalde reactie willen uitlokken. die weer reacties van de tegenpartij kan uitlokken.
Het is bizaar, maar niet onmogelijk.
Wij noemen het de sas-sus methode, desas-desus.De zgn geruchtenmachine.
Dat doet me denken aan de roerige jaren tussen 1965-1067 , tijdens de omwenteling in Jakarta .
Een beetje primitief want men had toen nog geen moderne middelen zoals handphone/internet of you-tube, maar wel effectief .
Bedankt Hr Surya Atmadja voor de aanvullingen.
Ik hoef hier niemand uit te leggen wat een feodale maatschappij is?
Wie vroeger regelmatig heeft gekeken naar Ivanhoe met Rutger Hauer in de hoofrol, weet dat wie in de Middel Eeuwen over burcht, paard en wapen beschikte, heerser was van het omringend volk, Aan zo iemand moest je eer bewijzen, buigen en belasting betalen. Hij kon alles doen met je wat hij wilde
Overigens, zien we in Nederland ook nog restanten van zo’n maatschappij. Niet alleen de aanwezigheid van een vorstenhuis, maar ook de belangstelling voor lintjes en familiewapens
Het verhaaltje dat ik hierboven afstak was naar aanleiding van wat mijn vader vroeger zei. Ik weet niet meer waar hij zich bevond. Wellicht in het oostelijk deel van Indonesie. Daar vond hoegenaamd niets plaats. “Het is wel erg wat daar op Java gebeurde hoor ik hem nog zeggen”. Toen begon bij mij een lichtje te branden. Iedereen beleefde de bersiap op zijn eigen manier, en de Arabische lente bevestigde dit idee.
De bersiap was inderdaad globaal beperkt tot Java en delen van Sumatra. Oost-Indonesië, ongeveer Borneo-Nieuw-Guinea, was aanvankelijk relatief rustig, zonder gezag van de Republiek! Daar was aanvankelijk een Australische divisie en losse eenheden van uit krijgsgevangenschap teruggekeerde KNIL-lers. Wel enkele ernstige incidenten, denk o.a. aan Westerling, maar dat was geen bersiap.
Ik wilde tot slot hier even een citaat publiceren als het mag van een Indonesische nationalist. die Soekarno , zoals ik het reeds stelde moest toch maar de eenheid in zijn land zien te bewaren.
Indonesische vrijheidstrijders hebben in 1945 een heldhaftige strijd kunnen aanbinden tegen de machtige geallieerde troepen in Soerabaja – tot op heden herdacht als de “10 november heldendag” – juist dankzij de “collaboratie” tussen Indonesische pemoeda’s en Japanse communisten in het Japanse leger. Vele duizenden karabijnen, mitrailleurs en granaten werden door pemoeda’s veroverd op het Japanse leger in bloedige gevechten, maar aan de andere kant ook in geënsceneerde schermutselingen die Japanse communistische soldaten in samenwerking met de pemoeda’s hadden georganiseerd. Admiraal Maeda, die zijn verblijf in Jakarta ter beschikking stelde voor een bijeenkomst van onze leiders een dag voor de vrijheidsproclamatie, was maar een fellow-traveller van de communisten, evenwel was de leider van de Japanse communisten in Soerabaja een sergeant. Van Indonesische zijde was de illegale communist, Amir Sjarifuddin, de leider die met Soekarno samenwerkte. Onze leiders hebben dus tijdens en na de Japanse bezettingsjaren alle mogelijke pogingen ondernomen die zij noodzakelijk achten in het nationaal belang. Het is evident dat die uiteenlopend waren met die van Nederland, want de onzen waren definitief gericht op de onafhankelijkheid van het vaderland! Ik schrijf hierover om nogmaals te verduidelijken, dat de manier waarop onze leiders zich hadden ingelaten met de bezetters helemaal onze zaak was, en voor Soekarno haters die alleen de klok hebben horen luiden, het raadzaam is om er achter te komen waar eigenlijk de klepel hangt.
Nederland was net bevrijd, en alle Nederlanders die met de Duitsers hadden samengewerkt waren fout. Zelfs de ‘moffenhoeren’ werden zeer heldhaftig kaal geschoren en ‘we’ eisten onze fietsen terug. Voor Nederland was Soekarno ‘dus’ ook fout, een perspectief dat in die dagen best geldig was. Het heeft alleen veel problemen, zowel in de diplomatie als in de strijd opgeleverd. Ik moet hierbij nog altijd aan het huzarenstukje denken dat Sjahrir en Van Mook hebben uitgehaald m.b.t. tot Linggadjati. Hun concept-akkoord was het meest haalbare, maar voor de republiek alleen aanvaardbaar als Soekarno in persoon daar zijn zegen aan had gegeven. Vandaar de keus voor die plaats, op republikeins gebied, maar makkelijk bereikbaar uit Batavia. De marine was laaiend, zij moesten de delegaties overvaren en liepen daardoor kans Soekarno tegen te komen! Soekarno was verguld, maar Van Mook heeft het geweten. (naderhand Sjahrir ook).
Koningin Wilhelmina heeft Indië nooit bezocht. Ik heb wel eens gehoord dat Soekarno graag koningin Wilhelmina heeft willen ontmoeten. Onafhankelijkheid is een staatszaak, die laat je niet door politici opknappen. Dat doen vorsten onder elkaar! Maar ja, hij was niet welkom in Den Haag. Leuk onderwerp voor een discussie over als …. dan …. .
” Vele duizenden karabijnen, mitrailleurs en granaten werden door pemoeda’s veroverd op het Japanse leger in bloedige gevechten” .
===========================================================
Er zijn verschillende verhalen in omloop onder andere :
1. De pemuda’s hadden het veroverd van de Japanners , soms na bloedvergieten.
2. De Japanners hadden in vele steden hun wapens aan de pemuda’s overgedragen.
a.Volgens Bung Tomo leverde de Japanners hun wapens vrijwillig aan de pemuda’s in Surabaya.
b.In Midden Java werd een arsenaal voor 10.000 mensen overgedragen.
c.Alleen in Bandung kwam het niet tot een overdracht.
De afspraken werden niet nagekomen door incidenten tussen Japanse soldaten en pemuda’s.
Aanvulling .
Dr G.J Beus vertelde zelfs over generaals die een 3de militaire actie willen starten tegen de reupubliek .
Is er iets van bekend ?
Ik weet alleen iets over Soerabaja:
Een groot deel van de Japanse militairen was al vertrokken naar Poedjon, in afwachting van repatriëring. In beginsel werden alleen politietaken (o.a. Kenpeitai) verricht conform hun opdracht. Op 29 september werden uit Poedjon teruggehaalde ongewapende Japanners gevangen genomen in de Boeboetangevangenis. De dag daarop kwamen massale acties bij het centrale wapenmagazijn voor Oost-Java in Don Bosco. Na onderhandelingen onder druk van een snel aangroeiende volksmassa moest de Japanse commandant het voormalige weeshuiscomplex overdragen. Hierop pleegde hij zelfmoord. Hetzelfde gebeurde in arsenalen bij een garnizoenskazerne en het complex van Lindeteves Stokvis. Met hun overgave hebben schout-bij nacht Shibata en generaal-majoor Iwabe voorkomen dat er een bloedbad werd aangericht onder de belegeraars gevolgd door wraakacties tegen andere Japanners en Nederlanders. Op 1 oktober 1945 werd het hoofdkwartier van de Kenpeitai door pemoeda’s na een bloedig gevecht bezet. Op 2 oktober werd de Japanse bewaking van het Oranjehotel door pemoeda’s overgenomen. Op 3 oktober werden op Madoera de munitiedepots en de pyrotechnische werkplaatsen opgeblazen, waarna de verantwoordelijke Japanse officieren zelfmoord pleegden. Op 6 oktober werden in de Boeboetangevangenis een groot aantal Japanners vermoord.
Bedankt meneer Atmadja, de komplottheorie daar had zelf nog niet aan gedacht. “t Moet in elk geval wel een groepering zijn geweest die de beschikking had over drukpers of stencilapparatuur. Dus wel al goed georganiseerd!
Gangsters and Revolutionaries van Dr Robert Cribb heb ik op duiding van Buitenzorg via Antiqbook ad €10,- in huis gehaald. En de eerste zin van de introductie (quote) “Gangsters are an ancient feature of the social landscape on Java”(unquote). Dat is nog eens met de deur in huis vallen. Dr Cribb heeft er echt voor doorgeleerd zeg maar. In zijn dankwoord wordt ook Cees Fasseur genoemd. Daarom tot slot misschien ter verdere dichting:
(Quote) “The ambiguity of the relationship between state and criminality has always been most pronounced in times of political struggle, /……./ This was particularly the case during the Indonesian revolution (1945-49), when the fate of Indonesia appeared to lie in the balance. At issue was not only the question of whether Indonesia should obtain independence from the Dutch but what political form that independence should take. In this struggle, a coalition of Jakarta gangsters with left-wing nationalists played a significant role. This coalition, which reach the height of its power as the People’s Militia of Greater Jakarta, was for a time one of the most powerful irregular armed forces involved in the struggle. Despite partially succesful efforts by both the Republic and the Dutch to suppress and to incorporate it, the coalition survived not only the end of the revolution but beyond it” (unquote).
Nu eerst, straks gezond weer op, en dan maar weer gauw verder lezen. Hee….waar is het bordje BEZET gebleven?
Dat was al “eeuwen”bekend , vandaar dat die (half)” onderwereldfiguren” bekend stonden als preman , de huidige preman en premanisme is een plaag uit het verleden en in sommige gevallen is de grens tussen onder en bovenwereld vaak onduidelijk
Dat zie je nu in de huidige Jakarta , soms bovengronds , soms ondergronds.
Ik noemde hun de zgn “warlords” , zoals men het in de oude China kan vinden.
Is weer iets anders dan de plaatselijke “jagoan” uit Betawi, de zgn Pendekars die vaak een godsdienst leraarfuncties hadden annex sportschool (vechtschool) , alom gerespecteerd door de plaatselijke bevolking.
De S.A zitten al eeuwen in Batavia en ommelanden , 7 en 6 generaties terug hadden 2 S.A de functie van wijkmeester .(Bron ANRI).
Weet niet hoe ze die functies hadden bemachtigd, door afkomst of doordat ze de grootste jagoan of boef uit de omgeving waren
Vergeef mij bet bet overgrootvader ??? ( weet niet hoe ik u beiden moet noemen).
Trouwens de verstrengeling van de plaatselijke “vrijmannen” met de machthebbers zag je ook in Italia.De geallieerden moesten ook samenwerken met de plaatselijke maffia.
In Djakarta had men vroeger een Luit.Kol S , hij was (volgens zeggen de ongekroonde koning van Betawi) , werd zelf Minister omdat Soekarno hem nodig had.
De rol die de RK Kerk innam was nog niet ter sprake geweest.
Soegija, de film waar men in Indonesië reikhalzend naar uitkijkt.
“The Indonesians welcomed the Japanese as saviours, but Mgr. Soegijapranata, knowing what had happened to the Church in Japan, was not hoodwinked. Soon enough the ‘saviours’ would carry out unlawful detentions and torture detainees, they would impose forced labour and cause millions of deaths by starvation through the confiscation of essential foods.”
Marta Petrosillo in Rome
Soekarno goed of fout. Ik maakte als 13 jarige jongen kennis met S. toen hij in de Dierentuin in Djakarta, die een eindje achter ons huis lag, zijn redevoeringen hield waarin hij Amerika, Engeland en Nederland met luizen vergeleek die moesten worden vernietigd. Ik beschouwde hem toen als een verrader. Maar toen ik later vernam hoe de Nederlanders hem en andere Indonesische leiders hebben behandeld kreeg ik meer begrip voor hen. De Nederlandse overheid heeft in het hele proces naar de erkenning van Indonesië werkelijk alles gedaan om hen tegen zich in het harnas te jagen. Maar ze sneed zichzelf het meest in de vingers,denk ik, toen ze negatief reageerden op de Petitie Soetardjo in de Volksraad te Batavia in 1936. Daarin werd gevraagd aan de Nederlandse Regering om een conferentie bijeen te roepen waarin een plan zou worden opgesteld teneinde aan Ned.Indië de staat van zelfstandigheid te geven binnen de grenzen van artikel 1 van de Grondwet. Daardoor liep Nederland de kans mis om tegen de Japanners te strijden tesamen met de hele Indonesische bevolking en verstootte ze ook de gematigde leiders. R.Loth
Als kind heb ik regelmatig vanaf ons huis deze stem over de speakers moeten aanhoren of ik wilde of niet. Zoiets heftigs en onaangenaam is voor jonge oren een traumatische en onvergetelijke ervaring.
Ik ben dankbaar dat Mama de keus had gemaakt om te vertrekken terwijl Papa’s woorden waren:
“Wat doe ik in een land dat ik niet ken?” Maar goddank is Moeder’s wil wet.
Nadat ik zelf aangerand en ooit gestenigd werd, mijn jonge broer gekidnapt en opgesloten (de dader zei: “Dit is wat wij met jullie Belanda’s gaan doen!”) en Papa door een militaire truckchauffeur bewust werd aangereden met als gevolg dat hij zijn rechterbeen, persoonlijkheid en humor verloor, zijn wij blij in Nederland te wonen, toch met een angstige terugblik.
Wel altijd achterom kijken dus!