Pinda´s en Poepchinezen

Discriminatie van Indo´s als grond voor emigratie

De komst van de Indo´s confronteerde veel Nederlanders voor het eerst met medeburgers met een andere huidskleur. Uit onwil of onbegrip, ja, er werd gescholden.
Was dit voor de Indo´s een reden te emigreren?

Door Bert Immerzeel

Aankomst repatrianten op Schiphol

Het internet is een nimmer aflatende bron van informatie. Enkele weken geleden stond op één van de forums van geëmigreerde Indo´s een discussie over de vraag hoe de Nederlanders de repatrianten bejegenden in de jaren ´50 en ´60. De meeste schrijvers reageren negatief: “Ze noemden ons pinda´s en poepchinezen”, “ik was een nikker, een orang oetan”, “ze dachten dat Indo-meisjes prostituees waren”, “ik werd regelmatig in elkaar geslagen”. Sommigen geven aan dat deze slechte bejegening één van de redenen was voor hun emigratie naar landen als Australië en de USA, of zoals één van hen verzucht: “I am glad I moved out of the Netherlands. I never got used to their mentality.  Weer iemand anders is echter zo eerlijk hieraan toe te voegen dat het gescheld niet ophield na haar verhuizing naar Australië. Ook dáár werd zij aangekeken op haar huidskleur.
Wat is er nu waar aan deze discussie? Wás er wel sprake van discriminatie op basis van huidskleur? Of gaat het hier om een vermeende discriminatie, of een discriminatie van veel geringere omvang dan sommigen nu denken?  

Onderzoek

De registratie

Een tiental jaren geleden besloot de overheid een onderzoek te laten verrichten naar de terugkeer en opvang van ´repatrianten´na de Tweede Wereldoorlog. In een dik onderzoeksrapport van vier kloeke delen werd beschreven hoe slecht het allemaal was gelopen. Over de repatriëring uit Nederlands-Indië: “Als evacués zijn de Nederlanders uit Indië zeker niet slechter behandeld dan hun Hollandse lotgenoten. In een aantal opzichten zelfs beter. (…) Alleen moest een deel van hen het zonder sociaal netwerk doen, wat een belangrijk verschil was met de meeste Europees-Nederlandse evacués. Veel belangrijker was evenwel dat de Nederlandse overheid naliet haar verantwoordelijkheid te nemen voor hun oorlogsverleden”. We weten wat hieruit is voortgekomen: de regeling  Het Gebaar. En daarmee was het hoofdstuk ´overheid´ gesloten.

Gaf dit onderzoek ook enig inzicht in de omvang van de discriminatie door de Nederlandse burgers jegens de repatrianten? Niet echt. Het onderzoek was immers slechts gericht op de rol van de overheid, dáárover moest helderheid worden verkregen. Dit neemt natuurlijk niet weg dat er over die discriminatie wel het een en werd gezegd. Ook in de discussie rond de totstandkoming van Het Gebaar werd met regelmaat gewezen op die raciale component, overigens zonder deze problematiek verder te kwantificeren.

Een non-issue

Om op onze vraag een antwoord te vinden moeten we verder terug in de tijd. Al in 1969 publiceerde mevrouw H.C. Wassenaar-Jellesma in opdracht van het toenmalige ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM) een lijvige studie over de repatriëring, getiteld Van Oost naar West. Hierin, in het hoofdstuk ´Integratie in de Nederlandse samenleving´, wordt wel gewezen op de kleurverschillen tussen de autochtonen en de nieuwkomers, maar komt het woord discriminatie niet voor. In het hoofdstuk ´Emigratie´ worden zowel potentiële emigranten als reeds geëmigreerden aan het woord gelaten. Hun gedachten bij Noord-Amerika waren “toekomstmogelijkheden, werk, een betere levensstandaard, ruimte, beter klimaat, vrijheid”. Ook hier geen woord over te verwachten of reeds ervaren mindere discriminatie. Met andere woorden, als we deze studie mogen geloven dan wás er helemaal geen sprake van discriminatie, of deze was zó gering dat zij niet noemenswaardig was, een non-issue.

Voordelen bij de meisjes

Indo-gezin in California, USA

De verklaring voor de verschillen ligt misschien in het feit dat de studie van Wassenaar-Jellesma werd geschreven in een tijd waarin discriminatie nog geen politiek issue was. Niet omdat de discriminatie niet bestond, maar meer omdat het niet als zo erg, of anders, werd ervaren als nu. Niet alleen in Nederland, maar ook elders in de wereld. Werd niet in datzelfde prachtige land de USA pas in 1964 de rassensegregatie afgeschaft? En heeft apartheid in Zuid-Afrika niet bestaan tot 1994? De tijden zijn snel veranderd.
Terugkijkend kunnen we misschien concluderen dat de Indo-Europeanen het door hun huidskleur niet gemakkelijk hebben gehad. Dat zal extra pijn hebben gedaan omdat de ´blanke´ toplaag van Nederlands-Indië nu opeens een ´gekleurde´ onderlaag bleek te zijn. Maar er werd misschien sowieso meer gescholden op anderszijnden in die tijd.

Gelukkig raakte het niet iedereen. Zoals één van de schrijvers op het hierboven aangehaalde Indo-forum schreef: “Ik denk dat ik mazzel heb gehad omdat ik in Den Haag woonde. Daar waren heel veel Indo´s, alleen al in mijn klas minstens 1/3. Er werd naar ons opgekeken omdat we goed waren in gymnastiek, waarschijnlijk omdat we ouder waren. En het had ook voordelen bij de meisjes.”
Kijk, dát is pas geluk hebben!

x

Bronnen:
Forum: Facebook/Old Dutch-Indonesian Community
Kristel, C. (red.), Binnenskamers. Terugkeer en opvang na de Tweede Wereldoorlog. Besluitvorming. Bert Bakker, Amsterdam, 2002.
Wassenaar-Jellesma, mr. H.C., Van Oost naar West. Relaas van een repatriëring. Staatsdrukkerij, ´s-Gravenhage, 1969.

Dit bericht werd geplaatst in 4. Nederlands-Indië overzee en getagged met , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

114 reacties op Pinda´s en Poepchinezen

  1. Wilma zegt:

    De meeste Nederlandse lezers weten niet het verschil tussen Indo, Chinees, Indonesier, dus heeft het weinig zin om dit uit te leggen.
    Geboren in Den Haag, heb ik meegemaakt dat de Indische gemeenschap werd aangevallen in de jaren 60, wel begrijpelijk: wat wist men van Indie?
    Voor de kinderen vers uit Indie was dit helemaal vreemd..
    Tuurlijk een fout van het onderwijs, de kinderen in Nederland werden dom gehouden.
    Al had je een paar Indische ooms of tantes; het moest blijven hoe het was, en vooral geen vragen stellen, niet spreken, ja?

  2. Eppeson Marawasin zegt:

    (quote): “/…/omdat de ‘blanke’ toplaag van Nederlands-Indië nu opeens een ‘gekleurde’ onderlaag bleek te zijn.”(unquote) Touché!

    Een voorbeeld andersom gekeerd. Hoe vaak wij ons moeder haar verbazing niet hebben horen uitspreken toen ze op 15 juni 1951 van de ms Goya aan land stapte en haar koffers door een “belanda” gedragen zag worden; ongelooflijk.

    Jaren later gold dat voor mij en mijn vriendjes. Gôh, wat waren die Indische meisjes ‘ongelooflijk’ mooi en terecht alom bewonderd. Zo dichtbij en toch onbereikbaar. Dat dát alweer 50 jaar geleden is (zucht).

    Overigens, in mijn Ambonese omgeving werd volgens mij niet de typering INDO gebruikt, maar ‘halpe bloet’ en in mijn herinnering was dat niet discriminerend of denigrerend bedoeld. Het is lang geleden, excuus als ik mijn verleden romantiseer. In elk geval was mijn jeugdidool een Indische jongen, een Indo. Zoals Hannie Richard, zo wilden mijn vriendjes en ik zijn. Hij had het haar van Akim, het lijf van Johnny Weismüller, hij was lokaal badmintonkampioen, hij kon fantastisch solo op de electrische guitaar, en hij had -toch ook niet onbelangrijk- een heel knap zusje. Toen was geluk nog …. …….

    Dank voor de prachtige verhalen in De Javapost.

    • Welnu meneer Marawasin, er is geen enkele reden voor u (noch voor een ander) om touché te exclameren. Dit is volkomen misplaatst, omdat u dient te weten dat De Indo/Europeaan nu eenmaal een groot voordeel heeft de erfgenaam te zijn van twee oude culturen die hij tot een waarachtig en harmonieus hoog beschavingsniveau heeft weten te brengen. Alleen al om die( voor u, visueel begrijpelijk ) natuurlijke eigenschappen van de Indo/Europeaan dient u HEM met groot respect te bejegenen, hetgeen u ongetwijfeld in uw leven heeft gedaan, huis ”in ethno” achterlatend.?
      maar dat u nu met al uw schone herinneringen en mijnmeringen dat PARADIJS nooit binnen kón gaan.
      PJOTR.X.SICCAMA

      • Eppeson Marawasin zegt:

        Dag meneer Siccama, dank u voor uw prozaïsch verheven reactie. U moest eens weten hoezeer ik in dit aardse tranendal de Indo/Europeaan adoreer en aanbid. Wat is daar op tegen?

      • Niets, mevrouw, rien du tout; het is juist wat u zegt en doet: houden zo.

    • Diana Richards zegt:

      Volgens mij is die Hannie Richards, mijn vader. en zijn zusje heet Edith, klopt dit??

  3. Surya Atmadja zegt:

    Ik denk niet dat men over een “gevallen” blanke toplaag kan spreken.
    De toplaag van de gemigreerde ex-Indiegangers heeft het ook hier beter.
    Wat wel gebeurde is dat het middensegment, de mensen die het redelijk goed hadden in Nederlands-Indie, het hier moeilijk heeft gehad.
    Dat de geremigreerde Indischen naar USA het niet makkelijk hebben gehad was ook bekend, soms werden ze aangezien als Mexicanen of Latino’s.
    Ook qua behuizing gebeurde wel iets.
    Quote:
    “en toen arriveerden in het gedeelte van de stad dat nu zo populair is. In die tijd was het achterbuurt (ik zie hier kleine overeenkomsten met de Amsterdamse Indische buurt). Onze etage was boven een pakhuis. Het was zo vies in het trappenhuis, maar ook in onze woonruimte. En toen moest ik weer huilen. De waterleidingen waren verstopt en toen we naar bed gingen – onze eerste nacht in dat huis – zakte het bed door.”
    Bron: Het onbekende vaderland; red. W.Willems en L. Lucassen.

    In het boek Van Oost naar West kan je ook lezen dat de Nederlands overheid niet zo erg happig was op de komst van de Indischen. Er was zelfs sprake van een ontmoedigingsbeleid.
    Interessante boeken: ´Uit Indie geboren´ en ´de Uittocht uit Indie´.

    • Frans Haaken zegt:

      Klopt, het ontmoedigingsbeleid uitgevaardigt door onze minister Drees, er werd beweerd dat wij het in nederland toch niet kunnen aarden en maar moesten emigreren naar USA of Australie en het laatste geval in indonesie blijven en indonesier worden, waar haalt zo iemand zulke ideeen vandaan, de mafkees……..sorry dat ik deze uitdrukking gebruikt.

  4. Karina Schaapman zegt:

    Regelmatig kregen wij te horen pinda pinda poepchinees rot op naar je eigen land , we zijn zelfs ooit door een hele groep buurt bewoners bekogeld met sneeuwballen, mijn moeder heeft de gordijnen dichtgetrokken en nooit meer opengedaan, ze was de eerste buitenlandse vrouw bij ons in de buurt , ik heb de discriminatie die ons ten deel viel heel erg gevonden , ik heb er een boek over geschreven “Zonder Moeder” waarin je kunt lezen wat gevolgen van discriminatie zijn. Na publicatie in 2004 kreeg ik heel veel lezersreacties van oudere indo’s die ook vreselijk gediscrimineerd werden maar daar nooit over durfden te praten . Ze bogen indertijd massaal hun hoofd.

    • Eppeson Marawasin zegt:

      @Karina Schaapman zegt: 2 december 2011 om 10:15 am /…/ , ik heb er een boek over geschreven “Zonder Moeder” waarin je kunt lezen wat gevolgen van discriminatie zijn.@

      –Martin Bril zegt over het boek: “Ontroerend, onthutsend en recht uit het hart geschreven. Als het zich ergens mee laat vergelijken is het met -Alleen op de wereld-, -Ik Jan Cremer- en -De schaamte voorbij.”

      Zonder moeder – Karina Schaapman – ISBN 9789460035906
      Samenvatting: http://www.bol.com/nl/p/zonder-moeder/9200000002308228/

      P.S.
      Karina Schaapman (winnaar Zilveren Penseel 2012) is ook maker/tekstschrijver met Maurits Rubinstein van Het Muizenhuis/Sam & Julia. Het Muizenhuis is permanent tentoongesteld in de Openbare Bibliotheek Amsterdam. BRON: ‘Het Muizenhuis Sam & Julia/Het grote feest’ ISBN 9789047615200. Zie ook:
      http://hetmuizenhuis.nl/muizenhuis-gouden-boekje-voor-de-prinsesjes/

  5. Jan A. Somers zegt:

    In 1946 is het ons heel goed gegaan. In Vlissingen kregen mijn ouders zeer snel een eigen (nood)woning toegewezen, heel bijzonder in een stad die bij de bevrijding in puin was geschoten. Naast de dubbele distributiebonnen ook een toelage voor de stookkosten in een noodwoning, het was een strenge winter! Direct was er hulp van het Witgele Kruis voor mijn vader die er slecht aan toe was. Vanuit de kerk kwam hulp met kleding en huisraad. Een overbruggingsschool was er niet, maar dat werd ook geregeld. Bij de aanmelding bij de HBS kreeg ik te horen dat ik niet in de eerste klas terecht kon, omdat ik daar eigenlijk te oud voor was en voor het toelatingsexamen (dat was er toen nog) niet zou slagen. Maar daar wisten ze wel raad mee, meteen naar de tweede klas, daarvoor was geen examen nodig. Gratis bijlessen wiskunde, Frans en biologie. Plus alle aandacht en hulp van klasgenoten waar ik dictaten van kon overnemen. Samen met een meisje waren wij toen de enige Indische kinderen op school. En nog veel leuker, ik heb er mijn vrouw ontmoet! Er moeten toch meer mensen zijn die het goed hebben getroffen, ik ben niet zo bijzonder!
    Pas bij het begin van mijn universitaire studie in 1950 had ik als Indische jongen met een enkele docent problemen, en dat kwam wel hard aan. Geen trauma hoor!

    • Frans Smith zegt:

      Hoi, ik ben Frans en 55 jaar. Mijn ouders hebben ander ervaringen dan ik. Ik werd geboren in 59 in het PC Borsthuis pension, het was daar alles behalve leuk, alleen heb ik dat zelf niet ervaren. In 59/60 kwamen wij in enschede te wonen, en ik heb een foto van de kleuterschool (rozeknop school). mijn broer en ik waren de enigste indo’s, en op de groeps foto zie je dat wij voor mochten zitten. En op de Prins Willemschool waren wij de
      enigste Indo’s in de klas, op Face Book is nu een site over oud-Enschede en voor de Prins willemschool. Ik kwam er zelfs een vriendinnetjes van de 1e klas tegen, en ik heb alleen maar leuke reakties gekregen van mijn voormalige klasgenootjes. Het is waar dat er discriminatie was en nog is, maar ik heb gelukkig ook erg goede dingen kunnen er- varen.Ik woonde aan de wet houder Beverstraat, en wij speelden met alle buurjongens en meisjes. Eens zag ik mijn moeder kroepoek geven aan de buurvrouw, dus ja er zijn ook goede momenten geweest. Vriendelijke groeten Frans Smith.

  6. Ornek zegt:

    Ook in het leger werden indo’s gediscrimineerd en moesten zich bewijzen door harder te werken en
    de schoenen beter tepoetsen anders kom je nablijven als het week end was.
    Wij hebben ons zelf er boven uit gehaald en ben ik zelf na een hts studie hoger op de ladder geklommen en heb in deze laatste functie veel mensen kunnen helpen om verder te leren.

    • Piet Pietersma zegt:

      Hee Richard … ken ik je niet? DSU 1975etc
      Piet P

      • Richard Ornek zegt:

        Ja Piet van USA en stozenau W>D DSU

      • Piet Pietersma zegt:

        Bijna 40 jaar geleden … ongelooflijk. Ik heb je regelmatig gezocht en ook wel hier gezien maar niet de stoute schoenen aangetrokken tot nu … nog de beste wensen voor dit nieuwe jaar 2015.
        Stuur me als je wilt een mailtje (voor je emailadres) op pieterp……….@hotmail.com. (achternaam voluit invullen)
        Groeten, piet

      • Piet Pietersma zegt:

        Beste wensen voor 2017 Richard,
        ik las net dat Aad Wassenaar in augustus overleden is, 64jr.
        Hoe gaat het bij jullie?

        Groeten, piet

    • Frans Smith zegt:

      Geboren in 59 te Hengelo (O), kreeg ik in elk geval de lasten van mijn ouders te verduren. Mishandeling waren normaal in veel Indische families. Uiteindelijk sloeg mijn vader mijn een keer neer – in de jaren 70- hij zei je bent nu een man, nu sla ik je hiermee en liet zijn vuisten zien. Ik besloot toen om vrijwillig het leger in te gaan, en in 1977 kwam ik onder de wapenenen. (TSOC NOORD Appingedam). Het ging allemaal wel goed, tot
      dat de Molukkers die trein kaapten bij het punt. Dit kostte mij uiteindelijk mijn baan. En nu al die buitenlanders naar Nederland komen hebben wij er weer last van. Het begon in de jaren 80 met Jan Maat, meteen werden wij ook weer uitgescholden. men zei zelfs: en ook niet zo van 3 generaties…etc.

      • Wiert Veen zegt:

        Frans Smit, wil je even kijken op de facebookpagina TSOC Noord ? Misschien kom je oude maten tegen van destijds, zeker foto’s. Je bent heel erg welkom om je aan te melden. ( wiert@hotmail.com)

  7. Ron Bounin zegt:

    We arrived in Holland in 1951 and like everyone else had to go through climate adjustments.
    Yes,we also had to go through racial slurs and tough times in Den Haag.We worked through these and ended up with alot of Hollandse friends that were there for us . Lots of great memories,while in school and also at work.Wished i could turn the clock back and meet my Hollandse friends again.
    Soerabaja,and Den Haag are part of my life memories that i always will treasure.

  8. Dat in Nederland de ‘Indo’ volop bloot stond/staat aan discriminatie is evident. Het uitschelden van deze bevolkingsgroep, waartoe ik overigens ook behoor, met termen als pinda, poepchinees en nog meer van zulks fraais, is nog het minst grievend en gebeurt meestal door domme lieden, die hun eigen minderwaardigheid, waarvan zij zich bewust zijn, menen te kunnen camoufleren door aan te geven dat zij toch maar blank zijn en daaraan ontlenen dat zij, hoe dan ook, superieur zijn t.o.v. personen met een meer getinte huidskleur, ook als deze getinte mensen in sociale status trappen hoger staan dan zijzelf.
    Discriminatie t.o.v. de Indische Nederlander gepleegd door overheden en daaraan gerelateerde instanties is echt kwalijk en dient m.i. benoemd te worden en bestreden met elk middel voorhanden.
    Een paar voorbeelden. De Commissie Werner overhandigde in 1952 het zeer discriminerende eindrapport aan het Nederlands kabinet. In dit eindrapport werd onderscheid gemaakt tussen westers (totoks)- en oosters (Indo’s)-georiënteerde Indische Nederlanders. De oosters georiënteerde Indische Nederlanders zouden door hun lage arbeidstempo geen kans van slagen hebben op de Nederlandse arbeidsmarkt. Ook op andere terreinen zou er weinig hoop zijn voor een succesvolle integratie in de Nederlandse samenleving. De verwachting was dat deze mensen tot de asociale elementen van de Nederlandse samenleving zouden gaan behoren. In een rede die Werner hield noemde hij het dwaasheid om de Indische Nederlanders naar Nederland te laten komen. Nederland was overbevolkt, er was geen werk en huisvesting voor hen. Nederland had geen financiële middelen om zo’n omvangrijke operatie te betalen.
    In een interview, dat Lizzy van Leeuwen recentelijk gaf in het Contactblad ’40 – ’45, zij is tweede generatie Indo, juriste en antropologe, vertelt zij dat zij als parttime rapporteur voor de Stichting Pelita, moest constateren, dat de pensioenaanvragen van veel Indo’s afgewezen werden, terwijl vrijwel alle totoks wel erkenning kregen.
    Dit laatste is zelfs nu nog zo. Hoewel het niet anders kan dat wat er gebeurde met de Europese – en Indo-Europese gemeenschap te Solo op 8 maart 1942 en de dagen daarna _de Europeanen en Indo-Europeanen werden door de Inlandse bevolking gerampokt en daarna enkele dagen door de Indonesiërs belegerd in een gouvernementsgebouw; de Japanse hoofdmacht was nog niet gearriveerd in Solo en de paar Jappen die er al waren hadden een geweldadige aanval van de opgehitste inlanders nooit kunnen voorkomen met alle gevogen van dien; de waarschuing aan de belegeraars van de regent aan de belegeraars voor represailles van de Japanse hoofdmacht, indien de belegeraars hun plan van bestorming zouden doorzetten bracht de redding_ moet een aanvrager van de WUBO dit geverifieerd krijgen van twee getuigen. Die zijn meestal niet voorhanden, omdat ze reeds overleden zijn.
    Ik eindig dit epistel met de oproep van getuigen van wat ik hierboven heb beschreven.

    • Persoonlijke oproep aan De heer Jean Delahaij.

      Uw verhaal heeft mij weer eens geschokt. Ik wist van het een en ander en ben op zoek naar dit soort ervaringen van Indo s- /Europeanen.
      Ik ben gespitst op feiten en raciale rapporten zoals in die commissie Werner worden genoemd.
      Ik probeer het rapport op te zoeken en te lezen.
      Mocht u meer weten over dit soort zaken kunt u me mailen.
      p.x.siccama@chello.nl

      • Jean E. Delahaij zegt:

        Ben een tijdje uit de roulatie geweest. Meneer Pjotr, het verbaast mij telkens weer dat zoveel Indo’s zo weinig weten over waarover ik gewag maak (en ik niet alleen). Het gaat nog steeds door. Ben zelf secretaris a.i. van de Aktiegroep Fair Deal 2010. Onze woordvoerder werd door de huidige voorzitter en de secretaris van het Indisch Platform op een zeer arrogante wijze te woord gestaan in een gesprek dat tot stand was gekomen, nadat de oprichters van voornoemde aktiegroep de voorzitter van het I.P. te kennen hadden gegeven (dit naar aanleiding van een persbericht van deze voorzitter “Er gloort hoop voor de Indische Gemeenschap”) dat zij het met de strekking van dit persbericht niet eens waren en lieten weten een andere aanpak te prefereren en daaraan hun medewerking wilden geven. Het I.P. heeft na meer dan twintig jaar niets bereikt.
        Hieronder de site van Rob Dias,onderdeel ervan: De Indo Story. Lees en huiver
        http://www.robdias.com/index.php/indonesie/de-indo-story-nl

    • Frans Smith zegt:

      Wel te laat, maar alsnog bedankt voor deze gegevens.

  9. Toen ik in 1954 werd ondergebracht in Zandvoort DMZ-pension De Schelp, had ik veel contact met Hollandse scholieren van de Mulo in Haarlem, ze waren daar stom verbaasd dat ik qua geschiedenis en aardrijkskunde van Nederland bijna alles wist. Zelfs de vaderlandse liedjes die we in Surabaya op school leerden en alle coupletten van het Wilhelmus, velen van hun kenden dit niet eens.

    • Surya Atmadja zegt:

      Mijn Indonesische ouders ( “tulen”) van 1915 hadden kennis gemaakt met de Nederlandse opleiding en vorming .
      Ze kenden de Nederlanders redelijk goed , en hadden weinig moeite om door zogenaamde blanke “superioriteit” door te prikken.
      En waren niet echt “verbaasd” dat hun vermoeden min of meer bevestigd werden toen mijn vader gedetacheerd werd in 1968 in Amsterdam.

      Zo goed zijn de Nederlanders ook niet , zoals ze pretenderen in Nederlands Indie.

    • Eppeson Marawasin zegt:

      Aad v.d. Heuvel van KRO’s Brandpunt of Jaap van Meekeren van AVRO’s Televizier hebben volgens mij de toenmalige president van Indonesië voor de camera na al die jaren van school een aantal plaatsen in de provincie Groningen laten opdreunen. Ir Soekarno maakte het rijtje niet af, maar toch …. Hoogemeer, Sappezand!

      Ik vermoed dat in Nederlands Indië niet werd onderwezen, dat er in Nederland nog mensen in plaggenhutten leefden, of nieuw gebouwde huizen ‘mochten’ droogwonen. Laat staan af mochten weten van het kinderwetje van Van H. of het bestaan van de aardappeleters.

      Vader vertelde met passie en trots over zijn Aboroe en al wat daar omheen is. Maar mijn jongere broers plaagden hem altijd met de vraag waar Lobith dan lag, want daar kwam de Rijn toch zijn land binnen?!.

      • buitenzorg zegt:

        Zei Soekarno nou ´Hoogemeer, Sappezand?´ of ´Hoogezand, Sappemeer?´ – niet onbelangrijk om te weten, want in het eerste geval was het een duidelijk geval van insubordinatie, van anti-koloniale ressentimenten en een bewuste poging de interviewers op het verkeerde been zetten (zou wel iets zijn voor Soekarno).
        In het tweede geval een bewijs van goed onderwijs of een goed geheugen….

      • Ed Vos zegt:

        Ja Pak Eppeson, wanneer je op foto’s ziet hoe de meeste mensen (het gewone volk) in Nederland woonde voordat die socialistische woningwet in 1901 in Nederland er door kwam, dan was je als bevoorrechte indo wel heel blij dat je niet in Nederland zat. Ik schrok er wel van. Geen geen eigen toilet, geen wasgelegenheid behalve een teiltje en het badhuis.
        Ik moet er niet aan denken hartje winter. In Indie ging het buitenshuis wel wat soepeler aan toe. Kon je nog een duik nemen in de rivier, of poepen langs de kali.
        Ook in de jaren 60 was het voor velen schrikken hier in Nederland. Ook dan was het totok kerok zonder tjebok en totok kepet.
        Maar volgens mij maakte het niet veel verschil of je nou toen in Indie of in Nederland woonde. Het was kommer en kwel voor de gewone bevolking.

      • Een correctie: ik noemde u in mijn reactie mevrouw, maar het moest natuurlijk mijnheer zijn.
        Mijn welgemeende excuses hiervoor.
        P/X.Siccama

    • Merina zegt:

      Hallo meneer,
      Ik houd mijn profielwerkstuk over de integratie van Indische mensen, en mijn oma vertelde dat zij in ’58 ook ondergebracht werd in ‘de Schelp’. Haar naam is Vonny Lespau-Michael, kent u haar misschien? En zou u wat kunnen vertellen over hoe u in die tijd leefde?

      • buitenzorg zegt:

        Beste Merina:

        Hotel ´De Schelp´ in Zandvoort werd in de jaren ´50 gebruikt als opvangoord voor Indische repatrianten. Over de opvang van repatrianten is de volgende info bruikbaar:
        H.C. Wassenaar-Jellesma, Van Oost naar West. Den Haag, 1969.
        Deze video is interessant:
        http://www.contractpensions.nl/Djangan_Loepah/HOME.html
        De heer Pinchetti, die hierboven meldde dat hij in ´De Schelp´ heeft gewoond, heb ik op de hoogte gesteld van je verzoek.
        Succes!

    • Raymond zegt:

      Hai,leuk om te lezen dat je daar hebt gezeten,ik ben daar geboren vlak na aankomst in 1953.

    • Caroline Richir-Ofman zegt:

      beste meneer Pinchetti, mijn man is in 1955 opgevangen in hotel de Schelp. Zijn naam is Jim(my) Richir, hij was toen 7 jaar en kwam daar in november samen met zijn moeder, mw. Wan Nio Richir-Lie en zijn broertje Boy (5 j). Hebt u hen gekend? Het verhaal gaat dat zij daarna naar een andere pension zijn verhuisd ( mogelijk omdat de 3 oudere kinderen er inmiddels ook waren?). Zij hebben in elk geval tot 1958 in Voorthuizen in een opvanggelegenheid gewoond en daarna zijn zij naar Noord-Holland verhuisd. Of zij tussen Zandvoort en Voorthuizen nog ergens anders hebben gewoond is een beetje vaag. Mogelijk weet u iets meer? Dat zou erg leuk zijn.
      Bij voorbaat vriendelijk dank.

    • Y.van Heuven van Staereling zegt:

      in die periode dat u in pension de Schelp in Zandvoort verbleef , waren wij daar ook

  10. Eppeson Marawasin zegt:

    Zo, gelijk Van Gogh met enkele penseelstreken even Soekarno neerzetten; da’s kunst. In een paar woorden ziel en zaligheid van Soekarno gevangen; da’s litterair. Ik wil niet veel zeggen, maar …..

  11. Surya Atmadja zegt:

    Buitenzorg had over 2 mogelijkheden.
    Als Indonesier zijnde denk ik aan een 3de mogelijkheid.
    Veel van mijn landgenoten en zeker van de oudere generatie die nog aan de adat en of tradities houden zullen “nooit”hun kennis ten toon stellen.
    Nooit de achterste deel van hun tong laten zien.
    Bescheiden optreden is belangrijk.
    Het is ook cultuur bepaald.
    Als S verkeerde antwoorden gaf zal de “oude leermeesters”zeggen , dat S niet goed had opgelet op school.
    Vandaar dat hij een middenweg had genomen.

    Reken maar van Yes dat de bumi putera’s die de HIS ,ELS , Mulo, AMS of HBS hadden gedaan echt hun best op school moeten doen .
    Zelfs vaak beter moeten presteren dan de Indische Nederlanders en Nederlanders.

    • Eppeson Marawasin zegt:

      Je kunt van en over Soekarno alles zeggen wat je wilt, maar dat hij uitblonk in, of een toonbeeld was van Javaanse bescheidenheid daar zijn de meningen dacht ik nu juist niet over verdeeld. Oder?

      Zelf heb ik op de lagere school twee Indische Indo meesters gehad, waarvan één de bovenmeester. Meester Cormane en meester Macaré. Discipline, discipline, discipline; en aan het einde van de les altijd weer mooie verhalen over Indië. Gebiologeerd hingen wijj aan hun lippen en geloofden zelfs dat één hunner echt met een Sumatraanse tijger gevochten had en had gewonnen!!!

      • Soekarno had slechts één agenda: Soekarno! Soekarno! Soekarno!
        Overigens gaat het in de commentaren op ‘Pinda’s en Poepchinezen’ al lang niet meer over discriminatie van de Indo’s.
        Het is waar dat veel Indo’s niet wilden/willen praten over de discriminatie die ze ondervonden/ondervinden. Eén van de redenen was/is dat het al gauw gebagatelliseerd werd/wordt, dat degene die het benoemde/benoemt een etiket van minderwaardigheidscomplex werd/wordt opgedrukt; dus soedah, laat maar!
        Wil graag nog eens een oproep doen: zijn er mensen, die op 8 maart 1942 en de dagen erna in Solo verbleven, meemaakten dat de Europese- en Indo-Europese gemeenschapgerampokt werd en vervolgens belegerd werd in het Gouvernementsgebouw, waar slechts een handjevol Jappen de veiligheid van de belegerden moest, maar niet kon als er een stormloop had plaatsgevonden, garanderen; kunnen/willen deze mensen hiervan getuigen?

  12. Peter van den Broek zegt:

    Ik zat in de 60er jaren op de Chr. lagere school in Rijswijk en daar werd ik wel gediscrimineerd wat veeal op haat en nijd berustte, ik was goed op school, vooral met rekenen en geschiedenis en kon goed hardlopen. Het aantal indo’s op school was helaas op 1 hand te tellen. Op het Atheneum waren er nog minder Indo’s, en hier stierf eigenlijk de discriminatie uit, het was niet done om iemand op zijn uiterlijk te discrimineren. Ik had een dikke vriend die heel goed kon voetballen maar over zijn dikheid werd niet gesproken. Op de universiteit in Rotterdam werd eigenlijk niet gediscrimineerd behalve op studentenclubs. Ik zat zelf op een katholieke studentenclub en daar kon het wel ruig toegaan, gelukkig was ik wel verbaal begaafd. Tot handtastelijkheden kwam het nooit, daar werd wel op gelet.
    Daarna heb ik in mijn militaire dienstplicht en later op het werk nooit last gehad van discriminatie wat veelal te maken heeft met opleiding, opvoeding en voorbeeldige Nederlandse spraak.

    In het buitenland, Zwitserland en Italie maar ook Duitsland heb geen last van discriminatie. Dat komt vooral omdat ik vloeiend Duits, Engels en Italiaans praat en schrijf. mensen hebben gauw door wat ze wel of niet kunnen uithalen. Soms lok ik het ook uit om kijken hoe de reactie is.

    • Eppeson Marawasin zegt:

      Bijzonder. Vooral dat van die voorbeeldige spraak, dat herken ik namelijk ook. Heel lang geleden moest ik noodgewongen in Werkendam ( Indië-kenners weten wel wie daar vandaan komt) een drukke dorpswinkel binnenlopen. Anders dan in je eigen domicilie tientallen kilometers noordwaarts waar ze aan een hele wijk gewend zijn, voel je de blikken die je volgen. Allemaal druk pratende vrouwen dus was ik snel aan de beurt. Nu moet eigenlijk de slowmotion-editor geactiveerd worden, want toen die kleine Ambonees zijn bestelling begon te plaatsen werd het in een split second dood- en doodstil. Heel onwerkelijk. Ik heb zo’n plotselinge stile daarna nooit meer als zodanig ervaren. Blijkbaar was de combinatie accentloos, voorbeeldig Nederlands en een bruine huidskleur op dat moment voor de aanwezigen nog een adembenemende ervaring.

  13. Ron Smit zegt:

    Vele Indo’s hadden en hebben de Indo mentaliteit het “Indolent” zijn, zo van “nou ja sudah, laat maar” en toen ze in nederland kwamen, hadden ze, in meer of mindere mate, een minderwaardigheids complex, t.o.v. de blanke nederlander. Daardoor voelden ze zich ook gauw gediscrimineerd, terwijl dit niet misschien niet zo bedoeld was. Als je verbaal je mannetje stond, had je nergens last van. Zelf was ik in 1958 vanuit NNG naar nederland gekomen en in dienst gegaan bij de Kon.Marine. Er waren meer indische jongens, toen dan nu, bij de marine in dienst en werden wij “blauwe jongens” genoemd, wat voor ons een ere-naam was. Van discriminatie heb ik persoonlijk nooit wat gemerkt binnen de marine en dan kijk ik naar behandeling door de officieren,
    of bij het in aamerking komen voor bevordering en/of opleiding.

    • Jan A. Somers zegt:

      Bij al mijn vakantiebaantjes, werkstudentbanen, militaire dienst (opleiding reserve-officier) en uiteindelijk mijn ‘echte’ baan bij TNO nooit gemerkt dat ik ‘Indisch’ werd gevonden. Je moest gewoon je werk doen en meedoen met de rest. Onze afdelingssecretaresse was een Indische mevrouw die af en toe sate maakte. De emmer met vlees de hele dag af en toe met blote handen in de marinade roeren, ‘s-middags roosteren in de zuurkast. Iedereen smullen. Bij de afdeling naast ons werkte een Indische man die geweldig kon koken. Een keer per maand, ook in de zuurkast, de hele afdeling genoot er van. Maar ook gast-onderzoekers, ik herinner mij een Pool, een Chinees en een Japanner, konden lekker koken, ras of kleur maakte niets uit.

    • Ik erger mij aan het woord ‘indolent’. Indolent betekent: lusteloos, traag, vadsig, onverschillig.
      Indolentie betekent: lusteloosheid, geestelijke traagheid.
      In een eerder commentaar heb ik verwezen naar het zeer discriminerende, ten opzichte van Indo’s, rapport dat de commisie Werner in 1952 overhandigde aan de Nederlandse regering. Daar wordt o.a. het trage werktempo van de Indo’s benoemd.
      De Nederlandse wergevers, die desondanks Indo’s in dienst namen, ondervonden dat het opgedragen werk altijd op tijd afkwam en van hoge kwaliteit was. Indo’s waren/zijn vaak niet zo ‘snel’ als de doorsnee Nederlander, maar nauwgezet en gebrand om werk af te leveren van hoge kwaliteit binnen de gestelde tijdslimiet. Indolent/indolentie werd/wordt vaak als etiket op de Indo geplakt. Zeer dom en discriminerend.
      Dat veel Indo’s zich schikten in hun lot is heel iets anders. Na jarenlange ervaring in hun geboorteland, dat je verzetten tegen de blanke elite vechten tegen de bierkaai was, deed men er het zwijgen toe.
      In Amerika waren/ zijn Indo’s zeer gewild. En al snel leerden zij hun tempo op te voeren, zonder verlies van kwaliteit van af te leveren werk.

  14. Yolanda Hoekema-Prins zegt:

    Graag wil ik nog een aanvulling geven. In mijn herinnering was het in Indonesie al zo dat Nederlanders elkaar, achter hun hand toefluisterden: hij of zij is “indisch”.
    En later in Nederland deed men dat ook nog.
    Dat is naar mijn mening een nog veel geraffineerdere vorm van discriminatie.
    Yolanda Hoekema-Prins

  15. Naar mijn beleving en ervaring werd de Indo gediscrimineerd, in woord en daad.
    Hij voelde zich maar ten dele Europeaan en de rest was “minderwaardig.”
    De Indo was dus eigenlijk maar gedeeltelijk mens, naar gelang het percentage Europees bloed det hem door d’adren vloeit. ( Kennen jullie nog dat lied: “Wie Neerlands bloed door d’adren vloeit, van vreemde smetten vrij .. “.
    Dankzij de Indonesische emancipatie werd het “minderwaardige” deel nu dus ook “volwaardig “., en mogen we ons na drie eeuwen eindelijk als complete mensen beschouwen..

  16. Ed Vos zegt:

    Discriminatie is gebaseerd op vooroordelen, onwetendheid of onbekendheid. Berust ook vaak op jaloezie of bang door de ander te worden ondergesneeuwd.
    Daarnaast het zich verheven voelen boven de ander omdat die gehandicapt is, minder begaafd of een ander huidskleur heeft.
    Allemaal zaken waarover je boekenkasten mee kunt vullen, en dat doen we hier dus niet.

    Maar vergeet niet dat ook indo’s een vooropgezet beeld hebben van zichzelf. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen: ook ik ontkom er niet aan.

    In een periode waarin de derde/vierde generatie indo’s op zoek zijn naar hun identiteit wordt eea wel des te verwarrender.

    Neem nou de discussie die afgelopen week gaande was mbt het schilderij “Indische schone” op Indisch4ever.
    Het bleek hier achteraf te gaan om een schilderij van Mata Hari.

    Maar de opmerking ten aanzien van de vrouw op het schilderij logen er niet. Die vrouw kon nooit indisch zijn want, dan was ze veel donkerder van kleur, dan had ze een hidung pesek (platte neus).

    Ik vroeg me af hoe zouden die derde generatie indische/indo vrouwen met hun blanke huid – bijvoorbeeld van dat I love indo clubje – en hun hidung mancung zich voelen na al het lezen van die uiterlijke kenmerken waaraan je als indo/indische moest voldoen.

    Zouden zij zich misschien buitengesloten voelen?

    Wat mij betreft, krijg ik hoe langer hoe meer last van de kriebels wanneer ik woorden lees als indisch en indo, of ik ben indisch/indo.

    • Ed Vos zegt:

      Correctie: I love Indo moet zijn: Hoezo Indo

    • Jan A. Somers zegt:

      Er is ook verschil tussen je gediscrimineerd voelen, en gediscrimineerd worden. En het kleurtje komt vaak uit een potje.

      • Ed Vos zegt:

        Ook dat is helemaal waar Jan.
        Ik kreeg vroeger soms ook de indruk (of het gevoel?) dat je als eenvoudige indo niet helemaal voor vol werd aangezien door totoks. Ach wat weet die bruine nou.. En dan kwam soms het potje gele of bruine verf te voorschijn of de pinda’s die naar je toe werden geworpen.
        Dat verschilde wel van persoon tot persoon. We gaan niet generaliseren. En vooral als kind (onder kinderen) zou je daar eens wel eens veel last van ondervinden.
        En dan gingen sommigen opeens heel bekakt Nederlands spreken, zich nog Nederlandser voordoen (gedragen), sombong, en dergelijke. Er volgt altijd een tegenreactie in welke richting dan ook.
        Ergens ook weer logisch. En dat heb je dan al snel door wanneer dat werd overdreven. Dat goed (niet perfect) Nederlands spreken in het openbaar leek me toch ook wel een goed “(anti)wapen”, wanneer ik hier de reacties lees.

        Maar de tijden zijn veranderd, hopelijk.

  17. Eppeson Marawasin zegt:

    Niet alleen ‘the times are a changing’, maar ook de vanzelfsprekendheid van het kleurtje. Ik heb vandaag de dag soms moeite of ik met jeugdige nakomelingen van Ambonese, Turkse, Marokaanse of Filipijnse afstamming te maken heb. Mijn enige houvast omtrent de eerste groep is vaak als zo’n Turks of Marokaans ogende jongeling vriendelijk teruggroet met: “Dag Oom!”

    • Ed Vos zegt:

      Ja, Pak Eppeson. Tegenwoordig heb je voor indo’s ook benamingen als indo baru en twijfelindo. Daarnaast ook indo-molukker. Allemaal gebruikt om toch maar te kunnen behoren tot en te delen in de eer van die unieke indisch/indo bevolking van de voormalige kolonie en die naar Nederland verhuisde.

      Wat mij betreft eindigde dat indisch bij de soevereiniteitsoverdracht en aan indo hangt zo’n denigrerende ‘anak kolongluchtje ‘ dat ik die benamingen nauwelijk voor mijzelf durf te gebruiken. 😉

      • Jan A. Somers zegt:

        De discussie over indo of niet is vaak leuk, soms onsmakelijk. Volgens de definities(???) voldoe ik er misschien aan, maar ik maak er geen punt van. Het enige waar ik trots op ben is dat ik behalve een vaderland ook een moederland heb. En natuurlijk dat het eten zo lekker is. Vanmiddag nog ketropak gegeten, van mijn Zeeuwse(!) vrouw. De tahoe was in de aanbieding bij C1000. Zeeuwen blijven zuinig!

  18. Jan A. Somers zegt:

    Sorry, ketoprak. Mijn vingers doen niet wat mijn hoofd wil. De jaren?

    • Ed Vos zegt:

      Kippigheid of snelheid van schrijven denk ik.

      Vanwaar die excuses pak Jan? U bent toch geen man van excuses?

      Ook ik kan er prat op gaan een moeder- zowel als een vaderland te hebben en die ik beide, zonder ultra-nationalistische gevoelens te bezitten, ook wel eens kan “liefhebben” en soms ook “haten”..
      Met die wetenschap in mijn achterhoofd, denk (!) ik: Love means never having to say you’re sorry

      • Jan A. Somers zegt:

        Als ik iets fout heb gedaan tegen iemand anders, dan buig ik mijn hoofd, mijn excuses. Ik haat overigens nooit mijn landen van herkomst, alleen schud ik wel eens mijn hoofd, stelletje stomme eikels. Sorry!

  19. Ed Vos zegt:

    Nog even een korte reactie in dit topic.
    In 2010 bezocht ik het Prambanan-complex te Yogya. Ik dacht ik ga geen ticket van 13 dollar kopen, maar kocht er een voor een inlandersprijsje van 8.000 rupiah.
    Met die ticket kon ik……… zo doorlopen tussen de ander Indonesische bezoekers.

    Toen wist ik het. Ik hoefde me geen zorgen te maken over of te twijfelen aan wie ik was.
    Dat zat wel goed 😉

    • Eppeson Marawasin zegt:

      Aha! Vandaar die zegswijze op 51*NB 5*OL: “Zo slim als Ed!” 😉

      • Ed Vos zegt:

        Of dat zo slim is weet ik niet, Pak Eppeson. Wel zuinig en even nadenken.
        In Indonesie moet je bij je uitgavenpatroon denken als een Indonesier.
        Anders word je voortdurend een poot uitgerukt of een oor aangenaaid.
        Niet je gaan gedragen als de grote meneer,
        Voorts liggen de gedachten van een poepchinees dicht bij die van de Hollander, Hollanders worden immers toch ook de Chinezen van Europa genoemd?
        Alles wat je kunt verkopen, verkoop je, vooral in deze tijden van crisis, en elke cent die je uitgeeft moet verantwoord zijn.

        Waarom immers worden in Amsterdam in een bepaalde buurt de straatnamen ook in het Chinees vermeld?
        Dat is gewoon big business, heren!
        Rijke mensen steunen en onderhouden elkaar. Ook in Indonesie. Anders kom je er niet 😉
        Dat is Oosterse filosofie combineren met Westerse.

        Desalniettemin, trakteren doe je slechts je familie of je vrienden, En dan is het niet going Dutch, maar mag je best met de flappen wapperen, want het zijn toch maar rupiahs.
        Dus bedelaars geef je geen 10.000 rupiah of meer, omdat ze zo zielig zijn maar 500-1000 rupiah.
        Bedelaars moet je overigens geen geld geven maar een sapu lidi.
        Om die rommel op straat schoon te vegen, tegen betaling,
        Niets voor niets. zoals die ad hoc parkeerwachters het doen. Want wie zegt mij dat ze officieel zijn aangesteld?
        En wie zegt mij dat zo’n bedelaar een echte bedelaar is, en niet stiekem in een villa met 2 verdiepingen woont. Dat weet je toch ook niet?
        In Indonesie is alles mogelijk.

        Maar om in de lijn van het voorafgaande of van dit topic te blijven,
        Mij ging het erom om te testen of ik een echte indo was en niet zo’n twijfelgeval.
        Blijkbaar niet, en dat gaf mij toch wel een goed gevoel.
        Ja geen kunst. In Nederland ziet men toch wel dat ik geen totok ben, en mogen ze mij best allerlei bijnamen geven. Dat doet geen pijn.
        Maar zien ze dat in Indonesie ook?
        That’s the question.
        Want wanneer ze mij daar ook allerlei bijnamen geven zoals bijvoorbeeld Londo, of Bule, dan voelt dat zo aan als ver van mijn roots, daar krijg ik hartzeer van ;-).

  20. Jan A. Somers zegt:

    Die lui uit Nederland blijven zuinig! Lijkt mijn Zeeuwse vrouw wel. Ikzelf overigens ook.

  21. eston zegt:

    Hallo allemaal, mijn vader is in 1952 met mijn opa, oma en tante in 1952 in ´t pension gekomen. Kan iemand mij die de fam. Oechies kent de achtergronden van Jan Oechies en de rest van mijn fam. vertellen? Hebben via Pa van der Steur een andere achternaam gekregen. We komen van Madura en hadden een keraton, ik denk in Sumenep. Namen: Witsen, Elias en Raden Ayu Minaningrat of Hadiningrat. Mijn vader speelde jaren bij the Hot Jumpers.
    bvd Eston

    • buitenzorg zegt:

      Eston,
      Jan Oechies was werkzaam in de zoutwinning in Kalianget. Bij het begin van de oorlog werd hij gevangen genomen. Je oma bleef met haar kinderen achter. Eerst werden ze ondergebracht in Hotel Van Duyne, Marengan (even onder Soemenep, aan de weg naar Kalianget). Later, eind 1943, mochten ze op eigen gelegenheid naar Soerabaja. Daar hebben ze de rest van de oorlogsperiode meegemaakt.
      Hun eerste halte in NL, in 1952, was in ´De Schelp´ in Zandvoort.

      • eston james oechies zegt:

        hallo buitenzorg ik zie nu dit bericht ..weet U misschien meer over de fam. ik heb brieven van mijn vader eric jan daar in staat dat wij een een andere achternaam hadden misschien kan ik u de brieven sturen en U mij wat meer kan vertellen over mijn komaf
        en ook over het geen dat mijn voorouders van adel zijn weet niet wat onze echte achternaam was of is en mijn oma een vrouw uit kanton naam lubbers maar ook zij had een andere achternaam …kan ik U via een andere weg benaderen .ik kom niet verder
        graag hoop ik op een reactie van uw zijde

  22. Peter van den Broek zegt:

    Om terug te komen op discriminatie, In de jaren 80 werkte ik bij een Ziekenfonds in het westen des lands waar ik de tariefsonderhandelingen met alle zorginstellingen in het werkgebied deed, Bij het ziekenfonds werkten veel mensen uit de voormalige kolonie Suriname en één creoolse Surinamer, dus zwart, vertelde mij dat hij wel door “collega’s” werd gediscrimineerd. dat verbaasde mij wel. Natuurlijk is er een verklaring voor, ik spreek geen bekakt maar wel beschaafd Nederlands, heb een wat hogere opleiding en ik had er en funktie hoog te houden. En natuurlijk kleding maken de man want ik loop in mijn werk altijd bij met jasje en dasje (ik heb er meer dan 100), overhemden met manchetten gaan er bij mij in als koek en ik heb altijd modieuze en gepoetste schoenen, de broeksriem heeft op advies van mijn zoon, dezelfde kleur als mijn schoenen.

    Het is dus niet altijd de spraak want hier in Italie spreek ik ondanks 15-jarig verblijf grammaticaal slecht Italiaans. Natuurlijk heb ik toch een heel zorgvuldig woordgebruik en spreek Italiaans nogal snel. Het is dus een samenspel van factoren. Je lichaamstaal is ook belangrijk, dus niet als geintegreerde Indo niet boven het maaiveld uitkomen, de welsprekende (sic) bescheidenheid laat ons bukken, maar gewoon de zelf- en doelbewuste Indo uithangen, branie hè.
    Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan want als verkoper van biologische produkten is elke vergadering met een buyer van een supermarkt voor mij een examen, alhoewel ik toch goed ben in mijn vak. Misschien is het een gebrek aan zelfvertrouwen, is dat Indisch of gewoon een menselijk trekje. Daar komt nog bij dat verkopen eigenlijk niet mijn vak is. Ik hou me liever bezig met cijfertjes en organisatie-advieswerk, maar ja ik moettoch ergens mijn geld verdienen met 5 talen.

    • Eppeson Marawasin zegt:

      Yo…meneer Van den Broek, da’s altijd wel handig die beheersing van die vijf talen, want als u ooit een boek gaat schrijven dan kunt u het meteen overzetten in Javaans, Soendaas, Alfoers, Boeginees en Battaks. En uw salesmanagementqualities komen dan vanzelf van pas. Op z’n Nederlands; twee vliegen in één klap! 😉

      Had ik zelf vroeger maar zo goed m’n best gedaan! Ik heb me er maar bij neergelegd (sudah lt mr). You can’t have it all. Ik was ook niet zo begiftigd met dat leertalent en het doorzettingsvermogen hield ook niet over, zo gebiedt de eerlijkheid mij hier te melden.Terwijl ik daar in beginsel onder (t)huiselijke prestatiedwang wel voor ging. Het eindresultaat ‘Aluiqius in omnibus, nullus in singulis’. Verder valt het wel mee…eeh!

  23. Peter van den Broek zegt:

    semia est simia etiamsi aurea gestet insignia’ , is de volledige latijnse tekt:en slaat op iets wat uit zijn verband wordt gerukt.
    Maar een aap kan volgens post-Darwiniaanse evolutietheorie ook veranderen en tot iets hoger worden. waardoor de kleding dan wel past. Ik denk dat discriminatie veel met de koloniale maatschappij te maken heeft waarbij de blanke ervan uitgaat dat hij op de hoogste trap der beschaving staat. Dat zie je al aan het woordgebruil, in Indie zoals halfbloed, liplap, gemengdbloed, indolent.verindischen (Hella Haasse. Oeroeg), maar nu nog steeds gebruiken ook Indo’s deze raSSenterminologie, tot in de 3de en 4de generatie toe, het non plus ultra is wel hoeveel 100% indo ben jij (ikzelf ben 100% raszuiver). . De Indo’s kregen na de uittocht uit het beloofde land en de reis naar Nederland, het andere beloofde land de rekening van koloniale onderdrukkimg nogmaals in Nederland gepresenteerd

    • Jan A. Somers zegt:

      Maar de indo voelde zich wel boven de ‘inlander’ staan. In de kampong terecht komen was een schande. En in Nederland voelt de indo zich nog steeds door de ‘echte’ Nederlanders gediscrimineerd. Wanneer strekken zij nou eens de rug? Mij is nooit een rekening gepresenteerd, ben gewoon mijn eigen weg gegaan. Heb ik van mijn ouders geleerd. Ik weet drommels goed dat ik mij nu in een luxe situatie bevind, maar ik heb er wel voor moeten knokken.

      • Aelle zegt:

        Kampung (u = oe) of kampong betekende toch armoede?
        Als autistisch Indisch kind op weg naar school via de binnenwegen liep ik langs de krotjes, en raakte ik er helemaal door gefascineerd. Ik stond alleen bij de deuropeningen naar binnen te kijken. Waarschijnlijk met een open mond en stomgeslagen.
        De vloer bestond uit eenvoudig platgetrapte aarde. Er stond ergens tegen de gedèk-wand een balèh balèh (slaapplaats zonder matras) en voor de rest zag ik niets.
        Bijna elk jaar tijdens de droge moesson vloog zo’n kampong in de fik. Met drommen renden de bewoners langs ons huis met rondom tuin weg. Een 2 eeuwen oude villa gelegen aan de Goenoeng Sahari West Binnen, later Pasar Baru Timur Dalam genoemd, waar slechts 4 woningen stonden met aan de overzijde een ellenlange witte muur. Elke ruimte had haar eigen patroon van keramische tegels. De woonkamervloer was donkergroen met een auberginekleurige bandmotief, die glanste als de meid met een natte dweil eroverheen ging. De voordeur en ramen waren dubbel; beglaasd en louvrestijl zwart.
        Alle deurgrepen waren van gewelfd koper. Helaas werd het gas tijdens de oorlog afgesloten, en kon er nog als in de kampong op arêng (houtskool) worden gekookt.
        Als getinte tiener in de bus op weg naar school of huiswaarts werd ik door een man, gekleed als kantoorpik, “Wilde Bloem” genoemd. Ik was niet gecharmeerd. Integendeel.

      • Surya Atmadja zegt:

        “voelde zich wel boven de “inlander” staan”.
        ==========================================
        Kunst, als je gaat vergelijken met de grote massa , de nog min of meer relatief bijna “ongeschoolde” Inlanders.

        Wat grappig was , dat sommigen ook hoger voelden dan goed geschoolde inlanders.
        Dat vertelde mijn (inlandse)ouders .
        Maar dat was froeher toen Indonesia nog Nederlands Oost Indie heet.
        Tegenwoordig zal het anders zijn .

      • Bo Keller zegt:

        M’n familie en ik voelden het niet als een schande om in de kampong te wonen [eigendom]
        Het heet nu nog .kampong jawa dalam te Padang .naast de missigit.
        Wat een idiote verhalen lees ik hier wederom.Hebben we ’t weer over alle Indo’s of alleen
        de personen die de klompendans daar [Indié] beter dansten dan de dansers uit de Veluwe. Wie zat naast me in de schoolbank.!Wie waren m’n Knil-maten Hoe wisten we, dat bibik Banjar de lekkerste pecel had en zo kan ik nog doorgaan.Trouwens moeten we dan ook schamen voor onze indische afkomst’. Niet zo lagak nou !

  24. Peter van den Broek zegt:

    In Indie had je niet alleen tussen de blanda’s een rangen en standenmaatschappij maar ook tussen de Indo’s, daar kwam het kleurverschil nog eens bij. Kan iemand mij vertellen hoe dat precies werkte en werd dat in Nederland gewoon doorgetrokken, bleven die rangen en standen ook in Nederland gehandhaafd. Ik woonde in mijn jeugd (of all places) in Rijswijk en bij die weinige Indo’s daar, waren er toch geen rang noch stand. Natuurlijk was de burgemeester Bogaarts de uitzondering. Later zag ik weinig rang of stand maar ik zag ook weinig Indo’s

  25. Jan A. Somers zegt:

    Toen ik met een Zeeuws meisje trouwde schijnt dat door sommigen niet in dank te zijn afgenomen. Het is al heel lang geleden, ik weet er dus het fijne niet van, het interesseerde mij eigenlijk niet. Gevraagd werd of zij wel voor mij kon zorgen, of zij wel Indisch kon koken. Ik kon ze gerust stellen, ze kookt heel lekker Indisch, van mijn moeder geleerd.

  26. Griselda Molemans zegt:

    Om op de kern van dit topic te reageren: er is structureel sprake geweest van discriminatie en achterstelling van de circa 300.000 vluchtelingen uit voormalig Nederlands-Indie. Los van het feit dat diploma’s en opleidingen niet erkend werden bij aankomst in Nederland was het grote pijnpunt de verplichting om de kosten voor onderdak en zorg terug te betalen aan de Nederlandse overheid, een schuld die samengesteld was uit de kosten voor de overtocht, kleding, verblijf in een contractpension of woonoord en meubels voor de eigen huurwoning. De term “geruisloze integratie” is op deze episode geplakt om de waarheid te verdoezelen: er moest terugbetaald worden en fors ook. Dit najaar verschijnt ‘Opgevangen in andijvielucht’ over de opvang van de grootste groep vluchtelingen ooit, bestaande uit Indische Nederlanders, Indo-Afrikanen, Molukkers, Papua’s en statenloze Chinezen en Indonesiers in contractpensions, DUW-kampen, kazernes, ziekenhuizen, campings en de voormalig kampen Westerbork en Vught. En waarom een kleine 25.000 van hen doorgeemigreerd zijn naar de Verenigde Staten onder de Pastore-Walter Act. (Canada en Australie hanteerden destijds een ‘colour bar’, waardoor donkergetinte emigranten niet toegelaten werden. Dat gebeurde pas in de jaren ’70)

  27. Jan A. Somers zegt:

    Van mijn broer is het in het Tjimahi-kamp behaalde gymnasiumdiploma in Nederland gewoon erkend, mocht direct doorstuderen. Er was ook sprake van een zgn. Londens(?) diploma. Ik was nog niet zover, maar ik mocht in 1946 in Vlissingen (er was daar geen overbruggingsHBS) gewoon een paar klassen HBS overslaan, met een heel jaar gratis bijlessen. De smoes van de directeur was dat ik zou zakken voor mijn toelatingsexamen, maar dat het niet was verboden mij in een hogere klas te plaatsen. Keurig opgevangen, ook door mijn klasgenoten! Mijn zus was er te slecht aan toe om in Nederland de HBS af te maken, maar haar driejaar van voor de oorlog werden beloond met een diploma DriejaarHBS. Kon ze toch mee verder. Het was dus niet allemaal kommer en kwel.

    • Surya Atmadja zegt:

      Waarschijnlijk is er een verschil geweest of gemaakt tussen verschillende migrantengolven.
      In 1968 kon ik zelfs met mijn SMA B diploma uit Jakarta gewoon aanschuiven bij een een TH en later bij een HBO .
      Bij diverse universiteiten/Hogescholen kon ik soms aanschuiven /college volgen en tentament afleggen .(TH Eindhoven, K.U Nijmegen en Tilburg ).
      In Delft moet ik eerst een col.doctum afleggen, en gezien met achtergrond (SMA B ipv HBS B ( mijn SMA Negeri VII was froeher HBS CAS Batavia) werd ik geadviseerd om niet in Delft te gaan studeren.
      In Belgie (Leuven) werd ik ook aangenomen.

      Wat Griselda schreef is waar , veel van mijn bekenden (de ste gen.Indo ) werden vaak onder gewaardeerd , zelfs veel latere spijtoptanten moeten gewoon de fabriek in , gezellig aan de lopende band.
      Dat gebeurde bij oud kolega’s van mijn vader uit Indonesia , velen hadden betere opleiding en kunnen beter Nederlands dan de autochtone Nederlanders.

  28. Adik zegt:

    Hallo, discriminatie? Ik was een jongen van 16, weet niet meer welk jaartal. Ik ben nu een very belegen persoon. Maar ik heb een trauma over die Ambonesen, waarom vochten zij tegen ons? Wij “Kacangs” wij komen toch uit zelfde land? Toen de oude garde “blanken” in tehuisen terecht kwamen, noemden de jonge lui mij “Turk” geloof me, echt beter, pinda pinda poep Chinees, dan Turk. Oh, wat een sooi seg, uiteraard kan ik herhalen wat discriminatie tegen mij was, maar daar heb ik geen trauma van ovegehouden, van die ” Ambon tengi” wel, waarom oh waarom????
    Groet……… Adik………

  29. Aelle zegt:

    Zoals jullie elders hebben kunnen lezen werd ik door een medepassagier, een stoffig-in-zwart-pak geklede ambtenaar die altijd een sleets geraakte leren aktentas bij zich droeg, ‘wilde bloem’ genoemd toen ik als jonge Indo tiener iedere dag met de bus naar school in de binnenstad en terug huiswaarts reed. Dat hij weliswaar een begrafenisondernemer had kunnen zijn, schiet me nu pas te binnen.
    Eerder werden mijn zus en ik, volgens zeggen, de hoertjes ****** (onze familienaam) genoemd omdat we (stiekem) sigaretten rookten. Het waren notabene niet de Nederlanders, maar onze ‘eigen’ mederepatrianten met wie we in kliekjes in de straat in contractpensions woonden. In die periode had ik ’t op school ook altijd aan de stok met Hollandse jongens die me provoceerden, eerder dan dat ze me discrimineerden.
    Het eerste ‘ bruintje’ dat bij hun in de klas zat! Was dat geoorloofd? Hoe zullen we haar op stang jagen? Nu heet dit fenomeen in perfect engels, bullying (Boelie Jing).
    Uiteindelijk belandden mijn zus en ik na meer dan een half jaar Thuisland door toedoen van een vervloekte maatschappelijk werkster, ene mevrouw Smit (of Schmidt?), die toen in een witte VW-kever reed, elk afzonderlijk in een RK internaat “De Goede Herder” op kosten ( Fl.180,00 p.p./p.maand) van de Spaarbankrekening van onze ouders.
    Ik werd, te vergelijken met de Joden tijdens de Holocaust, op een koude winteravond in januari, plotseling meegenomen naar een klooster in Leiderdorp, en als een pakketje afgeleverd en ontvangen door een Non, die Moeder heette. Die dag droeg ik voor het laatst mijn spijkerbroek. Ik sliep in een grote zolderruimte waarin klein getimmerde hokjes een bed en nachtkasje met lampetkan ons logies boden. Eéns in de week mochten wij als groep van jonge meisjes een douche nemen. Wanneer de aardappelschilmachine stuk was, werden we in lange rijen tegenover elkaar op de gangen gerangschikt, en terwijl iemand, staande op een krukje, uit een spannend voorlas, schilden we zelf alle aardappelen. Dit gebeurde regelmatig.
    Reeds vanaf de eerste dag heb ik van ’s morgens tot ’s avonds zes uur moeten werken op een atelier op de eerste verdieping van het grote gebouw. Ik mocht niet naar school. Ik was er zogenaamd ‘ter observatie’. Mijn werk bestond uit het lostornen van donkere kledingstukken voor pastoors. Van de losse onderdelen werden nieuwe kostuums gemaakt. Nog steeds heb ik de neiging om losse draadjes die ik overal tegenkom te plukken. Vanuit het raam waar ik aan zat, zag ik andere kinderen op het ijs schaatsen. Ik besefte niet goed wat ik toen miste.
    Mijn zus werd in Tilburg voorgoed opgesloten, voordat onze moeder tot haar schrik hiervan op de hoogte was gebracht.
    Zodra ze meerderjarig werd, vertrok zij dan ook acuut als immigrant naar de VS.
    Mijn verhaal krijgt binnen afzienbare tijd nog een vervolg….als er hopelijk belangstelling voor is.

    • Aelle zegt:

      Vanzelfsprekend vertrok mijn zus als emigrant naar de VS, maar wat mij is ontgaan is het feit dat Indische Nederlanders al lange tijd niet meer tot de allochtonen worden gerekend. De schattingen lopen overigens uiteen van 430.000 tot ruim 600.000. Toch worden wij in het onderstaand bestand: Cirkeldiagram toch als Allochtonen in Nederland aangemerkt met een percentage van 22,2%.

      • Jean E. Delahaij zegt:

        Sinds het kabinet Kok, werd het usance dat Indische Nederlanders als allochtonen worden aangemerkt. Deels is dat te verklaren omdat er werd ge-eist, dat een bepaald percentage van het personeelsbestand bij overheidsinstellingen en semi-overheidsinstellingen bezet moest worden door allochtonen. Daar hadden voornoemde instellingen weinig zin in en dus…de goed opgeleide- en goed functionerende Indo’s, reeds in dienst van deze instellingen, werden gewoon aangeduid als allochtoon. Probleem opgelost!
        Uit eerste hand weet ik dat verenigingen, clubs e.d., welke opgericht werden/worden vóór en door Indische Nederlanders, bij subsidie verstrekkende overheden, pas in aanmerking kwamen/komen om subsidie te krijgen, wanneer men akkoord ging/gaat met het predicaat allochtoon van de leden. Goed hè!!!!

  30. Pieter zegt:

    @Aelle ik vind het een heel interessant verhaal, vooral datgene over die maatschappelijk werkster, het zal wel eentje van DMZ zijn die ervoor diende te zorgen dat Indischen geintegreert of aangepast dienden te worden, goedschiks danwel kwaadschiks.

    Wat ik opmerkelijk vind dat die mevrouw zoveel invloed had dat ze U naar een internaat kon laten sturen, ik kan me nauwelijks voorstellen dat ze die internaten kontroleren. Nu blijkt dat in de 50er jaren op zwakzinnigen door paters al zeer vooruitstrevend euthenasie gepleegd werd, dan kan ik me Uw situatie levend voorstellen. ik heb de indruk, maar het is maar een indruk dat DMZ vergaande bevoegdheden (huizen- en banenaanwijzing) had, waarvan de Kempetai alleen maar kon dromen. Over deze Dienst is weinig over bekend, er zal wel in Nederlandse ogen gegeurd worden over die Dienst maar ik denk dat indischen vele treurige verhalen over DMZ kunnen vertellen, het is weliswaar niet vergelijkbaar met de Kempetai maar het had weinig met zorg te maken, lijkt mij. Er zou naar de opvang van Indischen door DMZ eigenlijk een parlementaire enquete ingesteld diennen te worden. Dan gaat er echt een beerput open.

  31. Aelle zegt:

    Jean E. Delahaij zegt:
    29 juni 2012 om 8:03 pm
    Sinds het kabinet Kok, werd het usance dat Indische Nederlanders als allochtonen worden aangemerkt. Deels is dat te verklaren omdat er werd ge-eist, dat een bepaald percentage van het personeelsbestand bij overheidsinstellingen en semi-overheidsinstellingen bezet moest worden door allochtonen. Daar hadden voornoemde instellingen weinig zin in en dus…de goed opgeleide- en goed functionerende Indo’s, reeds in dienst van deze instellingen, werden gewoon aangeduid als allochtoon. Probleem opgelost!
    Uit eerste hand weet ik dat verenigingen, clubs e.d., welke opgericht werden/worden vóór en door Indische Nederlanders, bij subsidie verstrekkende overheden, pas in aanmerking kwamen/komen om subsidie te krijgen, wanneer men akkoord ging/gaat met het predicaat allochtoon van de leden. Goed hè!!!!

    Aha, KUALAT!!!!!
    Alleen wij, allochtonen kennen deze uitdrukking.
    Ja, héél goed!!!!!

    • Jan A. Somers zegt:

      Opmerking van mijn dochter: Als ik langdurig werkloos zou zijn, en een baan kon vinden via een voorkeursbeleid voor allochtonen, ben ik allochtoon. Ik denk dat ik dan wel de ID-kaart van mijn vader mee moet brengen. Mag wel hè pap?

      • Hallo Jan Somers,
        Het is inderdaad van de gekke. Wij Indo/Europeanen, in bloedlijn (em cultureel) verwant aan de Europeanen worden door een Staat (in dit geval de Nederlandse) gewoonweg genegeerd en beschouwd als ”half allochtoon” lijkt het wel. Terwijl wij gewoon behoren tot de Europese Familie..
        Ik heb daarover een serie artikelen aan gewijd in de Indische Internetkrant (ICM). Wanneer de Staat ons nodig heeft worden we van stal gehaald voor hun politieke doeleinden. Maar nu is het
        afgelopen met die ”koehandel”. Enfin u kunt het onder mijn naam de artikelen eens inzien; ook op Google.

      • Jean E. Delahaij zegt:

        Jan Somers, ik hoop dat je dochter, na langdurige werkeloosheid, een baan zou verwerven omdat zij de geschiktste kandidaat is en niet omdat ze vrouw is of allochtoon.

      • Jan A. Somers zegt:

        Dat hoop ik ook. Maar als de nood hoog is, is iedere springplank welkom. Mijn dochter is gelukkig goed terecht gekomen op eigen kracht. Maar ze leert haar dochters toch er goed uit te zien bij sollicitaties. Deze kleindochters van mij hebben dan ook niet het voordeel van de allochtoon, en moeten andere middelen inzetten.

      • S.R.J. van Beek zegt:

        @Pjotr.X.Siccama

        Ook al zouden wij Indo’s officieel tot autochtoon worden gerekend zullen wij allen steeds als allochtoon blijven worden aangezien door de volbloed blanke Nederlanders. Omdat we er anders uitzien. Ik zelf als licht getinte indo(met 2 Indo ouders) word er dagelijks mee geconfronteerd(moslim, turk, dubbele paspoort?, waarom europese naam en achternaam? Etc). Ik heb er geen problemen mee, ben er eingenlijk trots op dat ik er anders uitzie en op mijn afkomst.

        Hormat,

  32. A nony mouse zegt:

    Een sprookje: Hoe kabouter Vrolijk de Nederlandse nationaliteit verkreeg

    Prinses Margriet werd geboren in Ottawa in Ontario nadat de Koninklijke Familie in 1940 was uitgeweken naar Canada vanwege de Duitse bezetting. ~ De kamers van het ziekenhuis waar ze geboren werd waren tijdelijk extraterritoriaal verklaard. Juridisch betekende dit dat deze kamers niet-Canadees grondgebied werden verklaard en dientengevolge Margriet automatisch de Nederlandse nationaliteit van haar moeder verkreeg (dus zonder de Canadese nationaliteit die volgens de Canadese wetgeving voor op Canadees grondgebied geborenen geldt) ~. Ze is de enige persoon van koninklijke bloede geboren op Noord-Amerikaans grondgebied. De bloem waarnaar de Prinses is vernoemd, vormde in de oorlog één van de symbolen van het verzet tegen nazi-Duitsland.
    Margriet is net als haar zussen scout geweest. Zij was kabouter met de naam “Kabouter Vrolijk” en later padvindster.

    • Jan A. Somers zegt:

      Dat is toch niets bijzonders? Onze Engelse buurvrouw ging voor een bevalling naar Singapore. Je moet zoveel mogelijk je eigen problemen oplossen, niet alles aan de staat overlaten.

      • A nony mouse zegt:

        Als het daadwerkelijk iets bijzonders was had ik het geen sprookje genoemd, maar een mirakel. Was er voor de Engelse buurvrouw geen Engels schip aan wal?
        Trouwens, laat de staat al dan niet alles aan ons over? Schapen ter slachtbank…., zo mak als een lammetje….als de herder dwaalt, dolen de schapen…..Mmmèhèhèhèeèèèèèèèèèeee

      • Jean E. Delahaij zegt:

        “niet alles aan de staat overlaten” is echt een losse flodder afgevuurd door iemand die beter moet weten. De staat heeft bijna 90% van onze zelfredzaamheid afgenomen. Goede reactie A nony mouse!

      • Eppeson Marawasin zegt:

        De verschillen blijven. Als zoon van een Ambonese / ex-KNIL / RMS’er ben ik van mening dat de stelling van meneer Somers zonder meer opgaat voor mijn (2e)generatiegenoten en degenen na ons.

        De eerste generatie, die van mijn ouders, die blijft ten ene male te allen tijde ‘hors catégorie’. Met of zonder onomatopee!

        e.m.

  33. Aelle zegt:

    “Ook al zouden wij Indo’s officieel tot autochtoon worden gerekend zullen wij allen steeds als allochtoon blijven worden aangezien door de volbloed blanke Nederlanders.”

    “He was so narrow-minded he could see through a keyhole with two eyes.”
    Black Elk quote
    Black Elk a.k.a. Heȟáka Sápa (December 1863 – August 17/19, 1950) was a famous Wičháša Wakȟáŋ (Medicine Man or Holy Man) of the Oglala Lakota (Sioux). He was Heyoka and a second cousin of Crazy Horse.
    Black Elk participated, at about the age of twelve, in the Battle of Little Big Horn of 1876, and was injured in the Wounded Knee Massacre in 1890

  34. Eppeson Marawasin zegt:

    Mocht het ooit tot ‘mijn memoires’ komen zal ik zeker mijn volbloed blanke leermeesters met verve ‘eervol’ vermelden. Ik heb bijvoorbeeld op deze site op 16 april jongstleden nog mijn steun betuigd aan de kwalificatie ‘Bert, You’re the best!’

    Niet te generaliserend, anders maak je dezelfde fout. Wie wil nu dat iemand van het kaliber Ricky Risolles over sommige Indo’s publiekelijk zal gaan maken dat, om voor de verandering maar eens een eigen quote te citeren (©itaat) ‘sommige* Indo’s² last hebben van zo’n intense dichtheid van de hersencellen, dat zelfs denkkracht er niet aan kan ontsnappen!’ (einde ©itaat). Niemand toch.

    *in de betekenis van niet allemaal
    ²facultatief; kan naar believen door elk ander zelfstandig naamwoord worden vervangen. Een enkele uitzondering daargelaten 😉

    e.m.

  35. A nony mouse zegt:

    Nederlands-Indië voor de oorlog
    http://deoorlog.nps.nl/page/dossiers/780434/Nederlands-Indi%EB+voor+de+oorlog?afl=7
    Bron: Ongebruikt materiaal uit de Oorlog aflevering 7
    ’32: De wetgeving is gebaseerd op rassenverschillen. Blank Europeesch bovenaan. Tot die groep behoren ook 170.000 Indo-Europeanen, mensen met gemengd bloed.
    Deze video liegt er niet om, of……..

    • 170.000 is een inschatting Er zijn ook andere schattingen, bijv die van L.de Jong die het had over 280.000 .
      Dit laatste getal lijkt me eerder waar…. als je niet die indonazaten meerekent die al waren opgegaan in de Indonesische bevolking

    • Jan A. Somers zegt:

      citaat: “’32: De wetgeving is gebaseerd op rassenverschillen. Blank Europeesch bovenaan.” Was het maar zo eenvoudig. Lees eens art. 163 I.S. heel zorgvuldig, en de commentaren van o.a. Van Vollenhoven, 1934, 99.

  36. A nony mouse zegt:

    http://www.encyclo.nl/begrip/RASSENVERSCHILLEN
    Er zijn geen resultaten gevonden in de encyclopedie voor RASSENVERSCHILLEN.

    Amen!

    • Jan A. Somers zegt:

      Dat klopt helemaal. Het woord rassenverschillen heb ik geciteerd uit de bijdrage van ” A nony mouse zegt:
      9 juli 2012 om 8:01 am”

      Ik heb ook niet verwezen naar een encyclopedie maar naar de wettekst van de Indische Staatsregeling. Het artikelnummer kan overigens een beetje zijn verschoven door herzieningen.

  37. A nony mouse zegt:

    Cacahouète of Poepchinees?
    In art 109 RR wordt de bevolking v.a. 1854 verdeeld in Europeanen en Inlanders. Mr Dr Patricia Tjiook-Liem ondervindt het woord Inlanders als hebbende een negatieve klank en als zijnde onvermijdelijk. We spreken nu van Autochtonen, wat zij waarschijnlijk aannemelijker vindt. Ik ken die hele Mevrouw Tjiook-Liem überhaupt niet. Beide groepen hebben afzonderlijk een subgroep. (tussen letterlijke haakjes: Ik kom net terug van een lang gesprek met een vriendin die in Frankrijk woont, geboren is in Balikpapan, opgegroeid is in Curaçao, in Nunspeet gewoond heeft en inmiddels getrouwd met een Fransman. m.a.w. ben dus effekes van m’n à propos gebracht). Het onderscheid lag aan het ras en het geloof.
    Vanaf 1920 werd in het gewijzigde art 109 RR vastgesteld dat Nederlands Indië in drie groepen was verdeeld. Europeanen, Inlanders of Vreemde Oosterlingen.
    Vanaf 1926 tot art 163 I.S. welke tot 1949 gold.
    RR = Regeringsreglement
    IS = Indische Staatsreglement

  38. Rob Verton zegt:

    Mensen uit Indonesia zijn welkom, helaas is hun ras erg lui en niet bepaald actief.
    Deze ervaring hebben wij helaas met respect ïndonesiers.

    • sommige mensen van sommige rassen zijn dom , generaliserend en discriminerend

    • Van beek zegt:

      Geen een indonesier kan ik opnoemen hier in Nederland die niet werkt voor z’n geld. Al is het ongeschoold werkt, ze doen het. Mijn respect hebben ze. Dit geld trouwens voor de hele aziatische gemeenschap.

    • Ed Vos zegt:

      “Helaas is hun ras……”
      Wanneer personen beweren dat luiheid en inertie raciaal bepaald zijn dan zijn de nakomelingen van indonesiers in aanleg dus ook dom en niet bepaald actief.
      Nu heb ik nog nooit gehoord van het bestaan van een indonesische ras, of het indo-ras (dat wilden de kolonialen ons wijsmaken dat er zoiets als een indo-ras bestond), dus deze uitspraak zegt meer over de persoon dan over Indonesiers. Nu kom ik zelf uit Indonesie, en volgens uw opvatting ben ik dom en niet bepaald actief. Dank u wel, ik zal er niet minder om slapen, maar zoals Indisch4ever hier schrijft is deze uitspraak discriminerend en wat mij betreft een blijk van racisme.

  39. Teun Olol. zegt:

    Quote Rob Verton: Mensen uit Indonesia zijn welkom, helaas is hun ras erg lui en niet bepaald actief….

    Ach ja, Rob Verton heeft ongeveer 240 miljoen mensen van Indonesië ontmoet, gekend en mee samengewerkt toch? Hij heeft ook nog een studie gedaan over al deze mensen. Het was te moeilijk voor hem (zoveel volkeren en talen en dialecten) , kon het niet vatten en ergo verzon hij aansluitend een nieuw Indonesisch ras en gooide daarmede de hele bups op één hoop.

    Hup, alles wat je ziet,
    gooi het maar in het Indonesische rassenvergiet.

  40. Arthur Olive zegt:

    Volgens het article.
    “Werd niet in datzelfde prachtige land de USA pas in 1964 de rassensegregatie afgeschaft?”
    Officieel ja maar de meeste Indo’s gingen naar California waar de rassensegregatie al officieel in juni 1947 was afgeschaft. In wezen was er nog een rassensegregatie in California maar die was meer gericht naar de African American waar er b.v. een curfew was na zonsondergang in Glendale, California en ze kregen veel tegenwerking om een huis te kopen in een blanke buurt.
    Zelfs na 1964 was er nog rassensegregatie in de South maar alleen voor de African American, die mocht b.v. alleen naar bepaalde motels of hotels.

    • Jan A. Somers zegt:

      Maar de indianen moeten zich toch ook rustig houden in hun reservaten? Segregaten?

      • Arthur Olive zegt:

        Indianen kunnen overal wonen waar ze maar willen.
        Anderen kunnen niet op de reservations wonen en waarschijnlijk willen ze dat ook niet.

      • Jan A. Somers zegt:

        Dat mochten de Inlanders in Indië ook. Werd niet zo leuk gevonden als er Inlanders naast je kwamen wonen. Neergang van de wijk.

      • Arthur Olive zegt:

        Het verschil is dat de Nederlanders wel bij de Inlanders in de kampung mochten wonen.

      • Jan A. Somers zegt:

        Ja, met het daarbij horende statusverlies van Europeaan. Dat heette ‘opgelost’ in de Inlandse bevolking.

      • Arthur Olive zegt:

        “Dat heette “opgelost” in de Inlandse bevolking.”
        Nou ik wou dat ik “opgelost” kon worden in de Indiaanse bevolking.
        California heeft meer dan 80 casino’s en de kleine tribe bij mij in de buurt krijgt tienduizenden per maand per persoon van de Thunder valley casino. Voor hen die geintereseerd zijn Google het maar en klik op de LA times report.

Geef een reactie op Jan A. Somers Reactie annuleren