Buigen voor Japan

Eén beeld zegt soms meer dan duizend worden. Van alle foto´s van de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië is misschien wel de meest bekende die van een groep buigende vrouwen. De foto heeft geen onderschrift, en we weten niet wie de foto heeft gemaakt en waar hij is genomen. Het is een kampfoto, zó veel is duidelijk, misschien uit Tjideng, of Semarang, of Noord-Sumatra. Een groep vrouwen buigt voor iets wat we niet zien. De Japanse vlag? Een Japanse kampcommandant? We weten het niet. De waarde van de foto ligt in het feit dat hier blanke vrouwen – sommigen op blote voeten – buigen voor de bezetter, voor Japan. En dus staat de foto symbool voor de ondergang van het Nederlandse gezag.

Buigende vrouwen

Toch moeten we ook hier voorzichtig zijn met onze conclusies, zeker als een historische ´werkelijkheid´ zo zeer verbonden lijkt met één enkele foto. Was het wel zo, dat de Japanners de Nederlanders verplichtten te buigen om ze te kunnen onderwerpen? Of waren hiervoor nog andere redenen?  

 

 

´Donder op!´

Kort na de capitulatie van Nederlands-Indië introduceerden de Japanners een hele serie maatregelen die de nieuwe gezagsverhoudingen benadrukten en van invloed waren op het dagelijk leven. De journalist Jan Bouwer schreef op 10 maart 1942: ´Vanmorgen hebben de Japanners mijn auto ingepikt. Ik was even de stad in, toen ik door een Japanse soldaat werd aangehouden. Terwijl hij een stuk papier met Japanse karakters op de voorruit plakte, opende een andere Japanner de linkerdeur en gebaarde mij uit te stappen en de sleutels te overhandigen. Er zat niet veel anders op dat te gehoorzamen. Toen ik hem in het Indonesisch verzocht een paar persoonlijke eigendommen uit de auto te halen, stoof hij verschrikkelijk op en brulde ´Pergi!!´ , hetgeen niet anders kon worden uitgelegd dan ´Donder op!´.[i]

Enkele dagen later moesten alle wapens worden ingeleverd, en mocht alleen nog worden gereisd met een speciale pas. De Japanse tijd en kalender werden ingevoerd, en het werd verboden naar buitenlandse radiozenders te luisteren. Zoenen, liefkozingen en andere intimiteiten in het openbaar werden verboden. Deze strookten niet met de Japanse zedelijkheidsbegrippen. Medio april werd de niet-Indonesische bevolking bevolen zich te laten registreren, – tegen betaling.

Verplichte groet

Op 19 april schreef Jan Bouwer: ´De burgerij van Bandoeng heeft nu officieel bevel gekregen om voortaan alle Japanse schildwachten onderdanig te groeten, die ´in de tropische zon en regen onophoudelijk de levens en eigendommen van alle burgers beschermen en persoonlijke vertegenwoordigers van de keizer zijn´, aldus het dekreet. Veel Europeanen groeten – voorzichtigheidshalve – al lang iedere Japanner die zij tegenkomen. Dit schijnt de Japanners dermate te hebben gestreeld, dat zij nu maar een algemeen dekreet hebben uitgevaardigd. De Japanner is niet tevreden met het hoofdknikje. Hij eist een volledige buiging. Ik heb wel eens een Japanse schildwacht gezien, die iedere wielrijder – man, vrouw of kind, Nederlander of Indonesiër – dwong af te stappen, voor hem in de houdding te gaan staan en vervolgens een diepe buiging te maken. Iedereen die niet diep genoeg boog, werd bij zijn (haar) haren gegrepen en met zijn (haar) gezicht op de grond gedrukt. Zo verbergt de Japanner zijn traditionele minderwaardigheidscomplex´.
Deze laatste toevoeging van Bouwer is natuurlijk voor zíjn rekening, maar is, gezien tegen het licht van de situatie waarin de Europeanen van Bandoeng zich bevonden, op zijn minst begrijpelijk.

In het Nationaal Archief[ii] vond ik een afschrift van het hierboven genoemde dekreet, getiteld ´ Hoe men de Nipponse militair eren moet´, in een versie van een maand later:

´In opdracht van het hoofd van de Isamoe regering van het Dai Nipponse leger, van de afdeling West-Java gevestigd te Bandoeng, wordt bekend gemaakt, dat iedereen, ongeacht ras, bij het passeren van een Nipponse militair, ongeacht rang, hem met een hoofdknik behoort te groeten.
Voornamelijk de op wacht staande personen behoren gegroet te worden.
Personen in een voer- of rijtuig, zowel de inzittenden als de bestuurder, hoeven bij het passeren van een op wacht staande soldaat niet uit te stappen, doch behalve bovengenoemde groet te doen, het voer- of rijtuig langzaam te doen rijden.
Degene die een garnizoen of enige andere inrichting van het Dai Nippon wil betreden, behort eerst de wacht te groeten en uit te stappen.
Deze bepalingen, welke algemeen zijn, worden in Nippon zeer in ere gehouden: eveneens behoort die eer gegeven te worden aan degenen die hun plicht vervullen bij het bewaren van de algemene orde en rust: zij behoren dus door allen geëerd te worden.´
BANDOENG, 21 mei 2602

w.g. Priongan Sjoetjo
(waarschijnlijk wordt hier de regent bedoeld)

Groetplicht voor iedereen

Hier vallen meteen al enkele zaken op.
Ten eerste: de groetplicht gold niet alleen voor Europeanen, maar voor álle inwoners van Nederlands-Indië! Dit betekent dat het dekreet niet speciaal beoogde om de koloniale Europeanen de les te lezen. Oók de Indonesiërs moesten er aan geloven.
Ten tweede, in het dekreet wordt slechts gesproken van een ´hoofdknik´. Bouwer schreef echter ´dat de Japanner niet tevreden is met een hoofdknikje´. Van dit laatste kunnen waarschijnlijk vele duizenden inwoners van Nederlands-Indië getuigen. In rapporten, opgesteld voor indiening van aanvragen in het kader van de wetten voor oorlogsgetroffenen (Wubo), werden talloze voorbeelden[iii] genoemd van mishandelingen door Japanse soldaten in situaties waarin iemand niet of onvoldoende groette volgens de regels:

´Erg vernederend was het buigen. Als men 100 keer langs een Japanse wachtpost moest gaan, en dat was niet zo uitzonderlijk in een stad als Batavia, dan moest je ook 100 keer stoppen. Was je op de fiets of betjak dan moest je af- of uitstappen, je met je gezicht naar de Jap keren en een diepe buiging maken. Als die buiging niet voldoende werd bevonden, dan moest je het overdoen, soms wel tien keer, net zo veel keer als de Jap het nodig vond.´ (Batavia)

Buigende vrouw

´Kort na de capitulatie van het KNIL fietste ik langs het militaire kampement op Kali Sari in Semarang. Ik had de Japanse schildwacht niet opgemerkt. Hij brulde me iets toe. Ik begreep het eerst niet, maar stopte en maakte een buiging met mijn fiets aan de hand. De Japanner werd vreselijk kwaad. Hij sloeg me met de kolf van zijn geweer op mijn hoofd en schouders. Het bloed stroomde uit mijn hoofd. Ik probeerde weer op te staan en maakte opnieuw een buiging. Uiteindelijk liet hij me gaan.´ (Semarang)

´Omdat ik de voorgeschreven buiging niet goed had gemaakt schopte de Japanner me met de punt van zijn laars en sloeg me in mijn gezicht, zodat ik een bloedneus kreeg. Daarna moest ik op een tijd op een afstandje blijven staan. Ik weet niet hoelang ik daar heb gestaan, maar zo af en toe keek hij in mijn richting en gromde dan wat in het Japans. Ik was doodsbang.´ (Soerabaja)

´Buiten, wanneer ze bijvoorbeeld in de grobak zaten, moesten ze deze verlaten om een buiging voor de Japanners te maken, wanneer ze die onderweg zagen.´ (Poerwokerto)

Uit deze voorbeelden blijkt duidelijk dat de eisen in de praktijk strenger waren dan het dekreet had voorgeschreven. Uiteindelijk was het ter beoordeling van iedere Japanse wacht of de voorbijkomende burgers nu wél of niet aan de eisen voldeden.
In de interneringskampen moest óók worden gebogen, maar meer op vastgestelde tijden. Hier was minder sprake van een verrassingsaspect:

´Toen een Japanse officier voorbij liep moest alle vrouwen één voor één een diepe buiging maken. Een vrouw, die dit niet voldoende zou hebben gedaan, kreeg voor de ogen van aanvraagster een aantal ferme klappen.´ (Poelau Berajan, Sumatra)

´Elke morgen moesten we op appel komen en werd iedereen geteld. Bij het appel moest je diep buigen, en hoe hoger de rang hoe dieper de buiging. Mijn zuster weigerde te buigen. Zij kreeg van achteren een oplawaai en viel voorover. Er ontstond een zeer beladen tafereel dat zich vaker herhaalde, iedere keer als zij niet boog. Onze moeder die dit niet kon aanzien, sprong tussen de gewelddadige Japanner en mijn zuster in. In het kamp Gloegoer werd met behulp van mevrouw Veer, het hoofd van de barakafdeling waar we zaten, een oplossing gevonden. Mijn zus verscheen niet meer op appel. Zij werd ziek gemeld.´ (Gloegoer, Sumatra)

Keren we terug naar de vraag naar de reden voor het opleggen van de buigplicht. Waarom werden alle inwoners van Nederlands-Indië verplicht zo véél en zo diep te buigen?
Voor degenen die ooit in Japan zijn geweest zal het antwoord minder verrassend zijn dan voor degenen die het land nooit hebben mogen bezoeken: het buigen is een zeer belangrijk onderdeel van de Japanse traditie. Zó belangrijk dat een Japanner bijna niet zónder kan, en ook verwacht van niet-Japanners dat zij hun best doen om naar deze traditie te leven.   

Buigen in Japan

De Japanse buiging wordt gebruikt als begroeting, bij afscheid, een manier om spijt te betuigen, respect of verontschuldiging, maar ook een manier om gewoon ´hallo´ te zeggen. De mannen met de handen aan de naad van de broek, de vrouwen de handen gekruist voor het onderlichaam. De Japanners buigen bijna steeds als zij iemand tegenkomen, ook al hebben zij die persoon die dag al meerdere keren eerder gezien. Soms buigen ze zelfs naar elkaar als ze op de fiets zitten.

Het soort buiging is afhankelijk van de mate van respect die moet worden getoond. Hoe dieper de buiging, des te groter het respect. Bij de staande buigingen wordt meestal een onderscheid gemaakt tussen vijf soorten. Behalve de eerste moeten alle worden verricht vanuit de heupen, dat wil zeggen met rechte rug :

–         de informele hoofdknik, 5º buiging, voor vrienden en personen lager in rang;
–         een 15º buiging (´eshaku´) voor een iets formelere begroeting naar bekenden;
–         een 30º buiging (´keirei´), respect voor onbekenden en hoger geplaatsten;
–         een 45º buiging (´saikeirei´) om groot respect of spijt te buiten;
–         een 90º buiging, of knielen met het voorhoofd op de grond. 

De laastgenoemde buiging vindt in het moderne Japan eigenlijk niet meer plaats, buiten ceremoniële godsdienstige bijeenkomsten.

Voor Europeanen kan het soms lastig zijn om goed in te schatten welk soort buiging correct is, zelfs in tijden van vrede.  Over het algemeen buigen personen lager in rang dieper dan personen hoger in rang. Als de ander langer en dieper buigt dan verwacht, is het gebruikelijk nóg een keer te buigen. De ander zal dan op zijn beurt dan ook nog een keer buigen etc.
Nieuwsuitzendingen op de televisie beginnen met een buiging. Meisjes in winkelcentra begroeten alle bezoekers met een buiging. Een Tokyose krant heeft ooit berekend dat zo´n winkelmeisje tot 665 duizend keer per jaar buigt op basis van een 5-daagse werkweek en bijna 800 duizend keer op basis van een 6-daagse werkweek.

Buigen in Nederlands-Indië

Jan Bouwer schreef dat de Japanners eisten dat werd gebogen om zijn traditionele minderwaardigheidscomplex te verbergen. Misschien had hij gelijk. Zeker is, dat het buigen in Japan een eeuwenoud gebruik is, geworteld in een streng feodale samenleving. Het Japanse bezettingsleger, voor het eerst opererend buiten eigen landsgrenzen, was té onbekend met andere culturen om te accepteren dat de bevolking van Nederlands-Indië zich anders zou gedragen dan de Japanse etiquette vereiste. En dus moest worden gebogen, zowel door Europeanen als Indonesiërs.

Als we nog een keer kijken naar de foto van de buigende vrouwen in het kamp, dan zien we dat de buiging niet door alle vrouwen op dezelfde manier werd uitgevoerd. Bij sommigen was sprake van een ´keirei´ (30º buiging) bij anderen van een ´saikeirei´ (45º buiging), en weer anderen buigen nóg dieper. In Japanse termen gesproken: respect, nog méér respect, en volledige onderwerping. Zoals hierboven echter al aangegeven: beelden kunnen bedriegen.

 

x

[i] Bouwer, J., Het vermoorde land. Van Wijnen, Franeker, 1988.
[ii] NA, 2.12.37, inventarisnummer 254, pag. 49
[iii] Pelita, Wubo, 479500, 454397, 473235, 243809, 223034, 425923, 452548, 131016, 415324.

Dit bericht werd geplaatst in 2. Japanse Bezetting, 1942-1945 en getagged met , , , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

14 reacties op Buigen voor Japan

  1. Ed en Hannie Kerkhoven zegt:

    In Tjihapit had mijn moeder een radio, waar zij alleen naar luisterde. We woonden in de voorkamer die afgescheiden was van de eetkamer met twee schuifdeuren met glas in lood. Eens, toen mijn moeder aan het luisteren was, hoorde ze aan de andere kant van de gesloten deuren zeggen: “Ik hoor een mannenstem”. Mijn moeder kon dus niet meer naar die radio luisteren, want dat was veel te gevaarlijk. Ik, als een jongen van zes jaar, moest die radio gaan vervoeren, in een houten box met wieletjes eronder en getrokken met een touw, naar een vriendin van mijn moeder. Als ik onderweg gestopt zou worden, dan moest ik op elke vraag “Tida tau” antwoorden. Ik werd, gelukkig, niet gestopt en de radio kwam veilig bij de vriendin van mijn moeder aan. Deze vriendin was al aan het uitkijken wanneer ik zou komen. Ik werd gekozen voor deze taak, omdat mijn twee-jaar oudere broer meer zou opvallen.
    Als kind, was ik niet zo onderhevig aan de buigingsplicht, dus het trof mij niet zo erg.

    Twee jaar later, in het kamp Solo, kwam een jap om vruchten uit een boom te schudden. Wij, jongens, zaten aan de kant en waren woedend dat ons voedsel werd weggenomen. Maar ik had een vijf-jaar jonger zusjes die verteld werd om de peer-achtige vruchten tussen de benen van de jap te pakken en naar ons toe te brengen. Iedere keer dat ze dat deed, juichten wij en zorgden er voor dat de vruchten meteen opgegeten werden. Wij, kinderen, konden meer doen dan ouderen in het kamp zonder gestraft te worden.

  2. joost van bodegom zegt:

    Even fris van de lever, wat een toestand op zaterdagmiddag.
    Om te beginnen, vraag me niet waar het vandaan komt, maar ik heb altijd begrepen dat het vrouwvolk Engels is en dat de foto dus van de Oostkust van Sumatra komt of uit Maleisie stamt
    Wat ook de herkomst van het buigen moge zijn, als de Jappen heren waren geweest hadden ze terug gebogen. Sterker nog, dan waren zij met de begroeting begonnen. Goede morgen dames en nu mogen jullie beginnen met tellen. Daar hadden zij, als ze zelf waren begonnen, geen bevelen voor nodig gehad. Ik heb nooit een Jap in oorlogstijd naar ons zien buigen… Het leek me dus, met alle idealen van hun culturele achtergrond, wel degelijk een regel om te treiteren cq te vernederen.
    Het is met dat buigen net zoals met de kreet Azie voor de Aziaten. Prachtig gevonden, de idealist die dat voor elkaar wilde brengen verdient alsnog een standbeeld. Hij had er bij moeten eisen dat na de verovering de Japanse troepen zich, na een uitvoerige dankdienst, direct hadden terug getrokken om hun volgende missie uit te voeren…
    Het was met dat buigen denk ik, net zoals met iemand recht aankijken, of je op je donder kreeg of niet. Je behoorde dan met neergeslagen oogleden de tirade aan te horen. De sterkste Jappen, die ik dan Japanners wil noemen, werden er boos om als het niet gebeurde maar bewonderden de vrouwen die geen krimp gaven.
    En, als uitzondering op de regel, jawel, op de tekening is te zien dat er een sterke Japanner stond… Of hij had dat moeten doen op bevel van de achter hem zittende Jap/Japanner als straf of uit respect voor de dame.
    Tot slot: bij de bekende buiging van het Japanse keizerlijk paar op de Dam viel het mij op dat de Keizer, ik heb het niet nagemeten, ongeveer 20% boog en dat zijn vrouw aanmerkelijk dieper boog. Dat viel me van hem tegen, zeker nu ik de uitleg van de percentages hierboven zie. Ik heb mij uit laten leggen dat als de Keizer dieper had gebogen zijn wederhelft nog een extra percentage dieper had moeten buigen. Uit kasian voor haar heb ik toen gezucht, soeda laat maar.

  3. J.A.Somers zegt:

    Bij contacten op mijn werk had ik regelmatig te maken met ons bezoekende Japanse collega’s of een Japanse gast-onderzoeker. Bij thuiskomst kon ik mijn vrouw dan melden dat het correct ging: uit de heupen (keirei). Bij de Kenpeitai in Soerabaja had ik dat goed geleerd. Als Europeaan werd dat als onderdanig aangevoeld, een Europeaan kon dat eigenljk niet doen voor een Aziaat. Ik denk dat het buigen door ons werd gezien als een vernedering, en misschien werd dat door sommige Japanners ook zo bedoeld. Terwijl het toch gewoon een begroetingsritueel was, prettiger dan het driemaal zoenen!

    • vers11 zegt:

      De Japanners deden niet aan buigen voor de gevangen. Als gevangenen niet goed of op tijd bogen kregen ze straf. Als kinderen ( de allerkleinsten daargelaten ) niet of niet goed bogen, kregen hun moeders straf. Wat gewoon een begroetingsritueel?

      • Als kind van 5jr. kreeg ik een schop in m`n rug van een schildwacht toen ik bij het afscheid van mijn vader voor hij op transport gesteld werd, naar hem toe wilde rennen. Hij was op een groot grasveld bij de aloon2 van Malang (op de grond zittend), ik viel op de grond en die soldaat schold keihard in japans, ik herrinner me zoiets als “orandakanero”, wat dat ook betekenen mag. Later begreep ik dat je op ruim 5 meter afstand van je vader moest blijven.

  4. Eppeson Marawasin zegt:

    Ik begrijp dat meneer Somers bedoelt te zeggen, dat onder normale omstandigheden ‘het buigen’ een gebruikelijk (vrgl driemaal zoenen) begroetingsritueel is in Japan, maar dan op basis van wederzijds respect. Daar nu was in de kampen absoluut geen sprake van. In de verhouding (over)winnaar versus verliezer (geïnterneerde) is ‘dat buigen’ tot een ongebruikelijk vernederend ‘exces’ verworden, zoals vers11 aangeeft.

    Zo heeft mijn vader, een Amboneese KNIL-militair, aan de arts van de Uitkeringsraad in ruime mate kunnen aantonen, dat bij verhoren zijn Japanse ondervragers vader’s lichaam als ‘asbak’ gebruikten om er hun brandende peuken op uit te drukken.

    Van de ene militair tot de andere dacht hij als hormat te kunnen salueren. Dat heeft hij maar één keer gedaan. Ze hebben hem niet gebroken, maar de Kenpeitai heeft hem wel geleerd om te buigen. Toch gaf hij aan, dat hij meer bevreesd was voor de Koreanen in dienst van de Japanners.

  5. De foto van buigende foto is gemaakt door een Japanner bij het appèl in Sime Road Camp in Singapore. Deze foto staat in het boek van Dr. D. van Velden met de naam ‘De Japanse burgerkampen’. Het betreft een dissertatie, die voor het eerst in boekvorm is uitgegeven in 1963. Dit boek mag gezien worden als het eerste overzicht van wat zich in de oorlogsjaren in Indië heeft afgespeeld.

  6. van den Broek zegt:

    De foto maar dan in spiegelbeeld van de buigende vrouwen heb ik voor het eerst gezien als omslag van het boek van Jeroen Brouwers, Bezonken Rood. De foto komt als tekening ook terug in de strip “De Terugkeer”. Het ijn beelden die een geweldige indruk op de samenstellers hebben gemaakt en dat behoeft nadere uitleg.

    Ik krijg de indruk dat de foto het symbool is geworden van verlies van niet alleen het koloniale Indische rijk ook ook de vernedering die Nederlanders door Aziaten, in de ogen van een koloniaal toch een minderwaardig ras. Andere volkeren zoals Amerikanen (Iwo Jima, Pearl Harbour), Australiers of Engelsen (Brug over de rivier Kwuai) hebben toch meer heldhaftige foto’s om hun strijd in ZO Azie uit te drukken. Daar komt nog bij dat Nederland niet echt hebben meegedaan aan de herovering van Azie op de Japanners wat de vernederende rol alleen maar versterkt, Indie is tenslotte door de Engelsen bevrijd.

    Ik ben zelf in Japan geweest en heb het buigen in alle richtingen beoefend, een begroetingsritueel en daar heb ik me aangepast. Dat de Japanners dat in WOII anders hebben geinterpreteerd, lijkt mij logisch, je moet toch respect tonen tegen de overwinnaars, in Nederland werd de Hou zee groet vgl Hitler Groet door vnl NSBers gebracht. Tussen Japanners en overwonnenen konden vaak door de taal communicatiestoornissen ontstaan met vaak overdreven en gewelddadige reacties van Japanners wat door de overwonnenen als vernederend werden beschouwd, maar waarom dat zo vernederend was is mij toch niet zo duidelijk. Of het is vernederend dat de Toean Besar plotseling zijn eigen bed moest opmaken en dat er geen bruine baboe was om dit werk op te knappen. We moeten wel in beschouwing nemen waar al die kolonialen vandaan kwamen. Dan wordt al snel ook het schoonnmaken van een WC een vernedering.

    • Jan A. Somers zegt:

      Klopt! Volgens mij is dat ook de basis van de gevoelens van nogal wat (Indische) Nederlanders. Laten we toch meer aandacht geven aan vandaag en morgen. Als we op mijn werk weer eens (geanimeerd!) bezoek hadden gehad van Japanners, zei ik tegen mijn vrouw: uit de heupen. De kreten daarbij ben ik overigens vergeten: keirei? enz. meerdere houdingen. Ik hoefde overigens de dames niet te zoenen, dat vind ik ook bij Nederlandse dames niet leuk.

    • durussedjustus zegt:

      De irrationele gewelddadige reacties worden ook beschreven door Jan Breman en in het Rhemrev rapport, maar dan van blanke, Nederlandse administrateurs tegenover de koelies. Jan Breman (in zijnstudie over de plantages aan de SOK) verklaarde dat door 1. De communicatie problemen: de blanke administrateurs (er waren ook Duitsers werkzaam op de Sumatraanse plantages) spraken niet of nauwelijks Maleis en de Chinese koelies ook niet. 2. Angst en minachting. De administrateurs waren een minderheid omringd door massa’s koelies die van tijd tot tijd opstandig konden zijn. Ik zie paralellen met de Japanse bewakers.
      Over het groeten: in dezelfde studie van Breman was er ook sprake van zware mishandelingen van Chinese koelies omdat ze onvoldoende respect zouden hebben getoond in het voorbijgaan van de administrateurs woning.
      Als men traditioneel karate of judo heeft gedaan, zoals veel jongens van Indische afkomst, dan zal men bekend zijn met de kreten ‘ki o tsuke’, ‘keirei’, iets wat hun ouders of grootouders regelmatig gehoord zullen hebben als ze geinterneerd zijn geweest.

  7. bokeller zegt:

    Hierbij wil ik een hele kleine aantekening maken over ’t buigen voor de overwinnaars (Japan) en wel het als respect te beschouwen . Geen probleem ,ook ik ben in Japan geweest en daar werden geen mensen in elkaar getrapt bij ’t niet groeten van noem ’t maar op.
    Bij ’t niet betonen van ”eerbied” (het is niet alleen het groeten) toen, kreeg je netjes gezegd;problemen.
    Bij het gevoel vernedering komt nog een kleinigheidje bij ANGST. En geloof me Angst ruik je !
    Je ziet ’t ook bij je vader- moeder-je zusje en daar hadden wij (Indische)Nederlanders gezien/geroken.
    Kura ! Bo

    • A nony mouse zegt:

      Angst ruik je! is correct, Bo. Wat men ruikt zijn f(ph)eromonen veroorzaakt door bepaalde klieren in het lichaam, vooral in de oksels. De geleerden, van wie Dr Lilianne Mujica-Parodi de bekendste is op dit terrein, zijn er nog niet helemaal uit.
      Het bestaan van feromonen werd voor het eerst ontdekt in 1953 bij motten.
      Zonder feromonen waren we, de hele schepping, robotten geweest.
      P.S. De hoofdknik is later uitgegroeid tot kopstoot, nietwaar? (Zidane)

  8. Pingback: Feynman en/of Feiten – Gezichtsloos – LekwaalMedia.nl

Plaats een reactie